40 jaar kinesitherapie praktijk - 95 dagen wandelfeest.
22-06-2018
De ban gebroken: zowel het weer als mijn scheenbeen hebben slechtere tijden achter de rug.
DAG 55: Vrijdag 22 juni 2018
Onder mijn voeten: Boucau – Guéthary 24,7 kilometer.
De ban gebroken: zowel het weer als mijn scheenbeen hebben slechtere tijden achter de rug.
Veel scheelde het niet of deze onderneming was al faliekant mislukt. De ontsteking aan de voorkant van mijn scheenbeen zou ik echt niet kunnen negeren hebben, indien er geen beterschap was ontstaan. Ik kan weer rustig slapen en strompelend aan de motor home aankomen zit er voorlopig ook niet meer in. Finito de pijn, finito het ongemak en finito mijn angst. Gemoedsrust is stimulerend en werkt bovendien motiverend. Het ziet ernaar uit dat de gewoonten van voorheen en de goede form weer worden opgepakt. Ik wandel, mijn linker voet behoedzaam en extra voorzichtig afrollend. Alle obstakels op mijn gaanpad worden angstvallig vermeden om zware druk op de pees te vermijden, maar het loopt zeer vlot en gemakkelijk. Geen pijn. Wanneer ik Boucau verlaat langs de rivier l’Adour, merk ik pas hoeveel “rijkelijk” volk hier wel woont. Heel veel van het zicht onttrokken woningen met velerlei blinderingen en automatische schuifpoorten waar prachtige wagens zich menen achter te kunnen verbergen. Het is alsof ik het ruik, maar door kleine openingen zie ik dure modellen Mercedes, Porsche, Alfa Romeo en zelfs een dure Chrysler. Ook boten staan er regelmatig gestald en heel veel surfplanken op speciale tweewieler-transporteurs. De rivier zelf is imposant en overheerst de omgevende infrastructuur. De spoorweg ernaast lijkt wel een miniatuurtje in vergelijking met deze gigantische waterloop. Ik begin langzaam aan een rode loper te verwerven in deze wandeltocht. Men heeft zelfs een doorgang voorzien voor mij heel speciaal. Impasse Le Fourgeron. Het doorkruisen van Bayon is echt niet van de poes. Mijn GPS daagt me uit en doet me straatje in, straatje uit marcheren. Verscheidene malen moet ik attent zijn want op ronde punten is het mogelijk snel vergissen van straat. Op tijd van 500 meter heb ik soms wel drie kruispunten moeten navigeren. Maar éénmaal aan de andere zijde van de stad lonkt een gigantisch groot meet waar ik lange tijd mag naast wandelen. Het “Lac De Mouriscot” is vergelijkbaar met het meer van Keerbergen, maar dan wel vele malen groter. De huizen die er grenzen aan het water hebben meestal allen hun eigen aanlegsteiger, met bijhorende zeilboot. Ook zwembaden en jacuzzi’s zijn hier goed verkocht geweest. Zij die hier wonen hebben de wereld letterlijk aan hun voeten. Wanneer ik enige tijd bergopwaarts loop en denk dat dit ongewoon lang duurt, heb ik op het puntje van de berg een prachtig uitzicht op de Pyreneeën in de verte, en het daarbij horende zachte landschap dat zich aanbiedt voor dit hooggebergte. Ook de kust dient zich even aan en bij momenten loopt mijn gezichtsvermogen zich vast op kleine bosjes en private woningen die de ware natuurlijke schoonheid van deze regio verbergen en camoufleren. Wetende dat er zulke mooie vergezichten zich bevinden achter deze obstakels maakt me zelfs af en toe wat nijdig omdat ik niet in staat ben mooie kiekjes te maken zonder op privé terrein te komen. We komen aan in Guéthary rond 13.30 en de zon schijnt ondertussen ongenadig fel. Het feit dat ik zonder klachten aankom sterkt me in mijn vertrouwen. Ik denk niet dat de volgende reeks kilometers mij nog erg zullen koeioneren. Maar ik verkoop geen vel van geen enkel beest voor ik het heb geschoten.
Gisterenavond kreeg ik nog een telefoontje van broer Luc. Heel sympathiek vind ik dat, want hij is bezorgd over mijn kwetsuur en gaf me spontaan heel wat goede raad. Aangenaam verrast was ik door zijn telefoontje. Veel dank ook om zijn voorstel thuis de tuin niet alleen in het oog te houden maar ook daadwerkelijk een beurtje te geven.
Ook de mail van Guy stemt mij blij. Guy laat in Spanje wijn bottelen onder een privaat label en geeft die een eigen naam. Bovendien is hij gedetailleerde kenner van verscheidene regio’s in Spanje . Laat het nu een groot toeval zijn maar één van de Cava’s die hij in Kortenberg gaat verkopen heeft hij de naam gegeven: Een moment voor Cava (un momento de Sauvignon Blanc….(hier volgt de naam van de druif)). Terwijl wij hier spreken over “genieten van het moment” wanneer wij een wijntje of biertje drinken. Straf he! Ik wil dat moment bij u wel eens komen proeven in Kortenberg, Guy.
Ook de mail van Hilde Fonderie vind ik zeer positief. Zij stapte destijds als medewerker van Oikoten een week mee met een groep jonge mensen die naar Compostella liepen. Een prestatie vind ik dat wel. Blijven volgen he Hilde en aandacht voor je schouder.
Vannacht slapen we voor de laatste maal deze missie op Franse grond. Morgen bij aankomst bevinden we ons al op Spaanse bodem en ook daar kunnen we goed ons plan trekken, al is het Spaans niet ons beste communicatietaaltje. Deze avond eten kipfilet met Bearnaisesaus en sla en gekookte aardappelen. De drank erbij komt uit een plastiek zakje in de frigo en is roos van kleur. Ik zie je graag terug over een etmaal en dan schrijf ik de blog wellicht in het Espagnols.
Achter mijn handen
DE BMX-KAMPIOENE
Jenny was een meid van negen jaar. Zeer frêle maar voldoende macht en ambitie om er later een heel politiekorps uit te kweken. Ze was behendig en startte explosief als de start van een BMX-wedstrijd werd in gang geschoten. Was van niets of niemand bang en reed elke race alsof ze nooit in haar leven iets anders had gedaan. Geen wonder dat ze met een regelmaat van een klok de wedstrijden waar ze aan begon ook won. Nu zou men dit verschijnsel terecht het Mathieu van der Poel syndroom benoemen. Ze werd door elke tegenstrever evenveel gevreesd als benijd. Geen spaander liet ze heel van de tegenstand en al wie samen met haar aan de vertreklijn stond, reed al voor deze start gegeven was voor een tweede plaats.
Geen verwondering dat het gezin zo fier was op de kleine Jenny. Ze werd met aandacht overstelpt en kon zich heel wat kapsones veroorloven omdat de familiale entourage in haar glorie mee kon delen. Zeg maar gerust een natuurtalent.
Van kwetsuren bleef ze echter niet gespaard. Wellicht mee door haar roekeloze manier van rijden, was er geen weekend of de verbanddoos moest alvorens huiswaarts te keren, bovengehaald worden.
Nochtans een “flauwe-bees” was ze niet. Ze kon zich uiterlijk zeer goed “cool” houden wanneer ze al eens een stevige duik tegen de grond smakte. Het was via de revalidatie van een enkelkwetsuur dat ik deze negenjarige meid mocht leren kennen. Je zou haast denken dat er in dit mensje van amper negen bovennatuurlijke krachten schuilden. Het verbaasde me hoe intensief ze de revalidatie en de proprioceptie oefeningen als een rijpere volwassene aanpakte en afwerkte. Zeer gedreven was ze.
Tegen de tijd van het Belgisch kampioenschap kwam er een intensieve periode op haar af met selecties voor de provinciale kampioenschappen, de interclubs en zelfs de nationale selectie. Misschien was de drukke agenda mee verantwoordelijk voor een ernstige rugklacht na een val. De klacht volgde de prestatiekalender al een aantal weken en zodoende bleven de resultaten wat uit na een heel mooie en lange reeks van overwinningen. Het kopje werd al wat meer naar beneden gericht en de Jenny van weleer moest plaats ruimen voor andere goede toppers in de BMX- reeks.
Ze kwam in behandeling veertien dagen voor de jaarlijkse hoogdag in het racen. Het Belgisch kampioenschap zat er aan te komen en de jonge furie was er helemaal niet klaar voor. De vader had voorgesteld om de rug eens te laten behandelen en los te maken bij de kinesist. Jenny is een viertal keren op bezoek geweest voor de run voor het driekleurige lint. Gaandeweg verwierf ze meer kracht en week de rugpijn. Het bezorgde deze jonge juffrouw een geweldig zelfvertrouwen en de ochtend voor de race in Neerpelt liet ze zich zoals de groten der aarde nog eens goed onder handen nemen. Ze blaakte van overwinningshonger en moest worden tegengehouden of ze had die prijs reeds in mijn kabinet gereden. De wedstrijd vond plaats om 13.00 uur. Ze had beloofd me iets te laten weten als het goed zou zijn. Evident dat ik de wachtende partij was. Een verlossend telefoontje zou mij ook deugd gedaan hebben. Het zou - en ik beken dat uiteraard - mijn fierheid een boost gegeven hebben.
Ik kreeg geen telefoon, ook ’s avonds niet.
Ik veronderstelde dat het zeer flink fout was gelopen tijdens de kamp, want zo zat dit kind echt niet in elkaar.
Ik ontgaf me het uitblijven van enige informatie en begon al zonder er verder bij stil te staan op maandagochtend mijn behandelingen bij de patiënten.
Tot er plots tussen 16.00 en 16.30 uur net eenmaal te veel werd gebeld volgens het aantal patiënten die ik geboekt had. Bij het openen zie ik de sportieve spruit fier en lachend voor de deur staan. Heffend en tillend aan een beker zo groot als haar bovenlijf. Ze lacht al haar tanden bloot en meldt me zo gelukkig en trots dat de “tricolore” binnen is. Op de kast in huis is er toch te weinig plaats, ze schenkt me haar beker van Belgisch kampioene uit dankbaarheid en erkentelijkheid. Zonder die behandeling had zij geen schijn van kans gehad en nu mag ze mee naar het Europees kampioenschap in Zuid-Frankrijk. Dat vertelt ze allemaal in een tijdspanne van nog geen 20 seconden.
Ik krijg nog drie dikke kussen van de joviale jonkheid en moeder pinkt een traantje weg. Dat heb ik haar echt niet ingefluisterd vertelt mama mij. Het eerste wat ze zei na de ontvangst van de beker was: Deze is voor Johan.
Mens, daar alleen al zou je het voor doen in dit beroep.
Wat heb ik toch een mooie stiel uitgeoefend….Het maakt deel uit van je goed gevoel en gelukkig zijn.
Onder mijn voeten: Messanges Boucau 18,4 kilometer.
Nog eventjes rustig aan Johan!
Spelen op zekerheid, dus nog even rustig aan.
De bewolking die ze gisteren voorspelden is er inderdaad. De lucht hangt vol mist en druppeltjes wolkvocht vallen niet gesorteerd en ongecontroleerd wir war op het vochtige gras. Een fel contrast met de blauwe open hemel die zich gisteren ontvouwde. De dag van de familiale scheiding kondigt zich aan in mineur. Vandaag gaan Pieter en Joke richting Picos de Europa en wij trekken verder naar de Spaanse grens. De tocht vandaag werd wijselijk hertekend zodat er maar 18 kilometer moet worden gewandeld. De atmosfeer is zwoel, de ingeademde lucht doet je zweten en de teleurstelling in de Franse meteo begint toch wel aanwezig te worden. De relatie tussen mijn beide voeten en scheenbeen en anderzijds mijn verstand zijn twee extreme polen, maar ze hebben in deze dagen elkaar toch gevonden. Het zou onwezenlijk zijn om te beweren dat mijn onderbeen letsel helemaal is hersteld. De pijn is totaal verdwenen, maar dat maakt het rustig aandoen juist zo moeilijk. Omwille van de zwelling, de warmte op en rondom de pees maar vooral ook de roodheid in de zone van een blinkende huid, besluit ik dat dit euvel nog niet helemaal is hersteld. Ik wil zo graag de andere kant opkijken en enkel het goede nieuws opnemen, maar mijn 5 vijzen bovenaan staan nog steeds mooi in lijn, en daardoor beslis ik de lijn van rustig herstel te blijven aanhouden en het schip nog even niet op volle kracht vooruit te zetten. De focus is nu vooral: met een herstelde pees de tocht volledig kunnen afwerken. Ik heb de dag vandaag aangepast om alzo ook terug volledig op het programma schema te zitten dat ik vooraf thuis in elkaar knutselde. We staan in Boucau aan het kerkhof en laat Boucau nu juist een gemeente zijn die aan de monding van de Adour ligt. De stroom loopt langs de zijkant van het dorp en bij nader toezien is er wel wat industrie. Er werd een speciale spoorlijn aangelegd om vrachtschepen die via de Atlantische Oceaan tot hier geraken te ontladen en ook de hoge kranen en containerterminals doen me denken aan drukke havenactiviteiten. Het centrum heeft enkele zeer mooie handelszaken die helemaal niet Frans lijken. Onderweg merkte ik met een groot woord druk kusttoerisme. Je ziet aan de huizen en de appartementen dat hier ingezet wordt op de toeristische activiteiten en deze sector in de economie. Ook restaurants en strandwinkeltjes belagen de naïeve toerist. Je merkt ook aan de rondrijdende autos dat hier een meer begoede Fransman woont dan in andere delen waar ik doorwandelde. We zitten hier op ongeveer 10 kilometer van Bayonne en een kleine 40kilometer van de Spaanse grens. Dus binnen enkele dagen sloeberen we die zure Baskische wijn. Guy van Sacacorchos heeft me een tip gegeven en die gaan we zeker uitproberen. Wat ik gisteren vergeten te melden was: ons avondgerecht was wederom een groot éénpansgerecht met een grote omelet en gebakken patatjes (de Jos moest erbij geweest zijn) boontjes, tomaten, uien, geknipte selderblaadjes en Frans brood en een flink goed groot glas Bordeaux Rosé. Sonja vindt dat je op vakantie je moet genieten van elk moment. We noemen nu voortaan elk geniet moment waar we iets bij drinken: HET MOMENT. Vanaf morgen wordt weer het normale programma afgewerkt en loop ik van Boucau naar Brana 24 kilometer, en zaterdag staan we dan op Spaans grondgebied in Irun. Graag had ik zaterdag ergens op een camping gestaan om toch zeker de match van de rode duivels tegen Tunesië te kunnen ontvangen. Maar dat zijn zorgen voor later.
Deze avond eten we spaghetti a la Bolognaise met look en gemalen kaas. Daarbij nog wat drank en een zoet koekje als dessert. De rest vertel ik de volgende maal.
Achter mijn handen
ONTMOETING MET EEN ECHTE POPSTER
Het gebeurt niet zo gauw dat je bekende mensen ontmoet binnen je professionele arbeid. Maar toch mocht ik die eer hebben, al moet ik bekennen dat ik er van bij de aanvang niet wist wie die bekende persoon kon zijn.
