Hij is terug! Peter Postelmans dus. Tijdje niet gezien, niet gehoord. Leek van de aardbodem verdwenen, of naarItalië misschien.Om er wat paarden te slijten.Maar in Hulsterlo was hij plots terug: vanuit het niets naar een tweede plaats in de grote prijs. Met Top Gun. Kijk, dat soort zaken roeptbij ons vragen op en naar Peter is er snel gebeld. Wat blijkt? Postelmans heeft sinds Mechelen eind vorig jaar omzeggens geen parcours meer gesprongen. Blessure voor Top Gun en met een ander op wedstrijd gaan, nee, dat zag Peter toch even niet zitten. Top Gun is ondertussen opnieuw top; nationaal 1.40 gesprongen en een 1.30 op een regionale wedstrijd. En dan boem, naar de tweede plaats. Hoe kan dat? "Omdat het een goed paard is", zegt Peter. Iets dat bij deze wel bewezen is. Ons eerste 'groot' interview was er trouwens eentje met Peter Postelmans. Daar in Lummen. Vreemde man, had wielrenner willen worden. En bouwt z'n paarden een beetje op zoals 'n wielrenner conditie opdoet tijdens de wintermaanden. Er valt iets voor te zeggen natuurlijk. Om één of andere reden vergeten we bij het schrijven van de naam van de Lummense ruiter trouwens haast steevast de 's' waardoor het Potelmans wordt. In deze tijden extra gelet op het typen van de 's', want Potelmans, dat doet een beetje aan een bisschop denken niet?
We hebben dus overschot van gelijk gehad om niet naar de persconferentie te trekken van de Belgische teams. Want eigenlijk is er niet meer verteld dan wat we al wisten. Voor het nummer van Equitime dat sinds vorige week in het schap ligt hebben we al de chef d'équipes in de disciplines reining, endurance, eventing en dressuur aan de tand gevoeld. En in het volgend nummer van Equitime verschijnen interviewtjes met Jos Lansink, Philippe Lejeune, Judy-Ann Melchior en Dirk Demeersman. Daarmee hebben we dus, op Pieter Devos na, het complete Belgische springteam geïnterviewd. Het lijkt er op alsof Philippe Guerdat niemand voor het hoofd heeft willen stoten door Devos en Demeersman nog even met mekaar in balans te houden. Hij had zich de moeite kunnen besparen, want als er iemand is waarvoor Demeersman met plezier een stapje opzij zal zetten dan is het wel z'n pupil Devos. En omgekeerd. Leerling en meester... In het gesprek dat we vorige week met Dirk hadden gaf hij eigenlijk al aan niet zoveel zin te hebben in een trip naar Kentucky. Tenminste, als 5de man. We kunnen Demeersman begrijpen: al een maand gemist door die vervelende blessure aan de hand en straks nog eens 2 of 3 mooie wedstrijden moeten missen omdat je daar in het verre Kentucky moet zitten niksen. Onze laatste vraag aan Dirk was: "Wat zeg je straks aan Guerdat als die belt om te zeggen dat je mee mag als vijfde man". Het antwoord van Demeersman was zoals altijd eerlijk: "Precies hetzelfde als wat ik jou net verteld heb". We twijfelen er niet aan dat het ook zo gegaan is en er zal wat overredingskracht aan te pas gekomen zijn om de veteraan van vele oorlogen over de streep te trekken. Maar wat in Gijon gebeurd is en de teamsfeer die de Belgische equipe naar de zege stuwde heeft bij alle betrokkenen blijvende sporen na gelaten. En dat is voor één keer positief bedoeld. Komt daarbij dat Devos al van z'n tiende lest bij Demeersman en al blij is dat hij straks de ervaring van een groot kampioenschap kan meepakken. En voor Demeersman geldt dat ie straks z'n grote vorm kan bewijzen. Dat Dirk kan pieken naar een afspraak is in het verleden al genoeg bewezen.... Overigens was de keuze voor Guerdat beperkt. Veel vertrouwen in de stressbestendigheid van Rik Hemerijck hebben de collega's niet en voor Ludo Philippaerts en Nobel de Virton geldt dat het niveau van een vijfsterren of groot kampioenschap toch net iets te is. Niels Bruynseels dan maar? Niels overtuigde niet in Calgary en was de voorbije seizoenen ook al geen toonbeeld van regelmaat. Bruynseels, Hemerijck, Philippaerts, Demeersman en Devos. Daarmee heb je de kanshebbers voor de laatste tickets zowat gehad. Op een Gregory Wathelet na misschien, al komt voor de selfmade-ruiter van beneden de taalgrens Kentucky net een jaartje te vroeg.
