DAG 49: Zaterdag 16 juni 2018
Onder mijn voeten: Pissos Cerbois 29,3 kilometer
Tweede Landes-dag: mooi en meedogenloos
voor de knie.
Beetje bij beetje worden de oude gewoontes terug opgevist en zo ook was het deze morgen slechts 06.50 wanneer er vier ogen recht in elkaars pupilletjes keken. De hond weet ondertussen ook al wanneer er iemand naakt uit de boom van het bovendek naar beneden afdaalt, het zijn moment de gloire is om ook naakt zijn pootje tegen één of ander plantje te heffen en simultaan zich te pletter te kunnen plassen. Hij wipt dan dartel, soms zelfs op drie poten, om te kennen te geven dat alle overbodige ballast werd afgeworpen. Er wordt daarna aan de ochtenddis ontbeten en wanneer Sonja juist voor mijn vertrek nog steeds niet wakker is, wordt er toch wel een wake-up-call uitgevoerd door Marie Rose om na te gaan of alles in de camionette nog wel ademt en leeft. Ze is in opperste conditie maar sliep gewoon wat uit. Ik vertrek om 07.42 om de tweede dag door de bossen van de Landes te wandelen. Weer heel mooi en vooral heel veel zand, varens en hoge dennenbomen. Het moeilijke van deze passage in deze streek is dat je buiten je GPS geen vooruitgang merkt. Je loopt eindeloos over zanderige wegen waarbij je af en toe wat wegzakt in het mulle zand, maar je merkt niet dat je kilometers maalt, omdat er niets rondom jou verandert. De ondergrond heeft me de ganse tijd doen denken aan de wegen in de Kalmthoutse heide. Ook het gebied naast de wegen bestaat uit heide en knobbels gras. Soms moet je over die knobbels en zoden van gebolde wortels stappen en ook dan is het pijnlijk aan de gewrichten. Het debuut gisteren op de asfaltwegen was één en al eentonigheid, de zanderige wegeltjes vandaag waren een heel stuk mooier maar tegelijkertijd minder vlot om te vorderen. Ik kom dan ook een heel stuk meer vermoeid aan na mijn 29 kilometer dan gisteren na mijn 32.
Aan het weer heeft het niet gelegen. Het is en blijft droog gedurende de hele tocht. Wel zijn er massas wolken en blijft de temperatuur steeds onder de 18 graden. De zon maakt af en toe een schijnbeweging maar erg veel warmte komt daar niet uit naar mijn lichaam toe. Om te wandelen en te geraken waar je had gepland
ideale omstandigheden.
Van Guy vernam ik dat hij meermaals in deze streek de familie Delpeche kwam opzoeken. Zijn grootouders waren tijdens de oorlog gevlucht naar deze streek en werden door de Franse familie opgevangen in Cateljoloux. Ik heb het dorpje op de kaart niet gevonden Guy, maar blijf zoeken op een meer gedetailleerde.
Deze morgen was er in het kamp alhier wat paniek. De blog meldde dat die niet (meer) bestaat en was op geen enkele manier te openen, ook niet door mijzelf. Na een aantal pogingen van mij om de blog terug actief te krijgen heb ik mij gewend tot de hulplijn in Herent. Timo Gielis is de man die samen met Jan Van Hemelrijck achter de schermen de blog ontvangt, verbetert en onmiddellijk in het bestand van mijn te drukken boek parkeert. Zij samen zijn een ideale tandem waarbij Jan zich ontfermt over het grammaticale, en Timo zich vooral toespitst op het IT-onderdeel. Zonder die twee mensen zou de blog er niet uitzien zoals hij u nu gepresenteerd wordt. Het is dus die Timo die de blog herstelde en ik zou niet eerlijk zijn moest ik die eer niet aan hem toewijzen. Dank u Timo en Jan voor die belangrijke hulp op afstand.
Deze avond eten we worsten en kipfilet met erwtjes en worteltjes. Daarbij wordt ook couscous geserveerd. Het wordt een éénpansgerecht en wordt dus opgediend in een pan
met drie vorken (graptje he Pol).
