Om en bij de vier miljoen euro voor Tomboy. Ongetwijfeld een stuk minder voor Okidoki. Het zal aan de leeftijd liggen, maar wij zijn het nog altijd gewoon om te rekenen naar onze oude frankskes. Honderd en zestig miljoen. Of iets in die buurt. Stel nou eens dat zo'n Athina Onassis wereldtop wordt met zo'n Tomboy. En dat het duo een jaar of zes-zeven meedraait op het allerhoogste niveau. Elk jaar een wedstrijd uit de Global Tour weet te winnen, daarnaast nog wat grote prijzen of daaromtrent. Goed voor een driehonderdduizend euro per jaar. Twaalf miljoen frankskes. Zeven jaar lang. Goed geboerd, denk je dan. Twee komma één miljoen euro in kassa, om en bij de vier en tachtig miljoen frankskes. Minus kosten. De hoefsmid, de dierenarts, wat transport. U kent dat soort dingen. Dan legt zo'n rederskleindochter op 't eind van de carriêre van Tomboy zo'n één komma negen miljoen euro bij. Minimaal. Om en bij de zes en zeventig miljoen oude frankskes. U begrijpt, springsport op het allerhoogste niveau, het gaat al lang niet meer om het puur sportieve waarbij de beste ruiters de beste paarden onder het zadel krijgen. Wie niet goed genoeg is koopt zich gewoon het beste paard. En wie te bang is om zelf in het zadel te kruipen koopt zich een paard en huurt een ruiter in en kan vervolgens op de tribune gaan genieten. Een leuke hobby voor de happy few, zeg maar. Het lijkt voetbal wel met de ruiters als clubs en de paarden als spelers in het grote transferspel. Jean-Claude Vangeenberghe wist het ons jaren terug al te melden toen hij de wereld kond deed van z'n overstap naar de Oekraïne. "We gaan het voetbal achterna, met transfers en al wat daarbij hoort". Een transferperiode kennen we nog niet in de paardensport. Maar misschien is het wel de volgende stap. Met regeltjes en een commissie die toezicht houdt of alles wel netjes volgens het boekje loopt. Maar wie maalt er om? De ruiters alvast niet, zij pikken hun graantje (percentje) mee, de makelaars niet want ook zij mogen aan de kassa langs. En uiteindelijk wint misschien niet altijd de beste, maar zeker altijd één van de beteren. Wedden dat Athina Onassis nooit wereldtop wordt? Misschien wel een wedstrijd uit de Global Tour kan winnen. Maar geen Aken of La Baule. José Larocca dan. Eén en veertig inmiddels. Won vorig jaar een één vijfendertig en een één-vijftig proef. Ging shoppen en kocht zich de vroeger door Otto Becker gereden Con Air. En de in een vorig leven door Luciana Diniz gereden Son of Marco. Of de door Ben Boessen geschoolde Royal Power. En nu dus Okidoki. Met het oog op de wereldruiterspelen. Larocca heet overigens een uitstekend ruiter te zijn die getraind wordt door, o toeval, Jos Lansink. Wat we eigenlijk bedoelen te zeggen, met geld is alles te koop: een prima accomodatie, de beste trainer en begeleiding, een mooie truck en goeie paarden. Een startplaatsje op een vijfsterrenconcours. Alleen talent en ervaring niet. Gelukkig niet. En dus blijft deze sport onvoorspelbaar. Ook al zal ze nooit zonder transfers en handel kunnen. Gelukkig maar. Want dat zorgt voor een injectie aan middelen zonder dewelke deze sport niet verder kan.
Zo. Ook Okidoki is verkocht. Het gerucht ging al een dag of tien en Willem Greve wist het ons vorige week woensdag te melden. Maar Albert Zoer zelf bleef tot vorige week staalhard ontkennen. Toch reisde Oki Doki niet mee af naar het wereldbekerconcours in Leipzig. En dan weet je dat er iets aan de hand is. Een verkoop bijvoorbeeld. Het toppaard van Albert Zoer werd via bemiddeling van Jos Lansink verkocht naar José Larocca. De Argentijn die zelf niet onbemiddeld is, wil zich met 'Oakie" klaarstomen voor de wereldruiterspelen in Kentucky van dit najaar.
