Zij is een mooie jonge vrouw. Hij een wat triest aandoend figuur. De prinses en de prins. Gisteren gezien op de Audi Equestrian Masters. Claire en Laurent. Struinend langs de standjes, voorafgegaan door het kroost compleet met tricoloor vlaggetje en gevolgd door een boomlange iets van Rolex. We hadden een beetje medelijden met de prins. Of juist niet. Niemand die hem aansprak, niemand die kwam bedelen om met hem op de foto te kunnen of een handtekening te krijgen. Jaren terug hadden we hem al eens ontmoet. Op het PTI in Eeklo waar hij langs kwam in een klas en het middagmaal nuttigde met de leerlingen en waar wij als uitverkorenen van de lokale pers mee mochten aanschuiven. Wij waren er bijtijds, hij kwam een half uurtje te laat. Op het provinciaal technisch instituut kom je daar nog mee weg. Op de Audi Equestrian Masters niet. Prins of geen prins, om klokslag half vier reed de eerste combinatie de ring in terwijl de prins zijn plaatsje nog zocht. Vip-tafeltjes, rijen dik langs het parcours waar de Brusselse bourgeoisie bij het aantreden van elke Belg met tricolore vlaggetjes zat te zwaaien. Wat een verschil moet dat zijn, zondagnamiddag op Sporza. Veldrijden eerst in Gieten tussen stromen van ijswater en bier, zwoegende en zwetende renners onder een deken van Vlaamse leeuwenvlaggen. En dan daarna de Audi Equestrian Masters. Een piste badend in het licht, dames op hoge hakken, heren in kostuum, zwaaiend met een kleine papieren Belgische driekleur voor Philippe Lejeune, Rik Hemerijck of Dirk Demeersman. Het was mooi en toch een beetje triest. Net als de prins en zijn gezin. Een beetje eenzaam toch temidden de massa en terwijl zij vrolijk voortdrentelde hij een beetje schoorvoetend er achteraan. Als een veel te snel oud wordende jonge man. Nog een geluk dat er geen veterinaire keuring bestaat voor Belgische prinsen of hij haalde wellicht de start niet. De allersympathiekste van al onze prinsen...
Zo. Het concours in Verona zit er op. Leuke site hebben ze daar met zowaar zelfs videofilmpjes van de belangrijkse ritten. Het is één van die videobeelden die me ooit zuur is opgebroken.... Het is alweer een paar jaar geleden en we zetten voorzichtig onze eerste stapjes in de internationale paardensport. En we hadden het zowaar aangedurfd om op een site een stukje te zetten met verslag van de wereldbeker in Verona en link naar de ritten van ondermeer Jos Lansink en Judy-Ann Melchior. Veel herinner ik me er niet meer van, alleen dat Judy-Ann in Verona nogal ongelukkig ten val was gekomen. Niets vermoedend gingen we enkele dagen later naar Jumping Brussel waar we in de coulissen ondermeer de groom van Judy-Ann tegen het lijf liepen. Vriendelijke jongen trouwens, zo vriendelijk zelfs dat hij ons met spoed aanmaande om ons uit de voeten te maken toen mama Melchior met zevenmijlslaarzen kwam aangebeend. Bij een volgende ontmoeting volgde de uitleg. Ons berichtje met link naar de site waar ondermeer de beelden van de val van Judy-Ann te zien waren was klaarblijkelijk bij mama Melchior niet in goede aarde gevallen... Het zal er ongetwjfeld mee toe bijgedragen hebben dat we een tijdje amper 'on speaking terms' geweest zijn met Judy-Ann.Maar naarmate de tijd verstrijkt vervaagt klaarblijkelijk ook het ongenoegen en dus kunnen we het uitstekend stellen met de jonge Lanakense amazone. Haar moeder daarentegen hebben we sindsdien niet meer gesproken...
