Uit: Is Elon Musk wakker' en verlicht'?:
Menselijk bewustzijn moet worden verhoogd' - Xandernieuws 6/6/2022
( ) Wat is het dan wel, wakker' of verlicht' zijn? Daar
blijken de meningen hemelsbreed over te verschillen. De ene noemt zich al zo
als hij of zij door heeft gekregen hoe we als burgers werden en worden bedrogen
met corona plandemie en de daaraan gekoppelde totaal onzinnige maatregelen
(lockdowns, mondkapjes e.d..) en natuurlijk de gewraakte Covid vaccinaties',
die in de landen waar deze het meest zijn toegediend al zo onnoemelijk veel
ellende hebben veroorzaakt (zieken, gehandicapten, doden). Of hoe we door alle
opzettelijk veroorzaakte crises (Oekraïne / Rusland, energie, voedsel) door de
globalistische elite in een technocratische Great Reset' klimaatdictatuur
worden gerommeld.
Een volgende vindt zichzelf of iemand anders pas wakker' of verlicht' als iemand besef heeft van een overkoepelend plan met de
mensheid, een goddelijk bewustzijn' en een spiritueel ontwaken. De bekendste
Nederlandse naam in deze wereld is tot op heden Marcel Messing (Worden Wij
Wakker?), die op zijn website met allerlei hoogdravende metaforen zoals op de
golfslag der verandering het onveranderlijke zoeken', en de stroom van het
leven neemt degenen die ervoor openstaan mee naar de plek waar nieuw zaad van
inzicht de beste mogelijkheden heeft om te ontkiemen' velen lijkt aan te
spreken.
Persoonlijk ben ik behoorlijk geschrokken van hoe weinigen
zien dat zijn met ogenschijnlijk grote bewogenheid gebrachte en veel kennis
gelardeerde boodschap dezelfde misleidende, om niet te zeggen gevaarlijke
geestelijke passiviteit veroorzaakt als het systeemchristendom dat al eeuwen
heeft gedaan. Want ondanks het wijzen op archonten' die de mensheid al
duizenden jaren gevangen houden in de Luciferiaanse schepping, termen zoals
lichtwezens' en terugkeren naar het oorspronkelijke veld', en ondanks het
wijzen op de ware betekenis van het Bijbelse evangelie en de volop in gang
gezette eindtijd, en ondanks het benadrukken dat we niet moeten toegeven aan
angst, lijkt Messing niet daadwerkelijk te voelen waar het
echt om draait.
Met zijn zachte, bijna hypnotiserende stem beweert Messing
bijvoorbeeld dat de enige manier waarop we deze eindtijd en aanstaande
ingrijpende transformatie kunnen overleven het staan in het Licht is. De archontoi kunnen
je niet eens zien.' Zijn vele artikelen en urenlange gesprekken zijn dan ook
samen te vatten met maak je geen zorgen, we zijn allemaal Lichtwezens, het
komt allemaal goed.'
De kern van de boodschap van Messing, en met hem bijna alle
andere lichtwerkers' of bewusten' op het internet en social media, komt erop
neer dat als je enkel maar voldoende besef' hebt dat je een lichtwezen' bent,
voldoende bewust' bent dat je een goddelijke scheppingskracht bezit, het
Duister vanzelf verslagen wordt of reeds is, en de Nieuwe Wereld spoedig zal
aanbreken.
Eerder zagen we deze incomplete, naïeve, verdraaide en
zelfs gevaarlijke houding terug in het christendom, dat in contrast met de
eerste leringen God' en redding' heeft geëxternaliseerd tot een
geloofssysteem rond een symbool en met bepaalde regels, belijdenissen,
gedragingen en uitspraken, en dat van de Christus een soort religieus
cultfiguur heeft gemaakt.
Messing prikt daar weliswaar doorheen, maar gaat vervolgens
eveneens voorbij aan de diepste kern door mensen met weinig doorvoelde
beschrijvingen steeds weer op quasi geruststellend zijpad te brengen, daarbij
de realiteit bagatelliserend dat de strijd rond de menselijke ziel een zeer,
zeer serieuze is, en ingrijpende consequenties zal hebben voor degenen die deze
strijd verliezen. Een automatische overwinning is dan ook beslist niet
gegarandeerd.
Noot
Claudia: Hier vind je twee zaken terug die de grootste
lokmiddelen zijn die gebruikt worden om de mens van God, Zijn Schepper weg te
trekken:
1 Het New Age denken: het centraal stellen van de mens en
deze los te trekken van Zijn Schepper.
2 De afschuw voor het Christendom: het afdoen van het
Christendom als een geloofssysteem met regels, belijdenissen rond Christus, een
soort religieus cultfiguur
Eerst en vooral is het New Age denken het stokpaardje van
het kwaad. Het is net zoals in de tuin van Eden, toen de oude slang Adam en Eva
erop attent maakte dat ze konden eten van de boom van goed en kwaad omdat ze
dan als God zouden zijn. Dit is nu net hetzelfde. De mens werpt zich op als god
en wil zich ontdoen van God, Zijn Schepper omdat hij Hem ziet als een beperking
op zijn vrijheid, op zijn creativiteit, op zijn streven enz. Maar de mens wil
niet inzien dat hij dan juist meer vrijheid heeft.
Dit is wat Jim Caviezel zei over vrijheid: Vrijheid is niet
de vrijheid om te doen wat we willen, maar wat zou moeten gedaan worden. (Wat
zou moeten gedaan worden is God te verdedigen en het kwaad te verdelgen.)
Je krijgt vrijheid door lief te hebben en door in liefde te
handelen jegens de medemens. Deze Liefdekracht is God Zelf. Deze kracht werkt
bevrijdend, en heeft eeuwigheidswaarde.
Wat het begrip lichtwerker is, het gaat hier niet over het Licht van God, maar het valse licht van de lichtbrenger Lucifer, Satan dus. Er is enkel vals licht in het streven naar kennis om jezelf tot verlichting te brengen. Dit valse licht is een dwaalspoor en verblinding om je tot de Hel te brengen. Deze lichtwerkers laten zich in met demonen, en steunen op meesters en verlichten om zichzelf tot een hoger bewustzijnsniveau te brengen. Wat onherroepelijk tot bezetenheid van kwade krachten leidt en totale willoosheid, omdat het voorwerp zich overgeeft aan Satan/Antichrist. Dit zal gerealiseerd worden door het Merkteken van het Beest waar degene die zich van het merkteken laat voorzien definitief een slaaf van Satan/Antichrist wordt. Hij zal dan ingezet worden als pion om zoveel mogelijk mensen op een dwaalspoor te brengen en naar Satan/Antichrist te brengen. Ondertussen is zijn DNA verandert en (h)erkent God Zijn schepsel niet meer en kan Hij daarom niet helpen. In de eigen wilskeuze van de mens komt God niet tussen.
**
Het zal lezers niet ontgaan zijn dat ik de laatste tijd
regelmatig aandacht besteed aan het unieke en spraakmakende kanaal van
Helma Broekman, omdat zij naar mijn overtuiging nog de enige is die een scherp
en levend besef heeft van waar het werkelijk om draait, dat het allemaal niet
zo simpel en eenvoudig is als enkel jezelf van iets goddelijks bewust' zijn,
dat er juist veel innerlijk werk en strijd voor nodig is, en die dit ook durft
te zeggen en schrijven.
In haar splijtende artikel van vandaag (Shocking Shock
(Telegram)) wijst ze nogmaals op de grote verandering die eraan komt, de keus
die ieder mens met zijn eigen vrije wil heeft tussen de evolutie naar een
kosmische Godsmens, of de devolutie naar een Transhumaan stoffelijk astraal
mens.' Veel mensen stemmen onbewust volledig in met het laatste, vervolgt
Broekman, die waarschuwt dat de mens dan eeuwig gevangen blijft in de
stoffelijke en astrale werelden, daar het bewustzijn zodanig vernauwd is
geraakt dat de natuurlijke evolutionaire ontwikkeling van bewustzijn naar een
kosmische Godsmens is stopgezet.'
Noot
Claudia: Deze
vrouw heeft het over een evolutie naar een kosmische Godsmens, maar dit is wat de New Age bedoelt met het
uitstijgen boven jezelf naar verlichting.Maar het is niet dit soort van verlichting' die je tot God brengt en
niet in het eeuwige leven in de Hemel. Het spiritueel worden, waar Jezus het
over heeft, is het inzien dat het wereldse vergankelijk is en binnenkort zal
vergaan en je enkel zal overleven als je God kent en er een innige relatie mee
hebt. De ziel is onsterfelijk, maar leeft pas ten volle bij de volledige
kennis van God in de Hemel. De andere keuze is niet spiritueel te zijn en in
het vergankelijke wereldse vast te zitten, wat de wereld is van de prins der
duisternis en het leven dat in de Hel wordt verdergezet door eeuwige straffen.
De mens moet BEWUST KIEZEN voor God
en zijn leven in overeenstemming brengen met Gods Wil. De tijd van
Barmhartigheid is bijna ten einde en enkel de Waarschuwing met de 6 weken bekeringstijd
blijft over. God zal de mens aan zichzelf overlaten en aan zijn keuze nl. hoe
het is om zonder God te leven en volledig in handen van de Antichrist terecht
te komen.
Weet dat er uiteindelijk maar twee onstoffelijke werelden
overblijven: de Hemel en de Hel.
**
Deze bewustzijnsvernauwing heeft niets te maken met wel of
niet spiritueel zijn Sterker nog: hoe meer men denkt spiritueel
ontwaakt te zijn, hoe geavanceerder de matrix (het duister) optreedt.' Daarmee legt ze de vinger op de zere plek van het passieve vertrouwen op de
demiurgische godheid' die als gemoedelijke vader' optreedt om zijn
(zogenaamde) kinderen te beschermen, en zo ieder bewustzijn weet te vangen.'
**
Noot
Claudia: Sedert de film de Matrix werd vertoond, heeft
men het steeds over de keuze tussen de rode en blauwe pil en de onzichtbare
wereld van de mens in strijd met de machines. Maar dit is fictie, in
werkelijkheid gaat het over de onzichtbare strijd van het goede tegenover het
kwade, van God tegenover Satan. Maar deze strijd zal spoedig merkbaar zijn op
aarde, als de laatste strijd wordt uitgevochten op aarde. De bezetenheid van
mensen die geen band hebben met God zal merkbaar worden in de heerschappij van
de Antichrist of Maitreya-Boeddha. Alle helse demonen zullen op aarde worden
losgelaten en hun missie is zoveel mogelijk zielen te verzamelen voor de Hel.
Uiteindelijk wil Satan deze zielen als voorwerp om te onderhandelen bij God.
Maar eens hij wil opstijgen naar Gods Troon zal hij definitief door een
krachtige Hemelse straal van Maria worden verslagen.
De grootste leugen die Satan brengt om de wereldelite te
hypnotiseren is zijn rol als lichtbrenger uitspelen. Deze rol had hij toen hij
nog God diende, maar deze rol is definitief verdwenen toen hij bij zijn uiting
van non serviam (ik dien (God) niet), ineens Satan werd. Satan is een
afkorting.
Satan is de naam door God gegeven Uit: Jezus
geeft zelf onderricht - deel 3 : Maria Valtorta
De naam Satan komt niet van de mens. God gaf aan de mens
het bevel aan alles wat hij wist en kende een naam te geven; en tot op heden
geeft de mens aan zijn uitvindingen een door hem gecreëerde naam. De
naam Satan komt regelrecht van God. Hij is één van de eerste openbaringen van
God aan de geest van zijn arme mensen (Adam en Eva) die veroordeeld waren tot
zwerven over de aarde.
Dit is de betekenis van deze vreselijke naam.
S Sacrilegio HEILIGSCHENNIS
Superbo HOOGMOEDIG
A Ateismo ATEISME
Avverso VIJANDIG
T Turpitudine LIEDERLIJKHEID
Tentatore BEKOORDER
Traditore VERRADER
A Anticarita LIEFDELOOSHEID
Avido BEGERIGHEID
N Negazione ONTKENNING
Nemica VIJAND
Dat is Satan. En dat zijn ook zij die satanisch ziek zijn.
Daar komen nog vijf vervloekte letters bij die zijn naam vormen en op zijn
flikkerend voorhoofd met vuur geschreven staan :
S Seduzione VERLEIDING
A Astuzia LISTIGHEID
T Tenebra DUISTERNIS
A Agilita
VAARDIGHEID
N Nequizia BOOSHEID
Deze vijf vervloekte kentekens van de Verleider staan
tegenover de vijf heilige Wonden van Jezus (2 van de doorboorde handen, 2 van
de doorboorde voeten en dan de wonde in zijn zijde). Deze redden door hun pijn
al wie gered wil worden van datgene waarmee Satan hen voortdurend inent.