De broer van een bekende Belgische plaatjesruiter of DJ was als laatste zoon van het gezin gehandicapt geboren. Het syndroom van Down. De man verbleef in een instelling maar op een vrijdagavond werd hij regelmatig bij zijn broer gebracht om daar het weekend te verblijven. Ik had met de broer van de patiënt dan de afspraak dat ik op vrijdagavond mijn behandeling uitvoerde bij hen thuis. Het was er regelmatig een komen en gaan en meestal zat ik met de patiënt in een zijplaatsje alleen de oefeningen uit te voeren. Hij was meestal de laatste patiënt voor het weekend, dus was er een gezellige stemming en ook de bewoner des huizes bood me regelmatig een vrijdagavonddrankje aan zodat de sfeer er goed in zat.
Zo passeerde ik op een vrijdagavond bij het binnenkomen in de living een mij bekend voorkomende man. Ook zijn gelispel kwam mij herkenbaar over en intrigeerde mij. Ik vernam later dat hij blijkbaar op bezoek was bij de diskjockey en die had erop gestaan dat hij bleef logeren voor zijn twee optredens in het weekend ergens te lande. De heren spraken Engels. De hele tijd van de sessie was een zoektocht naar wie die man wel kon zijn. Hij was bekend genoeg geweest om hem te herkennen, maar net niet genoeg om daar een naam op te plakken. Ik was overtuigd dat ik zou te weten komen wie het was.
De stem (ze zaten in de kamer ernaast) was echt wel herkenbaar en ik kon gaandeweg aan die stem een muzikale achtergrond vastklikken. Het timbre echter, de juiste melodie en de titel van het liedje gezongen door deze stem bleven mij ontglippen. Ik werd er nerveus van en was helemaal niet geconcentreerd op mijn werk. Er begonnen allerlei melodieën door mijn hoofd te razen. Het was een kakofonie in een instrumentaal oerwoud. Maar toch herkende ik al enkele uitheemse bomen in deze dooltocht doorheen het muziekbos. Ik riep de woorden voor de geest die het liedje zouden moeten ingeleid hebben. Maar ik belandde steeds weer op diezelfde muzikale komma die me scheidde van het opgelicht sluiertje en de herkenning van de melodie.
Ik gaf me over. Ik vroeg aan de patiënt om even een pauze in te lassen. Ik ga naar mijn gastheer toe in de kamer ernaast en groet nogmaals zijn gast. Onmiddellijk ga ik over naar de Engelse language
Ik zeg tegen de beide heren:
Its amazing. I know you, I do recognize your voice, I remember your kind of timbre and I hear your typical matter of whispering, but I can not place a name on your head. Please Sir, will you help me by telling your name?
De lieve gast bekijkt me een paar seconden, en weer verval ik nerveus en ongeduldig wachtend en snakkend naar DE oplossing in mijn monoloog.:
Im sure you are a well known singer, but I can not remember your name. Will you liberate me out of my unknowledge, please?
De man kan zijn lach amper bedwingen. Hij blijft heel vriendelijk lachen en antwoordt mij met streepoogjes van plezier:
John, I will sing you my song personally for you alone, lets talk about a private show. Perhaps you can guess than who I am.
Zowel de bekende DJ als de zanger gieren van de pret. Ik blijf hopen op een klein mirakel en vrees dat ik zijn naam niet zal kunnen prevelen zolang hij hem zelf niet heeft uitgesproken.
A Capella begint de zanger eerst te neuriën en gaat heel snel over naar gezongen tekst en woorden. Wanneer hij de aanhef maakt van :
Thanks to the Lord for the sun up in the sky . Begin ik mee te zingen en het is alsof de zoldering doorheen mijn schedeldak om mijn hersenbasis ploft. We zitten daar alle drie in de living dat refrein samen te zingen zonder begeleiding. Een moment om nooit te vergeten.
Ik schater het uit: eerst roep ik nog wijzend naar de popster Whistling Jack Smith, maar de heer des huizes verbetert me een beetje opvallend en raspig:
Neen Johan, dit hier is J.Vincent Edwards van het liedje Thanks. In 1969 stond hij vijf weken nummer 1 in de Vlaamse top tien.
We hebben nog wat gekeuveld en iets gedronken. De behandeling werd al neuriënd afgewerkt en ook de patiënt heeft mee gezongen, niet voor publicatie of persafdruk op vinyl vatbaar, wel voor de leute.
Toffe man die J.Vincent Edwards.
Waar angst verdwijnt en blijheid verschijnt, is er vreugde in het kamp .
DAG 53: Woensdag 20juni 2018.
Onder mijn voeten: Messanges – Plage de Penon 15,2 kilometer.
Wanneer angst verdwijnt en blijheid verschijnt is er vreugde in het kamp.
Ik heb het er niet moeilijk mee om te bekennen dat ik twee dagen in angst heb gezeten. Niet omwille van de pijn in het scheenbeen, dan wel om het genezingsproces ervan. Goed wetende, aan de hand van de symptomen wat er aan de hand was en ook beseffend dat een ontsteking van een pees niet zomaar hersteld geraakt, heb ik inderdaad getwijfeld aan de verdere en de goede afloop van dit wandelavontuur. Ik moet in de eerste plaats Ludo Thys uit Lommel bedanken voor zijn goede raad. Ik heb nooit gedurende mijn praktijkcarrière een link gelegd tussen een periostitis of een tendinitis van de Tibialis Anterior spier en het bekken. Bij dieper nadenken moet ik toegeven, Ludo, dat de stabilisatie van mijn bekken en ook die van de onderste ledematen op die bolvormige graszoden danig op de proef zijn gesteld. Ook de vele kilometers op de asfaltwegen hebben mijn scheenbenen niet bepaald een zoet dessert bezorgd. De uitleg die je mij in mijn privé-consultatie hebt gegeven klopt 100%. Ik heb me dus inderdaad niet alleen lokaal behandeld met applicaties en dwarse fricties, maar ook van op afstand vanuit het bekken en de lumbale gordel. Wellicht heeft dat ook bijgedragen tot het succes want: vandaag werd er een succesvolle en volledige positief afgewerkte proefwandeling van slechts 15 kilometer op het programma geplaatst. Bovendien werd het scheenbeen en kuitbeen getaped in visgraadverband met niet elastische tape. Daar werd dan een drukverband opgelegd zodat de pees niet of toch niet te veel frictie kon ondergaan. Het resultaat was schitterend. Ik moet en de Ludo en Joke voor haar lymphedrainage, de ijsapplicaties en de diepere dwarse fricties bedanken. Het is echt niet goed voor de praktijk want normaal zijn daar 9 behandelingen voor nodig. We hebben nu bewijzen dat een tendinitis met een volledige dagbehandeling tot 50 % per etmaal kan verbeteren. Ik ben na de 15 kilometer aangekomen op de bestemming zonder één vorm van last, hinder of pijn. De blijheid en vreugde stroomt hier bij beken uit de zeer goedkope Cava-fles. Mijn vreugde en vertrouwen in een goede afloop van deze onderneming zijn tegen eergisteren met 95 % gestegen. Laat ons zeggen dat ik met mijn hoop op een succesvolle onderneming nu aanbeland ben in de Bel20 index. Ik wil dit herstel en zeker het goedaardige karakter van mijn lichaam op zich niet bruuskeren en besluit om het morgen ook nog éénmaal rustig aan te doen. Waarschijnlijk wandel ik morgen niet meer dan 20 kilometer. Niet omdat ik het wandelen moe ben, wel uit respect voor een herstellende tendinitis aan mijn scheenbeen. Vandaag was de tocht totaal hertekend om te vermijden dat ik zou lopen op asfalt of betonwegen. De ondergrond primeerde en zodanig werd er alleen door de bossen gewandeld op zandgrond, onverharde paden en grasondergrond. We kwamen na 15 kilometer lopen tussen varens en dennenbomen, uit op het strand van Penon. Hoge duinen die meters boven het zandstrand uitpuilen geven een prachtig zicht op de branding en de alom aanwezige surfers. Het blijkt hier een gekend oord te zijn van wind en stevige golven voor surfers en andere plankzeilers. We kruisen dan ook verscheidene Pamela Andersons in mannelijke versie met hun zeilplank en in surfoutfit op ons wandelpad. De strandzone is hier heel abnormaal en onalledaags. De naaldbomen staan tot vlak tegen en zelfs tot in de duinen. Je hebt een bijzondere hoge zandduin die de bossen scheidt van het strand en een meter of 50 verder heb je een uitgestrekt zandstrand waar haast niemand op vertoeft. Totaal en maximaal verschillend van een Belgisch strand. Geen appartementen, geen parkeerplaatsen, geen dijk om op te flaneren. Wel zand en duingras dat zijn natuurlijke functie van anti-erosie deftig kan vervullen met hier en daar een duinenpadje waar mensen naar hartenlust kunnen op wandelen. De sfeer van alhier te kunnen wandelen tegen het zich verplaatsen in Blankenberge tegen het water, is totaal en keinijg verschillend. Over beter of minder goed spreek ik me niet uit. Maar ik weet voor mezelf toch heel zeker wat ik verkies voor mijn vakantie. Tijdens de wandeling wordt er druk verteld over de praktijk. Joke verhaalt over de verschillende patiënten waar ik achter vraag. Maria Crab moet dringend haar laptop laten herstellen want anders verliest ze mij totaal uit het oog. Dat Andre van de klerenboetiek meer moet gaan bewegen heeft ze me ook verteld. Groetjes doe ik ook aan Rose Marie en René. Jos en Vivianne zeg ik een welgemeende groet. Dennis de plaatslager en zijn vrouw groet ik van harte in hun rustoord. Ik hoop dat hij zijn verhaal van de bontmantel heeft herkend. Thereske en Laura heb ik al zo erg gemist, ik denk aan hen, en dat is heel echt waar. Wenend hebben ze de praktijk verlaten toen ik hen de laatste maal had behandeld voor mijn vertrek. ik denk aan heel veel patiënten, maar besef dat ik welbepaalde dingen enkel maar kan koesteren. We zien wel.
Morgen dus terug een inloopwandeling en dan vanaf vrijdag wellicht terug het normale schema. Ik beloof het mezelf dat ik niets wil forceren en desnoods doen we er een paar dagen langer over, maar zoals de zaken er nu voorstaan ben ik een vreugdevol persoon die blij en zonder geluksgrens zijn ding kan en mag doen.
Tot morgen wellicht.
Achter mijn handen
DE STALKER
Op een novemberavond rij ik thuis de garage binnen en stuit op een gesloten achterdeur. Dit is echt wel vreemd, wetende dat sloten bij ons maar enkel worden gebruikt wanneer we met z’n allen het huis voor enige tijd verlaten. Het licht brandde in de leefkamer en ook in de kinderkamers was er licht. Toch bleek de inkom achteraan sleutelvast te zijn verankerd. Waarschijnlijk een vergetelheid van de echtgenote of de kinderen. Dat vaderlief regelmatig wel eens na negen uur ’s avonds durft thuis te komen is toch geen rariteit, dacht ik nog, maar ontgaf me enige andere argumenteerbare reden om zich voor dit voorval te kunnen verontschuldigen.
Bij de eerste klop op de deur wordt al onmiddellijk gevolg gegeven door een op zijn minst toch wel opgewonden vrouw. Ze had deze woensdagnamiddag enkele rare telefoontjes gekregen van waarschijnlijk dezelfde persoon.
De stem aan de overzijde van de telefoon had er maar op los geraasd.
Hij deelde mee dat hij naakt stond en klaar was om in die goedkope pels naar haar toe te komen. Hij wou persé met mijn vrouw de liefde bedrijven en smachtte naar haar mooie lippen. Hij sprak van masturberen en nog andere vrijpostige zelfhulpmiddelen. Het betrof dus duidelijk een grensoverschrijdende monoloog. Nog heel veel gore praat en niets dat deed twijfelen dat deze man met fantasieën rondliep. Na een minuutje legde hij de hoorn weer af en herhaalde deze monoloog na een drietal minuten.
Dat duurde zo enkele dagen na elkaar maar wat ons echter na die twee weken wel al opviel: de tijd voor 16.30 en na 18.00 uur was het rustig en kregen we nagenoeg geen oproepen, ook in de weekends. Dat was echt wel opvallend. De woensdag begon de voorstelling na 13.00 uur. Deze gestructureerde telefoontjes hadden achteraf gezien wel hun reden. De uren dat ik in de praktijk was waren dus begeerd.
Ik besloot om woensdagnamiddag eens mee te luisteren en bleef thuis tot ik een telefoontje kreeg.
De afspraak met Marie-Rose was dat ze de telefoon zou afhaken en als het die persoon betrof mij geluidloos een teken zou geven en ik de hoorn zou overnemen. Ik had me voorgenomen om te reageren alsof hij verkeerd zou verbonden geweest zijn met de rijkswachtskazerne van Veltem destijds. Het kon maar slagen en ikzelf riskeerde daar niets mee.
Het voorspelbaar telefoontje liep binnen. Het scenario werd opgestart en terwijl die kerel maar vuile vunzige praat uit zijn vortig lijf sputterde, meende ik een link te kunnen leggen naar een persoon wiens stem mij echt niet vreemd voorkwam. Alle lampjes flikkerden en alle sensoren piepten tegelijk want ik had echt wel een vis aan de haak. Mijn hersencellen en de bijhorende processors moesten worden afgekoeld want ik kon mij de eerste seconden de naam van die persoon niet voor de geest roepen.
Wellicht overkwam het je ook wel eens dat je iemand op straat herkent maar bij de liefde Gods niet kan denken waarvan je die persoon kent. Dit gevoel maakte ik mee en daarenboven was het dan nog een gevecht tegen de tijd want hij kon elk ogenblik de hoorn toeleggen.
Mijn intelligentie had me niet in de steek gelaten en bleek voldoende te zijn om eensklaps de persoon aan de andere kant van de telefoon duidelijk voor mijn ogen af te tekenen. Geen robotfoto, geen silhouet, geen schim, wel een duidelijk gezicht en persoon die bij deze stem hoorde. Ik kon mij niet vergissen, ik was tweeduizend percent overtuigd dat dit Hugo moest zijn.
Ik krijs heel assertief en heel overtuigend: “Hugo, jonge man, waar ben jij toch in Godsnaam mee bezig. Ik ken u, ik weet wie jij bent, ik weet je wonen, ik ken je geboortedatum en school. Ik weet dat jij het bent en ben zo blij dat deze telefoon wordt afgetapt met de bedoeling jouw telefoonlijn te lokaliseren. Mannetje, wat zit jij in vieze papieren. Dit zou je wel eens heel zuur kunnen oprispen. Ik denk dat je dit verhaal binnen de kortste keren zal kunnen gaan vertellen voor de jeugdrechter, want deze vorm van pesten (toen noemde het nog geen stalken) is zeker bij wet strafbaar. Ik wil je een tweede kans geven en laat je toe dit in de praktijk te komen uitpraten. Indien je binnen de twintig minuten (ijzer smeden terwijl het heet is, en daarenboven wou ik zeker zijn dat hij het was) niet in de praktijk bent, dien ik vanavond nog klacht in bij de rijkswacht tegen jouw persoon.” (dixit)
Nog geen vol kwartiertje later stopt de jongeman van 14,5 jaar bij mij aan de praktijk met zijn fiets en belt lijkbleek aan. Het was alsof hij in acute bloedarmoede vertoefde.
Van één ding was ik al zeker. Mijn gok op de naam Hugo was juist geweest.
