25/7 OLVrouw, Koningin van Vrede: Lieve kinderen, jullie zijn belangrijk voor het
realiseren van mijn plannen. Wees gehoorzaam aan mijn oproep. Je ziel is
kostbaar voor de Heer. Zorg voor je spirituele leven, want pas dan zul je groot
zijn in Gods ogen. De mensheid is spiritueel arm geworden omdat het schepsel
meer wordt gewaardeerd dan de Schepper. Ik ben jullie Moeder en ik lijd vanwege
wat er naar jullie toe komt. Kniel in gebed. De kracht van gebed zal je naar
mijn Zoon Jezus leiden. Je gaat op weg naar een toekomst van grote
beproevingen. Gebrek aan liefde voor de waarheid zal grote spirituele blindheid
veroorzaken bij veel van de gewijden.
De duisternis van valse doctrines zal
zich overal verspreiden, en de pijn zal geweldig zijn voor de rechtvaardigen.
Bekeer je en wend je tot Hem die je enige Weg, Waarheid en Leven is. Heb moed, Geloof
en Hoop. De toekomst zal beter zijn voor geloofsmensen. Trek je niet terug. (*)
Dit is de boodschap die ik jullie vandaag geef in de naam van de Allerheiligste
Drie-eenheid. Dank je dat je Mij hebt toegestaan je hier nogmaals te
verzamelen. Ik zegen jullie in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige
Geest. Amen. Wees in vrede.
26/7 OLVrouw, Koningin van Vrede: Lieve kinderen, ik ben jullie Moeder van Smarten en
ik lijd door hetgeen op jullie afkomt. Je zult nog gruwelen zien door de schuld
van slechte Herders, maar trek je niet terug. Keer je niet af van mijn Jezus en
de leer van Zijn Kerk. Zoals ik in het verleden heb gezegd, wordt de waarheid
alleen intact gehouden in de Katholieke Kerk. Sta niet toe dat het slijk van
valse doctrines je naar de afgrond van de zonde sleept. Jullie zijn van de Heer,
en jullie moeten alleen Hem volgen en dienen. Bekeer je en zoek de genade van mijn
Jezus in het Sacrament van de Biecht. Er zullen moeilijke tijden komen. Zoek
kracht in de woorden van mijn Jezus en in de H. Eucharistie. Wees waakzaam: in God is er
geen halve waarheid. Ga verder zonder angst! (*)
26/7 Ik verschijn om Mijn klein leger voor te
bereiden
Boodschap van OLVrouw van Zaro aan Angela:
Deze namiddag verscheen onze Moeder
helemaal in het wit gekleed. De mantel om haar heen was ook wit, breed en
bedekte ook haar hoofd. Op haar hoofd droeg ze een kroon van twaalf sterren. Onze
Moeder had haar handen in gebed gevouwen, ze had een lange H. Rozenkrans vast, die
stralend wit was en bijna tot aan haar voeten reikte. Ze stond met blote voeten
op de wereld. Over de wereld waren taferelen van oorlog en geweld te zien. Onze
Moeder schoof langzaam een deel van haar mantel over de wereld en bedekte
het. Moge Jezus Christus worden geprezen...
Lieve kinderen, bedankt dat jullie hier zijn in
mijn gezegende bos. Bedankt dat je mijn oproep hebt verwelkomd en hebt gereageerd.
Geliefde kinderen, als ik hier onder jullie ben, is het door Gods immense
genade. Mijn kinderen, ik ben hier vanmiddag om jullie vrede, vrede van hart te
geven. Alsjeblieft kinderen, open jullie hart voor mij en laat me binnen. Mijn
kinderen, er wachten jullie moeilijke
tijden, tijden van beproeving en pijn, maar wees niet bang. Als ik je deze
dingen vertel, is het om je voor te bereiden, niet om je bang te maken. De
prins van deze wereld wordt steeds sterker en trekt velen aan tot (zijn) bedrog.
Alsjeblieft, kinderen, laat je geest niet worden vertroebeld door de valse
schoonheden van deze wereld: ze zijn vluchtig. Mijn geliefde kinderen, ik ben
hier door genade, door de immense genade van de Vader. Ik verschijn in
verschillende delen van de wereld om mijn kleine aardse leger voor te bereiden.
Geliefde kinderen, vandaag nodig ik jullie opnieuw uit om voor mijn geliefde Kerk
te bidden. Bid voor haar, bid dat het ware Leergezag niet verloren zou gaan.
Op dit punt vroeg onze Moeder me
om samen met haar te bidden. Ik bad voor de aanwezigen en voor de Kerk, toen
vertelde onze Moeder verder:
Maria: Mijn
zeer geliefde kleine kinderen, ik ben in gebed bij je gebleven en heb je
verzoeken gehoord. Mijn kinderen, Jezus zegt tegen je, "vraag en het zal je
worden gegeven, klop en er zal voor je worden geopend!", Toch wil ik je er
vandaag aan herinneren om te vragen en te kloppen met Geloof, en om te vragen
wat je heiligt, om te kloppen voor het welzijn van je ziel. Mijn kinderen, wees
consistent met Zijn woord, heb vertrouwen in Zijn Liefde. Mijn kinderen, wees
geen wereldse mensen, die aangetrokken worden door voorbijgaande modes. Wees
getuigen van gebed en liefdadigheid. Mijn kinderen, wanneer je vraagt en
verkrijgt, vergeet niet om dankbaar te zijn en niet alleen met woorden, maar
met je leven en je getuigenis. Ik zegen jullie vanuit mijn Hart in de naam van
God die Vader is, God die Zoon is, God die de Geest van liefde is. Amen.
Bedankt voor je aanwezigheid. Tot ziens, mijn kinderen.
Maria: Kinderen,
bedankt dat jullie hier in gebed zijn. Ik zegen dit huis, want net als bij de
eerste Christenen wordt hier gebeden en gedeeld. Bereid je toevluchtsoorden voor,
want de vervolging van Christenen is begonnen, maar je hoeft niet bang te zijn.
"Laat je niet bedriegen; God laat niet met zich spotten.
Ieder zal oogsten wat hij gezaaid
heeft. Wie in zijn vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; wie in de
Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten. En laten we niet moe
worden van het goede doen; want als we het niet opgeven, zullen we te zijner
tijd oogsten. Laten we daarom, aangezien we de kans hebben, goed doen jegens
iedereen, vooral jegens onze broeders en zusters in het Geloof.¡ Nu zegen ik jullie
en laat ik mijn vrede in je hart. Amen.
Europa wacht spoedig de afgrond als leiders
vasthouden aan hun sprookjes over de toekomst - 31/7 Xandernieuws
In de jaren 90 kregen de Europese burgers te horen
dat een gemeenschappelijk munt en Unie de oplossing was voor alle financiële en
politieke problemen, en ons een gouden toekomst zou geven waarin wij de VS en
de dollar voorbij zouden streven om de sterkste economische macht op aarde te
worden. Behalve in Brussel en de door het WEF gecontroleerde regeringscentra
(met Den Haag voorop) is er anno 2022 niets meer over van dit grootse visioen
integendeel. Zelfs in Duitsland heeft
de totale verwarring toegeslagen, en doet de regering er schijnbaar alles aan
om ons allemaal in de duistere afgrond der armoede en vergetelheid te storten.
Steeds meer Europeanen beginnen dit in te zien en komen in verzet, niet
beseffend dat een grote crash van de samenleving juist gepland en gewild is om
het sprookje van een Europese Superstaat te voltooien.
Vrijheid en succes omgekeerd in totalitarisme
en verval
De
huidige leiders van Europa zijn erin geslaagd het economische succes, dat te
danken was aan de generaties die na de Tweede Wereldoorlog keihard werkten aan
de wederopbouw, om te keren in een almaar sneller verlopend
financieel-economisch, maatschappelijk en ook moreel verval. Ooit democratisch
ingestelde partijen en regeringen grijpen steeds vaker naar autoritaire en
totalitaire machtsmiddelen om maatregelen en programmas door te drukken die
rechtstreeks tegen de belangen van hun kiezers ingaan.
Op het
hoogtepunt van het economische succes, gesymboliseerd door Wirtschaftswunder
Duitsland dat zich tot een van de sterkste economische machten op aarde
ontwikkelde, werden de mensen echter zelfgenoegzaam, en begonnen te teren op
hun zogenaamd perfect werkende superieur geachte systeem.
Op realiteitszin. arbeid en solidariteit gebaseerd succes
veranderde langzaam maar gestaag in gemakzuchtig zelfbedrog, gestimuleerd door
megalomane leiders die beweerden dat de transitie naar een duurzame en
groene samenleving met nul emissies om het klimaat te redden niet alleen
noodzakelijk is, maar ook prima betaalbaar zou zijn. Zo beweerde de Duitse
overheid in 2004 nog dat de Energiewende de burgers slechts 1 euro per maand
extra zou kosten, een fractie van de werkelijke stijging van de energielasten.
Hoekstenen van een stabiele en welvarende
samenleving worden vernietigd
Of onze leiders en regeringen nu verblind waren of
doelbewust voor de vernietigende koers van het World Economic Forum van Klaus
Schwab kozen, houden we maar even in het midden. Feit is dat Schwab met zijn Great Reset en de Vierde Industriële
Revolutie naar een door A.I. aangestuurde marxistische technocratie, waarvan
het streefjaar 2030 onlangs met 5 jaar naar voren werd gehaald naar 2025, erin
geslaagd is als een soort schaduwpresident de macht over Europa over te nemen,
met de bedoeling ons werelddeel totaal te veranderen en aan een wurgende
klimaatdictatuur te onderwerpen waarin het voorgoed gedaan is met vrijwel alle
vormen van vrijheid en privacy.
De
hoekstenen van iedere stabiele, welvarende en succesvolle samenleving worden
daarmee opzettelijk vernietigd. In Schwabs (en daarmee ook Ruttes en Kaags)
marxistisch-socialistische nieuwe Europa is zelf nadenken en zelf kiezen niet
meer gewenst en zelfs verboden, waardoor innovatie, initiatief en
zelfontplooiing de kop in worden gedrukt, precies zoals het communisme dat
altijd doet. De totale macht is bij een klein clubje komen te liggen, dat
zogenaamd voor onze bestwil ingrijpende en snoeiharde maatregelen neemt, en
daarbij geweld en onderdrukking niet schuwt.
Westen heeft nog maximaal 10 jaar
Het doel van iedere stabiele samenleving, namelijk hard
werken en elkaar ondersteunen om het leven voor iedereen beter te maken, is
verdwenen. Bovendien werden er tientallen jaren lang hoge schulden gemaakt
zonder de intentie die ooit terug te betalen. De historie leert dat zon
samenleving maar één lot te wachten staat: verval, wat al geruime tijd gaande
is, en vervolgens de instorting, waarvan de eerste signalen nu daadwerkelijk
zichtbaar zijn. Als de fatale koers naar een marxistische klimaatdictatuur niet
snel wordt stopgezet en omgedraaid, dan is het binnen nu en maximaal 10
jaar gebeurd met de Westerse beschaving.
Maximaal,
want sinds dit jaar is het Westen dermate arrogant geworden, dat het denkt
Rusland te kunnen verslaan en te onderwerpen aan de nieuwe autoritaire controle
van de VN, het WEF en de WHO. De Westerse leiders weten ondertussen donders
goed dat de Oekraïense president Zelensky en zijn regering de meest corrupte op
aarde is, maar blijven deze onverkort steunen met geld en wapentuig, waardoor
het risico op het uitbreken van een veel grotere oorlog mogelijk zelfs een
Derde Wereldoorlog met kernwapens steeds groter wordt.
Miljoenen Europeanen belanden in energie- en
voedselarmoede
Ondertussen
rijzen de kosten voor energie, brandstof en voedsel in Europa de pan uit,
waardoor miljoenen mensen niet meer in staat zijn de eindjes aan elkaar te
knopen en in het eerste stadium van armoede zijn beland. Tegelijkertijd gaan
onze leiders gewoon door met het afbreken van onze betaalbare
energiezekerheid, daarbij het drogbeeld verspreidend dat wij prima zonder
Russische gas zouden kunnen, maar Rusland niet zonder ons. Het exacte tegendeel
is het geval het Westen is nu geheel dankzij zichzelf in een energiecrisis
beland, terwijl Rusland zijn olie en gas prima kwijt kan aan China en andere
landen, en juist in alle opzichten in de lift zit.
Door de valse stikstof oorlog tegen de boeren moet ook
onze voedselvoorziening er nu aan geloven. Zo is de strijd tegen de volledig
uit de duim gezogen antropogene CO2 klimaatverandering samen met de
uitgelokte oorlog in Oekraïne een grote bedreiging geworden voor de toekomst
van onze economie, welvaart en samenleving.
Fossielvrije klimaatsprookje en ijskoude winter
Zolang de Europese elite vasthoudt aan het groene
klimaatsprookje dat we een stabiele en welvarende fossielvrije samenleving
kunnen realiseren, zal de in gang gezette sneltrein richting onze ondergang
geen millimeter van zijn koers afwijken. Zo begint de Europese Commissie morgen
(1 augustus) zelf met het terugdraaien van het gebruik van aardgas met 15%,
terwijl er geen alternatief voor is. Dat betekent dat een groot deel van Europa
in het najaar en de winter van 2023 bittere kou (en daardoor ziekte) te wachten
staat ook Nederland, want volgens EC president Von der Leyen moeten wij ons
gas met de alle lidstaten gaan delen (2).
Eens zien hoe dat gaat vallen bij de Europeanen en ook
Nederlanders, van wie nu wordt geëist dat ze hun welzijn en comfort moeten
opgeven voor een zinloze proxy oorlog die ze nooit hebben gewild, en die wordt
gepromoot en in stand wordt gehouden door autoriteiten (EC, WEF) waar ze nooit
op hebben gestemd. EC-vicepresident Frans Timmermans zegt nu al dat we minder
lichten en apparaten moeten inschakelen. Niemand
zal deze politici tegenhouden terwijl ze de wereld rondreizen in hun jets,
omringd door lijfwachten in talloze SUVs, terwijl ze het volk laten lijden
onder hun armzalige beleid, reageert de Amerikaanse topeconoom Martin Armstrong.
De wankelende EU worstelt om zichzelf bij elkaar te houden
en probeert ten koste van alles alsnog het (gruwelijke) visioen van een
Superstaat te realiseren. Een één-wereld autoriteit naar het voorbeeld van de
EU en onder auspiciën van de VN zal echter nooit gaan lukken. Daarvoor zijn de
(gezonde) nationalistische gevoelens in China, Rusland en islamitische landen
zoals Turkije, Saudi Arabië en Iran veel te sterk, en in mindere mate ook in
India. Bovendien stevenen de Verenigde Staten met zevenmijlslaarzen op een
nieuwe burgeroorlog en/of een splitsing af.
Protesten dragen bij aan geplande systeemcrash
Het zal er dus andermaal op uitdraaien dat door deze
zoveelste poging het marxisme af te dwingen enorme aantallen mensen hun leven
zullen verliezen. De Westerse leiders geven er immers duidelijk blijk van dat
het bestaan van hun onderdanen hun (g)een zorg is en niet op een paar doden
meer of minder te kijken denk maar aan de opgedrongen Covid-19 mRNA injecties
die nu al het leven van miljoenen hebben verwoest, en waaraan nog een veelvoud
van miljoenen dreigen te worden toegevoegd. Daarom wachten ons waarschijnlijk
nog een aantal zeer zware jaren waarin massas mensen het leven zullen laten.
Andermaal
herhalen we dat u daarbij heel goed in het oog dient te houden dat deze
systeemcrisis en aankomende crash doelbewust in gang is gezet om op basis van
het al zo vaak aangehaalde ordo ab chao (orde uit chaos) principe de nieuwe,
door de VS/EU/WEF/VN/WHO gecontroleerde Luciferiaanse wereldorde op te bouwen.
De (op zich zeer begrijpelijke en terechte) boerenprotesten, over de hele
wereld door zich wakker noemende mensen toegejuicht als zijnde het front
tegen de elite en het begin van de Great Awakening , vallen dan ook perfect
binnen dit perfide complot om straks keihard in te grijpen en de mensheid
in totale slavernij te zetten.
Ik hou van jullie, Ik leid jullie en Ik
verzamel jullie als een Herder van zielen.
Geliefd volk van Mijn Hart:
Ik kom met Mijn Liefde om jullie te zegenen en jullie
Mijn Kruis van glorie en majesteit aan te bieden.
Mijn kinderen, Ik blijf voor
ieder van jullie lijden, Ik zie jullie steeds verder weglopen van Mijn Schaapskooi,
ondergedompeld in valse leerstellingen omdat jullie Mij niet herkennen.
Mijn volk accepteert wat zondig,
vals en schandelijk is; verwelkomt het verkeerde en raakt vertrouwd met het
kwaad.
Ik roep jullie op tot bekering!
Het is het precieze moment om jullie
niet te laten leiden door je interesses, maar deze van Mijn Huis.
Het is het moment van de Tekenen
die vooruitlopen op de Waarschuwing en Mijn Volk gaat verder zonder zichzelf te
onderzoeken, zonder in hun innerlijk binnen te gaan en naar zichzelf te kijken,
zonder masker.
Mijn kinderen handelen buiten
Mijn Liefde om, weg van werken en handelingen van een ware Christen. Ze staan
toe zich aangetrokken te voelen tot degenen die Mij kennen, maar Mij verachten en
op zoek gaan naar hun belangen en niet de Mijne. Menselijke ellendigheid heeft
hen ertoe gebracht het zondige te willen, aardse macht na te jagen, Mijn Kerk
in duisternis onder te dompelen en de altaren van het Eucharistisch Offer tot
zwijgen te brengen.
O moment van pijn! Ik lijd steeds weer...
En Mijn verblinde Volk kijkt naar
zijn ego, veracht nederigheid en voed hun verwaande en verwende ego met grote arrogantie.
Ik heb jullie zoveel gegeven, kinderen!...
Jullie verliezen zoveel door arrogantie dat jullie, zonder geluk of spirituele vervulling
te vinden, je opnieuw voor Mij neerwerpen, zodat Ik jullie kan bevrijden van
zoveel gangreen dat jullie hebben toegestaan te vallen op wat van Mij is!
Bid Mijn Volk, bid, Mijn Gerechtigheid komt om
hetgeen Mijn Eigendom is.
Bid Mijn Volk, bid, de lichtstad wordt
uitgeschakeld, het geroezemoes wordt tot zwijgen gebracht en Mijn kinderen
zullen het uitschreeuwen.
Bid Mijn Volk, bid voor Argentinië, het lijdt
voor een verbaasde mensheid.
Bid Mijn Volk, bid, de natuur reageert met
grotere kracht.
Mijn vijanden staan op tegen
Mijn kinderen. Ga zonder angst verder met Geloof, Mijn Engelenlegioenen zullen
de onderdrukkers doen vluchten.
Mijn volk, trots en menselijke
dwaasheid moeten worden uitgebannen als voorbereiding op het uitbannen van
verstrooiing (ontspanning, pleziertjes) die in ieder van jullie leven.
Geef je over aan Mij zonder menselijke
weerstand, zodat Ik alles in je zal zijn en jij Mijn inhoud zal zijn.
Haast je kinderen, doe de zovele
vodden (hindernissen) weg die je ervan weerhouden naar Mij toe te lopen...
Wees liefde, broederschap,
naastenliefde, vergeving, hoop en wees allen steun voor zijn naaste.
Leef de geboden na, heb de
sacramenten lief, verzoen je met Mij en ontvang Mij met liefde voor degenen die
niet van Mij houden. Dit is hoe je Mijn Inhoud zult zijn, dit is hoe Mijn
kinderen werken en handelen om van Mijn Liefde te genieten en Mijn Liefde is in
jou een teken van Mijn Aanwezigheid.
Ik zegen jullie en sterk jullie.
Mijn volk, ga verder zonder angst, hand in hand
met Mijn Moeder.
Mijn Hart klopt voor ieder van
jullie. Ik hou van jullie.
Je Jezus
3 x WEES GEGROET MARIA, ZONDER
ZONDE ONTVANGEN.
Luz de Maria
Broeders en zusters:
Gods Liefde omvat alles wat in
degene die zich meer overgeeft om meer van Christus te zijn en minder van de
wereld, doordrongen is.
Dit is een heel diepgaand woord,
laten we er steeds opnieuw over nadenken.
Onze Heer Jezus Christus
herinnert ons eraan dat we door ons eigen geweten zullen worden onderzocht. We
moeten doorgaan met ons voor te bereiden, berouw te hebben, onze zonden te
belijden en in een voortdurende akte van eerherstel en liefde te blijven. Liefde
en gebed zijn noodzakelijk.
Hij roept ons op om de vodden (hindernissen)
van menselijke dwaasheid te verlaten, de trots die de ziel beschadigt en
voorkomt dat we onszelf zien zoals wij zijn.
Broeders en zusters, het zijn dringende momenten, omdat Onze Heer Jezus
Christus ons vertelt dat dit het juiste moment is voor degenen die Hem niet
hebben gezocht, Hem te zoeken.
We kunnen begrijpen dat het
dringend is dat de mens bekering zoekt, om een persoonlijke ontmoeting met
Christus te zoeken om een mens te zijn waar die goddelijke liefde aanwezig
is, waartoe we allen worden toe opgeroepen.
We moeten waakzaam zijn,
spiritueel waakzaam bij de goddelijke woorden die ons vertellen: het is de tijd
van tekenen en volgzaamheid. Daarom worden we geroepen om ons voor te bereiden,
want elke dag die voorbijgaat is een dag dichter bij de Waarschuwing of een dag
waar we kunnen geroepen worden tot de Goddelijke Aanwezigheid.
Broeders en zusters, Christus
lijdt voortdurend en ieder van ons kan een herstellende ziel zijn voor de pijn
van onze geliefde Heer Jezus Christus.
Let op om niet ten prooi te vallen
aan het kwaad dat oprijst tegen de Kerk van Onze Heer Jezus Christus en tegen
het Mystiek Lichaam van Christus!
Let op want het altaar van het Eucharistische
Offer werd geslagen door degenen die Christus kennen, maar de Kerk van Christus
willen bezitten (overnemen)!
Broeders en zusters, de zuivering
van de mens is noodzakelijk zoals Onze Heer heeft gezegd, maar laat ons
onthouden dat te midden van de zuivering de Gods hulp altijd blijft. Deze hulp
waarmee Gods Volk heeft doorgegaan en zal doorgaan tot het einde der tijden.
De Kerk kan worden geslagen, maar
het blijft, net zoals Christus blijft.
Maak je geen zorgen om wat je wel of niet hebt. Als iemand
in nood is, geef dan wat je kunt om zijn lijden te verlichten. Vertrouw op Mij
om alles te bieden wat je nodig hebt. Ik ben God. Ik kan uit het niets iets
maken. Ik zal voor je zorgen. Je hoeft alleen maar te vertrouwen op Mij om te
voorzien, en het zal voorzien worden. Er zijn mensen die dit niveau van geloof
niet hebben. Ze zullen hierin groeien, maar je moet liefde en vrijgevigheid
betonen. Geef ze wat ze nodig hebben, mijn kind en doe dit uit Liefde, en wees
blij, in de wetenschap dat je Hemelse Vader ofwel zal vervangen wat je hebt
gegeven of je nog iets beter zal geven. Ik verwijs naar wat nodig is, versus
wat je misschien wilt.
Mijn kind, onthoud dat wanneer één van Mijn kinderen Liefde
aan een ander betoont, het hen een glimp geeft van Gods goedheid en
vriendelijkheid. Het is heel belangrijk om Liefde te betonen aan anderen,
vooral degenen die in problemen zitten. Men kan veel doorstaan als er
mededogen, genade en liefde je omringen. Ik reken op jullie, Mijn kinderen om
Liefde voor anderen te zijn, om genade te tonen, liefde te tonen en genereus te
zijn met je gaven aan mensen in nood.
Ik verwijs niet alleen naar materiële behoeften, maar ook
vriendelijkheid. Zielen profiteren van vele kleine daden van vriendelijkheid en
Barmhartigheid. Wacht niet om gevraagd te worden, Mijn kinderen. Kijk om je
heen. Wie is ziek, wie lijdt, wie is eenzaam in je midden? Wie treurt er om het
verlies van een gezinslid of vriend? Er zijn veel mensen, vooral nu.
Doe iets, wat het ook is voor hen. Stuur een kaart met een
woordje van aanmoediging, maak een maaltijd of een cake voor hen. Doe iets,
Mijn kinderen. Bel ze op. Doe een daad van Barmhartigheid, Mijn kinderen.
Zielen zijn gekwetst als nooit tevoren, en de kleintjes en mijn geliefde
tieners zijn getroffen door wat hen wordt aangedaan door kwade instellingen die
hun door God gegeven identiteit van hen willen afnemen en hen verminderen tot
onbelangrijke, gezichtsloze, emotieloze robots. Dit is niet Mijn Wil voor de
mensheid. Dit is het plan van de tegenstander om Mijn kinderen te
ontmenselijken.
Ga hier niet in mee. Mijn volk, gebruik het goede gevoel
dat Ik je heb gegeven en bezwijk niet voor angst. Angst is de afwezigheid van
vertrouwen. Gebruik je verstand en intellect dat God je heeft gegeven. Dit is
niet de manier waarop Ik wil dat Mijn kinderen worden behandeld. Ik wil dat
mijn kleintjes vrij zijn om te groeien, te spelen, van het leven te genieten;
hoop in de toekomst hebben en elkaar te zien lachen.
Bedek hun gezichten niet, mijn arme verloren mensen. Zie je
niet wat je hen aandoet? Je beschermt hen of jezelf niet. Je schept een
omgeving van angst, wantrouwen, woede, en een omgeving verstoken van zorg en
liefde. Genoeg, zeg Ik. Genoeg! Gebruik de intelligentie en de rede die je van dieren scheidt. Het is tijd dat je de waarheid
van de huidige situatie ziet. Je wordt geleid door een pad van dood en
vernietiging. Ga dit pad niet op. Mijn kinderen van deze wereld, van dit
tijdperk, er is veel kwaad en corruptie overal om je heen. Ga niet mee met deze
plannen, want ze zijn niet Gods plannen. Weersta deze wereldse plannen met
vertrouwen en met een doel voor ogen. Neem niet je toevlucht tot maatregelen
van geweld. Verander je koers, voor jou en je kinderen. Dit is van vitaal
belang voor de gezondheid van je ziel.
Bid, Mijn kinderen. Bid de H. Rozenkrans en het Kroontje
van Goddelijke Barmhartigheid. Jullie mooie, door God gegeven rechten (voor
ware vrijheid) komen van de Hemel. Ik heb je er alles over geleerd in de H.
Schrift. Lees het H. Woord, Mijn kinderen. Lees de reddingsgeschiedenis, want jullie
zijn het vergeten. Het is jullie verhaal. Het is het verhaal van Gods Liefde
voor Zijn volk. Je maakt deel uit van dit verhaal; dit liefdesverhaal. Lees en
onthoud het, Mijn kinderen. Open je hart voor Mij. Praat met Me. Vraag om Mijn
leiding en Ik zal jullie helpen de nodige wijzigingen voor je gezinnen aan te
brengen. Bid samen met je gezin. Volg Mij, Mijn kinderen en alles zal goed komen.
Kom, laten we beginnen.
16/1/2022
Jezus: Vele zielen lijden in deze tijden. Ik ben het antwoord, Mijn
kinderen, op het verlangen in het hart van elke persoon. Het maakt niet uit wat
de oorzaak van hun verlangen is, Ik ben het antwoord. Velen zijn eenzaam door
alleen te zijn na de dood van een echtgenoot of geliefd familielid, of om
alleen redenen die Ik ken. Velen zijn eenzaam, hoewel omgeven door hun gezin en
vrienden, omdat ze een leegte voelen, of gebrek aan een doel in het leven, of
omdat ze wereldse verlangens nastreven. In elk geval, Mijn kinderen, ben Ik de
enige remedie. Ik heb Vrede te geven die alle begrip te boven gaat. Ik ben balsem
voor de ziel. Velen zijn gewond vanwege gebrek aan Liefde, geweld (het
slachtoffer zijn van of zelfs dader), onverschilligheid of verkeerd begrepen
worden.
Ik ben de remedie. Ik ben helemaal Liefde en alle Liefde
ben Ik. Mijn Liefde is perfect. Het vergeeft, herstelt en brengt leven. Mijn Liefde
brengt vergeving, genezing en verlossing. Velen hebben grote ontmoediging of
hebben hun hoop opgegeven en zijn moedeloos geworden. Ik ben Hoop. Ik ben Licht.
Ik herstel Hoop in zielen. Ik herstel vertrouwen en als iemand nooit vertrouwen
heeft ervaren; zal Ik het opnieuw geven. Ik ben betrouwbaar en consistent in Mijn
Liefde voor Mijn kinderen. Ik ben
goed en Barmhartig.
Mijn H. Hart is een toevluchtsoord voor alle zondaars, net
als het Onbevlekt Hart van Mijn Heilige Moeder Maria. Zoek toevlucht in onze Harten,
Mijn kinderen en je zult rust en troost hebben in de stormen van het leven. Je
moet nu beslissen voor Mij terwijl er nog steeds kans is. De tijd die hiervoor
blijft, wordt erg kort, omdat zoals jullie merken dat de tijd vliegt en daarom waarschuw
Ik je. Let op Mijn woorden, want je weet niet de dag of het uur dat je ziel
voor Mij zal staan in het oordeel. Ik ben Barmhartig terwijl je je dagen op
aarde beleeft, maar Ik verzeker je dat de dag binnenkort komt wanneer de lijn
zal worden getrokken. Men is voor Mij of tegen Mij. Ik vertel je dit vanwege Mijn
diepe Liefde voor zielen. Ik wil dat niemand verloren gaat. Niemand. Niet één.
Wees niet dwaas en verspil geen tijd meer. Kies nu, mijn kleine kinderen. Kies
voor het leven.
De boze volgen is de dood kiezen. Als je in een leven van
zonde leeft, wend je dan tot Mij. Bekeer je van zonden en Ik zal je vergeven.
Begin je leven dan opnieuw. Ik zal je zonden niet meer herinneren! Voor degenen
onder jullie die Katholiek werden gedoopt, loop dan naar een Priester en vraag
dat hij je Biecht hoort. Je zult niet alleen van je zonden worden vergeven,
maar je zult de genaden ontvangen die nodig zijn om door te gaan op het pad
naar Heiligheid. Heilige zielen hebben grote vreugde, Mijn kinderen. Er is
opwinding in hun leven als ze uitkijken naar de geweldige plannen die Ik voor
hen heb. Wees niet bang voor Heiligheid.
Hou de genaden, die Ik voor je heb, niet tegen uit angst
dat Ik je niet zal vergeven. Ik vergeef, Mijn kinderen. Als dat niet zo was,
zou Ik geen wrede dood hebben ondergaan om jullie te bevrijden van het juk van
zonde. De reden dat Ik in de wereld kwam, was om te sterven voor de zonden van
de mensheid vanwege Mijn Liefde voor jullie. Mijn Vader en Ik hebben dit reeds lang
besloten voordat je werd geboren, maar we wisten dat je geboren zou worden. We
wisten precies de tijd in de geschiedenis van de wereld sinds de schepping en
hun doel, wanneer elke ziel zou worden geboren vóór de vader het plande. Hij
plande elk leven, zelfs de levens die de mens besloot te doden door het kwaad
van abortus, moord, euthanasie, tirannie, genocide, enz. Deze zielen werden in
de meeste gevallen gemarteld en wonen bij Mij in de Hemel. Hun leven is nog
steeds gevuld met betekenis en doel, zelfs als ze niet één adem haalden buiten
de moederschoot. Je zult dit en vele andere mysteries op een dag begrijpen
wanneer je bij Mij bent in de Hemel.
Mijn kinderen, kies het Hemelse Koninkrijk van de Vader.
Neem geen genoegen met het vals vertoon die de boze je voorhoudt. Dit zijn als
goedkope prulletjes in vergelijking met de rijkdom van de Hemel. En door nu
voor Mij te leven zal je in staat stellen om een glimp van de Hemel te zien, terwijl
Ik veel genaden en zegeningen verleen aan degenen die Mij uit liefde volgen. Ik
wacht geduldig op je keuze, Mijn geliefde kinderen, maar wees niet aanmatigend
want de tijd is nu kort. Het kwaad is in je midden.
De boosaardige elite, die hongeren naar macht, die medewerkers
van Satan zijn, willen de bevolking van de aarde elimineren. Alleen degenen die
Mij liefhebben en volgen, zullen veilig zijn. Ik vertel dit aan Mijn koppige kinderen,
die hun bekering uitstellen voor de wereldse prulletjes, niet om angst in
jullie te wekken. Ik zeg jullie dit omdat het waar is. Ik vertel je dit uit Liefde.
Net zoals degenen met kinderen, hen leren in beide richtingen te kijken voordat
ze een straat oversteken, of hen leren geen hete kachel aan te raken. Ik vertel
je dit om je in veiligheid te brengen. Mijn kinderen, Ik wens het beste voor
jullie.