Aan zelfvertrouwen heeft het Patrick Spits nooit ontbroken. Ons eerste gesprek dateert al van enkele jaren terug, op een zonovergoten namiddag in Beervelde. Grote Prijs om een uur of vier en we waren er al van voor de middag. Een babbel op het terras en nadien een hapje eten. Hoe Patrick het er in de grote prijs van af gebracht heeft weten we niet meer. Wel dat er nog vele gesprekken gevolgd zijn nadien en dat we ons beeld van Patrick na dat eerste gesprek fors hebben moeten bijspijkeren. Patrick draagt het hart op de tong en, zoals we al schreven, aan zelfvertrouwen heeft het hem nooit ontbroken. Borst vooruit en op z'n geheel eigen stijl de piste in. Efficiënt lijkt het niet, maar Spits heeft wel al een respectabele erelijjst bij mekaar gesprongen. En wat Patrick voor ons, journalisten, helemaal top maakt; elk gesprek, elk telefoontje is goed voor een verhaal. Omdat hij altijd wel wat meer te zeggen heeft dan dat het in deze sport erg snel kan gaan, dat je maar zo goed bent als je paard, een balkje raar rollen kan... Kortom, de hippische equivalenten van 'de bal is rond', 'de wedstrijd is pas gespeeld als het laatste fluitsignaal geklonken heeft'... Een lange inleiding om u duidelijk te maken dat we dit zonder leedvermaakt schrijven: Calgary is een afgang geworden voor ons Belgen. Achtste en laatste. Het is ons al een keertje eerder overkomen en toen waren we de jaren daarop niet meer welkom in Calgary. Patrick en Whitney kwamen in Calgary met 20 strafpunten uit de ring. Niels Bruynseels en Carpalo met 17. Rik Hemerijck en Challenge van de Begijnakker hielden het bij 4, Maurice Van Roosbroeck en Dylano bij 8. Het zijn resultaten die het voor Philippe Guerdat straks een beetje makkelijker maken om z'n team voor de wereldruiterspelen aan te kondigen. Zonder Bruynseels en Hemerijck dus. De Belgische selectie voor het CSIO in Madrid maakt ook al één en ander duidelijk; geen team. Alleen twee individuele deelnemers: Ludo Philippaerts met ondermeer Nobel de Virton en Gregory Wathelet met wat z'n beste viervoeters van het moment zijn. Soms is het goed maanden (of zelfs langer) later een interview nog eens te lezen. Zoals dat met Patrick bijvoorbeeld. Zonder leedvermaak maar met een beetje be- en verwondering. Alleen al voor de durf.
Kijk, op het werk kunnen we er wel over zeuren en aan de collega's de goede raad mee geven: 'leer nee zeggen'. Maar, eerlijk is eerlijk, we hebben het er vaak zelf zo moeilijk mee. Dinsdagavond hadden we eigenlijk liever gefietst, maar we besloten wat tijd in te halen en een paar interviewtjes te maken voor Paardenkrant. Waardoor we woensdagavond weer wat tijd vrij hadden en dus ook geen excuus om 'neen' te zeggen op de vraag om nog een column te schrijven. Wat we dus ook gedaan hebben ( http://www.horses.nl/springen/artikelen/16974/k-cromheecke-_-10-09-10-_-geheimzinnig ). Gelukkig was het al laat op de avond toen we plaats namen achter onze laptop en enkele glazen uitstekende rode (Italiaanse) wijn hadden ons al wat milder gestemd. Maar toch waren en zijn we nog een beetje 'pisses of' , 'not amused', zo u wilt door de houding van enkelen in het kleine paardenwereldje. Natuurlijk, er zijn nog fijne mensen. Eén telefoontje volstaat, een bericht of boodschap inspreken hoeft zelfs niet. En zelfs de (voorlopig nog) wereldkampioen doet de moeite om na een gemiste oproep terug te bellen. Klasse is dat. En tot onze grote verbazing deed zelfs de titelvoerende Olympische Kampioen woensdagavond de moeite 'to return our call' met een 'nice talking to you, thanks for calling' als afscheid. Ook al zat hij dan, net als onze Belgische chef d'équipe