Hoe zit dit stalking verhaal in elkaar vraag jij je af.
Hugo (niet de juiste naam) was een patiënt van veertien jaar die wegens een scoliose éénmaal per week houding corrigerende oefeningen moest komen volgen opdat zo zijn rugspieren en buikspieren voldoende stabiliteit en ondersteuning zouden kunnen verschaffen aan de in zijwaartse richting S-vormige scheef groeiende wervelkolom. Deze behandeling spreidde zich over verschillende weken met een frequentie van éénmaal per week. De jongeman kwam dus veelal tussen 12.30 en 13.00 uur als hij van de schoolbus stapte. Daarna ging hij te voet naar Winksele waar hij woonde. Het viel al eens voor dat ze afspraken dat mama hem kwam ophalen maar dat gebeurde eerder uitzonderlijk. Zo ontstond de situatie dat de moeder beloofde hem te komen ophalen maar dit vergeten was. De wachtende kerel zat om vier uur nog steeds in de wachtzaal zijn huiswerk te maken. Ik stelde Hugo voor dat mijn vrouw hem met de wagen naar huis zou brengen, aangezien ikzelf volop bezig was in de praktijk. Marie-Rose (bol.com wordt ze hier in huis genoemd omdat ik maar hoef te bellen en ze is paraat) deed Hugo dus naar huis. Hij bleek zo overdonderd door het lief gebaar en de schoonheid van mijn echtgenote (wat dus pleit voor mijn goede smaak) dat hij bodemloos op haar verliefd werd tijdens de rit naar huis. Wat is er nog meer nodig om zo een jonge puber zijn fantasie te temperen? Zo bedacht hij zich via een eigen gemaakte voorstelling de tactiek om het onbereikbare toch wat bereikbaar te maken. Hij koos voor stalking.
Ik had naderhand samen met Hugo nog een corrigerend gesprek, ook met de beide ouders die zich niet bewust waren van deze praktijken. Op de eis van de ouders moest Hugo zich nogmaals verontschuldigen en beloven dat dit nooit meer zou gebeuren. Zo geschiedde ook.
Mijn tweede dag verplichte rust. Maar er is grote hoop dat ik morgen alweer vertrek!
Bij de voorbereidende gesprekken tussen mezelf en verantwoordelijken van de VZW Oostrem werd onder andere de bedoeling van de gift dezer missie aan hen uit de doeken gedaan., Daar werd ook aangedrongen bij de directeur om de werking en het instituut Oostrem eens nader te belichten. Hier werd ook met aandrang gevraagd de kinesitherapeutische poot van de instelling wat te belichten. Mario Vanhaeren, want dat is de naam van de directeur heeft daar zeer gunstig op gereageerd en schreef als opening van deze dagblog volgende tekst.
In 1982 stapte ik voor de eerste keer binnen in een zeer kleinschalig dagcentrum in de Schapenstraat, Leuven. Een twaalftal volwassenen werden er opgevangen in oude, licht bouwvallige huizen met zeer weinig comfort. Op de bovenverdiepingen woonden studenten die van dezelfde keuken en toilet gebruik maakten. De kinéruimte bestond uit één verzorgingstafel. Rita, de kinesiste, bond er elke dag te strijd aan tegen toenemende contracturen en andere fysieke belemmeringen. Alles gebeurde met mankracht en vooral met een ongeziene gedrevenheid. Dit kleinschalige ouderinitiatief groeide uit tot het Oostrem van vandaag, een zeer sterk gedecentraliseerde en inclusieve voorziening met afdelingen in Herent, Leuven en Haacht. De kwaliteitsvolle ondersteuning voor volwassenen met ernstig meervoudige beperkingen bleef centraal staan. Intussen beschikken wij over verschillende, goed uitgeruste en aangepaste kinéruimten. Tilliften maken het werk lichter en de aangekochte toestellen leiden tot betere therapeutische resultaten. Eén ding veranderende doorheen de meer dan 50-jarige geschiedenis van Oostrem niet. Onze kinesisten en al onze medewerkers werken nog elke dag met dezelfde gedrevenheid die Rita, onze allereerste kinesiste, elke dag tentoonspreidde. Vandaar dat wij ook zo gecharmeerd zijn door het initiatief van Johan. Zijn wandeltocht ten voordele van Oostrem belichaamt perfect waarvoor onze organisatie staat: belangeloze inzet voor anderen; en dat mag gerust gepaard gaan met wat afzien, ongemak en pijn.
Mario Vanhaeren
algemeen directeur Oostrem vzw
De dag begint hier vandaag zeer laat. Op de camping heerst volslagen rust tot 08.30. Wanneer de eerste kuikens alhier de deurtjes van hun motorhome op een kiertje openen. Joke is al lange tijd naar de ophaalplaats van het verse brood gewandeld en haalde er drie Franse bagetten en een aantal koffiekoeken. Op dit uur van de dag is zij al aan haar tweede activiteit begonnen: kruiswoordraadsel oplossen. De kleinste kuikens slapen nog want gisterenavond was er een fuif in hun mobilhome. Om 22.30 werd de nachtstilte geblazen en werd eindelijk de slaap ingezet bij de twee allerkleinsten. Natuurlijk moeten die uitslapen. Wat hebben die een pret gehad in hun kleine huisje. Vandaag zijn ze gaan wandelen naar het strand in de voormiddag en deze namiddag wordt er gezwommen in het plaatselijk zwembad hier op de camping. Ik vermoed dat het voor die jonge kampeerders hier een zalige plek is om te vertoeven. Ook de meteo begint zijn betere zijde te vertonen. Deze morgen nog in een grijze zone opgestaan maar éénmaal de klok negen uren sloeg brak de zon erdoor en met glorie overwon ze de wolkenwaaier die haar de vorige dagen de pas afsneed. Het is hier om en bij de 26 graden maar als je naar de hemel kijkt zie je op vele plekken die grijze massa tussen andere blauwe puzzelstukjes. Morgen geven ze hier droog en 30 graden. Sonja gaat deze avond een Spaans gerecht maken in de grote Paëla-pan. Dat zal weer smullen worden.
Met de pees gaat het beter, niet helemaal weg, maar ik gewaag van een 70% pijnverlichting. De ongemakken tijdens het marcheren zijn haast verdwenen, en ook het strekken van de voetpunt (stretchen van de Tialis Anterior spier) is de pijn opmerkelijk getaand. Er is zeer grote hoop dat ik morgen opnieuw van start ga. Ludo Thys, mijn getrouwe vriend van de zo beruchte Ter Borcht tijd, heeft me ook enkele te gebruiken tips gegeven om te behandelen. Bovendien draag ik nu sinds gisterenmiddag een kompressiekous waardoor de pees zelf minder frictie ondervindt. Dat heeft ook al heel veel geholpen want het oedeem is zienderogen verdwenen en manuele druk op de pees lokt geen pijn meer uit. De gisteren nog aanwezige crepitaties hoor en vooral, voel ik nu al niet meer. Hoop in bange dagen maar er is hoop en dat is belangrijk. Hopelijk genieten jullie van de praktijkverhalen en zoals Guy me schreef, soms zo aandoenlijk en reëel.
Achter mijn handen
MIJN ALLEREERSTE BELASTINGCONTROLE
Mijn zelfstandige activiteit valt uiteraard ook onder de wettelijke fiscale verplichtingen. Een zeer duidelijke informatieronde vooraf bij twee sociale verzekeringskassen en enkele bezoeken aan reeds zelfstandig gevestigde kinesitherapeuten hadden me zeer wijs gemaakt betreffende heikele punten binnen mijn beroepsverplichtingen. Nog voor ik van start ging had ik me aangemeld bij een boekhoudkundig bureau en gevraagd naar een vaste begeleider die ook bij problemen mijn vast aanspreekpunt kon zijn. Toen in de jaren zeventig lukte dat nog. Telefooncentrales met een automatische doorverbinding naar zelf te kiezen nummer menus bestonden helemaal nog niet. Het was de tijd dat telefoons nog maar enkel konden werken via een draaischijf. Ik dacht van mezelf en zonder hoogmoed dat ik degelijk op de hoogte was van het reilen en zeilen binnen de belastingmaterie.
Mijn persoonlijke boekhouder had me ooit bij een verkennend gesprek verwittigd dat de eerste drie jaren van je zelfstandige activiteit alle controlerende en parastatale instanties mij rustig zou laten werken.
Niemand zou ook maar via een tussentijdse evaluatie nagaan hoe uw zakencijfer evolueerde. Het interesseerde die aasgieren voor geen zier. Pas na drie jaar werken mocht je voorbereid zijn op een hinderlaag of een attack in de rug. Na drie jaar zou enerzijds het sociaal verzekeringsorganisme met terugwerkende kracht bepalen hoeveel je bijdragen zouden moeten geweest zijn. Dit werd vergeleken met hoeveel je reeds had betaald via een voorlopige bijdrage. Het verschil dat meestal in jouw nadeel was en dus diende bijbetaald te worden gaf men een naam: regularisatie. Hij gaf me ook een voorbeeldje: veronderstel dat je elk trimester van een inkomstenjaar tienduizend frank te weinig had betaald, dan kom je tot een extra regularisatie van veertigduizend frank per jaar. Voor drie jaren bedraagt deze regularisatie dan gemakkelijk honderdtwintigduizend frank. Dat was punt één. Anderzijds zou je na drie jaar ook een afrekening mogen verwachten van de fiscaliteit. Deze heren zijn ook geen amateurs. Het zijn lepe en zeer onaangename onderhandelaars.
De stoïcijnse cijferteller voorspelde mij dat na dit derde jaar de meeste zelfstandigen ofwel lukten, ofwel mislukten. Hij gaf me een onvergetelijke goede raad. Hij stelde voor dat bij elke ontvangst van honderd frank uit erelonen, ik er zestig zou opzij zetten. Eén derde gebruiken voor onkosten binnen het bedrijf, twee derden sparen voor dat derde jaar. De gezinskosten moest mijn echtgenote de eerste drie jaar maar op zich nemen.
Dit was de gouden raad. Ik wou absoluut behoren tot het gedeelte van zelfstandigen die na drie jaar konden overleven. Ook al waren het soms zware tijden en was de sneeuw niet altijd wit
Met bibberende stem liet ik na drie jaar de belastingcontroleur via de voordeur binnen. De boekhouder zat reeds aan de tafel in de living te wachten. Blijkbaar kenden ze elkaar. De controleur converseerde met mijn boekhouder. Niet met mij. Zijn boekentas had hij neergezet op de zitting van een mooie stoel aan onze poepsjieke eettafel. Hij haalde documenten boven, twee farden, een brooddoos, een thermos, een keukenhanddoek en een plastieken tas. Ik zag precies een tafereel uit de legendarische reeks van de collegas. De controleur uitte heel laconiek en zonder verpinken dat deze dag hem zo een slordige driehonderdduizend frank zou opleveren. Hij had mijn dossier op zijn bureau in alle rust kunnen voorbereiden en dit was echt wel spek naar zijn bek lachte hij luidop met zijn net zelf gemaakte grap. We bleven ernstig en begrepen de humor van deze opmerking niet echt.
Ik hoorde de kassa al rinkelen, en hield mijn broek goed dicht. Krampjes in mijn buik, paniek en ongerustheid werd er gezaaid en de groei ervan was verzekerd, want de plantjes stonden in goede mest. Het begon met de navraag naar allerlei documenten die echt wel één voor één allemaal goed in orde waren en dat stemde de pseudo Gestapo afgevaardigde al wat milder. Toen ik hem vroeg of hij geen zin had in een tas koffie, antwoordde hij heel nors dat hij zich niet liet vangen aan omkoperij of andere charme-technieken. Mijn boekhouder had er wel zin in.
Alle gevraagde bewijzen, facturen, notas en attesten waren 100% in orde. Hier en daar werd er al eens van mening gewisseld over een factuurtje dat niet bij de onkosten hoefde opgenomen te worden, maar het bleef sportief en bevattelijk. Waar zou hij in godsnaam die driehonderdduizend frank dan gaan wegpikken dacht ik. Ik was vergeten dat zij geniaal zijn in muggenzifterij.
Ik volgde die tijd vanaf dag één van zelfstandige activiteit een vijfjarige postuniversitaire cursus in het toenmalige Universitair centrum van Antwerpen. Die cursus kostte me elk jaar net geen honderdduizend frank aan inschrijvingsgeld en te gebruiken materialen. De cursus was toen reeds drie jaar bezig. Dus in totaal was dat reeds driehonderdduizend frank cursusgeld die ik had ingebracht in de post beroepsonkosten. O wat heb ik toen heel naïef geantwoord .
De hamvraag op het einde van de controle die de belastingambtenaar mij gericht stelde:
Die cursus acupressuur en acupunctuur die je volgt aan de unief in Antwerpen, noem je dat een specialisatie of een bijscholing? Mijn boekhouder had me vooraf verwittigd dat hij altijd zou antwoorden wanneer ik het niet zou kunnen. Deze materie was nu echt wel iets waar ik zelf kon op antwoorden. Ik noemde het met enige fierheid en assertiviteit een specialisatie naast mijn universitaire vakopleiding. De materie was immers totaal taboe geweest in mijn standaardscholing in Leuven.
En wat graag wou ik mij als kinesist in Herent wat onderscheiden van de andere revalidatiekleppers door een alternatieve blik te werpen op revalidatie en herstel. Niet overdreven vond ik dat ik mocht stellen dat een bijscholing iets is waar je reeds enige kennis over bezit. Accupunctuur was voor mij een totaal nieuwe wetenschap en nog wel erg bruikbaar binnen mijn praktijkgebeuren vertelde ik. Wat was ik verkeerd, wat had ik mezelf erin gepraat.
De controleur vouwde zijn papieren toe en zei tegen de boekhouder: Voilà, mijn driehonderdduizend frank zijn verdiend. Inderdaad, die cursus heb je niet nodig om je beroep te kunnen uitoefenen. De cursus geeft alleen maar een meerwaarde aan je technieken en je kunnen. Onbegrijpelijk standpunt vond ik, en zo trad de boekhouder mij ook bij. Het had geen zin want vastberaden meldde de toezichthouder dat indien ik niet akkoord zou gaan met dit standpunt ik maar een bezwaar moest indienen bij de directeur van de directe belastingen in Leuven vier. Ik had weinig kans om dit pleidooi te winnen zei hij er nog bij, want hij werkte strikt volgens de richtlijnen die zijn oversten hem hadden opgedragen.
Wat er op zon ogenblik door je hoofd raast is te vergelijken met de orkaan Irma die in 2017 over de Westkust van Amerika een spoor van vernieling achterliet. Een paar seconden viel de stroom uit en heel eventjes zat ik in het donker zonder licht. Ook de luidsprekers vielen uit en ledematen plaatsten zich in stand by. De bezorgde boekhouder stond cool en rustig rechtop van zijn stoel en stommelde iets tussen zijn tanden van onbegrijpelijk standpunt en niet mis te verstaan malentendu. Hij zou deze controle echt niet voor akkoord ondertekenen en kende de te volgen procedure.
Na het betalen van mijn achterstallige belasting op dat jaarinkomen werd inderdaad een bezwaar ingediend bij de directeur van de directe belastingen omwille van deze onbegrijpelijke beslissing.