Hij is de ´Tegenovergestelde'. Hij is alles wat
tegenovergesteld is aan God. En elk van zijn daden gaat regelrecht in tegen
Gods daden. Het is zijn opzet om de mensen in het verzet te jagen tegen God.
Dat is Satan.
Over de gnostiek:De 'demiurgische godheid is een begrip uit de
Gnostiek, en Gnostiek is een ketterij.
Gnostiek
(wikipedia): De gnostiek was een religie die
in de eerste eeuwen na Chr. ontstond en waarbij de verwerving van gnosis centraal
stond. Dat was min of meer gelijktijdig met andere religieuze bewegingen waarin
gnosis centraal stond, zoals het hermetisme, het mandeïsme en
het derde-eeuwse manicheïsme. In de Nederlandse literatuur worden religies
met gnosis als kernbegrip gezamenlijk weleens benoemd met het woord gnosticisme.
Hoewel de opvatting niet onomstreden is op het vakgebied wordt de gnostiek door
de meeste auteurs gezien als de uitdrukkingsvorm van de christelijke gnosis.
Gnosis is het Griekse woord
voor 'kennis'. In de context van dit artikel is de essentie daarvan het
verwerven van het inzicht in de oorsprong, huidige situatie en de bestemming
van de mens. Het centrale thema is, dat de mens afkomstig is uit een goddelijke
wereld en in zijn aardse situatie een goddelijke kern in zich heeft die
afkomstig is uit die wereld. Die kern is verstrikt geraakt in de materie of in
het kwaad in de stoffelijke wereld. Demonische krachten, soms ook
geïnterpreteerd als hartstochten of het noodlot, trachten die kern
gevangen te houden in zijn lichamelijk omhulsel. Wie de werkelijke situatie
kent en dus ook weet heeft van zijn goddelijke kern en van de mogelijkheid tot
terugkeer naar de goddelijke wereld heeft gnosis.
In de gnostiek valt zelfkennis en godskennis samen. Wie de
werkelijke situatie op aarde kent en zich bewust is van zijn goddelijke kern,
kent zichzelf. Wie op die manier zichzelf kent, kent ook God en wie God kent,
kent zichzelf. Gnosis is dus zowel zelfkennis als godskennis. Het is het
opheffen van onwetendheid. In het Boek van Thomas de Strijder wordt
vermeld: 'Wie geen weet heeft van zichzelf weet niets, maar wie
zichzelf kent heeft ook kennis verworven van de diepte van het Al'. In Ware
getuigenis staat: 'Dit is derhalve het ware getuigenis: Als de mens
zichzelf kent en God die de waarheid te boven gaat, zal hij gered worden en
bekranst met de onvergankelijke krans'.
Het verwerven van gnosis was niet voor iedereen bereikbaar,
maar was beperkt tot diegenen, die dat waardig zijn. Het was deels esoterische kennis
waarvan de kern geheim diende te worden gehouden.
Afbakening
Op het vakgebied is de afbakening van begrippen als
gnostiek en gnosticisme een steeds terugkomend punt van debat. Een eerste
moeilijkheid is al dat de termen in verschillende taalgebieden verschillend
worden gebruikt. De gnostische religie heeft ook vele varianten. Sommige
auteurs hanteren de term gnostiek alleen voor de groep grote mythologische
constructies uit de tweede en derde eeuw. In die constructies is sprake van een
breuk in de goddelijke wereld waar de wezenskern van de mens uit afkomstig is.
Het belangrijkste kenmerk daarvan is het onderscheid tussen een hoogste god en
een lagere, de demiurg. Het gevolg van een dergelijke afbakening zou zijn
dat geschriften als bijvoorbeeld het Evangelie van Thomas niet als
gnostisch beschouwd zou moeten worden. Dat kent geen beschrijving van de
goddelijke wereld en het bestaan van een hogere en een lagere god komt in de
tekst niet voor. De meeste auteurs geven echter op basis van het esoterische
karakter van de tekst er de voorkeur aan dit evangelie toch als gnostisch te
beschouwen. Andere auteurs geven voor de grote mythologische constructies de
voorkeur aan een term als de mythologische gnosis.
Ook het feit dat in de gnostiek sprake is van meerdere
verlossers leidt tot debat. Sommige onderzoekers spreken alleen van
christelijke gnosis als Jezus Christus als verlosser optreedt.
Anderen vinden herkenbaar christelijke elementen daarvoor voldoende. Er zijn
ook onderzoekers die gezien de grote onderlinge verschillen in gnostische
opvattingen en geschriften van opvatting zijn dat termen als gnostiek niet
meer gehanteerd zouden moeten worden. De Amerikaanse onderzoeker Michael A.
Williams heeft voorgesteld hiervoor de term biblical demiurgical
traditions' te hanteren.
Beelden
over gnostiek
Kennis over de gnostiek was lange tijd vrijwel geheel
afhankelijk van geschriften van de kerkvaders. Die beschreven dat als een
vorm van ketterij die bestreden diende te worden. Dat beeld is lange
tijd bepalend geweest voor de opvattingen over gnostiek. Het werd op die wijze
ook tot in de twintigste eeuw beschreven in de Europese literatuur. De
term gnosticism werd in de vroegmoderne tijd voor
het eerst in 1669 gebruikt door Henry More, een van de theologen die behoorden
tot de kring van de platonisten van Cambridge. Dat was in een commentaar op
zeven brieven aan zeven kerken in het tweede en derde hoofdstuk van de Openbaring
van Johannes.. Hij gebruikte de term om een leer van een zieneres in
Thyateira te kenschetsen, die haar volgelingen zou verleiden tot 'de
zogenaamde verborgenheden van Satan'.
In meer eigentijdse opvattingen is de gnostiek geen
ketterse afwijking van een orthodoxe standaard, maar een stroming die
onderdeel uitmaakt van de veelvormigheid van het vroege christendom.
Bronnen
Bij gebrek aan materiële bronnen berust de kennis van de
gnostiek geheel op tekstmateriaal. Alle nu bekende gnostische teksten moeten
oorspronkelijk in het Grieks geschreven zijn. Die Griekse teksten zijn
voor het grootste deel verloren gegaan. Er zijn enkele fragmenten bewaard
gebleven als onderdeel van de Oxyrhynchus papyri. Drie werken zijn in
geschriften van kerkvaders in het Grieks bewaard gebleven. Dat zijn Brief
aan Flora, Uittreksels uit Theodotus en de Valentiniaanse leerbrief. Alle
andere bekende teksten zijn Koptische vertalingen. Het grootste deel van
de gnostische teksten in de huidige vorm is in het Grieks geschreven tussen
ongeveer 125 als vroegst mogelijke datering en 250. Enkele
teksten kunnen dateren uit de tweede helft van de 3de eeuw. Van
een aantal teksten is het duidelijk, dat hieraan eerder geschreven, maar
onbekende literaire bronnen ten grondslag liggen.
De eerste gnostische tekst die in een Koptische vertaling
in het westen bekend werd was de Pistis Sophia, het enige manuscript van
de omstreeks 1770 gevonden Codex Askewianes. Kort daarna werden in Egypte twee
teksten gevonden die onderdeel waren van de Codes Brucianus. Eind 19e
eeuw werd de Berlijnse Codex gevonden. De drie gnostische
teksten uit deze codex werden door een aantal oorzaken pas in 1955
gepubliceerd. De belangstelling voor de gnostiek kreeg een grote impuls toen in
1945 de Nag Hammadigeschriften werden gevonden. De vondst bestond uit
dertien codices met in totaal 51 geschriften, waarvan er 40 tot op
dat moment onbekend waren. Het grootste deel van die geschriften waren teksten
uit de traditie van de gnostiek. In 1978 werd de Codex Tschacos gevonden,
waarvan het Evangelie naar Judas de bekendste tekst is.
Invloeden
Er zijn auteurs op het vakgebied geweest die van opvatting
waren, dat gnostiek zich uit een andere religie ontwikkelde.
Het beginpunt, de oorsprong van gnosis, zou dan een andere religie geweest
moeten zijn. Die oorsprong werd door verschillende auteurs toegeschreven aan
het platonisme, het jodendom dan wel het christendom.
Theürgie
Het geloof in en praktiseren van magie was wijdverbreid in
het Romeinse keizerrijk. Een vorm van magie was theürgie. Dit is een vorm van
magie waarbij het gaat om bezwering ofwel het beheersen en aanwenden
van het goddelijke ten bate van de mens. Theürgische ideeën en rituelen,
zoals beschreven in bijvoorbeeld de Chaldeïsche orakelen, komen voor in
zowel het neoplatonisme als in het hermetisme en de gnostiek.
In Zostrianus is bijvoorbeeld sprake van
een opstijging van de ziel van Zostrianus langs dertien hemelsferen. De ziel
van Zostrianus wordt met hulp van engelen naar een steeds hogere
sfeer begeleid. Zostrianus stelt bij iedere sfeer vragen en krijgt antwoorden
in de vorm van openbaringen. Bij ieder hemelniveau wordt Zostrianus gedoopt,
wordt zijn ziel verder gezuiverd en roept hij de goddelijke gestalten van dat
niveau aan. Dat gebeurt door magische formules met een theürgische
functie.
Platonisme
Er zijn auteurs die de gnostiek weleens benoemd hebben als
'op hol geslagen platonisme'. Die uitspraak is gebaseerd op raakvlakken tussen
platonische en gnostische voorstellingen over de geestelijke wereld en het
Zijn. Dat gaat al terug tot Plato. In de ideeënleer wordt
geformuleerd dat de ziel voor de geboorte in de Ideeënwereld aanwezig was en
daar volmaakte kennis van de Ideeën heeft opgedaan. De ziel wenst ook terug te
keren naar de goddelijke werkelijkheid.
Het werk van de Griekse middenplatonische filosoof Numenius
van Apamea (midden tweede eeuw) vertoont de meeste raakvlakken met
gnostische voorstellingen. Numenius onderscheidt een oergod (Het Goede, de
Vader) die hij als een groot intellect voorstelt en daarnaast een tweede,
scheppende god, de demiurg van Plato's Timaeus. Deze tweede god is
ook goed en wordt ook Nous genoemd. Hij heeft echter een hang naar de
materie. Hij is dan ook tegelijkertijd een derde god, een wereldziel, die
aan ongeordende materie verder door schepping vorm geeft. Dit blijft echter nog
steeds ver verwijderd van de kern van de gnostiek. De demiurg van Numenius is
goed en niet boosaardig of op zijn minst dwaas zoals in de gnostiek. De
gnostische geschriften hebben ook niet de bedoeling een filosofie uiteen te
zetten, maar zijn in de eerste plaats religieuze teksten. De notie van een
Verlosser die de onwetendheid kan opheffen is de Griekse filosofie vreemd.
Gnostici zochten persoonlijke religieuze zekerheid en hadden geen enkele
behoefte aan de formulering van een filosofisch-theoretisch kader om hun ideeën
en praktijken te verklaren.
Ook in het neoplatonisme kon er hevige kritiek op
de gnostici zijn. De grondlegger ervan, Plotinus (3de eeuw), had
gnostische geschriften zoals de sethiaanse Allogenes, Marsanes en
Zostrianus gelezen. In zijn traktaat Tegen de gnostici bestrijdt
hij diverse gnostische leerstukken, zoals de stapeling van hypostasen in
de gnostiek naast de door hem benoemde Ene, Geest, en Ziel. Plotinus keert zich
ook tegen de opvatting, dat de wereld opzettelijk kwaadaardig zou zijn gemaakt
door een lagere entiteit als de demiurg. Plotinus formuleerde dat een deel van
de gnostische voorstellingen aan Plato was ontleend, maar 'wat zij aan
nieuwlichterij te berde brengen, met het doel hun filosofie te poneren, heeft
met de waarheid niets te maken '. Plotinus' positieve waardering van de kosmos
en een theôria als kosmische kracht die alles in stand houdt
zijn noties die hij ontwikkelde als gevolg van zijn polemiek. Zijn beschrijving
van de ziel vertoont echter ook gnostische invloeden.
Van alle gnostische stromingen vertoont het sethianisme de
duidelijkste platonische invloed, in het bijzonder die van het
middenplatonisme. Die middenplatonische bronnen komen wellicht overeen met
bronnen van Plotinus. Dat zou verklaren waarom zij filosofische ideeën en
terminologie delen. In de sethiaanse Marsanes zijn metafysische en
rituele elementen bijvoorbeeld ook te herleiden tot het neopythagorisme of
de neoplatonist Jamblichus.