in het verre Calgary. Philippe Guerdat geeft al een hele week niet thuis en als we hem opbellen krijgen we een vriendelijke Spaanse juffrouw aan de lijn die steeds hetzelfde zegt. Een sms'je dan maar. Niks, helemaal niks. En vandaag in de mailbox een herinnering van de Belgische ruitersportfederatie voor de persconferentie van de Belgische teams, maandag a.s. We zullen maar denken dat het is omdat ze de catering exact willen inschatten. Of zoiets. In Steenhuffel, op stoeterij Diependael. Nee, we zullen maar niet afreizen naar Diependael voor een rondje zelfbevlekking van de Belgische jumpingbobo's. Dat Jos gaat, samen met Philippe, ja, dat wisten we al langer. En dat Judy-Ann meemag wist ze ons voor een paar weken al in Aken te melden en bevestigde ze dinsdagavond nog eens zelf. Dat Dirk wel mee wil, maar niet als vijfde man, dat wisten we ook al. Pieter dan maar, of Niels heel erg misschien. Of toch Rik of Ludo? We zullen de eer maar aan Guerdat laten, hij mag maandag het allerlaatste tipje van de sluier oplichten. Wat ons meer bezighoudt is de vraag naar de hiërarchie in het internationale springwereldje. Het zou ons hooglijk verbazen als Jos Lansink straks z'n wereldtitel verlengen kan. Al weet je nooit met Jos natuurlijk. Vakman in elke vezel van z'n afgetrainde lijf. Jos zelf verwacht dat het een kampioenschap vol verrassingen wordt. En daarin kunnen we hem eigenlijk geen ongelijk geven.
Er is een kleine controverse in de maak. Over de hengstencompetitie. Welke vragen we dan meteen. De Vlaamse cyclus? De nationale cyclus? Nee dus. De hengstencompetitie gewoon. De uitslagen, of beter het klassement daarvan, zou gemanipuleerd worden. Tsja. Vraag ons niet wie de hengstencompetitie gewonnen heeft in de diverse jaargangen. We weten het niet. En om eerlijk te zijn: het interesseert ons ook geen bal.We hebben een paar van die competities gezien. En daarbij hebben we een paar interessante hengsten gezien. Vaak dan nog die hengsten die net niet foutloos waren. Als de fokker wil bedrogen worden, dan wordt hij ook bedrogen. Als er daarvoor wat moet gegoocheld worden met de puntentelling. So what. Het gaat toch niet over de nummer één of twee. Maar het oogt wel mooi in de advertentie of folder natuurlijk: 'winnaar van de hengstencompetitie' . Maar eigenlijk zegt het niets. Want het zegt niet hoe zo'n hengst voorbereid of gereden is. Ze zijn zeldzaam de ruiters die een hengst echt kunnen opleiden. Dat betekent dat je toelaat dat er een fout gemaakt wordt en dat je niet alle truken uit de kast haalt om die fout net niet te maken of die net iets snellere tijd neer te zetten. Hengsten. Geef ze gewoon de tijd.
Het heeft een beetje moeite gekost. Maar we hebben hem te pakken gekregen: Rob Hoekstra. De nieuwe chef d'équipe van de Britse springploeg. Hoekstra heeft bij zijn aanstelling meteen komaf gemaakt met een aantal geplogenheden binnen het Britse jumpingwereldje waar een selectiecommissie het mooie weer maakte en, om ze maar bij naam te noemen, Geoff Billington en Claire Whitaker meer dan een klein beetje in de pap te brokken hadden. In alle geval, Hoekstra, en alleen Hoekstra maakt straks de selecties. En de tot Brit genaturaliseerde Nederlander voegt er een waarschuwend vingertje aan toe: wie zich niet beschikbaar stelt voor het team moet er ook niet op rekenen er straks bij te zijn op een kampioenschap". Aangezien ons artikel nog moet verschijnen kunnen we het hier niet zomaar te grabbel gooien. Maar een eerder gemaakt interview met David Mc Pherson geeft een mooie inkijk op het reilen en zeilen bij de Britten. Tenminste, voor wie tussen de regels door kan lezen.