Jullie wensen voordeel op korte termijn, deze die je
bedriegen en je 'goed' doen voelen op dit moment, vergelijkbaar met Essau, die
zo hongerig was dat hij een kom linzenpap koos boven zijn vader, de enorme
rijkdom van Abraham. Dit was de aardse erfenis van Essau. Jullie doen
hetzelfde, maar jullie kiezen bereidwillig zelfs minder dan pap in ruil voor je
eeuwig erfdeel. Luister, Mijn kinderen, let op Mijn woorden. Dit is het moment
om te kiezen. Je kunt niet langer onverschilligheid veinzen. De tijd om partij
te kiezen is gekomen. Ben je voor God de Vader, Schepper van Leven en de gever
van alle goede dingen, of kies je ervoor om de vader van leugens, de vader van
de dood te volgen, degene die wil dat je voor altijd in de Hel lijdt?
Het is tijd, mijn arme kinderen. Je moet kiezen. Als je
geen beslissing neemt, is dit zelfs een keuze voor het kwaad. Kies het Leven.
Kies Liefde. Kies genade. Kies de Hemel en vreugde. Het is jouw keuze, want je
werd geschapen met de grote gave van vrije wil. Onze Hemelse Vader heeft elke
mens gezegend met een vrije wil en daarom ben je vrij om te kiezen, maar je
moet kiezen. Stel niet uit, Mijn kleine arme kinderen.
Voor degenen die reeds hebben besloten Mij te volgen, zijn
genaden en Barmhartigheid de jouwe. Ik zal in deze dagen genaden uitstorten op
al Mijn geliefde kinderen van Licht. Zij zijn degenen die van Mij houden en Mij
volgen. Je hebt alles wat je nodig hebt. Ik zal voor je zorgen. Ik zal je
toevlucht zijn. Zolang je Me volgt, zal niemand van jullie vergaan.
Wees niet bang, de omstandigheden rondom zijn als
stormachtige golven die tegen de kusten uiteen spatten, maar jullie toevlucht ligt
in de Rots. Ik ben jullie fort en de golven zullen als kleine druppels water
voor je zijn. Je hoort het gerommel van de donder; je zult de golven zien en de
sterke wind voelen, maar je huis dat op de rots is gebouwd, zal blijven staan
en jij en je gezin worden beschermd. Als iemand zijn leven verliest in de
storm (iemand die van Mij houdt en Mij volgt), zal hij naar de Hemel komen en zal
hij gezegend worden als de martelaren voor het geloof. Deze dagen zijn gevuld
met kwaad en alle moeilijkheden en degenen die blijven in Geloof leven en Mij
volgen, hebben niets te vrezen.
Wees niet bang, de omstandigheden rondom zijn als
stormachtige golven die tegen de kusten uiteen spatten, maar jullie toevlucht ligt
in de Rots. Ik ben jullie fort en de golven zullen als kleine druppels water
voor je zijn. Je hoort het gerommel van de donder; je zult de golven zien en de
sterke wind voelen, maar je huis dat op de rots is gebouwd, zal blijven staan
en jij en je gezin worden beschermd. Als iemand zijn leven verliest in de
storm (iemand die van Mij houdt en Mij volgt), zal hij naar de Hemel komen en zal
hij gezegend worden als de martelaren voor het geloof. Deze dagen zijn gevuld
met kwaad en alle moeilijkheden en degenen die blijven in Geloof leven en Mij
volgen, hebben niets te vrezen.
Mijn kinderen van Licht, tallozen van jullie zullen leven
om de vernieuwing van de aarde en het tijdperk van vrede te zien. Jullie zullen
heel wijs zijn en jullie wijsheid zal van generatie op generatie overgaan, want
je zult in de tijd van de grote Heiligen, de grootste Heiligen hebben geleefd
en je zult gevuld zijn van genaden en wijsheid. Mijn kinderen, wees niet bang
voor deze tijden die voorspeld werden in de H. Schrift. Verheug je dat Mijn Vader
jullie voor deze tijden heeft bestemd. Houd je vast aan het Kruis en aan de
Verrijzenis. Overweeg de blije, droevige, glorierijke geheimen en de geheimen
van het Licht.
Mijn kinderen, overweeg de smarten van Mijn Moeder die veel
heeft geleden voor haar Liefde voor Mij, ook al was ze volledig vervuld van
genade. Volg haar voorbeeld van perfecte Liefde, dienstbaarheid en Heiligheid.
Wees als Mijn Moeder en laat haar je leren. Ze brengt altijd Mijn kinderen nog
dichter bij Me. Ze is een perfecte lerares en zal haar kinderen in Heiligheid scholen.
Wijd jezelf aan Mij toe door Mijn
geliefde Moeder. Doe dit nu, Mijn kinderen van Licht en als je het reeds gedaan
hebt, hernieuw dan de toewijding.
Bid zoals Ik je heb gevraagd. Het is van vitaal belang dat
je dat doet, want de tijd van duisternis staat voor de deur. Het gebed van de H. Rozenkrans waar je de
gebeurtenissen van Mijn leven en het leven van Mijn Moeder overweegt, het
Kroontje van Goddelijke Barmhartigheid en de H. Mis zullen je door de
moeilijkste tijd dragen, Mijn geliefde vrienden. Zorg voor deze gebedsroutine,
s morgens en s avonds voor de bescherming van je ziel, je gezin, en je
woning. Je moet naar Mij luisteren, Mijn kinderen.
De boze en zijn volgelingen zijn op zoek naar zielen om te
verslinden. Hij kan je ziel niet schaden als je ze aan Mij toevertrouwt. Bid
deze Hemelse gebeden om je van een merkteken te voorzien dat je de Mijne bent.
Dit is je grote bescherming en het zal als een gezegende bedekking over je zijn.
Ik ben Barmhartig en Alwetend. Velen onder jullie hebben ziekte en groot lijden
ervaren. Er zijn momenten dat je niet in staat bent geweest om te bidden zoals
Ik heb gevraagd. Ik begrijp het, Mijn geliefden. Zodra je ertoe in staat bent, hervat
het gebed. Ik dring er bij jullie op aan terug te keren naar de gebedspraktijk
en de sacramenten van zodra je ertoe in staat bent. Ik zal je helpen. Vraag en
ik zal je de weg geven, Mijn kinderen. Je hoeft het alleen maar te vragen en te
verlangen.
Ik ken je worstelingen, je lijden en alles wat je aangaat.
Vertrouw op Mij. Het zal zijn zoals Ik je heb gezegd. Wees niet bang. Vertrouw
op Mij. Wees een voorbeeld voor anderen door je leven en je vertrouwen. Wees
ervan overtuigd dat Ik je leid, zelfs als je het pad niet kunt zien waar Ik je heen
leid. Het is niet belangrijk voor jullie dat je het ziet. Het is alleen
belangrijk dat je Me vasthoudt en volgt waar Ik je leid, want Ik ken de weg en Ik
kan duidelijk zien wat er komt en alles wat er om je heen is als je loopt. Ik
zie elke persoon die zal proberen je van het pad te halen, elke steen die je
zou laten struikelen en elke gevaarlijke valstrik. Het enige wat je moet zien
is je Jezus, je Gids en je Redder.
Wandel vol vertrouwen met je ogen op Mij
gericht. Ik zal je dragen op momenten dat de weg te verraderlijk is voor jou, Mijn
kleintjes. Vertrouw op Mij. Ik zal je nooit teleurstellen. Als je denkt dat Ik
je in de steek heb gelaten, denk dan aan de zegeningen die hierdoor komen en je
zal je realiseren dat je het beste pad hebt gekozen toen je besloot Mij te
volgen. Je moet vertrouwen hebben, Mijn kinderen. Je geloof en vertrouwen worden
sterker met elke moeilijkheid en elk beantwoord gebed.
27/2/2022
Jezus: Mijn kinderen, jullie smeken Me om deze oorlog te stoppen
en Mijn hart is ontroerd. Mijn kinderen werden verteld hoe ze oorlogen moeten
stoppen. Mijn moeder legde dit uit in Fatima en op andere verschijningsplaatsen
toen ze uitlegde dat het Rozenkransgebed
vanuit het hart gebeden, oorlogen kan stoppen. Mijn kinderen, jullie moeten eindelijk
beseffen dat het door dit gebed is dat oorlogen zullen stoppen. Verspreid het
woord aan iedereen die je ontmoet dat de rozenkrans-kruistocht over de hele
wereld nu nodig is. Doe dit, al Mijn kinderen van Licht. Verzamel jullie en bid
voor de toewijding van Rusland. Mijn kind, je moet deze boodschap zo snel
mogelijk uitbrengen. Mijn uitnodigingen, Mijn leiding, de verzoeken van Mijn Moeder
over de hele wereld worden grotendeels genegeerd. O, wat is er nodig, Mijn volk
om naar de Hemel te luisteren, naar God Zelf en te doen wat we vragen voor
jullie eigen bestwil. Jullie gedragen je als kleine ongehoorzame kinderen die
alleen snoep willen eten en geen voedend voedsel en wanneer ze nee te horen
krijgen met hun voeten stampen en een driftbui krijgen om nog een stuk snoep te
krijgen. Jullie moeten nu volwassen worden, Mijn kinderen en beginnen te
vertrouwen op de wijsheid van God, jullie Vader.
Het
voedsel is de Eucharistie en het Rozenkransgebed die
je in goede gezindheid brengt om Gods Wijsheid te ontvangen. Ik neem Mijn
verblijf in je tijdens de Heilige Communie en Ik wil veel genaden en veel
wijsheid aan je schenken, maar je gaat door met je drukke leven, van het ene evenement
naar het andere en je maakt geen tijd om te bidden. Gebed is een noodzaak, Mijn
kinderen. Het zou geen bijzaak mogen zijn, maar eerder het eerste wat je 's morgens
doet en het laatste wat je 's avonds doet voordat je gaat slapen. Het is niet
teveel gevraagd voor Mijn kinderen, om de Rozenkrans slechts twee keer per dag
te bidden. (Noot: ideaal is per dag een
Rozenhoedje te bidden, een Kroontje van Barmhartigheid, een Kroontje van de H.
Wonden/Kostbaar Bloed en een gebed van toewijding aan het H. Hart/Verenigde H.
Harten) Als degenen die van Mij houden dat niet willen doen, wie doen dat
wel? Dit is het probleem, Mijn kinderen. Jullie beginnen een tijdje en keren
dan terug naar je vroegere gewoonten. Waar is je vertrouwen in Mij? Waar is je
Liefde? Waarom laat je je Liefde bekoelen, Mijn kinderen?
Overweeg Mijn Lijden en dood en je zal de grote prijs zien
die Ik voor je heb betaald om het Eeuwige Leven te hebben, om de Sacramenten,
de Kerk en je familie in de Hemel te hebben. Wat vraag Ik weinig aan je en wat
vraagt Mijn Moeder weinig aan je en toch denk je dat het teveel is.
Als je met oorlog aan je grenzen zou worden bedreigd, zou
je bidden, niet? Natuurlijk zou je dat doen. Waarom bid je nu niet, opdat het
niet gebeurt? Waarom bid je niet voor het Oekraïense volk en alle anderen die
het slachtoffer zijn van oorlog en geweld? Mijn kinderen, onderzoek jezelf en je
prioriteiten. Wat kun je nog meer doen voor je Jezus die van je houdt? Vraag
het Mij en Ik zal jullie, Mijn kinderen van Licht, het laten zien. Streef je
ernaar om Gods Wil te doen? Vraag je om dit geweldige geschenk in je leven? Wil
je in Mijn Goddelijke Wil leven? Wil je een leven van Heiligheid leiden? Houd
je van iedereen om je heen en vooral van je gezin naar beste vermogen? Toon je
je Liefde voor God, door je naaste lief te hebben? Kennen je kinderen je door je
Liefde?
Denk na over deze vragen in gebed en vraag Mij om
begeleiding. Ik zal je helpen, Mijn kinderen. Je moet nu voor God beslissen. Je
moet echt een leven van Heiligheid, vrede, genade en Liefde leiden. Binnenkort
is er geen tijd meer te verspillen en binnenkort zal je een beslissing moeten
nemen. Geen beslissing is hetzelfde als beslissen voor het kwaad, Mijn
kinderen. Volg Mij. Neem je kruis op en volg Mij. Bied Mij de kleine ongemakken
in het leven aan, verenigd met Mijn Kruis. Stop met mopperen en prijs God in de
plaats, want alles komt van Gods Wil, behalve het kwaad. Bid, bid, bid Mijn
kinderen. Bid nu terwijl je nog steeds kunt bidden.
20/2/2022
Jezus: Leer verenigd te leven met Mij, Mijn kinderen en één van hart,
één van geest en in één beweging met God te zijn. Dit is de essentie van het
Gebed van eenheid.
Het gebed
van eenheid
Mijn aanbiddelijke Jezus,
Moge onze voeten samen reizen.
Mogen onze handen zich in eenheid verzamelen.
Moge onze harten tegelijkertijd kloppen.
Moge onze zielen in harmonie zijn.
Mogen onze gedachten als één zijn.
Mogen onze oren samen naar de stilte luisteren.
Mogen onze blikken diepgaand elkaar binnendringen.
Mogen onze lippen samen bidden om genade te verkrijgen van
de Eeuwige Vader.
Jezus zei aan Elisabeth Kindelmann: Door dit gebed zal
Satan verblind zijn en zullen zielen niet in zonde worden geleid. (p.25 van dagboek)
De Heer legde uit: "Satan die verblind wordt, betekent een wereldwijde
triomf van Mijn H. Hart, de vrijheid van zielen en een volledige opening van de
weg van redding." (p. 87)
Mijn kinderen, dit zijn niet alleen woorden. Het zijn Mijn
woorden, ze zijn Mijn verlangen. Mijn woord is scheppend. Mijn woord gaat voort
en transformeert en schept iets, een persoon, een plaats, alle materie en zelfs
dat wat nog geen materie in de woorden die Ik verkondig. Zo schiep de Vader de
wereld. Gods Woord is kracht, leven, licht, waarheid, schoonheid en altijd
goed. Daarom dient het gebed van eenheid om zielen te transformeren in
prachtige bruiden van Christelijke perfecte vereniging met God. Daarom wordt
Satan verblind door dit gebed wanneer het met Liefde wordt gebeden. Hij is niet
in staat om naar Mij te kijken en wanneer zielen dit gebed bidden, kan hij niet
naar je kijken of zelfs de plek zien waar je bent. Vraag alsjeblieft meer
zielen om het gebed van eenheid te bidden en naar eenheid te verlangen met de H.
Drie-eenheid, specifiek om in vereniging te zijn met Gods Wil.
Kinderen van Mijn Hart, op deze manier zal je vredig leven
doorheen de komende kastijdingen. Je blik zal op God gericht zijn en niet op de
wereld, die een bespotting van God is geworden en een broeinest van zonde en
corruptie. Je zult alleen Gods Wil zoeken en jullie zullen allen van je
medemens houden met Gods Liefde. Je zult het H. Evangelie van Mijn Zoon, Jezus
Christus, beleven, Mijn kinderen. Wanneer Mijn kinderen in de toevluchtsoorden
zijn, zal de uiteindelijke transformatie plaatsvinden in je ziel, en zal je
echt de geest van Christus op je nemen en op wonderbaarlijke manieren worden
geleid door de kracht van de H. Geest.
Dit zal zo zijn om je voor te bereiden
op het wonen in het Tijdperk van Vrede. Kinderen, luister naar Mij. Vernieuw je
toewijding om een Christelijke leven te leiden, te verlangen naar Heiligheid en
te verlangen om in Mijn Goddelijke Wil te zijn. Zoek en je zult vinden. Klop en
de deur wordt voor je geopend. Vraag en je zal ontvangen. Vertrouw op Mij, Mijn
kinderen. Er is echt geen andere
manier.
Ik ben de weg. Vertrouw op Mij en volg Mij. De tijd komt
binnenkort en staat reeds voor de deur, wanneer je de tijd van grote
beproevingen, vermeld in de Schrift en de profeten van weleer, binnengaat. Deze
generatie zal deze tijd van beproevingen en vervolging ingaan. Het is er reeds,
maar het is het begin. Deze beproevingen, doorstaan met liefdevolle
acceptatie, zullen God meer glorie brengen. Mijn kinderen, jullie die gemaakt zijn
naar Mijn beeld en gelijkenis, zullen schitteren met Mijn glorie wanneer je de beproevingen
geduldig en heroïsch verdraagt. Omarm dit kruis, Mijn kinderen. Onthoud hoe Ik
het Kruis omarmde waarop Ik moest worden gekruisigd.
Zelfs door Mijn intense lijden, de geseling, de
doornenkroning, het misbruik door de Romeinse soldaten en de meeste Joden, keek
Ik uit naar het Kruis. Ja, Ik hield van het leven. Alle vrienden, Mijn
allerheiligste en zuivere Moeder Maria, Mijn verwanten, Mijn thuisland, en dat
alles is goed, maar Ik hield nog meer van jullie redding en je kostbare zielen.
Ik wist dat Ik hiervoor was gekomen, om gekruisigd te worden, om te sterven en te
verrijzen, zodat jullie op een dag allen voor altijd in het Koninkrijk van de
Vader zouden kunnen leven. Maar dit is niet alles, Mijn kinderen. Jullie moeten
Me volgen. Jullie moeten de weg van het Kruis bewandelen, ook omdat geen
discipel groter is dan zijn meester.
Realiseer je dat na het Kruis en het graf de kracht van de Verrijzenis
komt. Ook jullie zullen verrijzen. Kijk niet naar de kosten, Mijn kinderen.
Denk alleen na over wat Ik reeds voor jullie heb betaald en wees bereid om het
lijdensuur dat naar de Kerk en de wereld komt te beleven. Maar eerst de Kerk
(en dat is reeds begonnen) in navolging en vereniging met Mij, je Jezus. Op
deze manier zul je in vereniging zijn met de H. Drie-eenheid, want we zijn één
God. Wanneer iemand in vereniging is met één van de 3 Personen van de Drie-eenheid,
is men in vereniging met alle 3, één God, 3 Personen. Geloof, Mijn kinderen van
Licht. Geloof in Mij. Vertrouw op Mij. Leef alleen voor Mij en je zult leren
wat het is om echt in de vereniging met Mij te zijn. Dit is Mijn wens. Dit is Mijn
Wil. Je moet aan jezelf sterven, aan je eigen wil.
Je zult jezelf niet verliezen, want je wordt dan je ware
zelf. De persoon waarvoor je geschapen was om te zijn, meer ten volle levend en
één met de Geest van de Heer. Toen Adam en Eva werden geschapen, woonden ze
niet alleen in de tuin van Eden, maar wandelden ze met God. Dit betekent dat ze
in eenheid waren, perfecte vereniging met Gods Wil. Ze waren begiftigd met
grote schoonheid, reden, intelligentie, wijsheid en vrede. Ze wilden niets
anders dan alleen God dienen en in vertrouwde vriendschap zijn met God. De
geheimen van het universum werden door Mij geopenbaard. Het werd hen toevertrouwd
ouders te zijn van het hele menselijk ras. Grote gunsten werden hen betoond en
een groot aantal zegeningen en genaden.
Met dit alles, perfecte deugd, een schat aan kennis en
wijsheid, volledig vertrouwen, vielen ze in de verleiding om goed en kwaad
volledig te begrijpen. Mijn kinderen, ze begrepen reeds volledig wat het goede
was, maar ze kenden echter het kwaad niet. Het was dit dat ze kozen toen ze
besloten hun geliefde Vader ongehoorzaam te zijn. Ze wilden het kwaad kennen.
Dit weten is veel meer dan een intellectueel weten. Dit woord 'weten' betekent
intiem bewust zijn van het kwaad. Dit is wat er was gekozen over alles wat Ik
ze had gegeven. Dit is wat mensen vandaag kiezen wanneer ze wereldse macht,
rijkdom, bekendheid, roem en fortuin op een hogere plaats zetten, dan om God te
kennen, te beminnen en te dienen.
Dit is dezelfde zonde van trots die Adam en Eva hebben gepleegd.
Keer deze intimiteit met het kwaad de rug toe, mijn arme verloren kinderen en
kies goedheid, leven, waarheid en liefde. Kies God, mijn arme schepselen en
volg niet langer de Boze en zijn volgelingen. Iedereen die ervoor kiest om Mijn
tegenstander te volgen, volgt hem in het eeuwige vuur van de Hel. Dit is niet Mijn
Wil. Mijn Wil is voor je bestwil, dat Mijn geliefde kinderen het beste van
alles hebben: de Hemel. Dat is Mijn Wil en Ik stierf voor jullie om de Hemel te
hebben.
Maar mijn geliefde kinderen, uit een groot, oneindig
respect, werden jullie geschapen met een vrije wil. Dit komt omdat het veel
groter is om vrij te kiezen om te beminnen. Als iemand geschapen was zonder
keuze te hebben, zonder een vrije wil, zou hij niet vrijelijk kunnen kiezen om
God te beminnen, maar zou hij liefhebben zonder keuze te hebben. Mijn kinderen,
dat zou geen echte Liefde zijn. Dat zou een vorm van slavernij zijn. Omdat Ik
al-goed ben en het hoogste goed voor je wil uit Mijn grote, oneindige Liefde,
kan Ik niet op deze manier scheppen. Slavernij is een kwaad en is niet mogelijk
voor de perfectie en Liefde van God. Daarom is de mensheid gemaakt door en voor
Liefde - een vrij gekozen liefde.
Daarom, misbruik je
menselijke wil niet door het kwaad en de dood te kiezen. Kies in plaats daarvan
het ware leven - een leven en een aandeel in de Geest en het leven van God.
Mijn kinderen van Licht, Ik bereid jullie voor met alles om tot het einde te
volharden. Lees de H. Schrift. Ga veelvuldig naar de Mis, ga naar de Biecht en
ontvang zoveel mogelijk de H. Communie (in staat van genade) voor je eenheid
met Mij, voor je groei in Heiligheid en voor de bescherming van je ziel.
Wees niet bang. Ik zal elke persoon, elke ziel precies
geven wat nodig is in het leven en om de beproevingen te doorstaan. Hoe dichter
je bij Me komt, hoe minder ernstig de beproevingen zullen lijken. Je zult dan de
anderen kunnen helpen, degenen die Ik je stuur, degenen die je ontmoet, om ook vol
te houden. Mijn kinderen, je zult niet alleen dit doorstaan, maar verenigd met Mij
en in Gods Wil, zal je ook zegevieren. Dit is hoe het leger van Mijn Moeder
Satan zal verpletteren. De hiel van Mijn Moeder - haar kinderen zullen dit
doen, door haar, de Moeder van de Kerk, perfect verenigd met God. Jullie worden
kleine Maria's en kleine Jezussen verenigd met de Goddelijke Wil in het Hart
van de Drie-eenheid.
Op deze manier zal de Heilige Geest als een vuur komen en de
aanblik van de aarde vernieuwen. De soldaten, kinderen van Maria zullen
overgaan in het tijdperk van Vrede en je zult leven in het Hart van God, de
samenleving opnieuw opbouwen, kinderen opvoeden in het nieuwe tijdperk en de
aarde bevolken met steeds meer zielen vol met Gods Liefde. De slang heeft Mijn
plan voor de wereld niet vernietigd. Hij kan dit niet doen, want Ik ben God.
Het plan zal worden vervuld en de Schepping zal worden hersteld volgens Mijn
plan.
Wees niet bang, omarm de beproevingen zoals ze komen en zij
zullen zeker komen met geloof in God, vertrouwen in de Redder en door de kracht
van Mijn Heilige Geest. Alles komt goed, Mijn kinderen. Alles komt goed. Neem
je wapens, de H. Rozenkrans, het Kroontje van Goddelijke Barmhartigheid, de Sacramenten,
de H. Schrift en alle waarheden van de ene Heilige Katholieke en Apostolische Kerk
die je zal leiden in hoe je moet leven. Wees in vrede. Wees liefde. Wees
genade. Volg Mij. Alles komt goed.
Mijn kind, de tijd die je hebt geleerd is hier. Hervat de orde
in je leven dat Ik je heb geleerd, dat Ik je door elke tegenspoed zal leiden.
Wees dankbaar voor elk lijden en proces waardoor Ik je heb gebracht want deze
hebben gediend om je voor te bereiden. Je zou de beproevingen niet hebben
kunnen doorstaan als je niet door vuur werd getest en beproefd. Nu zal je voorbereid
zijn op de missie die Ik je geef. Klaag nergens over want alles wordt gezonden
en toegestaan door Mijn liefhebbende voorzienigheid. Als het stormt en je erin
verzeild raakt, prijs de Heer. Als je ziek bent, prijs Me dan. Als degenen van
wie je houdt lijden, troost ze dan, zorg voor hen en prijs Mij. Geef een stem
aan al het lijden door de Eeuwige Vader te prijzen die al je behoeften kent en
ziet. Voor degenen die Hem volgen en op Hem vertrouwen, wordt alles in en door
jou gedaan, zodat je de kracht die Ik voor je heb, meer perfect kunt vervullen
en je dan anderen kunt leiden om de plannen die Ik voor hen heb, te vervullen.
Je kunt de diepte van Mijn Liefde niet begrijpen, zelfs
niet de diepte van Liefde van je familie en vrienden in de Hemel, want hun Liefde
is geperfectioneerd in de zalige aanschouwing waar iedereen in de Goddelijke Wil
woont. Wees blij dat dit zo is. Wees je bewust van de grote
verantwoordelijkheid dat werd toevertrouwd als je deze tijd in de
reddingsgeschiedenis ingaat die de Heiligen van weleer verlangden om te zien.
Je zult het niet alleen zien, je zult het ook beleven. Wees niet bang voor deze
tijd want je bezit de nodige genaden en je bezit Gods Liefde, Mijn kinderen.
Door Mijn Liefde laat Ik zelfs toe Mij te bezitten, de Schepper van het
universum, de Heilige en Perfecte H. Drie-eenheid. Zie je, daarom is er
helemaal niets om bang voor te zijn.
De tijd zal spoedig komen van een nieuwe vervolging. Ja, Mijn
kinderen, wat je reeds hebt meegemaakt, waren weeën. De echte en ware barensweeën,
degene die nieuwe geboorte brengen, staan op het punt te beginnen. Je zult deze
pijn en lijden ervaren, verenigd met Mijn Lijden en het zal je spirituele perfectie
tot stand brengen. Ik zal in je behoeften voorzien, niet je wensen, maar je
behoeften en je zult God eer brengen. Deze tijd van grote beproevingen is noodzakelijk,
Mijn kinderen vanwege de diepte van de spirituele en morele verdorvenheid waarin
de mensheid is afgedaald.
Veel zielen lijken niet langer op Mijn beeld, maar hebben
in plaats daarvan het beeld van mijn tegenstander gekozen, het beest. Veel meer
zullen formeel de Boze kiezen en zullen zelfs fysiek van een merkteken willen
voorzien worden om te genieten van alles wat de wereld te bieden heeft: macht,
prestige, materiële goederen en zelfs de valse belofte om nooit te sterven. Dit
is dezelfde verleiding die aan Adam en Eva werd gepresenteerd. Het is daarom voorspelbaar
dat de Boze en degene die zijn plaats op aarde inneemt, de Antichrist dezelfde
valse beloften zullen bieden. Jullie echter, Kinderen van Licht, zullen in
plaats daarvan voor eeuwige redding kiezen. Al het andere zal je worden gegeven
en je zult echt nog meer hebben, want Ik wil de aarde herstellen naar het
oorspronkelijke en perfecte plan, dat van de schepping in al zijn schoonheid en
harmonie met God.
Alle mensen en wezens, ja, zelfs dieren en insecten zullen
in harmonie zijn met God. De wereld zal worden vernieuwd door de kracht van Mijn
Heilige Geest en deze zal worden nagebouwd. Wees niet bang. Ik heb de
overwinning op zonde en dood al gewonnen. Blijf in Mij, Mijn kinderen van Licht
en op een dag zul je de kinderen van Vernieuwing zijn. Wees in vrede. Richt je
nu op liefhebben en dienen. Ik ben met jullie. Ik ben bij Mijn Kerk. Mijn kinderen,
ga nu in vrede in de vereniging met Mij. Ik zegen jullie allebei, in de naam
van Mijn Vader, in Mijn naam en in de naam van Mijn Heilige Geest. Ga nu in het licht van Mijn Liefde. Alles komt goed.
Vertrouw op Mij.
13/2/2022
Jezus: Ik bereid al Mijn kinderen van Licht voor op wat er komt.
Velen die spiritueel onvoorbereid zijn (en het zijn er menigten) zullen
traumatische gebeurtenissen ondergaan op hun reis naar Mijn Hart. Ze zullen veel
Liefde, zorg en tedere genade nodig hebben. De kastijdingen kunnen niet worden
vermeden, want niet alleen ben Ik oneindig Barmhartig, maar ook oneindig Rechtvaardig.
Vanwege Mijn goedheid en gerechtigheid zullen alle dingen worden gecorrigeerd
tot het goede. Dit betekent dat de aarde en alle wezens door de storm moeten
gaan. De veranderingen die naar de wereld komen, zijn geen kleine veranderingen
maar volledig transformerend. Het zal
heel, heel storend lijken voor de hele mensheid. Dit moet zo zijn, Mijn
kinderen om de wereld te ontdoen van deze sterke stank van het kwaad.
Nooit eerder heeft de wereld zoveel kwaad en deze mate van
duisternis gekend. Talloze zielen gaan elke minuut verloren, Mijn kinderen van Licht.
Mijn kleintjes verliezen hun onschuld omdat ouders hen niet langer beschermen
zoals in het verleden. Ik heb deze wereld uit Liefde geschapen. De vijand
vernietigt het uit haat voor Mij. Hij haat alles wat Ik heb geschapen,
inclusief het menselijk ras, en vooral het menselijk ras. Ik zal geen volledige
vernietiging van de wereld en van Mijn kinderen toestaan.
Ik heb alleen maar uitgesteld om meer zielen de
mogelijkheid te geven om zich te bekeren. Het zal binnenkort de tijd zijn om te
handelen, wanneer Ik weet dat zich geen andere zielen zullen bekeren. Op dat
moment zal Ik alle gewetens verlichten met Mijn pure Licht. (in de Waarschuwing
of Verlichting van het geweten) Elke ziel zal weten dat Ik God ben. Ze zullen Mijn
kracht zien, Mijn Liefde, Mijn Heiligheid en dit heldere Licht zullen in zielen
schijnen, zodat de zonden in elke ziel zullen worden geopenbaard.
Elke persoon zal elke zonde kennen die in zijn leven werd
begaan en zal de gevolgen begrijpen die hun zonden op anderen hebben gehad. (Noot:
die zijn enkel de zonden die niet werden beleden) Tegelijkertijd zullen ze Mijn
genade en liefde leren kennen. Deze kennis zal de oorzaak zijn van diepe spijt
en berouw. Deze ervaring is voor deze zielen: degenen die verloren zijn en die
Mij hebben afgewezen; en degenen die Mij nooit hebben leren kennen dat Mijn Vader,
Mijn Geest en Ik naar de Verlichting verlangen. Het is de laatste kans op bekering
vóór de grote zuivering. (Noot: de bekeringstijd bedraagt 6 weken) Ik zuiverde
de aarde tijdens de Zondvloed. Deze keer zal God de aarde door vuur zuiveren.
Het is passend, Mijn kinderen en daarom zal de Heilige Geest over Mijn kinderen
worden uitgestort. Bid, liefste kinderen. Bid. Vraag het aan Mijn Moeder, die
de Bruid is van de Heilige Geest, om jullie te begeleiden en te beschermen. Je
moet het toevluchtsoord van het Onbevlekte Hart van Mijn Prachtige Moeder
binnenkomen. Je zult veilig zijn in haar Hart.
Wees niet bang. Het enige wat nodig is, is vertrouwen in Mijn
Barmhartigheid. Accepteer alles wat de H. Drie-eenheid je stuurt, want het is Gods
Wil om in jullie reine en zuiver harten te creëren en de aarde te vernieuwen.
Het zal in de oorspronkelijke vorm zijn zoals God het heeft geschapen. Alles
zal in Mijn Goddelijke en Heilige Wil leven. Jullie harten zullen meer lijken
op het Mijne en dat van Mijn Moeder en ze zullen ontstoken zijn met het vuur
van Liefde, waarheid en alles wat deugdzaam is. Het tijdperk van Vrede zal vol
zijn met Mijn kinderen die van God houden en God volgen met een hart vol
dankbaarheid en vreugde.
Kijk naar Mij, Mijn kinderen. Wanhoop niet. Je toekomst is
erg rooskleurig! Je zult bij Me zijn in Mijn Hemelse Koninkrijk of op aarde
leven verenigd in Mijn perfecte Wil. Er is niets te verliezen en alles te
winnen voor degenen die van Mij houden en Mij volgen. Bid voor zielen die de
Verlichting van het Geweten (de Waarschuwing) zullen ervaren, vooral voor degenen
die momenteel verloren zijn. Bid om genade dat ze openstaan voor Mijn Liefde en
Barmhartigheid. Wees ondersteunend en Barmhartig voor hen. Wees zachtaardig met
hen want veel van de verloren zielen die zo kostbaar voor Mij zijn, zullen
lijden als ze door Mij worden 'gevonden'.
Hun diepe berouw zal mooi zijn in Mijn ogen, maar ze zullen
zich in het begin niet zo mooi voelen. Open je armen voor hen. Verwelkom hen.
Leid hen naar Priesters waar ze hun zonden zullen belijden en de balsem van
absolutie ontvangen. Jullie, Mijn kinderen van Licht zullen ook worden
gezuiverd, maar jullie zullen niet zo getraumatiseerd zijn, want jullie zijn al
voorbereid door veelvuldige belijdenissen in de Biecht, de H. Communie en de
vele genaden die Mijn Moeder jullie geeft. Jullie zullen zo zijn, want Ik wil
dat je mensen van Liefde bent om de nieuwste familieleden in de Kerk te
verwelkomen. Dit is een zeer belangrijke missie, Mijn kinderen van Licht. Ik
reken op jullie voor je hulp.