Na de vulkaanuitbarsting die de verkoop van Totilas teweeg bracht lijkt de asse eindelijk te gaan liggen. Zelfs de meest fanatieke Nederlandse dressuurliefhebbers lijken nu te beseffen dat de euro's van Paul Schockemöhle het duo Gal-Totilas voorgoed uit mekaar gespeeld hebben. Daar kan zelfs een facebook-groep niets meer aan veranderen. Totilas blijft ondertussen wel 'wereld'nieuws. In Duitsland, maar ook in Nederland. Eerst maar 's even naar Duitsland waar de aankomst van de godenzoon van de dressuur in de stallen van Schockemöhle groot nieuws was. In zoverre dat de Duitser zich genoodzaakt zag een persconferentie te geven. Schockemöhle gaat de hengst eerst wat rust gunnen, al houdt z'n stalamazone hem netjes in beweging. In januari wordt de Gribaldizoon gepresenteerd op de hengstenshow van Schockemöhle en zal ook duidelijk gemaakt worden wie de hengst te rijden krijgt. Zoals we al eerder schreven: laat er geen twijfel over bestaan, het zal een Duitse ruiter of amazone zijn. Tenzij Schockemöhle gevierendeeld wil worden natuurlijk. Ondertussen roepen ze in Nederland schande waarbij de ondertoon is dat het jammer is als je een land zo z'n medailles moet afpakken op toekomstige kampioenschappen en daar zelf opnieuw medailles moet zien te halen. Maar eigenlijk is het niet anders dan wat al decennia lang in het voetbal gebeurd waar kapitaalkrachtige clubs de betere spelers wegkopen bij de kleine broertjes. Goed, dat is ploegsport, geen landensport. Maar eigenlijk is het dichter bij de eigen stal in de springruiterij niet anders. Winningmood naar Diniz, Tomboy naar Alvaro de Miranda Neto, Goldex voor de Saoudi's en zovele andere paarden. Plot Blue, onder Marcus Ehning lid van het goud winnende landenteam werd goed anderhalf jaar terug nog gereden door Werner Muff. De zilveren Silvana met Kevin Staut: niet zo lang geleden nog onder het zadel van Jos Lansink en daarvoor Kristof Cleeren. Seldana, individueel zilver met Al Sharbatly werd eerder dit jaar nog gereden door Natale Chiaudani. We kunnen nog wel een tijdje doorgaan maar we hebben geen Italianen op de barricades gezien toen Seldana van stal verhuisde, of Belgen toen Silvana de stallen van Lansink verliet... Even over naar Nederland nu waar men zich eindelijk de vraag is gaan stellen die iedereen zich eigenlijk al voordien had moeten stellen. Hoe komt het in godsnaam dat men er in Nederland niet in slaagde om voldoende geld bijeen te brengen om een hengst als Totilas te behouden voor de Nederlandse fokkerij en sport. En dat nota bene in het enige land in Europa waar je aandelen kunt kopen om te beleggen in een springpaard, het zo geroemde sportpaardenfonds....
Het lijstje met de te interviewen ruiters blijft maar aangroeien. Philippe Lejeune uiteraard, Rodrigo Pessoa, Stanny Van Paesschen, Khaled Al Eid, ...We gaan Philippe Lejeune nog even rust geven. Tijd om te herstellen van de emoties van de voorbije weken en z'n operatie. Met Pessoa hebben we ondertussen een afspraak en Stanny Van Paesschen zal dus nog even moeten wachten. Dankzij een goeie vriendin zijn we ondertussen ook aan het mobiel nummer van Al Eid geraakt. En we denken tussendoor toch ook eens aan de mouw te trekken bij Dirk Demeersman en Gilbert Deroock. Twee bevoorrechte getuigen waren het daar op het voorterrein in Kentucky. Weken niet van de zijde van respectievelijk Lejeune en Lamaze. Fluisterden hun poulain in het voorbij rijden nog haastig iets toe, een bemoedigend schouderklopje. Een woord van steun. Wat fluisterden ze Lamaze of Lejeune daar toe in Kentucky. En wat voor zin heeft het allemaal. Is het zoiets als het lijstje met de namen van de penaltytrappers van de tegenstander en hun manier van trappen dat een doelman op de vooravond van een Europese wedstrijd toegestopt krijgt. "Als hij aarzelt in de aanloop trapt hij altijd links in de hoek, laag". Hadden Demeersman en Deroock geheime en tot nog toe onbekende informatie over de paarden die Lejeune en Lamaze in de paardenwissel moesten rijden. Hadden ze zich daar minitieus op voorbereid, met video's en beelden die ze in de nacht voor nauwkeurig geanalyseerd hadden? Wij weten het niet en dus zouden we het hen graag eens vragen. Kijk, over de balk die viel of niet viel... Dat hebben we allemaal wel gezien maar wat niet zichtbaar en daarom zo interessant is, dat is het werk achter de schermen. Maar laat eerst maar het stof neerdwarrelen, de emotie en euforie plaatsmaken voor realisme.
We hebben hem altijd een sympathieke man gevonden: Daniël Etter. Eigenlijk meteen al na die zege in de Mechelse Nekker. We hebben sindsdien zijn parcours een beetje gevolgd. Paar spraakmakende resultaten neer gezet en , zo leek het toch, met Peu a Peu na een kwakkelseizoen aan het terugkeren. Beetje bij beetje. Tot afgelopen maandag dus toen die truck het erf opdraaide om Peu a Peu op te laden en nooit meer terug te brengen. Daar sta je dan. Het overkwam zovele anderen voor hem, Kristof Cleeren bijvoorbeeld voor een paar jaar nog met de paarden van toen nog Sea Coast. De Zwitsers lijken nu de prijs te gaan betalen voor een kwakkelseizoen. Een seizoen waarin ze zich allemaal het lazarus reden om zich te plaatsen voor de wereldbekerfinale in eigen land, Genéve. Het werd een kleine afgang, net als het Top League seizoen nadien en de wereldruiterspelen in Kentucky. Eerder kregen ook twee paarden van Pius Schwizer, Carlina en Ulysse, al verplichte rust van François Leiser, de eigenaars van Peu a Peu gingen nog een beetje verder.
