De 'samenwerking' tussen het Selle Francais en studbook Zangersheide kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Het Franse bastion brokkelt langzaam verder af. Dat blijkt ook uit de omstandige nieuwe reglementering die vandaag gepubliceerd werd. We besparen u een lange uitleg maar het komt er op neer dat het Selle Francais opnieuw een stapje zet in het proces dat het 'ras' omvormt tot een echt stamboek. De Fransen hopen zo wellicht het hoofd te bieden aan de concurrentie van andere stamboeken. Opvallend is trouwens dat ondermeer Hannover recent een schrijven stuurde aan de andere Europese stamboeken waarbij het aankondigde dat het ook veulenopnames zou gaan organiseren in die buurlanden. Nederland en België vallen daarbij evenwel uit de boot om de eenvoudige reden dat brandmerken in België en Nederland verboden is. Hannover zou de toestemming om de veulens nog te brandmerken wel krijgen in een aantal andere Europese landen. Het nieuws werd ons uit twee bronnen bevestigd, maar een officiële mededeling of document daar rond konden we nog niet op de kop tikken.
Lees het lange en ingewikkelde nieuwe reglement van het SF hier.
Herinnert u zich de activist in slip van de wereldbekerwedstrijd in Amsterdam nog? Ja dus. Hij heeft er een broertje bij, maar dan zonder slip. In Australië maken ze er blijkbaar niet veel woorden aan vuil. Onze streakende tegenvoeter komt midden maart al voor de rechtbank.
Het artikel kun je hier lezen, klik op 'watch the video here' om ook het filmpje te bekijken. Een leuk artikel over streaken (én een resem leuke filmpjes) kun je hier terugvinden.
Als dat maar niemand op ideeën brengt... (tenzij het Veronique De Cock is of zo)
Vanaf midden maart komen er strengere controles op het chippen en de registratie van paarden. Dat heeft het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) laten weten. Een gewaarschuwd man... De omzendbrief is hier te vinden. Meer informatie over de verplichtingen en de registratie van paarden en paardachtigen is op de site van de confederatie terug te vinden. Meer info over de vereenvoudigde procedure voor oudere paarden staat hier. Een heel simpel overzicht is ook hier te vinden of hier.
Natuurlijk zijn er ook inzake het chippen voor en tegenstanders. Een interessante site in dit verband met enkele interessante documenten is deze.
En nu we toch bezig zijn gooien we er nog maar een berichtje tegen aan. Als u nog twijfelt over wat mag en niet mag dan is dit werkje beslist een aanrader.
Equinesports Veterinary Manual bundelt actuele
kennis over geneesmiddelen en hippische regelgeving
Wanneer kan een paard dat veterinair is behandeld met geneesmiddelen weer deelnemen aan wedstrijden? Een veelgestelde vraag in een wereld waar steeds meer paarden actief zijn in sport en fokkerij. Maar het antwoord is zelfs voor professionele paardendierenartsen vaak niet met de gewenste precisie en zekerheid te geven. De regelgeving op het gebied van geneesmiddelen en paardensport is kolossaal, ze verschilt van land tot land en van organisatie tot organisatie. Regels veranderen, nieuwe geneesmiddelen komen op de markt. Dierenartsen en trainers zoeken zich een weg door een oerwoud van regels om te ontdekken of ze een geneesmiddel, zoals bijvoorbeeld een mok- of oogzalf, enkele dagen voor een wedstrijd wel of niet kunnen of mogen toedienen.
Het handboek Equinesports Veterinary Manual van drs Annette van Weezel Errens schept orde in deze chaos. Annette van Weezel Errens studeerde aan de faculteit diergeneeskunde in Utrecht met een vrije studierichting af op het onderwerp doping in de paardensport. Zij heeft voor haar afstudeerscriptie gekeken of er op basis van reeds bestaand wetenschappelijk onderzoek drempelwaarden konden worden vastgesteld voor therapeutische stoffen die worden toegepast bij sportpaarden. Dit had een teleurstellend resultaat omdat er helaas weinig bekend is over de farmacologie bij het sportpaard.
Toch vond Annette dat dierenartsen en andere paardenprofessionals een handleiding nodig hebben wanneer zij paarden begeleiden in hun sportcarrière omdat dit het welzijn van het paard ten goede komt. Daarom is in de loop van 2007 het handboek de Equinesports Veterinary Manual verschenen. Hierin bundelde Annette van Weezel Errens de farmaceutische kennis en de internationale regelgeving van de meest relevante hippische organisaties tot een handzaam overzicht, en voegde zij de laatste ontwikkelingen rond medicijngebruik en sport toe. Zo ontstond een voor paardenpraktici onmisbaar overzicht van ruim 150 therapeutische stoffen die voor de sportpaarden van vandaag de dag gebruikt worden.
Het handboek geeft de paardenprofessional op een snelle en doorzichtige wijze informatie over wachttijden voor deelname van paarden aan wedstrijden na toediening van geneesmiddelen. Met behulp van de MET (Minimum Elimination Time) geeft de Equinesports Veterinary Manual aanwijzingen hoe er een betrouwbare inschatting gemaakt kan worden van de EWT(s), de Estimated Withdrawal Time for sports. Dit is de MET plus een veiligheidsmarge die geschat moet worden op grond van ras, geslacht, leeftijd, afmeting, stofwisseling, trainingstoestand etc. Het handboek geeft ook samenvattend weer hoe de diverse factoren van invloed zijn op deze veiligheidsmarge.