30/1/2020
Jezus: Dit tijdperk is gekenmerkt door ongehoorzaamheid en
onthechting van alles wat zuiver en Heilig is. Omdat de mensheid verstoken is
van geloof en Barmhartigheid, lijden veel van mijn kinderen vreselijk. Ik maak
me vooral zorgen om de jeugd. Velen zijn opgevoed in gezinnen die niet in God
geloven en nog erger in gezinnen die valse goden aanbidden. Deze kinderen
groeien op zonder begrip van hun ware doel in het leven en worden losgekoppeld
van Liefde. Ze kennen de waarheid niet, omdat Ik de waarheid ben en velen
suïcidaal worden. Dit is het gevolg, Mijn kind wanneer Mijn volk het ware
geloof verliest.
De Boze, Mijn tegenstander en die van jullie, wil dat deze
kinderen sterven voordat ze Mij leren kennen. Hij wil dat ze moedeloos worden,
en geen hoop hebben. Bid voor deze kinderen van Mij die verloren zijn. Ze zijn
het slachtoffer geweest van ouders die God niet kennen, niet van God houden en
soms zelfs ouders hebben die Satan aanbidden. Mijn arme, verloren kinderen. Ik
ben hier voor jullie; Ik wacht met open armen op jullie. Open je hart voor Mij,
en Ik zal Mijn Barmhartigheid in je hart uitstorten. Je zult Mijn Liefde
ervaren, Mijn Licht en Ik zal de sombere en donkere gebieden van je hart
verdrijven. Ik zal je ziel vernieuwen en je zult je zo licht voelen dat je
lijkt te vliegen. Je zult niet langer de last van je zonden en de ketens van onderdrukking
voelen die op jullie wegen.
Geef Me de kans om je geest te vernieuwen. Vraag Me om je Mijn
Liefde te tonen, Mijn vrede en schenk Mij de last van je zonden. Leg ze aan de
voet van Mijn Kruis, kinderen en sta Me toe je de nodige rust te geven. Het
dragen van zulke zware last is vermoeiend. Ik weet het. Geef ze aan Mij, mijn
kleine verwarde kinderen. Ik zal je Hemelse vredige rust geven. We zullen je
leven en je teleurstellingen bespreken. Je zult Mijn Liefde en Mijn vrede gaan
voelen.
Je zult ook in de verleiding komen om Mijn aanbod van een
vreugdevolle vereniging met God te verwerpen, omdat de Boze die Mijn volk tot
slaaf wil maken, je leugens zal vertellen. Hij zal je vertellen dat je niet vergeven
kunt worden. Hij zal proberen je te overtuigen dat Ik je niet zal vergeven.
Luister niet naar zijn leugens. Hij is de vader van leugens en hij kan behoorlijk
overtuigend zijn. Verwijder hem en zijn leugens, mijn liefste kinderen. Aanroep
Mij in de plaats. Mijn Naam, Jezus is erg krachtig.
Hij kan niet lang in aanwezigheid blijven van iemand die Mijn
Heilige Naam aanroept. Zeg Mijn Naam en aanroep Mij, Mijn kinderen. Ik zal je
vrede komen herstellen. Ik ben de rots, de stevige basis waarop je je leven
moet bouwen. Wanneer je dit doet, zullen de golven en de stormen die zeker
zullen komen, geen macht over je hebben, want Ik zal je fort zijn, je veilige
haven. Je hoeft Mij alleen maar te aanroepen, je gezicht naar Mij, je God, te
richten. Alles komt goed. Ik zal je begeleiden in je nieuwe bekering en Ik zal
de juiste mensen in je leven brengen om je te helpen in je nieuwe geloof. Je
zult groeien in vrede, Liefde, hoop en geloof en je zal mooi zijn in de ogen
van Mijn Vader. Kom, volg Me. Luister naar Me. Ik fluister lieve woorden tegen
je vanop het Kruis. Ik veroordeel je niet.
Er bidden niet genoeg mensen. Vernieuw je gebedsleven,
zodat niet alleen Mijn bescherming elke dag bij je zal zijn, maar er ook meer
zielen zullen worden gered. Dit is hoe Mijn kinderen Me het beste kunnen dienen:
door te bidden en offers (zelfs kleine offers) aan Mij aan te bieden uit liefde
voor je broeders en zusters die zich in de klauwen van de Boze bevinden. Help
je broeders en zusters die zoveel Liefde en Barmhartigheid nodig hebben om hun
hart voor Mij te openen. Bid, Mijn kinderen van Licht. Bid.
Ik roep al Mijn kinderen op tot hernieuwde toewijding aan
gebed en vasten. We naderen zeer dringende tijden voor de mensheid. Blijf met
je blik op de Hemel gericht en op de redding van zielen. Dit is de grootste
bezorgdheid van de hele Hemel. Moge het ook de grootste bezorgdheid zijn voor
Mijn kinderen van Licht. Binnenkort zal met de uitstorting van de Heilige Geest,
het Onbevlekt Hart van Mijn Moeder zegevieren over het kwaad en dan zullen Mijn
kinderen de kinderen van de Vernieuwing zijn. Blijf stevig geworteld in de H. Schrift,
gebed, de Eucharistie en het Sacrament van de Biecht. Deze zijn noodzakelijk
voor jullie, Mijn kinderen. Dit is je dagelijkse brood, de Eucharistie. Ga
dikwijls naar de H. Mis, en bid, bid, bid. Kijk met hoop, want wat er na de beproevingen
zal komen, zal prachtig zijn, Mijn kinderen. Wees niet bang. Volg Mij en alles zal
in orde komen.
23/1/2022
Jezus: De Kerk ondergaat de doodsangst en het Lijden. De Kerk is
het Lichaam van Christus, en daarom zal zij de weg van Christus gaan, de weg
van het Kruis. Mijn kind, hou moed. Net zoals Ik het Lijden en dood ervoer, heb
Ik ook de Verrijzenis ervaren. Dat zal ook Mijn Kerk ervaren. De tijd van
lijden zal voor sommigen een tijd van schijnbare dood worden. In de wereld
lijkt het erop dat Mijn Heilige Kerk als een kaars is uitgeblazen, maar ze zal
nooit dood zijn. Ze zal verborgen zijn. Ze zal 'ondergronds' zijn, maar ze zal
heel levendig zijn. De leden van Mijn Lichaam, de Kerk zullen met minder zijn,
maar veel Heiliger vanwege de zuivering. De harten van mijn kinderen van Licht
zullen helder branden met de vlam van een gezuiverde Liefde, en na verloop van
tijd zal de Kerk groeien en groeien totdat de vlam een brullend vuur wordt
dat niet kan worden ingeperkt.
Het zal dan door de kracht van Mijn Heilige Geest zijn, dat
een vuur de hele wereld in vuur en vlam zet met de kracht van Mijn Liefde. Dit
vuur zal de totale vernieuwing van de wereld tot stand brengen, door de kracht
van Mijn Geest. Het Hart van Mijn Moeder zal triomferen net zoals ze openbaarde
in Fatima en in andere momenten door de geschiedenis heen. Mijn kinderen,
verheug jullie in de grote en prachtige plannen die God de Vader, God de Zoon
en God de Heilige Geest in petto hebben voor Mijn kinderen en de hele
Schepping. Breng de huidige tijd door, door mensen van diep gebed en groot
geloof te worden. Beleef de Evangelieboodschap. Houd van anderen zoals Ik van
je heb gehouden.
De Heer: Zowel Spanje als Frankrijk hebben opnieuw grote
problemen. Deze keer is hun gans gekookt. Ze zullen, de ene na de andere op
zoek zijn naar hulp op ongewenste plaatsen. Ze zullen worden geminacht door degenen
rond hen, die het dichtst bij hun staan. Maar hoop komt van binnenuit. Uit de as
ontstaat hoop. Je gaat een geweldige bevrijder zien die machtige wonderen
verricht, geweldige daden van bevrijding van hun vijanden, degenen die ze
willen zien gaan. Terwijl de doek hun gezichten bedekt van nu tot volgend jaar en
een maand.
Net als een man die zich verstopt uit angst om te worden
gezien, zullen ze een tijdje onopgemerkt terug krimpen en sterke mensen zullen
opstaan om te vechten voor hun zaak en nieuwe strategieën ontwikkelen om ongedaan te maken wat de afgelopen drie jaar
aan deze twee naties heeft gedaan. Vreemde kreten tot verzamelen worden gehoord
in deze landen. (Benjamin) Franklin's hamer zal vallen. (De Heer: iemand van
buitenaf gaat komen en onderzoeken wat er gaande is in deze landen. Ze zullen
werken als ambassadeur, een assistent maar ook als een rechter die degenen
steunt die hij beoordeelt. Dit is een ondersteunend werk)
Papieren en documenten die de verkeerd beheerde fondsen
tonen, ze probeerden ze te verbergen, maar ze zullen naar boven komen,
versnipperd maar weer tot leven gebracht om een verhaal te vertellen dat
niemand wilde horen, ook al zochten ze ernaar.
De Heer: Ik bereken de tijd die het zou duren om deze
situaties te herstellen als Ik niet zou ingrijpen.
De H. Geest: 100 Jaar. Dit is hoe lang het zou duren als Hij
niet tussenbeide kwam om deze situaties op te lossen.
Ik zal in anderhalf seizoen doen wat veel langer had moeten
duren. Namens mijn volk in deze naties die Mij trouw dienen, komt er een
verlossing en zijn einde is hier. Ik hoor je kreten en ik zie je frustratie.
Vrede, vrede, wees kalm, storm. Schud niet gewelddadig meer en zie dat ik God
ben. Ik ben de god van
verlossing. (Matt 11: 28-30)
27/7 Padre Pio: hoe je voor te bereiden op de drie daagse duisternis. Daarom heb je (gezegende) bijenwas-kaarsen nodig.
De drie daagse duisternis is een eschatologische profetie
van toekomstige gebeurtenissen, in het die vele Katholieke als waar beschouwen.
De profetie voorspelt drie dagen en nachten van "een intense
duisternis" over de hele aarde, waar het enige licht zal komen van
gezegende bijenwaskaarsen, en waarin "alle vijanden van de Kerk zullen
vergaan."
De H. Anna-Maria Taigi was een vrouw, moeder en mystica en ze
leidde een voorbeeldig Christelijk leven dat haar de reputatie bezorgde van één
van de grootste Heiligen aller tijden.
Ze is ook de mystica die het meest wordt gecrediteerd voor de Katholieke
profetie van de drie daagse duisternis. Ze ervoer frequente extases, voerde
wonderbaarlijke genezingen uit, las harten, voorspelde sterfgevallen en
voorspelde de komst van toekomstige gebeurtenissen. Pr Goring sprak over deze
grote Heilige: De H. Anna-Maria Taigi had een opmerkelijke gave van profetie.
Ze is bijna ongeëvenaard onder de Heiligen in haar fenomenale gave van
profetie. Ze profeteerde de drie daagse duisternis. Pr Goring zegt dat er Bijbelse
onthullingen zijn over de 3 dagen. De profetie loopt parallel aan de tien
plagen van Egypte in het boek Exodus. De Openbaring van Johannes vermeldt ook
een plaag van onnatuurlijke duisternis als een effect van het zesde zegel.
Temidden van lofprijzingen verklaarde Paus Benedictus XV
haar op 20 mei 1920 Heilig. Het volgende is haar openbaring over de drie daagse
duisternis. God zal twee straffen
sturen: de eerste in de vorm van oorlogen, revoluties en andere kwaden en ze zullen
op aarde ontstaan. De andere zal vanuit de Hemel worden gestuurd. Er zal over
de hele aarde een intense duisternis komen, die drie dagen en drie nachten
duurt. Men zal niets kunnen zien en de lucht zal worden beladen met ziekten die
velen zullen treffen, maar vooral de vijanden van religie.
Het
zal onmogelijk zijn om door de mens gemaakte verlichting te gebruiken tijdens
deze duisternis, behalve gezegende kaarsen. Hij, die uit nieuwsgierigheid zijn
raam opent om naar buiten te kijken, of zijn huis verlaat, zal ter plekke dood
vallen. Gedurende deze drie dagen moeten mensen in hun woning blijven, de
rozenkrans bidden en God om genade smeken.
Alle
vijanden van de Kerk, bekende of onbekende, zullen over de hele aarde vergaan
tijdens die universele duisternis, met uitzondering van enkelen die God
binnenkort zal bekeren, de lucht zal besmet worden door demonen die onder alle
soorten afschuwelijke vormen zullen verschijnen. De Heilige Vader zal verplicht
zijn Rome te verlaten.
Padre Pio gaf een zeer specifiek plan om zich voor te
bereiden op de drie daagse duisternis. Jezus zei hem: Houd je ramen goed bedekt. Kijk niet naar buiten. Steek een gezegende
kaars aan, die voor vele dagen zal volstaan. Bid de rozenkrans. Lees spirituele
boeken. Bid Geestelijke Communie, ook akten van liefde, die Ons zo aangenaam
zijn. Bid met uitgestrekte armen, uitgestrekt op de grond liggend, zodat veel
zielen kunnen worden gered. Ga niet buiten het huis. Zorg dat je voldoende
voedsel bij je hebt. De natuurkrachten zullen in beweging komen en een regen
van vuur zal ervoor zorgen dat mensen beven van angst. Heb moed! Ik ben in
jullie midden.
Syllabus Errorum: verzameling van dwalingen in Kerk en maatschappij
Syllabus Errorum: Verzameling van dwalingen
die in de verschillende publicaties van Paus Pius IX bestreden werden - 8
december 1864
1 Pantheïsme, naturalisme en absoluut
rationalisme
Er bestaat geen goddelijk
opperwezen, alwijs en alvoorziend, van dit heelal onderscheiden, en God is
hetzelfde als de natuur en daarom aan verandering onderhevig. God wordt
inderdaad in de mens en in de wereld en alles is God en bezit de eigenlijke
zelfstandigheid van God; God is dus een en hetzelfde als de wereld en evenzo is
geest en stof, noodzakelijkheid en vrijheid, waarheid en valsheid, goed en
kwaad, recht en onrecht, een en hetzelfde.
Elke inwerking van God op de mens
en de wereld moet ontkend worden.
De menselijke rede is, zonder in
het minst rekening te houden met God, de enige scheidsrechter over waarheid en
valsheid, goed en kwaad; zij is zichzelf tot wet en zij is uit haar eigen
natuurlijke krachten in staat, om het welzijn van de mensen en volken te
verzorgen.
Alle godsdienstwaarheden komen
voort uit de aangeboren kracht van de menselijke rede; vandaar is de rede de
hoogste norm, waardoor de mens de kennis van alle waarheden, van welke aard
ook, kan en moet verwerven.
De goddelijke openbaring is
onvolkomen en daarom onderworpen aan een voortdurend en onbeperkte vooruitgang,
die aan de vooruitgang van de menselijke rede moet beantwoorden.
Het Christelijk geloof druist in
tegen de menselijke rede; de goddelijke openbaring, wel verre van bevorderlijk
te zijn voor de vervolmaking van de mens, belemmert deze juist.
De profetieën en wonderen, in de
H. Schrift meegedeeld en verhaald, zijn dichterlijke verzinsels en de geheimen
van het Christelijk geloof zijn de som van wijsgerige onderzoekingen; de boeken
van het Oud en Nieuw Testament bevatten mythische vindingen en de persoon van
Jezus Christus zelf is een mythische schepping.
2 Gematigd rationalisme
Daar de menselijke rede gelijk
staat met de godsdienst zelf, daarom moet de theologische wetenschap op
dezelfde wijze behandeld worden als de wijsgerige.
Alle dogma's van de Christelijke
godsdienst zijn zonder onderscheid het voorwerp van de natuurlijke wetenschap
of wijsbegeerte; de enkel historisch gevormde menselijke rede kan met haar
natuurlijke krachten en beginselen tot de ware wetenschap aangaande alle, zelfs
de meer verborgen, dogma's geraken, als deze dogma's maar als voorwerp aan de
rede zijn voorgesteld.
Iets anders is de wijsgeer, iets
anders de wijsbegeerte; daarom heeft eerstgenoemde het recht en de plicht zich
te onderwerpen aan een door hem als werkelijk erkend gezag, maar de
wijsbegeerte kan noch moet zich aan enig gezag onderwerpen.
De Kerk, wel verre van ooit de
wijsbegeerte terecht te wijzen, moet veeleer de dwalingen van de wijsbegeerte
dulden en aan haar zelf overlaten, zich te verbeteren.
De besluiten van de Apostolische
Stoel en van de Romeinse congregaties belemmeren de vrije vooruitgang van de
wetenschap.
De methode en beginselen, volgens
welke de oude scholastieke leraren de theologie ontwikkeld hebben, stemmen
geenszins overeen met de behoeften van onze tijd en de vooruitgang van de
Wetenschappen.
De wijsbegeerte moet beoefend
worden, zonder enige rekening te houden met de bovennatuurlijke openbaring.
N.B.: Met het stelsel van
het rationalisme hangen voor het grootste deel samen de dwalingen van Anton
Günther, die veroordeeld worden in de brief Eximiam tuam van
15 juni 1847 aan de kardinaal-aartsbisschop van Keulen en in de brief Dolore
haud mediocri van 30 april 1860 aan de aartsbisschop van Breslau.
3 Indifferentisme, latitudinarisme
Het staat iedereen vrij, die
godsdienst te omhelzen en te belijden, welke hij onder voorlichting van de rede
voor de ware houdt.
De mensen kunnen in het volgen
van elke godsdienst de weg tot de eeuwige zaligheid vinden en de eeuwige
zaligheid bereiken.
Men moet tenminste goede hoop
koesteren ten opzichte van de eeuwige zaligheid van hen allen, die op generlei
wijze behoren tot de ware Kerk van Christus.
Het protestantisme is niets
anders dan een verschillende vorm van een en dezelfde ware Christelijke
godsdienst, waarin men evengoed als in de katholieke Kerk God kan behagen.
Deze verderfelijke stelsels en
verenigingen zijn herhaalde malen en in de ernstigste bewoordingen verworpen in
de encycliek Qui pluribus van 9 november 1846, in de
allocutie Quibus quantisque van 20 april 1849, in de
encycliek Noscitis et Nobiscum van 8 december 1849, in de
allocutie Singulari Quadam van 9 december 1854 en in de
encycliek Quanto conficiamur moerore van 10 augustus 1863.
5 Dwalingen over de Kerk en haar rechten
De Kerk is geen ware en
volmaakte, geheel vrije maatschappij en bezit niet eigen en blijvende rechten,
haar door haar goddelijke Stichter geschonken, maar het komt aan de staatsmacht
toe te bepalen, welke de rechten zijn van de Kerk en welke de grenzen,
waarbinnen zij die rechten kan uitoefenen.
De Kerkelijke macht behoort haar
gezag niet uit te oefenen zonder verlof en instemming van de regering van de
staat.
De Kerk heeft niet de macht, om
als dogma te verklaren, dat de godsdienst van de katholieke Kerk de enig ware
godsdienst is.
De verplichting, waardoor Katholieke
leraren en schrijvers onvoorwaardelijk gebonden zijn, is slechts beperkt tot
datgene, wat door de onfeilbare uitspraak der Kerk als dogma door allen te
geloven wordt voorgesteld.
De Pausen van Rome en de algemene
Concilies hebben de grenzen van hun macht overschreden, zich de rechten van de
vorsten aangematigd en zelfs bij hun definities over zaken van geloof en zeden
gedwaald.
De Kerk bezit niet de bevoegdheid
om geweld te gebruiken noch enige directe of indirecte tijdelijke macht.
Behalve de macht, aan het
episcopaat inherent, is daaraan een andere, tijdelijke macht toegekend, die
door de staat hetzij uitdrukkelijk hetzij stilzwijgend is verleend en dus door
de staat naar goeddunken kan ontnomen worden.
De Kerk heeft geen haar van
nature eigen en Wettig recht, om bezit te verwerven en te hebben.
De geestelijke dienaren der Kerk
en de paus van Rome moeten geheel uitgesloten worden van alle beheer en
eigendom van tijdelijke zaken.
Het is aan de Bisschoppen zonder
verlof van de regering niet geoorloofd zelfs apostolische brieven af te
kondigen.
Gunsten door de Paus van Rome
verleend moeten als ongeldig beschouwd worden, als deze niet door de regering
zijn aangevraagd.
De immuniteit van de Kerk en
kerkelijke personen heeft haar oorsprong in het burgerlijk recht.
De Kerkelijke rechtbank voor
tijdelijke rechtszaken van geestelijken, hetzij dit burgerlijke
rechtsvorderingen hetzij strafzaken zijn, moeten geheel opgeheven worden, zelfs
zonder de H. Stoel te raadplegen en ondanks zijn protest.
Zonder dat de natuurwet of de
billijkheid in het minst geschonden worden, kan de persoonlijke immuniteit,
waardoor geestelijken van dienstplicht en krijgsdienst vrijgesteld zijn,
afgeschaft worden; deze afschaffing is een eis van de staatkundige vooruitgang,
vooral in een maatschappij met een meer vrije regeringsvorm.
Het komt niet uitsluitend aan de Kerkelijke
rechtsmacht toe, volgens haar van nature eigen recht het onderwijs van de
theologie te regelen.
De leer van hen, die de Paus van
Rome met een vrije in de gehele Kerk regerende vorst vergelijken, is een leer, die
in de middeleeuwen de overhand heeft gekregen.
Niets belet door een besluit van
een algemeen Concilie of door een feitelijke daad van alle volkeren het
pausschap over te brengen van de Bisschop van Rome en van de stad Rome op een
andere Bisschop en een andere stad.
De uitspraak van een nationaal
Concilie laat geen verdere gedachtewisseling toe en het staatsbestuur kan met
deze als norm een beslissing nemen.
Er kunnen nationale kerken
opgericht worden, die aan het gezag van de Paus onttrokken en geheel daarvan
gescheiden zijn.
De willekeurige beslissingen van
de Pausen van Rome hebben de scheiding van de Kerk in een oosterse en westerse
bevorderd.
6 Dwalingen over de burgerlijke maatschappij,
beschouwd zowel op zichzelf als in haar betrekking tot de Kerk
De staat bezit, als zijnde de
oorsprong en de bron van alle rechten, een door geen grenzen omschreven recht.
De leer van de Katholieke Kerk
staat het welzijn en de belangen van de menselijke maatschappij in de weg.
Aan de burgerlijke macht, zelfs
wanneer deze berust bij een ongelovig heerser, komt indirecte negatieve macht
toe in godsdienstzaken; aan dezen komt dus toe niet alleen het zg. recht
van exequatur, maar ook het zogenaamde recht van appellatio
ab abusu (appèl comme d'abus).
Wanneer de wetten van beide
machten met elkaar in strijd komen, heeft het recht van de staat de voorrang.
De wereldlijke macht bezit de
bevoegdheid plechtige overeenkomsten (concordaten), die met de H. Stoel
zijn aangegaan over de uitoefening der rechten betreffende de kerkelijke
immuniteit, te verbreken, nietig te verklaren en buiten werking te stellen
zonder de toestemming, ja zelfs ondanks het protest van de H. Stoel.
Het burgerlijk gezag kan zich
mengen in zaken, die op godsdienst, zeden en geestelijke leiding betrekking
hebben. Vandaar kan het zijn oordeel uitspreken over de aanwijzingen, die de
herders der Kerk volgens hun ambt als richtsnoer voor het geweten uitvaardigen,
het kan zelfs beslissingen nemen over de toediening der heilige sacramenten en
over de gesteltenis, vereist tot het ontvangen daarvan.
De gehele leiding van de openbare
scholen, waarop de jeugd van een Christelijke staat gevormd wordt, alleen de
bisschoppelijke seminaries in enig opzicht uitgezonderd, kan en moet aan het
burgerlijk gezag opgedragen worden, en wel in die mate, dat aan geen ander
gezag, welk dan ook, enig recht wordt toegekend, om zich te mengen in de
schooltucht, de leiding van de studiën, het verlenen van graden en de keuze of
goedkeuring van de leraren.
Ja zelfs is het op de seminaries
voor geestelijken te volgen studieplan aan het burgerlijk gezag onderworpen.
De beste inrichting van de
burgerlijke maatschappij vordert, dat de volksscholen, die toegankelijk zijn
voor alle kinderen van iedere volksklasse, en in het algemeen de openbare
instellingen, bestemd voor de hogere wetenschappelijke vorming en de opvoeding
der jeugd, geheel aan het gezag, de leiding en inmenging van de Kerk onttrokken
en aan de volledige macht van het burgerlijk en staatkundig gezag onderworpen
worden volgens het goeddunken van het staatsbestuur en overeenkomstig de
algemeen heersende opvattingen van de tijd.
Katholieken kunnen hun
goedkeuring hechten aan die vorm van jeugdopleiding, die los staat van het Katholiek
geloof en de macht der Kerk en slechts het weten van natuurlijke dingen en de
doeleinden van het maatschappelijk leven op aarde alleen of tenminste
hoofdzakelijk beoogt.
Het burgerlijk gezag kan
beletten, dat de bisschoppen en de gelovigen in vrij en onderling verkeer staan
met de Paus van Rome.
Het wereldlijk gezag heeft uit
zichzelf het recht, om bisschoppen voor te stellen en kan van hen eisen, dat
zij het beheer van hun bisdommen aanvaarden, voordat zij de canonieke
aanstelling en het apostolisch schrijven van de H. Stoel ontvangen hebben.
Ja zelfs heeft het wereldlijk
bestuur het recht om bisschoppen te ontzetten uit de uitoefening van hun
herderlijke bediening en het is niet verplicht aan de Paus van Rome te
gehoorzamen in zaken betreffende de oprichting van bisdommen en de aanstelling
van bisschoppen.
De regering kan krachtens haar
eigen recht de leeftijd, door de Kerk vastgesteld voor het afleggen van de
religieuze geloften zowel door mannen als vrouwen, wijzigen en aan alle
religieuze families opleggen om niemand zonder haar verlof toe te laten tot het
afleggen van de plechtige geloften.
Men moet de wetten afschaffen,
welke strekken tot bescherming van de kloosterlijke staat en betrekking hebben
op de rechten en plichten daarvan; zelfs kan het staatsbestuur aan hen allen
bijstand verlenen, die de door hen aanvaarde kloosterstaat zouden willen
verzaken en hun plechtige geloften verbreken; insgelijks kan het deze
kloosterfamilies evenals collegiale kerken en eenvoudige beneficies, zelfs als
deze vallen onder het patronaatsrecht, geheel opheffen en hun goederen en
inkomsten aan het beheer en de beschikking van de burgerlijke macht onderwerpen
en toewijzen.
Koningen en vorsten zijn niet
slechts ontheven van de jurisdictie van de Kerk, maar staan zelfs bij het
beslissen over jurisdictie-kwesties boven de Kerk.
De Kerk moet van de staat en de
staat van de Kerk gescheiden worden.
7 Dwalingen over de natuurlijke en Christelijke
zedenleer
De zedenwetten behoeven geen
goddelijke bekrachtiging en het is helemaal niet nodig, dat menselijke wetten
met het natuurrecht in overeenstemming zijn of bindende kracht van God ontvangen.
De wijsgerige en zedenkundige
wetenschap, evenals ook de staatswetten, kunnen en moeten zich aan het
goddelijk en kerkelijk gezag onttrekken.
Men moet geen andere krachten
aannemen dan die, welke in de stof voorhanden zijn, en zedelijke vorming en
deugd moeten alleen gezocht worden in het opeenhopen en vermeerderen, hoe dan
ook, van rijkdom en in het bevredigen van lusten.
Recht bestaat in het materiële
feit en mensenplicht is een zinledig woord en alle menselijke feiten bezitten
rechtskracht.
Gezag is niets anders dan de som
van getal en stoffelijke krachten.
Een feitelijke, maar met succes
bekroonde onrechtvaardigheid doet geen afbreuk aan de heiligheid van het recht.
Het beginsel van non-interventie
moet alom verkondigd en toegepast worden.
Men mag aan wettige vorsten de
gehoorzaamheid weigeren, ja zelfs tegen hen opstaan.
Zowel het schenden van iedere,
ook de heiligste eed als onverschillig welke met de eeuwige wet strijdige lage
misdaad is niet alleen niet af te keuren maar zelfs alleszins geoorloofd en
hoogst lofwaardig, als het gedaan zou worden uit liefde tot het vaderland.
8 Dwalingen over het Christelijk huwelijk
Het is volstrekt onaannemelijk,
dat Christus het huwelijk tot de waardigheid van een Sacrament verheven heeft.
Het Sacrament van het Huwelijk is
slechts iets bijkomstigs van het contract en kan er van gescheiden worden, en
het Sacrament zelf bestaat slechts in de huwelijksinzegening alleen.
Krachtens het natuurrecht is de
huwelijksband niet onverbreekbaar en in verschillende gevallen kan
echtscheiding in de eigenlijke zin door het burgerlijk gezag gewettigd worden.
De Kerk heeft niet de macht om
beletselen, die het huwelijk ongeldig maken, vast te stellen, maar die macht
komt aan het burgerlijk gezag toe, waardoor de bestaande beletselen moeten
opgeheven worden.
De Kerk is in later eeuwen de
ongeldig-makende beletselen gaan invoeren, niet krachtens eigen recht, maar
gebruik makend van het recht, dat zij aan de burgerlijke macht ontleend had.
De canons (geloofsregels)
van Trente , die de banvloek uitspreken over diegenen, die de
bevoegdheid van de Kerk om ongeldig-makende beletselen vast te stellen durven
loochenen, zijn of niet leerstellig of moeten verstaan worden van die ontleende
macht.
De vorm (van de
huwelijksvoltrekking), voorgeschreven door het Concilie van
Trente , verlicht niet onder straffe van niet-geldig-zijn, waar de
burgerlijke wet een andere vorm vast zou stellen en verlangen, dat het
huwelijk, gesloten volgens deze nieuwe vorm, geldig is.
Bonifacius VIII heeft het eerst
verklaard, dat de gelofte van zuiverheid, bij de wijding afgelegd, het huwelijk
nietig maakt.
Krachtens het louter burgerlijk
contract kan er tussen Christenen een huwelijk in de ware zin des woords
bestaan; en het is niet waar, dat of het huwelijkscontract tussen Christenen
altijd een Sacrament is of dat het geen contract is, als het Sacrament wordt
uitgesloten.
Huwelijkszaken en
huwelijksbeloften vallen uiteraard onder de burgerlijke rechtspraak.
N.B.: Hier kunnen nog twee
dwalingen genoemd worden over de afschaffing van het celibaat der
geestelijken en over de voorrang van de huwelijksstaat boven de maagdelijke staat.
Zij worden veroordeeld, de eerste in de encycliek Qui pluribus van
8 november 1846, de laatste in het apostolisch schrijven Multiplices
Inter van 10 juni 1851.
9 Dwalingen over de wereldlijke macht van de
Paus van Rome
Over de vraag, of het wereldlijk
bestuur te verenigen is met het geestelijke, verschillen de kinderen der Christelijk-Katholieke
Kerk onder elkaar van mening.
De afschaffing van de wereldlijke
macht, die de H. Stoel bezit, zou ten zeerste bijdragen tot de vrijheid en
bloei der Kerk.
N.B.: Behalve deze uitdrukkelijk
aangegeven dwalingen worden verscheidene andere als er in begrepen verworpen,
door de uiteenzetting en vaststelling van de leer over de wereldlijke macht van
de Paus, welke leer alle katholieken onwrikbaar vast moeten houden. Deze leer
wordt duidelijk weergegeven in de allocutie Quibus quantisque van
20 april 1849, in de allocutie Si semper antea van 20
mei 1850, in het apostolisch schrijven Cum catholica Ecclesia van
26 maart 1860, in de allocutie Novos van 28 september
1860, in de allocutie Iamdudum van 18 maart 1861 en in
de allocutie Maxima quidem van 9 juni 1862.
10
Dwalingen betrekking hebbend op het huidig liberalisme
In onze tijd heeft het geen nut
meer de Katholieke godsdienst als enige staatsgodsdienst te laten gelden met
uitsluiting van alle andere erediensten.
Daarvandaan verdient het lof, dat
in sommige katholieke streken aan allen, die zich daar vestigen, wettelijk de
vrijheid is gewaarborgd, om openlijk hun eigen eredienst, welke deze dan ook
is, uit te oefenen.
Het is immers niet waar, dat de
door de staat erkende godsdienstvrijheid, alsook de aan allen toegekende
volledige bevoegdheid om zonder uitzondering alle meningen en denkbeelden
openlijk en publiek te verkondigen, leidt tot gemakkelijker bederf van de zeden
en de mentaliteit der volkeren en tot het verbreiden van de pest van het
indifferentisme.
De Paus van Rome kan en moet zich
met de vooruitgang, het liberalisme en de moderne beschaving verzoenen en
verstaan.