Eentje bij, eentje weg. Eigenlijk is het omgekeerd. Eerst was er het afhaken van Mac Entee en Ever Mury Marais Z en pas daarna de terugkeer van Gregory Wathelet met Wonami van den Aard. We schreven het hier al eerder: er zijn de komende weken en maanden nog wel wat transfers te verwachten. Voor grote kampioenschappen geldt een wachtperiode van zo'n twee jaar tussen de laatste wedstrijd voor z'n oude land en een wedstrijd voor het nieuwe land. Voor paarden geldt die regel uiteraard niet en dus mag Wathelet dromen van een deelname aan de wereldruiterspelen straks in Kentucky. De getalenteerde Waal die ondertussen z'n tenten opsloeg in Roeselare krijgt er met Wonami een ervaren paard bij dat de stal kan 'trekken'. De BWP'er liep met succes landenwedstrijden voor de Britten met Michael Whitaker. Het duo won vorig jaar nog twee grote prijzen. Om maar te zeggen: Wonami is een beest dat naar de overkant kan, zoals dat heet. Vreemd verhaal daarook bij Michael Whitaker. De Brit sloot zopas een megadeal af met z'n sponsor. Die wil dat Michael zich in alle rust kan voorbereiden op de Olympische Spelen van Londen zonder daarbij de hele wereld af te hossen in de jacht op punten en prijzengeld. Dat mag een beetje vreemd klinken, want door de hele dopingaffaire rond Tackeray komt Whitaker volgens de regels van het eigen Olympisch Comité niet meer in aanmerking voor deelname aan de Spelen... Nog aan de overkant van het kanaal is Derek Rickets bedankt voor bewezen diensten. De chef déquipe die in 2002 aan het roer van de Britse springploeg kwam te staan kan geen grootse resultaten voorleggen: vooral het missen van de Spelen in Hongkong (een vroegere Britse kroonkolonie) en de degradatie uit de Meydan Top League wordt Rickets zwaar aangerekend. Het verweer van Rickets: te weinig goeie paarden. Waar hebben we dat nog gehoord?
We blijven het toch een vreemd verhaal vinden: de nationaliteitswissel van Patrick Mac Entee, Belg uit een Schotse vader en Belgische moeder. Eigenlijk stond het in de sterren geschreven. Maar goed, Mac Entee dus. De minzaamheid zelve. Brave man die al vijftien jaar lang trouw de paarden van Cathérine De Buyl rijdt en daarvoor ook goed betaald wordt. Met een extraatje zo af en toe. Misschien valt er straks opnieuw een extraatje uit de kast. Want de deal met het nieuwe vaderland van Mac Entee, Azerbeidzjan, is er eigenlijk eentje tussen de Azerbeidzjaanse federatie en De Buyl. Het had dus net zo goed Pakistan, Sri Lanka, Bolivië, Chili of eender welk ander land kunnen zijn waar een federatie wat geld op de bank staan heeft en de bobo's dromen van een zitje op de tribune bij de volgende Olympische Spelen (Londen is dan ook een mooie stad, niet?). De Buyl klopte, toen de relatie met de Belgische federatie (lees Eugéne Mathy) steeds verder verzuurde, aan bij Nelson Pessoa waar Mac Entee sinds jaar en dag gaat trainen.Of Necco niet even iets kon regelen? Begin januari kwamen de zaken in een stroomversnelling, Necco traint de Azerbeidzjani en krijgt binnenkort een team ruiters op stage. Jongens die hooguit een parcours van 1.20 achter het zadel hebben. Niet meteen de ervaring dus om straks op een groot kampioenschap, laat staan de Spelen van start te gaan. Necco kon de Azeiri's blijkbaar overtuigen om wat wat 'huurlingen' te strikken waarvan Mac Entee de eerste is. Patrick mag straks in Azierbeidzjan z'n papiertje gaan ophalen terwijl Necco achter de schermen alles regelde met z'n ouwe vriend John Roche, de grote baas bij de FEI. Voor zover we begrijpen van Mac Entee kan hij zijn Belgische pas houden maar krijgt hij er een Azerbeidzjaanse sportpas bij. Z'n nieuwe federatie gaat financieel over de brug komen naar De Buyl en links of rechts wat startplaatsen regelen. De Buyl van haar kant beloofde Mac Entee dat, als zij beter zou worden van de deal, er ook voor hem iets uit de kast zou rollen. Voor Patrick verandert er dus eigenlijk niets en logischerwijs is het voor hemzelf allemaal al lang goed, als hij straks maar de wedstrijden van de Global Tour kan rijden, wat invitaties voor vijfsterrenwedstrijden krijgt en straks in 2012 naar de Spelen kan. Ja dus. Het siert Mac Entee dat hij maandagavond zelf de telefoon pakte om Philippe Guerdat in te lichten. De Zwitser die in Mechelen nog hemel en aarde verzette om de brokken tussen Mac Entee en de federatie te lijmen. Maar uiteindelijk bleek dus de