Deze Manual is dus een bundeling van kennis over wachttijden en drempelwaarden van geneesmiddelen (al dan niet beschouwd als doping), de regelgeving van de internationale hippische wedstrijdorganisaties (FEI, IFHA, IFAHR, FEHQA, ARCI, AQHA, USEF, CPMA) en geadviseerde wachttijden van diverse dopinglaboratoria (RMTC, AORC, EHSLC).
Ook de Europese bepalingen rondom het gebruik van diergeneesmiddelen worden in het handboek besproken. Een dergelijke samenvatting was er tot op heden nog niet.
Deze specifieke kennis draagt veel bij aan de keuze die de paardenprofessional in het kader van de zorgplicht moet maken als zijn paard in de twee weken die voorafgaan aan een wedstrijd een veterinaire behandeling behoeft. Dankzij de betrouwbare inschatting van de EWT(s) aan de hand van de gegevens in de Equinesports Veterinary Manual kan de dierenarts besluiten om een andere werkzame stof met hetzelfde therapeutische doel te gebruiken.
Regels veranderen, nieuwe geneesmiddelen komen op de markt en er wordt nieuw wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werking van geneesmiddelen en de uitscheiding van stoffen uit het paardenlichaam. Maar drs Annette van Weezel Errens gaat ook door met haar bundeling van kennis op het snijvlak van diergeneeskunde, farmacologie en hippische regelgeving. Haar Equinesports Veterinary Manual is een onmisbare, actuele handleiding. Maar zodra de ontwikkelingen daarom vragen zal zij een update op de markt brengen.
Alle ontwikkelingen zijn te volgen op internet: www.equinesports.info, waar de Equinesports Veterinary Manual ook is te bestellen.
Onze mailbox stroomt dezer dagen vol met pers- en andere berichten. Uiteraard ook over de Olympische Spelen. Aan air-conditioning zijn we hier bij deze temperaturen nog niet toe. Maar in Hong Kong denken ze daar wel aan, zo blijkt uit dit persbericht van de knhs.
LAUSANNE (KNHS) - In een FEI meeting in Lausanne onder leiding van Andrew Higgins, voorzitter van de commissie die zich binnen de FEI bezighoudt met welzijn, kwam veel informatie naar buiten over de omstandigheden waaronder de Olympische Ruiterspelen in Hong Kong zullen worden gehouden. Belangrijke informatiebron voor deze meeting werd geleverd door het 'test event' dat in augustus 2007 plaatsvond.
De Nederlanders Eric van Breda en Emile Welling maakten daar ook deel uit van een onderzoekscommissie en zij hebben met name onderzoek gedaan naar de psychologische effecten die het deelnemen aan de 'Good Luck Beijing' in 2007 voor de paarden met zich meebracht. Daarnaast werd het effect van training en deelname van paarden aan de wedstrijd op het lichamelijke welzijn van het paard onderzocht. Doel was het formuleren van aanbevelingen, waardoor het management van de deelnemende paarden zich ook kan richten op de vochtbalans en het reguleren van de lichaamstemperatuur. De experts van deze commissie gaven met nadruk aan dat de airconditioned stallen een belangrijke rol spelen in het welslagen van het evenement, omdat in deze stallen de paarden comfortabel kunnen herstellen van de geleverde prestaties.
Al acht jaar voorzitter van de veterinaire commissie van de FEI is professor Leo Jeffcott. "In Hong Kong kunnen we in augustus subtropische omstandigheden verwachten, met een temperatuur die kan oplopen tot 35 graden Celcius, gecombineerd met een luchtvochtigheid tussen de 80 en 90%", meldde hij. Volgens Jeffcott kunnen paarden heel goed omgaan met presteren in temperaturen tot 40 graden Celcius, maar gecombineerd met een hoge luchtvochtigheid ontstaan er gevaren voor uitdroging en 'heat stroke'. "De beste tijd voor het houden van hippische wedstrijden in Hong Kong is 's avonds van 19.00 uur tot 23.00 uur of 's ochtends vroeg van 06.30 uur tot 19.00 uur. Probleem van de ochtenduren is de lage stand van de zon, waardoor bij de hindernissen lange schaduwen ontstaan die met het klimmen van de zon aan sterke verandering onderhevig zijn".
Tijdens het test event werden er twee wedstrijden verreden. Een twee sterren CCI met 17 paarden en een nationale wedstrijd met 20 paarden aan de start. De nationale paarden doorstonden de opgave zeer goed, terwijl er een hoge luchtvochtigheid werd geregistreerd en het regende. Van de internationale 2 sterren paarden kwamen twee paarden erg vermoeid aan de finish.
De commissie waarvan Van Breda en Welling deel uitmaakten kwam tot een paar conclusies. Het lichaamsgewicht van de paarden bleef tijdens het verblijf in Hong Kong 2007 bijna constant en de paarden bleven over een goede vochthuishouding beschikken. De lichaamstemperatuur en hartslag van de paarden aan de finish in Hong Kong is volstrekt vergelijkbaar met gemeten waarden op andere wedstrijden, die onder warme omstandigheden werden verreden. De paarden reageerden zeer goed op 'agressieve koeling' in de box bij de finish. Maar liefst 14 paarden herstelden zo snel dat terugkeer naar hun box binnen dertig minuten na de finish mogelijk was.