Nawoord (website Vaticaan):
Het geloof leert ons en de
menselijke rede toont aan dat er een dubbele orde van dingen bestaat, en dat we
daarom onderscheid moeten maken tussen de twee aardse machten, de ene van
natuurlijke oorsprong die zorgt voor seculiere zaken en de rust van de
menselijke samenleving, de andere van bovennatuurlijke oorsprong , die de Stad
van God presideert, dat wil zeggen de Kerk van Christus, die door God werd
ingesteld ter wille van de zielen en van het eeuwige heil . De plichten van
deze tweevoudige macht zijn zo wijselijk geordend dat aan God wordt gegeven wat
van God is (Matt. 22:21), en vanwege God aan Caesar wat van Caesar is, die
groot is omdat hij kleiner is dan de Hemel. Zeker, de Kerk is nooit
ongehoorzaam geweest aan dit goddelijke gebod, de Kerk die de gelovigen altijd
en overal opdraagt het respect te tonen dat zij onschendbaar zouden moeten
hebben voor het hoogste gezag en zijn seculiere rechten.
Eerwaarde broeders, u ziet
duidelijk genoeg hoe droevig en vol met gevaren de toestand van Katholieken is
in de regio's van Europa die we hebben genoemd. Noch zijn de dingen beter of
omstandigheden rustiger in Amerika, waar sommige regio's zo vijandig staan
tegenover Katholieken dat hun regeringen door hun acties het Katholiek geloof
dat zij beweren te belijden, lijken te ontkennen. In feite woedde er de laatste
afgelopen jaren een woeste oorlog tegen de Kerk, zijn instellingen en de
rechten van Katholieke Kerk. Eerwaarde broeders, het is verrassend dat in onze
tijd zo'n grote oorlog wordt gevoerd tegen de Katholieke Kerk. Maar iedereen
die de natuur, verlangens en bedoelingen van de sekten kent, of ze nu
vrijmetselaars worden genoemd of een andere naam dragen, en ze vergelijkt met
de aard van de systemen en de uitgestrektheid van de obstakels waarmee de Kerk
bijna overal wordt aangevallen, kan niet twijfelen dat het huidige ongeluk
voornamelijk moet worden toegerekend aan het bedrog en machinaties van deze
sekten.
Het is van hen dat de synagoge
van Satan, die zijn troepen tegen de Kerk van Christus verzamelt, zijn kracht ontvangt.
In het verleden hadden onze voorgangers, waakzaam zelfs vanaf het begin in
Israël, hen reeds aan de kaak gesteld aan koningen en natie en ze keer op keer
veroordeeld, en we hebben niet gefaald in deze plicht. Als degenen die zo'n
dodelijke plaag hadden kunnen afwenden, alleen maar meer vertrouwen hadden
gehad in de Allerhoogste Herders van de Kerk! Maar deze plaag, kronkelend door
bochtige grotten, die velen bedriegt met scherpzinnige valsheid, is eindelijk
aangekomen op het punt waar het onstuimig voortkomt uit zijn schuilplaatsen en
triomfeert als een krachtige meester. Omdat de menigte van zijn propagandisten
enorm is gegroeid, denken deze slechte groepen dat ze al meesters van de wereld
zijn geworden en dat ze bijna hun vooraf vastgestelde doel hebben bereikt.
Na soms te hebben verkregen wat
ze wilden, en dat is macht, in verschillende landen, wenden ze zich stoutmoedig
tot de hulp van machten en autoriteiten die zij hebben verzekerd om de Kerk van
God te onderwerpen aan de meest wrede dienstbaarheid, om de grondslagen te
ondermijnen waarop het rust, om zijn prachtige kwaliteiten te besmetten; En
bovendien, om de Kerk met frequente slagen te slaan, ze te schudden, ze omver
te werpen, en, indien mogelijk, om ze volledig van de aarde te laten
verdwijnen. Daarom, eerbiedwaardige broeders, doe er alles aan om de gelovigen,
die u worden toevertrouwd, te verdedigen tegen de verraderlijke besmetting van
deze sekten en om degenen, die zich helaas in dergelijke sekten hebben
ingeschreven, van verdoemenis te redden.
Maak degenen, die onder het bedrog
lijden of mee plannen, bekend en val hen aan. Wees niet bang om te bevestigen
dat deze organisaties die in het verborgene handelen, enkel gericht zijn op winst
(ten koste) van de samenleving en op vooruitgang. Leg het dikwijls uit en druk
diepgaand de Pauselijke wetten op hun ziel in verband met dit onderwerp en leer
hen dat de vrijmetselaarsverenigingen anathema (in banvloek) zijn, niet alleen
in Europa maar ook in Amerika en waar ze zich ook in de wereld bevinden.
Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (4)
Wij echter voor wie de waarheid één en enig is
en die de Heilige boeken beschouwen als onder "inspiratie van de Heilige
Geest geschreven en God tot auteur hebben", Wij verklaren eveneens dat zij God een leugen om
nut of bestwil toeschrijven. Wij halen hier de woorden van de H. Augustinus
aan: "Als men bij het allerhoogste gezag slechts één leugen om bestwil
aanneemt, dan blijft geen enkel fragment van die boeken over dat niet valt
onder die allerverderfelijkste regel, volgens welke men een bepaald doel of
plan van de auteur aan kan nemen, als een passage handelt over een moeilijk te
volbrengen zaak of moeilijk te aanvaarden geloofspunt". Dezelfde
Kerkvader voegt daar aan toe: "Van deze lieden zal ieder geloven (uit de
H. Schrift) wat hij wil en wat hij niet wil zal hij ook niet geloven".
Maar de modernistische apologeten
gaan vrolijk hun gang. Zij geven bovendien toe dat in de H. Schrift
redeneringen voorkomen om een of ander leerstuk te bewijzen die geen enkel
fundament hebben, zoals bv. redeneringen die steunen op profetische
voorspellingen. Maar ook dat verdedigen zij als kunstmatige oratorische vormen
van de prediking die door het leven gerechtvaardigd worden. Wat wil men
eigenlijk nog meer? Ook veroorloven zij aan Christus zelf, en zij zeggen ook
dat het zo is, dat Hij het bij zijn uitspraak over de tijd van de komst van
het Rijk Gods heel duidelijk mis gehad heeft. Naar hun zeggen moet dat niet zo
verwonderlijk schijnen, want ook Christus was gebonden door de wetten van het
leven!
Wat blijft er na dit alles nog
over van de leerstellingen van de Kerk? Ook deze krioelen van openlijke
tegenstrijdigheden. Maar behalve dat zij door de logica van het leven geduld
worden, zijn zij niet in strijd met de symbolische waarheid. Deze toch heeft
betrekking op het oneindige en de aspecten daarvan zijn oneindig. Dit bewijzen
zij dan allemaal en verdedigen het zo vernuftig dat zij niet aarzelen te
verkondigen dat men aan de Oneindige geen uitstekender eer kan bewijzen dan
door tegenspraken omtrent Hem te bevestigen! Als men zelfs de tegenspraak
aanvaarden kan, wat zou er dan al niet meer bewezen kunnen worden?
2. De subjectieve methode
Als iemand evenwel nog niet
met objectieve argumenten alleen tot het geloof gebracht kan
worden dan kan men ook nog tot subjectieve zijn toevlucht
nemen. Met dit doel voor ogen keren modernistische apologeten terug naar de
"immanentie-leer". Zij doen hun best de mens duidelijk te
maken dat in hemzelf, in het diepste van zijn natuur en het meest verborgene
van zijn leven een werkelijk verlangen en behoefte naar godsdienst verscholen
ligt. En dit niet maar naar een willekeurige godsdienst, maar precies
gezegd naar de Katholieke godsdienst. Deze godsdienst wordt naar hun zeggen
beslist vereist voor een perfecte verklaring van het leven.
Er moet ons noodzakelijk een
nieuwe klacht van het hart. Onder Katholieken worden mensen gevonden die
de immanentieleer wel verwerpen, maar deze toch benutten voor
de apologetiek. Zij doen dit zo onbezonnen dat zij in de menselijke natuur niet
slechts de aanleg en geschiktheid voor de bovennatuurlijke orde schijnen te
aanvaarden, zoals Katholieke apologeten dat altijd met de nodige omzichtigheid
gedaan hebben, maar zij houden deze geschiktheid voor een strikte eis van de
natuur.
Om het beter uit te drukken wordt
deze eis van de natuur in het Katholicisme door die modernisten gevorderd welke
voor gematigd willen doorgaan. Dezen immers, die "integralisten"
kunnen genoemd worden, willen aan de mens die nog niet gelooft aantonen dat de
in hem verborgen kiem dezelfde is welke in het bewustzijn van Christus geweest
is en door Hem aan de mensen werd doorgegeven.
De modernist als hervormer
Wij moeten hier nog aan toevoegen
de modernist ook als hervormer te tonen. Wat wij tot nog toe gezegd hebben laat
ons overduidelijk zien door welke verbeten ijver deze mensen worden gedreven
naar hervorming. Deze verbetenheid strekt zich uit tot alles wat Katholiek is. Zij
willen vooral de filosofie in de God gewijde seminaries hervormen. Zij willen
de scholastieke filosofie een plaats toewijzen in de geschiedenis der wijsbegeerte,
naast al die andere achterhaalde stelsels. Aan de jongeren moet de moderne
filosofie onderwezen worden, die alleen de ware is en aangepast is aan onze
tijd.
Voor de vernieuwing van theologie, die wij de rationele noemen, eisen zij
dat deze gegrondvest wordt op de moderne filosofie. De positieve theologie moet
naar hun eis steunen op de geschiedenis van het dogma. Ook de geschiedenis moet
geschreven en gedoceerd worden volgens hun methode en naar moderne
voorschriften. Het dogma en de ontwikkeling daarvan willen zij aangepast zien
aan de wetenschap en de geschiedenis. Wat catechese aangaat verlangen zij dat
in de catechismus slechts de dogma's worden opgenomen die herzien zijn en
aangepast zijn aan het bevattingsvermogen van het volk. Voor de eredienst
willen zij dat de uiterlijke godsdienstige vormen worden besnoeid en aangroei
moet worden verhinderd. Men vindt echter sommigen die gesteld zijn op
symbolisme en een gematigder houding aannemen.
Zij eisen dat het
bestuur van de Kerk in alle opzichten hervormd moet worden, vooral wat de tucht
en de leer betreft. Naar hun eis moet het bestuur zich innerlijk en uiterlijk
aanpassen aan wat zij het moderne bewustzijn noemen en dat geheel democratisch
gericht is. Derhalve moet aan de lagere clerus en aan de leken de hun
toekomende inspraak gegeven worden en het al te centrale gezag moet gespreid
worden. Zij verlangen ook hervorming van de Romeinse Congregaties, vooral van
het Heilig Officie en van de Congregatie van de Index.
Ook moet de houding ten opzichte van de politiek en de maatschappij herzien
worden. Het bestuur moet zich afzijdig houden van wereldlijke aangelegenheden,
maar zich niettemin aanpassen om op deze wijze een geestelijke invloed te
kunnen uitoefenen.
Op zedelijk gebied
hangen zij de leer aan van het Amerikanisme. De actieve deugden moeten voorrang
hebben op de passieve en de beoefening van de actieve moet ten zeerste worden
bevorderd. De clerus moet weer terug naar de vroegere eenvoud en armoede.
Hij moet bovendien in gedachte en daad de modernistische leringen aanhangen.
Tenslotte zijn er nog die protestantse leraars zeer hoog aanslaan en zij
verlangen dat het celibaat voor de priester wordt afgeschaft. Wat laten zij in
de Kerk nog ongemoeid? Wat moet al niet volgens hen of hun leer hervormd
worden?
Oordeel over het stelsel
Bij deze uiteenzetting van de
leer der modernisten kan het de schijn hebben, dat Wij ons daar misschien te
lang mee hebben bezig gehouden. Toch was dit nodig om niet, zoals gewoonlijk,
door hen beschuldigd te worden alsof Wij niet goed op de hoogte zouden zijn van
hun leer en anderzijds ook om duidelijk te maken dat het bij het modernisme
niet gaat om vage leerstellingen zonder onderlinge samenhang. Het gaat hier
over een compacte eenheid, waarin men, als men een onderdeel aanneemt, ook
noodzakelijk al het andere moet aanvaarden. Daarom zijn Wij enigszins
didactisch te werk gegaan en hebben hun vreemde terminologie niet geheel
veronachtzaamd.
Het stapelt alle ketterijen opeen
Als Wij hun hele systeem nu als het ware in één
blik overzien, zal het niemand verwonderen als Wij het omschrijven als
de verzameling van alle ketterijen. Als iemand zich ertoe gezet zou hebben
alle dwalingen die er in de loop der tijden tegen het geloof in omloop geweest
zijn, kernachtig samen te vatten, dan zou hij daar nooit zo goed in geslaagd
zijn, als modernisten hebben gedaan.
Het doet allen godsdienst te niet
Zij zijn zelfs nog veel verder gegaan. Hun
stelsel is er niet alleen op gericht de hele Katholieke godsdienst te gronde te
richten, maar ook, zoals Wij reeds opmerkten, om elke vorm van godsdienst
onmogelijk te maken. Vandaar de loffelijke
instemming der rationalisten; vandaar dat rationalisten die vrij en openlijk
spreken de modernisten gelukwensen en hen prijzen als hun beste en
doeltreffendste bondgenoten.
Door het agnoticisme
Laat Ons nu in het kort terugblikken op de
allerverderfelijkste leer van het agnosticisme. Dit stelsel snijdt
voor het verstand elke weg af die naar God leidt omdat het een hechtere steun
zou vinden in een zeker aanvoelen en handelen. Wie ziet echter niet hoe verderfelijk dit alles is?
Wat verstand of zinnen doen heeft zijn terugslag op het gevoel. Schakel
het verstand uit en men zal zijn zinnen volgen waardoor de mens toch al zo
sterk wordt getrokken. Nogmaals, het is verderfelijk: alle gefantaseer over
godsdienstig aanvoelen zal het verstand niet in verwarring brengen. Het gezond
verstand zegt ons dat elke innerlijke beroering geen hulp biedt, maar veeleer
nadelig is bij het zoeken naar de waarheid. We bedoelen hier de waarheid zoals
ze is, dus de objectieve waarheid. De subjectieve waarheid
is de vrucht van innerlijke mening. Zij kan wel dienen om ermee te spelen, maar
geeft de mens geen houvast. Voor de mens is het echter van het
allerhoogste belang te weten of buiten hem al dan niet de God bestaat in wiens
handen hij eens zal vallen.
Door uitsluitend op gevoel en ervaring te steunen
Bij dit belangrijk werk roepen zij de ervaring te
hulp. Maar wat zou deze kunnen toevoegen aan dat aanvoelen van de ziel?
Klaarblijkelijk niets anders dan dit aanvoelen versterken. De overtuiging
omtrent de waarheid wordt vaster naarmate de ervaringssterkte toeneemt. Maar
dat alles kan niet bewerken dat het gevoel ophoudt gevoel te zijn. Het wezen of
de natuur van het gevoel wordt hierdoor niet veranderd. Steeds loopt het op
teleurstelling uit als het gevoel niet geleid wordt door het verstand. Door
versterking wordt het gevoel niet tot waarheid: Het wordt alleen een intenser
gevoel.
Maar Wij, spreken over het
godsdienstig gevoel met de daarin aanwezige versterking. Het is u welbekend hoe
voorzichtig men hier moet zijn en hoeveel bezinning er nodig is om de
voorzichtigheid te betrachten. U weet dat uit de zieleleiding, vooral van hen
die gevoelig van aard zijn. Gij weet dat ook uit de houding van hen die zich
verdiepen in ascetische werken. Modernisten slaan die boeken niet hoog aan,
maar zij bevatten een leer, die heel wat solider is dan wat zij zich aanmatigen
te zeggen. Het lijkt Ons dwaas of tenminste heel onvoorzichtig om zonder verder
onderzoek het innerlijk gevoel of ervaring voor objectieve waarheid te houden,
zoals modernisten dat willen.
Terloops willen wij ook dit nog opmerken: Indien die ervaring dan zo
krachtig en sterk is, waarom kent men diezelfde waarde dan niet toe aan het
gevoel dat zoveel duizenden Katholieken verklaren te bezitten en dat hun zegt
dat modernisten op de verkeerde weg zijn? Zou dan alléén het aanvoelen der Katholieken
verkeerd zijn? Zou dàt alleen bedrieglijk zijn? De overgrote meerderheid van
mensen is overtuigd en zal dat altijd blijven, dat men door aanvoelen en
ervaren alleen, zonder leiding en voorlichting van het verstand, nooit zal
kunnen komen tot de kennis van God. Dan rest het atheïsme, maar geen
godsdienst.
Door het symbolisme
Modernisten moeten ook niets
beters verwachten van de beweringen van het "symbolisme". Want
als volgens hun zeggen verstandelijke elementen niets anders zijn dan symbolen van
God, is dan het godsbegrip of de naam van een goddelijke persoonlijkheid ook
geen symbool? En als dit zo is dan kan ook omtrent de persoonlijkheid van God
twijfel bestaan en daarmee ligt de weg open naar het pantheïsme.
Door de immanentie
Zo komt men ook tot louter
pantheïsme door de leer van de "goddelijke immanentie". Want
Wij vragen: Wordt door deze immanentie God onderscheiden van
de mens, ja of neen? Als dit onderscheid bestaat, welk verschil is er dan met
de Katholieke leer of waarom wordt de leer van een van buiten komende
openbaring verworpen? Als er geen onderscheid tussen God en mens bestaat, dan
hebben we het pantheïsme. Welnu: de immanentieleer van
modernisten wil en aanvaardt dat elk verschijnsel van het bewustzijn uitgaat
van de mens in zijn hoedanigheid als mens. Uit deze redenering kunnen Wij dan
ook met recht besluiten dat God en mens één en hetzelfde zijn. En dit is
pantheïsme.
Door zijn leer omtrent geloof en wetenschap
Ook het onderscheid dat zij
aannemen tussen wetenschap en geloof laat geen andere conclusie toe. Het
voorwerp van de wetenschap stellen zij in de realiteit van het kenbare. Het
voorwerp van het geloof in het feit van het onkenbare. Maar het onkenbare is
juist onkenbaar omdat er tussen voorwerp en verstand geen enkele verhouding
bestaat. Welnu, dat gemis aan verhouding kan nooit, ook niet door de leer van
het modernisme worden weggenomen. Dus het onkenbare blijft altijd onkenbaar,
zowel voor de gelovige als voor de filosoof. Als er dus een godsdienst bestaat
dan is dat er één van een onkenbare realiteit. Nu zien Wij niet goed in waarom
dat onkenbare ook niet een wereldziel zou kunnen zijn, zoals sommige
modernisten aannemen.
Dit is wel voldoende om duidelijk aan te tonen
hoe langs velerlei wegen de leer der modernisten naar het pantheïsme afbuigt,
en zo leidt naar vernietiging van elke godsdienst. De eerste stap op deze weg
deed de dwaling der protestanten; de dwaling der modernisten volgt; daarna komt
het pantheïsme.
2e hoofdstuk: Oorzaken van het
modernisme
Om een dieper inzicht in het
modernisme te krijgen en om beter de remedies te kunnen vinden voor een zo
grote wonde, zullen Wij in het kort nagaan waar dit kwaad vandaan komt en
waardoor het wordt gevoed.
Morele oorzaken: Zucht naar nieuwigheden en hoogmoed
De naaste en meest opvallende
oorzaak moeten Wij stellen in een dwaling van het verstand. Dit staat buiten
twijfel. Als meer verwijderde oorzaken kunnen Wij er twee opnoemen: Zucht
naar iets anders en hoogmoed.
Als de zucht naar iets anders, naar nieuwigheden, niet wijs in toom wordt
gehouden is dit op zich alleen reeds voldoende om alle dwalingen te verklaren.
Daarom schreef onze voorganger, Gregorius XVI, terecht: "Het is zeer
bedroevend te moeten zien waartoe de verdwazing van het menselijk verstand al
niet komt bij zijn streven naar nieuwigheden en tegen de vermaning van de
Apostel in meer wil weten dan goed is en teveel op zichzelf vertrouwend er op
uit is de waarheid te zoeken buiten de Katholieke Kerk, terwijl zij in de Kerk
zonder de minste smet van dwaling te vinden is".
Maar de verblinding van de geest
en de dwaling hebben het meest hun oorsprong in de hoogmoed. Deze heeft bij het
modernisme als het ware zijn thuis waar hij ook rijkelijk zijn voedsel vindt en
onder velerlei gedaanten verblijft. Uit hoogmoed vinden zij dat brutaal
zelfvertrouwen waardoor zij zichzelf als de norm houden van allen. Uit hoogmoed
pralen zij met de grootste ijdelheid alsof zij alleen de wijsheid zouden
bezitten. Trots en opgeblazen zeggen zij: "Wij zijn niet zoals de
anderen". En om niet met anderen vergeleken te worden fantaseren zij
allerlei nieuwigheden en omhelzen die, al zijn ze ook nog zo absurd.
Uit hoogmoed verwerpen zij alle
onderdanigheid en eisen dat gezag en vrijheid met elkaar overeen moeten
stemmen. Uit hoogmoed zien zij niet meer naar zichzelf, maar denken alleen aan
de hervorming van anderen. Zij erkennen geen enkele rang, zij hebben geen
eerbied, zelfs niet voor het hoogste gezag. Er bestaat geen kortere en
geschikter weg naar het modernisme dan hoogmoed. Als een Katholieke leek, als
een Priester, zich niets meer gelegen laat liggen aan de voorschriften van het Christelijk
leven, waardoor wij onszelf moeten verloochenen als wij Christus na willen
volgen, en de hoogmoed niet verwijderd houden uit het hart, dan is zo iemand
naar waarheid helemaal gereed en het meest gepredisponeerd om de dwaling van
het modernisme aan te hangen.
Daarom moet het uw eerste zorg zijn om dergelijke hoogmoedige lieden te
weerstaan, hun des te minder vertrouwen schenken en klein houden naarmate zij
zich meer verheffen, opdat zij door hun geringere positie minder in staat zijn
om kwaad te stichten. Ook moet gij zelf, en door de bestuurders der
seminaries, de seminaristen grondig examineren. Zo gij er mocht vinden met een
hoogmoedig karakter, dan moet gij hen met alle kracht van het priesterschap
verwijderd houden. Had men dit altijd maar met de nodige waakzaamheid en
standvastigheid gedaan!
Intellectuele oorzaken
1. Onbekendheid met de scholastiek
Noot: Scholastiekis de middeleeuwse filosofie met een
sterk metafysisch karakter die in de 11e eeuw als onderwijsmethode tot
ontwikkeling kwam in de stedelijke scholen en verder uitgebouwd werd in de 12e
en 13e eeuw aan de universiteiten. Het is een logische manier van denken in
tegenstellingen, een vorm van dialectiek. De belangrijkste scholastici
waren Petrus Abaelardus, Albertus Magnus, Duns Scotus, Willem van Ockham,
Bonaventura en Thomas van Aquino. Het werk Summa Theologiae van Thomas van Aquino wordt meestal gezien
als het grootste werk van de scholastiek.
Net als de methodiek van het
onderricht aan de middeleeuwse kloosterscholen wilde de scholastiek God vinden
door middel van de wetenschap. De scholastieke theologie werd mettertijd een
zelfstandige wetenschap die steeds meer betekenis ging toekennen aan rationele
processen van het denken. De kloostercultuur daarentegen bleef bij haar meer
mystiek georiënteerde methode.
De scholastiek vond haar belangrijkste monument
in de summa's van de 13e-eeuwse Dominicaanse filosoof en
theoloog Thomas van Aquino. De thomistische filosofie werd eerst bekritiseerd,
maar in 1323 werd haar grondlegger heilig verklaard en later zelfs tot kerkleraar uitgeroepen
(1568). De tijd was rijp voor een rationele aanpak. In 1879 riep paus Leo
XIII het thomisme uit tot de officiële filosofie van de Kerk.
Scholastiek systeem
Het scholastieke systeem wordt in de middeleeuwen gebruikt
voor de studie van de zeven vrije kunsten of artes liberales en de overige
wetenschappen. De artes liberales bestonden uit:
Het trivium
Grammatica
(literatuur en tekstanalyse)
Retorica
(argumenteren)
Dialectica
(logica)
Het quadrivium
Aritmetica
(rekenkunde)
Astronomie
(sterrenkunde)
Muziek
(harmonieleer)
Geometrie
(meetkunde)
In de middeleeuwen bestond theologie vooral
uit het verklaren van teksten, allereerst de Bijbel, met aanhalingen uit de
commentaren en andere werken van gezaghebbende Kerkvaders. De zeven vakken
die bestudeerd werden ten behoeve van de theologie, werkten vooral met teksten
van Plato en steeds meer ook van Aristoteles. Toen de contacten
tussen de domscholen groeide door de toenemende politieke stabiliteit, wilde
men theologie en wijsbegeerte in één stelsel verenigen. Op beide
terreinen moest dezelfde methode toegepast worden: dezelfde scholastiek. Men
wilde aantonen dat het logisch denken van de oudheid niet in strijd
was met de Bijbelse boodschap.
Later werd de sleutelwetenschap binnen de
theologie de dialectica, de kunst van het redeneren. De basis van de theologie
bleef echter nog altijd de lectio divina, het lezen van heilige
teksten, in concreto allereerst de Bijbel. Stilaan werden eigen commentaren bij
de Schrift toegestaan, en werd wetenschap beoefend aan de
universiteit, tegen betaling van een salaris.
In zijn Summa Theologiae probeerde
Thomas van Aquino alle verworvenheden van de scholastiek ten dienste te
stellen van de theologie. Abaelardus was eveneens een leraar van de
scholastiek. Dankzij Thomas werd de scholastiek de basis voor het empirisch
denken en de kritische wetenschapsbeoefening van latere eeuwen.
De scholastiek was een grote stap voorwaarts in
de ontwikkeling van de logica en een poging tot het oplossen van de tweespalt
tussen geloof en rede. Maar uiteindelijk vereerde ze de tekst zelf in plaats
van het voorwerp van de tekst, de boeken in plaats van de wereld: verba,
non res.
De scholastieke methode
De scholastieke methode steunt op gezaghebbende
teksten. Er ontstonden in de middeleeuwen voor de artes liberales en overige
wetenschappen vaste rangordes voor de relevante autoriteiten op een bepaald
terrein. De scholastiek wordt verder inhoudelijk gekenmerkt door een vaste
werkwijze om problemen en teksten te bestuderen. Eerst poneerde men een quaestio,
een vraagstelling waarover twijfel heerste. Die werd onderverdeeld in
verschillende articula met stellingen. Vervolgens kwamen de
tegenwerpingen aan de orde, ingeleid met bijvoorbeeld sed contra.
Hierop volgde een antwoord (responsio), waarna per articulum van de
quaestio de argumenten kort besproken werden. Ook de variant waarbij men op
willekeurige vragen -niet op een vooraf bekend thema- moest antwoorden, het
zogeheten quodlibet, had dezelfde opbouw. Ook het onderwijs aan de
middeleeuwse universiteiten richtte zich naar deze methode. Het eindproduct van
de scholastiek waren de grote summae.
Als wij nu van de morele oorzaken
tot de intellectuele overgaan komen wij als eerste en voornaamste de
onwetendheid tegen. Er zijn immers modernisten die leraren in de Kerk willen
zijn en ook als zodanig gezien willen worden en heel hoog opgeven van moderne
filosofie, maar scholastieke wijsbegeerte verachten. De reden hiervan is dat
zij misleid door vertoon en bedrog het modernisme hebben omhelsd, terwijl zij
van de scholastiek hoegenaamd niets afweten. Daarom missen zij elke mogelijkheid
om een einde te maken aan de verwarring van hun begrippen en de sofismen te
weerleggen. Uit de verbintenis van een valse filosofie met hun geloof is dat
systeem ontstaan dat overloopt van zovele en zware dwalingen.
2. Hun propaganda-methodes
Legden zij maar wat minder ijver en zorgen aan de dag voor het propageren van
hun stelsel! Zij doen dat echter met zoveel overgave en onvermoeide inspanning
dat het wel erg jammer is dat zoveel krachten worden aangewend om de Kerk te
verderven, die als zij juist waren gebruikt, de hoogste hulpverlening zouden
betekend hebben.
Zij spelen een dubbel spel om de geesten te bederven. Op de eerste plaats
trachten zij alles op te ruimen wat hun in de weg staat. Vervolgens zetten zij
zich met de grootst mogelijke verbetenheid in om te verkrijgen wat zij nuttig
achten. Dat streven zij na, onvermoeid en met groot geduld.
Zij houden het ervoor dat het vooral drie dingen zijn die hun streven in de weg
staan: De beoefening van de scholastieke filosofie, het gezag en de traditie
der Kerkvaders en het Kerkelijk leergezag. Daartegen richten zij hun verwoede
aanvallen.
a. Minachting van de scholastiek
Zij spotten daarom met de filosofie en theologie van de scholastiek. Zij hebben
er niets dan verachting voor over. Of ze dit nu doen uit onwetendheid of vrees,
of zelfs om beide redenen, zoveel is zeker dat hun drang naar nieuwigheden
altijd samengaat met haat tegen de scholastiek. Er bestaat geen duidelijker
aanwijzing dat iemand voor het modernisme begint te voelen dan dat hij blijk geeft
van beginnende afkeer van de scholastiek. Modernisten en hun supporters moeten
zich de veroordeling in het geheugen roepen, welke Pius IX heeft uitgesproken
over de stelling: "De methoden en beginselen, waarmee de oude scholastieke
geleerden de theologie beoefenden, passen allerminst bij de noden en
vooruitgang der wetenschappen van onze tijd".
b. Afbraak van de overlevering
De kracht en het wezen der traditie trachten zij met grote sluwheid te
ontzenuwen opdat zij haar belang en gezag zou verliezen. Maar voor altijd
blijft voor Katholieken het gezag bestaan van het Tweede Concilie van Nicea dat
de veroordeling uitsprak over "hen die het wagen ... met de misdadige
ketters de kerkelijke tradities te ontwrichten en een of andere nieuwigheid te
bedenken ... of kwaadaardig en listig te verzinnen om aldus iets uit de ware
traditie van de katholieke Kerk omver te werpen ..."
Ook blijft de belijdenis van het Vierde Concilie van Constantinopel van kracht:
Daarom belijden en verklaren wij alle voorschriften welke aan de Heilige Katholieke
en Apostolische Kerk overgeleverd werden door de Heilige en roemrijke Apostelen
en door de algemene en plaatselijke wettige en orthodoxe Concilies, alsook door
een verlichte Kerkvader en leraar, vast te houden en te bewaren". Daarom
wilden de pausen Pius IV en Pius IX dat aan de geloofsbelijdenis werd
toegevoegd: "Ik aanvaard zeer vast en omhels de Apostolische en Kerkelijke
tradities en de overige verordeningen en voorschriften van deze Heilige
Kerk".
Niet anders dan over de traditie oordelen de modernisten over de Heilige
Kerkvaders. Met zeer grote lichtvaardigheid beweren zij dat de Kerkvaders
eerbied en lof waardig zijn, maar dat deze zelfde Kerkvaders op kritisch en
historisch gebied volslagen onwetend waren, iets wat alleen door de tijd waarin
zij leefden verontschuldigd kan worden.
c. Bestrijding van het Kerkelijk leergezag
Tenslotte trachten zij met alle mogelijke middelen het gezag van het Kerkelijk
leerambt te verkleinen en te verzwakken. Dit doen zij door de oorsprong, de
natuur en het recht daarvan op heiligschennende wijze vals voor te stellen en
ook door allerlei lasteringen van tegenstanders opnieuw voor de dag te halen.
Betreffende de groep modernisten zijn de woorden van kracht, welke onze
Voorganger met grote droefheid geschreven heeft: "Om de mystieke Bruid
van Christus, die het ware Licht is, veracht en gehaat te maken, zijn de
kinderen der duisternis gewoon de Kerk bij het volk met hatelijke laster te
treffen en met verdraaiing van feiten en gezegden haar krenkend voor te stellen
als vriendin der duisternis, als steun der onwetendheid en als vijandin van het
licht der wetenschappen en van de vooruitgang".
d. Kwaadwillige bestrijding van de verdedigers
van de Kerk
Daar dit zo is, is het niet verwonderlijk, dat Katholieken die met kracht
opkomen voor de Kerk door modernisten met de grootste kwaadaardigheid en
bitterheid worden aangevallen. Geen enkel soort smaad wordt geschuwd om hen te
treffen. Meestal beschuldigen zij hen van onwetendheid en stijfkoppigheid. Als
zij hen vrezen om hun geleerdheid en invloed, maken zij hen machteloos door hen
als bij afspraak dood te zwijgen. Deze handelwijze blijkt voor Katholieken des
te kwaadaardiger naarmate zij anderzijds aan allen die het met hen eens zijn,
altijd weer buitensporige lof toezwaaien. Hun boeken, die overlopen van
nieuwigheden, worden met veel instemming ontvangen en verbreid. Hoe gedurfder
iemand oude waarden omver haalt, de traditie en het Kerkelijk leergezag
veracht, des te meer houdt men hem voor wijs.