Jodendom
Onderzoekers die menen dat de gnostiek zijn oorsprong vindt
in het jodendom baseren zich vooral op de grote mythologische constructies in
de gnostiek. Er zou dan door een groepering, mogelijk in de marge van het
jodendom, in een vorm van verzet tegen een te strikt monotheïsme een
scheiding gemaakt zijn tussen de hoogste God en de Bijbelse scheppergod. In
veel gnostische teksten spelen figuren zoals Sophia (Wijsheid) een rol die ook
als manifestaties van God in joodse wijsheidsliteratuur als
bijvoorbeeld Spreuken voorkomen. In de joodse mystiek kon God
ook als een verschijningsvorm van de mens worden voorgesteld.
Gilles Quispel was van opvatting, dat de oorsprong
gezocht moest worden bij joodse sektes, die in het bestaan van twee goden
geloofden. In hun religieuze opvatting had God een vertegenwoordiger met de
naam Jaoël. Hij zat op een troon naast die van God en werd daarom
ook Metatron genoemd. Hij was de Engel des Heren uit
de Hebreeuwse Bijbel. De Maghariërs waren een van die sektes. De
sekte dateert uit de tweede en eerste eeuw v. Chr. Zij hadden de opvatting dat
de antropormofische voorstellingen van de Hebreeuwse God, zoals God
steeg op tot in de wolken, Hij schreef de Torah met Zijn hand, Hij
zit op Zijn troon geen betrekking hadden op God zelf, maar op deze
engel, die dan ook verantwoordelijk was voor de schepping. In een Samaritaanse bron,
de Malef , wordt gesteld dat de engel verantwoordelijk was
voor het creëren van het lichaam van Adam, maar dat God hem leven inblies.
Ook hier hebben de overeenkomsten echter vooral betrekking
op beelden en voorstellingen en niet op de religieuze essentie.
Christendom
De opvatting dat gnosis zijn oorsprong vindt in het
christendom werd enige tijd als achterhaald beschouwd. In de 21ste eeuw zijn er
toch weer enige publicaties verschenen met die opvatting. Die is gebaseerd op
een opvatting dat gnosis gekenmerkt wordt door een tegenstelling tussen de
goede God, de vader van Jezus Christus en de demiurg en boze engelmachten. Die
opvatting inzake een dan gnostisch dualisme steunt onder meer op
uitspraken in de brieven van Paulus. Sprekend over de wijsheid als 'Gods
verborgen en geheime Wijsheid' stelt Paulus in 1 Korintiërs 2:8:
'Geen van de machthebbers van deze wereld heeft die wijsheid gekend, zouden zij
die wel gekend hebben dan zouden zij de Heer der Heerlijkheid niet gekruisigd
hebben'. Met de machthebbers zouden hier geen menselijke heersers bedoeld zijn,
maar demonische krachten.
De meeste andere auteurs zien in deze en vergelijkbare
uitspraken geen aanleiding om de kruisdood van Jezus als de oorsprong van dit
gnostisch dualisme te zien. Ook in de laat-antieke wereld waren zeer veel
mensen overtuigd dat de mens door hemelse vorsten en machthebbers uit de
duisternis werd belaagd. Ook in vroegchristelijke milieus werd die opvatting
gedeeld en dacht men hierbij vooral aan gevallen engelen waarvan Satan het
hoofd was.
Gnostiek als zelfstandig fenomeen
Er is geen enkele auteur die ontkent dat de gnostiek
beïnvloed is door platonisme, jodendom en christendom. In toenemende mate wordt
echter gnostiek en gnosis in de kern als een zelfstandig fenomeen beschreven.
Groepen uit platonische, joodse en christelijke milieus voelden zich in de
eerste eeuwen aangesproken door de kern van het begrip gnosis. De verschillende
verschijningsvormen van en verhalen over gnosis zijn het gevolg van de
invulling van het begrip in meerdere milieus. Zij weerspiegelen het
intellectuele klimaat in hun ontstaansgebied.
Gnostische
theologie
De hoogste God is in de gnostiek volledig
transcendent. Hij wordt vaak de Vader, de Onkenbare en de Verborgene genoemd.
Hij is mannelijk noch vrouwelijk, persoonlijk noch onpersoonlijk. In de
gnostiek waren ook de eerste mensen androgyn. Die God brengt zichzelf uit
zichzelf voort en kan zich ontvouwen in andere goddelijke wezens. God kan
feitelijk alleen maar beschreven worden in termen van negatieve theologie,
dus door te benoemen wat hij niet is. Deze god is in daad boven het aardse
verheven. De mens kan tot hem opstijgen, maar hij bemoeit zich nauwelijks met
aardse aangelegenheden.
De meeste gnostische systemen kennen een vorm van monisme.
In die systemen ligt de oorsprong van het kwaad in de goddelijke
wereld zelf. De structuur van die goddelijke wereld wordt benoemd met het
woord pleroma. In de gnostische literatuur worden nogal wat varianten van
de structuur van het pleroma beschreven. Meestal was er echter een
basisstructuur van een Vader, een Moeder en een Zoon. De Vader ziet zich
weerspiegeld in het lichtwater dat hem omgeeft en realiseert zich dat hij
zichzelf ziet. Die gedachte verzelfstandigt zich en dat creëert de Moeder, vaak
aangeduid als de Eerste Gedachte of ook wel Barbelo. Zij ontvangt een lichtvonk
van de Vader en produceert een Licht, de Zoon. In alle gnostische teksten over
het pleroma verschijnen dan eonen, goddelijke krachten van een lagere orde
die paarsgewijs (mannelijk en vrouwelijk) gegroepeerd worden.
In de gnostische mythologie staat dat in het
pleroma een breuk plaatsvindt. Een van de goddelijke krachten, meestal Sophia,
ook wel Pistis Sophia, wil uit zichzelf iets voortbrengen zonder de
wetenschap van haar paargenoot en de Vader. Het gevolg is de misgeboorte van
de demiurg, vaak Jaldabaoth genaamd. Die wordt door Sophia
buiten het pleroma gestoten en wordt in de gnostiek vereenzelvigd met JHWH,
de Hebreeuwse God van het Oude Testament. Hij heeft veel kracht aan zijn moeder
onttrokken en dat stelt hem in staat de wereld en de mens te scheppen. De
goddelijke wereld is echter in staat de mens te bezielen met een goddelijke
vonk. De demiurg en zijn handlangers, archonten, trachten die vonk
gevangen te houden in zijn lichamelijk omhulsel. De meeste gnostici hadden dan
ook een negatieve waardering van het lichaam. Dat leidde bij sommige gnostische
stromingen tot het bepleiten van rigoureuze vormen van ascese en
afwijzen van seksualiteit en voortplanting.
Gnosis is in de gnostiek het resultaat van openbaring door
een Verlosser. Het gaat daarbij nooit om vergeving van zonden, maar om het
opheffen van onwetendheid. De verlosser kan Jezus Christus zijn. In de stroming
van het sethianisme is dat Seth en er zijn gnostische teksten,
zoals de Weergave van Seëm, waar dit weer een ander is. Als Christus wel de
verlosser is, wordt vrijwel altijd het standpunt uitgedragen, dat de goddelijke
Christus het lichaam van Jezus voor de feitelijke kruisiging verlaten
heeft. In geschriften als de Gnostische Openbaring van Petruswordt
op die manier de kruisiging als een nederlaag voor de demiurg voorgesteld.
Gnostische
mythologie en literatuur
De theologische opvattingen van de gnostiek worden
uitgedrukt en verwoord in vaak uitgebreide mythologische verhalen en
constructies. In andere gnostische geschriften wordt geen mythe verhaald,
maar gaat de auteur er vaak impliciet van uit dat de lezer bekend is met de
mythe.
In de meeste mythen wordt het verhaal van de breuk in het
pleroma vervolgd met de schepping van de wereld en de eerste mensen. Vaak wordt
een geschiedenis beschreven tot of even na de zondvloed. In de nu bekende
gnostische geschriften staan alleen al haast 500 passages die aan de eerste zes
hoofdstukken van het Bijbelboek Genesis gerelateerd zijn. In de
geschriften vindt een gnostische herinterpretatie van die passages plaats. Het
'Ik ben een jaloerse God' uit Exodus 20:5 alsmede 'er is geen God
buiten mij' (Jesaja 45) wordt vele malen in de mond gelegd van de demiurg. Deze
zelfproclamaties van een boosaardige demiurg suggereren dat deze ongewild het
bestaan van een hogere god bevestigde.
In het Apocryphon van Johannes wordt de
gnostische mythologie het meest uitgebreid beschreven. Vier maal stelt Jezus
expliciet in zijn instructies aan Johannes: 'Het is niet zoals Mozes zei'.
Een ander voorbeeld van een herinterpretatie in gnostische
geschriften is het eten in het paradijs door Adam en Eva van de boom
van de kennis van goed en kwaad. Nadat de boze machten hen dat hadden verboden
worden zij hiertoe aangezet door Christus. Alleen op die wijze konden zij
gnosis verwerven. De essentie is, dat de Schepper-God van het Oude
Testament de mensheid in onwetendheid trachtte te houden. In Ware
getuigenis wordt niet zoals in Genesis gesteld dat
de slang Eva verleidde, maar dat de slang slimmer was dan alle andere
dieren in het paradijs en dat die haar juist had ingelicht en geïnformeerd. In
die tekst staat dan ook: 'Wat voor God is dit? Eerst misgunde hij Adam te eten
van de boom van goed en kwaad. [...] Zo heeft hij zichzelf geopenbaard als
iemand die afgunstig het kwaad beoogt. Wat voor God is dit? Groot is de
blindheid van degenen die hem aanroepen en hem niet hebben leren kennen'.
In een aantal geschriften wordt Eva door archonten,
dienaren van de demiurg, verkracht. Het gevolg zijn twee zonen die JHWH
en Elohim heten, de twee namen voor God in de Hebreeuwse bijbel. Het zijn
beide demonische krachten, en om dat feit te verhullen, worden zij ook
aangeduid als Kaïn en Abel. Seth, de derde zoon van Eva, wordt wel door Adam
verwekt. In de gnostische traditie zijn het zijn nakomelingen, het zaad van
Seth, die in deze wereld aanwezig zijn om de verlossing van de mensheid te
bevorderen.
De Tweede verhandeling van de grote Seth is een
geschrift met een sterk polemisch karakter. Er is een lang tekstdeel in het
werk waarin vrijwel alle belangrijke figuren uit het Oude Testament,
zoals Adam, Abraham, Isaak, Jakob, Mozes, David en Salomo alsmede ook
Johannes de Doper belachelijk worden gemaakt. Christus beschrijft hen als
lachwekkende figuren die in dienst hebben gestaan van de dienaren van de
demiurg en de mensen alleen maar verder in onwetendheid hebben gebracht en
gehouden: 'Lachwekkend was Mozes, een trouw knecht. Door hem een vriend te
noemen hebben zij een goddeloze getuigenis over hem afgelegd, omdat hij mij
nooit gekend heeft, hij noch degenen die aan hem voorafgingen. Van Adam tot
Mozes en Johannes de Doper heeft niemand van hen mij noch mijn broeders
gekend.'
Gnostische evangeliën
Er zijn zes gnostische geschriften, waaraan de auteur
destijds de naam evangelie heeft verbonden. Geen van deze gnostische
evangeliën is te vergelijken met de vier canonieke evangeliën, die
opgenomen zijn in het Nieuwe Testament. Met name de drie synoptische
evangeliën vertellen een doorlopend verhaal over het leven van Jezus. De
gnostische evangeliën zeggen niets daarover. De totstandkoming van de tekst van
de gnostische evangeliën is ook op een tijdstip dat later is dan de Bijbelse
evangeliën. Alleen bij het Evangelie van Thomas wordt het mogelijk geacht,
dat er uitspraken van Jezus in voorkomen die aan een mondelinge traditie waren
ontleend die onafhankelijk was van de canonieke evangeliën.
Begin 21e eeuw was er veel publiciteit over een aantal van
deze gnostische evangeliën als gevolg van onder meer het verschijnen van boeken
als de Da Vinci Code in 2003 en de eerste uitgave van het Evangelie
naar Judas in 2006. Als gevolg daarvan verscheen in populaire lectuur het
beeld, dat in een aantal van deze gnostische evangeliën de ware Jezus meer aan het
woord zou zijn dan in de canonieke evangeliën, die bovendien bewerkt zouden
zijn door de Kerk.
Op het vakgebied geldt dat beeld als even onjuist als de
aanname dat de uitspraken in de Bijbelse evangeliën allemaal van Jezus zijn.