relatie tussen De Buyl en Eugéne Mathy te verzuurd. Goed, Mac Entee kreeg een zwaar ontgoochelde Guerdat aan de lijn en belde nadien ook Stanny Van Paesschen op. Noch Guerdat, noch Van Paesschen conden het nodig de federatie of Ingmar De Vos in te lichten waar men dinsdagavond dan ook van de stoel donderde toen het nieuws in de media bekend raakte. Ze zullen er daar bij de federatie ongetwijfeld hun slaap niet voor laten en we konden bijna tot hier het 'zie je wel' horen van sommigen. We blijven het, net als veel collega's van Patrick, een wat vreemde beslissing nemen. Vreemd, maar niemand zal echt verbaasd zijn. Het ga je goed Patrick. Tot binnenkort.
Onbegrijpelijk. De Belgische Federatie stuurt geen landenteam naar de wedstrijd in Abu Dhabi. Alleen Jos Lansink als individueel deelnemer mag straks afreizen naar het golfstaatje. Onbegrijpelijk want reis en verblijf van de deelnemers worden volledig door de organisatie betaald en daarenboven zijn een handvol proeven waarin niet alleen veel geld, maar ook punten voor de wereldranking te verdienen zijn. Enkele ruiters lobbieden de voorbije week om alsnog met een team naar Abu Dhabi af te reizen. Ondermeer Wilm Vermeir, Patrick Spits en Koen De Waele hadden hun kandidatuur gesteld. Maar het plan stuit (voorlopig?) op een njet van Philippe Guerdat. De chef d'équipe vindt het weinig zinvol om met een B-team naar Abu Dhabi af te reizen 'pour y prendre des vacances'...Guerdat wil voor het eerst met een landenteam aantreden op de landenwedstrijd in het Belgische Lummen.
Zo. Het bommetje is gegooid. Patrick Mc Entee gaat op de vreemde tour. Eén van de meest constante Belgen van de voorbije jaren kiest voor een andere nationaliteit en gaat voor Azerbeidjan rijden. Mc Entee nam de beslissing in overleg met eigenares Cathérine De Buyl. Daarmee komt een eind aan de haat-liefde-verhouding tussen Mc Entee (en vooral De Buyl) en de Belgische federatie (lees Eugéne Mathy). Mc Entee vindt in z'n nieuwe vaderland ook Nelson Pessoa terug bij wie hij al jaren traint. Pessoa vormt voor het land een team in het vooruitzicht van de Olympische Spelen.
Eind goed, al goed. dat is de conclusie na een hectische dag gisteren. Ik had de hele dag al een slecht gevoel. Op 't werk het ene probleem na het andere en de twee vergaderingen die allebei uitliepen waardoor de hele planning in het gedrang kwam. Pas na 18 uur thuis en dan nog moeten beginnen met alle stukjes voor de Paardekrant, tussendoor een vraagje van Equitime om voor het volgend blad nog wat extra's te maken (uiteraard per direct aan te leveren). Kortom, het lijstje 'dringend te doen' groeide zienderogen aan. Nog een beetje pech tussendoor; Harrie Smolders niet bereikbaar op z'n mobieltje en Gerco Schröder (tweede in de GP van Bazel) al evemin. Cian O'Connor gebeld, ook al niet bereikbaar, Willem Greeve gebeld die binnenkort zou verhuizen, al evenmin bereikbaar. daar zit ge dan, met een deadline voor ogen en dringend drie stukjes te maken. Kortom, het gevoel dat het een echte rotdag zou worden werd sterker en sterker. Tot plots de telefoon rinkelde: Cian O'Connor die ons zowaar zelf terugbelde voor wat uiteindelijk een gesprek van ruim een half uur zou worden over de GP van Bazel, zijn paard Rancorrado, zijn toekomstplannen en vooral de vraag waarom Ieren zo'n natuurlijke aanleg voor paardrijden hebben. Volgens O'Connor is het simpel; wie bij ons wil paardrijden gaat lessen in een dure binnenbak, op een suf gereden paardje met een instructeur aan de rand. wie in Ierland paard wil gaan rijden daarentegen... Die gaat gewoon zonder zadel op een pony zitten en vliegt het veld in. Lef en gevoel hebben ze dus wel die Ieren, de scholing komt achteraf, op het vasteland. In het geval van O'Connor bij Albert Voorn en Rutherford Latham. Veel tijd om ons stukje in te tikken kregen we niet, want even later hadden we Willem Greeve aan de lijn. die zit bij het volgende concert van Bruce Springsteen op de eerste rij, want Ude (Nairobi) is gisteren richting the Boss vertrokken. Jessica Rae Springsteen, dochter van, gaat het beestje rijden. Een fijne amazone volgens Greeve, en hij kan het weten want het meiske is het beest twee dagen uitgebreid komen proberen. Tussendoor nog een paar telefoontjes en mailtjes, maar de conclusie was uiteindelijk 'eind goed, al goed'. We hebben onze deadline en 'De Laatste Show' nog net gehaald...