Tenslotte - en ieder oprecht mens
zal het verafschuwen - als iemand van hen door een Kerkelijke veroordeling
getroffen wordt, dan wordt hij niet alleen openlijk en uitbundig geprezen, maar
zij vereren hem bijna als martelaar voor de waarheid. Al dat tumult van lof en
smaad dat het gemoed der jongeren aanspreekt en waardoor zij worden beroerd
bewerkt dat deze zich gewonnen geven en naar het modernisme overlopen omdat zij
niet voor dom willen doorgaan en omdat zij voor intelligent gehouden willen
worden. Zij worden evenwel innerlijk gedrongen door vernieuwingszucht en
hoogmoed.
e. Reclame-methodes
Dit behoort echter al tot de reclame waardoor modernisten hun waar aan de man
willen brengen. Wat ondernemen zij al niet om het aantal volgelingen te
vermeerderen? Op de geheiligde seminaries en universiteiten maken zij zich
meester van leerstoelen die geleidelijk aan tot zetels van verderf worden. Zij
dringen hun leer op tijdens preken in kerken, misschien nog wel bedekt, maar op
congressen doen zij het meer openlijk en in openbare instellingen drijven zij
ze door en geven haar de hoogste plaats. Zij geven boeken, kranten en
tijdschriften uit onder eigen- of schuilnaam. Soms dient een en dezelfde
schrijver zich onder meerdere namen aan om argeloze lezers wijs te maken dat ze
met meerdere auteurs te doen hebben. Kort gezegd: in woord en daad en in de
pers laten zij geen enkele poging onbenut hun leer te verspreiden, zodat men
kan zeggen dat zij door een bepaald soort krankzinnigheid getroffen zijn.
Het bedroevende resultaat
En welk gevolg heeft dit alles? Met droefheid
moeten Wij vaststellen dat veel jongeren met behoorlijke aanleg en van wie veel
hulp voor de Kerk verwacht kon worden, van de goede weg zijn afgedwaald. Wij
betreuren ook tallozen die wel niet zover gegaan zijn, maar door de bedorven
atmosfeer zijn aangestoken en nu veel vrijer gaan denken, spreken en schrijven
dan passend is voor Katholieken. Onder hen zijn leken, maar ook Priesters en ook
kloosterlingen. Zij bedrijven de bijbelwetenschap in modernistische trant. Onder
voorwendsel de waarheid te willen dienen vermelden zij in hun
geschiedschrijving met onverholen genoegen feiten waarmee zij de Kerk het best
kunnen bekladden. Met grote inspanning trachten zij geheiligde volksgebruiken
zo spoedig mogelijk op te ruimen. Door ouderdom eerbiedwaardige relikwieën
vinden zij bespottelijk. Zij worden verteerd door ijdel verlangen dat over
hen zal worden gesproken. Dat kan niet bereikt worden als zij alleen zeggen wat
anderen reeds altijd gezegd hebben. Intussen maken zij zich ook nog wijs God en
de Kerk te dienen, maar in werkelijkheid beledigen zij beiden zeer ernstig,
niet zozeer alleen met de daad, maar meer nog door hun geestelijke instelling
en omdat zij door hun daden zeer grote steun verlenen aan het gedoe der
modernisten.
3e hoofdstuk: Remedies (werd weggelaten, maar is terug te vinden in
rk-documenten)
4e hoofdstuk: Besluit
( ) Intussen smeken Wij u,
eerbiedwaardige Broeders, op wier hulp en steun Wij het volste vertrouwen
hebben, van ganser harte om overvloed van goddelijk licht, opdat gij het grote
gevaar voor de zielen wegens de overal rondsluipende dwalingen moogt
onderkennen en weten hoe te handelen, en dat gij alles met kracht en sterkte
moogt volbrengen. Moge Jezus Christus, de grondlegger en voltooier van ons
geloof u bijstaan met zijn kracht; moge de onbevlekte Maagd, de overwinnares
van alle dwalingen, u met haar gebed en bijstand helpen. Als onderpand van onze
liefde en van de goddelijke troost in tegenspoed, verlenen Wij aan allen, aan
u, aan de geestelijkheid en aan al uw gelovigen met de grootste welwillendheid
de Apostolische Zegen.
Rome, bij Sint
Pieter, 8 september 1907, in het vijfde jaar van Ons Pontificaat. Pius X, Paus.
Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (3)
Een voorbeeld van modernistische ketterij: van
de website van Remonstranten
Godsdienstwetenschap
God mag zich dan wel niet laten
kennen in direct contact of in tekenen, gelovigen laten zich wel kennen. Zij
zijn dan ook een dankbaar onderzoeksobject en bron van kennis voor
godsdienstwetenschappers.
Waar gaat moderne godsdienstwetenschap over?
Godsdienstwetenschap
bestudeert godsdienst vanuit wetenschappelijk perspectief. Het doel daarvan is
inzicht verkrijgen over oorsprong, functie en betekenis van religieus denken.
Daarbij wordt niet gezocht naar de waarheid van godsdienstige opvattingen.
Het onderzoek van
de godsdienstwetenschap richt zich op de vraag welke geschiedenis, functie en
betekenis religieuze opvattingen hebben voor de gelovigen die deze aanhangen.
De manier waarop dit wordt onderzocht wordt intersubjectief onderzoek
genoemd. Er wordt dus gekeken naar de betekenis van geloof voor en de beleving
van een groep mensen (die eenzelfde religieuze overtuiging
aanhangen). Want gelovigen laten zich kennen: ze uiten zich in religieus
gedrag en religieuze ideeën. Zo laten ze zien wat ze geloven en welk
godsbeeld ze hebben. Dat is wat godsdienstwetenschap onderzoekt.
Theologie
Die invalshoek maakt ook het
verschil met de theologie als wetenschappelijke discipline. In de
theologie is niet de gelovige mens onderwerp maar is de bijbel uitgangspunt en
onderwerp van onderzoek.
Toch is er een
overeenkomst tussen moderne theologie en godsdienstwetenschap: namelijk
dat er zoveel mogelijk gevaren wordt op de rede, op feitelijkheid en dat het
metafysische -de openbaring- zoveel mogelijk buiten de wetenschappelijke
beschouwing wordt gehouden.
De bijbel wordt
binnen de moderne theologie dan ook volgens de kritisch-historische methode
gelezen. Godsdienstwetenschap laat dat bijbelonderzoek buiten beschouwing en
richt zich op de politieke en culturele context van religie. Bovendien houdt ze zich ook bezig met niet-westerse
en niet-christelijke religies. Interessant is dat er zich in de ontstaanstijd
van de godsdienstwetenschap een aantal wetenschappers op beide vakgebieden
bewogen. Zij waren zowel als (modern) theoloog als godsdienstwetenschapper
actief.
Moderne theologie
De moderne theologie ontwikkelde
zich in de 19e eeuw in een tijd dat de moderne wetenschap ontstond en
technologische en industriële ontwikkelingen een vlucht namen. In een tijd dus,
waarin het moderne leven en het moderne denken zich ontwikkelde.
Binnen de moderne theologie gold
toen het inzicht dat godsdienst ofwel religie een algemeen-menselijke behoefte
is. Gelovigheid moest zodanig ook als een
natuurlijk verschijnsel worden gezien. Waarheidsclaims werden daarbij
losgelaten. Ook speelde het verschil tussen leken-gelovigen en
theologen. De manier waarop beide groepen hun kennis over God vergaarden en hun
interpretatie van de bijbel liepen steeds meer uiteen. De kwestie was of de
(moderne) theologie de gelovige leken moest onderwijzen in de moderne theologie
en de historische bijbelkritiek om zo het christelijk geloof te behouden? Of
zou deze wetenschappelijke waarheid de gewone gelovigen juist de kerk uit
jagen? ( ) https://www.remonstranten.nl/
De oorzaken van de ontwikkeling
Om nog eens stil te staan bij de
evolutieleer, moet opgemerkt worden dat, hoewel behoeften of noodzaak stuwen
naar evolutie, deze niettemin toch gemakkelijk de perken der overlevering te
buiten kunnen gaan als alleen deze stuwende drang aanwezig is, waardoor de
evolutie zou kunnen worden afgebogen van haar levensbeginsel en veeleer de
ondergang tegemoet zou gaan dan de ontwikkeling dienen. Om nu de opvatting van modernisten
weer te geven moeten we de ontwikkeling van de strijd tussen twee machten
verklaren: de ene macht is progressief, de andere conservatief. De
conservatieve kracht in de Kerk leeft uit de traditie. Zij wordt gehanteerd
door het Kerkelijk gezag. Dit geschiedt "de jure" en "de
facto" (rechtens en feitelijk). Dit gebeurt "rechtens" omdat het
in de lijn ligt van een gezag om het overgeleverde te beschermen. "In
feite" gebeurt dit omdat het gezag buiten de levenswisselvalligheden staat
en de prikkels van de vooruitgang (evolutie) niet of nauwelijks voelt.
De progressieve kracht beantwoordt echter aan de meest innerlijke behoeften.
Zij ligt verborgen en is werkzaam in het bewustzijn van de enkelingen, speciaal
bij hen die het meest met het leven in contact staan.
Ziedaar deze allerverderfelijkste leer, die, zoals we gezien hebben, de kop
opsteekt. Zij stelt de leken in de Kerk als de elementen van vooruitgang
voor. Een zeker samenspannen en bondgenootschap van deze twee krachten, van
conservatieven en progressieven, het gezag namelijk, en het bewustzijn der
enkelingen of van sommigen, werkt in op het bewustzijn van de meerderheid. Dit
werkt dan weer aanstekelijk op de gezagsdragers. Dezen worden dan tot een
compromis gedwongen waaraan zij zich moeten houden.
De houding van de modernisten verklaard
Hieruit valt gemakkelijk op te
maken waarom de modernisten zo verbaasd zijn als zij een berisping ontvangen en
gestraft worden. Wat hun verweten wordt, beschouwen zij zelf als een heilige te
vervullen opdracht. Niemand kent immers beter dan zij de behoeften van het
bewustzijn, omdat zij daarmee inniger te maken hebben dan het Kerkelijk gezag.
Al die behoeften liggen immers als het ware bij hen opgestapeld. Daarom eisen
zij het recht op om daarover openlijk te kunnen spreken en schrijven. Laat het
gezag dan maar straffen als zij menen te moeten handelen, zij worden gesteund
door de gedachte dat zij hun plicht vervullen. Door innerlijke overtuiging
weten zij geen blaam maar lof te verdienen. Zij weten heel goed dat vooruitgang
zonder strijd niet mogelijk is en dat in een strijd ook slachtoffers vallen.
Zij moeten dan maar de slachtoffers zijn zoals de profeten en Christus dat
geweest zijn. Tegen de overheid hebben zij dan ook geen rancune of wrok wegens
de ondervonden slechte behandeling. De overheid meent immers te moeten doen wat
zij doet.
Zij klagen alleen dat men niet naar hen luisteren wil. Want daardoor
wordt de vooruitgang der geesten vertraagd. Maar het uur zal komen dat men een
einde aan het dralen zal maken. Dat staat vast. De wetten der evolutie kunnen
wel worden gehinderd, doch het is absoluut onmogelijk ze definitief te stoppen.
Zij gaan dus verder op de ingeslagen weg, ondanks berisping of veroordeling,
terwijl zij hun ongelofelijke vermetelheid verbergen onder de dekmantel van
geveinsde onderwerping. Zij buigen aldus in schijn het hoofd, doch gaan
onvervaard met inspanning van alle krachten door met wat zij begonnen zijn. Zij
handelen zo uit wel overwogen tactiek. Vooreerst omdat zij houden dat het gezag
niet omver geworpen, doch geprikkeld moet worden en verder ook omdat zij in de
Kerk willen blijven om van binnen uit het collectief bewustzijn geleidelijk aan
om te buigen.
Met deze bewering geven zij
zonder het op te merken toe, dat het collectief bewustzijn anders is dan het
hunne en zij dus allerminst het recht hebben zich als vertolkers daarvan aan te
dienen.
Hun opvattingen zijn reeds veroordeeld
Zo kan dan op gezag van de
modernisten, in de Kerk niets standvastig en onveranderlijk zijn. In deze leer
hebben zij hun voorgangers gehad. Het zijn degenen waarover Paus Pius IX reeds
schreef: "Deze vijanden van de goddelijke openbaring, die de hoogste
lof hebben voor de menselijke vooruitgang, willen die ook vermetel en met
heiligschennende durf invoeren in de katholieke godsdienst, alsof deze niet het
werk was van God, doch van mensen of een wijsgerig bedenksel, dat op menselijke
wijze tot ontwikkeling kon komen".
Vooral wat de openbaring en het
dogma betreft brengt de leer der modernisten hier niets nieuws. Het is
hetzelfde wat wij door Pius IX in de Syllabus Errorum reeds
veroordeeld vinden in de woorden: "De goddelijke openbaring is onvolmaakt
en derhalve voortdurend en onbepaald onderworpen aan de vooruitgang die
parallel loopt met de vooruitgang van de menselijke rede".
Noot: Syllabus Errorum(Latijn voor lijst van
dwalingen) is een lijst van 80 opvattingen en principes die de Rooms-Katholieke
Kerk ten dele reeds eerder als dwalingen veroordeeld had. Paus
Pius IX heeft hem samen met de encycliek Quanta Cura op 8 december
1864, het hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis, aan
alle Bisschoppen werd toegezonden. De veroordeelde overtuigingen
betreffen onder andere het pantheïsme, het naturalisme, het rationalisme,
het indifferentisme, het socialisme, het liberalisme, een aantal ethische
kwesties, de politieke rechten van de Kerk en de secularisatie.
Dwalingen
over de burgerlijke maatschappij, beschouwd zowel op zichzelf als in
haar betrekking tot de Kerk
Dwalingen
over de natuurlijke en Christelijke zedenleer
Dwalingen
over het Christelijk huwelijk
Dwalingen
over de wereldlijke macht van de Paus van Rome
Dwalingen
betrekking hebbend op het huidig liberalisme
Op plechtige wijze geschiedde dit
op het Eerste Vaticaans Concilie met de woorden: "De geloofsleer welke
God heeft geopenbaard wordt niet voorgehouden als een wijsgerige vinding door menselijk
vernuft te vervolmaken, maar als een goddelijke schat van Christus aan Zijn
Bruid, die deze getrouw moet bewaren en onfeilbaar verklaren. Vandaar dat die
betekenis van de heilige dogma's voor altijd behouden moet blijven welke onze
Moeder, de Heilige Kerk eenmaal heeft vastgesteld; nooit mag, onder voorwendsel
of naam van beter inzicht, van deze betekenis worden afgeweken".
Hierdoor wordt allerminst afbreuk gedaan aan het werk van het verstand, ook
niet wat het geloof betreft. Het menselijk verstand wordt hierdoor niet
gehinderd, doch veeleer gesteund en veilig verder geholpen. Daarom vervolgt het
Vaticaans Concilie dan ook: "Moge daarom het inzicht, de wetenschap, de
wijsheid tot grote bloei komen en een machtig hulpmiddel zijn voor ieder
afzonderlijk en voor allen, zowel voor de enkeling als voor heel de Kerk van
alle tijden en opeenvolgende eeuwen, naar hun eigen aard, maar toch binnen
hetzelfde dogma, in dezelfde betekenis en in dezelfde opvatting".
Het modernisme in de beoefening van geschiedenis en kritiek
Nadat wij nu in de aanhangers van
het modernisme de wijsgeer, de gelovige, de theoloog bestudeerd hebben, rest
nog om in hen de historicus, de criticus, de apologeet, de hervormer te zien.
Sommige modernisten die als historicus werkzaam zijn schijnen erg bezorgd te
zijn om voor filosoof te worden aangezien. Naar hun zeggen hebben zij geen
verstand van filosofie. Dit is wel buitengewoon sluw bedacht. Bij niemand
mag de mening opkomen dat zij besmet zouden zijn met wijsgerige vooroordelen en
dat zij daarom, naar hun zeggen, niet volkomen objectief zouden
zijn. Niettemin is hun geschiedschrijving of kritiek helemaal in wijsgerige
termen vervat. Wat zij beweren is duidelijk afgeleid uit hun wijsgerige
beginselen. Voor een oplettend toeschouwer is dit duidelijk.
De toepassing van het agnosticisme en aanvullende beginselen
daarvan
In de geschiedenis
De drie eerste grondregels van
dit soort geschiedschrijvers of critici zijn precies dezelfde beginselen die
wij boven hebben aangehaald als zijnde die van hun filosofen:
1 Het "agnosticisme",
2 De theorie van de "omvorming" der dingen door het geloof en 3
Hetgeen wat men "vervorming" schijnt te kunnen noemen.
Laten wij hier de gevolgtrekkingen
daarvan eens wat nader bezien: Krachtens het agnosticisme is de geschiedenis, zoals de
wetenschap, enkel en alleen een zaak van verschijnselen. Daarom moeten God
alsook elke goddelijke tussenkomst in de mens, naar het gebied van het geloof
verwezen worden. Daar alleen hoort dit thuis. Als er dus iets voorvalt dat uit
een tweevoudig element bestaat, een goddelijk en een menselijk, zoals Christus,
de Kerk, de Sacramenten en meer dingen van deze aard, moeten zij zo van elkaar
gescheiden en losgemaakt worden, dat het menselijk element aan de geschiedenis
wordt overgelaten, het goddelijke aan het geloof. Daar vandaan treffen wij
bij de modernisten het onderscheid aan tussen de historische Christus en de
Christus van het geloof, de historische Sacramenten en de Sacramenten van het
geloof. Zo moet men ook handelen bij andere zaken.
Als men dus dit menselijk element
apart neemt, wat de historicus voor zich reserveert, zoals dit element zich uit
de historische gegevens doet kennen, dan moet men bedenken dat dit element door
het geloof door "omvorming" verheven is boven zijn historische
omstandigheden. De door het geloof aangebrachte toevoegsels moeten noodzakelijk
verwijderd worden. Zij moeten terug verwezen worden naar het gebied van het
geloof en naar de geschiedenis van het geloof. Handelt men dus over Christus
dan moet alles verwijderd worden wat boven het menselijke uitgaat. Alles wat
zijn natuurlijke conditie als mens te boven gaat, zoals de psychologie dat
leert en ook de omstandigheden van plaats en tijd waarin Hij leefde, waarmee
zijn situatie verweven was.
Bovendien moeten
volgens het derde wijsgerig beginsel ook die dingen welke binnen het bereik van
de geschiedenis liggen als gezeefd worden. Alles moet naar het gebied van het geloof gebracht worden wat volgens
hen niet ligt in de lijn van de zogenaamde logica der feiten
of wat niet passend geacht wordt bij de persoonlijke aard. Zo zou volgens hen
Christus de woorden niet gesproken hebben die het bevattingsvermogen van zijn
toehoorders te boven gingen. Daarom worden alle allegorische voorstellingen die
men in zijn onderrichtingen aantreft uit zijn werkelijk levensverhaal
verwijderd en naar het geloofsgebied verwezen.
We zullen misschien vragen waarom
deze elementen van elkaar gescheiden worden? Antwoord: uit de aard van de
persoon, uit de positie die deze persoon in de maatschappij inneemt, uit zijn
opvoeding, krachtens de samenhang van de gebeurtenissen en de samenloop van
omstandigheden. In één woord: als we goed begrijpen, krachtens een norm, die
per slot van rekening helemaal subjectief is. Zij trachten
de persoon van Christus te doorgronden en als het ware zelf te beleven: Wat zij
nu in zijn omstandigheden zouden gedaan hebben, dat laten zij Christus doen.
Daaruit leiden we af: Zij leren dus a priori, uitgaande van
wijsgerige beginselen, die zij niettemin beweren niet te kennen, dat in
de ware geschiedenis Christus geen God is en ook niets
goddelijks gedaan heeft of gezegd. Als mens heeft Hij niets anders gedaan en
gezegd wat zij, zich in die tijdsomstandigheden verplaatsend, Hem veroorloven
te doen en te zeggen.
In de kritiek
Zoals nu de geschiedenis haar
gevolgtrekkingen ontvangt uit de wijsbegeerte, zo haalt de kritiek deze uit de
geschiedenis. De uitspraken van de geschiedenis volgend komt de criticus tot
twee groepen van gegevens. Wat na de drievoudige geciteerde verminking
nog overblijft wordt aan de authentieke geschiedenis
overgelaten, het andere aan de geschiedenis van het geloof, ook wel interne geschiedenis
genoemd. Want zij maken nauwkeurig onderscheid tussen deze tweevoudige vorm van
geschiedenis: van het geloof en de echte geschiedenis, in zoverre deze reëel
is. Vandaar de tweevoudige Christus: de ene is de echte Christus; de andere
heeft in werkelijkheid nooit bestaan, maar behoort tot het geloof. De ene heeft
op een bepaalde plaats en tijd geleefd; de andere wordt alleen gevonden in
vrome geloofsoverdenkingen. Dit is bv. de Christus welke het Evangelie
van Johannes ons voorhoudt. Dit Evangelie is, naar hun zeggen, heel en al
bespiegeling.
De toepassing van de vitale immanentie
Maar de voogdij van de filosofie
over de geschiedenis is hierdoor nog niet compleet. Na de historische gegevens
in twee groepen verdeeld te hebben, is de filosoof er weer met zijn dogma van
de "vitale immanentie". Hij verzekert dat alles wat tot de
geschiedenis van de Kerk behoort, verklaard moet worden door de "vitale
emanatie" (emanatio = uitvloeisel of voortkomst). De oorzaak evenwel
of voorwaarde van elke levende voortkomst moet men zoeken in een zekere
noodzaak of behoefte. Een feit of gebeurtenis moet men dus zien als de vrucht
van een behoefte, en geschiedkundig gezien is het feit later dan de behoefte.
Wat moet de historicus nu doen?
Hij moet de gegevens uit de Schrift of van elders aangebracht onderzoeken. Hij
moet dan een lijst opmaken van alle noodzakelijkheden (behoeften) die
betrekking hebben op het dogma, de eredienst, de andere in de Kerk aanwezige en
elkaar opvolgende elementen. Deze lijst geeft hij aan de criticus. De criticus
bekijkt nu de elementen die bestemd zijn voor de geschiedenis van het geloof.
Hij rangschikt ze afzonderlijk naar tijd in overeenstemming met de ontvangen
lijst. Hij moet daarbij altijd de regel voor ogen houden, dat de noodzaak of
behoefte vooraf gaat aan het feit en dat dit feit weer vooraf gaat aan het
verhaalde. Nu kan het soms wel voorkomen dat sommige delen van de Bijbel, bv.
de brieven, het feit zelf zijn dat uit noodzaak ontstaan is. Maar wat er ook
van zij: de wet blijft van belang, dat de tijd van het ontstaan van een
document of gegeven, niet anders mag worden vastgesteld dan vanuit het
tijdstip waarop een bepaalde behoefte ontstond in de Kerk.
De toepassing van het beginsel van de ontwikkeling
Bovendien moet onderscheid gemaakt
worden tussen het ontstaan van een feit en de verdere ontwikkeling van dat
feit. Wat op één dag kan ontstaan komt pas na langere tijd tot ontwikkeling.
Daarom moet de criticus de gegevens die hij naar tijd geordend had, opnieuw in
twee groepen verdelen. Hij moet de gegevens welke betrekking hebben op het
ontstaan van een zaak scheiden van de gegevens die behoren tot de ontwikkeling
van die zaak. Daarna moet hij ze weer chronologisch ordenen.
Nu komt de filosoof weer aan het
woord: Hij geeft aan de historicus opdracht zijn studie zo in te richten als de
voorschriften en wetten van de evolutie dat willen. Tot dit doel moet de
historicus de gegevens opnieuw aan een onderzoek onderwerpen. Hij moet scherp
nagaan hoe de situatie en toestand van de Kerk in de verschillende tijdvakken
was, haar conservatieve kracht, welke de innerlijke en uiterlijke behoeften
waren die haar stuwden naar vooruitgang, de hindernissen die zich voordeden, in
één woord: Hij moet alles nagaan wat invloed uitoefende op de mogelijkheid de
evolutiewetten te handhaven. Vervolgens schetst hij de geschiedenis van de
ontwikkeling. De criticus is daarbij behulpzaam en past de overige gegevens in
het geheel. Dit alles nu wordt tot eenheid gemaakt: De geschiedenis is
geschreven.
Nu vragen we: Aan wie moet deze
geschiedenis worden toegeschreven? Aan de historicus of aan de criticus?
Klaarblijkelijk aan geen van beiden, maar aan de filosoof. Alles wordt hier
aprioristisch behandeld en wel met een apriorisme dat wemelt
van ketterijen. Deze mensen zijn wel te beklagen. De Apostel zegt van hen:
"Al hun denken is op niets uitgelopen ... Zij beweerden wijs te zijn
maar werden dwazen" (Rom. 1:21-22). Zij roepen echter ook
verontwaardiging op omdat zij de Kerk verwijten de gegevens zo door elkaar te
werpen en te schikken dat ze in haar voordeel spreken. Zij dichten aan de Kerk
toe wat hun geweten aan hen zelf met de grootste klaarheid verwijt.
Hun methode toegepast op de Heilige Schrift
Uit deze over tijdvakken verdeelde documenten
volgt van zelf dat de H. Boeken niet aan de auteurs kunnen worden
toegeschreven, aan welke dat in feite gedaan wordt. Daarom aarzelen modernisten niet om steeds te
verzekeren dat deze boeken, vooral de Pentateuch en de synoptische Evangeliën,
uit een aanvankelijk kort verhaal zijn gegroeid door geleidelijke toevoegsels
in de vorm van aanvullende verklaringen van theologische of allegorische aard
of simpelweg door verbindingen tussen de verschillende delen. Om het kort en
duidelijk te zeggen: Wij moeten een vitale evolutie van Heilige
boeken aannemen, voortgekomen uit de evolutie van het geloof en daarmee in
overeenstemming.
Zij beweren dat de sporen van
deze evolutie zo duidelijk zijn dat men er bijna een geschiedenis van zou
kunnen schrijven. Zij doen dat dan ook inderdaad met zoveel overtuiging, dat
men zou menen dat zij zelf met eigen ogen de schrijvers bezig gezien hebben bij
hun werk van de uitbreiding van de Heilige Boeken in de verschillende
tijdperken.
Om dit te bevestigen roepen zij
wat wij noemen de "tekstkritiek" ter hulp. Zij trachten
duidelijk te maken dat een of ander feit of gezegde niet op de goede plaats
staat. Zij gebruiken meer van dergelijke redeneringen. Men zou zeggen dat zij
zich een bepaalde trant van verhalen of spreken hebben eigen gemaakt, waaruit
zij met grote zekerheid oordelen wat op de goede en wat op de verkeerde plaats
staat.
Hoe zij op deze wijze mensen vinden die het begrijpen: Oordele wie kan! Maar
wie hen zo met kennis van zaken over de Heilige Boeken hoort redeneren, waarin
het hun gegeven is zoveel onjuistheden te ontdekken, zal wel denken dat voor
hen niemand de Heilige Boeken heeft ingezien. Men zou kunnen vergeten dat
een groot aantal zeer geleerde exegeten met een veel groter inzicht,
geleerdheid en Heiligheid dan zij de Heilige Boeken op alle mogelijke wijzen
hebben bestudeerd. Bij deze uiterst competente geleerden kwam het niet op om
misprijzend over een of ander deel van de H. Schrift te oordelen. Integendeel:
Naarmate zij dieper inzicht kregen in de Schrift, des te grotere dank brachten
zij aan God, omdat Hij zich gewaardigd had zo tot mensen te spreken.
Het is wel spijtig: Die geleerden hadden niet dezelfde hulpmiddelen als de
modernisten. Zij hadden geen godloochenende filosofie als lerares en
leidsvrouwe en zij stelden zich ook niet zelf aan als norm om te oordelen.
Het gevaar van de richting
Wij menen hiermee duidelijk
gemaakt te hebben welke methodiek modernisten volgen op geschiedkundig gebied.
De filosoof gaat voorop, de historicus vangt hem op, daarna leren ze volgens
schema wat de tekstkritiek zegt. En omdat de twee oorzaken hun kracht putten
uit de gevolgen van de eerste oorzaak is het duidelijk dat een dergelijke
kritiek niet zo maar een kritiek is zonder meer. Zij wordt terecht een agnostische
immanentistische en evolutionistische kritiek
genoemd. En als iemand een dergelijke kritiek onderschrijft en daar gebruik van
maakt, geeft hij blijk ook haar dwalingen te volgen en stelt hij zich op tegen
de Katholieke leer.
Daarom kan het zeer verwonderlijk
schijnen, dat zich ook bij Katholieken van onze tijd dit soort kritiek zo sterk
doet gelden. Hiervoor bestaat een dubbele oorzaak; daar is vooreerst de nauwe
band tussen historici en critici. Hier wordt niet gelet op nationale en
godsdienstige verschillen. Vervolgens hebben wij te doen met een verregaande
aanmatiging. Als iemand naar hun leer handelt wordt hij door de overigen hoog
geprezen en wordt hij voor een bevorderaar van de wetenschap gehouden. Maar als
iemand zijn bezorgdheid over dat nieuwe laat blijken, wordt hij in gesloten
gelederen aangevallen. En als iemand die leer durft te ontkennen wordt hij van
onwetendheid beschuldigd. Maar een voorstander wordt uitermate geprezen. In dat
laten velen zich afschrikken, die als zij de zaak eens wat nader onderzochten,
zich zouden distantiëren. Uit deze overweldigende arrogantie der dwaalleraren
en de niet-nadenkende aanhang van oppervlakkige lieden ontstaat een zekere
bedorven atmosfeer die alles doordringt en de besmetting verspreidt. Gaan we nu
echter over tot de apologetiek.
Noot: Apologetiek: De christelijke apologetiek
verdedigt de leer die uit de natuur en de Schrift verkregen zou
kunnen worden. Het wil een aanvulling, bevestiging van de kennis van God uit
de Schrift vormen.Apologetiek is
het verdedigen van levensbeschouwelijke, vaak religieuze, standpunten door
middel van redenering. Apologetiek kan naast de verdediging van het geloof
ook de theologische onderbouwing aanduiden van geloofsverdediging en
de geschriften waarin geloofsverdediging voorkomt.
De modernistische apologetiek
Haar afhankelijkheid van de modernistische wijsbegeerte
Ook de apologeet is bij de
modernisten op tweevoudige wijze afhankelijk van de filosoof. Vooreerst indirect:
Hij ontleent zijn stof aan de historicus, waarvan, zoals wij gezien hebben, de
filosoof de richtlijnen bepaalde. Direct: Hier bestaat
afhankelijkheid daarin dat de apologeet van de filosoof diens dogma's en
uitspraken ontvangt. Daarom is in de modernistische school de stelling van kracht:
de nieuwe apologie moet de godsdienstige controversen oplossen door historisch
en psychologisch onderzoek. Derhalve beginnen de modernistische apologeten hun
werk met een waarschuwing aan de rationalisten: Zij verdedigen de godsdienst
niet met een beroep op de Schriftuur, ook niet door argumenten te ontlenen aan
de gebruikelijke kerkhistorische stukken die in de oude trant geschreven zijn, maar
overeenkomstig de "ware" geschiedenis en volgens de moderne
richtlijnen, naar de moderne methode opgesteld. Zij doen dat niet omdat zij
zich naar hun tegenstander willen richten, maar omdat zij
overtuigd zijn dat deze geschiedenis alleen de waarheid weergeeft. Bij het
schrijven van wat zij betogen zijn zij zich van hun eerlijkheid bewust. Bij de
rationalisten zijn zij bekend. Onder hun vaandel strijdend hebben zij hun
sporen verdiend en oogsten hun lof. Een waar Katholiek zou die lof afwijzen,
maar zij achten zich daarmee gelukkig en stellen hem tegenover de berispingen
van de Kerk.
Haar methodes
Laten we eens zien hoe iemand van
hen de apologetiek samenstelt. Het doel wat hij zich voorstelt te bereiken is
dit: Een mens die nog zonder geloof is moet ertoe gebracht worden om dit geloof
te verkrijgen uit de ervaring van de Katholieke godsdienst.
Deze godsdienst is, naar zij leren, het enige fundament voor het geloof. Om
daartoe te komen ligt een dubbele weg open: een objectieve en
een subjectieve.
1. De objectieve methode
Wat wordt aangetoond
De objectieve is afkomstig van het agnosticisme. Hier tracht men duidelijk te
maken dat in een godsdienst, speciaal de Katholieke, een vitale kracht aanwezig
is die de psycholoog en de historicus van goede wil tot de overtuiging brengt
dat het niet anders kan of er moet in de geschiedenis iets verborgen liggen
dat onbekend is. Om dit aan te tonen is het noodzakelijk in te
zien dat de huidige Katholieke godsdienst precies dezelfde is welke Christus
gesticht heeft.
Zij is evenwel niets anders dan de geleidelijke ontwikkeling van de
oorspronkelijke kiem welke Christus gelegd heeft. Men moet dus eerst
vaststellen hoedanig deze kiem was. Zij willen dat in de volgende termen doen: Christus
heeft de komst van het Rijk Gods aangekondigd. Dit Rijk zou spoedig komen. Hij
zou daarvan de Messias zijn, nl. de stichter en inrichter door God daartoe
aangesteld. Daarna moet uiteengezet worden hoe deze kiem, altijd innerlijk (immanens)
en blijvend (permanens) bij de Katholieke godsdienst aanwezig is, zich
geleidelijk in de loop der geschiedenis ontwikkeld heeft en aangepast werd aan
de veranderende omstandigheden, waaruit hij met vitale kracht opnam wat nuttig
was voor de doctrinaire, de cultische en de kerkelijke vormen. Als zich
moeilijkheden voordeden konden deze worden uit de weg geruimd, tegenstanders
werden uitgeschakeld. De godsdienst hield zich staande bij alle tegenwerking en
vervolging. Bij het opruimen van al deze hindernissen, te weten: tegenstanders,
vervolging, strijd, bleven het leven en de vruchtbaarheid der Kerk bestaan
terwijl daarbij de evolutiewet en het verloop der geschiedenis onaangetast
bleven. Dit alles kan toch niet voldoende duidelijk zijn door een
geschiedkundige verklaring alleen. Een "onbekende" factor moet
aanwezig zijn. Hij dient zichzelf aan.