Deze directeur was een zeer aardige en fantastisch aimabele persoon. Hij luisterde naar ons verweer, want de boekhouder was met mij mee gegaan naar het belastingkantoor. Na onze argumentatie uitte hij een zeer kordate maar zeer geruststellende uitspraak. Er werd beloofd deze controle samen met de voormalige contoleur te herzien en de kans zou groot zijn dat er een oplossing aan het dossier zou gegeven worden. Alleen moest die oplossing in samenspraak met zijn ambtenaar gevonden worden.
Enkele maanden later kwam het verdict. Ik werd volledig vrij gepleit van enige taxatie en kon dit inschrijvingsgeld integraal verder blijven inbrengen in de post van mijn beroepsonkosten.
Bovendien kon ik het betaalde fiscale bedrag in mindering brengen bij mijn volgende aangifte.
Daarbij kwam dat diezelfde ambtenaar gemuteerd werd naar een kantoor van drie op drie meter om daar interne controles uit te voeren. Bij fysieke personen mocht hij geen controles meer uitvoeren.
Veel later, bij navraag naar de naam van die persoon, bleek dat deze ambtenaar op verschillende pijnlijke teentjes had gestaan binnen de regio. Hierdoor was hij wat zijwaarts gemuteerd binnen de dienst.
Merkwaardige opmerking bij dit verhaal Het is mijn eerste controle geweest en sindsdien heb ik 37 jaren lang geen controle meer moeten ondergaan.
De pijn in mijn pees aan de voorkant van het scheenbeen is s morgens voor 30% vermindert. Ik had nochtans alles op alles gezet om via medicatie, dwarse fricties en Reparil zalf onder plasticfolie de aanstormende ontsteking in te dijken. In deze omstandigheden zou ik aan mijn patiënten aanraden om de pees de kans te geven te herstellen en volledige rust in acht te nemen. De beslissing wringt maar ik weet dat de rede het hier moet halen op mijn goesting, zo niet zet ik een heel deel van de verdere tocht op de helling. Ik besluit twee dagen volledige rust te nemen met verdere verzorging van deze pees. Het scheenbeen is licht gezwollen en roodheid en een branderige pijn verraadt dat er een tendinitis op handen is. Ik ga me twee dagen intens verzorgen met in acht name deze voet zo weinig mogelijk te belasten. We zien dan wel op korte termijn hoe het verder gaat. Bovendien ben ik wel fel afgeleid van mijn gedwongen keuze. Pieter en Joke komen met de kleinkindjes vandaag de oma en de opa bezoeken op de camping hier in Messanges en bovendien is er om 17.00 uur de match van de rode duivels tegen Panama. Verstrooiing genoeg dus. We verwelkomen de kleinkindjes en hun ouders tegen 15.00 uur en meteen wordt hier een Belgisch dorp opgebouwd. Een vlag van de Red Devils en allerlei kleine driehoekige Belgische wimpels moeten duidelijk maken dat hier Belgen logeren. Recht over ons staat een Nederlander die ons veel geluk wenst en toch schamper moet opmerken dat er tegen Panama minstens met vier doelpunten verschil zou moeten gewonnen worden. Hun kaasploegske mag zelfs niet meedoen met dit tornooi, heb ik gedacht. Het weer is hier nog steeds hetzelfde. Wonderbaarlijke wolken die af en toe de zon afschermen en zich met tussenpozen ontladen van een massa water. Het regende hier wel 15 maal vandaag, gelukkig nooit heel lang.
Vanavond eten we een koude visschotel met gerookte zalm, Franse maatjes, Frans brood en sla met tomaatjes, ui en komkommer met mayonaise. Daarbij een fris wit wijntje en als dessert wat Franse Tomme kaas en geitenkaas uit de Gironde streek.
Morgen wacht ik af en durf ik echt niet beloven te zullen aanzetten. Veel hangt af van het herstel van deze Tibialis Anterior pees. Ik denk enkel te zullen vertrekken als er geen drukpijn meer is en ook alle symptomen van de ontsteking verdwenen zijn. Niet panikeren we komen er wel.
Achter mijn handen
VAN MANNEQUIN TOT ANOREXIA PATIËNT
Ze was een beeldschoon meisje op haar zestien. Enige dochter van een gezin waar de man een bouwkundig tekenaar was in een groot architectenbureau. De moeder was een zelfstandige en verkocht bloemen in haar eigen florissante bloemenzaak. De vrouw was voor de commercie geschapen en had thuis als jong meisje de stiel al heel vroeg gadegeslagen en geleerd. De hele gemeente kwam bij haar over de vloer want zij was toen nog de enige bloemenzaak in het dorp. En of ze veel geld verdienden maar er ook hard voor werkten.
Het tekenbureau van de man was de bouwmaatschappij die het World Trade center in Brussel realiseerde in de jaren zestig. Hij was daar zeer fier over dat hij daar aan meegetekend had. Hij werd vervroegd op arbeidsongeschiktheid geplaatst omwille van een slepende spierziekte.
De ziekte van Steinert is een aandoening waarbij de spieren langzaam wegsmelten zoals boter in de zon. De mensen die getroffen worden door deze ziekte verliezen stelselmatig hun kracht in alle spiergroepen, maar vooral in de eerste fase in groepen die het verst van de romp liggen en ook vooral in het aangezicht. De slachtoffers van deze aandoening kunnen in eerste instantie gediagnosticeerd worden door een typische actiemyotonie (wanneer deze patiënten bvb je de hand schudden, kunnen ze die hand niet plots ook loslaten. Deze hand kan maar langzaam aan vertraagd ontspannen na een contractiefase). De zieken worden zwaar invalide omdat gaandeweg alle spieren hun kracht en dus ook hun functie kwijtspelen. Zo ook dus bij deze man. De dochter werd op haar zestiende haar vader ontnomen. Op dat ogenblik was ze via een mannequinbureau net begonnen in de wereld van foto-shoots en presentatiemateriaal om zo haar talent te showen op de catwalk. Ze mocht hier en daar bij wijze van kennismaking al eens een presentatie doen van lingerie en huwelijkskledij. Haar maten waren perfect en het snoetje mocht gezien worden. Ze timmerde zo aan haar eigen weg maar een doorbraak bleef uit.
Ze trachtte na deze presenteerfase samen met moeder een nieuwe bloemenzaak op te bouwen buiten de gemeente, maar ook dat liep niet zoals gepland, omdat toen ook bij haar de eerste signalen van de ziekte van Steinert de kop opstaken.
Via een drukke sociale kalender en veel uitstapjes leert ze een jongeman kennen die samen met zijn vader stoffen en linnen verkoopt. Ze hadden thuis een stoffenwinkel maar deden drie keer in de week ook de markten in de buurt. Hij was ook enige zoon. Die mensen verdienden in die tijd meer dan de kaas en de hesp op hun dik met boter besmeerde boterham.
De vader was niet zo gelukkig met de keuze van de zoon omdat hij alzo vreesde dat het opgespaarde gezinskapitaal mee in vreemde handen zou komen en daar was hij altijd angstig voor geweest. Bovendien gedroeg de vader zich ultra-conservatief, ook bij de opvoeding van de ondertussen dertigjarige zoon. Ondanks vele tegenwerking en vertragingsmaneuvers van de ouders huwde de zoon zijn geliefde en wordt er gesproken van eeuwige trouw.
Om zijn vader ter wille te zijn belooft de zoon bij zijn ouders in te wonen op het verdiep boven de stoffenwinkel. De ouders woonden op het gelijkvloers achter de winkel. Het gebouw was groot genoeg om vier-vijf gezinnen te herbergen, maar toch te klein om twee gezinnen hun gezellig warm nestje te bieden. Veel spanningen, veel geruzie en gepest en gehakketak maakten dat de ongelukkige schoondochter na enkele jaren bij in te wonen, terug bij haar moeder introk.
Er was echter geen sprake van een scheiding. Haar echtgenoot kwam haar dan twee, soms drie keer per week opzoeken tussen de markten door en meestal zonder dat zijn vader en moeder ervan afwisten. Een heel oncomfortabele toestand, de zoon was daar niet zo gelukkig mee en belandde vrij snel in een depressie. Deze mentale achteruitgang werd door vader niet in dank afgenomen. Meermaals dreigde hij zoonlief te onterven als hij niet wat van zich afbeet en al die flauwekul van neerslachtigheid maar te laten voor wat het was. Werken, verkopen en geld verdienen zou hem wel genezen. De pater familias zag echter niet dat zijn zoon tussen twee stoelen belandde, want de zoon zag zijn echtgenote nog wel graag maar geraakte niet los uit de klauwen van zijn ouders.
Ondertussen rukte de ziekte bij zijn vrouw verder op. De loopgang werd moeilijk, allerlei bewegingen verliepen minder goed omdat kracht en controle verdwenen. Zijn vrouw deed moeite om de kwaal zo lang mogelijk de baas te blijven. Wanneer het zelfstandig eten echter niet meer mogelijk was, verscheen een mijlpaal in haar leven en wist deze jonge vrouw dat herstel en zelfs maar behoud van de huidige toestand niet meer mogelijk zouden zijn.
De echtgenoot kwam nog steeds met een regelmaat van twee, drie keer in de week langs maar zag ook het schrijnende van deze hopeloze situatie in. Net toen hij het besluit had genomen dat het op deze wijze niet meer verder kon, besloot hij om het ouderlijk huis te verlaten op straffe van onterving door zijn eigen vader, om dus bij de schoonmoeder en echtgenote te komen inwonen, en zo krijgt het verhaal een noodlottige wending.
Wat er enkele uren voor het drama gebeurde weet niemand, kon ook achteraf niet meer gereconstrueerd worden. De jongeman van amper 40 jaar werpt zich in een wanhoopsdaad onder een voorbij zoevende trein kort bij zijn woonplaats. Details die ik vernam bespaar ik de lezer, maar je hebt geen besef wat zon actie aan verdriet en leed achterlaat.
De administratieve mallemolen en plichtplegingen was voer voor advocaten. Ook aan heel veel indirect betrokken mensen werden er mokerslagen uitgedeeld. Twee dagen voordien nog had de echtgenoot mij de plannen ontvouwd om in de leefkamer een grotere zetel te plaatsen zodat ze met hun drieën gemakkelijker naar de televisie konden kijken.
Het financieel plaatje dat de spoorwegen voorleggen van zon wanhoopsdaad wil je niet geweten hebben. Het werd me allemaal als vriend des huizes meegedeeld en ik weet dat ik er heel regelmatig met een zware krop in de keel naar buiten kwam. Infrabel diende een schadeclaim in van om en bij de twintigduizend euro.
Het rouwproces wordt sereen en met het nodige respect doorworsteld. Het verdriet duurde maanden en met momenten verging het met de jonge weduwe beter, maar vrolijk heb ik haar sindsdien nooit meer gekend. De ziekte nam ook steeds meer van haar vitale functies in beslag.
Het gevolg van rouwen is dikwijls ook dat je gewicht verliest. Wat begon als een logisch gevolg van dit verdrietig zijn, evolueerde op enkele maanden naar een onrustwekkende toestand. Het gewichtsverlies nam opmerkelijke proporties aan. Je kon het merken aan de gedragen kledij, aan de te grote schoenen, aan de bustehouders, aan de horloge om de pols, aan de bril die plots van de neus begon te zakken. Een opname in Gasthuisberg werd gepland en daar werd vastgesteld dat anorexia de oorzaak was van deze spectaculaire gewichtsafname. Het is heel eigenaardig, want toen ik de vrouw in één van de meer vertrouwelijke gesprekken vroeg of ze misschien wou sterven om zo bij haar overleden man te zijn, schudde ze heftig neen. Ze kon echt letterlijk niet meerdere happen voedsel de keel laten passeren. Zo expliceerde ze mij althans. Ze had geen honger, geen goesting, geen kracht, ook geen behoefte zei ze me. Wanneer ik voorstelde om voor onze vriendschap te bevestigen wat moeite te doen en vloeibare eiwitten te eten om zo toch een wending te geven aan deze aftakelende toestand, heeft ze dat gedaan. Vrij snel werd de tol betaald en kreeg ze hevige buikklachten en moest ze overgeven. Ik vermoed dat het een onbewuste vorm van rouwanorexie betreft. Ik heb het tot heden toe nooit begrepen. Nog twee jaar lang heeft deze situatie aangesleept. De patiënte woog bij haar laatste controle nog 38 kilo, ik hield het niet voor mogelijk dat zon deerlijk levend wezen van botten en vlees nog leefbaar kon zijn.
Niet zo lang na deze laatste controle werd ik ernstig ongerust toen de zieke tegen mij bijna onverstaanbare wartaal begon te praten tijdens de behandeling. Ik wist meteen dat de laatste fase aangebroken was. Dit kon niet lang meer duren nu ook de hersens hun functie niet meer aankonden.
Vier dagen nadien kwam het haast verhoopte en verlossende bericht dat de vrouw overleden was.
De moeder van de vrouw stierf enkele maanden later ook, wellicht van verdriet.
Al lang verwacht...de eerste peespijnen aan het scheenbeen.
DAG 50 Zondag 17 juni 2018.
Onder mijn voeten: Cerboi Lesperon 29,7 kilometer.
Al lang verwacht de eerste peespijnen aan het scheenbeen.
De dag die vandaag zou moeten gewandeld worden ging richting zuiden en omvatte een 30 kilometer. Om 06.50 waren de Hiesentriets al in staat van paraatheid en blinde opoffering want toen ik terug keerde van Jak zijn eerste dagdagelijks lozingsritueel, was de koffie al klaar en stond de tafel helemaal gedekt. Wat zijn die beide dames wel erg toegewijd, ik voel het aan alsof ik geen armen en benen heb om het zelf allemaal te doen. Maar mij hoor je dat tegen hen niet zeggen Al ben ik ze erg erkentelijk om zoveel overgave en inzet. Het liep wat eenzaam vandaag. Om 07.40 vertrokken en stipt om 10.20 kwam ik mijn eerste auto tegen. Het leek hier in de Landes wel een autoloze zondag, vanmorgen. Nochtans liep ik 80 % van de af te leggen weg langs lintenlang asfalt en een deel zelfs vlak naast de autostrade. Het lukt me echter wel om twee Nederlanders op een fiets te groeten die samen met mij een scherp bergje beklommen. Ik kom haast samen met hen boven al was hun groet gegeven onderaan op de start van de klim, een kleine 400 meter eerder. Heimelijk had ik daar wel wat plezier in dat ze met hun fiets niet veel sneller omhoog reden dan ik te voet. Eénmaal op het vlakke slaan ze natuurlijk het gat. Ik wandel na 10 kilometer al een tijdje met een slecht gevoel op mijn linker scheenbeen onderaan. Ik besef maar al te goed wat er aan de hand is en stop om de pees die mijn voet moet liften, in te tapen en alzo te ontlasten. Het helpt uitstekend, al verschijnt er na 20 kilometer opnieuw een last die mij herinnert dat deze voet al zo dikwijls werd gelift en afgerold. Ik vervang de gewone tape door een flexi-tape en een rekbare windel. Ook dat heeft me geholpen om de eindmeet in min of meer comfort-status te bereiken. Onmiddellijk wordt er ijs boven gehaald en leg ik er koude kompressen op samen met Reparil-gel en Voltaren, die ik verpak onder een plastiek verband met keukenfolie. Het vervolg zullen we morgen wel zien, want ik heb me daarenboven ook voorzien van een ontsteking werende medicatie. Ibuprofen 600 van Sandoz stak in mijn medicijnkast, en daar leg ik voorlopig mijn boontjes in te week. De derde dag in de Landes was ook weer een mooie ervaring maar het lijkt mij binnen dit avontuur wat overbodig want veel verandering in het landschap is er alsnog gedurende de laatste drie dagen niet geweest. Geloof me vrij, de eentonigheid langs de zijkanten werkt zowel demoraliserend als demotiverend, en aan beide wil ik me niet verbranden. Ik zie vandaag zelfs haast geen huizen want deze zone is eigenlijk niet bewoond. De schaarse woningen die je op de weg tegenkomt zijn meestal buitenverblijven ofwel Gîtes om te verhuren. Geen landbouw, geen industrie, geen commerciële centra en geen kleinhandelaars. Geen economisch hart dus, waardoor er ook weinig aantrek is. Enkel varens en hoge aangeplante Pinussen. Eigenlijk teveel van het goede en het mooie.