Volgens dr. David Marlin, die in 1996 betrokken was bij het doen van onderzoek naar hitte en vocht bij de paarden die deelnamen aan de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta, is een periode van tien tot veertien dagen voldoende om te acclimatiseren. Van belang is dan wel dat de paarden goed rusten en drinken. Is dit niet het geval, dan kan het contraproductief werken voor de paarden. In de stallen zal de airco worden afgesteld op 23 graden Celcius en in de indoor arena zal die worden afgesteld op 21 graden Celcius. Dit omdat de paarden door het werk in de indoor arena warmer worden. Marlin wijst er op dat het belangrijk is om voldoende water te gebruiken, het gehele paardenlichaam met water te overstromen en tijdens de koeling het paard regelmatige korte perioden te laten stappen. In de ogen van dr. Marlin zijn de zogenaamde 'misting stations' niet erg effectief in het reduceren van de lichaamstemperatuur. "Zij zijn ontwikkeld en ontworpen voor comfort, niet voor een effectieve koeling", aldus Marlin.
De commissie met daarin Van Breda en Welling kwam tot de volgende conclusie: "De Olympische ruiterspelen 2008 hebben alle mogelijkheden om succesvol en veilig te zijn voor onze partner: het Paard".
Of we het zagen zitten om zondag nog eens naar Lanaken te trekken voor de hengstenkeuring. Misschien een interviewtje te proberen met mijnheer Melchior. Nu, wij zien het altijd zitten. Alleen deze zondag niet.
De bijkomende hengstenkeuring, om aan de grote vraag te voldoen, van afgelopen weekend in Zangersheide is er voor ons één te veel. Ook al omdat we onaangename herinneringen overhouden aan de vorige keuring. Toen waren er eerst 26 hengsten gekeurd, later werd dat even rechtgezet en bleken het er 27 te zijn. Nog eens later waren het er uiteindelijk 28. Nu ja, met de huidige inflatie aan hengstenkeuringen komt het ook niet op ééntje minder of meer aan.
In alle geval. We zijn dus niet naar Lanaken geweest. Niet omdat ze daar niet goed kunnen tellen of niet zouden weten wat ze willen. Maar omdat we naar het feest van ons neefje moesten. Echt goed tellen kan die ook nog niet, maar hij weet tenminste wat hij wil: voetballen. Alleen twijfelt hij nog een beetje tussen Real Madrid, AC Milaan en Liverpool. Ons maakt het eigenlijk niet uit, als we straks maar tribunekaartjes krijgen. Wat voor ons neefje geldt, geldt eigenlijk ook in de fokkerij. Het is een oud spreekwoord: velen zijn geroepen, weinigen zijn uitverkoren. Daar verhelpt een keuring meer of minder niet aan. Van elke jaargang gekeurde hengsten blijven er bij elk stamboek, als het opgeklopte stof is gaan liggen, hooguit een handvol over. Daar gaan dan wel een paar jaar over waarin zon hengst zich moet zien te bewijzen in de fokkerij én de sport. Hengstenhouders zeggen het dezer dagen onomwonden en het stond zelfs te lezen in enkele magazines. Hengsten die niet voldoen keuren toch zichzelf af.
Dat zal er niet op verbeteren. Internetsites en boekjes staan dezer dagen vol met paarden onder de rubriek te koop. Je zal maar fokker wezen met een handvol paarden die je net hebt laten chippen. Dierenarts betaald, Confederatie netjes betaald. Een paletje krachtvoeder gekocht aan pakweg 30 eurocent het kilogram. Straks nog wat stro aan pakweg 15 cent het kilogram. Tussendoor een resem papieren invullen om aan alle verplichtingen te voldoen. En dan straks nog eens langs bij de hengstenboer voor een paar dekkingen. Hoopvol uitkijken naar de geboorte van één of meerdere veulens. Nog eens geld uitgeven om die op te fokken. Wegdromen bij de prijzen van de veilingen te lande om dan ontnuchterd te worden als het moment komt om zelf te verkopen. Misschien kunt u de hengstveulens aanhouden en opfokken. En er straks mee naar één of andere hengstenkeuring trekken. Je weet maar nooit.
De realitysoap rond Laurens Van Lieren is ondertussen aan z'n tweede aflevering toe. Wie thuis geen satelliet of Nederlandse kabelaansluiting heeft kan de soap volgen via deze link.
Als toegift een fragmentje uit een interviewtje dat we op Jumping Mechelen afnamen bij Van Lieren.
Laurens Van Lieren is niet op zn mondje gevallen. Populaire jongen is het ook in wat toch een beetje als een meisjessport geldt: dressuur. De populaire Van Lieren heeft sinds kort zn eigen reality-documentaire die op 12 regionale Nederlandse televisiezenders e volgen is. De documentaire reeks heeft eigenlijk twee invalshoeken: de weg naar de Olympische Spelen en anderzijds ook een talentenjacht. Kijk, dat ze Anky Van Grunsven niet aanspreken voor zon reeks lijkt me logisch: zij is zo goed als zeker van een kwalificatie voor de Olympische Spelen. Daar bestaan de teams maar uit drie combinaties meer en voor mij wordt het dus een zware selectiestrijd. Dat maakt het allemaal een beetje spannend natuurlijk: haal ik het of haal ik het niet? Dat ze bij mij terechtkwamen is een beetje toeval, ik woon in Rijswijk en het productiehuis is daar in de buurt, vandaar. Daarnaast is er natuurlijk de talentenjacht waarvoor zich reeds meer dan 1500 deelnemers hebben aangemeld; meisjes en jongens van 12, maar ook dertigers, want er staat geen leeftijdsgrens op. De bedoeling is dat ik die ga beoordelen op selectiedagen, uiteindelijk moeten we 30 combinaties overhouden waarmee we een gans traject gaan doorlopen. Uiteindelijk blijven er 15 over, dan 5, tenslotte 2 en finaal 1 winnaar of winnares.