Totilas verkocht en het blijft maar mailtjes en berichten regenen. De vraag daarbij is natuurlijk wie straks Totilas te rijden krijgt. Als hij straks nog gereden gaat worden natuurlijk. Want het mag duidelijk zijn dat de hengst de komende jaren jaarlijks wel een paar miljoen euro kan opleveren aan dekgeld. Zo gek is die investering van Paul Schockemöhle dus niet. De Duitser heeft ondertussen de 'sportrechten' van de hengst verkocht, zo mogen we toch overal horen en lezen. En dat voedt natuurlijk de speculaties. We vinden het een beetje vreemd dat in dit verband niemand de vraag stelt wat 'sportrechten' precies zijn. In Nederland hoopt men nog altijd dat Edward Gal de hengst straks verder mag gaan rijden. Ijdele hoop, daarvan zijn we wel zeker. Tenzij Schockemöhle gevierendeeld wil worden door z'n landgenoten natuurlijk. En zoals we hier vorige keer al schreven: Edward is al bijna terug. Won ondertussen een eerste internationale grand prix met een ander paard. Next One heet het beest...
De eigenaars van Totilas worden dezer dagen verketterd en nog net niet uitgescholden voor landverraders. Nicole Werner, Edward Gal zelf en zovele anderen reageren emotioneel. Maar zeg nu zelf, iets tussen de 10 en 15 miljoen euro voor een paard. Dat bod afslaan moet zoiets zijn als het winnend lot van Euromillions weigeren. Als je het niet tijdig incasseert kan het morgen waardeloos zijn. We weten het allemaal, het draait in deze sport om de dollars, de euro's, de rials of yens of wat dan ook. En elk ruiter die sterk presteert leeft met het zwaard van Damocles boven z'n hoofd: een dreigende verkoop. Natuurlijk is het zonde voor Edward Gal en de Nederlandse dressuursport en misschien wel bij uitbreiding voor de dressuursport in z'n algemeenheid. Want misschien komt er wel nooit meer een duo als Gal-Totilas, een combinatie die één en daardoor meer dan de som van de delen werd. Ludo Philippaerts liet Winningmood gaan, Eric Van der Vleuten, nochtans mede-eigenaar, liet Tomboy gaan. Albert Zoer nam afscheid van Okidoki. Ze zijn legio in deze sport, de voorbeelden van. Degenen die deze sport beoefenen alleen omwille van de sport, het zijn de happy few uit het hippische wereldje. De Doda's van deze wereld, gesteund door een rijke vriendin of echtgenote. José Larocca, Edouard de Rothschild of enkele anderen; gefortuneerd en daardoor onafhankelijk. Het gros van de ruiters en amazones heeft andere ambities, sportief ongetwijfeld, maar ook financieel. Of ze nu zelf al dan niet deels eigenaar zijn van hun paard, spreek hen onder vier ogen en ze zullen het allemaal toegeven: er moet geld in het bakje komen en een vierde plaats in de grote prijs van een driesterrenconcours betaalt op het einde van de rit de rekeningen niet. Natuurlijk is het bitter, even slikken, als zo'n paard plots je stallen verlaat. Maar de euro's die straks op de rekening gestort worden zullen de pijn ongetwijfeld wel een beetje verzachten. En de Edward Gals, Eric Van der Vleutens, de Zoersen, Philippaertsen, Whitakers en anderen van deze wereld. Ze komen straks ongetwijfeld terug, met een ander paard. Omdat ze vooruitziend zijn en vaak de opvolger voor al op stal staan hebben en vooral omdat het echte 'paardenmensen' zijn. Die de zeldzame gave hebben de kwaliteit en capaciteit in een paard te onderkennen. En zich de moeite en tijd getroosten om die capaciteiten verder te ontwikkelen. Dat kost tijd en geld en dus mag de kassa af en toe eens rinkelen. Dat geldt voor de ruiter, en ook voor de eigenaar. Dus laat ons alsjeblieft ophouden met die schijnheiligheid. Totilas is verkocht. Dat is jammer voor de sport, jammer voor Edward Gal en de Nederlandse dressuurwereld. Maar 'life goes on' en Edwrd komt terug. En voor wie mocht twijfelen of dit echt wel kan; lees er het hele verhaal van Philippe Le Jeune maar eens op na.
De paardensport mag dezer dagen niet mopperen over een gebrek aan belangstelling. De hereniging tussen Vigo en Le Jeune haalde zowaar de 'normale' media en ook het nieuws dat Le Jeune ondertussen een operatie onderging aan z'n knie en een paar weken buiten strijd zal zijn is voer voor de krantenredacties. Die redacties hervallen trouwens in een oude ziekte en gaan al luidop dromen van een Olympische medaille straks. Een bewijs nog maar eens van onkunde of op z'n minst van een gebrek aan kennis ter zake. Want niets is zo vergankelijk als succes in de paardensport. Of afhankelijk van toevalligheden. Wat overigens in Kentucky nog maar eens aangetoond is: ook Olympisch Kampioen Eric Lamaze en Rodrigo Pessoa hadden zich als nooit tevoren voorbereid op de wereldkampioenschappen.