Ik ontmoet de dames op de afgesproken plaats aan het kerkhof in Lesperon. Ondertussen heeft er een decorwissel plaats gevonden. Met lange halen werd de grijze en sombere dakbekleding boven mijn hoofd in de wolken rond 11.15 vervangen door een krachtig en helder zonnetje. Niet constant, wel met lange pozen om af en toe wat warmte, licht en energie bij te gaan tanken gedurende meer donkere perioden. Soms loop ik in de zonnestralen, soms wandel ik een schaduwloze grauwere zone. Ik eet mijn boterhammetjes op een boerenerf, zittend op de rand van een 6-ploeg. Immens groot en lang is zon ding. De poes van het erf zit in de typische zwarte-kat-houding geïnteresseerd mijn appetijt te schouwen. Nog een uurtje wandelen en mijn kilometers zitten er voor vandaag weer op. Stelselmatig wordt ik meer en meer naar de uithoek van Frankrijk gestuurd, want Biarritz is de hoek waar ik Frankrijk wil verlaten en Spanje ga betreden.
Deze avond eten we Provencaalse Boeuf met patatjes en boontjes met Mayonaise en gesnipperde uitjes. Dat wordt in ons maagske gespoeld door zelf meegebracht gerstenat uit Belgie, maar we mogen er niet te veel oprispingen bij laten, want als den Duvel ontsnapt op de parking van een kerkhof liggen al die lijken hier in de kortste tijd in de verleiding.
Morgen treffen we Joke, Pieter en de kleinkindjes in Messanges. Op de camping Aquitaine zullen we allen in tricolor tenue naar de voetbal kijken (Belgie Panama) en dan dinsdag doen we onze eerste wandeling samen. Bedankt aan de miljoenen melders dat mijn blog plat lag gisteren. Mijn mailbox kon het amper verwerkt krijgen, maar heimelijk lachte ik in mijn vuistje want nu weet ik tenminste met zekerheid dat er meerdere volgers zijn. Toch bedankt om zo snel te reageren. Ook aan den Timo nog eens bedankt. Morgen passen we het programma een heel klein beetje aan zodat we arriveren in Messanges in plaats van Megascq. Maar dat is geen enkel probleem.
Tot morgen.
Achter mijn handen
AFSCHEID VAN EEN VRIEND
De man had een zware hersenbloeding gehad en was hierdoor in zijn dagelijkse bewegingen beperkt. De gang was moeilijk omdat het rechterbeen niet zo goed meer kon buigen en ook de controle over de plaatsing van de voet was moeilijk. In zijn vorig actief leven was de patiënt een zelfstandige schilder geweest die van zeer vroeg in de ochtend tot zeer lang na vijf uur s avonds op de ladder stond. Hij was ook nooit vies geweest van een pintje en bracht tijdens zijn actieve loopbaan menig café in moeilijkheden door een acuut biertekort. Het waren de heroïsche tijden waar vriendschap en commercie elkaar ontmoetten aan de toog. De schilder wist me te vertellen dat zijn stamcafé eigenlijk zijn bureau was. Als ze de schilder moesten vinden ging men naar het café waar hij de avond placht door te brengen onder vrienden. Contracten werden niet opgemaakt en zelfs niet getekend, afspraken daarentegen werden er wel gemaakt, en bezegeld met een pintje. Hij was een correcte stielman, hij maakte perfect werk en zijn loon was nooit overdreven. Dat heb ik vernomen van mensen waarvoor hij had gewerkt. De man deed het werk ook zeer gaarne, en hijzelf was absoluut niet afkerig van een inspanning. Hij werkte ook steeds alleen, van gasten moest hij niet hebben zei hij me ooit eens. Ooit moest hij een dakwering van 36 meter afschuren en schilderen op zijn eentje. Het was op één week geklaard
Tot hij op 56 jarige leeftijd door een hersenbloeding geveld werd.
Hierdoor was hij hemiplegisch (halfzijdig verlamd) en ook zijn spraak was niet optimaal. Eénsklaps moest hij zijn leven anders gaan schikken en werd hij van de ene dag op de andere zwaar hulpbehoevend. De echtgenote die hem zeer behulpzaam was en de man koesterde als een goudklompje, verzorgde hem zo goed en kwaad ze kon. Ze deed dat heel goed. De heer des huizes mankeerde niets. Zelfs zijn pintjes werden voor hem aangehaald en flesjes werden voor hem zelfs afgetrokken. Tot de huisarts beval ook de alcohol te rantsoeneren. Twee pintjes per dag was toegelaten. Sinds die dag begon een heel klein beetje de hel voor mijn vriend.
De patiënt was vriendelijk naar zorgverstrekkers toe en was meestal in een guitige bui. Hij nam zijn handicap zeer goed op en nooit of nooit kwam er één klacht over zijn lippen. Nooit klaagde de man over pijn. Zelfs niet wanneer hij na een val zijn rechterheup brak. Hij heeft nooit uiting gegeven van enig ongemak of zeer. Enkel zijn pintjes, daar had hij alles voor over.
Wanneer ik aan de zieke oefeningen voorstelde was er regelmatig een onderhandelingsronde. Over de af te leggen afstand, over het aantal keren, over de moeilijkheidsgraad of de modaliteit van uitvoering. Hij was zeer bedreven in overreden en argumenteren. Vanaf een zeker ogenblik wou hij echt niet meer buiten op straat gaan wandelen. Ik vermoed dat hij een beetje verlegen werd om zijn manier van wandelen en zijn handicap in het algemeen. We liepen dan via de gang naar de berging en brachten dan telkens een pintje mee uit de reserve bak. Dat stak ik dan in zijn broekzak zodat zijn oefening door deze ballast wat zwaarder uitviel. Maar zo had zijn wandeling dan tenminste een doel zei hij.
Steevast, wanneer ik de huiskamer binnenkwam zat hij in zijn lederen twee-zit. Steeds op dezelfde plaats en altijd in dezelfde houding. Het was zo een voorspelbare situatie. Jaren heb ik hem zo gekend. Zijn echtgenote grapte soms van een stukske meubilair. Het liefst van al werd hij gerust gelaten. Hoe graag hij de kleinkinderen ook zag, hij fleurde op als ze de deur uitgingen want dan keerde in huis de rust weer zei hij.
Eénmaal heb ik de pan bij de steel gepakt en hield ik tijdens de gangoefening zijn pintje met gestrekte arm voor zijn neus. De opdracht was om via de mars dit pintje te pakken te krijgen. Daar heeft hij nog dikwijls nadien om gelachen. Frappante opmerking: de afstand werd in een mum van tijd overbrugd.
Zo hadden we nog tal van fratsen uitgehaald en wanneer het humeur niet goed was, hielp een verhaaltje van vroeger hem er wel bovenop.
De man zijn dood was voor mij persoonlijk erg speciaal.
Ik ging er twee keer in de week langs. Wanneer ik de laatste vrijdag bij de patiënt op bezoek ging, merkte ik op dat hij erg zwaar hoestte en moeilijk ademde. Ik had een paar keer getappoteerd om de fluimen los te krijgen en dat had geholpen, maar de zieke was niet erg spraakzaam geweest en had koorts. Ik stelde de mevrouw voor om zaterdag opnieuw langs te komen om haar echtgenoot via ademhalingsoefeningen toch wat te verlichten. Wanneer ik zaterdag langsliep was de man in diepe slaap en moest ik moeite doen om hem wakker te krijgen. Het viel me op dat hij niet alles begreep wat ik zei of vroeg. Ook was zijn mond plakkerig droog en kon hij heel moeilijk praten. Niet dat ik me doktertje voel, maar iets in mij verraadde een alarmerende toestand. Zo goed en zo kwaad het ging werden een paar ademhalingsoefeningen toegepast, maar erg gelukkig was de man er niet mee. Ikzelf ook niet. Wanneer ik buiten ging, zeg ik nog tegen de vrouw van de patiënt dat ze me altijd mag bellen als het niet goed moest gaan met haar man.
s Zondags om twee uur trilt mijn GSM. Het ging niet zo goed met de schilder. De vrouw vraagt of ik niet even wil komen kijken en raad wil geven wat ze moet doen. Ik spoed me naar het woonhuis.
De dochter laat mij binnen en wijst naar de twee-zit waarin de zieke lang uitgestrekt ligt met zijn hoofd iets hoger op een kussen. Ik zet me op mijn knie naast mijn vriend-patiënt. Hij bekijkt me nog eens met half open oogjes en knikt heel bewust en opmerkelijk veelzeggend naar mij.
Op dat zelfde ogenblik reist hij naar die andere wereld. Zijn vrouw begrijpt wat er gebeurt en verhaalt dat hij op mij heeft gewacht om te sterven. Ik voel mijn schilderke zijn ziel mijn handen passeren.
Een heel sereen afscheid, een mooier cadeau kon deze patiënt mij als vriend niet bezorgen.
Tweede dag in de Landes: zo mooi, maar meedogenloos...voor de knieën.
DAG 49: Zaterdag 16 juni 2018
Onder mijn voeten: Pissos Cerbois 29,3 kilometer
Tweede Landes-dag: mooi en meedogenloos voor de knie.
Beetje bij beetje worden de oude gewoontes terug opgevist en zo ook was het deze morgen slechts 06.50 wanneer er vier ogen recht in elkaars pupilletjes keken. De hond weet ondertussen ook al wanneer er iemand naakt uit de boom van het bovendek naar beneden afdaalt, het zijn moment de gloire is om ook naakt zijn pootje tegen één of ander plantje te heffen en simultaan zich te pletter te kunnen plassen. Hij wipt dan dartel, soms zelfs op drie poten, om te kennen te geven dat alle overbodige ballast werd afgeworpen. Er wordt daarna aan de ochtenddis ontbeten en wanneer Sonja juist voor mijn vertrek nog steeds niet wakker is, wordt er toch wel een wake-up-call uitgevoerd door Marie Rose om na te gaan of alles in de camionette nog wel ademt en leeft. Ze is in opperste conditie maar sliep gewoon wat uit. Ik vertrek om 07.42 om de tweede dag door de bossen van de Landes te wandelen. Weer heel mooi en vooral heel veel zand, varens en hoge dennenbomen. Het moeilijke van deze passage in deze streek is dat je buiten je GPS geen vooruitgang merkt. Je loopt eindeloos over zanderige wegen waarbij je af en toe wat wegzakt in het mulle zand, maar je merkt niet dat je kilometers maalt, omdat er niets rondom jou verandert. De ondergrond heeft me de ganse tijd doen denken aan de wegen in de Kalmthoutse heide. Ook het gebied naast de wegen bestaat uit heide en knobbels gras. Soms moet je over die knobbels en zoden van gebolde wortels stappen en ook dan is het pijnlijk aan de gewrichten. Het debuut gisteren op de asfaltwegen was één en al eentonigheid, de zanderige wegeltjes vandaag waren een heel stuk mooier maar tegelijkertijd minder vlot om te vorderen. Ik kom dan ook een heel stuk meer vermoeid aan na mijn 29 kilometer dan gisteren na mijn 32.
Aan het weer heeft het niet gelegen. Het is en blijft droog gedurende de hele tocht. Wel zijn er massas wolken en blijft de temperatuur steeds onder de 18 graden. De zon maakt af en toe een schijnbeweging maar erg veel warmte komt daar niet uit naar mijn lichaam toe. Om te wandelen en te geraken waar je had gepland ideale omstandigheden.
Van Guy vernam ik dat hij meermaals in deze streek de familie Delpeche kwam opzoeken. Zijn grootouders waren tijdens de oorlog gevlucht naar deze streek en werden door de Franse familie opgevangen in Cateljoloux. Ik heb het dorpje op de kaart niet gevonden Guy, maar blijf zoeken op een meer gedetailleerde.
Deze morgen was er in het kamp alhier wat paniek. De blog meldde dat die niet (meer) bestaat en was op geen enkele manier te openen, ook niet door mijzelf. Na een aantal pogingen van mij om de blog terug actief te krijgen heb ik mij gewend tot de hulplijn in Herent. Timo Gielis is de man die samen met Jan Van Hemelrijck achter de schermen de blog ontvangt, verbetert en onmiddellijk in het bestand van mijn te drukken boek parkeert. Zij samen zijn een ideale tandem waarbij Jan zich ontfermt over het grammaticale, en Timo zich vooral toespitst op het IT-onderdeel. Zonder die twee mensen zou de blog er niet uitzien zoals hij u nu gepresenteerd wordt. Het is dus die Timo die de blog herstelde en ik zou niet eerlijk zijn moest ik die eer niet aan hem toewijzen. Dank u Timo en Jan voor die belangrijke hulp op afstand.
Deze avond eten we worsten en kipfilet met erwtjes en worteltjes. Daarbij wordt ook couscous geserveerd. Het wordt een éénpansgerecht en wordt dus opgediend in een pan met drie vorken (graptje he Pol).
Ik belde Joke en Pieter, in verband met hun afreis. Maandag komen ze ons vervoegen ergens een 150 kilometer onder Bordeaux. Vooral de kleine rakkers Charlotte en Matthias kunnen haast niet meer wachten om opa en oma te zien. Joke wandelt dan dinsdag en woensdag met mij mee en zal dan wel zien hoe de rest van haar vakantie nadien verloopt. Ze mag haar ouwe vooral niet onderschatten, want in wandelen ben ik wel geoefend. Dat ze maar uitkijkt.
Ik denk aan de twee mensen die me vroegen wanneer ik een kerkje passeerde toch even aan hen te denken. Ik beloof het wanneer ik een kerk in open deur betrap, wordt er daar een kaars gebrand om heel wat ongeluk, tegenslag, gezondheidsproblemen en vooral mentale moeilijkheden een hart onder de riem te steken. Al zijn we haast 1268 kilometer van elkaar verwijderd, ik hoop dat deze ellendige tijd jullie heel snel de rug zal toekeren. We moeten daar niet moeilijk over doen, voor vele mensen is het niet zoals het lijkt. De kans dat je gelukkig bent is niet altijd zo vanzelfsprekend. Leven in de echte zin is geen lijdend voorwerp, geen voltooid deelwoord, geen onderwerp, wel een sterk werkwoord dat regelmatig van klank verandert. En vooral niet voor iedereen is alles altijd volledig onder controle. Vele factoren maken dat we niet alles overal kunnen controleren. Ik denk aan jullie beiden.