Het zit een beetje ingewikkelder in mekaar dan dat. Maar het komt er op neer dat de Franse fokkers straks de nakomelingen van een aantal buitenlandse hengsten regulier kunnen inschrijven bij het SIRE. In het lijstje komen een aantal Z-hengsten voor. De lijst is hier terug te vinden.
Neen. Dit is geen leedvermaak. Of toch. Een klein beetje misschien. Wie koopt nu in godsnaam een renpaard voor zo'n 16 miljoen dollar. Wij alvast niet. John Magnier en Michael Tabor deden het wel en kochten twee jaar terug op een veiling van racepaarden in de Verenigde Staten een hengst. The Green Monkey heet het beest dat wellicht de geschiedenisboeken zal ingaan als de grootste flop aller tijden. Want na amper drie races zit de sportcarriëre van de Green Monkey er op. Het beest liep, zoals dat zo mooi heet, geen platte prijs. Wel een platte beurs dus.
We geven het toe: we hebben het even moeten opzoeken. Hippophagie dus. Neen, geen vorm van theraeutisch paardrijden. Maar paardenvlees eten dus. Bij de Britten is het simply 'not done' en in Frankrijk woedt momenteel een bijzonder hevige discussie. Op het internet circuleert zelfs een petitie. Of we nu zelf voor zijn dan wel tegen, dat weten we niet zo goed en daar hebben we eigenlijk nog niet goed over nagedacht. Alleen deze bedenking, wat gaan ze in Frankrijk in godsnaam met al die paarden doen straks?
Hiroshi Hoketsu is dezer dagen hot news. Na de zakjapanners hebben we nu ook de paardenjapanners. Hoktesu is erdaar eentje van. In 1964 nam hij als jumpingruiter deel aan de Olympische Spelen in Tokio. Straks is hij er in Hong Kong bij als dressuurruiter. Hier is een filmpje te zien van Hoketsu in actie. We willen niet al te kritisch zijn: maar beste Hoketsu: er is nog wel een beetje werk aan de winkel. Een artikeltje over de wereldberoemde Japanner is hier te vinden en ook hier.
We horen het u al zeggen. Hij is er daar weer mee. Met een lading verse bijna-gekeurde hengsten. Komend weekend organiseren zowel Z als het Zweedse stamboek hun hengstenkeuring. Voor de Zweden is dat niets bijzonders, want die houden jaarlijks hun Stallion Performance Test in Flyinge. Dit jaar zijn er een 85-tal hengsten ingeschreven waarvan er straks ongetwijfeld een 20-tal groen licht zullen krijgen. In Lanaken komt er ook dit keer, zoals dat zo mooi heet, door de grote vraag een bijgevoegde voorjaarskeuring. In Lanaken wordt een interessant lijstje gepresenteerd met ondermeer de hengsten Guidam en Tresor d'Opaline die op de keuring worden aangeboden.
De lijst met de in Zangersheide aangeboden hengsten is hier terug te vinden. Voor de kandidaten bij the Swedisch Warmblood Association moet je dan weer hier zijn.
O ja. Voor we het vergeten: in Frankrijk gaat de Tour de France vrolijk verder. Zondag is er de jaarlijkse hengstenshow in Chazey. De lijst met de voorgestelde hengsten is hier te vinden.
U kent het plaatsje Shakamakka ongetwijfeld niet. We moeten eerlijk toegeven: wij ook niet. Het is een plaats die alleen in de geesten van sommige ruiters en hun entourage bestaat. Een plaats ergens ver weg waar dan een internationaal concours georganiseerd wordt waarvoor je als ruiter of amazone probleemloos kunt geselecteerd worden. Precies omdat het zo ver weg is en vooral omdat er geen Shakamakkaanse dollar te verdienen valt. Shakamakka is in die interpretatie die stad waar pakweg Jos Lansink nooit zal rijden, tenzij de organisator ginds met een valies Shakamakkaanse dollars staat te zwaaien en de wisselkoers niet onderhevig is aan te hevige schommelingen.
Dat, beste lezers, dat is dus Shakamakka. Geef toe, er is een levendige fantasie nodig om zich Shakamakka ook visueel te kunnen voorstellen. We zijn nooit in het Tsjechische Brno geweest. Of in het Russische Chernyakhovsk, of het Roemeense Piatra Neamt. U ook niet zult u zeggen. En gelijk hebt u. Maar het zijn wel steden waar jaarlijks een internationaal concours georganiseerd wordt en waar u, gesteld dat u een paard zou hebben waarmee u ook een aardig sprongetje kunt maken, probleemloos aan de start zou kunnen komen. Blij als zouden ze daar in Brno, Chernyakhovsk of Piatra Neamt zijn eens een Belg of Nederlander aan de start te kunnen krijgen.
Het is in de ruitersport niet anders als in het dagelijks leven: met grote heren is het kwaad kersen eten. Of, als de groten aan tafel aanschuiven moet een ander tevreden zijn met de kruimels. Dat is de reden waarom pakweg Jos Lansink en Ludo Philippaerts, Dirk Demeersman of Patrick Mc Entee en tot voor kort Kristof Cleeren op pakweg elk concours met naam en faam terecht konden en dus niet naar Shakamakka hoefden af te reizen. Die paar tientallen trips naar Shakamakka moet elk ruiter maken om zich op de hippische kaart te hijsen, tenzij de sponsor of papa een valies vol euros heeft klaar staan om in pakweg s Hertogenbosch of Mechelen een startplaatsje te kopen.