Ik moet toegeven. Ik donderde bijna van mijn stoel toen ik het berichtje op de site van mijn collega en vriend Julien Counet las: 'Stany Van Paesschen, entraineur à succès de l'Arabie Saoudite' 't Is iets dat om verduidelijking vraagt en vermits we over een jarenlang minitieus bijgehouden lijst gsm-nummers beschikken hebben we maar meteen gebeld naar den Stany. "Waarvoor is't. Kunt ge morgen terugbellen?" Dat konden we dus niet en uiteindelijk wilde Van Paesschen toch een beetje tijd voor ons vrijmaken. Beetje bij beetje beginnen de stukjes van de puzzel samen te vallen en komt er licht op de gebeurtenissen en de fameuze vergadering waar de Belgische ruiters kozen voor Philippe Guerdat. En daarbij zit het niet altijd zozeer in wat pakweg Ingmar Devos, Albert Voorn, Guerdat zelf, Van Paesschen en andere betrokkenen vertelden, als wel in wat ze niet vertelden. Maar één ding mag duidelijk zijn. "Sans rancune" heet het for the record en off the record concluderen we daaruit dat er nogal wat zullen zijn die enig leedvermaak zullen hebben als Guerdat straks faalt. Het blijft een beetje een vreemd verhaal natuurlijk: een Belgische federatie die jarenlang geen budget had om zijn trainers (?) en chef d'équipe deftig te vergoeden, laat staan bepaalde onkosten te vergoeden en dan als een knipmes buigt voor Guerdat en diens verzoeken moeiteloos inwilligt. Onder druk van een handvol ruiters uiteindelijk die zelf met de naam van de Zwitser op de proppen gekomen waren. We citeren één van de betrokkenen: "Een handvol ruiters dat vorig jaar geen platte prijs gereden heeft en teert op hun reputatie". 'Sans rancune'? Nou moe. Terug naar Van Paesschen. Hij was geen kandidaat vertelde hij ons nog voor de bewuste vergadering. Wegens geen tijd en te veel bezig met de zoon Constant. Een volleerd politicus, als voelde hij de bui al hangen. Ondertussen lag het matje klaar, netjes gericht naar Mekka, daar ten huize Van Paesschen.
Er zit weer een beetje leven in het hippisch gebeuren. Straks vertrekken ze weer bij bosjes naar het zuiden. De Sunshine-toer in Vejer de la Frontera eerst, straks ook in het Portugese Comporta of in het Franse Villeneuve-Loubet waar Jan Tops de touwtjes in handen genomen heeft. Tops staat garant voor kwaliteit en het laat zich dan ook raden dat Villeneuve-Loubet straks een populaire bestemming wordt voor de Nederlandse en Belgische ruiters. En dan is er straks natuurlijk ook nog de springtoer in Arezzo waar ondermeer Calrissa Crotta straks de competitie hervat. De Zwitserse kwam eerder zwaar ten val in Abu Dhabi en moest vorige week in Bazel nog een operatief ingrijpen ondergaan. La Crotta liet ons ondertussen weten dat het alweer prima gaat met haar en dat ze volgende maand de competitie hervat. Ondertussen veranderden er opnieuw een paar paarden van stal. En niet de minsten dit keer. Castello Branco, het wonderpaard van Cathérine Van Roosbroeck verhuist naar Sevil Sabanci. Vreemd verhaal trouwens dat van Maurice Van Roosbroeck wiens pensioen na de verkoop wel verzekerd lijkt. Bert Prouvé ziet zijn Hugo du Heup ook al vetrekken. Voorlopig naar Rodrigo Pessoa in Florida. Hugo du Heup was al afgereisd naar Florida voor het Winter Equestrian Festival en toen Prouvé z'n viervoeter wilde nareizen kreeg hij van de Britse eigenares een mailtje dat het allemaal niet meer hoefde... En dan is er nog Mc Entee natuurlijk. Onze vriend vermaakt zich dezer dagen onder de Spaanse zon en onder Azerbeidzjaanse vlag. Vreemd verhaal alweer, want terwijl het in Mechelen allemaal weer koek en ei leek tussen Mc Entee en de federatie kwam er midden januari dat bommetje. Mc Entee voor Azerbeidzjan. Ze laten er daar in de vroegere Soviet-Russische republiek geen gras overgroeien of ze zijn enorm vooruitziend geweest, want Mc Entee presenteerde FEI een nieuwe, op eind december 2009 uitgereikte pas... Of onze ex-landgenoot straks ook kampioenschappen kan rijden voor z'n nieuwe land is nog maar zeer de vraag, want de FEI-reglementering terzake is behoorlijk strenger geworden. Interessante lectuur is dat trouwens...