Morgen naar Lesperon is er weer een zware dag. We lopen 30 kilometer en dat op een zondag. Ik laat je wel weten hoe het was. Alleszins komen we beetje bij beetje meer naar de kust, en dat zie je aan de hemel en de wolken. Groetjes en wat ben ik blij dat die blog weer werkt.
Achter mijn handen
DERTIEN POEZEN OP VEERTIG VIERKANTE METER
Een huisbezoek kan soms erg tegenvallen. Niet om de persoon die je zal behandelen, maar, om het op zijn zachtst uit te drukken, omwille van de locatie die je betreedt. In het begin ontzeg je jezelf het dogmatisch ongemakkelijk gevoel dat je overmant, dat zich meester maakt van je lijf en denken en dat tenslotte ook gaandeweg gestalte geeft aan de inhoud en duur van je behandeling. Echter wanneer dit huisbezoek omwille van de ernst van de aandoening een langdurig weerkerend verhaal wordt, ontdek je walging en afkeer van de omgeving en de situatie omwille van zeer negatieve zintuiglijke prikkels. Je begint dan aan een fase van je dag die je zo goed mogelijk markeert en die je zo slecht mogelijk wil opnemen in je herinnering. Toch vertel ik mijn relaas omdat het gaandeweg door mijn carrière rode lampjes heeft doen branden wanneer patiënten me vertelden dat ze een reeks poezen als gezelschapsdier samen in huis lieten logeren. Op zichzelf is daar niets mis mee, maar wanneer die katten niet buiten de muren van de woonkamer mogen, wanneer die katten onderling kunnen paren en kitten opleveren aan twee nesten per jaar en per paar, als die katten allen hun behoeften doen in een centraal geplaatste poepbak die daarvoor veel te klein uitvalt, dan gaan ook jouw belletjes wel eens rinkelen zeker. Bij het aanbellen nam ik steevast proactief een paar maal diep adem in de hoop zo mijn confrontatie met de huisstank in minder sterk contrast te brengen met de open lucht. Ik herinner me nog heel goed hoe ik steeds bij het buitenkomen bedacht dat een buitenlucht echt naar parfum kan ruiken. Contra-actief nam ik dan telkens enkele diepe teugen lucht en zuurstof binnen. Ik wist voordien niet dat buitenlucht zo goed kon ruiken.
In de winter durfde ik mijn jas niet aanhouden. Ik deed mijn pardessus uit bij het verlaten van de wagen en deponeerde die veilig op de achterbank. Het overkwam me eens dat ik hem wel aanhield en éénmaal binnen hem op het bed had gelegd. Het duurde net geen drie minuten of er lagen twee ronde rugjes op de pelzige voering van mijn wintermantel.
De huisdieren scherpten hun nagels aan al wat nagel-doordringbaar was. De kussens van de zetel, de tafellakens, het deken op het bed, de zijkanten van de sofa, de stoelovertrekken, de gordijnen, handdoeken Zowat alles trokken die dakhazen aan flarden. Enkel de krabpaal bekleed met canvas en opgerolde koord bleef gespaard. De zoogdieren kregen nooit tegenwind van het baasje, dus konden de beestjes eigenlijk geen respect hebben voor de huisraad. Wanneer de keukentafel moest worden gebruikt, was de eerste actie steeds om het tafeloppervlak vrij te maken van enkele herkauwende poezen. Overal waar je een blik wierp in de kamer was er harig tuig te zien. Niet dat ik iets tegen poezen heb, integendeel zelfs, echt, maar wanneer de vierpotige muizenvangers onfris ruiken, hun draadharige pels kluwen vormen van ongezondheid en de neusjes loopbanen en schuifafjes zijn van slijmen en opgedroogd opgehoest longvocht, dan is mijn goesting om zon dier te aaien, voorlopig en op dat moment, helemaal voorbij. Bijkomend probleem was dat geen enkele opmerking in de richting van hygiëne en netheid en gezondheid echt aansloeg bij de patiënte. Ook het steriliseren of castreren van deze vrouwelijke of mannelijke katten was niet bespreekbaar omwille van de hoge financiële kost.
Als zorgverstrekker stonden zowel de verpleging, de huisarts en ikzelf daar wat voor schut, want dikwijls werd in klein comité deze zaak aangehaald en besproken, maar geen enkel voorstel kende genade door de eigenares in haar laatste oordeel. Ook het probleem aankaarten bij een veearts was geen oplossing omdat de dieren niet echt mishandeld werden.
Er bestond gewoon geen plan B omdat er geen wil was tot oplossing van het probleem.
Echter op zeker ogenblik escaleerde de toestand zo erg dat een overzicht niet meer mogelijk was. Een gezonde wending en oplossing van dit probleem op allerlei domeinen drong zich op.
Het was een externe factor die het probleem mee hielp oplossen. Een geschenk uit de hemel.
Omdat buren gewag maakten van reukoverlast (wellicht door de muren en spleten heen) en de mevrouw deze confrontatie echt niet zag zitten werd afgesproken de gemeentelijke klusjesdienst erbij te betrekken. Met medewerking van het sociaal huis enerzijds, de plaatselijke veearts, de dienst dierenbescherming en familiale thuisverpleging anderzijds, werd willens-nillens een plan C wel aanvaard door de eigenares.
De vrouw in kwestie ging akkoord voor opvang tot maximaal vier poezen die ze zelf mocht uitkiezen.
Hiervoor zou ze zelf mogen en moeten zorgen zodat ze geen aanleiding konden geven tot geuroverlast of ander welk ongemak ook voor de omgevende burgers. Zijzelf zou ook deze poezen volledig zelf opvoeden en hiervoor de verantwoordelijkheid dragen. Zij moest ook elke vierpoter in huis laten steriliseren. Dat was haar opdracht en responsabiliteit.
Deze vier poezen werden door de plaatselijke veearts op hun fertiliteit behandeld en via een afbetalingsplan werd deze behandeling achteraf betaald door de coöperatieve vrouw.
De grote rest van de poezen werd beloofd om niet te laten inslapen, maar wel in het asiel te plaatsen en hiervoor nieuwe eigenaars te zoeken op eigen initiatief van het centrum.
Het verdere verloop van de huisbezoeken laat zich raden. Het was een ware metamorfose in huis. De lucht was rein, de vloer plakte niet meer onder je schoenen. Je hoefde niet uit te kijken waar je liep want nergens was nog stinkende kattenpoep of urineplasje op te merken. De kattenbak kreeg elke twee dagen een onderhoudsbeurt en er stonden vier eetbakjes netjes naast elkaar zodat de beestige huisvriendjes goed wisten dat er nergens anders voedsel moest gezocht of gestolen worden. Het was weer werkbaar werken geblazen. Met contrasterende voldoening ging ik binnen in de woning en met evenveel voldoening kwam ik er ook buiten na de behandeling.
De superkleine spreekwoordelijke druk op de knop door de opmerking van de buurmensen zette deze spectaculaire omwenteling in gang. De beweging van een cumulerende nefaste situatie naar een weldoende en aangename werkomgeving was echt niet zo enerverend of onmogelijk zoals éénieder vooraf had durven denken.
De burenconfrontatie die de mevrouw niet zag zitten was de enige externe schakel en net voldoende om deze oplossing mee te helpen aanreiken.
Onder mijn voeten: Laval-De-Cère – Saucats - Hostens
Reünie met Onze oude getrouwe Sonja Hiesentriet!
De aftocht vanuit Laval was niet bepaald vlot te noemen. Alvast de start niet. Wanneer je bij Chris en Jacques de achtertuin op de berg verlaat moet je een helling oprijden van rond de 20%. Mijn Lamborgini Mobilhome is geen snelle, is geen sterke maar wel een oude taaie. Hij kon de helling net niet op, omdat hij op de laatste meters bovenaan steeds de grint lospeuterde. Zo had hij te weinig grip en geraakte hij het topje niet over. Chris rijdt met een Range Rover. Dit was het moment om de ware toedracht en kracht van deze bolide eens te testen. De Range werd voor de motorhome geplaatst en getrokken door al die paardjes onder de Rover-motorkap lukte het mijn aftands monstertje wel om boven te geraken. Zonder probleem zelfs. Als die Range de keuze had, hij zou mij tot in Bordeaux gesleurd hebben. Eénmaal we vertrokken waren was er weer geen houden meer aan. We reden onze 270 kilometer naar Saucats in één tijd. Volgens Jacques zijn verhaal zijn de bossen en de vlaktes van varens een gevolg van Napoléon zijn initiatief om hier die naaldbomen aan te planten. De regio heeft werkelijk iets speciaals te bieden. Het zou een cocktail kunnen zijn van een venengebied met naaldbomen, ook open vlakten waar varens en allerlei heidegras de natuur siert. Je rijdt over lange eindeloze wegen die als lange koorden het bosgebied doorklieven. Een ander en totaal verschillend landschap dan wat we tot nog toe mochten observeren.
Deze morgen heeft Chris nog gauw mijn rugzak hersteld. De elastische borstband die beide schouderlussen bij elkaar moet houden was uitgerafeld door steeds de tamelijk zware GPS er aan te hangen. Meteen was er ook een probleem met de beide schouderlussen die naar beneden over mijn bovenarmen zakten. Met een simpele zwarte rekker en een degelijke naaimachine werd de zaak opgelost. De rugzak is opnieuw operationeel te noemen.
Walter heb ik deze morgen nog eens hartelijk bedankt voor zijn bewezen diensten de voorbije zes weken, en er zit een ideetje in mijn hoofd waarmee ik hem bij mijn thuiskomst een plezier kan doen als gebaar van dank om zijn bezorgdheid, inzet en gepresteerde arbeid. Al zijn we niet meer samen in beeld Walter, we vergeten deze gedeelde tijd niet en hoe plezant en hoe moeilijk sommige situaties ook wel waren en ons overvielen, alleszins ik kom sterker uit dit verhaal naar buiten. Voor jou kan ik niet spreken. Ik hoop (en al is dit een kathedraal hoog cliché) uit de grond van mijn hart dat de blijheid, het gelukzalig gevoel, de eenvoud en de ongelooflijke kracht der relativering die mij te beurt viel tijdens dit eerste deel van de tocht, u ook moge overkomen zijn. Je koken, je rijden, je navigeren, je anticiperen op helaas moeilijkere momenten (moeras), je boodschappen doen, je bekommernis om de rugzakattributen bij het vertrek en je hapjes en improvisaties bij de apéritieven zijn echt wel heel gewaardeerd geweest. Te weinig heb ik wellicht merci in het Frans gezegd, maar ik doe het dan nu maar eens “en plein public”: Waltèr, vous êtes un ami pour ma vie et merci pour tous vos performances!
Wanneer Marie Rose en ik Hostens bereiken, merken we meteen een sfeer van vakantie, strand, watersport en georganiseerde toeristische opvang. We staan aan “Lac de Bourg” en dit venenmeer kan je vergelijken met de plas van Hombeek langs de autostrade van Brussel naar Antwerpen. Alleen, de Fransen zijn niet goed in merchandising. Er is een kajak verhuur hutje, er is mogelijkheid tot surfen en zwemmen, maar hoe goed ook bedoeld, er is geen enthousiasme rond deze initiatieven. De gebouwen staan er slecht onderhouden bij, er is geen mogelijkheid om deftig op een proper terrasje iets te drinken, de toiletten zijn vuil en echt niet hygiënisch, na het zwemmen kan je je niet omkleden noch douchen in een daarvoor voorziene ruimte. Bovendien is de omgeving zo mooi (denk aan het Rijksdomein van Hofstade), zijn er wandelmogelijkheden zonder einde, is het aanbod om er een eetgelegenheid te voorzien zo vanzelfsprekend, maar niets van dat alles wordt benut. In België zouden hier vijf crème karren staan die elkaar dood beconcurreerden, net als de frietkramen en de bistro’s. Geen plaatsje was onbenut om er een horeca zaak neer te planten en er via concessies geld van te maken. Hier niet. Wat er wel is, vuile toiletten, parking voor de motorhome, strand met wit zand, en een schamele kiosk die wat frisdrank en een belegd broodje verkoopt. Spijtig.
We treffen er Sonja, onze oude getrouwe vriendin. Lezers van de vorige blog in 2015 zullen haar nog herinneren als de spring in ’t veld en de dame die door haar stoel zakte en haast in haar broek plaste van innerlijk heimelijke pret. Daar zijn foto’s van gemaakt. En ja,… bij het weerzien werd er innig geknuffeld, en dat mocht. Wat zijn we blij dat Marie Rose aan haar zij een andere ram heeft die haar het leven heel wat lichter, minder stresserend en zeker aangenamer zal maken. Welkom aan de tweede Hiesentriet, en zo zijn we weer vertrokken. Vanavond eten we opgelegde pruimpjes met stoofvlees en een lekker pain de Campagne, met een scheutje bier…We hadden ons vanuit België goed voorzien. Tweeënzeventig flesjes bier zitten hier verzonken in de kelder van de motorhome. Ik denk dat we daarom de berg niet op geraakten deze morgen. Morgen lopen we terug onze dertig kilometer en daarom dat ik er de rem wat op hou, want dat innig weerzien heeft ook weer zijn gevolgen en oorzaken…. Tot morgen.
Achter mijn handen
RESPECT VOOR…DE MAN ACHTER DE VUILNISKAR
Hugo is een gemeentearbeider, die huisvuil ophaalde in de tijd dat deze taak nog tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid behoorde. Een job van acht uren intensief lopen, heffen, smijten en springen, trainde zijn lichaam vooral op kracht en spiervolume. De morfologie van zijn musculair systeem was te vergelijken met dat van een competitieve body-builder. Uiteraard vergde zijn job als huisvuilophaler een optimale conditie. Hij vertelde me dat zijn dagelijkse loopafstand achter de vuilniswagen varieerde tussen twaalf en achttien kilometer. Er ging gemiddeld per dag twee- tot drieduizend kilo huisvuil onder de biceps en meestal waren er twee tot drie verkeersproblemen per dag omdat weggebruikers deze mensen hun job negeerden. Zijn gevoel bij deze arbeid: passionele inzet want Hugo kon geen ander werk bedenken dat hem zoveel satisfactie zou kunnen bezorgen. Hij was een vriendelijke werknemer, omdat hij voor anderen ook regelmatig in de bres sprong.
Op een zekere dag sloeg het noodlot toe.
Tijdens een achteruitrij-maneuver had de vrachtwagenbestuurder Hugo niet zien staan naast het achterste rechterwiel. Door een afleiding op datzelfde ogenblik, - er stonden namelijk enkele huisvuilzakken wat verderop-, merkt Hugo de korte draaicirkel van de huisvuilwagen niet op en wordt door de vrachtwagen omver geduwd. Zijn rechterbeen belandt onder het wiel en wordt door de huisvuilwagen overreden.
De collega die het allemaal van nabij ziet gebeuren roept en tiert naar de bestuurder die het ook onmiddellijk in zijn spiegel overschouwt. De man in de bestuurderscabine is zo verbouwereerd en geraakt in shock. In plaats van zijn wagen ter plaatse te parkeren, zet hij zijn versnelling van achteruit naar eerste vooruit en rijdt, wellicht gedreven door paniek, een tweede keer over deze verbrijzelde knie. Hugo schreeuwt het uit van de pijn. De ziekenwagen is snel ter plaatse en via pijnstillers wordt de toestand gestabiliseerd. De eerste zorgen worden toegediend en daarna wordt het slachtoffer naar het universitair ziekenhuis Gasthuisberg getransporteerd. Daar wordt gevreesd voor een mogelijke amputatie van zijn rechter onderbeen.