Ik belde Joke en Pieter, in verband met hun afreis. Maandag komen ze ons vervoegen ergens een 150 kilometer onder Bordeaux. Vooral de kleine rakkers Charlotte en Matthias kunnen haast niet meer wachten om opa en oma te zien. Joke wandelt dan dinsdag en woensdag met mij mee en zal dan wel zien hoe de rest van haar vakantie nadien verloopt. Ze mag haar ouwe vooral niet onderschatten, want in wandelen ben ik wel geoefend. Dat ze maar uitkijkt.
Ik denk aan de twee mensen die me vroegen wanneer ik een kerkje passeerde toch even aan hen te denken. Ik beloof het
wanneer ik een kerk in open deur betrap, wordt er daar een kaars gebrand om heel wat ongeluk, tegenslag, gezondheidsproblemen en vooral mentale moeilijkheden een hart onder de riem te steken. Al zijn we haast 1268 kilometer van elkaar verwijderd, ik hoop dat deze ellendige tijd jullie heel snel de rug zal toekeren. We moeten daar niet moeilijk over doen, voor vele mensen is het niet zoals het lijkt. De kans dat je gelukkig bent is niet altijd zo vanzelfsprekend. Leven in de echte zin is geen lijdend voorwerp, geen voltooid deelwoord, geen onderwerp, wel een sterk werkwoord dat regelmatig van klank verandert. En vooral niet voor iedereen is alles altijd volledig onder controle. Vele factoren maken dat we niet alles overal kunnen controleren. Ik denk aan jullie beiden.
Morgen naar Lesperon is er weer een zware dag. We lopen 30 kilometer en dat op een zondag. Ik laat je wel weten hoe het was. Alleszins komen we beetje bij beetje meer naar de kust, en dat zie je aan de hemel en de wolken. Groetjes en wat ben ik blij dat die blog weer werkt.
Achter mijn handen
DERTIEN POEZEN OP VEERTIG VIERKANTE METER
Een huisbezoek kan soms erg tegenvallen. Niet om de persoon die je zal behandelen, maar, om het op zijn zachtst uit te drukken, omwille van de locatie die je betreedt. In het begin ontzeg je jezelf het dogmatisch ongemakkelijk gevoel dat je overmant, dat zich meester maakt van je lijf en denken en dat tenslotte ook gaandeweg gestalte geeft aan de inhoud en duur van je behandeling. Echter wanneer dit huisbezoek omwille van de ernst van de aandoening een langdurig weerkerend verhaal wordt, ontdek je walging en afkeer van de omgeving en de situatie omwille van zeer negatieve zintuiglijke prikkels. Je begint dan aan een fase van je dag die je zo goed mogelijk markeert en die je zo slecht mogelijk wil opnemen in je herinnering. Toch vertel ik mijn relaas omdat het gaandeweg door mijn carrière rode lampjes heeft doen branden wanneer patiënten me vertelden dat ze een reeks poezen als gezelschapsdier samen in huis lieten logeren. Op zichzelf is daar niets mis mee, maar wanneer die katten niet buiten de muren van de woonkamer mogen, wanneer die katten onderling kunnen paren en kitten opleveren aan twee nesten per jaar en per paar, als die katten allen hun behoeften doen in een centraal geplaatste poepbak die daarvoor veel te klein uitvalt, dan gaan ook jouw belletjes wel eens rinkelen zeker. Bij het aanbellen nam ik steevast proactief een paar maal diep adem in de hoop zo mijn confrontatie met de huisstank in minder sterk contrast te brengen met de open lucht. Ik herinner me nog heel goed hoe ik steeds bij het buitenkomen bedacht dat een buitenlucht echt naar parfum kan ruiken. Contra-actief nam ik dan telkens enkele diepe teugen lucht en zuurstof binnen. Ik wist voordien niet dat buitenlucht zo goed kon ruiken.
In de winter durfde ik mijn jas niet aanhouden. Ik deed mijn pardessus uit bij het verlaten van de wagen en deponeerde die veilig op de achterbank. Het overkwam me eens dat ik hem wel aanhield en éénmaal binnen hem op het bed had gelegd. Het duurde net geen drie minuten of er lagen twee ronde rugjes op de pelzige voering van mijn wintermantel.