Afgelopen weekend waren er geen Belgen in het Italiaanse San Lazarro di Saveno. Of in het Deense Aarhuus. Een handvol Nederlanders trok wel naar Aarhuus waar de Denen meteen het Wilhelmus grijs mochten draaien. Ga maar even na: vier overwinningen op evenveel wedstrijddagen en vijftien top tien plaatsen. Roosje Brouwer, Nathalie Van der Mei, Michel Hendrix, Hendrik-Jan Schuttert en anderen: een telefoontje volstaat en hop, ze zitten de vrachtwagen op. Desnoods naar Shakamakka.
Eric Lamaze zien trainen is naar verluidt een belevenis. Snel, sneller, snelst lijkt daarbij het motto. The Flying Canadian is in z'n thuisland nu onderscheiden als the Equestrian of the Year. Lamaze, momenteel de nummer 7 op de wereldranglijst won vorig jaar de presitigieuze wedstrijd op de voor de Canadezen heilige bodem van Spruce Meadows. Daarnaast pakte Lamaze met het Canadese team zilver op de Pan-Amerikaanse Spelen waar hij individueel ook brons won. Het nieuwsbericht kunt u hier lezen.
Vorig jaar maakten we een klein interview met Lamaze toen die in ons land ondermeer het concours van Spruce Meadows kwam voorbereiden. Dat interviewtje kunt u hieronder lezen.
Eric Lamaze komt zich voorbereiden op Europese bodem
ZANDHOVEN _ Na zn tweede plaats in de GP provincie Antwerpen kon er bij Eric Lamaze een brede glimlach af. Geklopt worden door Rodrigo Pessoa, daarmee kon de sympathieke Canadees zich best verzoenen. Ik ben pas sinds donderdag in België. De paarden waren al eerder overgevlogen. Ik heb ondermeer Hickstead (Hamlet) en Narcotique de Muze II (Darco) mee, maar ook enkele jongere paarden het is verder ook de bedoeling hier nog enkele paarden te proberen. (De Canadees probeerde naar verluidt ondermeer Walnutt de Muze, v. Nabab de Reve uit). We zijn nu eenmaal verplicht onze paarden in Europa te halen, Nederland, Duitsland en België omdat er in Canada geen fokkerij van betekenis is. Ik kom hier om de wedstrijden van straks in Calgary voor te bereiden, dat is voor ons Canadezen het grootste concours en het concours dat echt telt. Hier rijd ik Antwerpen, La Baule en Madrid. Daarna keer ik terug naar Canada. Veel last van jetlag hebben de paarden niet, ik heb eerder de indruk dat lange verplaatsingen met de vrachtwagen slopender en vermoeiender zijn voor de paarden.
Lamaze moet door zn Europese trip wel de Canadese trials waar een plaatsje voor de Pan-Amerikaanse Spelen te verdienen is missen. Die Spelen worden later dit jaar in het Brazilië van Rodrgio Pessoa gehouden. Als het team me nodig heeft zal ik er staan, maar de trials en de Pan-Amerikaanse Spelen zijn geen prioriteit voor mij. Als ze me daar nodig hebben zal ik gaan, al is het maar omdat we daar als team onze selectie voor de Olympische Spelen moeten zien af te dwingen. Lamaze is één van de weinige Canadezen die zich regelmatig buiten de eigen landsgrenzen toont, ook al kunnen de Noord-Amerikanen een uitstekend team op de been brengen. Vorig jaar wonnen we de landenwedstrijd in Spruce Meadows. Dat is geen toeval. Elk jaar discussiëren we met de Canadese ruiters en worden er plannen gemaakt voor een Europese trip, maar meestal ben ik de enige die de plas oversteekt. Nu, ik heb ook makkelijk praten want ik hoef me nergens zorgen over te maken. De paarden worden overgevlogen en gestald bij Stefan Conter waar ik ook in prima omstandigheden kan trainen. Stefan stelt me ook een truck ter beschikking en zorgt verder voor alles. Organisatorisch heb ik het dus makkelijk en dat is voor andere Canadezen niet zo evident. Daarbij komt dat het niet alleen organisatorisch maar ook financieel een hele investering vergt. Toch heb ik zon beetje de idee dat je die buitenlandse ervaring nodig hebt om beter te worden en te groeien. Natuurlijk zijn er ook in Canada behoorlijk wat concours en ruiters, maar de tegenstand daar is vaak van een toch wat minder niveau. Ijshockey blijft bij ons de populairste sport en jumping komt een flink eind daarachter. Anderzijds zijn er behoorlijk wat concours in Canada waar het prijzengeld vrij fors is, er is bijvoorbeeld meer te verdienen dan hier in Europa. Gelukkig maar, want paardensport is in Canada een vrij dure aangelegenheid. Voor mezelf loont een trip naar Europa financieel eigenlijk niet, maar daar doe ik het ook niet voor. Zaak is wedstrijden en concours op niveau te rijden en de paarden op te bouwen naar de grote wedstrijden.
Vandaag is de Chinees Lee Zing voor het eerst komen trainen met Jumpy des Fontaines (Jus de Pomme) ten huize Axel Verlooy en Harrie Smolders. Jumpy werd met het oog op de Olympische Spelen verkocht aan de Chinees die uitkomt voor gastland Hong Kong dat straks op de eigen spelen met een team kan uitpakken. Bijzonder is dat niet, ware het niet dat Ling tot op heden hooguit proeven van 1.30 afwerkte. Verlooy en Smolders hebben dus een paar maanden om met de Chinees 30 centimeter te overbruggen én te voldoen aan de FEI-kwalificiatienorm.