Het vroegste christendom kenmerkte zich door een grote mate van veelvormigheid
en was veel meer heterodox dan orthodox. Alle evangeliën zijn een
product van zeer pluriforme opvattingen van de verschillende vroegste
christelijke gemeenschappen.
Meerdere
stromingen
In de geschriften van de kerkvaders worden meerdere
stromingen binnen de gnostiek genoemd, die als ketterij worden veroordeeld.
Over de meeste van die stromingen is geen enkele andere bron van kennis
aanwezig. Aan de meeste van die stromingen kan geen overgeleverde literatuur
worden toegeschreven.
De oudste stroming zou die van Simon Magnus zijn,
eerste helft 1e eeuw. Hij werd door de kerkvaders beschreven
als de eerste gnosticus en degene 'uit wie alle ketterijen voortkomen'. Vanaf
het begin van de 2e eeuw moet er een simoniaanse
religieuze beweging zijn geweest. De simonianen hanteerden een wat primitieve
gnostische constructie die in schril contrast staat met de veel meer
uitgewerkte en complexe constructies van het valentinianisme en
sethianisme. Op het vakgebied overheerst overigens de opvatting dat deze
constructie gecreëerd moet zijn door latere volgelingen van Simon na zijn
overlijden.
Basillides (eerste helft 2e eeuw) was een
leraar in Alexandrië. Hij had een kring van volgelingen waaraan hij theologisch
onderricht gaf. Eusebius benoemde hem als de man waaruit de gnostische
beweging ontstond. Basilides was de auteur van de Exegetica, een
werk in 24 delen en een commentaar op het evangelie. Het is niet duidelijk welk
evangelie dit was. Basilides zou dan de eerst bekende auteur zijn die
commentaren schreef op wat later het Nieuwe Testament zou worden. Er was
tot eind 4e eeuw een gnostische stroming die zich op zijn
opvattingen beriep.
Van twee andere stromingen is echter duidelijk herkenbare
en aan die stromingen toe te wijzen literatuur bekend.
**
Onder meer dit soort ernstige waarschuwingen is wat haar
krachtig onderscheidt van alle mooipratende lichtwerkers, die er vooral mee
bezig lijken te zijn mensen een goed gevoel te geven, alsof de strijd reeds
gewonnen is. Overigens biedt Broekman de mensheid wel degelijk veel hoop, maar
benadrukt tegelijkertijd dat redding en verlossing NIET vanzelf komt, NIET
extern is, NIETS te maken heeft met een geloofsbelijdenis, en iets vergt
waarvan keer op keer blijkt dat de meeste mensen dit te moeilijk vinden: naar
binnen keren en jezelf onder ogen zien, en jezelf laten onderzoeken en
uitzuiveren door het Licht (/ de Geest). Een pijnlijk, maar zeer noodzakelijk
en cruciaal proces, dat de meesten weigeren aan te gaan, of niet voltooien, of
weer laten roven.
Het ware bewust worden is pas mogelijk als je jezelf
ontdoet van de wereldwijde bewustzijnsvernauwing en gevangenschap binnen een
afgebakende feitelijk wereld, en dat kan alleen als je in totale liefde
bentNiet spiritueel ontwaakt zijn is de sleutel, maar de
onnoemlijke zachte, doch krachtige onvoorwaardelijke liefde voor je medemens
zelf. Helma Broekmans finale conclusie (Liefde. Punt. (5)) komt feitelijk
naadloos overeen met de oorspronkelijke leringen van Jezus de Christus: Heb de
Liefde (God) lief boven alles, en je naast als jezelf.
Noot
Claudia: Het is duidelijk dat Broekman op het verkeerde
pad zoekt om redding en echte verlichting te verkrijgen. Zij maakt misschien
niet echt deel uit van de hele New Age, die erop gericht is je goed te voelen,
geen zondebesef aan te kweken, de mens als goddelijk te aanzien. Maar zij geeft
ook niet de ultieme oplossing door God te zoeken. Jezus laat Zich vinden in
Zijn volheid in de Rooms-Katholieke Kerk, die trouwens door Hem is opgericht.
De volledige reeks van genadegaven om het eeuwig leven bij God in de Hemel te verkrijgen
is enkel in de Rooms-Katholieke Kerk
te vinden.
Inderdaad komt redding en verlossing niet vanzelf, het
vraagt inzet en standvastigheid om je te ontdoen van alle zondesmet en de drie
invloedsferen: wereld, vlees en duivel. Je
positie in te nemen als Kind van God wat je alleen kunt bereiken door jezelf te
vernederen, je eigen wil te doden, de leer uit het Evangelie te volgen, de
voltooiing in de Rooms-Katholieke Kerk te vinden in de Sacramenten en volledige
Leer (geloof, gebed, vasten, devoties, catechismus ). Het is niet vaag de
term Licht gebruiken om je te zuiveren, maar de H. Geest die je helpt je te
ontdoen van zonde. Het is een bekeringsproces die een totale overgave aan God
vergt en een manier van leven is in LIEFDE
tot God en de naaste. Het is meer dan geloof, want het is de echte Waarheid,
de echte Werkelijkheid.
Het ontwaken zou je kunnen benoemen als het zich losmaken
van de zichtbare wereld (wereld, vlees en kwaad). En het zich richten tot het
Geloof in de Drie-ene God waar de redding vandaan komt in de Tweede Persoon,
het Woord, Jezus Christus. Het is de hele Gloriana in de Hemel.
29/5
Jezus: Mijn volk, dit zwarte kruis in je visioen heeft twee
betekenissen. De eerste herinnert je eraan om je eigen kruis op te pakken en
door het leven te dragen. De tweede betekenis is dat er meer mensen zullen
sterven in de voortdurende oorlog die Rusland voert tegen Oekraïne. Rusland zet
zijn oorlog in Oost-Oekraïne voort omdat het dichter bij hun voorraden voor hun
leger is. De oorlog van Rusland is net als Hitler, waar Rusland zijn voormalige
gebieden wil terugnemen. Pas op als Rusland wil uitbreiden naar andere Europese
landen. Je kan zien dat je leiders je wapenmakers laten proberen alle wapens te
vervangen die je naar Oekraïne stuurt. Je wapenmakers maken zich op voor meer
oorlogen, maar het vinden van de materialen om je wapens te maken wordt
schaars, net zoals andere dingen schaars zijn. Wees voorbereid om naar Mijn
toevluchtsoorden te komen als de oorlog erger wordt.
30/5
Jezus: Mijn volk, elke ochtend sta je op uit bed, je bent een
stap dichter om bij Mij in de Hemel te zijn. Dit leven is moeilijk omdat je
constant door de duivel wordt verleid en je minstens één keer per maand moet
biechten. Overal om je heen heb je te maken met ziekte en dood op
begrafenissen. Sommige families hebben niet eens fatsoenlijke begrafenissen met
een Mis. In plaats daarvan zijn er alleen begrafenisdiensten met veel crematies
om geld te besparen. In plaats van iemands leven te eren, proberen ze geld te
sparen zonder een goede afsluiting. De mensen van de nieuwe wereldorde proberen
de bevolking te verminderen met oorlogen, virussen, vaccins en hongersnood. Vermijd
het nemen van vaccins die je immuunsysteem aantasten. Vermijd ook om het
merkteken van het beest aan te nemen. Wees gereed om naar Mijn toevluchtsoorden
te komen wanneer Ik je zal roepen.
Jezus:
Mijn
volk, jullie zien nu een overweldigende publieke vertoning van een nieuwe
apenpokkenziekte, maar het is niet besmettelijk, behalve door lichamelijk
contact. Het is merkwaardig hoe miljoenen doses van een vaccin tegen apenpokken
twee jaar voor een eventuele uitbraak werden bereid. Dit is weer een geplande
virusuitbraak om paniek te veroorzaken en mensen bang te maken om in hun woning
te blijven voor een nieuwe mogelijke lock-down vlak voor de tussentijdse
verkiezingen. Je had verwacht dat er eerst een bloedingsvirus zou verschijnen,
maar de mensen van de nieuwe wereldorde kiezen er nu voor om in plaats daarvan
apenpokken te verspreiden. Mensen die pokkenvaccinaties hebben gehad, kunnen
nog steeds immuun zijn voor apenpokken. Je ziet enkele afschriktactieken
wanneer er slechts een paar honderd gevallen buiten Afrika zijn. Als de mensen
van de nieuwe wereldorde in staat zijn om nog een lock-down te bewerkstelligen,
moeten Mijn gelovigen misschien naar Mijn toevluchtsoorden komen voor
bescherming. Vertrouw op Mij om je te beschermen tegen de plannen van de
boosaardigen.
31/5
Bezoek van Maria aan Elizabeth: Maria: Mijn lieve kinderen, vandaag
vier je mijn bezoek aan de H. Elizabeth in Ein Karem. We waren allebei zwanger
en de H. Johannes de Doper in haar schoot ontmoette voor het eerst mijn Zoon,
Jezus, in mijn schoot. Het was toen dat de H. Elizabeth een deel van het
Weesgegroet-gebed bad, en toen deed ik mijn Magnificat-gebed. Ik had niet veel
woorden in de H. Schrift, maar de andere woorden van mij waren: "Doe wat
Hij je zegt." Dit was voor de bedienden in Kana, die de zes kruiken met
water vulden, zodat mijn Zoon het water in wijn kon veranderen voor de
bruiloftsgasten. Dit citaat kan ook voor iedereen bedoeld zijn, omdat ik jullie
altijd leid om mijn Zoon, Jezus, te volgen. Binnenkort zullen jullie onze
feestdagen van het Heilig Hart van Mijn Zoon en Mijn Onbevlekt Hart vieren,
aangezien onze twee Harten als één zijn samengevoegd. Blijf mijn Rozenkransen
bidden voor mijn intenties, en ik zal mijn mantel van bescherming over jullie
families leggen.
9/5 Jezus: Mijn
volk, Mijn Apostelen zijn opgevoed met de Joodse gebruiken van Mozes en de
Mozaïsche wetten. Deze omvatten het eten van koosjer voedsel en besneden
worden. Maar het was Mijn bedoeling dat Mijn Apostelen het Christendom over de
hele wereld zouden verspreiden. De heidenen volgden niet alle Joodse gebruiken,
daarom moest Ik Mijn Apostelen leren hoe ze nieuwe bekeerlingen konden maken.
In de eerste lezing van vandaag leerde Ik de H. Petrus hoe de heidenen niet
hetzelfde koosjer voedsel aten. Ik beschreef aan de H. Petrus hoe het voedsel
dat Ik iedereen geef niet godslasterlijk is toen Ik hem drie visioenen gaf van
het eten van verschillende soorten voedsel.
Later in de Handelingen van de Apostelen, en zelfs in de lezing
van vandaag, staken Mijn Apostelen hun hand uit om de heidenen op Mijn nieuwe
wegÿ te ontvangen. Uiteindelijk zou de H. Paulus de heidenen vertellen dat het
niet nodig was dat ze zich lieten besnijden om een Christen te zijn. Zelfs vandaag
vraag Ik jullie om mensen te bekeren tot Katholieken door Mijn sacramenten te
aanvaarden die Ik heb ingesteld. Er zijn verschillende religies, maar die
mensen, die in Mij geloven, kunnen nog steeds worden gered. Prijs en dank Mij
dat Ik barmhartig ben en in staat ben veel mensen over de hele wereld te
ontvangen.
Mijn volk, ik heb jullie eerder enkele boodschappen gegeven
dat jullie de vervolging van Christenen gewelddadiger zult zien worden. Satan
zit achter het doden van de ongeboren baby's door middel van abortus. Nu is er
een kans dat staten ervoor kunnen kiezen om abortus op verzoek te verbieden,
als en wanneer Roe vs Wade wordt vernietigd. Je ziet een open strijd tussen
goed en kwaad. De liberalen zijn zo ver naar links dat ze communistische
tactieken pushen. In de communistische landen zijn ze anti-God omdat ze willen
dat de staat hun god is om de gedachten van de mensen te beheersen. Communisme
en Christendom kunnen niet naast elkaar bestaan en daarom is links
voorstander van abortus, euthanasie en oorlogen, allemaal middelen om mensen te
doden ten gunste van Satans plan om de bevolking te verminderen.
Daarom toont liberaal links zijn kwade intenties in hun
strijd tegen het omverwerpen van Roe vs Wade. Mijn gelovigen vechten al jaren
tegen deze abortuskwestie en nu deze beslissing over abortus wordt teruggeven
aan de staten is dit een zegen die sommige baby's zou kunnen redden. Wees
voorbereid om het communisme in Amerika te stoppen, want het zal je vrijheden
wegnemen, en het is een satanisch middel om tegen Mij en Mijn volgelingen te
vechten.