Een kwart van de springpaarden in Kentucky uit de Belgische fokkerij. We moesten even de wenkbrauwen fronsen: een kwart van de 120 deelnemers, dat is dus 30. Het blijkt verrassend genoeg te kloppen ook, met dank aan het SBS (1) en Zangersheide (8) en uiteraard het BWP (23). Imposante cijfers, maar ze verdienen enige relativering: 31 van de deelnemende viervoeters komen uit een KWPN-merrielijn, gevolgd door Holstein (26) en het Selle Français en Hannover met elk 18. En het BWP? Ons stamboek moet het stellen met een schamele 4 merrielijnen wat alles al enigszins in perspectief plaatst... Maar het maakt de verdienste van de Belgische fokkers er niet minder om: die hebben het BWP dankzij hun ongebreideld shoppen in het buitenland gemaakt tot wat het is: een mondiaal toonaangevende fokkerij die misschien beter dan welke fokkerij ook weerspiegelt waar de betere merrielijnen en hengsten te vinden zijn.
De Belgische media hebben, zij het met enige vertraging, de jumpinsport ontdekt. Nadat de wereldruiterspelen dagenlang zo goed als dood gezwegen werden was het zondag het hot item in het VRT-nieuws die zelfs een cameraploeg richting stallen Lejeune stuurde om er de thuisgbleven zonen te interviewen. En de VRT liet in de studio zowel haar 'jumping-expert' Stefaan Lammens opdraven. Nu mogen ze veel zeggen, maar een expert inzake jumping is Stefaan Lammens allerminst, verre van zelfs. Het is tekend dat de VRT voor haar interview vanuit het verre Kentucky Marc Wentein moest laten opdraven. Maar goed, we (de jumpingsport dan) hebben tenminste het nieuws gehaald en in de media werd meteen gedagdroomd van Olympische medailles. Tsja. Wat ons een beetje stoort in het hele verhaal is het gebrek aan kennis terzake in de media. In het Laatste Nieuws van vandaag heeft Lejeune plots een vrouw die Goedele heet. Nu, Lejeune is op dat vlak ook een rappe, maar bij ons weten is het nog altijd een vriendin en heet ze Gudrun. En in het VRT-nieuws hadden ze het over de tweede Belgische medaille in Kentucky. Vergeten lijkt plots de zilveren medaille van het reining-team... Het is wellicht tekenend dat geen enkele krant of nieuwsredactie blijkbaar een echte expert in huis heeft terzake. Eigenlijk zegt het veel over het belang dat men aan de paardensport hecht in z'n algemeen....
Zo, Hij is dus Wereldkampioen. Philippe Lejeune. Magistraal wat Hij vannacht uit z'n mouw schudde daar in Kentucky. Geen springfout gedurende het hele kampioenschap. We hebben het altijd een beetje een vreemde man gevonden, Philippe Lejeune. Wat afstandelijk, moeilijk te doorgronden. Maar, Hij neemt zelden een blad voor de mond, zegt altijd waar het op staat. Ironie, dezelfde Lejeune die nog geen jaar geleden zwaar uithaalde naar de Belgische ruitersportfederatie, een zootje ongeregeld, onbekwaam zonder meer, volgens Lejeune. Diezelfde Lejeune zal straks door diezelfde federatie bejubeld en gehuldigd worden...
Is het u trouwens ook opgevallen dat die finale met paardenwissel zo goed als een Belgisch onderonsje was. Pessoa, Lamaze, Al Sharbatly en uiteraard Lejeune; allemaal vertoeven ze het grootste deel van het jaar op Belgisch grondgebied of wonen ze er. En op het voorterrein lieten ze zich allen bijstaan door een Belg: Lejeune door Dirk Demeersman, Pessoa door papa Necco en Jos Kumps, Lamaze door Gilbert Deroock en Al Sharbatly door Stanny Van Paesschen. Wat ons alleen maar de bedenking kan ontlokken dat het wellicht eenvoudiger geweest was om de WEG in eigen land te organiseren....
We hebben alweer een korte nacht achter de rug. Feestje gisterenavond en nadien was het de moeite niet meer om nog wat slaap te pakken voor de start van de halve finale met de beste 30. Parcoursbouwer Conrad Homfeld schudde het ondertussen bekende recept uit z'n mouw voor die wedstrijd over twee omlopen. Veel wendingen, lange lijnen en vooral spelen met afstanden en breedte. Het leverde uiteindelijk drie combinaties op die dubbel foutloos bleven, vier als we de tijdsfout van Philippe Lejeune en Vigo even buiten beschouwing laten. Mc Lain Ward houdt weinig over aan z'n twee memorabele rondes met Sapphire, geen plaats bij de finale four, Lamaze en Lejeune bevestigden alleen het goede dat we de voorbije dagen zagen en voor Rodrigo Pessoa hoefde het foutje met Rebozo zelfs geen drama te zijn. Kortom, we krijgen straks een finale met wat ongetwijfeld de beste vier van de voorbije omlopen waren. Geen discussie mogelijk daarover. Dat daarbij een Belg de kans maakt om een andere Belg op te volgen als wereldkampioen is buitengewoon. En Jos Lansink hoeft niet te treuren, zelfs twee foutloze rondes hadden hem niet terug gebracht in de top vier. Al vragen we ons af hoe de kansen van Lansink er voor zouden gestaan hebben indien hij zijn rit een half uurtje vroeger of een half uurtje later had kunnen rijden tijdens dat bijzondere jachtparcours.