Dat wordt een hele klus, want tot dusverre heeft geen enkele Chinees/Hong Kongse-combinatie aan de kwalificatienorm voldaan. Die normen liggen niet bijster hoog, twee nulrondjes in de basisomloop van een driesterrenconcours volstaan. Als het gastland er niet in slaagt een team op de been te brengen, dan mag het in alle geval minstens één, dan wel twee combinaties afvaardigen, ook al moeten die aan dezelfde 'Eligibility Standaard' voldoen.
De complete kwalificatieprocedure is hier terug te vinden, let wel, dit is de door de FEI vooropgestelde procedure. Daar bovenop gelden door de nationale federaties gestelde voorwaarden. Zeker is dat volgende teams straks naar de Spelen mogen: Nederland, de Verenigde Staten, Duitsland, Oekraïne, Zwitserland, Zweden, Noorwegen, Groot-Brittannië, Brazilië, Canada, Mexico, Australië, Nieuw-Zeeland en de KSA.
En nu we het toch over de Spelen hebben: hoe staan de kansen van Jos Lansink ervoor? De nationale Olympische Comités van de twee best geplaatste ruiters op de individuele ranking uit de groepen A of B mogen straks een ruiter afvaardigen. Overigens kunnen er ook nog een aantal wild-cards uitgedeeld worden waarbij het zich laat aanzien dat de regerende wereldkampioen en vice Europees Kampioen toch een streepje voor zou moeten hebben. De huidige ranglijst, die in mei afgesloten wordt, ziet er als volgt uit. Merk op dat Lansink momenteel tweede staat en in de huidige stand van zaken dus zeker is van zijn ticket.
Spannend nieuws alweer: Yves Lauwers haalt z'n paarden weg bij Michael Whitaker. Dat meldt het doorgaans bijzonder goed geïnformeerde www.studforlife.com van onze vriend en collega Julien Counet. Lauwers is de man achter het Haras des Hayettes. Die naam doet wellicht een belletje rinkelen, want het is daar dat Gregory Wathelet naam en faam maakte. Wathelet bracht de paarden van het Haras aan de top en omgekeerd. Om een lang verhaal kort te maken: Lauwers had gehoopt dat hij een aantal sportpaarden (goed) zou kunnen verkopen door ze bij de Brit te stallen. Daar is dus niets van in huis gekomen terwijl, nu het nieuws bekend is geraakt, de telefoon ten huize Lauwers bij wijze van spreken roodgloeiend staat. Het hele artikel (in het Frans uiteraard) kunt u hier lezen.
Zowat 300.000 mensen zouden in Duitsland direct of indirect hun brood verdienen door of met de paarden. Dat blijkt uit een nieuwe studie. Naar schatting zijn er in Duitsland om en bij het miljoen paarden. De sport is, vooral bij de meisjes, bij de Duitse tieners enorm populair. Na turnen is het voor meisjes de tweede meest beoefende sport. Naar schatting 1,7 miljoen Duitsers sporten regelmatig met paarden. Nog enkele opvallende cijfers: de Duitse federatie telt zo'n 742.000 leden waarvan meer dan de helft jonger is dan 26 en ruim 70 procent van het vrouwelijk geslacht is. De diverse veilingen van de Duitse stamboeken haalden in 2006 een omzet van zo'n 24 miljoen euro met een gemiddelde verkoopsprijs van 21.000 euro. naar schatting worden in Duitsland jaarlijks voor zo'n half miljard euro aan viervoeters verhandeld.
Het zal wel te maken hebben met onze jeugd. Maar de schrik slaat ons nog altijd een beetje om het hart als we een politicombi langzaam voorbij zien rijden. Of op de hoek van de straat zien staan, zoals deze middag.
In onze tienerjaren hadden wij nog schrik van rijkswachters. Dat zijn, in onze herinnering, zonder uitzondering forse mannen met snorren en een vervaarlijke kepie. De hand losjes op de wapenstok, de benen een beetje gespreid en dan: Wel manneke! Zeg het eens! We herinneren ons, als was het gisteren, de dag waarop we met een jeugdvriendin per fiets naar het ver af gelegen Eeklo reden. Zonder taksplaatje aan de fiets. U weet wel, zon vijfhoekig metalen plaatje dat elk jaar van kleur wisselde en moest aanduiden dat de rijwielbelasting betaald was. Welnu, die noodlottige namiddag hadden wij nog een paars plaatje aan de fiets hangen, terwijl het groen had moeten zijn. Of omgekeerd. Dat weten we zo precies niet meer. Wel dat rijkswachters, toen, niet kleurenblind waren. Want op onze tocht van en naar het verre Eeklo werden we niet minder dan drie keer aan de kant gezet voor dezelfde inbreuk. In onze herinnering was het in dat noodlottige zelfde jaar dat onze fietsverlichting het begaf en we op honderd meter van de ouderlijke woning van het fietspad geplukt werden door twee rijkswachters die vanachter een plantsoen kwamen springen. Wie zijt gij manneke. En waarom brandt uwen licht nie? Waarop wij schoon te zeggen hebben dat we in dat witte huis ginds woonden. Toen! Toen moest ge de rijkswacht niets wijsmaken. Ge kunt gij zeggen wat gij wilt manneke. Kom maar ne keer mee in de combi. Ons moeten ze dus niet vertellen dat er vroeger geen blauw op straat was.
U zult begrijpen dat we dus een beetje ongerust waren toen we deze middag de brug wilden over rijden. Want op de hoek van de brug stond een politiecombi. Met daarin twee agenten die gespannen de trekweg langs het kanaal afspeurden. We moeten bekennen, onze gordel hing losjes in de houder maar dat scheen de mannen in het blauw niet te storen. Vroeger daarentegen Enfin, we reden voorzichtig door, blij als we al waren dat we niet tot staan gebracht werden. Nog geen honderd meter verder werd onze aandacht getrokken door, zoals wij aanvankelijk dachten, drie paarden die op de berm van het tweede kanaal holden. U moet weten, wij wonen tussen twee kanalen. Nog een geluk, als men er rekening mee houdt dat water een rustgevend effect heeft op ondergetekende. Maar goed, dit geheel terzijde.