Hij is de nuchterheid zelve. Jos Lansink. Woensdagavond kwam er nog een vraagje aanwaaien: of we de wereldkampioen nog konden strikken voor een babbel over het komende jaar. Hij zat op een luchthaven ergens in Italië en moest juist incheken. Terugbellen om half twaaf 's avonds, want dan zat ie in de wagen op weg terug naar huis. Ja, 't zijn lange dagen ook voor een wereldkampioen. Zeker als een vucht dan nog eens twee uur vertraging kent. Om een lang verhaal kort te maken, we hebben hem uiteindelijk toch aan de lijn gekregen. En nee, het is geen bijzonder jaar. Niet anders dan anders, wereldkampioenschappen of niet. Titel te verdedigen of niet. Er zijn er die gaan zweven na een zege in een wedstrijd links of rechts. Er zijn er die met beide voeten op de grond blijven, zelfs na een wereldtitel of titel van vice Europees Kampioen en denken aan het leven na de sport. Reconversie heet dat. Beetje handel drijven, beetje les geven. Wat organiseren misschien, een paar hengsten uitbaten. Dat soort dingen. Hij is er volop mee bezig, Jos. Maar wees gerust, de ambitie en het vuur zijn er nog. Tot z'n 67ste, zoals Hugo Simon, zal hij misschien niet doorgaan, maar een respectabel aantal jaren nog wel. En o ja, we hebben iets gemeen met de wereldkampioen. Meer dan één ding zelfs: twee glazen rode wijn voor het slapengaan en af en toe een eindje fietsen. Straks word ik nog wereldkampioen...
Hij is een beetje diplomaat geworden. Jos Lansink. Zaterdag nog winnaar van de grote prijs in Abu Dhabi. Een concours dat zowat een tweede Calgary wil worden. Jos kaapte in Calgary al eens de hoofdprijs weg, weet u nog, toen met Cumano, goed voor 100.000 dollar. Wat Lansink toeliet, om zoals hij het na afloop uitdrukte, z'n paarden wat 'breed' terug te laten vliegen naar toen nog Ellikom. In Abu Dhabi kaapte Lansink met Valentina van 't Heike een kleine 90.000 dollar weg. Daarmee vergeleken is wat Marcus Ehning met z'n zege in Bordeaux (30.000 euro als we het goed voorhebben) een peulenschil.
Maar goed, we dwalen af. Waar het om gaat, Lansink is een beetje diplomaat geworden. Want op onze vraag of het nu niet jammer was dat er geen Belgisch team naar Abu Dhabi afgereisd was concludeerde Lansink alleen maar dat alles wat hij zou antwoorden eigenlijk alleen maar verkeerd kon zijn. Waarmee Jos natuurlijk veel meer zei dan hij eigenlijk wilde bedoelen... Overigens, met Cumano gaat het opnieuw de goede kant op. En voor degenen die de witte reus al afgeschreven hadden: als alles goed gaat maken Lansink en Cumano straks hun rentree in Lummen. En o ja, voor de fokkers onder ons: volgens Joris De Brabander, die we toch niet kunnen beschuldigen van een gebrek aan kennis terzake, is Cumano één van die zeldzame hengsten die het laatste restje vermogen vererft...
Het is een beetje te vroeg voor de Sint. Voor die krasse grijsaard en wat mandarijntjes zouden we onze knusse zetel trouwens al lang niet meer verlaten. Voor een andere knusse grijsaard doen we dat straks wel. Want hij komt. Hugo Simon dus. Straks naar Indoor Brabant. De inmiddels 67-jarige Oostenrijker wordt een echte legende, in de voetsporen zo'n beetje van Nelson Pessoa. Simon, die elke morgen een baantje trekt in z'n zwembad, won afgelopen weekend in Offenburg de grote prijs met de Belgisch gefokte Ukinda. Maikel van der Vleuten werd er 5de en had er een babbel met Simon die liet optekenen dat hij eind maart naar Indoor Brabant komt. Genoteerd met stip dus in onze agenda.
Een ongelukje komt nooit alleen. Vraag maar aan Pius Schwizer. Brand in het woonhuis eerst, stallen moeten evacueren en tijdelijk slapen in de truck. Pech ook op weg van Bordeaux naar Vigo. Schwizer en Guerdat hadden hun kostbare viervoeters samen op transport gezet, maar de truck kreeg onderweg af te rekenen met een lekke band die bovendien nog vuur vatte. De paarden moesten in allerijl uit de truck gehaald worden terwijl transport gevraagdwerd vanop een nabij gelegen stoeterij waar de paarden uiteindelijk voor een nacht terecht konden terwijl de vrachtwagen hersteld werd.