Aldus deze apologeten. Bij deze redenering zien zij een kapitaal punt over het
hoofd: De ontwikkeling van de aanvankelijke kiem wordt uitsluitend verklaard
met het apriorisme van de agnostische en evolutionistische
filosofie. De kiem zelf beschrijven zij naar willekeur, zoals het in hun
stelsel van pas komt.
Wat wordt toegegeven aan de rationalistische
kritiek op de leer van de Kerk en op de Heilige Schrift
Terwijl de nieuwe apologeten met de aangehaalde argumenten het Katholieke
trachten aanvaardbaar en overtuigend te maken, geven zij grif toe, dat daarin
veel te vinden is wat aanstoot geeft. Met niet verborgen genoegen zeggen zij
openlijk dat in dogmatische stellingen dwalingen en tegenspraken voorkomen.
Zij voegen daar echter aan toe, dat hiervoor niet alleen verontschuldigingen
aan te voeren zijn, maar dat deze toch terecht en wettig zijn uitgesproken. Zo
staan er volgens hen ook in de Heilige boeken nogal veel wetenschappelijke en
historische dwalingen. Maar, zeggen zij, in die boeken gaat het ook niet over
wetenschappelijke en historische vraagstukken, maar alleen over godsdienst en
zeden. De wetenschap en geschiedenis zijn daar alleen maar een soort kleed,
waarin de godsdienstige en zedelijke vraagstukken gehuld zijn.
Zo kunnen zij
gemakkelijker ingang vinden. Als een volmaaktere wetenschap of geschiedenis
aanwezig was, zou het volk er niets van begrijpen en zouden deze wetenschap en
geschiedenis veeleer tot nadeel dan tot voordeel strekken. Daar voegen zij nog
aan toe dat de Heilige boeken, van nature godsdienstig, ook noodzakelijk levend
zijn. Maar aan dit leven komt een eigen waarheid en logica toe die anders is
dan de waarheid en de logica van het verstand. De waarheid en de logica van het
leven behoren tot een heel andere orde: een waarheid van vergelijking en
verhouding (volgens hen) met het levensmilieu en het
levensdoel. Tenslotte gaan zij zover dat zij zonder enige restrictie beweren
dat alles wat uit het leven verklaard wordt waar is en ook rechtmatig.
Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (2)
De modernistische theologie
1. De beginselen
Immanentie en symbolisme: Hier
nu wordt ons de toegang vrijgemaakt om de modernisten in het theologisch
strijdperk gade te slaan. Het is een kwalijke zaak. Wij zullen het echter kort
maken. De bedoeling is derhalve om geloof en wetenschap met elkaar in
overeenstemming te brengen. Maar dat moet zo zijn dat het geloof ondergeschikt
blijft aan de wetenschap. Maar over het algemeen maakt de modernistische
theoloog gebruik van dezelfde beginselen, ook gehanteerd worden door de
wijsgeer. De theoloog maakt ze pasklaar voor de gelovige. Het gaat, zeiden Wij,
over de beginselen van "immanentie" en "symbolisme". Deze
zaak wordt heel eenvoudig verklaard. Door de filosoof wordt geleerd dat het
geloofsbeginsel immanent of innerlijk is. De gelovige voegt daaraan toe dat God
zelf dit beginsel is. Dit houdt in dat God innerlijk is voor de mens. Dat is de
theologische immanentie. En verder; voor de wijsgeer staat het vast dat de
voorstellingen van het geloofsvoorwerp enkel en alleen symbolen zijn. Voor de
gelovige staat het eveneens vast dat God door zichzelf het voorwerp is van het
geloof. De theoloog vat het aldus samen: De voorstellingen van de Goddelijke realiteit
zijn symbolen. Vandaar de naam "theologisch symbolisme".
Dit zijn zeker heel grote dwalingen. Hoe uiterst verderfelijk deze dwalingen
zijn zal duidelijk worden als men de gevolgen daarvan gaat inzien.
Beginnen we met het
"symbolisme": Met betrekking tot het geloofsvoorwerp zijn het
voorstellingen van goddelijke symbolen, maar ten opzichte van de gelovigen zijn
het instrumenten. De gelovige moet dus allereerst, zeggen zij, er goed voor
zorgen, dat hij zich niet al te zeer vastklampt aan de formulering (dogma) als
zodanig. Deze dient alleen om te komen tot het aanvaarden van de absolute
waarheid, welke door de formulering ontsluierd maar tevens bedekt wordt. De
formulering tracht de absolute waarheid te ontsluieren, maar zal daar nooit in
slagen. De modernisten voegen daar bovendien aan toe dat de gelovige gebruik
moet maken van de formuleringen naar gelang het van pas komt. Zij zijn immers
gegeven als een hulpmiddel en niet als een hinderpaal. Maar de eerbied welke
aan de formuleringen gegeven wordt mag niet wegvallen vanwege hun sociaal
karakter, aangezien het openbaar leergezag ze geschikt bevonden heeft om het
gemeenschappelijk bewustzijn te verwoorden, tenminste zolang dit leergezag er
niet anders over gaat denken.
Het is moeilijk te beoordelen wat
de modernisten nu feitelijk bedoelen met "immanentie". De meningen
hierover lopen nogal uiteen. Sommigen zien daarin dat de handelende God inniger
tegenwoordig is dan de mens in zichzelf. Wel verstaan is dit onberispelijk.
Anderen zeggen dat Gods activiteit als eerste oorzaak samenvalt met die van de
natuur als tweede oorzaak. Deze opvatting sluit een bovennatuurlijke orde uit.
Anderen weer geven een verklaring die een pantheïstische uitleg doet vermoeden.
Dit strookt ook beter met hun andere leerstellingen.
Noot: Pantheïsme is een levensbeschouwing die
ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en
alomvattend; universa, natuur en God zijn identiek. Pantheïsten geloven dus
niet in een persoonlijke of antropomorfe god. In de meest strikte zin
betekent het: gelijkstelling van God aan de wereld en al het bestaande. In elk
van zijn verschijningsvormen is het dus monistisch, al is monisme daarom
niet steeds pantheïsme.
Pantheïsme werd populair in de moderne tijd
vanwege het theologische en filosofisch werk van de 17de-eeuwse filosoof Baruch
Spinoza, wiens Ethica (1678) een antwoord was op René Descartes'
beroemde dualistische theorie dat het lichaam en de geest zijn te
scheiden. Spinoza had de opvatting dat geest en stof één zijn, en beide attributen zijn
van een oorspronkelijke substantie, God.
In het pantheïsme is er geen grens tussen het
goddelijke en het natuurlijke. In plaats van transcendentie te
bezitten - los van alles - bevindt god zich in alles (immanentie). Volgens het
pantheïsme kan men zich god niet persoonlijk indenken. Elk object én elk
subject is in wezen goddelijk. Pantheïsme verschilt bijgevolg op twee belangrijke
punten van de theïstische opvatting:
Pantheïsten
ontkennen meestal het bestaan van een "persoonlijke" God, een
wezen dat de karakteristieke eigenschappen van een 'persoon' bezit, zoals
de mogelijkheid om beslissingen te nemen.
Pantheïsten
ontkennen dat wat ze bedoelen met God volledig transcendent is: zij
ontkennen dat God "totaal anders" is dan de wereld. God en de
wereld zijn bij hen niet 'ontologisch onderscheiden'.
De Goddelijke permanentie: Aan
de "immanentieleer" voegen zij nog iets toe waardoor men kan spreken
van een "goddelijke permanentie". Immanentie en permanentie
verschillen ongeveer van elkaar zoals een individuele ervaring verschilt van
een door de traditie overgeleverde ervaring. Een voorbeeld zal het duidelijk
maken. Het is ontleend aan de Kerk en de Sacramenten. Dat de Kerk door Christus
zelf gesticht is en ook de Sacramenten door Hemzelf zijn ingesteld is niet aan
te nemen, zeggen zij. Het agnosticisme kan dat niet aanvaarden, het ziet in
Christus niets anders dan een mens, wiens godsdienstig bewustzijn, zoals dat
van andere mensen, geleidelijk aan gevormd werd. Ook de wet van de immanentie
kan dat niet aannemen. Naar hun zeggen staat deze wet geen van buiten komende
bijvoegsels toe. Ook de evolutiewet kan daar geen geloof aan hechten: voor de
ontwikkeling van de kiem is tijd nodig en een bepaalde reeks veronderstelt
opeenvolging van bijkomstigheden. Tenslotte moet ook de geschiedenis hier een
afwijzende houding aannemen. Zij laat zien dat de dingen inderdaad zo verlopen
zijn. Maar men moet vasthouden dat de Kerk en de Sacramenten
"middellijk" door Christus zijn gesticht en ingesteld.
Hoe is dat zo?
Zij beweren dat het Christelijk bewustzijn van allen in zekere zin ligt
opgesloten in het bewustzijn van Christus, zoals de plant virtueel ligt
opgesloten in het zaad. Daar nu de spruiten hetzelfde leven leiden als het zaad
of de kiem, zo moet men ook zeggen dat alle Christenen het leven van Christus
beleven. Maar het leven van Christus is volgens het geloof goddelijk. Het leven
der Christenen is dat dus ook. Als nu in de loop der tijden dit leven het
ontstaan gegeven heeft aan de Kerk en aan de Sacramenten, dan kan men ook met
het volste recht zeggen dat dit begin in Christus zijn oorsprong heeft en
goddelijk is. Op gelijke wijze beweren zij dat de H. Schrift en de dogma's
goddelijk zijn. Dit is zo ongeveer de samenvatting van de theologie der
modernisten. Hun bagage is zeker niet groot. Er is evenwel ruimschoots
voldoende voor hem die belijdt dat men altijd moet gehoorzamen aan de
wetenschap, wat deze ook voorschrijft. De toepassing van dit alles op wat wij
nog zullen zeggen zal iedereen wel gemakkelijk kunnen vatten.
2. Opvattingen omtrent bepaalde punten
Tot nu toe ging het over de
oorsprong en het wezen van het geloof. Het geloof heeft echter vele loten. De
voornaamste zijn de Kerk, de dogma's, de eredienst, godsdienstoefeningen en
boeken die wij Heilig noemen. Wij moeten nu onderzoeken hoe de modernisten daarover
denken.
Het dogma
Beginnen wij bij het dogma. Over
de oorsprong en het wezen daarvan werd reeds gesproken . Het
komt voort uit een zekere impuls of noodzaak. Dit brengt de gelovige tot
nadenken om daardoor zijn eigen bewustzijn en dat van anderen nog meer te
verhelderen. Dit werk bestaat in een nauwkeurig onderzoek en het vaststellen
van de rudimentaire formuleringen. Dit geschiedt door het verstand, maar niet
op de wijze van een logische uiteenzetting, maar naar de aanwezige
omstandigheden, of, zoals zij niet duidelijk zeggen "op vitale
wijze". Zo komt het dat de primaire formuleringen geleidelijk aan
evolueren tot secundaire formuleringen. Deze worden dan tot één geheel
geordend of tot een bouwwerk van lering samen gevoegd. Als dit nu door het openbaar
leergezag is aanvaard als zijnde in overeenstemming met het algemeen
bewustzijn, dan heten die formuleringen dogma's. Een en ander moet wél
onderscheiden worden van de bespiegelingen der theologen. Hun overpeinzingen, hoewel
verstoken van dogmatisch leven, zijn toch niet helemaal nutteloos. Ze kunnen
dienen om godsdienst en wetenschap met elkaar in overeenstemming te brengen en
tegenstellingen tussen beide weg te nemen. Ook kunnen zij van buiten af een
licht werpen op de godsdienst en zijn in staat deze te verdedigen. Zij kunnen
misschien ook wel dienstig zijn om de stof te verzamelen en gereed te maken
voor een toekomstig dogma.
De eredienst
Over de eredienst zou niet veel
te zeggen zijn, ware het niet dat ook de Sacramenten daaronder vallen. Over
de Sacramenten verspreiden de modernisten zeer grote dwalingen. Zij beweren dat
de eredienst voortkomt uit een dubbele drang of noodzaak. Volgens hun systeem
komt immers alles voort uit innerlijke drang. Men voelt vooreerst de
behoefte om de godsdienst zintuiglijk waarneembaar te maken; vervolgens ook om
hem bekend te maken. Dit kan echter in het geheel niet plaats vinden zonder
uiterlijk waarneembare vormen en Heiligmakende handelingen. Dit noemen we dan
Sacramenten. Voor de modernisten zijn de Sacramenten louter symbolen of
tekenen. Zij zijn echter niet helemaal verstoken van kracht. Om deze kracht
aan te tonen gebruiken zij het voorbeeld van bepaalde uitdrukkingen, die, naar
men zegt, wel eens succes hebben omdat in die uitdrukkingen de (suggestieve)
kracht zit om sommige denkbeelden te propageren. Dit geschiedt vooral als de
uitdrukkingen een zeker machtsvertoon inhouden en zo spreken tot de
verbeelding. Zoals deze termen zich verhouden tot denkbeelden, zo zijn ook de
Sacramenten geordend op het godsdienstig aanvoelen. Verder niets. Zij zouden
het veel duidelijker kunnen zeggen door vol te houden dat de Sacramenten enkel
en alleen zijn ingesteld om het geloof te voeden. Dit is echter
veroordeeld door het Concilie van Trente : "Indien iemand
zegt dat de Sacramenten alleen zijn ingesteld om het geloof te voeden, hij, zij
in de ban"
De Heilige boeken en de inspiratie
Wij hebben reeds iets gezegd over
de natuur en de oorsprong van de Heilige Boeken. In de trant der modernisten
zou men deze kunnen omschrijven als een verzameling van
"ervaringen", die niet door iedereen worden opgedaan, maar van
buitengewone en uitzonderlijke ervaringen, die in elke godsdienst hebben plaats
gevonden. Zo denken de modernisten over onze boeken, zowel van het Oude-
als van het Nieuwe Testament. In hun denkbeelden merken zij echter zeer
geslepen op: Ofschoon de ervaring ligt in de tegenwoordige tijd kan ze haar
stof toch ontlenen aan het verleden alsook aan de toekomst, in zover de
gelovige het verleden door herinnering in het tegenwoordige beleeft en het
toekomstige door vooruit te zien. Dit verklaart dan tevens hoe historische en
apocalyptische boeken tot de H. Schrift kunnen behoren. Zo spreekt God dus
in deze boeken door een gelovige, maar volgens de theologen van de modernisten
alleen door "immanentie" en door "vitale permanentie".
Nu vragen we: Wat is dan de
inspiratie? Hun antwoord is: De inspiratie is geenszins onderscheiden van de
drang naar het godsdienstige, tenzij wellicht door de hevigheid ervan,
waardoor de gelovige aangezet wordt om zijn geloof in woord en geschrift
kenbaar te maken. Iets dergelijks vindt men ook in de dichterlijke inspiratie.
De dichter Ovidius heeft daarvan gezegd: "Er is een god in ons; als deze
werkzaam is raken wij in gloed". Op deze wijze noemt men God het
begin der inspiratie van de Heilige Boeken.
Overigens, zo voegen de modernisten daaraan toe, staat er niets in de H. Schrift
wat niet onder de inspiratie valt. Daar zij dit bevestigen zou men hen
rechtzinniger kunnen achten dan hedendaagse andere auteurs die de inspiratie
willen beperken omdat zij bv. niet uitgesproken citaten invoeren.
Maar wat de modernisten feitelijk zeggen zijn alleen loze woorden en veinzerij.
Want als wij de Bijbel beoordelen naar agnostische maatstaven als een alleen
door mensen en voor mensen geschreven werk, al heeft ook de theoloog het
recht de Schrift door "immanentie" goddelijk te noemen, hoe
kan de inspiratie dan nog beperkt worden? De modernisten nemen dus een algemene
inspiratie van de Bijbel aan, maar zij doen dat niet in Katholieke zin.
De Kerk
Oorsprong en wezen van de Kerk en van het Kerkelijk
leergezag: De modernisten geven
ons meer stof ter overweging in wat zij fantaseren over de Kerk. Zij stellen
dat de Kerk uit een tweevoudige behoefte is ontstaan.
1 De ene is te zoeken bij alle
gelovigen en dan vooral bij hem die een oorspronkelijke en bijzondere
ervaring heeft opgedaan. Het is een drang om zijn geloof aan anderen
mede te delen.
2 De tweede behoefte ontstaat als
meerderen eenzelfde gemeenschappelijk geloof hebben en samen ertoe overgaan
een gemeenschap te vormen en daarin het algemeen geloofsgoed
verdedigen, het uitbreiden en verder willen propageren.
Wat is dan de Kerk?
Zij is de vrucht van het collectief bewustzijn of van het bij
elkaar voegen van het bewustzijn van ieder afzonderlijk. Dit alles heeft nu
weer plaats krachtens de "vitale permanentie", welke
afhankelijk is van een eerste gelovige. Voor een Katholiek is dat Christus.
Nu heeft elke gemeenschap een leidend gezag nodig dat tot taak heeft allen te
leiden naar een gemeenschappelijk doel en met wijs beleid de samengebrachte
elementen te beschutten. In een godsdienstige gemeenschap bestaan deze in de
leer en in de eredienst. Daar vandaan vinden wij in de Katholieke Kerk: een
wetgevend gezag, een leerstellig gezag en een gezag voor de eredienst.
De natuur van dit gezag is te
zoeken in zijn oorsprong en uit dit karakter van het gezag komen dan de rechten
en plichten te voorschijn. In het verleden dacht men algemeen ten onrechte dat
het gezag van buitenaf aan de Kerk gegeven was: God schonk dit gezag
onmiddellijk. Daarom werd de Kerk dan ook "autocratisch"
genoemd. In onze tijd wordt dat niet meer aanvaard. Precies zoals de Kerk, naar
hun zeggen, voortgekomen is uit een collectief bewustzijn, zo vloeit ook het
gezag voort uit de collectieve gemeenschap die de Kerk is. Het gezag heeft
derhalve, evenals de Kerk, zijn oorsprong in het godsdienstig bewustzijn en is
dus daaraan ook ondergeschikt. (Noot: dat Christus Zijn Kerk gebouwd heeft op
Petrus, de allereerste Paus, klinkt voor modernisten als gevloek.)
Wanneer het gezag deze afhankelijkheid
miskent, dan wordt het tirannie. Wij leven nu in een tijd waarin de zucht naar
vrijheid tot een hoogtepunt is uitgegroeid. In de burgerlijke maatschappij
heeft het algemeen bewustzijn een democratisch bestel in het leven geroepen.
Maar leven en bewustzijn vormen in de mens een eenheid. Wil men dus in dit
bewustzijn geen innerlijke onrust oproepen en aanwakkeren, dan is het voor het Kerkelijk
gezag noodzakelijk om democratische vormen aan te nemen. Dit vooral omdat bij
gebreke daarvan de gevolgen rampzalig zijn. Het zou toch onzinnig zijn om bij
deze algemeen heersende zin voor vrijheid te menen dat men de tijd weer terug
zou kunnen draaien. Als men deze zin voor vrijheid aan banden zou willen leggen
en opsluiten zou hij met te meer kracht een weg naar buiten banen en Kerk en
godsdienst wegvagen. Aldus redeneren de modernisten. Daarom zoeken zij uit
alle kracht naar mogelijkheden om het gezag van de Kerk met de vrijheidszin van
de gelovigen te verzoenen. (Noot: zolang de mens niet beseft dat alleen in God
de ware vrijheid ligt, en niet door zijn eigen opinie over vrijheid, zal hij
blijven dwalen in slavernij van de duivel.)
De betrekkingen tussen Kerk en staat: De Kerk heeft niet alleen binnen haar muren
huisgenoten waarmee zij gemeenschappelijk moet leven in vriendschap. Buiten de
Kerk zijn ook nog mensen. Niet de Kerk alleen bewoont de wereld: er zijn ook
medebewoners in de vorm van andere gemeenschappen waarmee omgang en
betrekkingen noodzakelijk zijn. Wij moeten dus vaststellen welke de rechten en
plichten zijn van de Kerk ten overstaan van de staten. Wij moeten daarbij
uitgaan van het wezen der Kerk. Een ander uitgangspunt is er niet. Zo denken
tenminste de modernisten. (Noot: de modernisten zien alleen een scheiding
tussen Kerk en staat zitten. En een suprematie van de staat over de Kerk,
waarbij Gods eeuwige Geboden het zwijgen moet worden opgelegd.)
Zij maken hier weer duidelijk
gebruik van de regels die voor de wetenschap en het geloof worden gehanteerd.
Daar ging het over het voorwerp van beide; hier echter over de doelstellingen.
Zoals we omwille van het voorwerp geloof en wetenschap als losstaande van
elkaar gezien hebben: zo staan ook Kerk en staat los van elkaar wegens de doelstellingen
die zij nastreven. De staat streeft naar een tijdelijk, de Kerk naar een
geestelijk doel. Vroeger was het tijdelijke ondergeschikt aan het geestelijke
(Noot: en eeuwige). Bij gemengde vraagstukken trad de Kerk op
als meesteres en koningin omdat werd aangenomen dat zij rechtstreeks door God
was ingesteld, de bewerker van de bovennatuurlijke orde. In onze tijd wordt dat
echter door wijsgeren en historici afgewezen. Kerk en staat moeten dus van
elkaar gescheiden worden, zoals de Katholiek van de staatsburger. Daarom heeft
ieder Katholiek, omdat hij ook staatsburger is, het recht en de plicht om het
welzijn van de staat te bevorderen, eventueel met afwijzing van het Kerkelijk
gezag, van de wensen van dit gezag, van raadgevingen en voorschriften, zelfs
met minachting van berispingen. Onder welk voorwendsel dan ook aan een
staatsburger een gedragslijn te willen voorschrijven is Kerkelijk
machtsmisbruik, waartegen men zo sterk mogelijk dient op te treden.
Dit alles vloeit uit dezelfde opvattingen voort, welke onze voorganger, Pius
VI, in de Apostolische Constitutie "Auctorem fidei - Errores Synodi
Pisoriensis " plechtig veroordeeld heeft.
Het kerkelijk bestuursgezag: Voor de modernistische richting is het echter niet
genoeg Kerk en staat van elkaar te scheiden. Zoals het geloof, volgens hen, wat
de verschijnselen aangaat onderworpen moet zijn aan de natuurwetenschap, zo
moet ook in goddelijke aangelegenheden de Kerk onderworpen zijn aan de staat.
Het is mogelijk dat dit nog niet zo sterk door hen openlijk beweerd wordt, maar
krachtens hun redeneringen moeten zij het wel aannemen. Neemt men aan dat
alleen de staat in tijdelijke zaken te beslissen heeft, dan moet bv. de
toediening en het ontvangen van de Sacramenten onder de competentie van de
staat vallen als de gelovige niet tevreden is met alleen innerlijke
godsdienstige akten en deze daarom ook met uiterlijke daden wil tonen. Dit moet
dan noodzakelijk tot de staatsbevoegdheid behoren. (Noot: in de coronacrisis
was het de staat die ging beslissen wat er met de uitreiking van de H. Communie
ging gebeuren en hoe het ging gebeuren. Priesters moesten met handschoenen de
Hosties consacreren.) En waar blijft dan het Kerkelijk gezag? Daar dit gezag
niet verder gaat dan uiterlijke daden is het in zijn gehele omvang onderworpen
aan de staat. Door deze conclusie gedwongen, hebben veel vrijzinnig
protestanten elke uiterlijke eredienst, zelfs elke uiterlijke
kerkelijke groepering afgewezen. Zij trachten een individuele godsdienst in te
voeren.
Als de modernisten niet openlijk zover gaan vragen zij toch dat de Kerk uit
eigen beweging toegeeft aan wat zij verlangen en zich aanpast aan de civiele
vormen. Dit is hun opvatting van het disciplinaire- of bestuursgezag.
Het kerkelijk leergezag: Wat zij houden over het leer- en dogmatisch
gezag is nog veel erger en verderfelijker. Het leergezag verklaren zij
als volgt: Een godsdienstige gemeenschap kan nooit tot eenheid worden als daar
niet het gemeenschappelijk bewustzijn is en niet dezelfde formulering gebruikt
wordt. Deze dubbele eenheid vraagt echter een eenheid van denken. Deze moet de
formulering vinden en vaststellen welke het beste met de opvattingen van allen
overeenstemt. Dit verstandelijk inzicht moet ook voldoende gezag hebben om de
eenmaal aangenomen formule op te leggen aan de gemeenschap. Het Kerkelijk
leergezag is naar modernistische opvatting nu niets anders als de verbinding en
de samensmelting van deze twee elementen: 1. het verstand dat de formule
opstelt en 2. de macht om deze dwingend te doen aanvaarden.
Omdat het leergezag primair dus
voortkomt uit het individuele bewustzijn en de openbare taak ten voordele van
het bewustzijn van ieder afzonderlijk vervult, moet daaruit wel volgen dat het
leergezag afhankelijk is van het individuele bewustzijn en zich dus ook naar
democratische vormen te voegen heeft. Als het leergezag nu aan het individuele
bewustzijn verbiedt om van eigen drang openlijk te getuigen en aan de kritiek
belet het dogma tot noodzakelijke evoluering te brengen, dan doet het leergezag
verkeerd en maakt een tiranniek gebruik van zijn macht, die het ontvangen had
voor het algemeen belang.
Bij het gebruik van die macht moet ook grote gematigdheid in acht worden
genomen. Het grenst aan dwingelandij het geschrift van een auteur buiten diens
weten zonder verklaring of bespreking met hem toe te laten, te veroordelen en
te verbieden (volgens modernisten). Hier moet men (volgens hen) dus zoeken naar
een middenweg om de rechten van het gezag en ook de vrijheid te waarborgen. Een
Katholiek moet intussen zo handelen dat hij in het openbaar het gezag
eerbiedigt zonder echter zijn eigen zienswijze te moeten prijsgeven.
In het algemeen schrijven zij aan de Kerk voor: Aangezien het doel van het Kerkelijk
gezag uitsluitend geestelijk is, moet het alle uiterlijk vertoon van praal en
pronk afleggen, waardoor het zijn zelfverheerlijking dient. Zij vergeten hier
echter dat de religie, al heeft deze allereerst betrekking op het heil der
zielen,toch niet heel en al in de ziel besloten blijft en dat de eer
welke aan het Kerkelijk gezag bewezen wordt, uiteindelijk alleen toekomt en
bewezen wordt aan Christus, die dit gezag heeft ingesteld. (Noot: Het feit
dat Christus Koning is, is voor modernisten een gruwel.)
3. De ontwikkeling
Het beginsel en zijn toepassingen
Om dit onderwerp over het geloof
en wat daaruit voortvloeit te besluiten, moeten Wij, nog nagaan welke
verklaring de modernisten hieromtrent brengen. Hun algemeen beginsel in deze
is: In een levende godsdienst is niets onveranderlijk en deze moet
daarom veranderlijk zijn. Als men hiervan uitgaat komt men tot wat men wel het
hoofdpunt van heel hun stelsel kan beschouwen: "De evolutie". Dogma,
Kerk, eredienst, Heilige boeken, ja ook het geloof, dat alles is onderworpen
aan de wet der evolutie, tenzij men aanneemt dat alles in een staat van
ontbinding verkeert. Dat kan niet verwonderlijk schijnen als men voor ogen
houdt wat modernisten over al deze dingen beweren.
Aangenomen dat de wet der
evolutie juist is, dan geven de modernisten het verloop van deze evolutie als
volgt weer; vooreerst wat het geloof betreft. Volgens hun leer was het geloof
aanvankelijk grof van vorm. Het was gemeenschappelijk aan alle mensen daar
deze geloofsvorm ontsproot aan de menselijke natuur en aan het leven zelf.
(Noot: zie het artikel hieronder over de gave van geloof) Met de
levensontwikkeling kwam de vooruitgang. Dit gebeurde niet door bijvoegsels die
van buiten gekomen zouden zijn, maar doordat het godsdienstig aanvoelen sterker
naar voren kwam in het bewustzijn. Deze evolutie voltrok zich op tweevoudige
wijze: Negatief, door uitsluiting van alle vreemde elementen, zoals
verwantschap en stamgebruiken. Verder positief: De grotere
verstandelijke ontwikkeling en cultuur gaven aan het godsbegrip een bredere
inhoud en brachten meer licht in het godsdienstig aanvoelen dat
hierdoor meer verfijnd werd.
De gave van geloof
Eén van de geestelijke gaven die
we gisteren tegenkwamen in 1 Korintiërs 12 is de gave van geloof. Deze
onderscheidt zich van de andere vormen van geloof (geloof als vrucht en geloof
waar je uit leeft) doordat het een soevereine, bovennatuurlijke manifestatie
is van de Heilige Geest die door de gelovige heen werkt. De twee
sleutelwoorden zijn soeverein en bovennatuurlijk.
In Matteüs 21 en in Marcus 11
lezen we hoe Jezus met Zijn discipelen bij een vijgenboom komt die langs de weg
staat. Jezus zocht naar vruchten. Toen Hij zag dat de boom alleen maar bladeren
had en geen vruchten, sprak Hij een vloek over de boom uit en zei: Laat
niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! (Mar. 11:14). De
volgende dag, toen ze langs dezelfde boom kwamen, waren de discipelen verbaasd
toen ze zagen dat de boom binnen 24 uur vanaf de wortels verdord was. Rabbi,
kijk, was het commentaar van Petrus, de vijgenboom, die U
vervloekt hebt, is verdord (Mar. 11:21).
Jezus antwoordde: Heb
geloof in God (Mar. 11:22). Dat is althans de gebruikelijke
Nederlandse vertaling. Maar wat Jezus letterlijk zei, was: ,,Heb Gods geloof''
of ,,Heb het geloof van God.'' Deze opmerking brengt het speciale soort geloof
naar voren waar we hier in Korintiërs 12 over spreken, namelijk geloof als
een gave. Geloof heeft zijn oorsprong niet in de mens, maar in
God. Het is een aspect van Gods eigen eeuwige natuur. Door de gave van geloof
legt de Heilige Geest een deel van Gods eigen geloof op een directe en
bovennatuurlijke wijze in de gelovige. Dit is geloof op een Goddelijk niveau,
net zo hoog verheven boven gewoon menselijk geloof, als de hemel verheven is
boven de aarde. Door te zeggen: Heb Gods geloof, wekte Jezus Zijn
discipelen op om dit soort geloof te ontvangen en uit te oefenen, precies zoals
Hij dit Zelf had gedaan. Hij vertelde hun verder dat ze met dit soort geloof
niet alleen zouden kunnen doen wat ze Hem met de vijgenboom hadden zien doen,
maar door het spreken van een woord zouden ze een berg kunnen
verplaatsen: Voorwaar, Ik zeg u: als u geloof had en niet twijfelde,
zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u
tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het
gebeuren (Matt. 21:21).
Overigens sprak Jezus hier in
Matteüs 21:21 niet alleen tegen de daar aanwezige discipelen, want als we
hetzelfde verhaal opslaan in het evangelie van Marcus, hoofdstuk 11:23, dan
lezen we:
Want, voorwaar, Ik
zeg u: wie tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de
zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij
zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt.
Met het woord 'wie' geeft Hij aan
dat deze belofte geldt voor alle gelovigen. Jezus stelt aan
het bereik van deze genadegave van geloof geen grenzen. De uitdrukkingen die
Hij gebruikt omvatten alles en iedereen: er is geen beperking ten aanzien van
de persoon die spreekt, noch aan de woorden die gesproken worden en de dingen
die daardoor zullen gebeuren. Het enige waar het op aankomt, is de aard van het
geloof. Het moet Gods eigen geloof zijn. (derekprince.nl)
Met de evolutie van het geloof
ging het niet anders als met de hierboven beschreven oorsprong van het geloof.
Hierbij doet zich echter ook de invloed gelden van buitengewone mensen, die wij
profeten noemen en waarvan Christus de grootste was. Hun leven had iets
geheimzinnigs en het geloof schreef dit toe aan goddelijke inwerking.
Vervolgens deed men tot dusver onbekende ervaringen op die
aangepast waren aan de eigentijdse behoeften.
De evolutie van het dogma moet
men toeschrijven aan door het geloof te overwinnen tegenstand: vijanden moesten
worden verslagen; tegenspraak moest worden weerlegd. Hieraan is nog toe te
voegen een onaflaatbaar streven om steeds dieper door te dringen in de
mysteries van het geloof. Andere voorbeelden achterwege latend beperken we ons
tot één feit: Christus. Het bepaald goddelijke dat het geloof in Hem zag
groeide geleidelijk meer en meer aan totdat Hij uiteindelijk voor God zelf werd
gehouden.
De evolutie van de eredienst is
vooral het gevolg van de noodzaak zich aan te passen aan de gewoonten en
overleveringen der volkeren. Ook deed zich hier de behoefte gelden om voordeel
te halen uit de waarde welke bepaalde daden krijgen als zij tot gewoonte
geworden zijn.
Voor de evolutie der Kerk moet men de oorzaak uiteindelijk zoeken in de
noodzaak zich aan te passen aan historische omstandigheden en de gegeven vormen
van het burgerlijk bestuur. Zo spreken zij over bepaalde punten.
Vooraleer verder te gaan moeten Wij met nadruk wijzen op hun zogenaamde leer
der "noodwendigheden of behoeften". Bij alles wat Wij
besproken hebben is deze leer als de grondslag en basis en zo ook van de
merkwaardige methode, die door hen de geschiedkundige methode genoemd wordt.
Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (1)
PASCENDI DOMINICI GREGIS
Inleiding
De taak van de Paus: Met de
aan Ons toevertrouwde opdracht de kudde des Heren te weiden bedoelde Christus
op de allereerste plaats, dat Wij het aan de Heiligen overgeleverde geloofsgoed
met de grootste waakzaamheid zouden bewaren met verwerping van profane
nieuwigheden en tegenspraak, die zich onder de valse naam van wetenschap
aandienen. Deze waakzaamheid van de Paus is zeker ten allen tijde voor de Katholieke
gelovigen noodzakelijk geweest: steeds werden op aansteken van de vijand van
het menselijk geslacht mensen gevonden "die verkeerde dingen leren"
(Hand. 20:30), "holle praters en verleiders"(Titus 1:10),
"anderen misleidend blijven ze zelf in dwaling" (2 Tim. 3:13).
Wij moeten echter vaststellen dat het
aantal vijanden van het Kruis van Christus in onze dagen aanzienlijk is
toegenomen. Zij trachten met heel nieuwe en vol sluwheid bedachte middelen de
levende kracht der Kerk uit te schakelen en indien zij konden zouden zij heel
het Rijk van Christus totaal vernietigen. Wij mogen niet langer zwijgen,
willen Wij niet de schijn wekken dat Wij in onze Heiligste opdracht tekort
schieten en de welwillendheid die Wij tot nu toe in de hoop op inkeer betracht
hebben als nalatigheid wordt aangerekend.
Noodzakelijkheid van onmiddellijk en streng
optreden: Dat Wij niet langer mogen dralen is allereerst vereist door
het feit dat de kwaadstichters niet zozeer te zoeken zijn onder de openlijke
vijanden, maar schuilen binnen de
eigen boezem, in de Kerk zelf. Zo zijn zij des te verderfelijker naar
mate zij minder opvallen. Wij spreken
hier over velen onder de Katholieke leken enover een aantal priesters, die onder voorwendsel van liefde voor de
Kerk, zonder een degelijke kennis van filosofie en theologie, maar van
vergiftigde leerstellingen doortrokken, geïndoctrineerd werden door leraren die
de Kerk haten, zich schaamteloos aandienen als vernieuwers van deze Kerk.
In vermetelheid tot één groep aaneengesloten tasten zij de Heiligste zaken aan
in het werk van Christus. Zij laten zelfs de Persoon van de Goddelijke
Verlosser niet ongemoeid en in vermetele Heiligschennis maken zij Hem tot een gewoon mens zonder meer.
Dat Wij zulke lieden als vijanden van de Kerk beschouwen
kan niemand verwonderlijk vinden, indien men kennis neemt van hun wijze van
spreken en van hun leerstellingen. Men late hun bedoeling, waarover het oordeel
alleen aan God toekomt, buiten beschouwing. Het is echter niet naast de
waarheid als iemand hen tot de verderfelijkste vijanden van de Kerk rekent, want
zij handelen niet van buitenaf, maar binnen de Kerk zelf beramen zij haar
vernietiging. Het onheil is daarom des te erger naarmate zij een intiemer
begrip van de Kerk hebben. Zij hanteren niet de bijl tegen de takken en
twijgen, maar tasten de wortel van het geloof aan en de diepste wortelvezels.
Als de wortel van onsterfelijkheid is doorgehakt laten zij de kiemen van
verderf in heel de boom zó doordringen, dat geen enkel deel van de Katholieke
leer nog onaangetast blijft. Zij laten geen enkele waarheid intact. Daarvoor
gebruiken zij duizenden streken; niets is voor hen te sluw of te kwaadaardig.
Zij voegen rationalisme en Katholicisme samen en dat op zon
geslepen manier, dat zij zelfs iedereen als hij niet op zijn hoede is in de
dwaling meeslepen. Zij schrikken voor geen enkele gevolgtrekking terug en
verkondigen deze botweg met de grootste zelfverzekerdheid. Om de geesten nog
des te beter te kunnen misleiden komt daar bovendien bij dat zij zeer actief
optreden, vol belangstelling voor alle vormen van wetenschap en bij hun streven
naar roem meestal een strenge levenswijze betrachten. Zij hebben door hun wetenschap een gesteltenis aangekweekt waarin
zij alle gezag verachten, geen enkele beperking aanvaarden en steunend op een
bepaald soort vals geweten schrijven zij aan hun liefde voor de waarheid toe,
wat in feite alleen toegeschreven kan worden aan hoogmoed en halsstarrigheid.
Wij hebben nog hoop gehad dit soort mensen tot inkeer te
brengen; allereerst door met zachtheid te handelen als met kinderen; daarna met
strengheid; tenslotte, ofschoon met tegenzin, door hen openlijk te berispen.
Gij weet echter hoe Wij dit tevergeefs hebben gedaan. Soms hebben zij voor een
korte tijd het hoofd gebogen, maar zij staken het spoedig weer trotser omhoog.
Als het nu nog ging om een enkele zaak, hadden Wij kunnen doen alsof Wij niets
zagen. Maar de veiligheid van het Katholicisme is hier aan de orde. Daarom moet
het stilzwijgen, dat bij voortduring misdadig zou zijn, noodzakelijk worden
verbroken om deze kwaadaardige lieden in hun ware gedaante aan heel de Kerk te
tonen.
Indeling van de Encycliek
Daar het nu tot de zeer geslepen tactiek van de modernisten behoort om hun
stellingen niet op de gebruikelijke manier voor te dragen in een ordelijk
geheel, maar los van elkaar alsof ze met elkaar niets hadden uit te staan,
alsof ze nog naar vastere formuleringen zochten, terwijl ze in tegendeel,
vaststaan en onwrikbaar, is het van belang dat Wij hier vooreerst die
leerstellingen samenvatten; dat wij vervolgens wijzen op hun onderling verband
en tenslotte de middelen voorschrijven om deze afschuwelijke dwaling te
overwinnen.
1e hoofdstuk: Uiteenzetting van het modernistisch stelsel
Onderverdeling van het 1e deel
Om echter in deze ingewikkelde zaak orde te scheppen moeten Wij voor alles
vaststellen dat ieder modernist als 't ware meervoudig is en meerdere personen
in één vertegenwoordigt: Hij treedt op als filosoof, gelovige, theoloog,
historicus, criticus, geloofsverdediger, hervormer. Het is noodzakelijk deze
apart te onderscheiden wil men hun systeem goed leren kennen en de
veronderstellingen en gevolgtrekkingen van hen doorzien.
De godsdienstwijsbegeerte van de modernisten
1. Het agnosticisme: Het
fundament van de godsdienst-wijsbegeerte leggen de modernisten in het zo
genaamde "Agnosticisme". Krachtens deze leer is het menselijk
verstand helemaal begrensd door verschijnselen, d.w.z. door klaarblijkelijke
dingen en alleen in de gedaante waarin ze zich aan het verstand voordoen. De
rede heeft noch het recht noch het vermogen om de grenzen daarvan te
overschrijden. Daarom kan het verstand niet opstijgen tot God en Zijn bestaan
niet aantonen en door het waargenomene gekend worden. Hieruit leidt men af dat
God nooit als zodanig voorwerp van wetenschap kan zijn; geschiedkundig gezien
kan God geen historische persoon zijn, geen onderwerp van geschiedenis.
Noot: Het
agnosticisme is de filosofische
bedenking dat kennis van (een) hogere macht(en) niet zeker kan zijn, omdat deze
niet (met de wetenschappelijke methode) te bewijzen is. Een atheïst ontkent het bestaan van
een godheid.
Na deze vooropstelling kan iedereen gemakkelijk zien wat er
nog overblijft van de natuurlijke Godsleer, van de geloofsmotieven, van de
uiterlijke Openbaring. Dit alles wordt door de modernisten geheel en al ter
zijde geschoven en overgelaten aan het intellectualisme: een, naar men zegt,
belachelijk stelsel, een systeem dat al lang dood is. Zij worden in het geheel
niet weerhouden door het feit dat de enormiteiten van deze dwalingen zo scherp
mogelijk door de Kerk veroordeeld zijn. Het Vaticaans Concilie deed dit met de
uitspraak: "Indien iemand zegt,
dat de ene en ware God, onze Schepper en Heer, uit het geschapene met het
natuurlijk licht van het menselijk verstand niet met zekerheid gekend kan
worden, hij zij in de ban". Eveneens: "Indien iemand zegt dat het niet
mogelijk is of van geen nut, dat de mens door goddelijke openbaring over God en
de Hem te brengen eredienst wordt onderricht, hij zij in de ban". En
ten slotte: "Als iemand zegt dat
de goddelijke openbaring door uiterlijke tekenen niet geloofwaardig kan worden
gemaakt, en dat derhalve alleen door een individuele ervaring of persoonlijke
inspiratie de mensen tot het geloof bewogen moeten worden, hij zij in de
ban".
Op grond van welke reden de modernisten van uit het
agnosticisme, dat alleen bestaat uit het "niet weten" overgaan tot
een wetenschappelijk en historisch atheïsme, dat alleen berust op ontkenning -
hoe men derhalve, juist redenerend, uit "niet-weten" of God in de
geschiedenis der mensheid al of niet heeft ingegrepen - niettemin diezelfde
geschiedenis wil verklaren met algehele uitschakeling van God, alsof Hij in
feite niet heeft ingegrepen,
moet ieder die het kan maar zien te begrijpen. Toch staat het voor hen
onomstotelijk vast dat de wetenschap, zoals ook de geschiedenis, Godloos moet
zijn. Binnen hun grenzen kan er alleen maar plaats zijn voor
"verschijnselen"; God en al wat goddelijk is zijn er totaal uit
verbannen. Wij zullen zien wat men in deze uiterst onzinnige leer moet denken
van de Allerheiligste Persoon van Christus, van de geheimen van Zijn leven en
dood, van Zijn Verrijzenis en Hemelvaart.
2. De vitale immanentie: In de
leer der modernisten moet dit agnosticisme uitsluitend als een negatief deel
gezien worden. Het positief deel bestaat naar hun zeggen in een "vitale
immanentie". Om van het negatieve tot het positieve deel te komen gaan zij
als volgt te werk.
De godsdienst, hetzij natuurlijk of bovennatuurlijk, of welk feit dan ook, moet
één of andere verklaring toelaten. Men zoekt echter tevergeefs naar een
verklaring buiten de mens, omdat ze met het opzij schuiven van de natuurlijke
theologie de toegang tot de Openbaring hebben gesloten vanwege het verwerpen
van de geloofwaardigheidargumenten en ze ook elke uiterlijke openbaring afwijzen.
Een verklaring moet dus in de mens zelf gezocht worden. En aangezien de
godsdienst een zekere vorm van leven is, dient men deze uitsluitend te zoeken
in het leven van de mens zelf. Met dit beginsel heeft men het beginsel van de
"godsdienstige immanentie".
Noot: Immanent (letterlijk:
'er in blijvend') en transcendent (letterlijk:
'er boven verheven') zijn twee begrippen uit de godsdienstfilosofie die worden
gehanteerd om het godsbegrip binnen een bepaald geloof of levensbeschouwing te
beschrijven.
3. Het aanvoelen, oorsprong van de godsdienst: De
eerste drijfveer van elk levensverschijnsel en ook van godsdienst, dient men te
zoeken in een zekere behoefte of drang. Het eerste beginsel is te vinden in een
zekere beweging van het hart, dat "aanvoelen" (sensus) wordt genoemd.
Omdat God het voorwerp is van godsdienst moeten wij dus wel aannemen, dat het
geloof, de aanvang en het fundament van elke godsdienst, gezocht moet worden in
een bepaald innerlijk "aanvoelen" dat ontstaat uit een
behoefte aan het goddelijke. Deze "behoefte" aan het goddelijke kan
evenwel niet behoren tot het gebied van het bewustzijn. Die behoefte wordt
immers uitsluitend ervaren in bepaalde, passende en samengestelde gevallen.
Aanvankelijk ligt deze behoefte verborgen in het onderbewustzijn. Daar ligt ook
de wortel ervan verborgen en blijft onopgemerkt.
Nu kan men vragen: hoe wordt deze behoefte aan het
goddelijke dat de mens in zich ervaart uiteindelijk tot Godsdienst? Hierop
geven de modernisten het volgend antwoord: De wetenschap en de geschiedenis
hebben een tweevoudige beperking: De ene grens ligt buiten de mens. Zij wordt
gevormd door de waarneembare wereld; de andere grens is innerlijk: het
bewustzijn. Als deze grenzen eenmaal bereikt zijn kan men niet meer verder. Men
staat dan voor het "onkenbare". Geconfronteerd met dit
"onkenbare", of dit nu buiten de mens ligt en uitgaat boven de waarneembare
natuur, ofwel verborgen ligt in zijn onderbewustzijn, dáár is het waar men aan
het punt komt waar de behoefte aan Godsdienst naar boven komt. Dit gebeurt
zonder een voorafgaand verstandelijk oordeel, zoals het "fideïsme"
leert. Dit "aanvoelen" omvat in zich zowel de goddelijke realiteit
als voorwerp, alsook de diepste en innerlijke oorzaak van de mens. Dit nu
bewerkt in zekere zin een band tussen de mens en God. Hier hebben we dit
"aanvoelen" dat door de modernisten "geloof" wordt genoemd.
Voor hen is dit het beginsel van godsdienst.
Noot: Fideïsme
is in de Christelijke theologie de naam voor een aantal opvattingen
die, op verschillende gronden, beweren dat de rede niet relevant is
voor het geloof. Volgens sommige versies van fideïsme is de rede een antithese van
geloof. Volgens anderen, heeft het geloof meer gezag dan de rede, en omdat rede
dus ondergeschikt is aan geloof kan het geloof niet bewezen of ontkracht worden
door de rede. Het woord is afgeleid van het Latijnse fides (=
geloof) en kenschetst de houding van de gelovige die zegt: "Ik geloof nu
eenmaal, God heeft mij dit geschenk gegeven. Ik aanvaard het, belijd en beleef
het en denk er verder niet over na." Fideïsten verdedigen hun geloof niet
volgens de lijn van de apologetiek.
Een
veelvoorkomend fideïstisch leerstuk is dat redelijke of wetenschappelijke
bewijzen voor het bestaan van God niet ter zake zijn en ondeugdelijk,
deze godsbewijzen hebben geen enkele reden van bestaan in de fideïstische
theologie.
De
redenering is vaak als volgt: de christelijke theologie leert dat de mens door
het geloof in God wordt gered (dat wil zeggen door te vertrouwen op het empirisch onbewijsbare).
Maar als het bestaan van God bewezen kan worden, dan wordt het geloof
overbodig. Dus, als de Christelijke, fideïstische theologie juist is, kan
er geen direct bewijs voor het bestaan van God zijn.
4. De Openbaring: Maar
aldus filosoferend, of beter gezegd raaskallend, zijn zij nog niet aan het
einde. Want onder dit "aanvoelen" verstaan de modernisten
niet alleen het "geloof", maar houden ze bovendien vast dat daarin
ook de "openbaring" ligt besloten. Noemen we het godsdienstig
"aanvoelen", dat in het bewustzijn naar boven komt niet in bepaalde
zin "openbaring" of tenminste het begin daarvan? Zou men dit opkomend
godsdienstig "aanvoelen" - al is het vaag - zelf niet als een
openbaring van God aan de mensen kunnen beschouwen? Volgens de modernisten is
deze openbaring omtrent God ook van God afkomstig, omdat God zowel de oorzaak
als het voorwerp is van het geloof. De openbaring heeft God zowel als de zich
openbarende als de geopenbaarde tot inhoud. Vandaar het absurde van de
stelling der modernisten, dat elke godsdienst van verschillend standpunt bezien
zowel natuurlijk als bovennatuurlijk genoemd moet worden. Daar vandaan de
verwisselbare betekenis van bewustzijn en openbaring. Beide woorden zijn
synoniem en kunnen dus hetzelfde betekenen. Vandaar ook dat het "godsdienstig-bewustzijn"
als algemene wet gegeven heel en al samenvalt met de openbaring, waaraan alles
moet worden ondergeschikt gemaakt, zowel het hoogste Kerkelijk gezag, het
leergezag, als de regeling van de eredienst en de Kerkelijke tucht.
5. Het geloof tegenover de verschijnselen: We mogenbij deze gedachtegang (van modernisten) met
betrekking tot geloof en openbaring een belangrijk punt niet uit het oog
verliezen: de historisch-kritische gevolgtrekkingen, die zij daaruit trekken. Het
"onkenbare", waarover zij spreken, is in het geloof innig
samenhangend met een verschijnsel, dat hoewel het behoort tot het gebied van
wetenschap en geschiedenis, toch in bepaald opzicht buiten dit gebied valt. Dat
verschijnsel kan van natuurlijke aard zijn. Het kan ook wel een bijzonder mens
zijn, wiens buitengewone aanleg, daden en woorden niet te verenigen zijn met de
gewone wetten der geschiedenis. Het geloof nu, opgeroepen door het
"onkenbare" en verbonden met dat "verschijnsel" doordrenkt
het in zekere mate met zijn eigen leven. Hieruit vloeien twee dingen voort:
1. Een zekere "gedaanteverandering" van het
"verschijnsel", dat namelijk door een verheffing boven zijn ware
aard geschikt wordt gemaakt om drager of subject te zijn van een goddelijke
vorm. Deze wordt door het geloof aangebracht in het "verschijnsel". 2.
Een bepaalde "vervorming" van hetzelfde verschijnsel op. Dat
komt omdat het geloof aan het verschijnsel, ontdaan van plaatselijke en
tijdelijke bijkomstigheden, daaraan iets toevoegt, wat er in wezen niet
bijhoort. Dit heeft in het bijzonder plaats als het gaat over verschijnselen
uit het verleden en dit te meer naarmate zij dieper in het verleden liggen. Dit
tweevoudig gebeuren wordt door de modernisten uitgedrukt in twee nieuwe
wetmatigheden.
Met de eerste wet, welke het agnosticisme reeds bracht,
vormen deze twee nieuwe wetten samen de grondslag van de historisch-kritische
gevolgtrekking. Ter verduidelijking hier een voorbeeld, wij nemen daarvoor de
Persoon van Christus. Wetenschap en geschiedenis, zeggen de modernisten,
ontdekken in de Persoon van Christus niets anders dan een mens. Daarom moeten
wij, overeenkomstig de eerste wet van het agnosticisme, uit geschiedkundig
oogpunt alles uitschakelen wat op iets goddelijks zou wijzen. Maar volgens de
tweede wet is de Persoon van Christus door het geloof van gedaante veranderd;
men moet deze Persoon dus ontdoen van alles wat boven zijn historische
werkelijkheid uitgaat. Door een derde wet is de Persoon van Christus enigszins vervormd
door het geloof. Wij moeten derhalve van zijn Persoon alle woorden en daden
losmaken; in één woord alles, wat niet overeenstemt met zijn aanleg, staat,
opvoeding, omstandigheden van tijd en plaats. Dat is wel een heel vreemde vorm
van redeneren, maar zo is nu eenmaal de modernistische "kritiek".
6. De verschillende godsdiensten en het Christendom:
Het
"godsdienstig aanvoelen" dat door de "vitale immanentie"
uit het onderbewustzijn te voorschijn komt is de kiem van elke godsdienst en
tevens de reden van alles wat ooit in welke godsdienst dan ook geweest is of
later zijn zal. Dit "aanvoelen" was aanvankelijk nog vrij vaag en
vormeloos. Geleidelijk aan en beïnvloed door dat geheimzinnig beginsel waaruit
het voortkwam, is het tot verdere ontwikkeling gekomen, samen met de
vooruitgang van het menselijk leven, waarvan het een zeker vormgevend beginsel
is.
Hier hebben wij dus de oorsprong van elke godsdienst, of hij nu bovennatuurlijk
is of niet. Alle godsdiensten zijn immers slechts pure ontplooiingen van een
"godsdienstig aanvoelen" (godsdienstige ervaring). Nu moet niemand
denken dat het Katholicisme daarop een uitzondering maakt. In tegendeel:
daarmee is het precies zo gesteld als met de andere godsdiensten: deze
godsdienst is immers opgekomen in het bewustzijn van Christus, een man met uitzonderlijke
begaafdheid, zoals er nooit een geweest is noch ooit gevonden zal worden: en
dat alles alleen door de ontplooiing van de "vitale immanentie".
(Noot: dus de ontkenning van het Goddelijke)
Velen die dit horen zullen verbaasd staan en met
verbijstering kennis nemen van deze ongehoorde en schandelijke heiligschennis!
En toch zijn dit niet alleen vermetele uitingen van ongelovigen; Katholieken,
zelfs meerdere priesters, hebben dit openlijk verkondigd. En zij verbeelden
zich nog dat zij met deze waanzin vernieuwers zijn van de Kerk. Het gaat hier
niet meer om een oude dwaling, welke de bovennatuurlijke verheffing van de
mens als een zeker hem toekomend recht beschouwde. Hier is men veel
verder gegaan: zij beweren dat onze allerheiligste godsdienst in de mens
Christus, zoals ook bij ons, spontaan en van nature is opgekomen. (Noot: dus
geen openbaring van God uit aan de mens) Er bestaat zeker niets dat meer
geschikt is om elke bovennatuurlijke orde weg te vagen. Daarom heeft het
Vaticaans Concilie met het volste recht gesproken en vastgesteld: "Indien iemand beweert dat de mens
door God niet verheven kan worden tot een kennis en volmaaktheid, welke zijn
natuur te boven gaat en hij door gestadige vooruitgang en inspanning tot
volledig bezit van alle waarheid en goedheid kan komen en moet komen: hij zij
in de ban".
7. De rol van het verstand: Tot nu toe hebben Wij nog geen aandacht
besteed aan het verstand. Ook dit heeft echter volgens modernisten, zijn
aandeel in de geloofsdaad. Daarom hierover enige opmerkingen. In het reeds
genoemde "aanvoelen" ("ervaring") zeggen zij - omdat het
"aanvoelen" en geen kennis is - plaatst God zich weliswaar
tegenover de mens, maar zo vaag en zozeer vermengd, dat Hij door het gelovig
subject nauwelijks of niet wordt opgemerkt. Het is dus noodzakelijk dat dit
zelfde aanvoelen door een of ander licht verhelderd wordt, waarin God dan
duidelijker te voorschijn komt en beter onderscheiden wordt. Dit nu behoort tot
het gebied van het verstand, welks taak het is te denken en te analyseren. Door
het verstand vat de mens zijn levensverschijnselen eerst in begrippen samen.
Daarna drukt hij deze begrippen in woorden uit. Vandaar de bekende uitspraak
der modernisten: "De godsdienstige mens moet het geloof in zijn denken
omzetten".
De geest neigt zich behulpzaam naar dit
"aanvoelen" en gaat daar te werk als een schilder die in een dof
geworden schilderij de lijnen naspeurt en scherper naar voren haalt. Op
ongeveer deze wijze legt een modernistisch geleerde deze zaak uit. Bij deze
bezigheid gaat het verstand op tweevoudige wijze te werk. Eerst wordt, door een
natuurlijke en spontane denkhandeling, een zaak op een eenvoudige en populaire
wijze uitgedrukt. Daarna graaft het verstand dieper, of drukt het verstand zich
nauwkeuriger uit door zijn denken te verfijnen en het overdachte in wel
overwogen zinnen te formuleren. Dit dieper denken is wel afgeleid uit het
eerste eenvoudige denken, maar het is nauwkeuriger en scherper. Als deze
secundaire gedachten uiteindelijk door het hoogste leergezag der Kerk worden erkend,
dan is een dogma tot stand gekomen.
8. Oorsprong en wezen van het dogma: In de leer der modernisten is dit
een hoofdpunt: de oorsprong en het wezen van het dogma zelf. De oorsprong van
het dogma ligt volgens hen in die aanvankelijk eenvoudige uitdrukkingen, die in
zekere zin noodzakelijk zijn voor het geloof. Want wil men kunnen spreken van
een openbaring dan is een duidelijke kennis van God in het bewustzijn
noodzakelijk. Een dogma zelf schijnen zij echter te zoeken in de secundaire, de
uitgedachte formuleringen.
Om het wezen van het dogma te vatten moet men allereerst nagaan welke
betrekking bestaat tussen godsdienstige formuleringen en het godsdienstig
"aanvoelen" door de ziel. Men zal dit gemakkelijk inzien als men
overtuigd is dat het doel van die godsdienstige formules van deze soort niets
anders is dan de gelovige het middel te verschaffen waarmee hij zich rekenschap
geeft van zijn geloof. Wat hun betrekking tot het geloof aangaat zijn het geen
volledige kenmerken van het geloofsvoorwerp. Zij worden meestal symbolen
genoemd. Wat de gelovige betreft zijn ze (de dogma's) louter hulpmiddelen.
Betreffende deze hulpmiddelen kan verstandelijk op geen
enkele wijze worden aangetoond dat zij absolute waarheid bevatten. Als symbolen
zijn het immers alleen maar afbeeldingen van de waarheid en moeten derhalve
aangepast zijn aan het godsdienstig "aanvoelen" ("ervaren")
in zover dit betrekking heeft op de mens. Als instrumenten zijn de dogma's
voertuigen van de waarheid en moeten dus ook aangepast zijn aan de mens waar
deze betrokken is bij het godsdienstig "aanvoelen".
Het voorwerp echter van het godsdienstig "aanvoelen" heeft, het
absolute bevattende, een onbeperkt aantal aspecten, waarvan nu eens dit, dan
weer een ander op de voorgrond kan treden. Evenzo kan de gelovige mens telkens
in andere omstandigheden geraken. Daarom moeten ook de formules, die wij
dogma's noemen, aan deze wisselvalligheid onderworpen zijn en derhalve ook
vatbaar zijn voor verandering. Zodoende ligt de weg open voor de innerlijke
evolutie van het dogma.
Dit is waarlijk een eindeloze opeenhoping van drogredenen, die elke godsdienst
aantast en ten gronde richt!
9. Veranderlijkheid van het dogma: Dat
het dogma niet alleen een evolutie kan doormaken en veranderlijk is, doch dat
zulks ook moet gebeuren, dit is een stelling die de modernisten uitdrukkelijk
vasthouden. Het is het gevolg van hun leer. Tot hun
voornaamste stellingen behoren wat zij afleiden uit het beginsel van de
"vitale immanentie". De godsdienstige formules moeten, willen zij
werkelijk godsdienstig zijn en niet alleen verstandelijke verzinsels ook
werkelijk levend zijn en deelnemen aan het leven van het godsdienstig
"aanvoelen". Men moet dit niet zo verstaan als zouden deze formules -
vooral als ze zuiver imaginair zijn - speciaal voor het godsdienstig
"aanvoelen" zijn uitgedacht. Hun oorsprong, aantal en kwaliteit doen
weinig ter zake. Het moet echter zó zijn dat het "godsdienstig
aanvoelen" deze formules, desnoods enigszins gewijzigd, in zijn
"levenssfeer" betrekt. Anders gezegd: het is noodzakelijk dat de
oorspronkelijke formulering door het hart wordt aanvaard en bevestigd.Onder
leiding van het hart moet ook het werk verricht worden waardoor de secundaire
of doordachte redeneringen tot stand komen. Vandaar dat deze formules, willen
zij vitaal zijn, aan de gelovigen moeten zijn aangepast en dat ook moeten
blijven. Als derhalve om een of andere reden deze aanpassing ophoudt, dan
verliezen de formules hun aanvankelijke betekenis en moeten dus veranderd
worden. (Noot: volgens modernisten zijn deze dogmas onderhevig aan wat door het
hart van de mens wordt aanvaard)
Daar nu de kracht en het lot van de dogmatische
formules zo onstandvastig zijn, is het niet verwonderlijk dat zij voor de
modernisten zozeer een voorwerp vormen van spot en minachting. Zij
spreken daarentegen over niets anders en met meer lof dan over het
"godsdienstig aanvoelen" en godsdienstig leven. Vandaar ook dat zij
de Kerk de grofste verwijten maken alsof deze de verkeerde weg heeft
ingeslagen, dat zij de godsdienstige en zedelijke kracht allerminst onderscheidt
van de innerlijke betekenis der formuleringen en door koppig vast te houden aan
zinledig geworden formules de oorzaak is dat de godsdienst zelf te gronde gaat.
Het zijn "blinden" en ook "leiders van blinden" (Mt.
15:14) , die opgeblazen van hoogmoed in naam van de wetenschap zoveel
dwaasheden uitkramen dat zij het eeuwig begrip der waarheid en de zuivere zin
van godsdienstigheid vervalsen. Met hun zelfbedachte vinding, "waarmee
zij met hun verzinsel en met een blinde begeerte naar nieuwigheden de waarheid
niet zoeken waar deze te vinden is, verachten zij de Heilige en Apostolische
tradities en komen met onzinnige, nietswaardige, onzekere, en niet door de Kerk
aanvaarde leerstellingen aandragen. En deze verdwaasde lieden menen dan op de
waarheid te steunen met hun stelsel en dat de waarheid door hen in stand wordt
gehouden".
Het geloof van de modernist
1. Religieuze ervaring: Tot
zover de modernist als filosoof. Als iemand weten wil, nu Wij de gelovige
modernist gaan beschouwen, hoe deze bij de modernisten onderscheiden is van de
filosoof, moet hij het volgende niet uit het oog verliezen. Hoewel de filosoof
de realiteit van het goddelijke als voorwerp aanvaardt, zoekt hij toch de
werkelijkheid van het goddelijke uitsluitend in de ziel van de gelovige als
object van zijn "aanvoelen" en "aanvaarden". Dit reikt dus
niet verder dan het gebied der verschijnselen. Of dit goddelijke nu ook buiten
de waarneming en aanvaarding bestaat, daarvan heeft hij als filosoof geen weet
en daaraan gaat hij voorbij. Bij de modernist als gelovige is daarentegen de
overtuiging aanwezig dat de realiteit van het goddelijke op zich bestaat en
niet helemaal afhangt van de gelovige. Als men vraagt waarop de zekerheid
van de gelovige uiteindelijk steunt, krijgt men ten antwoord: In de privé-ervaring van
ieder mens afzonderlijk. Met dit antwoord wijken zij wel af van de
opvatting der rationalisten, maar komen overeen met de zienswijzen van
protestanten en met die van pseudo-mystici. Zij stellen de zaak zo
voor: In het godsdienstig aanvaarden moet men een zekere intuïtie van het hart
zien. Hierdoor komt de mens in onmiddellijk contact met de goddelijke realiteit en
put daaruit zo'n sterke overtuiging omtrent het bestaan van God en Gods werking
in en buiten de mens, dat hij elke overtuiging welke van de kant der wetenschap
zou kunnen komen heel ver achter zich laat. Zij nemen dus een echte ervaring
aan en wel een zodanige dat zij elke verstandelijke ervaring overtreft. Als
iemand dit afwijst - zoals de rationalisten doen - dan wordt als reden daarvoor
opgegeven dat men zich niet wil schikken naar de zedelijke omstandigheden die
voor het opdoen van de ervaring noodzakelijk zijn. Deze ervaring maakt iemand
tot een waar gelovige zodra die ervaring is opgedaan. Hoever verwijderd staan
wij hier van de Katholieke leer! Wij hebben reeds gezien dat deze verzinsels
door het Vaticaans Concilie veroordeeld werden.
Dit eenmaal vastgesteld, samen met de reeds gesignaleerde
dwalingen, gaan Wij nu zeggen hoe door dit alles de weg naar het atheïsme open
ligt. Het is evenwel goed nu reeds te bedenken dat uit deze ervaringsleer samen
met die van het symbolisme volgt, dat elke godsdienst, ook het heidendom, waar
moet zijn. Vindt men zulke ervaringen niet in elke godsdienst? Meerderen nemen
dit aan. Met welk recht kunnen de modernisten de waarheid van een ervaring
afwijzen, die een Islamiet beweert te hebben en hoe kunnen zij de echte
ervaring alleen opeisen voor Katholieken? In feite geven de modernisten dit
dan ook toe en zeggen heel duidelijk dat alle godsdiensten waar zijn.
Het spreekt vanzelf dat zij vanuit hun standpunt niet anders kunnen denken. Welke
godsdienst zouden zij immers vals kunnen noemen die toch volgens hun stelling
uit hetzelfde beginsel stamt?
Dat zou slechts mogelijk zijn als het "godsdienstig
aanvoelen" vals zou blijken te zijn ofwel doordat de door het verstand
geformuleerde uitspraak foutief zou zijn. Welnu: het "godsdienstig
aanvoelen" is altijd een en hetzelfde, hoewel misschien hier en daar wat
onvolmaakter. Opdat de door het verstand opgestelde formulering juist is, is
het voldoende dat zij is aangepast aan het godsdienstig aanvoelen en ook aan de
gelovige, wat er ook zij van diens verstandelijke aanleg en kunnen. Op zijn
hoogst zouden modernisten bij de tegenstrijdigheden der religies kunnen zeggen,
dat het Katholicisme, omdat het levenskrachtiger is, meer waarheid bevat. Zo
ook dat het waardiger is de naam van Christelijk te dragen omdat het vollediger
beantwoordt aan zijn oorsprong.