Het laat zich aanzien dat we in de loop van de komende maanden eens op bezoek zullen moeten bij Lejeune voor een interview. Lejeune die het behalen van de bronzen teammedaille een politiek tintje gaf en straks ongetwijfeld veel, héél veel volk over de vloer zal krijgen. We vragen ons af hoe een mens zich voorbereiden kan op die finale met vier waarin je de paarden van de anderen te rijden krijgt. Het moet een beetje als de beslissende strafschoppenserie na de finale van het WK zijn. Je tegenstander kennen, in dit geval, zijn of haar paard en vooral veel vakmanschap.In die zin is de ontknoping straks de ontknoping een wereldkampioenschap waardig. Waarbij niet zozeer de beste ruiter met het beste paard straks op het hoogste trapje van het podium staat, maar wel de beste combinatie en in alle geval, een vakman. En daarom geloven we sterk in de kansen van Lejeune die zich al jaren handhaaft met verschillende paarden en met Vigo een buitengewone combinatie vormt. Als het om ervaring en vakmanschap gaat hebben Lejeune en Pessoa een streepje voor op de tegenstand. En wat Lamaze betreft, daar wil ik nog wel eens zien hoe de anderen het er met zijn Hickstead van af brengt. Het zal velen ontgaan zijn, maar Lejeune tekende vannacht wel voor een bijzondere rit. Onze landgenoot moest als laatste de ring in, kon zich 4 tijdsfouten permitteren of één springfout, maar niet de combinatie van een tijds- en een springfout. Dat Lejeune opteerde voor een langzame rit met risico op tijdsfout geeft aan hoe zeker onze landgenoot zich moet voelen van zijn Vigo. Als die straks wil meewerken en een voetje laat hangen bij zijn rit met de anderen. Het zou ons niets verbazen. Want Lejeune en eigenaar Joris De Brabander, op dat vlak zijn het ware magiërs.
Overigens is ons bij de beelden van de WEG nog iets opgevallen. Misschien hebt u het gezien; een juichende Gilbert Deroock bij de rit van Lamaze. Deroock en Lamaze, vrienden voor het leven. Met één verschil: de ene kan drinken, de andere niet. Mooi feestje kan dat worden straks daar. Wat dat laatste betreft moet aan de kwaliteiten van de Belgen overigens niet getwijfeld worden....
Het is een korte nacht geweest. Om 2 uur opgestaan om de finale van de landenwedstrijd te volgen. Om 4 uur terug in bed, om 6 uur terug uit bed om de teksten te maken en door te sturen. Maar, we hebben genoten. Wat een magistrale finale alweer en hoe klein de verschillen tussen zowel de landen onderling als de individuele deelnemers. Met nog twee omlopen te gaan maken nog minstens 20 combinaties kans om door te stoten naar de final four.
Maar goed, de landenwedstrijd dus. Dit is zonder meer het wereldkampioenschap van de mondialisering geworden. Toonaangevende jumpinglanden als Nederland en Ierland haalden niet eens de top tien. Daar wel present waren bijvoorbeeld Australië en Saoudie-Arabië en in de individuele ranking spelen enkele van die Saoudi's mee voor de titel. De voorbije jaren waren er af en toe wel eens wat ruiters uit het Verre of Midden Oosten te gast op West-Europese stallen. Het werd bij momenten nog meewarig afgedaan als hippische ontwikkelingshulp. Maar clevere kerels als Paul Schockemöhle en Axel Verlooy wisten wel beter, en in hun spoor vele anderen. Ze verkochten goede paarden aan hun nieuwe en kapitaalkrachtige klanten en verpakten dat handig in een pakket met training en begeleiding. Wat goede paarden, begeleiding en omkadering vermogen wordt dezer dagen overtuigend aangetoond door de Saoudi's. Veel goede paarden en dan onder begeleiding van een kenner als Stanny Van Paesschen zoeken naar de beste combinaties om van daaruit het beste team te bouwen. Er ligt nog en enorme markt open in deze door economische en beurscrisissen getekende wereld. Na het nog niet geheel ontgonnen Verre en het Midden Oosten, het vroegere Oostblok en Azië.
