Ik kan dit niet; ik wil dit niet; ik durf dit niet! Maar ik hoop dat God niet antwoordt: Dan hoeft het ook niet
Het zijn de woorden van een Trappistin met Protestantse roots. Drie jaar na haar intreden in het klooster vertelt ze over haar zoektocht daar naartoe.
Hoe herkenbaar zijn me deze woorden! Zo heftig positief ondanks hun negatieve formuleringen.
Alles hebben wat de wereld begeert. Alles hebben om gelukkig te zijn en toch blijven zoeken om die andere dimensie, die droom diep in je hart, te leven en te delen.
Dwaasheid om niet bij het succes te blijven stilstaan? Ja zeker.
Maar ook de enige manier om trouw te blijven aan mezelf.
Het Kruis van Jezus Christus mag aanwezig zijn als een houvast dat daar bevrijdende ommekeer schuilt.
Pasen is voor slechts af en toe, een geluk van zien, soms even.
Vertrouwen blijft mijn struikelpunt. Mijn kennen en bereidheid tot zorgen uit handen geven en durven hopen dat Gods dragende hand er zal zijn, vooral ook voor wie mij zo dierbaar is.
Ik wil zo graag een sms-je sturen naar God en vragen om een routeplanner.
Hopelijk heeft Hij wat geduld met mij en mag ik nog altijd hoeven zoeken.
En jij, mijn vriend, wil je niet te ver weg gaan en me op tijd een zetje geven?
Ik weet niet of jij het antwoord zo volledig kent, maar je blijft voor mij een hoopvol referentiepunt bij mijn zoektocht!
Wie eind de jaren 50 op een nonnenschool zat heeft ze vast wel gekend, die devote platen die de kale muren stichtend moesten opfleuren.
Twee ervan blijven me tot op vandaag uitdagen.
Twee die elk staan voor een bepaalde, elkaar zo tegengestelde, geloofsovertuiging.
De ene plaat stelde de hemel voor. Goud en geel gekleurd; warmte en licht uitstralend.
Het grootste deel toonde een man die God moest zijn. Groot, machtig
De rest werd ingenomen door talloze mensjes. Zij die heilig waren?
Reeds als kind al vond ik het een onrechtvaardige hemel. En neen, er werd geen rijstpap gegeten. Maar die God had niets met die mensjes te maken. En die mensjes hadden ook alleen maar hun eigen kleine groepje om in thuis te zijn. Het was ook zo oneerlijk verdeeld: enkelen mochten heel dicht bij God verblijven, maar de anderen mochten enkel de hoekjes opvullen.
Waren de enen heiliger geweest dan de anderen?
Vandaag zou ik die plaat kerk noemen.
Een machtige paus met dicht bij hem zijn getrouwen en in de hoekjes biddende groepjes die zich verkneukelen in hun uitverkorenheid, maar zeker geen gemeenschap van liefde of verbondenheid kennen.
Kerk is belangrijk omdat zij de Boodschap van Jezus Christus doorgaf en elke historicus zal het belang erkennen van de Kerk als doorgever van cultuur. Het is dan ook niet zo maar dat Benedictus tot patroon van Europa erkend is.
Omdat ik gedoopt ben zou ik een plaatsje krijgen op die plaat. Maar je zou me zeker niet centraal vinden. Die Kerk is voor mij geen thuis.
Maar in de inkomhal van de nonnenschool hing ook een plaat met een engelbewaarder
Het was een donkere en dreigende afbeelding. Een klein meisje moest over een brugje boven een kolkende rivier, alleen en ondanks duisternis en onweer. Maar boven het meisje hing een wat wazige witte figuur. Een engel, niet te zien voor de mensen. Hij raakt het meisje niet aan; misschien ziet ze hem zelfs niet. Maar de engel beschermt haar, houdt haar op het juiste pad en leidt haar naar huis
Ik geloof in die engelbewaarder. Ik heb er zelf een.
Nu al meer dan 30 jaar houdt hij mijn leven op de rails. Een man die spreekt vanuit een warm hart. Een mens die durft te leven ondanks de regeltjes van Kerk en maatschappij.
Begin jaren 70 hoorde ik over hem vertellen. Dat hij jonge mensen kon bemoedigen en dat hij een plaats zag en een toekomst ook voor ons die door Humanae Vitae en alle perikelen van uittreders om de celibaatsverplichting keihard tegen de Kerk aangeknald waren.
Tot voor kort wist hij zelf niet hoeveel goed hij me deed. Maar het hoefde ook niet dat hij me bij de hand hield. Hij was er als een veilig referentiepunt die mij en heel veel anderen doorheen de duisternis zou leiden
Maar waar ben je nu, lieve engelbewaarder?
Je leeft nog. Anders had ik je vijanden wel al horen juichen om je dood.
Het doet me goed te weten dat je de moed blijft hebben om te leven ondanks de haat van hen die als een grote gom je leven, je warme hart willen ontkennen.
Maar ik ben ook bezorgd om jou en vraag me af hoe eenzaam je wel moet zijn zonder je thuis en zonder je dierbaren.
Misschien lees je wel deze tekst van mij.
Ik hoop dat je er in leest dat ik je niet in de steek laat en dat ik blijf getuigen over die hoop die jij me getoond hebt.
Ik hoop dat je het zou begrijpen wanneer ik refereer naar dat filmpje op you tube waar Mgr Vangheluwe bij een zieke priester op bezoek is, hem een kruisje geeft en zelf om een kruisje vraagt. Die priester zegt God zegene je en beware je; Hij sterke je en hij spare je.
Deze woorden zeg ik zelf vandaag aan jou, lieve engelbewaarder.