De naam Portugal
De Romeinen veroverden vóór onze jaartelling het hele Iberische schiereiland. Het werd een deel van het Romeinse Rijk onder de namen Lusitania, met als hoofdstad het huidige Spaanse Mérida, en het noordelijke deel de provincie Gallaecia met de hoofdstad Bracara (het huidige Braga).
Het gebied tussen de stromen Minho en Douro was in de Middeleeuwen bekend als Portucale. Dat betekent de haven (porto) van Cale (nu Vila Nova de Gaia, een stad bij het huidige Porto).
De graaf van Portucale, Afonso, riep zichzelf uit tot Koning van Portugal en begon met de verovering van het land tegen de moslims. In 1143 werd Portugal officieel erkend. In 1255 werd Lissabon de hoofdstad.
De naam Lissabon/Lisboa
De Feniciërs noemden de plaats Allis Ubbo, dat veilige haven betekent.
Volgens de legende werd Lissabon gesticht door Odysseus. Daardoor noemden de Grieken het de stad van Ulysses ofwel Olissipo. Dichter bij de historische waarheid is dat de eerste Iberische volksstammen zich verzamelden langs de Taag op de hoog gelegen heuvel die nu Alfama heet.
De Romeinen noemden hun nieuwe verovering Felicitas Julia en maakte het een deel van de provincie Lusitania.
Toen het Romeinse Rijk uiteenviel, viel de stad in handen van volkeren uit het noorden en raakte ze in verval. De Visigoten noemden ze Ulishbona.
Onder de moslims bloeide de stad weer op en werd ze weer een belangrijk handelscentrum. De naam van de stad was dan al-Ushbuna of al-Ishbunah.
Geholpen door de kruistochten veroverde de christelijke koning van Portugal de stad in 1147 en maakte er in 1255 de hoofdstad Lisboa van.
|