De vreugde van Albert Zoer is dus van korte duur geweest. Nummer één van de wereldranglijst worden, Oki Doki ondertussen verkocht en nummer één af. Want op de nieuwe lijst is Pius Schwizer de nieuwe nummer één.
In bijlage een interviewtje van een paar weken terug met de Zwitser die de voorbije dagen zelf ook z'n deel van de pech kende. Want een brand vernielde vorige week zijn woning. De stallen bleven gelukkig gespaard, maar Schwizer moest wel enkele dagen noodgedwongen slapen in z'n trailer.
Ze hebben het zo gek nog niet bekeken. Cees en Tosca Visser. De eigenaars van Totilas. De hype rond de hengst begint toch wel wat absurde vormen aan te nemen. We kunnen het amper geloven, maar het schijnt zo te zijn: mensen hebben er een vliegtuigtrip van een paard duizend kilometer voor over om Edward Gal en de wonderhengst aan het werk te zien. Voor het echtpaar Visser is het afwimpelen van een bod om de hengst te kopen welhaast dagelijkse gewoonte te worden. Maar nu komt de hengst dus ook ter dekking. Niet zomaar ter dekking voor iedereen. Neen, wie sperma van de hengst wil moet een aanvraagformulier invullen en uiteindelijk zullen uit de ongetwijfeld vele 'inzendingen' een paar honderd gelukkig geselecteerd worden. Die mogen daarna 5000 euro ophoesten voor wat sperma. Niet zo gek als je bedenkt dat het nog wel een jaartje of vier duurt vooraleer de eerste nakomelingen van de hengst zich zullen moeten bewijzen. Ondertussen kun je jaarlijks om en bij de 200 merries gelukkig maken met een kwakje van het witte goud van Totilas. Maak zelf maar eens de rekensom. 5000 euro kun je veel geld vinden, maar in andere sectoren van de paardensport stonden voor de invoering van de euro nog enkele hengsten ter dekking voor om en bij het miljoen Belgische frank. De komende jaren is het kassa-kassa voor de familie Visser en bovendien komen de nakomelingen van Totilas straks uit de betere merrielijnen en -stammen. Niet gek dus, die Nederlanders.
We voorspelden het hier een paar weken terug al, en het blijft inderdaad maar doorgaan.Max Kühner neemt afscheid van Acantus, die zal in de toekomst uitgebracht worden door Manuel Annon, een 18-jarige Spanjaard. Pius Schwizer ziet Unique X dan weer vertrekken naar Brazilië waar een talent uit Sao Paolo de teugels overneemt.
Facebook is niet meer weg te denken. Ook bij ons niet. Plots was hij daar, in Dresden eerst, in Leipzig nadien. Philip Lever. Laurie Lever, ja die naam deed wel een belletje rinkelen.Op z'n 60ste naar de Olympische Spelen in Hong Kong, 23ste individueel, 9de met het team. Australië dus. Maar Philip Lever. Het blijkt de zoon van te zijn. Een Australiër dus, op z'n achttiende naar Duitsland getrokken om er de stiel te leren, bij Gilbert Böckmann eerst. Goed een half jaar terug liet papa Anshleigh Drossel Dan inschepen (heet dat bij een vliegtuig ook zo?) voor zoonlief die er meteen de pannen mee van het dak sprong. Dat weten we dus allemaal dankzij facebook. Lever ingetikt, een mailjte gestuurd en enkele uurtjes later hadden we het nummer van zijn mobieltje in onze mailbox. Vriendelijke jongen trouwens, met één droom: top worden en straks met Edwina Alexander in het team naar de wereldruiterspelen.
Albert Zoer is een nuchtere man. Geeft zelden blijk van emoties. 't Zal wel aan de opvoeding liggen. De harde hand van vader Ahrend. We herinneren ons de zege van Albert Zoer met Sam in de grote prijs van Aken. De Nederlandse kolonie ging uit z'n dak en Albert? Die stond aan de kant van het inrijterrein rustig een sigaretje te roken.
Via de link een filmpje over het afscheid van Okidoki met heel even een zweem van emotie bij vader en zoon.
