In Kerk & Leven las ik de commentaar van Kris Depoortere bij de zondagslezingen van 13 februari: De eerste steen.
De woorden uit het evangelie Gij zult niet doden zijn aanleiding voor de auteur om het over schandalen in de Kerk te hebben, over pedofilie, over slachtoffers en daders.
Nergens in de tekst wordt de naam van Mgr Vangheluwe vernoemd. Maar voor mij was het alsof de naam er in het vet gedrukt stond.
Enkele woorden uit de tekst: mensen die zonder reserves schuld en straf op zich nemen; mensen die jarenlang met etterende schuld geleefd hebben.
En Er werd gedood door de misbruiken. Er wordt gedood : slachtoffers en plegers.
Een groot deel van de tekst bestaat uit een brief van een Braziliaanse bevrijdingstheologe.
Uit die brief citeer ik: Onze hypocrisie is zo groot dat we, op basis van een zware of geringere misstap van mensen, de waarde van hun hele leven en van hun inzet voor mensen opzij schuiven, terwijl zij zelf jarenlang leden onder een zonde, indien zij die voor zichzelf erkend hebben. Ik sta verbijsterd van de schijnheiligheid, waarmee wij onbarmhartig stenen gooien. En dit tegenover hen die, ondanks hun misstappen, in staat waren veel liefde te geven in hun verdere leven.
Deze tekst van een man die Mgr Vangheluwe toch gekend heeft doet me meer dan deugd.
Een mens krijgt weer het recht om mens te zijn, een mens met een hart.
De auteur noemt zijn tekst een vergeten aspect van de problematiek van de pedofilie.
Ik wil er nog een vraag aan toevoegen: Wie heeft de dader tot dader gemaakt?
De dader is een mens als ik, iemand die leeft binnen Vlaanderen, binnen de Kerk. Zijn handelen is geen individueel falen. En ik stel de vraag: wat heb ik gedaan of net niet gedaan om hem onvoldaan genoeg te laten zijn zodat hij zijn intimiteit bij een kind zocht?
Wat heb ik gedaan of net niet gedaan om hem te bevrijden van een seksualiteit van regeltjes en verboden om hem te brengen naar die ene grote regel: respect voor het leven.
Dat respect dat liefde mogelijk maakt tussen man en vrouw, tussen mensen van hetzelfde geslacht, tussen een priester en een vrouw/man, in zekere zin zelfs tussen een volwassene en een minderjarige. Liefde in zo vele vormen, liefde met zo verschillende intensiteit
Mgr De Kesel heeft het nogal eens over een Kerk die nederig dient te zijn. Maar die nederigheid stelt me niet gerust. Ik zie voorlopig alleen een straffende Kerk die meedogenloos een mens tot de vergeetput veroordeelt. Ik ervaar voorlopig alleen een Kerk die, wanneer de media gaan zwijgen, ook zelf stilzwijgend een bladzijde wil omdraaien zonder blijkbaar te beseffen dat ze daarmee niet enkel de man in de vergeetput straft, maar ook jou en mij al het goede van een man-met-fouten ontneemt.
Ik heb geen behoefte aan een low-profile Kerk, maar net aan een Kerk die, hoe kwetsbaar ook, heel luid spreekt over graag zien en over hoop.
Ik zoek een Kerk van vertrouwen waarin ik kan getuigen dat ik mijn leven en dat van wie me dierbaar is toevertrouw aan de dragende hand van de Heer.
Dragen, gedragenheid; verbondenheid, verbonden woorden; leven, mogen leven
Mijn vriend, geregeld hoor ik dergelijke woorden wanneer wij het hebben over jou en over bidden.
In eerste lezing hoor ik er warme menselijkheid in en mee-lijden aan verdriet en verlies.
Bidden dat jou nabij brengt en mij uitnodigt om je "zijn" in deze wereld (hopelijk maar voor even) nu van je over te nemen.
Maar is bidden niet meer dan onverwerkt verdriet en de onwil om jou los te laten?
Heeft ons bidden misschien ook te maken met het Joodse begrip verbond? Het verbond dat God sloot met Zijn volk; het verbond dat tot stand komt wanneer een sterkere de verplichting op zich neemt op te komen voor de zwakkere en waarbij deze laatste dit aanvaardt?
Deze verbondenheid is zoveel meer dan een contract. Ik noem het dat bewustzijn heel diep in mij dat spreekt over graag zien en de ander het leven willen geven. Deze verbondenheid vraagt niets van jou, maar hoopt des te meer op je levenswil en op je geloof dat dit verdriet niet het einde is en dat Hij niemand loslaat.
De God die dergelijk verbond sloot met Zijn volk, ja van Hem geloof ik dat hij mensen graag ziet.