Tussen dat alles door hebben we genoten van onze Belgen. Grote Belgen, al is dat met een korreltje zout te nemen. Dirk Demeersman en Philippe Lejeune, dat wel. En verder ook Jos Lansink, Nederlander, naar België gehaald door die andere Nederlander, Leon Melchior. En zijn dochter dus, Judy-Ann Melchior. Wat een metamorfoze heeft die trouwens ondergaan. Kraakte niet onder de enorme druk, niet in de eerste en al evenmin in de tweede omloop. Gebalde vuisten bij Philippe Lejeune na een magistrale rit en echte vreugde in de Belgische entourage. We hebben het ooit anders geweten. Jos Lansink dan die Valentina aan het springen heeft als Cumano in zijn beste dagen. Los van wat er straks te gebeuren staat kunnen we het alleen herhalen: de nog altijd titelvoerende wereldkampioen is een absolute grootmeester. Hij dichtte ons land geen plaats in de top vijf toe, wist hij ons vooraf in vertrouwen te melden. Het zou moeilijk worden, omwille van de sterke, te sterke tegenstand. Maar precies die tegenstand kraakte wel onder de druk.
We hebben deze morgen in alle vroegte een sms'je gstuurd naar de betrokken ruitersmet felicitaties. En op een respons hadden we niet durven hopen, maar u mag twee keer raden wie als eerste een bedankje terug stuurde....
Zo. De wereldruiterspelen zijn al ruim over de helft en wij zitten lekker thuis voor de buis. Niet in Lexington dus maar zonder spijt. We dachten van lekker te kunnen kijken, complex- en stressloos voor de buis. Maar het lijkt hier Eurosport wel met verslaggeving vanop het thuisfront en van voor de buis, met af en toe een telefoontje naar het verre Lexington en wat steun en hulp van de vrienden aan de overkant van de plas. Niets rust dus. Vannacht om 2 uur uit bed om de finale van de landenwedstrijd te volgen en tegen morgenochtend een pagina af te leveren. Gelukkig (sic) is er de Rolex media-guide die deze week, ruim twee weken na de start van de wereldruiterspelen, in de bus viel. Beetje laat dus wat natuurlijk vragen oproept over de kwaliteit van de Rolexklokjes...
Trouwens, vreemde wedstrijd toch wel, tot dusverre. Maar alle complimenten voor de parcoursbouwer daar. Zelden een omloop gezien als de eerste manche van de landenwedstrijd waar de fouten zowat op elke hindernis vielen en waar zich zelfs van het zootje ongeregeld dat zonder voldoende ervaring en talent aan de start kwam niemand verongelukte. Magistrale ritten gezien van ondermeer Philippe Lejeune en Jos Lansink en een paar favorieten verrassend onderuit zien gaan. Nee, het wordt nog mooi daar in Kentucky, zeker vannacht als er gesprongen wordt bij kunstlicht over een omloop met wellicht nog bredere en hogere hindernissen dan gisteren. Toen was het volgens Philippe lejeune, 'gros' maar dan ook weer niet 'tellement'.
Ze hebben er weer een zootje van gemaakt. Onze vrienden daar bij de KBRSF of de VLP. Hilarisch zo u wilt. De voorwaarden voor deelname aan het Belgisch Kampioenschap Jumping leken aanvankelijk duidelijk: minimale winstsom het voorbije jaar 750 euro. Goed een week na de sluitingsdatum van de inschrijvingen was het plots 2.000 euro. Een vergissing zo heette het waar de organisatoren van het kampioenschap (!) de leden van de Belgische springcommissie uiteindelijk attent moesten op maken....
Nee, het is nog geen komkommertijd in de hippische berichtgeving. Nog even niet, toch. Straks hebben we de wk's: het wereldkampioenschap jonge paarden in Lanaken, de wereldruiterspelen in Kentucky nadien en daar tussenin geprangd: de Belgische kampioenschappen. Maar toch is het momenteel een beetje stil op het internationale springfront. Er stond een leuk verhaaltje op de site van de hoefslag, ( http://www.dehoefslag.nl/index.php/springen/1740-koelbloedig ). Altijd leuk om in je stukje in te lassen over die grote prijs in Donaueschingen. Maar voor alle zekerheid toch maar even gebeld naar Gerco. Bleirende kinderen op de achtergrond, maar het verhaal blijkt toch even iets anders in mekaar te zitten. Het was 1/ niet voor de barrage maar voor de eerste omloop 2/ zijn paard kwam niet ten val, maar steigerde wel 3/ een pleitertje volstond uiteindelijk Zo zie je maar dat het altijd goed is één en ander te checken. En o ja, wat lezen we daar nog? Dat Tina Lund gaat trouwen. Met ene Allan Nielsen, profvoetballer. Toch maar even checken....