10/5
Jezus: Mijn volk, jullie hebben de Handelingen van de Apostelen
gelezen en hoe de H. Paulus en Barnabas bekeerlingen voor Mij maakten in
Antiochië. In deze stad werden ze voor het eerst Christenen genoemd. Veel van
deze bekeerlingen waren heidenen omdat de H. Paulus veel heidenen onderwees. Ze
bekeerden ook enkele Joden toen ze wonderen van genezing zagen. In het Evangelie
hoorden de mensen veel van Mijn gelijkenissen, maar ze wilden weten of Ik de
Messias was. Ik heb ze niet rechtstreeks beantwoord, maar Ik getuigde van Mijn
vele wonderen aan hen als een teken dat Ik de Mensenzoon was. Aan het einde
vertelde Ik hun dat de Vader in de Hemel en Ik Eén zijn, maar ze begrepen de
volledige betekenis van Mijn woorden niet. Pas later, na het wonder van Mijn
Verrijzenis, werden sommigen van deze mensen gelovigen. Prijs en dank Mij dat
jullie ware gelovigen in het Geloof zijn geworden, wat een geschenk is om bij
Mij te zijn.
11/5
Jezus: Mijn volk, er komt deze week weer een bloedmaan aan, maar
dit is een teken van meer oorlog en moord. De Russische oorlog in Oekraïne
wordt steeds gewelddadiger, omdat ze proberen de aanvoerlijnen voor Oekraïne af
te sluiten. Jullie leiders geven miljarden dollars aan hulp en wapens aan
Oekraïne. Rusland voelt dat het al in oorlog is met de NAVO vanwege de
militaire hulp. Wees erop voorbereid dat deze oorlog zich naar Europa zal
verspreiden zodra Oekraïne is verslagen. Bid om deze oorlog te stoppen, maar
Rusland is de oorzaak van oorlog vanwege je zwakke leider.
12/5
Jezus: Mijn volk, terwijl Ik bij Mijn apostelen was, vertelde Ik
hun vele malen hoe Ik de vleesgeworden God was, en Ik beschreef mezelf als 'IK
BEN', wat de Naam is die Mozes van God de Vader ontving. Het Evangelie van Apostel
Johannes is gericht op Mijn Goddelijkheid en hoe Ik door God de Vader werd
gezonden om Mijzelf op te offeren als het volmaakte offer voor de verlossing
van alle zonden van de mensheid. Je viert Mijn overwinning over zonde en dood
in je Paastijd na Mijn Verrijzenis. Je leest over de begindagen van Mijn Kerk
in de Handelingen van de Apostelen. Verheug jullie dat Ik uit de dood ben
opgestaan en dat Ik altijd bij jullie ben bij het breken van het brood
tijdens jullie Missen.
Mijn volk, jullie hebben in de Handelingen van de Apostelen
gelezen hoe Mijn Apostelen en diakenen naar verschillende steden gingen om
Joden en heidenen te bekeren tot de wegÿ van Mijn leer. De Apostelen hebben
Mijn Kerk opgericht en het geloof werd doorgegeven aan jullie generaties om het
Geloof te delen dat Ik Mijn Apostelen heb geleerd. Ik blijf Mijn gelovigen oproepen
om goede evangelisten te zijn door hun voorbeeld van Geloof in Mij. Veel jonge
mensen vallen weg van hun oorspronkelijke geloof. Je kinderen moeten trouwe
ouders volgen, en de ouders moeten je kinderen vertellen hoe belangrijk het is
om naar de Mis en de Biecht te komen, zodat ze op de juiste weg naar de Hemel
worden gezet.
13/5 OLVrouw
van Fatima - Jezus: Mijn volk, in het Evangelie heb je de
verslagen gelezen van hoe Ik Mijn Apostelen vertelde dat Ik moest sterven en op
de derde dag moest worden opgewekt. En zo gebeurde het, en je leest in de
Handelingen van de Apostelen van Mijn verschijningen met Mijn wonden. Ik at ook
voedsel met ze om ze te laten zien dat Ik geen geest was, maar vlees en bloed.
Mijn discipelen waren getuige van al deze gebeurtenissen, en zij predikten Mijn
Evangelie en begonnen Mijn vroege Kerk. In het evangelie vertelde Ik de mensen
dat er in de Hemel veel woningen zijn, en Ik ga om een plaats voor te
bereiden voor alle zielen die het waard zijn om naar de Hemel te komen. Mensen,
die van Mij houden en Mijn vergeving van hun zonden zoeken, zullen eeuwig leven
met Mij in de Hemel hebben. Ik roep Mijn gelovigen op om hun geloof met anderen
te delen en bekeerlingen tot het geloof te brengen. Je moet ook de zwakke
zielen die van hun vroegere geloof zijn afgevallen, opnieuw bekeren. Bij de
Waarschuwing heb je zes weken de tijd om je familieleden te bekeren, zodat ze
hun kruis op het voorhoofd kunnen ontvangen door Mijn Engelen. Alleen gelovigen
zullen in Mijn toevluchtsoorden van bescherming worden toegelaten.
Maria: Mijn
lieve kinderen, jullie hebben het geluk dat mijn pelgrimsbeeld naar jullie toe
komt op mijn feestdag. Mijn zoon, ik weet dat je elke dag je drie rozenkransen
bidt voor mijn intenties. Je paste ook op je achterkleinzoon, Adam. De kinderen
zijn een genot om mee om te gaan. Je hebt je achterkleinkinderen aangemoedigd
om tot hun Sacramenten van Doopsel, Boete en H. Communie te komen. Je hebt de
verantwoordelijkheid om voor de geestelijke vorming van je kinderen,
kleinkinderen en achterkleinkinderen te zorgen. Plaats je kinderen onder mijn
mantel van bescherming en bid dat ze naar de Zondagsmis komen. Je kinderen zijn
sterk in Geloof, maar de kleinkinderen hebben bemoediging nodig. Blijf bidden
voor de zielen van je familie en leer hen elke dag te bidden.
14/5
Jezus: Mijn volk, het was droevig dat Judas ervoor koos Mij te
verraden, maar dit was om het plan van God de Vader te vervullen dat Ik op de
derde dag zou worden gekruisigd en opgewekt. De H. Petrus heeft Mij ook
verraden, maar hij had berouw en werd vergeven. De Apostelen kozen toen
Matthias om de plaats van Judas in te nemen om de twaalf weer compleet te
maken. In het Evangelie van de Apostel Johannes zegt hij dat je in Mijn liefde
moet blijven door Mijn geboden op te volgen. Hij schreef ook hoe je Mij niet
kiest, maar Ik het was die jou koos om Mij te volgen. Je bent gezegend met een
gave van Geloof om in Mij te geloven en je missie uit te voeren. Elke persoon,
die leeft, heeft door Mijn plan een missie gekregen. Het is aan elke persoon om
ervoor te kiezen om Mijn missie te vervullen in hun acties. Je daden en de
intentie van je hart hebben meer betekenis voor Mij dan je woorden. Vertrouw op
Mijn liefde en bescherming, en heb elkaar lief.
15/5
Jezus: Mijn volk, Mijn Waarschuwing komt eraan en je moet
regelmatig naar de Biecht komen om je voor te bereiden op je levensoverzicht.
De Waarschuwing is het begin van de eindtijd, maar wees niet bang, want Mijn
gelovigen zullen naar Mijn toevluchtsoorden worden gebracht en Mijn engelen
zullen je beschermen tijdens de verdrukking. Na Mijn Waarschuwing zal je zes
weken van bekering hebben zonder enige kwade invloed. Dit zal de tijd zijn om
je familieleden te helpen om echte gelovigen in Mij te zijn, zodat ze Mijn
toevluchtsoorden kunnen betreden met een kruis op hun voorhoofd. Je helpt hun
ziel te redden, aangezien je elke dag voor hun ziel hebt gebeden. Wanneer Ik Mijn
volk roep met Mijn innerlijke spraak, zullen alleen Mijn gelovigen deze oproep
horen. Zodra je door je beschermengel met een vlam naar de dichtstbijzijnde
schuilplaats wordt geleid, zal Ik je beschermen met Mijn engelen en je
onzichtbaar maken. De engelen zullen je voedsel, water en brandstoffen
vermenigvuldigen om te overleven gedurende de minder dan 3½ jaar van de
Antichrist.
Jouw toevluchtsoord zal worden uitgebreid tot 5.000 mensen
met de H. Jozef als je aannemer. Ik weet hoe ik 5000 mensen moet voeden, dus
maak je geen zorgen hoe dit zal gebeuren. Ik zal Mijn overwinning over de
Antichrist en de bozen brengen wanneer Ik Mijn Komeet van Kastijding zend. Mijn
toevluchtsoorden zullen schilden hebben van Mijn engelen zodat jullie geen
schade zullen oplopen door de Komeet. Dan zullen alle bozen van de aarde in de
hel worden geworpen. Ik zal je in de lucht doen opstijgen terwijl Ik de aarde
zal vernieuwen tot Mijn Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde, zoals je vandaag in het
boek Openbaring leest. Je zal een lang leven leiden in Mijn Tijdperk van Vrede,
maar alle mensen moeten een keer sterven. Je zult niet in de geest sterven,
want je zal voor altijd met Mij in je ziel leven. Je wordt gereinigd en
voorbereid op de Hemel waar je als Heiligen zult binnengaan. Verheug jullie,
Mijn volk, want je zal voor altijd bij Mij zijn in de Hemel.
16/5
Jezus: Mijn volk, ik heb reeds eerder gezegd dat de bloedmaan
een teken is van oorlogen en geruchten van oorlogen. Terwijl je de
verschillende stadia van de maansverduistering door de aarde, hebt bekeken, is
het ook een teken van hoe het kwaad een korte heerschappij van duisternis zal
hebben, en dan zal Mijn Licht van overwinning er uiteindelijk doorheen
schijnen. Mijn volk zal naar Mijn toevluchtsoorden moeten komen tijdens de
kwade duisternis van de verdrukking van de Antichrist. Na minder dan 3½ jaar zal
je Mijn overwinning zien terwijl Mijn Licht helder zal schijnen in Mijn
Tijdperk van Vrede. Jullie zijn Mijn Paasvolk en Mijn kinderen van het Licht
die zullen delen in Mijn overwinning op de bozen. Mensen, die weigeren zich te
bekeren en weigeren Mij lief te hebben, zullen van de aarde worden weggenomen
en naar de eeuwige vlammen van de Hel gaan. Verheug je met Mij, want binnenkort
zullen deze boosaardigen je niet langer kwellen. Het is triest dat deze zielen
verloren zullen gaan, maar deze zielen kiezen de Hel uit eigen vrije wil.
17/5
Jezus: Mijn volk, Mijn Kerk heeft een prachtige reeks tradities
die sommige mensen nog steeds eren. Wanneer je een heilige kerk binnengaat en
verlaat, kun je jezelf zegenen met wijwater en knielen naar Mijn tabernakel met
de geconsacreerde Hosties erin. Sommige kerken hebben nog een communiebank waar
je kunt knielen en de Heilige Communie op de tong kunt ontvangen. Als je een
hoogmis had, had je zes kaarsen aangestoken. Verheug je om Mijn Ware
Aanwezigheid bij je te hebben wanneer je Mij ontvangt in de Heilige Communie. Je
laat de Paaskaars aansteken tijdens de Paastijd. Deze tradities zijn al vele
jaren doorgegeven, en jullie kunnen Mij loven en prijzen tijdens de Heilige
Mis.
18/5
Jezus: Mijn volk, ik ben de Wijnstok en jullie zijn de ranken.
Zonder Mij kun je niets doen. Dit is een harde realiteit, maar het is waar. Mensen,
die Mij niet liefhebben en de vergeving van hun zonden niet zoeken, zijn als de
takken die van de wijnstok zijn afgesneden. Ze verdorren snel en worden in het
vuur gegooid. Blijf dus in Mij zoals Ik in jou blijf, en je zal de vreugde
hebben om gered te worden in Mijn liefde. Door Mijn Geboden te volgen en goede
vruchten voort te brengen in je goede daden, zal je een deel van Mijn Kerk
zijn. Ik geef iedereen een missie en de gaven die je nodig hebt om je missie te
vervullen. Blijf dicht bij Mij en je zal nog meer genieten van Mijn beloning in
de Hemel. Blijf bidden en geef het goede voorbeeld aan je gezinsleden, zodat ook
zij in de Hemel gered kunnen worden.
