Dat ik niet meer spontaan in de lach schoot om dergelijke preutsheid zegt veel over de hel waarin we de laatste maanden beland zijn. Heb ik me misschien van een eeuw vergist en leef ik nog in 1911? Waar is de hoop van John F.Kennedy gebleven en wat is er gebeurd met de droom van M. L. King? Hebben we dan voor niets de studentenrevoltes van 1968 bevochten? En wat doe je dan met de woorden van rector Piet De Somer bij het pausbezoek in 1985 waar hij -enkele weken voor zijn dood- paus Johannes Paulus II verzekerde dat zijn universiteit een katholieke instelling zou blijven, maar dat hij evengoed het "recht op dwaling" vroeg?
Wanneer ik vandaag een krant lees bekruipt me eenzelfde gevoel als wanneer ik in Ieper onder de Menenpoort sta of door de Westhoek rijd en het zoveelste soldatenkerkhof zie. Zoveel duizenden namen, levens, families: opgeofferd...om enkele jaren nadien opnieuw te beginnen...We hebben niets geleerd! Maar ik weiger me neer te leggen bij een constatatie.
Gelukkig voor mij ben ik besmet met de" hoop" van een Jezuietenopvoeding. Verder gaan, grenzen verkennen; grenzen van maatschappij en van geloof. Verder gaan, ondanks dat je weet dat je op je kop zal krijgen; toch trouw zijn aan de droom in je hart, trouw aan een droom ontsproten aan de hoop op de overwinning op de dood; ja gelovend dat dit verdriet niet het einde is!
Maar onze droom is niet grenzeloos. Hij wordt niet bepaald door wetten, door geboden of verboden. Onze -mijn!- droom wordt begrensd door twee het uiterste eisende geboden: respect voor het leven (leven, van mezelf, van de andere) en graag zien ten einde toe, in volle overgave, zonder iets te verwachten.
Maar mijn hoop blijft wel: Dat Mgr Vangheluwe de moed blijft hebben om te leven en te blijven getuigen van een God die van ons, mensen houdt. Dat Mgr De Kesel, andere bisschoppen, priesters, gelovigen, zich "ons arme zondaars" durven blijven noemen en van daar uit een hand durven reiken naar een mens en zichzelf en de Kerk het geluk zullen geven zich alle bemoedigende woorden van Mgr Vangheluwe te blijven herinneren.