Een mens moet zich dezer dagen serieus gaan afvragen wat de zin en onzin is van een hengstenkeuring. Het BWP wees eerder deze maand om en bij de 30 hengsten door naar de derde faze van de hengstenkeuring. Ongetwijfeld zullen er daarvan straks ruim de helft goedgekeurd worden voor de dekdienst. De ongelukkige afvallers mogen zich echter ongestoord vergrijpen, bij wijze van spreken dan, aan tien merries elk. Komend weekend worden er in Zangersheide 68 (acht en zestig!) hengsten aangeboden voor de bijkomende (!) keuring. Onze zuiderburen van het Luxemburgs studbook krijgen 14 kandidaat-dekhengsten over de vloer. En bij het SBS passeren straks ruim 110 kandidaat-dekhengsten voor het oog van de jury. En het Oldenbruger Studbook trekt ook al de boer op en organiseert een keuring in België waarbij 27 kandidaten gepresenteerd worden. Straks zijn ook onze noorderburen aan de beurt, voor de zogenaamde tweede bezichtiging in Den Bosch werden 117 hengsten in springrichting en 75 hengsten in de dressuurrichting aangewezen. Een eerste selectie uit de 619 (!) hengsten die aangeboden werden. En dan gaan we het nog maar even niet hebben over de hengsten die bij de diverse Duitse stamboeken gekeurd werden en zullen worden, de hengsten die het Selle Français straks groen licht geeft, het AES, het NRPS en een handvol andere stamboeken. De nakomelingen van al die hengsten kunnen straks, mits een beetje handigheid, zo goed als probleemloos ingeschreven worden bij het BWP of een ander stamboek. En als je er een beetje over doordenkt is de kleur of de naam op het stamboekpapier in ieder geval altijd ondergeschikt aan de kwaliteit van het paard. In alle geval, sperma van eender welke hengst is dezer dagen zo goed als wereldwijd te verkrijgen. Vandaag besteld, morgen geleverd. Vers of diepvries. De vraag die daarbij moet rijzen is in hoeverre een open stamboek, zoals het BWP er bijvoorbeeld één is, via haar hengstenkeuring nog invloed kan uitoefenen op haar toekomstig paardenbestand. Eigenlijk heel weinig, al is er een ander, belangrijk aspect aan zo'n keuring verbonden: het heeft een signaalfunctie en geeft de richting aan die het stamboek uitwil. Maar het aantal fokkers dat zich wetens-willens in die richting laat uitduwen wordt ons inziens steeds kleiner. Een beetje fokker volgt dezer dagen ook de ontwikkelingen buiten het eigen stamboek op de voet. En een goeie hengst is een goeie hengst. Ongeacht het kleurtje of de aard van het stamboekpapier daarachter. Nogal wat fokkers zijn de mening toegedaan dat de echte keuring voor zo'n hengst begint na de goedkeuring als dekhengst. Want die goedkeuring op zich volstaat, een schaarse uitzondering te na gesproken, al lang niet meer om zich te onderscheiden in de dans naar de gunst van de merriehouders. De echte test situeert zich dezer dagen op een heel ander niveau: in de sport. Door de eigen prestaties, maar in toenemende mate ook door de prestaties van de nakomelingen. Het verklaart bijvoorbeeld de groeiende populariteit van een hengst als Nabab de Réve. Die produceert dezer dagen bij wijze van spreken onvoldoende sperma om te voldoen aan de vraag naar vers sperma. Laat staan dat er sprake kan zijn van invriezen. Straks gaan we toch nog moeten klonen...