19/5
Jezus: Wees dankbaar als je een waterput hebt, zodat je aan vers
water kunt komen. Sommige van jullie meren en rivieren raken vervuild door
afvloeiing van boerderijen en zout op jullie wegen. Dit is waarom je zou kunnen
overwegen om wat vers water op te slaan samen met je drie maanden voedsel dat Ik
heb aanbevolen. Je ziet tekorten aan verschillende soorten voedsel in de
schappen van jullie winkels, wees daarom voorbereid want sommige slechte mensen
steken jullie voedselverwerkingscentra in brand. Je krijgt een behoorlijke
hoeveelheid voedsel uit China, en als er oorlog uitbreekt, kan je
voedseltekorten krijgen als de invoer wordt stopgezet. Wees indien nodig
voorbereid om naar Mijn toevluchtsoorden te komen als je voedsel niet langer
beschikbaar is in je winkels. Ik zal vermenigvuldigen wat je nodig hebt, zodat
je het voedsel hebt dat je nodig hebt om te overleven.
20/5
Jezus: Mijn volk, de meeste bekeerlingen om een Christen te zijn
in Mijn Kerk, zijn heidenen. Je dagelijkse leven is heel anders dan Mijn Joodse
erfgoed op aarde. Daarom werd in Mijn Vroege Kerk besloten dat heidenen die
zich bekeren tot het geloof in Mij, niet besneden hoeven te worden. Dit nieuws
werd met veel dank ontvangen. Ik hou zoveel van Mijn volk, en Ik was het die
jou koos; je hebt Mij niet gekozen. Mijn discipelen waren verheugd om met
elkaar te delen, net zoals jullie allemaal samen jullie maaltijd vierden
tijdens de Mis van gisteravond. Ga door met het delen van je Geloof met anderen
in het evangeliseren van bekeerlingen. Alle Christenen worden aangemoedigd om
Mijn Goede Nieuws van Mijn Verrijzenis onder de mensen te verspreiden.
21/5
Jezus: Mijn volk, toen Ik Mijn discipelen zond om uit te gaan en
Mijn Woord te prediken, zei Ik hen om uit te gaan naar alle naties om zondaars
te bekeren. Mijn volk van vandaag is ook geroepen om Mijn Goede Nieuws zo veel
mogelijk te verspreiden. Dit maakt deel uit van jullie Christelijke
verantwoordelijkheid om je geloof met anderen te delen. Je kan op rustige
plaatsen bidden, maar wees geestelijk niet lui, want je bent geroepen om
regelmatig te biechten en mensen te evangeliseren, waar je ook reist. Net als de
H. Paulus, wordt je ook door de Heilige Geest geroepen om bereid te zijn om te
reizen en zondaars te evangeliseren met Mijn Goede Nieuws. Ik zal voorzien in
alles wat je nodig hebt, zodat je de middelen hebt om Mijn Woord van Liefde te
delen.
Blijf je kaars aansteken tot en met Pinksteren. Deze
brandende kaars is een teken van Mijn Licht tijdens het Paasseizoen. Je hebt
gehoord dat je op de verkiezingsdag (8 november) een tweede bloedmaan krijgt.
Ik heb je gezegd dat bloedmanen een teken van oorlog zijn en dat er een oorlog
gaande is tussen Rusland en Oekraïne. Deze tweede bloedmaan is een teken dat
deze oorlog zich zou kunnen uitbreiden en er is een mogelijkheid dat China ook
Taiwan zou kunnen aanvallen. Als dergelijke oorlogen worden gevoerd, kan dit
Amerika naar de Derde Wereldoorlog leiden. Ik zal Mijn gelovigen helpen als
zo'n oorlog uitbreekt. Wees voorbereid om naar Mijn toevluchtsoorden te komen
als je leven in gevaar is. Dit zou veel mensen kunnen doden en Ik zal Mijn volk
naar Mijn toevluchtsoorden van bescherming roepen.
22/5
Jezus: Mijn volk, je hoorde in het nieuws hoe een Tabernakel uit
een kerk werd gestolen. Het Tabernakel werd later gevonden, maar de geconsacreerde
Hosties waren verdwenen en gebruikt voor zwarte missen. Toen het Tabernakel met
de geconsacreerde Hosties eenmaal was verwijderd, was ik niet langer Aanwezig
in die kerk. Dit was duivels omdat slechte mensen Mijn geconsacreerde Hosties
in zwarte missen gebruiken om Mijn Aanwezigheid te verontreinigen. Ik heb je
verteld dat wanneer de tijd van de Antichrist komt, Ik Mijn engelen mijn
gewijde Hosties zal laten verzamelen uit verontreinigde kerken, en deze Hosties
zullen worden gegeven aan Mijn toevluchtsoorden die geen Priester hebben. Wees
niet bang, want Ik zal een manier vinden om je tijdens de verdrukking dagelijks
de Heilige Communie te geven.
23/5
Jezus: Mijn volk, voordat Ik de Voorspreker, de H. Geest bij
Mijn Apostelen bracht, waren ze bang om zich uit te spreken uit angst dat ze
zouden worden gedood, net zoals Ik. Je hebt een schat van Mijn woorden die in
de vier Evangeliën werden opgetekend. Het is één ding om Mijn woorden te horen
en te lezen, maar het is iets anders om in je daden naar Mijn woorden te
handelen. Toen de vlammen van de Heilige Geest over Mijn discipelen kwamen,
spraken ze vrijmoedig over Mijn woorden en genazen ze veel mensen. Ze spraken
in veel verschillende talen en de mensen waren verbaasd om Mijn woorden in de
verschillende talen te horen. De tongen van vuur maakten de verschillende talen
mogelijk. Ze ontvingen de gaven en vruchten van de Heilige Geest waardoor ze
mensen konden genezen en zelfs mensen uit de dood konden opwekken. Nu waren ze
niet langer bang, maar ze werden geïnspireerd om Mijn woorden en daden aan de
mensen over de hele wereld te laten zien. Mijn gelovigen hebben nu ook Mijn Sacramenten
van doopsel en vormsel ontvangen. Jullie hebben allen dezelfde gaven van de
Heilige Geest om Mijn Goede Nieuws te verspreiden en zelfs mensen in geloof te
genezen. Daarom roep ik Mijn volgelingen op, om door je goede voorbeeld
bekeerlingen tot Geloof te brengen. Hoe meer zielen je naar Mij brengt, hoe
meer genaden je zal ontvangen voor je goede werken.
24/5
Jezus: Mijn volk, ik bereid jullie voor op de komende vervolging
van Christenen, wanneer jullie kerken zullen gesloten worden of afgebrand,
terwijl de boosaardigen zich voorbereiden op de verdrukking van de Antichrist.
Je kan zien dat de conservatieve Democraten Mijn gelovigen al racisten en zelfs
terroristen noemen, wegens hun oppositie. Hun hele plan is voor totale
machtscontrole, en ze eventuele oppositie neerslaan door hun 'cancel culture'.
Deze aanval op Mijn volk is puur duivels en daarom zal Ik Mijn gelovigen naar
Mijn toevluchtsoorden brengen. Je zal Mijn trouwe Rest zijn, terwijl de rest
van de mensen zal worden gehersenspoeld door de liberale tv-stations en
mediaplatforms.
25/5
Jezus: Mijn volk, in je visioen van een zwarte put, zien jullie
meer demonen losgelaten worden op de aarde
vanuit een poort naar de Hel. Steeds minder mensen bidden en komen naar de Zondagsmis.
Nog minder mensen bekeren zich van hun zonden door maandelijks te biechten. Dit
is waarom Ik je vertelde dat Mijn trouwe Rest klein in aantal is. Een groot
deel van de mensen houdt niet echt van Mij en aanbidt Mij niet. De boosaardigen
zijn van plan om je geldsysteem te veranderen, en je zult een verschuiving zien
naar elektronisch geld en het merkteken van het beest om te kopen en verkopen.
Weiger het merkteken van het beest te nemen en weiger een vaccin te nemen tegen
deze nieuwste apenpokken. Je ziet dat deze ziekten allemaal angstaanjagende
tactieken zijn om je onder controle te houden. De oorlogen met Rusland en China
kunnen een ramp zijn voor jullie economie. De mensen van de nieuwe wereldorde
willen je hun 'Great Reset' opdringen, zodat ze de Antichrist aan de macht
kunnen brengen. Wees gereed om naar Mijn toevluchtsoorden te vertrekken wanneer
jullie leven in gevaar is. Je zal onzichtbaar zijn voor de mensen die je
proberen te vermoorden. Vertrouw
op Mijn engelenbescherming.
26/5
Hemelvaartsdonderdag - Jezus: Mijn volk, dit feest is toen
Ik Mijn Apostelen in Bethanië verliet om terug te gaan naar de Hemel in Mijn verrezen
Lichaam. Ik hield van Mijn Apostelen en Ik moest weggaan zodat de Heilige Geest
in tongen van vuur op hen kon neerdalen. Zelfs Mijn engelen vertelden Mijn Apostelen
dat Ik op de wolken naar de aarde zou terugkeren, net zoals Ik hen had
achtergelaten. Veel mensen twijfelen en speculeren wanneer Ik zal terugkeren,
maar je hebt Mijn antwoord aan Mijn apostelen gehoord. (Handelingen 1:7-8) Hij
antwoordde: Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in Zijn macht
heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen
zullen plaatsvinden. Maar wanneer de H. Geest over jullie komt, zullen jullie
kracht ontvangen en van Mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria,
tot aan de uiteinden van de aarde.
Dit is nog een bevestiging voor jullie om niet te zoeken naar
datums voor Mijn Waarschuwing of wanneer Ik zal terugkeren. Alles zal gebeuren
volgens het plan van Mijn Hemelse Vader.
Mijn volk, jullie hebben gelezen en gehoord over de rijke
mensen die alle centrale banken van al jullie naties controleren. Ze plannen
een totale overname van de wereld, te beginnen met meer pandemische virussen en
vaccins. Ze staan op het punt je geldsysteem te veranderen in elektronisch
geld en een chip in het lichaam aan te brengen of het merkteken van het beest, dat
nodig zal zijn voor al het kopen en verkopen. Weiger om vaccins tegen
apenpokken of de bloedziekte van Marburg te nemen. Je kan de gevaccineerde of
zieke mensen zegenen met de Goede Vrijdag-olie, of het ge-exorciseerd water.
Wanneer het moeilijk zal zijn om te reizen, moet je misschien naar Mijn
toevluchtsoorden komen voor je bescherming.
Mijn volk, jullie zullen spoedig een aantal voedsel- en
watertekorten zien aankomen waarvoor Ik jullie vorig jaar heb gewaarschuwd. Ik
zal dit nog een keer herhalen, dat je voor elk gezinslid drie maanden voedsel
moet bewaren, samen met voldoende water om je gedroogde voedsel om te zetten in
eetbare soepen en maaltijden. Het gevaar bestaat dat je binnenkort heel weinig
voedsel of water in je winkelrekken zal zien. Als je geen voedsel en water hebt
opgeslagen, moet je je naar je winkels haasten voordat je winkelrekken leeg
zijn, en kopen wat je nodig hebt. Mensen, die de opslag van hun voedsel en
water niet gereed maken, lopen het risico om te verhongeren en hebben niet
genoeg water om te overleven.
Mijn volk, de donkere ramen in jullie visioen zijn een
teken dat jullie toevluchtsoorden door Mijn engelen zullen worden bedekt met
een onzichtbaar schild. Tegen het einde van de verdrukking zal Ik Mijn
gelovigen vragen om zwart plastiek over al jullie deuren en ramen te plakken,
zodat jullie Mijn rechtvaardige bestraffing van de boosaardigen niet zullen zien.
Zorg ervoor dat je genoeg zwarte plastiek zakken opbergt om al je deuren en
ramen te bedekken voor de laatste dagen.
Mijn volk, mensen, die het geld over de hele wereld
beheersen, zullen de VN-mensen in het zwart laten gekleed gaan om van deur tot
deur te komen om te proberen het merkteken van het beest op te dringen aan
iedereen. Ik zal Mijn gelovigen naar Mijn toevluchtsoorden roepen, zodat jullie
niet worden gedood voor het weigeren van deze chip. Als de mannen in het zwart
je pakken, en je weigert deze chip, zullen ze je naar de concentratiekampen
brengen waar je zal worden gedood. Dit is waarom je je woningen binnen de 20
minuten na Mijn innerlijke stem moet verlaten, zodat je niet gevangen wordt
genomen. Je beschermengel zal je naar de dichtstbijzijnde schuilplaats leiden
met een vlam om je weg te verlichten. Je
beschermengel zal je onzichtbaar maken op weg naar een toevluchtsoord.