Hij is terug! Peter Postelmans dus. Tijdje niet gezien, niet gehoord. Leek van de aardbodem verdwenen, of naarItalië misschien.Om er wat paarden te slijten.Maar in Hulsterlo was hij plots terug: vanuit het niets naar een tweede plaats in de grote prijs. Met Top Gun. Kijk, dat soort zaken roeptbij ons vragen op en naar Peter is er snel gebeld. Wat blijkt? Postelmans heeft sinds Mechelen eind vorig jaar omzeggens geen parcours meer gesprongen. Blessure voor Top Gun en met een ander op wedstrijd gaan, nee, dat zag Peter toch even niet zitten. Top Gun is ondertussen opnieuw top; nationaal 1.40 gesprongen en een 1.30 op een regionale wedstrijd. En dan boem, naar de tweede plaats. Hoe kan dat? "Omdat het een goed paard is", zegt Peter. Iets dat bij deze wel bewezen is. Ons eerste 'groot' interview was er trouwens eentje met Peter Postelmans. Daar in Lummen. Vreemde man, had wielrenner willen worden. En bouwt z'n paarden een beetje op zoals 'n wielrenner conditie opdoet tijdens de wintermaanden. Er valt iets voor te zeggen natuurlijk. Om één of andere reden vergeten we bij het schrijven van de naam van de Lummense ruiter trouwens haast steevast de 's' waardoor het Potelmans wordt. In deze tijden extra gelet op het typen van de 's', want Potelmans, dat doet een beetje aan een bisschop denken niet?
We hebben dus overschot van gelijk gehad om niet naar de persconferentie te trekken van de Belgische teams. Want eigenlijk is er niet meer verteld dan wat we al wisten. Voor het nummer van Equitime dat sinds vorige week in het schap ligt hebben we al de chef d'équipes in de disciplines reining, endurance, eventing en dressuur aan de tand gevoeld. En in het volgend nummer van Equitime verschijnen interviewtjes met Jos Lansink, Philippe Lejeune, Judy-Ann Melchior en Dirk Demeersman. Daarmee hebben we dus, op Pieter Devos na, het complete Belgische springteam geïnterviewd. Het lijkt er op alsof Philippe Guerdat niemand voor het hoofd heeft willen stoten door Devos en Demeersman nog even met mekaar in balans te houden. Hij had zich de moeite kunnen besparen, want als er iemand is waarvoor Demeersman met plezier een stapje opzij zal zetten dan is het wel z'n pupil Devos. En omgekeerd. Leerling en meester... In het gesprek dat we vorige week met Dirk hadden gaf hij eigenlijk al aan niet zoveel zin te hebben in een trip naar Kentucky. Tenminste, als 5de man. We kunnen Demeersman begrijpen: al een maand gemist door die vervelende blessure aan de hand en straks nog eens 2 of 3 mooie wedstrijden moeten missen omdat je daar in het verre Kentucky moet zitten niksen. Onze laatste vraag aan Dirk was: "Wat zeg je straks aan Guerdat als die belt om te zeggen dat je mee mag als vijfde man". Het antwoord van Demeersman was zoals altijd eerlijk: "Precies hetzelfde als wat ik jou net verteld heb". We twijfelen er niet aan dat het ook zo gegaan is en er zal wat overredingskracht aan te pas gekomen zijn om de veteraan van vele oorlogen over de streep te trekken. Maar wat in Gijon gebeurd is en de teamsfeer die de Belgische equipe naar de zege stuwde heeft bij alle betrokkenen blijvende sporen na gelaten. En dat is voor één keer positief bedoeld. Komt daarbij dat Devos al van z'n tiende lest bij Demeersman en al blij is dat hij straks de ervaring van een groot kampioenschap kan meepakken. En voor Demeersman geldt dat ie straks z'n grote vorm kan bewijzen. Dat Dirk kan pieken naar een afspraak is in het verleden al genoeg bewezen.... Overigens was de keuze voor Guerdat beperkt. Veel vertrouwen in de stressbestendigheid van Rik Hemerijck hebben de collega's niet en voor Ludo Philippaerts en Nobel de Virton geldt dat het niveau van een vijfsterren of groot kampioenschap toch net iets te is. Niels Bruynseels dan maar? Niels overtuigde niet in Calgary en was de voorbije seizoenen ook al geen toonbeeld van regelmaat. Bruynseels, Hemerijck, Philippaerts, Demeersman en Devos. Daarmee heb je de kanshebbers voor de laatste tickets zowat gehad. Op een Gregory Wathelet na misschien, al komt voor de selfmade-ruiter van beneden de taalgrens Kentucky net een jaartje te vroeg.