De prinses zuchtte. In haar ooghoeken blonk een traan. 'Wat scheelt er', zei ik, compleet overbodig eigenlijk. Ze snikte. 'Het was niet goed hé?' Nee, het was niet goed. 'Waaraan ligt het? Ik heb alles geprobeerd', zuchtte ze. 'Ander beslag voor de paarden. Ander voer. Drinkwater op kamertemperatuur. Vervoer in een truck met airco. Klaus Balkenhol als trainer genomen. Hem bedankt. Daarna gesmeekt om terug te mogen komen. Ik ben bij een psycholoog langs geweest. Bij een psychiater later. En nog. Nog loopt het niet zoals ik dat zou willen. Ik weet niet... Het is alsof...alsof ik het niet meer kan overbrengen op m'n paard. Alsof, alsof, we mekaar niet meer begrijpen. Begrijp je?' Ik knikte, ook al begreep ik er geen snars van. Maar ik heb tot m'n eigen scha en schande wel geleerd dat er twee soorten mensen zijn waarmee je nooit, maar dan ook nooit in discussie moet gaan: mannen met meer dan één glas te veel op en vrouwen in een emotionele bui. En dus knikte ik onbegrijpend begrijpend. 'Ik doe m'n oefeningen elke morgen, ga lopen, zwemmen... Eet alleen vers fruit en vis en heb zelfs m'n dagelijkse portie frikadeller en smörrebröd afgezworen. En m'n dagelijkse akavit laat ik ook al staan voor een glaasje wortelsap. Moet ik een andere trainer nemen? Een ander paard kopen?' Ik schudde het hoofd. 'Meiske, gij moet trouwen!' 'Trouwen', riep ze verbaasd. 'Ja, trouwen. Zoekt u een Deen van goede komaf, een blonde Zweedse god, desnoods een Duitser als het echt niet anders kan. Liefst iemand met een beetje voeling met de paardensport. Verlooft u, ga naar de Olympische Spelen, trouwt daarna, ga daarna naar de wereldruiterspelen, koopt dan een kind en zorgt dat ge opnieuw in het zadel zit in het gezegende jaar 2012 van de Olympische Spelen.' De prinses veegde een traan uit haar ooghoeken en keek verbaasd op. 'Denkt ge...' Ik knikte overtuigd. 'Ge zult rustiger worden, meer ontspannen. Kijk naar Anky, hoe relax die geworden is sinds ze Sjef heeft leren kennen en de kroost er is.' Het gezicht van de prinses klaarde op. 'Ja. Jaaa!. Kent ge iemand voor mij? Zijt gij...?' Ik moest opnieuw ontkennend het hoofd schudden. 'Ik ben te oud. En bovendien ben ik getrouwd, al is dat tegenwoordig geen bezwaar meer. Maar toch. Daarbij, ik hou niet zo van haring, smörrebröd en die vleesballetjes die ze daar bij jullie vreten. Trouwens, laat dat wortelsap staan. Tapt u een goeie Carlsberg van tijd tot tijd, en laat u eens goed gaan: elke week kryddersild en rejesalat en 's avonds een beetje gammel ost op uw smörrebröd!' De prinses knikte enthousiast en we namen afscheid, maar niet vooraleer ik haar m'n mobiel nummer en de stellige belofte dat ze me steeds kon bellen gegeven had. In de loop van de daarop volgende weken en maanden kreeg ik de prinses regelmatig aan de telefoon en moest ik haar uitleggen waarom toenaderingspogingen tot Edward Gal, Albert Zoer weinig kans op succes maakten en waarom ze beter uit de buurt bleef van een paar Belgische ruiters die we hier niet bij naam gaan noemen. 'Wat denkt ge van Alexander Johanssmann', klonk het op een dag aan de andere kant van de lijn. Twee maanden later won ze Olympisch teambrons in Hongkong.
Blue Horse Matiné is niet meer. De schimmel is één van die paarden die we nooit zullen vergeten. Misschien ligt het niet zozeer aan het paard zelf. Misschien eerder aan de omstandigheden. Aan het tijdstip. Aan de immer minzame Andreas Helgstrandt die we afgelopen zomer nog zagen met een baby op de arm. Of misschien was het gewoon een combinatie van al die factoren. Aken 2006. De laatste test voor het wereldkampioenschap. De regen gutste bij bakken naar beneden die avond. En ruiters en paarden zochten hun toevlucht in de hal naast het inrijterrein. Jeroen Devroe was er die, toen nog met Paganini, een wonderbaarlijk mooie proef reed die avond. Maar daar gingen we het niet over hebben. Blue Horse Matiné dus. Die me vreemd genoeg, toen ik het berichtje over het jammerlijke overlijden las, deed denken aan een potlood. Het was een imposante hulde die avond, Andreas en z'n wondermerrie onder de spotlights in het volle stadion met een enthousiast klappend publiek. Na de hulde ging de merrie passageren en piafferen, danste de piste uit, in het licht van de spots tegen een gitzwarte hemel waaruit een grijs gordijn neerdaalde. Ondanks dat alles vond hij toch even de tijd, Andreas, om ons te woord te staan. In de gutsende regen. Het was de tijd van balpennen en papier. Doorweekt papier waarop niet te schrijven viel. Een balpen die elke dienst weigerde en het papier alleen aan flarden reet. Sinds die avond hebben we jarenlang een potlood meegepakt. Tot het dictafoontje z'n intrede deed. Adieu potlood, adieu Matiné.
Het stukje van zoveel jaren terug is onderaan terug te vinden. En we voegen ook de link naar de site van Blue Horse toe: http://www.bluehors.net/cms/index.php