De huisdieren scherpten hun nagels aan al wat nagel-doordringbaar was. De kussens van de zetel, de tafellakens, het deken op het bed, de zijkanten van de sofa, de stoelovertrekken, de gordijnen, handdoeken
Zowat alles trokken die dakhazen aan flarden. Enkel de krabpaal bekleed met canvas en opgerolde koord bleef gespaard. De zoogdieren kregen nooit tegenwind van het baasje, dus konden de beestjes eigenlijk geen respect hebben voor de huisraad. Wanneer de keukentafel moest worden gebruikt, was de eerste actie steeds om het tafeloppervlak vrij te maken van enkele herkauwende poezen. Overal waar je een blik wierp in de kamer was er harig tuig te zien. Niet dat ik iets tegen poezen heb, integendeel zelfs, echt, maar wanneer de vierpotige muizenvangers onfris ruiken, hun draadharige pels kluwen vormen van ongezondheid en de neusjes loopbanen en schuifafjes zijn van slijmen en opgedroogd opgehoest longvocht, dan is mijn goesting om zon dier te aaien, voorlopig en op dat moment, helemaal voorbij. Bijkomend probleem was dat geen enkele opmerking in de richting van hygiëne en netheid en gezondheid echt aansloeg bij de patiënte. Ook het steriliseren of castreren van deze vrouwelijke of mannelijke katten was niet bespreekbaar omwille van de hoge financiële kost.
Als zorgverstrekker stonden zowel de verpleging, de huisarts en ikzelf daar wat voor schut, want dikwijls werd in klein comité deze zaak aangehaald en besproken, maar geen enkel voorstel kende genade door de eigenares in haar laatste oordeel. Ook het probleem aankaarten bij een veearts was geen oplossing omdat de dieren niet echt mishandeld werden.
Er bestond gewoon geen plan B omdat er geen wil was tot oplossing van het probleem.
Echter op zeker ogenblik escaleerde de toestand zo erg dat een overzicht niet meer mogelijk was. Een gezonde wending en oplossing van dit probleem op allerlei domeinen drong zich op.
Het was een externe factor die het probleem mee hielp oplossen. Een geschenk uit de hemel.
Omdat buren gewag maakten van reukoverlast (wellicht door de muren en spleten heen) en de mevrouw deze confrontatie echt niet zag zitten werd afgesproken de gemeentelijke klusjesdienst erbij te betrekken. Met medewerking van het sociaal huis enerzijds, de plaatselijke veearts, de dienst dierenbescherming en familiale thuisverpleging anderzijds, werd willens-nillens een plan C wel aanvaard door de eigenares.
De vrouw in kwestie ging akkoord voor opvang tot maximaal vier poezen die ze zelf mocht uitkiezen.
Hiervoor zou ze zelf mogen en moeten zorgen zodat ze geen aanleiding konden geven tot geuroverlast of ander welk ongemak ook voor de omgevende burgers. Zijzelf zou ook deze poezen volledig zelf opvoeden en hiervoor de verantwoordelijkheid dragen. Zij moest ook elke vierpoter in huis laten steriliseren. Dat was haar opdracht en responsabiliteit.
Deze vier poezen werden door de plaatselijke veearts op hun fertiliteit behandeld en via een afbetalingsplan werd deze behandeling achteraf betaald door de coöperatieve vrouw.
De grote rest van de poezen werd beloofd om niet te laten inslapen, maar wel in het asiel te plaatsen en hiervoor nieuwe eigenaars te zoeken op eigen initiatief van het centrum.
Het verdere verloop van de huisbezoeken laat zich raden. Het was een ware metamorfose in huis. De lucht was rein, de vloer plakte niet meer onder je schoenen. Je hoefde niet uit te kijken waar je liep want nergens was nog stinkende kattenpoep of urineplasje op te merken. De kattenbak kreeg elke twee dagen een onderhoudsbeurt en er stonden vier eetbakjes netjes naast elkaar zodat de beestige huisvriendjes goed wisten dat er nergens anders voedsel moest gezocht of gestolen worden. Het was weer werkbaar werken geblazen. Met contrasterende voldoening ging ik binnen in de woning en met evenveel voldoening kwam ik er ook buiten na de behandeling.
De superkleine spreekwoordelijke druk op de knop door de opmerking van de buurmensen zette deze spectaculaire omwenteling in gang. De beweging van een cumulerende nefaste situatie naar een weldoende en aangename werkomgeving was echt niet zo enerverend of onmogelijk zoals éénieder vooraf had durven denken.
De burenconfrontatie die de mevrouw niet zag zitten was de enige externe schakel en net voldoende om deze oplossing mee te helpen aanreiken.











|