In het Gasthuisberg ziekenhuis loopt een orthopedisch traumatoloog rond die mondiaal gerenommeerd is in het heelkundig herstel van ongeziene fracturen. Dat was het grote geluk van Hugo. De ingreep heeft lange uren geduurd, maar het been kon worden gered en de knie zoveel als mogelijk gerestaureerd. Het was dagenlang een ongelijke strijd van David tegen een onvoorstelbare pijn, twijfel en onmacht.
Hij heeft acht maanden indrukwekkend gerevalideerd. Hugo heeft nachten niet geslapen, hij heeft moed geput uit een hele diepe krater. Maar vooral, heeft hij mij er toe aangezet nooit op te geven om te trachten zijn mobiliteitsgrens van buiging en strekking in zijn rechter knie te helpen verleggen. Ik zag nooit één traan over zijn wang rollen maar weet deksels goed dat hij wellicht achteraf bij de tandarts kosten zal gehad hebben. Op zijn tanden bijten kon hij wel.
Ook ons als therapeut overkomt het me regelmatig dat ik overmand geraak door de observatie van zoveel inspanning en moed. Ondanks de pijnlijke maar zeer succesrijke revalidatie zijn Hugo en ikzelf sindsdien dikke maatjes geworden. Als we elkaar ontmoeten in het dorp is er een onzichtbare wederzijdse link van diep respect en waardering. Ik voor hem, hij voor mij.
Na een relatief snel herstel van zo’n pathologie werd Hugo door het gemeentebestuur opnieuw gerehabiliteerd en te werk gesteld als zaalwachter in een sporthal. Daar kweet hij zich zeer plichtsgetrouw van zijn taak. Betreffende de netheid, de orde, de discipline en het gebruikte materiaal zijn er onder Hugo’s bewind nooit klachten geweest.
Hugo wandelt nu nog dagelijks zijn drie vier kilometer samen met zijn kleine “pincher” die luistert naar de naam “Dobberman”. Ze passen heel goed bij elkaar….
Geen loze vissertjes.
Toen we werden gewekt door de maneuvers van een kraanbestuurder die recht tegenover het huis zijn 20 ton wegende kraan gisteren moest parkeren wegens een defecte band van de oplegger, was het bijna tijd om op te staan. Een paar minuten later kon de slaap toch niet hervat worden en werd Jack gewoontegetrouw aan de leiband gedwongen zijn matinale hygiënische plichtplegingen onder mijn goedkeurend oog uit te voeren tijdens de ochtendwandeling. Daarna was het ontbijt reeds klaar en pas nadien konden handen ingewreven worden en mouwen opgestroopt want de bazin des huizes wou een zeer grote transformatie doorvoeren wat betreft het plantenbestand, de bijhorende goed gevulde bloempotten en hun desbetreffende locatie van pronken. Wanneer dat potjes zijn van 40 à 50 kilogram is dat een lachertje, maar er stonden ook twee grote vierkante Buxusplanten van ongeveer een meter hoog en breed, waarvan vermoed wordt dat elke pot toch gauw tussen de 300 en 400 kilogram weegt. Dat was wel even naast de waard gerekend. Met vier mensen hebben we één gedrocht verplaatst. De resultaten waren dat de huisvrouw heel blij was met deze eerste aanhef der werken, Walter er een ontwrichte middenvinger aan overhield (hij loopt nu rond met een f..kvinger in de lucht) en Jacques die had een bloeduitstorting in zijn middenvinger veroorzaakt tijdens het klinken van de plant. Ikzelf kwam er heelhuids uit, al moet ik bekennen dat er waarschijnlijk toch wel een streep in mijn calson zal staan want bij het heffen liet ik geen kreet maar wel een sch..t. Eénmaal deze taak achter de rug, konden we ons wijten aan de jacht en de visvangst. Chris, Walter en ik reden naar de forelkwekerij op een tiental kilometer hier vandaan. Na de eerste instructies omtrent de psychologie van de vijand, zijn gedrag tijdens de vijandelijkheden en de scherpe observatie eigenschappen van de forel werden lijnen, haken, stokken en wormen overhandigd om de mensheid deze avond te kunnen voorzien van voedsel. De eerste pogingen om wat schubben boven te halen aan een haakje verliepen desastreus. Echter wanneer Chris op het idee kwam om aan het haakje twee wormen naast elkaar te hangen, kwam er schot in de zaak. We vingen met ons drie liefst 8 forellen. Deze avond worden ze vangvers geserveerd.
De mobilhome is vertrekkensklaar en morgen tegen negen uur trekken we richting Bordeaux om er de eerste tocht aan te vangen naar Hostens.
We laten u zeker weten hoe de hervatting van de tocht verloopt. Hou de blog in het oog want vanaf nu heeft Walter zijn koksmuts afgegeven aan mijn copinnekes, we noemen ze opnieuw de Hiesentriets. Dat de Walter zijn best deed en zich uitermate goed van zijn taken heeft gekweten leidt geen twijfel. Bovendien was zijn opdracht een individuele inspanning uit te voeren door hem alleen, daar waar de ladies met tweeën zijn. Dus, respect voor Walter en enorm veel dank om zijn missie die hij als vriend aanvaardde en uitvoerde.
Het besef dat de tocht reeds halverwege is doet mij de drempel van besef voor tijd overschrijden. Binnen zes weken zal deze uitdaging helemaal zijn oplossing kennen. Dan komen er nog twee andere aansporingen, maar dat zijn zorgen voor na de tocht.
Nog veel leesplezier en blijf me maar volgen.
Achter mijn handen
RECLAMEHANDEN
Het was de periode dat voordat een TV- zender begon uit te zenden er een koopprogramma was voorzien. De stem van Jo met de Banjo verklaarde dan op illustere wijze de doelstelling en de eigenschappen van een bepaald product. Deze koopwaar kwam dan uitgebreid in beeld en werd kwalitatief hoog geprezen, ook al bleken deze producten éénmaal in huis gehaald, niet te beschikken over de vermelde kwaliteiten. Zo werd er allerlei knutselmateriaal te koop aangeboden, ook werkgerief, keukengerei, elektronisch materiaal, enzovoort Je kon het zo gek niet bedenken of je zag het op één of andere dag aangeboden worden op het beeldscherm.
Er was de PR dienst van Jo met de Banjo die mij vroeg of ik niet geïnteresseerd was om een massage uit te voeren die op beeldband zou worden opgenomen. Er werd bij verhaald dat deze massageopname zou dienen als onderdeel van een voorstelling tijdens de koopjesshow.
Uit pure nieuwsgierigheid ging ik op het aanbod in. Ik moest me enkel op die bewuste dag met de wagen verplaatsen naar een opnamestudio ergens tussen Brussel en Antwerpen, vlak naast de A12. Wanneer ik me aanbood waren er een aantal mensen in de opvangruimte die elk een specifieke taak hadden bij de opvang van de bezoekers. Ik moest vrij snel mee naar de schminkkamer. Mijn handen en nagels werden mooi bijgewerkt en van de gepaste kleur voorzien. Het moest dienen voor een detailopname en dus werden de nagels en hun randen letterlijk mooi bijgewerkt. Vlak daarna volgde een briefing bij de regieassistent. Die vertelde me dat ik een dame haar nek en schouder moest masseren, maar dat ik niet te fijn werk moest afleveren. Er moest veel worden gedraaid en nogal ruw worden gewreven met de handpalm. Wist ik veel waarom deze richtlijnen werden gegeven. Later zou het me wel duidelijk worden.
Het is mijn beurt en ik betreed een heel kleine studio van zowat drie meter op drie meter. Daar stonden allerlei witte ronde vlakken aan de zijkant met parapluvormige staanders. De belichting die aan de zoldering hing was kolossaal en buiten verhouding in vergelijking met het volume van het kleine kamertje. Het was er snikheet en stonk naar verbruikte lucht. Er werd mij een bikini-dame aangeboden die in voorlig lag op een keukentafel met een paar kussens erop. Echt een improvisatie massagetafel, zeker niet professioneel dacht ik in eerste instantie. Ik deed een paar proefopnames en moest me wat beter positioneren zodat cameras boven en naast mij de handen nog beter in grootbeeld konden kadreren. De opname van het eigenlijke fragment duurde maar een drietal minuten en was volgens de regisseur geweldig geslaagd. Ik mocht de opname ook bekijken en zag tot mijn grote verbazing gedurende die drie minuten enkel mijn beide handen steeds maar over dat scherm heen en weer schuiven. Niet aangenaam om naar te kijken en bovendien zou geen mens weten van wie die handen waren, want noch mijn hoofd noch mijn lichaam kwamen in beeld.
Men bedankte mij hartelijk en het object dat gemasseerd werd, merkte nog vlug op dat deze opname wel echt te snel was geslaagd en ingeblikt, want dit was één van de enige keren dat ze zich zo ontspannen had gevoeld op haar werk.
Een assistente duwde me drie flessen wijn in de handen als blijk van waardering en dank en ter compensatie van de verplaatsing.
Voor ik het wel en goed besefte werd de studio omgevormd tot een ander forum voor een nieuw product.
Graag had ik vernomen voor welk product mijn handen promotie hadden gemaakt.
De uitleg was vernietigend en immoreel:
Via mijn handen werd een nekmassagekussen gepromoot. Een kussen dat doeltreffender zou blijken dan een handmassage en bovendien was het veel zachter en meer afwisselend dan met handen, zelfs al waren die van een professional. Ik was dus eigenlijk reclame gaan maken tegen mijn eigen winkel.
Die flessen wijn zijn mij zuur opgerispt.
Weer was er een uitgebreid ontbijt dat me in staat stelde om achterna de zware taak van het opglanzen der motorhome aan te vangen. Ook de weersomstandigheden waren uitermate gunstig. Het regende niet, de zon scheen almachtig hoog en sterk door een wolkenloos hemeldak. Lang geleden dat we zoiets mochten observeren. Het vrouwvolk en de twee andere mannelijke begeleiders gingen naar de markt en de wijnhandelaar. Ik had dus de handen vrij om mijn poetswerk uit te voeren. Eerst moest ik echter mijn gebruikt stapschoeisel opnieuw wat opkuisen en hen van de aangedroogde modder ontdoen. Hierna kon ik ze met zeehondenvet inwrijven om de beide waterdichte bottinnen alzo terug gebruiksklaar te maken, want donderdag vat mijn tweede deel van de tocht terug aan, en dat wil ik liefst met goed uitgerust en onderhouden materiaal. Het vergde wat meer tijd dan ik had voorzien. Bovendien merk ik op dat de zolen van het ene paar erg veel sleet vertonen langs de achterkant en de zijkant. Geen paniek echter, ze zullen nog wel een 1200 kilometer meegaan.
De poetswerkzaamheden verlopen dan weer sneller dan voorzien en dus heb ik wat overschot om op de laptop mijn fotos wat te ordenen en ook de verhalen van de blog wat te schikken.
In de namiddag doe ik met mijn echtgenote eens een uitstapje naar Loubressac. Een oude vesting die heel hoog boven de omgeving uit steekt en een echte blikvanger is voor wie niet blind is voor architecturale schoonheid en historisch geklasseerde monumenten. Ik nam ditmaal enkele oude voordeuren en gevels in de lens, kwestie van al die mooie impressies niet alleen voor mij te houden. Deze avond eten we lekkere vissoep want Liliane kookt. Daarna kip met taboulé en bonen en zelfgeplukte Cantharellen. Daarna Franse cérises in deeg, clafoutis genaamd. Echt lakker.
Morgen voormiddag staat er voor onze laatste dag in Laval een vispartijtje op het programma. Zeg nu eerlijk, ik en vissen Maar, ik ga mijn uiterste best doen om zeker ook één Forelvis aan de haak te slaan. Geen vis, geen eten. Dus ik vis tot ik beet heb.
Morgen vertel ik u het resultaat. Mag ik jullie groeten met heel veel ontzag om uw aller interesse in dit stukje geschiedschrijving. De voldoening is groot aangezien ik van Mijnheer Herwig Beckers zelf (voorzitter OCMW Leuven en collega kinesitherapeut) een mailtje kreeg waarin hij mij feliciteerde om dit initiatief en het schrijven van de dagelijkse blog die hem mede blij stemt.
Vandaag vertrekt Sonja in het Spaanse Chella om tegen donderdag samen met ons te arriveren in Hostens ( een 50 kilometer onder Bordeaux), hopelijk zijn haar valiezen nu al gemaakt want anders zal er veel vergeten worden. Vooral haar coiffeursschaar mag ze niet vergeten want één van haar eerste taken zal het knippen van mijn hoofdharen zijn. Ook die foto heb je van mij nog te goed.
Vele groeten aan Guddy in de hemelboom, Josianne en Christiaan, Vivianne en Jos van het Zitteblokveld en Yolande, Véronique en Joeri die ik nog een laatste maal mocht behandelen de dag voor ik vertrok. Joke zal hen wel groeten.
Achter mijn handen:
HUIS MET PANORAMISCH DAK
Het was in de jaren tachtig dat in Herent een windhoos passeerde. In de Bijlokstraat staat een deel van de wijk van de Borneveldstraat. De sociale huisvestingsmaatschappij De Kleine Landeigendom heeft er een zestigtal woningen gebouwd halverwege de jaren zestig.
Er wonen nu mensen van allerlei leeftijden, en één van hen moest ik driemaal per week behandelen voor de gevolgen van een gebroken pols.
Er was een harde stevige storm door onze streek gepasseerd de dag voor mijn huisbezoek.
Die bewuste dag had ik al van een aantal patiënten vernomen dat er in Herent heel veel schade was geweest omwille van de najaarsstorm, de dag voordien. Het was geen storm geweest volgens sommige bronnen, maar wel een windhoos. Het verhaal had bij mij al wel eens de wenkbrauwen doen fronsen, en echt veel vragen had ik er mij niet bij gesteld. Ik dacht dat mensen al eens graag overdreven, en had er niet bij stil gestaan.
Tot ik bij de man aankwam die moest gerevalideerd worden. Wat ik daar zag was hallucinant. De huizen stonden tegen elkaar en de daken waren platte daken.
Drie huizen naast elkaar waren daar getroffen door deze massale natuurkracht. De man zijn dak lag in zijn tuin en was helemaal omgedraaid. De onderkant lag bovenaan en de roofing lag naar beneden gekeerd. Het dak van de gebuur lag geprangd tegen de zijkant van de patiënt zijn terras en het was eveneens van positie onder-boven veranderd. De andere buur zijn dak lag langs de andere zijde van de getroffen man zijn terras.
De aanblik van dit tafereel was desolaat. De zestiger wist met zijn verdriet en ongeluk geen blijf. De vrouw des huizes was volop bezig op te ruimen, maar de man zelf kon daar weinig in meehelpen want zijn pols liet geen krachtige bewegingen toe.
Ik heb die man daar toen behandeld met een open deur in de leefkamer, omdat de vrouw allerlei afval door de living naar buiten moest dragen. Wanneer ik buiten ging zag ik van in de gang naast de trap de vrije hemel boven het huis. Het was er koud. Het warme nest van die mensen was veranderd in een koud en kil hol.
Ik zal dat beeld nooit meer vergeten.