Zo. Het is begonnen: het te verwachten partijtje moddergooien na de BWP-keuring en de allereerste veiling daaraan gekoppeld. We schreven het al eerder: de idee om een veiling te organiseren in de marge van de BWP-keuring, daar valt ons inziens weinig tegen in te brengen. Het zal je maar overkomen om als particulier plots met een voor de derde fazeaangewezen hengst op het erf te staan... Maar goed, daar ging het niet over. In de marge van de keuring was er in Moorsele al wat gemor. Enkele eigenaars vonden dat veilingmeester Zagers te vroeg afklopte en dat ze best een wat hogere prijs hadden kunnen krijgen. Enkele joligaards in het publiek ook die voor de 'fun' gingen bieden en uiteindelijk minstens drie kopers die helemaal geen koper bleken te zijn, maar handelden in opdracht van... Het is van alle tijden en de veiling waar men niet geconfronteerd wordt met dit soort praktijken is een zeldzaamheid in veilingland. Gemor was er ook en vooral omdat het BWP er alles aan gedaan had om de veiling in eigen handen te houden terwijl er in de marge van het gebeuren heel wat al dan niet prominente BWP-leden zijn die wel enige ervaring terzake hebben en graag een spreekwoordelijk graantje meegepikt hadden... Goed het is dus niet zo gelopen. 18.500 euro gemiddeld en dus toonde voorzitter Carl Rijcken zich op de traditionale persconferentie achteraf tevreden. Prompt gevolgd door een triomfantelijk persbericht op maandagmorgen. Dat persbericht lokte op zijn beurt dan weer enkele reacties uit waarvan er eentje, ongetwijfeld bij toeval, in onze mailbox belandde. De waarheid zal, zoals altijd, ongetwijfeld ergens in het midden liggen. We hebben reeds meerdere malen zelf gepleit, ook zaterdag na de veiling nog, voor openheid. Openheid om de kopers met naam en toenaam bekend te maken. Overigens was er in de marge van de veiling heel wat handel. Zo verkasten een aantal hengsten buiten de veiling om naar Nederland en toonde ook het Blue Horse Stud zich koper. Daarnaast werd de voor de derde faze aangewezen anglo-araab verkocht naar Duitsland. De realiteit blijft ook dat, de professionals uit de sector zullen het niet graag lezen, dat de gemiddelde fokker zijn producten momenteel aan de straatstenen niet kwijt geraakt. En ja, het zal wel zo zijn dat er altijd een markt zal zijn voor kwaliteit. Maar niet elk veulen dat geboren wordt is een Darco of Nabab de Réve in de dop. En net zomin is elk kind dat geboren wordt een toekomstige topsporter of chirurg. Alleen op brede piramides met een stevige basis kan hoog gebouwd worden....Die basis dreigt de komende jaren wat smaller te worden, want het aantal dekkingen en dus ook het aantal geboortes loopt straks nog wat verder terug.
We laten het oordeel aan uzelf. De bedoelde berichten zijn te openen via de link onderaan. En via onze poll kunt u zelf uw mening over de veiling kwijt...En wie dat wenst kan ook gewoon reageren onderaan deze tekst.