Aan zelfvertrouwen heeft het Patrick Spits nooit ontbroken. Ons eerste gesprek dateert al van enkele jaren terug, op een zonovergoten namiddag in Beervelde. Grote Prijs om een uur of vier en we waren er al van voor de middag. Een babbel op het terras en nadien een hapje eten. Hoe Patrick het er in de grote prijs van af gebracht heeft weten we niet meer. Wel dat er nog vele gesprekken gevolgd zijn nadien en dat we ons beeld van Patrick na dat eerste gesprek fors hebben moeten bijspijkeren. Patrick draagt het hart op de tong en, zoals we al schreven, aan zelfvertrouwen heeft het hem nooit ontbroken. Borst vooruit en op z'n geheel eigen stijl de piste in. Efficiënt lijkt het niet, maar Spits heeft wel al een respectabele erelijjst bij mekaar gesprongen. En wat Patrick voor ons, journalisten, helemaal top maakt; elk gesprek, elk telefoontje is goed voor een verhaal. Omdat hij altijd wel wat meer te zeggen heeft dan dat het in deze sport erg snel kan gaan, dat je maar zo goed bent als je paard, een balkje raar rollen kan... Kortom, de hippische equivalenten van 'de bal is rond', 'de wedstrijd is pas gespeeld als het laatste fluitsignaal geklonken heeft'... Een lange inleiding om u duidelijk te maken dat we dit zonder leedvermaakt schrijven: Calgary is een afgang geworden voor ons Belgen. Achtste en laatste. Het is ons al een keertje eerder overkomen en toen waren we de jaren daarop niet meer welkom in Calgary. Patrick en Whitney kwamen in Calgary met 20 strafpunten uit de ring. Niels Bruynseels en Carpalo met 17. Rik Hemerijck en Challenge van de Begijnakker hielden het bij 4, Maurice Van Roosbroeck en Dylano bij 8. Het zijn resultaten die het voor Philippe Guerdat straks een beetje makkelijker maken om z'n team voor de wereldruiterspelen aan te kondigen. Zonder Bruynseels en Hemerijck dus. De Belgische selectie voor het CSIO in Madrid maakt ook al één en ander duidelijk; geen team. Alleen twee individuele deelnemers: Ludo Philippaerts met ondermeer Nobel de Virton en Gregory Wathelet met wat z'n beste viervoeters van het moment zijn. Soms is het goed maanden (of zelfs langer) later een interview nog eens te lezen. Zoals dat met Patrick bijvoorbeeld. Zonder leedvermaak maar met een beetje be- en verwondering. Alleen al voor de durf.
Kijk, op het werk kunnen we er wel over zeuren en aan de collega's de goede raad mee geven: 'leer nee zeggen'. Maar, eerlijk is eerlijk, we hebben het er vaak zelf zo moeilijk mee. Dinsdagavond hadden we eigenlijk liever gefietst, maar we besloten wat tijd in te halen en een paar interviewtjes te maken voor Paardenkrant. Waardoor we woensdagavond weer wat tijd vrij hadden en dus ook geen excuus om 'neen' te zeggen op de vraag om nog een column te schrijven. Wat we dus ook gedaan hebben ( http://www.horses.nl/springen/artikelen/16974/k-cromheecke-_-10-09-10-_-geheimzinnig ). Gelukkig was het al laat op de avond toen we plaats namen achter onze laptop en enkele glazen uitstekende rode (Italiaanse) wijn hadden ons al wat milder gestemd. Maar toch waren en zijn we nog een beetje 'pisses of' , 'not amused', zo u wilt door de houding van enkelen in het kleine paardenwereldje. Natuurlijk, er zijn nog fijne mensen. Eén telefoontje volstaat, een bericht of boodschap inspreken hoeft zelfs niet. En zelfs de (voorlopig nog) wereldkampioen doet de moeite om na een gemiste oproep terug te bellen. Klasse is dat. En tot onze grote verbazing deed zelfs de titelvoerende Olympische Kampioen woensdagavond de moeite 'to return our call' met een 'nice talking to you, thanks for calling' als afscheid. Ook al zat hij dan, net als onze Belgische chef d'équipe in het verre Calgary. Philippe Guerdat geeft al een hele week niet thuis en als we hem opbellen krijgen we een vriendelijke Spaanse juffrouw aan de lijn die steeds hetzelfde zegt. Een sms'je dan maar. Niks, helemaal niks. En vandaag in de mailbox een herinnering van de Belgische ruitersportfederatie voor de persconferentie van de Belgische teams, maandag a.s. We zullen maar denken dat het is omdat ze de catering exact willen inschatten. Of zoiets. In Steenhuffel, op stoeterij Diependael. Nee, we zullen maar niet afreizen naar Diependael voor een rondje zelfbevlekking van de Belgische jumpingbobo's. Dat Jos gaat, samen met Philippe, ja, dat wisten we al langer. En dat Judy-Ann meemag wist ze ons voor een paar weken al in Aken te melden en bevestigde ze dinsdagavond nog eens zelf. Dat Dirk wel mee wil, maar niet als vijfde man, dat wisten we ook al. Pieter dan maar, of Niels heel erg misschien. Of toch Rik of Ludo? We zullen de eer maar aan Guerdat laten, hij mag maandag het allerlaatste tipje van de sluier oplichten. Wat ons meer bezighoudt is de vraag naar de hiërarchie in het internationale springwereldje. Het zou ons hooglijk verbazen als Jos Lansink straks z'n wereldtitel verlengen kan. Al weet je nooit met Jos natuurlijk. Vakman in elke vezel van z'n afgetrainde lijf. Jos zelf verwacht dat het een kampioenschap vol verrassingen wordt. En daarin kunnen we hem eigenlijk geen ongelijk geven.