Bij mijn grote ontsteltenis stelde ik vast dat twee dagen na het voorval en mijn volgende huisbezoek dus, de timmerwerken aan een nieuw dak reeds volop aan de gang waren. Welgeteld tien dagen na de windhoos was het dak volledig hersteld en zaten de man en de vrouw niet meer dakloos.
De verzekering heeft tot de laatste nagel betaald en zelfs smartgeld voor beide bewoners was in de compensatie voorzien.
Naar Franse normen schoven we op een normaal tijdstip bij aan de ochtenddis. We zaten alle vier letterlijk op onze honger omdat de habitués alhier, nog nooit het dorpje Carennac bezochten, en dus niet wisten wat er daar ging te zien zijn. De rit erheen opende al menige monden omdat de omgeving alsmaar chouetter werd. Heel mooie panden die werkelijk met veel smaak gerestaureerd waren, en met prachtig aangelegde tuinen die hier in Frankrijk in de grote minderheid zijn. Het deed mij af en toe wel denken aan een paar Engelse kastelen en tuinen die we ooit bezochten in Engeland. Carennac is een piepklein dorpje met smalle gangen en auto-onvriendelijke straten. Gans het dorp is gerenoveerd en menig artisanaal persoon kan er in peis en vree zijn kunsten en inventiviteit de vrije loop laten. Ik bezocht er een ceramiek atelier, een pottendraaister, een kunstschilder, een aquarel kunstenmens en zelfs een houtsnijder, kunstsmid en beeldhouwer. Heel uitnodigend, want samen met de brocanterie hadden deze cultuurminnaars de deuren van hun werkplaatsen in onderling overleg allen open gegooid. De bezoekers konden er vrij binnen en weer buiten lopen, terwijl ze de ambachtsmens bezig zagen met de creatie van zijn kunstwerk.
Er was in het dorp een gerestaureerde abdij en aanhorende kapel die met heel veel kennis van zaken zo getrouw mogelijk werd terug gebracht in haar oorspronkelijke staat. Onmogelijk te beschrijven hoe gedetailleerd de architect hier te werk ging met respect voor materialen en lichtinvallen. Zo bestaat de vloer uit eenvoudige Dolomiet met hier en daar een rotsblokje ertussen. De openingen in de muur bevatten geen raamwerk en de stand van de zon zorgde op elk ogenblik van de dag dat er wel een lichtinval binnen in de ruime gangen rond de binnenplaats kon binnenvallen. Opmerkelijk hoeveel klaarheid er in de gangen was zonder ook maar één Led-lampje.
De rommelmarkt zelf bood toegang tot menige bewoner zijn tuin. Dikwijls konden we alzo even binnen gluren in de woning en de achterkant van het pand. Veel respect en ontzag voor wat ik hier opmerkte. De woningen werden via een perfect werkende gemeentelijke urbanisatiedienst blijkbaar verplicht de identiteit van de oorspronkelijke gebouwen zoveel als mogelijk te behouden of te herstellen. Zelfs de plaatselijke brasserie kaderde in een oorspronkelijke woning die hersteld werd met mooi terras en aanhorigheden.
Met een geladen koffer vol servies van Limoges, een aftands kinderstoeltje en een tuingarnituur reden we voldaan terug huiswaarts want de formule indien niet tevreden, je geld terug, was voor ons niet van toepassing. Onderweg nog een paar fotootjes genomen van het kasteel van Castelnau, Loubressac en dan temps pour lapéro .
Het wachten tot wanneer de vrouwelijke furie kwam aangestormd kon beginnen. We verdeden onze tijd een beetje met lezen en vertellen, drinken uit gamellen, lekker eten en geduldig aftellen.
Om 18.00 uur was het dan zover en vond in de Lot een historische hereniging plaats van twee gezinnen waarvan elke partner na een tijd stuurloos dobberen toch weer de kompasnaald in de juiste richting zag staan. Walter en ik konden de echtgenote opnieuw eens goed knuffelen en het deed zelfs meer deugd als een pakje friet met een boulet en mayonaise op een hongerige vrijdagavond.
Deze avond eten we sla en tomaatjes, met gegrilde steak haché, en krielpatatjes gebakken in olijfolie samen met stukjes knoflook. Spijtig dat ik jullie geen geuren kan opsturen.
Morgen is het maandag en naargelang de meteo alhier wordt bepaald wat we zullen doen.
Achter mijn handen
MASSAGE ZONDER TANDEN
Het overkwam Filip.
De massagetafels van de huidige generatie worden zodanig ontworpen dat patiënten in allerlei posities kunnen gekanteld, geplaatst, gelegd of gebonden zijn. Zo bestaat een standaardtafel nu uit drie onafhankelijk van elkaar gescheiden en beweegbare vlakken. Het voetvlak kan meestal opwaarts en neerwaarts worden verplaatst al naargelang van de actie die de therapeut aan voet, been of heup moet uitvoeren. Het middelste vlak waar de mens met zijn rug of buik op ligt kan meestal een aantal graden opwaarts worden geheven zodat de holle rug (wanneer de patiënt in buikligging ligt ) wat meer is uitgevlakt. Zeer dankbaar bij lage rugklachten. Het hoofdeinde kan opwaarts en neerwaarts worden geflapt om sterk uitgesproken nek- en schouderpijnen wat comfort te kunnen bieden tijdens de behandeling. Ook is er de laatste decennia steeds een ovale opening voorzien in dit hoofdeinde, zodat het aangezicht er in kan geplaatst worden en er toch in deze houding met het voorhoofd naar beneden goed en gemakkelijk kan worden geademd. De behandelde patiënt ligt dan doorgaans met het aangezicht naar beneden gericht. Zo kan er vrij worden geademd.
Een ontspannende massage durft al wel eens een stadium te ver gaan. De fase waarin de patiënt plots geen antwoorden meer geeft of niet meer alert is op vragen van de therapeut. Het gebeurt meermaals dat ik vaststel dat mijn bewreven object zich tijdens mijn uitsloverij overgeeft aan de onderbewuste droomwereld. Niet zelden constateer ik het licht gesnurk. Gelukkig zijn we gebonden aan het beroepsgeheim
Filip was bezig met een ontspannende massage. Het gesprek deinde uit en ook hij stelt vast dat er niet meer gereageerd wordt op audio prikkels. De man was in slaap gevallen.
Plots wordt Filip geattendeerd door een vallend en klinkend voorwerp op de stenen vloer.
Filip buigt zich naar voor en ziet naast zijn voet een kunstgebit liggen. Consternatie alom want de man blijft rustig doorslapen met wijd open mond. Mijn collega heeft dan een papieren doekje genomen, het kunstvoorwerp erin gedraaid en de nagemaakte tandenreeks mooi op de wandkast gelegd.
Na de massage heeft hij heel laconiek gemeld dat de brave man zijn bril en tanden niet mocht vergeten mee te nemen.
Hij kon het voorval niet verzwijgen voor zijn collegas en kun jij je inbeelden dat er toch weer eens deftig gelachen is, niet met de man, wel met het voorval.
Het departement van de Lot ligt zowat centraal in Frankrijk en grenst in het Noorden aan de Corrèze, meer Oostwaarts aan de Cantal, Westelijk aan het departement van de Dordogne, Zuidwestelijk is dat de Lot-Et-Garonne, en tenslotte Zuid-Oostelijk aan de Tarn-Et-Garonne en de Aveyron. Cahors is wel de grootste stad van het departement en Laval-De-Cère zelf ligt helemaal (haast op de grens) in het noordelijke gebied, net niet in de Corrèze. Het is hier al groen en bos wat de natuur je bied, ook omdat er het voorjaar en de laatste weken heel veel neerslag viel. Bij normale droge zomers is hier veel verdord en staan de meerderheid van de planten er hier geel verdroogd te wachten op enige druppels vocht. De ondergrond is rotsachtig en dus weinig doordringbaar. Op een dertig kilometer van hier ligt Rocamadour en daar kan je ook een kijkje nemen in het gat van Padirac. De grond is daar ongeveer dertig meter diep verzakt en weggestroomd. Je vind er midden op een terrein een put waar je heel diep in kan afdalen. Als toeschouwer van bovenuit kan je dan diep beneden onder jou, de mensen zien rondlopen als het waren het mieren die hun nesten organiseren. Ze zijn dan nog amper een speldenkop groot. Een heel ongewoon schouwspel. Gisteren kwam Lilliane van Walter dus ook afgereisd en het moet gezegd, er zijn nog heel wat intelligente of snuggere lezers onder de blogvolgers. Van een zekere Hilde Vandenbroeck kreeg ik maar liefst 4 dozen havermoutkoeken meegestuurd. Herinner je je nog dat ik verleden week schreef dat mijn laatste, zo lekkere koekje havermout was opgebruikt en dat er tussen haakjes stond hint. Wel, de zus van mijn compagnon had dat zeer goed en buitengewoon snel begrepen. De lading is zodanig groot dat ik gerust mijn tocht kan afmaken met deze reserve. Ik wil die lieve Hilde daarom speciaal persoonlijk bedanken. Zo vaak denk ik aan de werkzaamheden in de praktijk in Herent. Telkens ik Joke of zij mij belt vraag ik naar de toestand of de situatie aldaar. Ik vraag achter patiënten en naar het werkvolume en belasting van de collegas. Het dringt nog steeds niet door dat dit touwtje langzaam aan zal moeten losgelaten worden. Waarschijnlijk vraagt dat nog enige tijd. Gisteren las ik een artikel van een huisarts ergens in het Vlaamse landsgedeelte. De man was uit het juiste hout gesneden voor zijn beroep en verhaalde dat hij opnieuw zou kiezen voor deze professie, maar zich wel anders zou organiseren. De conclusie die hij maakte was dat te veel de patiënten gaan bepalen hoe je zelf je leven leid, en dat vond hij verkeerd. De ganse dag door heb ik aan die man zijn verhaal liggen denken.
Vandaag ben ik begonnen de motorhome in een glansmiddel te zetten. De aanvang is er geweest, echter de regenbuien hebben mij danig gedwarsboomd. De neus is drie vierde afgewerkt maar de rest zal voor morgen zijn vrees ik. Vanmiddag aten we hier iets heel speciaal. Een laagje ratatouille, een kabeljauwhaasje en terug een laagje ratatouille. Dertig minuten in de oven en dat samen met couscous. We hebben er allen zeer erg van gesmuld, want achteraf, bij de siësta , kon ik geen laken meer op mijn buik verdragen en er waren er hier die enkel maar hun ogen nog konden bewegen.
Tot donderdag geeft men hier nog smurrie en vuiligheid. Een West-Vlaams spreekwoord zegt:
Als de zwaluwen lege vliegen, de koein hunne steert omhuge heffn en de ministers in de nachte vergoderen, kuin je vanalle vuligheid verwachtn. Het is hier niet minder zo. Tot het volgende protocol.
Achter mijn handen
HUISBEZOEK IN KLEIN DALLAS
Ik moest in Winksele een huisbezoek afwerken, en aan de hand van de uitleg van de dochter des huizes zou het niet eenvoudig zijn om het huis zo maar te vinden. Ik moest een zijstraat van een grote openbare weg inslaan. Een kronkelweg die eigenlijk een smal pad was van amper drie meter breed, (geen mens zou denken dat op het einde van zon spoor een huis zou staan). Dan moest ik gedurende een vijfhonderd meter deze weg volgen, hoe groot de plassen ook mochten zijn Dan kwam ik aan een bos en kon drie richtingen uit. Ik moest de meest linkse weg kiezen en na een vijftigtal meter zou ik een huis zien staan. Jawade een huis, zeg maar klein Dallas.
Het huis was een oude hoeve die in de jaren zestig was gerestaureerd en verbouwd tot landhuis met zwembad, tennisterrein, stallingen met koeien (de eigenaar hield als hobby een zestal koeien) en weiden. Alle standaardnormen van comfort en design waren aanwezig. Rondom de woning, ik vermoed een vijftal mooi ompaalde weiden waarop die koeien graasden, maar afwisselend ook al eens schapen van een boer uit de omgeving. Het was een fantastische locatie van rust en groen. Geen storend omgevingsgeluid en enkel de toonaarden van veel verschillende gevleugelde fluiters. Walter, mijn wandelmaat, zou hier zijn hart opgehaald hebben door het herkennen van deze verschillende stemtimbres. Af en toe wat hinder van een passerend vliegtuig met landingshaven Zaventem, maar zowel de eigenaar als zijn vrouw beweerden daarvan geen last meer te hebben. De huisvader was van geboorte van Leuven afkomstig uit een rijke patriciërsfamilie die heel veel onroerende eigendommen bezat in Leuven. In de naaste omgeving van Groot Leuven verhuurden zij destijds ook heel veel weilanden en landbouwgrond. De pacht was toen een deel van hun inkomsten. Ook was er in de bossen rondom de weilanden een jachtpacht. De vreugde van allerlei voorbij lopend wild te kunnen spotten werd de bewoners geschonken. De familie was ook heel actief geweest in de voedingssector en in de tijd van mijn huisbezoeken was de heer des huizes de HR-directeur van een voedingsmultinational met satellietvestiging in Vorst. Een bekwame man, maar niet direct aanspreekbaar. Niet onvriendelijk maar erg in zichzelf gekeerd. De keren dat ik met hem een gesprek kon voeren waren zeldzaam en oppervlakkig van inhoud. Hij liet het ook merken wanneer hij zin of geen zin had in sociale communicatie. Zijn echtgenote was dan weer de verpersoonlijking van de compenserende sympathie. Zo introvert de man was, zo extrovert en zelfverzekerd was de vrouw. Zij vertelde tijdens de behandeling ronduit over haar jeugd en de vele vriendjes die ze had gekend, bleef echter altijd zeer netjes. De vrouw was eigenlijk een vogel in de gouden kooi. Alles wat ze droomde stond er, kwam er en zou er komen. Het is ondenkbaar, zelfs niet voor te stellen in wat een fantastische omstandigheden deze mensen daar woonden. Als in het paradijs loslopend wild zit, er een zwembad aanwezig is, je er kan tennissen of er ook door de bossen kan wandelen en je er rustig en vredig kan vertoeven, wel dan ben ik zeker dat ik er geweest ben.
En toch, ze waren beiden niet gelukkig. Ook niet ongelukkig, maar ze keken nooit naar datgene waar ze konden van genieten. Probleempjes (zwarte rand aan het zwembad die wekelijks manueel moest worden afgekuist ) werden zodanig uitvergroot, dat de mevrouw langzaam aan met het vorderen van haar leeftijd, psychisch onstabiel werd. De vrouw sukkelde van de ene depressie in de andere en van de weleer fiere pauw, bleef na verloop van tijd niets anders over dan een weerloos musje dat vleugellam was geslagen door een val uit het nestje.
De man zelf stierf een roemloze dood twee jaar na zijn pensioenleeftijd. De kwalijke kanker had hem na een moedige strijd ook geveld. Zijn vrouw werd dement en stierf nadat ze enkele jaren door een gouvernante was bijgestaan.
De relativiteit van het leven is ook in ons vak nooit veraf. Ik denk nog heel dikwijls aan die beide mensen, want zonder dat ze het wisten bezorgden ze mij een fantastische realistische ervaringsgerichte levensles. Denken aan die tijd is een remedie tegen verdrietig en ongelukkig zijn.
Wat een eer om dat te mogen meemaken.