Dedju, de paarden zijn uitgebroken, was het eerste wat ons door het hoofd spookte. De drie viervoeters bleken bij nader inzien ponies te zijn, wat ons al enigszins gerust stelde. Maar de beestjes galoppeerden wel vrolijk richting rijksweg een paar honderd meter verder. U zult begrijpen dat wij meteen rechtsomkeert maakten, voorbij de verbouwereerde agenten raasden richting rijksweg in een poging om de drie galopperende viervoeters de pas af te snijden en de toegang tot de rijksweg te ontzeggen. We moeten toegeven, onze gordel hing nog altijd vrolijk te bengelen aan de houder en we telefoneerden, weliswaar met de 101, al rijdend. Enfin, het zal u niet verbazen dat ook de politiecombi rechtsomkeert maakte en ons nareed. Gelukkig hadden wij ondertussen contact kunnen leggen met de centrale in Gent alwaar wij een agent zonder geografische kennis van de regio probeerden uit te leggen dat drie ponies op enkele minuten van de drukke rijksweg verwijderd waren en dat wij, in een poging dramas met menselijk en hippisch leed te voorkomen zowat alle verkeersregels aan onze gummilaarzen aan het lappen waren.
Enfin, we stonden maar net bijtijds op de grens van kanaalberm en rijksweg om de ponies de pas naar het drukke verkeer de pas af te snijden. Een actie waarbij we al snel gezelschap kregen van de twee agenten die, naar zo later bleek, dezelfde ponies hadden staan opwachten aan de eerste kanaalberm. Maar goed. Wat volgde was een verbluffend staaltje van polyvalentie van de mannen in het blauw die de middag wel zouden eindigen in blauw, zij het dan besmeurd met de nodige modder. Weet ge van wie die ponies zijn? Naar t schijnt komen ze uit Sente. We gaan ze terugdrijven! Zowat alle beschikbare teams van de zones Meetjesland-noord en aangrenzende waren ondertussen gemobiliseerd om de drie ontsnappingskoningen bij het spreekwoordelijke halster te vatten. Onversaagd reden de mannen met hun combi de onverharde en modderige kanaalberm in, daarbij op de wielen gevolgd door ondergetekende in een stoere 4x4, in een poging om de vijand een paar kilometer ver terug te drijven op het eigen territorium. Het duurde een kilometer of zo vooraleer de agenten het nutteloze van hun poging hadden ingezien, zeker nadat één van hen twee beken moest overspringen en er een spurtje had moeten uitpersen over een perceel maïsstoppel om de drie de toegang naar een dreef te versperren. Kunnen we ze hier niet op een weide steken, hijgde één van hen ons toe. Schitterend idee! Hier een eind verder is een weide!, krikten we het zelfvertrouwen van de mannen in blauw wat op. Die sommeerden twee andere teams ondertussen om van aan de volgende brug onze kant op te komen en aan de eerste weide met een metalen hek een versperring op te werpen. Wat even later volgde was aandoenlijk. Terwijl we onze Parijs-Dakar verder afwerkten zagen we in de verte twee combis verschijnen, dwars geparkeerd op de dijk en een viertal agenten ijverig in de weer met het spannen van die blauw-witte linten met daarop politie. Even later liepen de drie ponies gedwee de weide op en sloot één van de agenten vakkundig het hek. Wij zelf hadden ondertussen middels een drietal telefoons, ons kent ons nietwaar in hippische middens, de eigenaar opgespoord die we net aan de lijn hadden toen de agenten vaststelden dat hun combis hopeloos vast geparkeerd stonden in de restanten plassen en modder op de kanaalberm.
We besparen u de details van wat volgde maar laat het er ons op houden dat er de rest van de dag maar weinig blauw meer zal te zien geweest zijn in de straten van de betrokken politiezones.
een klein verhaaltje ter vermaak waarbij elke gelijkenis met bestaande personen vanzelfsprekend op louter toeval berust
Het was een geniaal plan waarmee de bondstrainer die avond op de vergadering met ruiters en eigenaars uitpakte. Kijk, ons probleem is dat we te weinig paarden hebben die het echt zware werk aan kunnen. En te weinig ruiters die er mee kunnen rijden! Het was stil rond de zaal, want op een enkeling na voelde zowat iedereen zich geviseerd. De bondstrainer van zijn kant keek triomfantelijk om zich heen.
Iemand waagde het toch en pruttelde voorzichtig tegen. Ja maar. Dat weten we. Wat kunnen we daar aan doen? Het geld om in het buitenland paarden aan te kopen hebben we niet. En de middelen om ruiters te overhalen om hun nationaliteit in te ruilen voor de onze ook al niet. Het werd nog stiller in de zaal. Maar de bondstrainer trok nog eens fijntjes aan zn sigaartje en zei Geen enkel probleem. En terwijl iedereen hem vol ongeloof aankeek vervolgde hij: We gaan klonen.
