Toen we vorige maandag, precies vier maanden na de persconferentie over het ontslag, het eerste bericht kregen dat Mgr Vangheluwe als boeteling had meegestapt in de Boeteprocessie in Veurne sprong ik zo wat een gat in de lucht van vreugde. Voor mij zei dit bericht dat Mgr Vangheluwe blijkbaar voldoende "leven" en voldoende moed gehad had om zich onder het volk te mengen (hoe anoniem ook) en het risico op herkenning aan te durven.
Maar slechts een paar uur heeft dit nieuws stand gehouden. Nieuwe berichten volgden en evolueerden van "we weten van niets", over "we moeten discreet blijven", naar ontkenning.
Of het bericht nu correct was of niet dat weet ik niet. Ik wil hier alleen maar zeggen dat ik ontgoocheld ben in de commentaren er op. Blijkbaar zagen mensen er vooral het "boete doen" in en niet zozeer de moed. Blijkbaar hadden zij ook elk hun mening over de noodzaak tot en de zin van het boete doen. Mensen die noch betrokkenen, noch rechtsbevoegden waren staken hun oordeel tussen iets wat toch louter een zaak is tussen zondaar en Schepper. En dat is voor mij zo moeilijk om te begrijpen.
Mgr De Kesel, de 26ste bisschop van Brugge en nog maar enkele weken in functie, heeft wel al een verhaal verteld dat me erg is bijgebleven. Hij vertelde hoe hij langs een gevangenis liep waar gestraften van zeer zware feiten opgesloten zaten. Maar bij elk bezoekuur zag hij mensen staan aanschuiven om bij een gedetineerde op bezoek te gaan. Om het even wat hun misdaad ook was, blijkbaar waren er mensen voor wie zij nog steeds meetelden, mensen die van hen hielden en moeite voor hen deden. Mgr De Kesel, wil u dat verhaal nog een keer vertellen? Als de aanzet tot een prachtige boodschap van liefde? Als een hoop op een toekomst waar "gaarne zien" het belangrijkste is?
"Slechts hij is onze vriend aan wie wij al onze ideeën durven toevertrouwen." (Augustinus)
Bij toeval vond ik deze woorden terug op een aantekening uit mijn facebook. Toen ik het daar noteerde deed ik het vanuit een onbevangenheid, vanuit een spontaan verlangen naar wat ik nog niet echt besefte. Maar nu wegen diezelfde woorden zo zwaar door.
Mijn verre vriend, ik hoefde je niets toe te vertrouwen door je te vertellen over wat dan ook. Ik sprak je toe in woorden die enkel zegden hoe ik jou voelde en je meedroeg in mijn hart. Geen verhaal; gewoon een mens aan een mens. En keer op keer mocht ik ook jou horen. Geen nieuwsfeiten, maar je zijn , heel ver van mij, dat je toch gehoord wist in mij.
De "ideeën" zijn overstegen. Verbondenheid is wat blijft.
Herinner je je deze woorden nog van de Franse President François Mitterand waarmee hij de commentatoren de wind uit de zeilen nam toen hij zijn buitenechtelijke dochter, Mazarine, onder de publieke aandacht bracht? Dit zijn moedige woorden van overtuiging en liefde. Dit zijn woorden die mij zoveel deugd doen. Chapeau, monsieur le président!
Al te vaak laten wij ons leiden door wat "men" zal zeggen en hoe "men" ons heden en ons verleden zal beoordelen. Maar wat we ook deden, wat we ook doen, "men" zal een oordeel hebben, zal een oordeel maken en het uitspreken. Wie daarvan het slachtoffer wordt -ik of jij- of de waarheid die misschien niemand of slechts enkelen aangaat, die vraag hoor ik zo gauw niet stellen. Zo lang dit (ver)oordelen in de privésfeer gebeurt kan ik nog de wijze raad van Dr W.D. opvolgen: "dumpen, die rommel! niet aan je laten komen wat je geen deugd doet!". Maar voor een publiek figuur is het minder gemakkelijk; ik zou zelfs zeggen eerder dramatisch. De media komen erop af. Geruchten worden feiten en van het minste woord worden verhalen geconstrueerd waarin je jezelf niet meer herkent. "Transparantie" wordt dit tegenwoordig genoemd en ik word blijkbaar verondersteld dit nog goed te vinden ook. Nu, ik lekker niet!
Gelukkig heb ik in mijn persoonlijk leven geleerd om "et alors!" te zeggen. Maar wat ik niet begrijp is dat mensen iemand beschuldigen zonder daarbij uit zelfverdediging te handelen. Wat kan het mij opleveren om een ander mens met de vinger te wijzen om wat hij doet of jaren geleden ooit gedaan heeft en hem in een verdoemkastje te klasseren? Zelfs al in de kleuterklas werd me geleerd dat het niet netjes was om naar de fouten van een ander te wijzen en dat ik beter zou uitkijken of ik het zelf wel zo goed deed. Geldt dit vandaag misschien niet meer? En wanneer je eens rekening houdt met lichaamstaal wordt het zeker onbegrijpelijk: de beschuldigende vinger wijst iemand aan, maar wijst tegelijk ook weg van de eigen persoon; de aandacht wordt op de andere gericht en ik zorg dat niemand mij en mijn eventuele misstappen in het oog krijgt. Mag ik dit eenrichtingsverkeer noemen? Zelfs wanneer ik weet heb van fouten die ik wel moet afkeuren, dan nog hoef ik daarom een mens niet te verwerpen. Niemand van ons is een eilandje. Wat een mens doet beslist hij zelf. Maar waarom hij de beslissing nodig geacht heeft of geen andere uitweg meer zag kan best voor een stuk ook mijn fout zijn. Omdat ik gezwegen heb, omdat ik geen interesse getoond heb. Ja, ik kan heel veel behoefte hebben om in de spiegel te kijken! Ik zou echt niet graag rechter zijn.
En neen, ik ben niet pessimistisch over onze maatschappij en denk niet negatief over alle mediamensen. Want ik heb een goede boodschap voor jou die vandaag beschuldigd wordt: "Zelfs indien je zelf schuld bekent, bezit je nog altijd de mogelijkheid om ook nog naar die heel veel goede dingen te kijken die je ook gedaan hebt. Dat goede maakt ook deel uit van je onveranderbaar verleden. Daarom zal nooit iedereen je verdoemen en laten vallen. Kijk, ondanks de afkeuring of zelfs de intimidatie door het "men" maakt hier en daar een vriend zich reeds kenbaar. De goede herinneringen deinen uit. Straks wordt hun fluisteren van vandaag tot een brullend verhaal. Geloof me nu maar: morgen gaan we allen in steun achter je aan op stap. En dan zou ik je graag horen zeggen "et alors!" Dikke knuffel aan al die vrienden!