Mijn volk, jullie zullen een verlies van elektriciteit zien
wanneer de nieuwe wereldorde-mensen het overnemen. Dit is de reden waarom Ik jullie
je zonnepanelen liet voorbereiden voor wat elektriciteit om wat lichten en je
waterputpomp te laten werken. Mijn getrouwen moeten hun toevluchtsoorden gereed
hebben met genoeg voedsel, water en brandstof. Ik zal vermenigvuldigen wat je
nodig hebt om de hele verdrukkingstijd van minder dan 3½ jaar te overleven.
Mijn volk, het is mogelijk om met Mijn hulp zelfstandig te
leven met je eigen voedsel, water en brandstof in je toevluchtsoorden. Je
toevluchtsengel zal een onzichtbaar schild over je toevluchtsoord plaatsen. Dit
schild beschermt je tegen schade door bommen, giftige gassen of virussen.
Jullie zullen allen moeten leren hoe je als Christelijke gemeenschap samen kunt
leven en elkaar helpen met je behoeften. Je zal een lichtgevend Kruis in de
lucht hebben om naar te kijken om je te genezen van al je kwalen. Je zal
dagelijks een Mis hebben door een Priester, of Mijn Engelen, die je dagelijks
de Heilige Communie brengen. Je zal de klok rond één gewijde Hostie in een
monstrans gebruiken voor je dagelijkse uren van Aanbidding. Vertrouw op Mij dat
Ik je zelfs zal beschermen tegen de komeet die veel mensen op aarde zal doden.
Ik zal Mijn overwinning brengen over alle boosaardigen die in de Hel geworpen
zullen worden. Ik zal de aarde vernieuwen en jullie zullen een lange tijd leven
in Mijn Tijdperk van Vrede. Na je dood zal je voor je eeuwige beloning naar de Hemel
worden opgewekt.
Mijn volk, bij de Waarschuwing zal je je levensoverzicht
hebben om te zien waar je beoordeeld zult worden over je levensacties. Je zal
een voorproefje hebben van je bestemming, of het nu in de Hemel, het Vagevuur
of in de Hel is. Na de Waarschuwing heb je zes weken tijd om je te bekeren
zonder kwade invloed. Dit zal de kans van Mijn gelovigen zijn om je hele
familie te helpen bekeren, zodat ze echte gelovigen in het geloof zullen zijn.
Als je familieleden eenmaal bekeerd zijn, zal Ik Mijn engelen een kruis laten
plaatsen op het voorhoofd van alle ware gelovigen. Alleen gelovigen met een
kruis op hun voorhoofd zullen in Mijn toevluchtsoorden worden toegelaten. Mijn
toevluchtsengel laat geen ongelovigen binnen. Deze ongelovigen zullen de plagen
op aarde ondergaan en dan de eeuwige vlammen in de Hel. Alle mensen, die naar
de Hel gaan, zullen dit uit eigen vrije wil doen.
27/5
Jezus: Mijn zoon, je zag hoe vervolgers Paulus voor een rechter
brachten en hij werd vrijgelaten. Nu laat ik jullie een levendig visioen zien
van zielen zoals ze voor Mij kwamen op de rechterstoel van God de Vader. Je kon
de zielen allemaal in een rij zien wachten op hun laatste oordeel. Er zijn
slechts twee keuzes. Je zal ofwel van Mij houden en de vergeving van je zonden
zoeken, of niet van Mij houden en zich niet bekeren. Je zag de gelovigen de
verschillende niveaus van de Hemel binnengaan, maar de niet-gelovigen werden in
de eeuwige vlammen van de Hel geworpen. Het is niet gemakkelijk om zoveel
zielen in de Hel te zien geworpen worden, maar sommigen kiezen deze bestemming
uit eigen vrije wil. Bid voor al je familieleden dat ze ervoor zullen kiezen om
van Mij te houden.
Mijn volk, in de toekomst zullen jullie nieuwe manieren
vinden om je treinen aan te drijven met behulp van magneten. Door gebruik te
maken van soortgelijke poolmagneten die elkaar afstoten, is het denkbaar dat je
met elektrische magneten een trein kunt verplaatsen met een kleine hoeveelheid
lucht tussen de magneten. Je kan een trein ook aandrijven door magnetische
velden te wisselen. Dergelijke toekomstige treinen zullen met weinig brandstof
heel snel veel vracht door ondergrondse buizen kunnen vervoeren. Je hebt veel
wetenschappers die kunnen helpen dingen te maken om elkaar te helpen, in plaats
van wapens te maken voor oorlogen. Je wapenmakers gedijen op het maken van
oorlogswapens voor beide partijen. Jullie industriële verdedigingscomplex
profiteert al jaren van oorlogen. Dit is waarom je leiders oorlogen willen,
zodat ze ervan kunnen profiteren en aan de macht kunnen komen. Je kunt dit nu
zien gebeuren in de oorlog in Oekraïne. Bid om jullie oorlogen te stoppen,
zodat veel mensen niet hoeven te sterven in deze vernietiging door Rusland.
Jezus: Mijn
geliefden, Ik schenk jullie mijn zegeningen van hoop, geloof, liefde en bescherming
tegen het kwaad van deze wereld.
MIJN WOORD IS EEN TWEESNIJDEND ZWAARD
Dat de verdorvenheid en duisternis doorboren, die deze
wereld verteren.
DE GRUWEL VAN VERWOESTING ZAL SPOEDIG IN DE HEILIGE PLAATS
STAAN
en verkondigen God te zijn. De Brenger van chaos en orde,
heeft zijn Demonische entiteiten ontketend, die een ziel zullen overweldigen
met duisternis.
DE HEMEL BEGINT OP TE ROLLEN
Extreme storingen in de hemel hebben de weerspatronen sterk
veranderd. Als Niburu nadert, worden de sterrenbeelden losgeschud en zullen ze
als vuur op de aarde neerregenen. Stormen worden heviger, terwijl de vier
winden elkaar tegenwerken. De elementen zullen blijven woeden, terwijl de aarde
wordt gezuiverd. Een zuivering die eerst moet komen voor Mijn duizendjarige regering.
VOEDSELTEKORTEN BLIJVEN ERGER WORDEN
Vertrouw op Mij voor je voorraden. Bereid je voor om je
veilig toevluchtsoord binnen te gaan, en je Beschermengelen te erkennen die je
naar veiligheid zullen leiden. Mijn geliefden, de tekenen van de tijd omringen
je, en toch weigeren zo velen het te zien.
MIJN TEKEN DAT MIJN LAATSTE DAAD VAN BARMHARTIGHEID AANKONDIGT
zal spoedig voor iedereen zichtbaar zijn, voordat de hemel
donker wordt. Waak en bid, bereid je hart voor. Ik stort Mijn genade uit voor
iedereen. Ik hou van jullie en wens dat niemand verloren gaat, maar eeuwig
leven heeft. Zo spreekt de Heer.
Maria:
Mijn
dochter, Satan wil het beeld van God ontheiligen, door je te inenten met zijn
giftige beet, die je DNA zal veranderen, en je ziel zal overschaduwen in een
sluier van duisternis, en zo de weg vrijmaakt voor het toedienen van zijn
merkteken. Zie, het laatste uur is aangebroken en Ik wijs de weg naar je enige
hoop en je enige redding, Mijn Zoon Jezus Christus. Een sluier van duisternis
daalt neer op deze slechte generatie, ga weg, mijn kinderen. Zoek toevlucht in
de Heilige Harten van mijn Zoon en mij, waar je beschut en verborgen zult zijn
voor het kwaad dat nu deze wereld heeft verteerd.
Mijn ziel verheerlijkt de Heer voor jullie. Kom onder mijn
mantel, in biddende gemeenschap met mijn Zoon, heb berouw over je zonden; en
laat Zijn stralen van Goddelijke Barmhartigheid helder op jullie schijnen, die
de duisternis van de zonde verdrijft, die je ziel bevlekt en je reinigt van
alle ongerechtigheid. Mijn kinderen, bid voor elkaar, dat jullie stappen
geordend zullen worden op het pad van gerechtigheid, dat mijn Zoon voor jullie
heeft geplaatst. Bid mijn kinderen, voor de Priesters die de schapen van mijn
Zoon weiden, die nu vervolgd worden. Bid, mijn kinderen, bid onophoudelijk, en
laat de Engelen zich voor jullie tot de troon van God verheffen, en onthoud
altijd mijn beloften. Zo spreekt jullie liefhebbende Moeder.
Als de vederen van vleugels mij overschaduwen hoor ik de H. Aartsengel Michaël zeggen: Mogen de
Trinitarische Zegeningen, die uit het H. Hart van Onze Heer en Redder vloeien,
op jullie rusten, waar genade, barmhartigheid en bescherming worden verleend.
VOLK VAN GOD, KEER TERUG NAAR GEBED, ER IS VEEL GEBED NODIG
Volk van Onze Heer en Redder, laat jullie gebeden
onophoudelijk zijn voor de zielen die in gevaar verkeren. Laat jullie gebeden
onophoudelijk zijn voor elkaar. Blijf in gebedsvolle vereniging met Onze Heer
en Redder, waar er bescherming is voor de aftakeling van de menselijke
conditie. Moge jullie gebeden opstijgen tot Gods Troon, waar iedereen wordt
gehoord.
VOLK VAN GOD
Laat de Rozenkrans van Licht van Onze Gezegende Moeder niet
achterwege, want ze verdrijft de duisternis die jullie omringt.
GELIEFDEN VAN ONZE HEER EN REDDER, DE DERDE RUITER, BRENGER
VAN HONGERSNOOD
is ontketend, om de landen te verwoesten, en hen dor te
maken. Terwijl de voedseltekorten erger worden, is het zeer dringend om jullie
voorraden voor te bereiden, vertrouwend in Onze Heer en Redder voor je
behoeften.
DE VERDRUKKING VAN DEZE DAGEN WORDT HEVIGER
Het is zeer dringend dat een bekering plaatsvindt in je
ziel, door dagelijks berouw, dat het hart verzacht en de ziel vernedert.
VOLK VAN GOD, LET OP VOOR DE WOLVEN IN SCHAAPSKLEDING
Neem niet deel aan deze nieuwe religie, dat een vervalsing
is van ware verering. Een valse mis met een onheilige communie, waar het kwaad
wordt verwelkomd en ontvangen. Neem niet deel aan deze gruwel!
De gruwel van vernietiging zal spoedig worden geopenbaard. Zijn
teken van verdoemenis zal spoedig worden geopenbaard. Zijn teken van
verdoemenis komt eraan, een teken om te kopen en verkopen onder het mom van
gemak en het te aanvaarden in een nieuwe wereldorde. Ik sta klaar met menigten
Engelen om jullie te verdedigen tegen de slechtheid en valstrikken van de
duivel, wiens dagen er maar weinig zijn. Zo spreekt jullie Waakzame Verdediger.
Openbaring
6:5-6: Toen het derde zegel werd verbroken, hoorde ik het derde
wezen zeggen: Kom! Ik zag dit: een zwart paard met een ruiter, die een
weegschaal in zijn hand hield. Te midden van de vier wezens hoorde ik iets als
een stem zeggen: Een dagloon voor een portie tarwe en hetzelfde bedrag voor
drie porties gerst. Maar laat wijn en olijfolie ongemoeid.
6/6
Het teken van Onze Heer zal het hart van de mensheid raken
Jezus: Mijn
geliefden, ontvang mijn zegeningen van geloof, hoop, liefde en bescherming,
terwijl jullie verder wandelen in Mijn liefde. Nu is de tijd, de naties staan
klaar, de wereldoorlog staat voor de deur. Er zijn nu plannen in gang gezet
om de weg vrij te maken voor de zoon des verderfs. Hij komt onder een vlag van
vrede met plannen voor wereldheerschappij. Hij zal velen hypnotiseren en
bedriegen met louter salontrucs en zachte woorden en velen zullen buigen en hem
aanbidden omdat hij mij nabootst. Laat je niet misleiden door zijn leugens en
bedrog, conformeer je niet aan de wegen van deze wereld die jullie ertoe
brengen zijn giftige inenting te ontvangen die het beeld van God ontheiligt en
zijn merkteken op jullie neemt. Maar je zal hem herkennen aan zijn vruchten.
Luister, luister naar Mijn oproep, want Ik ben de goede Herder en Mijn schapen kennen
Mijn stem. Kom naar Mij met gebed en smeking, heb berouw en keer je af van deze
wereld die nu in duisternis is gevallen. Bekeer je door het licht van Mijn
Waarheid en laat Mijn Barmhartigheid jullie overspoelen en schuil in de H.
Harten van Mijn Moeder en Ik. Zo spreekt de Heer.