Niemand zal betwisten dat deze conclusies getrokken kunnen
worden uit de gegeven premissen. Het meest verbazingwekkende is echter dat er Katholieken
en zelfs priesters gevonden worden die, deze ongerijmdheden wel afwijzen, doch
er niettemin naar handelen en ze onderschrijven. Zij zijn immers zo vol lof
voor de leraars van dergelijke dwalingen en bewijzen hun openlijk zoveel eer
dat men gemakkelijk tot het inzicht moet komen dat het niet zozeer de bedoeling
is om die mensen te eren, maar dat zij veeleer de dwalingen zelf aanhangen. Zij
verkondigen deze openlijk en trachten ze met alle kracht te verspreiden.
2. De religieuze ervaring en de overlevering: Er is
bovendien in deze leer nog iets dat helemaal in strijd is met de Katholieke
waarheid. Het ervaringsbeginsel wordt overgedragen op de traditie, die door de
Kerk tot vandaag toe wordt vastgehouden en nu totaal vernietigd wordt. Want modernisten
verstaan de traditie als een mededeling aan anderen van hun oorspronkelijke
ervaring, opgedaan door de prediking met behulp van verstandelijke formules.
Daarom, schrijven zij aan deze formuleringen, behalve de voorstellende kracht
ook een suggestief vermogen toe en dit enerzijds om bij een zwak geworden
gelovige het godsdienstig "aanvoelen" weer op te wekken en de
vroegere ervaring te hernieuwen en anderzijds om ook bij iemand die nog niet
gelooft het godsdienstig "aanvoelen" eerst op te wekken en daarna de
"ervaring" te laten ondervinden.
Zo wordt de religieuze ervaring
onder de volken wijd en breed verspreid, niet alleen onder de levenden door prediking, maar ook voor het nageslacht
bewaard, doorgegeven door boeken, geschriften en woorden van het ene geslacht
aan het andere. Deze overdracht van ervaring schiet soms wortel en gaat dan
groeien. Maar ze veroudert ook wel en sterft dan aanstonds af. Wanneer ze
wortel schiet is dat voor de modernisten een argument voor de waarheid.
Waarheid en leven zijn voor hen synoniem. Men is gerechtigd hier weer opnieuw
uit af te leiden, dat alle bestaande godsdiensten waar zijn, anders zouden zij
niet leven.
3. Geloof en wetenschap
a. Scheiding van geloof en wetenschap: Nu Wij zover gekomen zijn weten
we goed welke verhouding de modernisten zien tussen geloof en wetenschap. De
geschiedenis sluiten zij in bij het begrip wetenschap. Vastgesteld moet worden
dat de voorwerpen van wetenschap en van geloof geheel los van elkaar staan. Het
geloof beoogt alleen wat de wetenschap voor zich als onkenbaar houdt. Vandaar
het verschil van betekenis van beiden. De wetenschap houdt zich bezig met
verschijnselen, waarbij voor het geloof geen plaats is; het geloof daarentegen
houdt zich bezig met het goddelijke, dat voor de wetenschap totaal
ontoegankelijk is. Daaruit kan men dan opmaken dat er tussen geloof en
wetenschap nooit een botsing kan bestaan. Want als ieder zijn eigen plaats
bewaard kunnen zij elkaar nooit ontmoeten en elkaar dus ook nooit tegenspreken.
Maakt men hier de opmerking dat er in de zichtbare natuur
dingen zijn die ook tot het geloof behoren, zoals het menselijk leven van
Christus, dan zullen zij dat ontkennen. Zij nemen wel aan dat dit dingen zijn
die tot de verschijnselen behoren. Maar doortrokken als zij zijn door het
geloofsleven en daardoor van gedaante zijn veranderd en vervormd, zijn ze
onttrokken aan de zintuiglijk waarneembare wereld en behoren ze tot het gebied
van het goddelijke. En als men verder vraagt of Christus werkelijk wonderen
gedaan heeft, of Hij kennis heeft gehad van de toekomst, of Hij waarlijk
verrezen is en ten Hemels is opgestegen, dan zal de agnostische wetenschap dat
ontkennen. Het geloof zal echter een bevestigend antwoord geven. Dit heeft
echter geen strijd tussen beiden tot gevolg. Want de een ontkent als filosoof,
daar hij Christus alleen ziet als een historische realiteit. De gelovige echter
zal het bevestigen als hij spreekt tot gelovigen en het leven van Christus
beschouwt als opnieuw beleefd door en in het geloof.
b. Ondergeschiktheid van het geloof aan de wetenschap:Men zou echter een grote vergissing
begaan indien men van mening was dat geloof en wetenschap op geen enkele wijze
van elkaar afhankelijk zouden zijn. Wat de wetenschap betreft is dat zo. Met
het geloof is het evenwel anders gesteld. Het is niet in één, maar in
drievoudig opzicht ondergeschikt aan de wetenschap.
Vooreerst moet men opmerken dat in elk godsdienstig feit, de Goddelijke
realiteit waarvan de gelovige de bekende ervaring heeft buiten
beschouwing gelaten, al het overige, vooral de godsdienstige
formuleringen, binnen het gebied der verschijnselen valt en dus ook voorwerp
is van wetenschap. Als een gelovige dat wenst kan hij de wereld verlaten, maar
zolang hij in de wereld is zal hij, mét of tegen zijn zin, nooit kunnen
ontkomen aan de wetten, het toezicht en de oordelen van de wetenschap.
Als God verder alleen het voorwerp is van het geloof moet dit wel worden
toegegeven voor de goddelijke realiteit, niet echter voor het godsbegrip. Dit
valt onder de wetenschap. Het wijsgerig denken behandelt naar hun zeggen in de
logische orde ook het absolute en het gedachtelijke. De wijsbegeerte of
wetenschap heeft dus het recht dat Godsidee kenmatig te onderzoeken, leiding te
geven bij verdere evolutie en het te zuiveren van ingeslopen vreemde
bijvoegsels.
Vandaar de modernistische uitspraak: "De godsdienstige ontwikkeling moet
zowel aan de zedelijke als aan de verstandelijke aangepast zijn". Dit
betekent - aldus een van hun leiders - dat het godsdienstige onderworpen is aan
het verstandelijke. Daar komt tenslotte nog bij dat de mens geen innerlijke
dualiteit heeft. Daarom ondervindt de gelovige een innerlijke drang om geloof
en wetenschap met elkaar zodanig in overeenstemming te brengen, dat het geloof
niet afwijkt van het door de wetenschap algemeen aanvaarde wereldbeeld. Hieruit
volgt dan dat de wetenschap helemaal vrij staat van het geloof, maar dat het
geloof, ook al zegt men dat het vrij is, toch aan deze wetenschap onderworpen
is.
Dit alles is helemaal in strijd met wat onze voorganger,
Pius IX, geleerd heeft: "In
alles wat de godsdienst betreft komt het aan de wijsbegeerte niet toe te
overheersen, maar om te dienen; niet om voor te schrijven wat men geloven moet,
maar om met redelijke volgzaamheid te aanvaarden en niet om de diepte van Gods
geheimen te willen doorgronden, maar om deze in vroomheid en nederigheid te
vereren".
De modernisten draaien de rollen helemaal om. Daarom is op
hen van toepassing wat onze andere voorganger, Gregorius IX, over sommige
theologen van zijn tijd schreef: "Men
vindt er onder u, die gedreven door hoogmoed opgeblazen, de grenzen door God de
Vader gesteld met profane nieuwigheid trachten te verleggen. Het begrip van de
H. Schrift ... schikken zij (naar een wijsgerige leerstelling met vertoon van
een wetenschap die niet dienstig is voor de toehoorders.... Door verschillende
en valse opvattingen misleid keren zij alles om en willen de koningin
dienstbaar maken aan de dienstmaagd".
4. Hun opvattingen belicht door hun handelwijze:
Dit
alles wordt een toeschouwer nog duidelijker als hij ziet hoe modernisten precies
in overeenstemming met hun leer handelen. Veel geschreven of gesproken
stellingen van hen schijnen met elkaar in strijd, zodat men hen gemakkelijk als
weifelend en onzeker zou kunnen beschouwen. Zij doen dat echter opzettelijk en
wel overwogen. Die handelwijze komt voort uit hun mening dat geloof en
wetenschap totaal van elkaar gescheiden zijn. Daarom treffen wij in hun
boeken bepaalde gedachten aan die een Katholiek kan aannemen. Maar aan de
andere kant van de bladzijde krijgt men de indruk dat ze gedicteerd is door een
rationalist. Als zij geschiedenis schrijven vermelden zij niets over de Godheid
van Christus; bij hun preken in de kerken benadrukken zij deze echter zeer
sterk. Zo ook als zij het hebben over geschiedenis, de Concilies, de Kerkvaders.
Daar besteden zij niet veel ruimte aan. In de catechese zijn ze echter vol lof
voor dat alles. Vandaar dat zij ook de theologische en pastorale verklaring van
de Heilige Schrift scheiden van de wetenschappelijke en historische exegese.
Zo leren zij ook, dat de wetenschap in geen enkel opzicht afhangt van het
geloof, als zij kritisch over wijsbegeerte en geschiedenis handelen. Zij
aarzelen hier niet Luther te volgen, spreken hun onverholen afkeer uit
over Katholieke voorschriften, van de H. Kerkvaders, de oecumenische Concilies,
van het Kerkelijk leergezag. Worden zij daarover berispt dan beweren zij dat
hen de vrijheid ontnomen wordt. En als zij tenslotte belijden dat het geloof
onderworpen moet zijn aan de wetenschap verwijten zij de Kerk steeds en
openlijk dat zij haar dogma's stijfkoppig weigert te onderwerpen en aan te
passen aan wijsgerige meningen. Als zij tot dit doel de oude theologie hebben
opgeruimd willen zij een nieuwe invoeren, die gewillig de ongerijmdheden der
wijsgeren zal volgen.
26/7
Medjugorje: de nieuwe religie - Mystic Post TV
Aartsbisschop Jose Gomez van het Aartsbisdom van Los
Angeles, waarschuwde onlangs Katholieke gelovigen dat nieuwe ideologieën die
zich vormen uit progressieve, cancelcultuur, "Woke" denken niets
minder zijn dan een nieuwe religie, gebouwd om het traditionele Christelijk
geloof uit te dagen en te vernietigen. "De plaats die de Kerk en
gelovende Christenen krijgen, krimpt" dankzij het wokeïsme, zei de Aartsbisschop.
Kerkinstellingen en Christelijke bedrijven worden in toenemende mate
uitgedaagd en lastiggevallen. Hetzelfde geldt voor Christenen die werken in het
onderwijs,gezondheidszorg, overheid en
andere sectoren. Van bepaalde Christelijke overtuigingen wordt gezegd dat ze
een bedreiging is voor de vrijheden, en zelfs voor de veiligheid van andere
groepen in onze samenleving."
Deze nieuwe 'woke' religie, zegt Gomez, verwerpt de redding
van Christus voor de redding in de raciale en klassenstrijd. Constante strijd
tegen "onderdrukking" is het wokepad naar redding. Woke geloof is
onverenigbaar met Christelijk geloof om zeer eenvoudige redenen. Het is
atheïstisch en ontkent God en Christus. Het vervangt zonde en het pad van
Redding door een eigen pad, dat enkel een voortdurende oorlogvoering biedt.
"Door God te ontkennen, hebben deze nieuwe bewegingen de waarheid over de
menselijke persoon verloren," zei Gomez. "Dit verklaart hun
extremisme, en hun harde, compromisloze en onvergeeflijke benadering van de
politiek."
Aartsbisschop Gomez waarschuwt de Kerk om deze nieuwe
ideologieën als een nieuwe religie te zien en deze krachtig af te wijzen.
"We moeten niet worden geïntimideerd door deze nieuwe religies van sociale
rechtvaardigheid en politieke identiteit," zegt Gomez. "Het Evangelie
blijft de grootste kracht voor sociale verandering die de wereld ooit heeft
gezien."
In een boodschap van 25/3/2015 waarschuwde OLVrouw voor
deze nieuwe ideologieën en zei dat Satan achter deze nieuwe religies zit. Ze
zei dat we de hand van Satan kunnen zien in wat ze de cultuur van het
modernisme noemt. Lieve kinderen, ook vandaag staat de Allerhoogste mij
toe, bij jullie te zijn en jullie te leiden op de weg van de bekering. Veel
harten hebben zich gesloten voor de genade en zijn doof geworden voor mijn
oproep. Lieve kinderen, bid en strijd tegen de bekoringen en tegen alle boze
plannen die de duivel jullie door middel van het modernisme aanbiedt. Wees
sterk in het gebed en bid met het kruis in de handen, dat het kwaad jullie niet
gebruikt en niet in jullie overwint. Ik ben met jullie en ik bid voor jullie.
Dank dat jullie mijn oproep beantwoord hebben.
Woke: Afro-Amerikaans-Engelse variant
van woken; wakker geworden) is een term die verwijst naar het
bewust zijn van maatschappelijke
misstanden, ongelijkheid, racisme, discriminatie en polarisatie.
De term wordt verschillend gebruikt. Vanaf ongeveer 2020
evolueert de term 'woke' steeds meer tot neerbuigende term, als beschuldiging
van doorgeslagen politieke correctheid en wordt in verband gebracht
met cancelcultuur en gedwongen zelfcensuur. Het is
onderwerp van internetmemes, sarcastisch gebruik en kritiek.
Het wordt gebruikt in de Nederlandse uitdrukking 'woke
zijn'.
Cancelcultuur, soms
ook afrekencultuur, is een modewoord voor het fenomeen
dat mensen worden geboycot nadat zij in de publiciteit aan kritiek zijn
blootgesteld. Dit gebeurt meestal na een storm van verontwaardiging
op sociale media. Daarbij kunnen hun opdracht-/werkgevers en adverteerders
onder druk worden gezet om de samenwerking met hen te beëindigen
Modernisme
(wikipedia): Het modernisme is een
vooral Rooms-Katholiek, theologisch verzamelbegrip, theologisch
verzamelbegrip uit de 19e en begin van de 20e eeuw voor filosofische en
theologische opvattingen, die zijn gebaseerd op een nadruk op enerzijds de
historisch-kritische hermeutiek van Bijbelse en andere
geloofsdocumenten en anderzijds op de individuele geloofservaring. De
aanvankelijke doelstelling van de modernisten was het verzoenen van de
kerkelijke boodschap met de actuele ontwikkelingen in de wetenschap, filosofie
en maatschappij (dit laatste meer bepaald door onder andere te beweren dat
men de emancipatie van de leek in politiek en samenleving
nastreefde).
Een van de belangrijke punten uit deze stroming is het
afscheid nemen van het supranaturalisme (van de bovennatuur) en het
bestrijden van de historiciteit van geloofswaarheden (dogmas). Het modernisme
bepleitte tegenover het supranaturalisme en de neoscholastieke traditie
een grotere waardering voor de natuurlijke openbaring (zoals in
de natuurlijke theologie), benadrukking van de taalgebonden en
cultureel-historische omstandigheden waarin dogma's zijn vervat en erkenning
van een waarheidsgehalte in de pretenties van andere godsdiensten (zoals in
het irenisme). Kenmerkende exponent van modernistische opvattingen is
het historicisme.
Belangrijke vertegenwoordigers van het modernisme waren de
Brit George Tyrrell en de Franse theologen Joseph Turmel en Alfred
Firmin Loisy. Loisy verklaarde de inspiratie van de H. Schrift
slechts begrensd geldig en benadrukte een pantheïstische zienswijze
tegenover de transcendentie van God. Tyrrell meende dat de openbaring
niet te verzoenen is met de leerstellige aanspraken van de kerk.
Strijd
tegen het modernisme
Na de bekendmaking van de encycliek Quanta Cura en de Syllabus Errorum van paus Pius
IX in 1864, nam paus Pius X de bestrijding van het theologisch
modernisme ter hand. Het subjectieve religieuze gevoel, de evolutie van de
dogma's, de inhoudelijke verandering van de geloofswaarheden en de louter
naturalistische ervaringstheologie vormden het gevaar voor de ware godsdienst
en godsdienstbeleving. Met de apostolische constitutie Lamentabili Sane Exitu ("met waarlijk erbarmelijke
resultaten") in de zomer van 1907 en de encycliek Pascendi Dominici Gregis van
september 1907 veroordeelde Pius X het theologisch modernisme als "synthese
van alle ketterijen". In deze encycliek veroordeelde de paus
uiteenlopende opvattingen, die onder de term modernisme werden samengebracht.
In november 1907 vaardigde Pius X zijn motu propio Praestantia Scripturae uit, waarin elke modernist met excommunicatie werd
bestraft. In 1910 voerde Pius X de antimodernisteneed in, die door elke
geestelijke moest worden afgelegd, totdat de eed in 1967 door Paulus VI nog
slechts facultatief werd gesteld en niet langer verplicht werd afgenomen of
aangeboden.
Vanaf 1907 werden talrijke professoren en theologen op
grond van de verdenking van modernisme afgezet, die inmiddels binnen katholieke
instituten tot hoge posities waren opgeklommen. Onder leiding van
kardinaal Rafael Merry del Val werd ook binnen het Vaticaan elke
geestelijke getoetst op mogelijk aanwezig modernisme. Kardinaal Merry del Val -
voor wie thans een zaligverklaringsprocedure loopt - had aanvankelijk de
leiding over deze strijd tegen het modernisme, maar verloor enige tijd aan
invloed tegenover de enigszins fanatieke prelaat Umberto Benigni die al
snel theologische strijd verwisselde met politieke strijdbeelden. Onder leiding
van Benigni en zijn integralisten (de term 'integralisme' voor
Benigni kwam pas na 1947 in gebruik) werden vele theologen en geestelijken
ongemeen fel bestreden en beschuldigd van modernisme. De documenten van paus
Pius X hadden het modernisme zo omvattend geformuleerd, dat niet alleen
extreme, modernistische opvattingen zoals die van Loisy of Tyrrell verdacht
waren. Menig exegeet, theoloog of priester die vrijheid van onderzoek bepleitte,
kon een aanklacht wegens modernisme verwachten. Umberto Benigni richtte een
internationaal netwerk op van informanten, die verdachte activiteiten of
uitlatingen van priesters en leken aan hem moesten rapporteren. Deze
"inlichtingendienst" kon enige tijd openbaar opereren onder de
naam Sodalitium Pianum en
kwam pas in 1944 onder de Duitse bezetting in Italië tot een
einde, door bloedig ingrijpen van de Gestapo en nazi-censuur die een
reactionair-klerikale samenzwering tegen de nazi-autoriteiten en Mussolini
vermoedden.
Bekende priesters en leken zijn slachtoffer geworden van de
campagnes van Benigni en diens medestanders, in Nederland bijvoorbeeld de aalmoezenier
Henri Poels, maar ook de leerstellig rechtgelovige en slechts
politiek-progressieve Alfons Ariëns. De geschiedschrijving gaat er vaak
van uit dat de volgens huidige kerkhistorici ongenuanceerde opstelling van paus
Pius X voor een groot deel te wijten is aan de funeste politiserende invloed
van Umberto Benigni. Deze wanpraktijken werd met de komst van paus Benedictus
XV een halt toegeroepen, hoewel dezelfde paus verklaarde de strijd tegen
modernistische opvattingen voort te zetten. Benedictus XV noemde in zijn
encycliek Ad beatissimi apostolorum het
theologisch modernisme een "pestziekte".
In 1950 keerde Pius XII zich tegen een aantal
theologische ontwikkelingen in zijn encycliek Humani Generis. Hierin wordt de opvatting gehekeld, dat enkele
moderne stromingen de existentie van individuen loskoppelt van de ontologische
absoluutheid van de dingen. Dit existentialisme leidt logischerwijze
tot het historicisme, waarin elke waarheid haar absolute geldigheid
verliest en een product van historische en culturele factoren wordt. Verder
wordt ook gekritiseerd dat in de individuele godsdienstige beleving de
objectiviteit van de bovennatuurlijke openbaring en het leergezag wordt
verwaarloosd. Vanuit dezelfde houding komt men volgens Pius XII ook tot een "te
vergaand irenisme", waarin de geldigheid van het Rooms-Katholieke geloof
als hindernis voor oecumene wordt gezien.
Deze verschillende dwalingen en veroordeelde stromingen
werden reeds in 1950 en daarna als "neo-modernisme" betiteld, omdat
menig katholiek prelaat aan instellingen een duidelijke herleving van op het
oorspronkelijk veroordeelde modernisme gelijkende dwaalleren waarnam. Pius XII
liet echter geen buiten-curiaal netwerk toe dat ook deze neo-modernisten zou
moeten identificeren.
Humani
Generis en
de balans
Feitelijk betekende de encycliek Humani Generis reeds
een afsluiting van de strijd tussen modernisten en theologisch integralisten,
zoals die sinds het eind van de 19e eeuw en gedurende de eerste decennia van de
20e eeuw plaats had gevonden. De balans van paus Pius XII integreert enigszins
resultaten van de moderne wetenschap en filosofie in de theologie, dogmatiek en
pastoraal van de kerk. De moderne wetenschappen als instrumenten in het vrije
theologische onderzoek worden door Pius XII erkend en geprezen. Een gematigde
herbezinning op de oerkerk ("herbronning") wordt op zich positief
gewaardeerd. Anderzijds wordt de eenzijdige relativering van de dogma's
(waarheden van het geloof) als resultaat van historisch-semantische
ontwikkelingen ten strengste afgewezen. De individuele geloofservaring moet
toetsbaar blijven en zich verplichtend oriënteren aan het leergezag en de
opdracht van de kerk, aldus aan de bovennatuurlijke openbaringsleer.
Vooral in de Liturgische
Beweging die tot 1930 sterk restauratief en herstellend geweest was,
kwamen nieuwe - soms door het Vaticaan als gevaarlijk beschouwde (zie
hiervoor de encycliek Mediator Dei) - opvattingen tot bloei. Met behulp
van historisch-kritisch onderzoek werd geprobeerd een beeld te krijgen van de
wezenlijke liturgische elementen in de oude kerk. Onder Pius XII werden enige
liturgische vernieuwingen ingevoerd onder impuls van zowel gematigd- als
radicaal-veranderingsgezinde geestelijken onder wie Hannibale Bugnini. Paus
Johannes XXIII liet een concilie bijeengeroepen om de katholieke kerk in
dialoog te laten gaan met de moderne wereld en volgens een aggiornamento aan
de tijd aan te willen passen. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965)
kwam het binnen de kerk tot een nieuwe aanvaring tussen 'integralisten' en
degenen die in verschillende opzichten aanleunden tegen het modernisme. Zoals
Pius XII in 1950 in zijn encycliek anticipeerde en jammerlijk vreesde, zouden
de jonge aanhangers van de Nouvelle Théologie (Karl Rahner, Hans Küng,
Henri de Lubac, Yves Congar, en in mindere mate de jonge Joseph Ratzinger) ook
een door enkelen als neo-modernistisch bestempelde weg inslaan.
Postconciliaire
ontwikkelingen
Kort na het tweede Vaticaans Concilie kwam het, onder
invloed van sommige van de genoemde theologen, in sommige landen tot een
opleving van de uitwassen van een nieuw soort modernisme, dat neomodernisme
wordt genoemd. Het uit zich in verzet tegen de "ambtskerk",
geldigheid van dogma's en leergezag, relativisme, irenisme, symbolische interpretatie
van geloofswaarheden en historicisme. Dat uitte zich onder meer in
de Tweede Beeldenstorm, pseudoconciliaire structuren (Landelijk Pastoraal
Concilie te Noordwijkerhout), en het pleiten voor openstelling van het
priesterambt voor vrouwen, afschaffing van het pausambt, afwijzing van de
sacramenten en de kerk als heilsinstrument, loslaten van de absolute
beschermwaardigheid van het leven (abortus, euthanasie). Deze stroming is
vooral te vinden in de westerse academische theologie.
Anderzijds kwam het na het tweede Vaticaans Concilie
volgens onder andere Hans Urs von Balthasar ook tot een opleving van een
neo-integralisme, dat vooral belichaamd wordt door de zogenaamde katholieke
traditionalisten van Marcel Lefebvre. Deze wijzen de verbreding en
verdieping van de theologische uitspraken van het pastorale concilie af en
beoordelen de openingen naar de oecumene en de opkomst van het
oecumenisme, de individualisering in het geloof, de vergroting van de rol van
de leek in verschillende delen van de delen en de hervorming van de liturgie zelf,
alsmede de liberaliserende tendensen in de verhouding tussen Kerk en staat
zoals voorgestaan door het Vaticaan na 1965, uiterst negatief.
Actueel
spraakgebruik
In de 21e eeuw wordt de term neomodernisme volop
gehanteerd, vrijwel zonder uitzondering door anti-modernisten. Daarbij bestaat
er evenwel groot verschil wat onder neomodernisme en anti-modernisme begrepen
moet worden:
Traditionalisten
beschouwen verschillende besluiten en formuleringen van Vaticanum II als
uitvloeisels van het modernisme en gebruiken voor hen die deze
veranderingen en ingrepen ondersteunden of aanvuurden, ook wel de term
neomodernisme. Voor traditionalisten zijn bijvoorbeeld de
theologen Marie Joseph Lagrange, Karl Rahner, Henri de
Lubac en Yves Congar reeds neomodernisten.
Katholieken,
die de besluiten van het tweede Vaticaans Concilie ten volle aanvaarden
(maar vaak wel kritiek uitoefenen op de manier waarop deze in
post-conciliaire ontwikkelingen vorm kregen), gebruiken de term
neomodernisme voor de - in hun ogen - relativistische opvattingen zoals
die voornamelijk door westerse academische theologen en tegenstanders van
de "ambtskerk" worden vertegenwoordigd, bijvoorbeeld
door Hans Küng, Uta Ranke-Heinemann, Eugen Drewermann, Mary Daly,
Huub Oosterhuis en Edward Schillebeeckx.
Heer Jezus, ik kom voor U zoals
ik ben. Het spijt me voor mijn zonden, ik bekeer me van mijn zonden, vergeef me
alsjeblieft. In uw naam vergeef ik alle anderen voor wat ze tegen mij hebben
gedaan. Ik doe afstand van Satan, de boze geesten en al hun werken. Ik geef u
mijn hele zelf, Heer Jezus, nu en voor altijd. Ik nodig je uit in mijn leven,
Jezus. Ik accepteer U als mijn Heer, mijn God en mijn Redder. Genees me,
verander me, versterk me in lichaam, ziel en geest. Kom, Heer Jezus, bedek mij
met Uw Kostbaar Bloed en vul mij met Uw Heilige Geest. Ik hou van U, Heer
Jezus. Ik prijs U, Jezus. Ik dank U, Jezus. Ik zal U elke dag van mijn leven
volgen. Maria, mijn Moeder, Koningin van Vrede. H. Peregrinus, al jullie Engelen
en Heiligen, help me alsjeblieft. Amen.
De St-Pietersbasiliek zal van alles ontledigd zijn
25/7 Repost: De St-Pietersbasiliek zal van
alles ontledigd zijn, ook het Lichaam van Christus. - Mystic Post TV
8/1/2022 OLVrouw van Zaro aan Angela: Lieve kinderen, bedankt dat je gehoor hebt
gegeven aan mijn oproep door je naar mijn gezegende bossen te haasten. Geliefde
kinderen, ik hou van jullie, ik hou enorm veel van jullie, maar helaas, jullie
hebben niet dezelfde Liefde voor mij. Mijn kinderen, ik ben al heel lang onder
jullie, ik vraag jullie al heel lang om mijn boodschappen na te leven; Ik vraag
jullie al heel lang om te bidden, maar jullie luisteren niet allemaal. Mijn
kinderen, ik vraag jullie nogmaals om niet alleen te luisteren naar de boodschappen
die ik jullie geef, maar ze ook na te leven. Geliefde kinderen, vanavond
vraag ik jullie opnieuw om veel te bidden voor mijn geliefde Kerk: bid,
kinderen, want er wacht de Kerk moeilijke tijden, tijden van beproeving en
pijn.
Mijn kinderen, als ik dit tegen
jullie zeg, is het om jullie voor te bereiden en ervoor te zorgen dat jullie je
bekeren; Ik smeek je om je te bekeren - verander, voordat het te laat is. Geliefde
kinderen, bid dat het ware leergezag van de Kerk niet verloren gaat; bid en
buig je knieën. Bid voor het Heilig Sacrament van het Altaar: daar is mijn
Zoon, levend en waarachtig. Bid, zoek God niet ergens anders: Hij is daar, zeg
ik je elke keer, maar je zoekt Hem in de vreugden en valse schoonheden van deze
wereld. Alsjeblieft, lieve kinderen, luister naar me!
Toen liet onze Moeder me de
Sint-Pietersbasiliek in Rome zien. Binnen was het leeg - van alles ontdaan. In
het midden van de Basiliek stond een groot donker houten kruisbeeld, maar
zonder het lichaam van Jezus.
Onze Moeder zei: "Laten we samen bidden". We hebben lang gebeden,
toen lichtte het kruis op (het werd als een kruis van licht). Toen begon onze
Moeder verder te praten. Kinderen, bid, bid, bid.
Gisella Cardia op 29/12/2020 - Het Vaticaan zal
enorm schudden: Maria: Lieve kinderen,
bedankt dat jullie hier in gebed zijn en dat jullie in je hart gehoor hebben
gegeven aan mijn oproep. Kinderen, kijk naar de wereld: ze heeft [het punt van]
vernietiging bereikt. Ik heb jullie gevraagd en blijf jullie vragen om de
Heilige Rozenkrans te bidden en jezelf aan God, jullie enige redding, toe te
wijden. Jullie maken een tocht over een weg vol gevaren en toch geloven jullie
niet; open jullie hart, wees verenigd en wees één familie, zodat jullie elkaar
kunnen helpen. Binnenkort zullen jullie zoveel dingen zien. Jullie zullen ook
getuige zijn van het einde van deze strijd en samen met Jezus overwinnaars
zijn. Wees niet bang.
Hoevelen geloven dat dit alles
snel voorbij zal gaan: jullie hebben je laten vormen door wat de machtigen, de
wereldelite zeggen, zonder te begrijpen wat er aan het gebeuren is. Pas op: wat
ze jullie vertellen, zal niet altijd voor je bestwil zijn. Bid voor Italië en
voor de wereld, die in groot gevaar verkeert. Het Vaticaan zal enorm geschud
worden; veel prelaten zullen de duisternis in hun hart voelen. Ik vertrouw op
jullie gebeden, [mijn] geliefde zonen, zodat wat komen gaat, zal worden
verzacht. Nu verlaat ik jullie met mijn Moederlijke zegen in naam van de Vader
en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Jezus:
Mijn geliefden, nu is de tijd gekomen om je toevlucht te nemen in Mijn H. Hart.
Ontvang Mijn zegening van Barmhartigheid dat uit Mijn H. Hart vloeit als een
zuiverende regen. Er komt een conformiteit in de vorm van een nieuwe religie
dat een vervalsing zal zijn van Mijn Kerk en dat in tegenstrijd zal zijn met Mijn
Woord. Deze conformiteit zal de weg effenen voor de Antichrist en zijn
merkteken zal dan gepresenteerd worden als uiterlijk teken van gemak en goede
wil, voor het welzijn van de mensheid. Laat je niet bedriegen! Wees niet bang,
en weet dat Ik de dagen heb verkort.
OORLOGEN EN OORLOGSGERUCHTEN
ZULLEN INTENSER WORDEN
De Wereldoorlog rukt op in de
maanden van sneeuw, terwijl de beer (Rusland) de landen blijft verwoesten met
massavernietigingswapens.
VOEDSELTEKORTEN ZULLEN ERGER
WORDEN
terwijl de derde ruiter van de Apocalyps opnieuw rijdt, de landen verontreinigt en het water vergiftigd.
ZIEKTEN/VIRUSSEN ZULLEN BLIJVEN
MUTEREN
in nieuwe virussen die het
immuunsysteem verzwakken en ervoor zorgen dat de mensheid kwetsbaar wordt.
Blijf de Hemelse remedies gebruiken, voorgeschreven door Mijn Gezegende Moeder,
waar Mijn zegen van bescherming besmetting zal afweren. Dagelijks gebruik van Olie
van de Barmhartige Samaritaan zal volstaan.
Blijf verborgen in Mijn H. Hart,
waar je zal beschermd worden tegen de komende calamiteiten. Ik hou van jullie
en wens dat niemand verloren gaat. Kom nu naar Mij met een nederig en hart vol
wroeging en berouw op jullie lippen, de overtredingen belijdend, die je
veroordelen. Weet dat Mijn Barmhartigheid voldoende is en een massa zonden
bedekt. Mijn Barmhartigheid is er voor allen. Zo spreekt de Heer.
12/7 Boodschap van Onze Lieve Vrouw Mystieke
Roos, Koningin van de Vrede
Geliefde zonen, vrede! Op deze
dag nodig ik jullie nogmaals uit om als een familie de Rozenkrans te bidden. Als
je naar vrede verlangt, begin dan vandaag te bidden.
Mijn kinderen, jullie:
moeten God liefhebben.
moeten het Evangelie beleven en
in praktijk brengen.
Niemand houdt van iemand die hij
niet kent... Begin daarom het Evangelie te lezen en te beleven, zodat je Jezus
leert kennen: mijn Goddelijke Zoon...
Dwaal niet af van het pad.
Keer zo snel mogelijk terug
naar God... God wacht op je terugkeer!
Vergeet God niet.
Bemin je naaste.
Vertrouw op God... de tijd is
kort!
Leid een gebedsleven.
Onthoud: je leeft in de wereld,
maar je komt uit de Hemel!
Ik ben Maria, Mystieke Roos, Koningin
van Vrede. Met liefde zegen ik jullie.