De reactie bleef niet uit. Gij zijt goed zot gij. Kom, laat ons een planning opstellen. Maar de bondstrainer was niet van zn stuk te brengen en diepte uit zn jaszak en paar plastic potjes en een scalpel op. Kijk. Als ik van iedereen van u een stukske vel los snij en in dees pottekes doe. Dat sturen we op naar het labo in Frankrijk en over pakweg een jaar loopt er hier een klein wereldkampioentje rond. Iemand in de zaal pruttelde tegen. Jamaar, die kan dan nog niet rijden hé. En hij heeft dan ook nog geen paard! De bondstrainer was niet te houden. Een beetje ruiter gaat vandaag de dag tot zn 65 ste mee. Kijk maar naar Hugo Simon! En Pessoa! Den ouwen Nelson in zijnen tijd. Fuchs, die is ook al een stuk in de vijftig. En de Whitakers! Die gaan ze nog met een rolwagen tot bij hun paard voeren en ze met een stalen verpleegster in het zadel hijsen. Daarbij, hebt ge gezien in Mechelen, de jongste van die Whitakers. Zjuust achttien hé. Die gaat nog met zijnen pépé de Super League rijden hé. De bondstrainer voelde dat hij iedereen op zn hand kreeg en geraakte nu pas echt onder stoom. Hier zie, ik ga u elk een doos met pottekes meegeven, da pakt ge mee naar huis en van uw beste paard snijdt ge een klein stukske vel en da steekt ge in dees potteke. Schrijft de naam van uw paard erop en da bezorgt ge terug aan mij! Ik zorg voor de rest. Ik verzeker u, wat de toekomst betreft zitten we goed. Over pakweg acht, negen jaar hebben we toppaarden te over en over pakweg 18 jaar een resem topruiters en amazones.
Terwijl de trainer zn dooskes en pottekes uitdeelde aan de aanwezige ruiters pakte één van de ruiters één van de eigenaars, een niet nader genoemde vastgoedmagnaat apart en zei: Zou het storen als ik een stukske vel van u kon krijgen. Voor persoonlijk gebruik.
Het epicentrum van het hippische gebeuren ligt dit weekend natuurlijk in het Spaanse Vigo. Daar krijgen de ruiters en amazones de voorlaatste kans om wat wereldbekerpunten te sprokkelen. Judy-Ann Melchior en Patrick Mc Entee kunnen er zich allebei verzekeren van een plaatsje voor de wereldbekerfinale in Goteborg. De link naar de site van het concours in Vigo is hier te vinden.
Er is natuurlijk ook Zwolle International. De link naar de uitslagenpagina is hier te vinden.
In het Deense Aarhuus is er dan weer een tweesterrenconcours, weliswaar zonder, voor zover we konden nagaan, Belgische deelnemers. Maar er treden wel een tiental Nederlanders aan. De link naar de uitslagenpagina is hier te vinden.
Geen gebrek aan Belgen in het Franse Strazeele waar een klein internationaal concours doorgaat. De linkpagina met de uitslagen is hier te vinden.
Wat blijft bij van een sportwedstrijd? Zoveel weken, maanden, soms jaren later. Herinneringen vervagen, details worden uitvergroot. Zoals de tranen van Marcus Ehning bij de 'siegerehrung' op het Europees Kampioenschap in Mannheim. Een foto die de wereld rond ging. Marcus Ehning temidden van het zilveren Duitse team, juichende gouden Nederlanders op de achtergrond. In een immens, bijna volgepakt stadium met een kluwen plaatsjesschietende fotografen, filmploegen en een trits bobo's. Het moet een eenzaam moment geweest zijn voor je. Wat spookt dan door een mens z'n hoofd? We zagen Marcus Ehning, even voor de hulde, nog op het voorterrein. Helemaal alleen, in een hoekje van de piste, weg van de drukte, eenzaam. Toen al. We weten nog dat we twijfelden, je bijna niet durfden aan te spreken. Maar dat onze journalistieke nieuwsgierigheid het toch haalde van onze schroom. Je keek een beetje vreemd, want niemand had op dat moment aandacht voor je. En misschien wenste je wel dat die malle landgenoot van je in zijn maffe pak het sein gaf om de piste binnen te rijden. Maar je antwoordde toch. Op de eerste vraag. De tweede en de derde. Ons Duits is het niet het allerbeste maar bij het afscheid maakten we je duidelijk dat we je een groot kampioen vonden. Je keek wat vreemd, een traan welde op in je ooghoek en je bedankte ons. Terug in het perscentrum vertelden we ons verhaal aan een Duitse collega, veterane van vele oorlogen. Ze keek ons aan, knikte minzaam en zei 'Ja, so ist er genau' en tokkelde verder op haar toetsenbord. Vreemd vinden we het dan ook niet dat onze Duitse collega's je belonen met de Fair Play Trophy. Al krijg je die trofee om heel andere redenen. Maar verdiend is hij wel. Hoe kijk je nu terug op die week? Op die eerste dag en die eerste stop? Herinner je je de avond nog na de tweede omloop toen je met je teamgenoten ging oefenen op het voorterrein? En Ludger Beerbaum en de anderen hindernisjes voor je opbouwden. Drie hindernisjes op een rij die steeds lager moesten omdat Noltes Kuechengirl het vertikte om naar de overkant te springen. Je moet het toen al geweten hebben, net als je teammaats die somber het hoofd bogen. Toch ging je de volgende dag, tegen beter weten in, van start. Troostende woorden waren er nog op de persconferentie, niet meer dan een schouderklopje op het podium en na afloop kreeg je bakken kritiek over je heen. Kuechengirl werd afgeschreven, maar jij wist beter. En je kwam terug. Daar moest ik allemaal aan denken toen ik je naam plots bovenaan de uitslagentabellen van een 1.50 in Frankfurt zag staan, toen ik het bericht las dat je de Fair Play Trophy gewonnen had. Dat zijn de zaken die blijven. Herinneringen die nooit vervagen.