Maria: Mijn
kinderen, luister naar de instructies van mijn Zoon. Heb berouw en sta toe dat Zijn
Goddelijke Barmhartigheid op je schijnt en licht werpt op de zonde in jullie
leven. Zie, ik presenteer de redding van de wereld, mijn Zoon Jezus Christus.
Ontvang Hem vandaag en aanbid Hem op je knieën in aanbidding. Waardig is het Lam,
mijn Zoon van alle eer en lof. Bid, mijn kinderen, laat jullie gebeden
opstijgen naar de Vader voor de Kerk die vervolgingen zal blijven ondergaan.
Bid voor de bescherming van Priesters die de schapen van mijn Zoon blijven
hoeden. Bid mijn kinderen, bid onophoudelijk. Zo spreekt je liefhebbende
Moeder.
Als de vederen van vleugels mij overschaduwen, hoor ik de H. Aartsengel Michaël zeggen: Als
prins van de Hemelse legioenen, schenk ik jullie Onze Koning en Redder,
Trinitarische Zegeningen van Geloof, Hoop, Liefde en Bescherming. Volk van God,
het is zeer dringend dat er in je hart een bekering plaatsvindt, zodat je in
Gods Liefde kunt wandelen. Satan jaagt op je zwakheden waardoor je struikelt en
valt. Satan veroorzaakt verdeeldheid binnen de huiskerk die de functie van de
hele Kerk aantast, en plaats maakt voor de valse kerk en haar gruwelen.
Volk van God, verlaat je post niet, waak en bid, terwijl je
je aandacht vestigt op de tekenen die aan de hemel worden weergegeven en die de
triomfantelijke terugkeer van Onze Koning en Redder aankondigen en ernaar
verwijzen. Hemelse storingen nemen toe als puin de atmosfeer van de aarde
binnenkomt als een regen van vuur.
Een 9de planeet is het zonnestelsel binnengekomen. Een
conjunctie van planeten zal botsen waardoor de lucht rood wordt. Het teken van
onze Heer zal de harten van de mensheid treffen. Maak je hart gereed voor een
ontmoeting met onze Heer en Redder, Jezus Christus. Volk van God, het is zeer
dringend om door te gaan met het bidden van de Rozenkrans van Licht van Onze
Heilige Moeder, een baken van hoop voor de mensheid. Bid onophoudelijk voor de
bekering van zondaars. Laat je onophoudelijke gebeden opstijgen naar Gods Troon.
Hongersnood en voedseltekorten zullen aanhouden als de vier
ruiters van de Apocalyps worden losgelaten. Bereid je voorraden voor, vertrouwend
op onze Heer en Redder, Jezus Christus, voor je behoeften. Erken je Beschermengelen
die de wacht houden en je naar veiligheid zullen leiden in tijden van gevaar.
Ik sta klaar met menigten Engelen om je te verdedigen tegen de slechtheid en valstrikken
van de duivel, wiens dagen er maar weinig zijn. Zo spreekt je Waakzame
Verdediger.
6/6
Maria: Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart:
IK ZEGEN
JULLIE MET MIJN LIEFDE, IK ZEGEN JULLIE MET MIJN FIAT.
Kinderen, ik roep jullie op om je te bekeren. Sommigen
vragen zich af: hoe me bekeren?
Je moet besluiten om je af te keren van zonde, van alles
wat je spirituele en fysieke zintuigen, geest, gedachte en alles wat je hart
verhardt, bederft.
Je moet een vaste beslissing nemen, een vast voornemen om
elke val te corrigeren, die je kunt tegenkomen bij het zich losmaken van het
wereldse, van het zondige en van ongepaste gewoonten. De tirannie van het
menselijk ego is sterk wanneer het de controle heeft gekregen over de
verlangens van het vlees en de zintuigen.
Bekeer je door je te verwijderen van wat je aantast en je
leidt naar het lage en inferieure waar de demon beweegt. Zonde brengt je ertoe
Mijn Goddelijke Zoon te ontkennen en dit is zeer ernstig, aangezien het
resultaat is dat je jezelf de Eeuwige Redding ontzegt, als je je niet bekeert.
Zonde
is het betreden van het gevaarlijke terrein van wat verboden en ongepast is,
daar waar de ziel lijdt.
Jullie hebben een vrije wil en Ik zie zoveel van Mijn
kinderen voortdurend uit dwaasheid in dezelfde zonde vallen, ze zeggen:
"Ik ben vrij, de vrijheid is van mij", en zo zinken ze in de
misselijkmakende wateren van zonde, waar ze niet uitkomen omdat ze hoogmoedig
zijn, door misbruik van vrije wil.
BEKEER
JULLIE!
Denk na over hoe je bent, wat je doet, hoe je reageert, hoe
je bent met je broeders en zusters, hoe je handelt en werkt. (Ps. 50 (51):4-6)
Kinderen, de mensheid is in gevaar en zonder bekering is ze
een gemakkelijke prooi voor het kwaad.
ER
KOMEN GROTE VERANDERINGEN AAN!
Er komen modernismen die de spiritualiteit van Mijn
kinderen vernietigen, waardoor ze Mijn Zoon verraden. Er zijn zovelen die
denken dat ze wijs zijn, die uiteindelijk dwazen zijn en in het verachtelijke
vallen.
De verandering in de mensheid is dringend (nodig), zodat ze
niet wordt misleid.
De mens heeft voortdurend bekering nodig en moet
voortdurend van zonde gereinigd worden.
Ik roep jullie op om jullie als Volk van Mijn Zoon te
versterken met vasten, gebed, de Eucharistie en broederlijkheid.
ALS
MOEDER ZOU IK JULLIE ALLEEN WILLEN SPREKEN OVER DE GROOTSHEID VAN DE HEMEL,
MAAR OP DIT MOMENT MOET IK JULLIE SPREKEN OVER HOEZEER ZE NADERT EN ZE JULLIE TEN
VAL KAN BRENGEN.
In dit huidig moment moet de mens zich veranderen en zich
voorbereiden om volledig nieuwe mensen te zijn.
Geweld neemt toe in het licht van de onenigheid van de
mensheid en veroorzaakt chaos in het ene en het andere land. Daarom roep Ik
jullie op om Mijn Goddelijke Zoon te aanbidden, te bidden en broederlijk te
zijn. Wat de mens niet in zich heeft, kan ze niet geven.
KINDEREN,
JULLIE HEBBEN DE BEHOEFTE OM MIJN ZOON TE AANBIDDEN, ZODAT JULLIE HEM AAN JE
BROEDERS EN ZUSTERS KUNNEN OVERBRENGEN VOORDAT HET TE LAAT IS.
Geliefd Volk van Mijn Zoon, dit is het moment om je hart op
te heffen naar Mijn Zoon, als jullie je afscheiden van Mijn Zoon zorgt dit
ervoor dat jullie geen onderscheidingsvermogen hebben.
Er
komen meer ziekten aan die niet de Goddelijke Wil zijn, maar de wetenschap die
wordt misbruikt. Bid en gebruik wat je werd gegeven.
WEES BROEDERLIJK EN STA GEEN GESCHILLEN TOE...
EENHEID IS DRINGEND. WIE IN CONFLICT LEEFT, ZAL
ZICHZELF ALLEEN VINDEN VOOR HET GEVAAR VAN HET KWAAD.
Ik zegen jullie met Mijn Liefde, kom naar Mijn Schoot.
Ik blijf bij het Volk van Mijn Zoon. Vrees niet, ik bescherm jullie.
Moeder Maria
3 x
WEES GEGROET ONBEVLEKTE MARIA, ZONDER ZONDE ONTVANGEN
Luz de Maria
Broeders en zusters:
Als Moeder van Christus is de Allerheiligste Maagd de
Moederlijke Liefde die voor de mensen wordt vervuld.
Zij zegent ons met haar Fiat, met haar ´Ja¡ aan Gods Wil,
zodat wij, als Zijn kinderen, herhalingen mogen zijn van het werk en de daden
van Onze Allerheiligste Moeder.
Zij roept ons op tot bekering van alles wat zonde is en
legt de eerste stappen tot bekering uit.
Ieders reactie op de oproep tot bekering zal ons
tegelijkertijd de kracht geven om te dragen wat de mensheid overkomt. Omdat in
de onderscheiding die door de Heilige Geest wordt gegeven, de kinderen van God
meer van God dan van het kwaad kunnen zijn.
Deze oproep is tot onderscheiding, wat overgave aan
Christus is en verzaking van de wereld en van het vlees.
IK BEDEK JULLIE MET DE LIEFDE VAN MIJN GEEST OM
JE MET AL WAT NOODZAKELIJK IS TE VOORZIEN OM TE WERKEN IN MIJN KONINKRIJK.
Mijn Volk gaan op het pad van Mijn Lijden.
Mijn Volk zal Mijn Kruis dragen - ja, Mijn Kruis van glorie en majesteit
Zonder Mijn Kruis te vrezen, zullen Mijn kinderen het dragen om al wat zonde is
erop achter te laten.
Mijn kinderen, het is noodzakelijk dat jullie begrijpen dat
de mens die leeft door en voor het vlees niet de zaken van de geest begrijpt;
(Gal 5:16,17 en 6:8) hij zal handelen en werken in het vlees, zeer ver van Mijn
Wil.
Mijn kinderen beleven een voortdurende bekering, strijdend
en zich distantiërend van alles wat werelds is, biddend en offerend voor de
bekering van hun broeders en zusters, die in wereldsgezindheid leven.
Mijn Volk, leef door verder te gaan, navigeer en strijd
hand in hand met Mijn Gezegende Moeder, zodat Mijn Moeder jullie zal optillen
als jullie voelen dat jullie niet langer verder kunnen.
BEREID
JULLIE NU SPIRITUEEL VOOR!
Woede gist in Mijn kinderen en ze verliezen hun gezond
verstand, confronteren elkaar, belegerd door de Duivel, die op dit moment
oprukt, wetende dat hij verslagen is door Mijn Allerheiligste Moeder.
MIJN
GELIEFDEN, DE HONGERSNOOD GAAT VERDER ZONDER DAT JULLIE WORDEN GEWAARSCHUWD.
Schaarste heeft reeds sommige landen bereikt en toch worden Mijn Oproepen nog
steeds geminacht. Met de hongersnood zal de mensheid beroofd worden van wat
nodig is, zullen ze daardoor aangewakkerd worden en zullen opstanden als een
plaag uitbreken van land tot land.
De machtigen van de wereld zullen jullie hulp aanbieden in
ruil voor het vervoegen van de rangen van de Antichrist.
Bid, Mijn kinderen, bid voor het Midden Oosten.
Bid, Mijn kinderen, bid voor je broeders en
zusters die lijden door oorlog.
Bid, Mijn kinderen, bid betreffende de plagen
van de natuur.
Mijn Volk:
BLIJF
VOORTDUREND GROEIEN IN GELOOF EN WEES EXPERTS IN LIEFDE. MIJN WET MOET GEGRIFT ZIJN IN JULLIE HART. (Hebr.
8:10)
Bid,
in de wetenschap dat Mijn H. Geest verharde, ondoordringbare harten van steen,
waarin Mijn Liefde onbekend is, overwint.
Mijn Volk, Ik hou van jou:
Ik treur om wat er gebeurt en met meer kracht zal gebeuren...
Ik treur om het lijden van Mijn kinderen, daarom ga Ik naar
elk van hen als een bedelaar die al zijn voedsel in Liefde vindt.
Blijf vertrouwen op Mijn Liefde en Mijn Bescherming voor
elk van Mijn kinderen. Voor mij is elkeen Mijn grote schat.
HOU DE HOOP LEVEND: IK ZAL NOOIT VERSLAGEN
WORDEN. IK BEN JULLIE HEER EN JULLIE GOD EN JULLIE ZIJN MIJN KINDEREN. ZULLEN
ZIJ ERIN SLAGEN JULLIE TE VERSLAAN?
IK
VERZEKER JULLIE DAT IK JULLIE BEWAAR EN PERMANENT BESCHERM. KOM NAAR MIJ!
Mijn Zegen is met jullie.
Jullie Jezus
3 X
WEES GEGROET ONBEVLEKTE MARIA, ZONDER ZONDE ONTVANGEN
Luz de Maria
Onze Koning en Heer Jezus Christus claimt ons voor
Zichzelf. Voor de wereld zegt Hij dat wij Zijn kinderen zijn, en als Zijn
kinderen zullen we het gewicht, de pijn en het lijden van Zijn Kruis dragen,
maar niet een Kruis van nederlaag, maar het Kruis van glorie en majesteit.
Laten we niet vergeten dat Pinksteren één van de
belangrijkste plechtigheden in de Kerk is. Ik wil enkele woorden van Paus
Benedictus XVI van zondag 27 mei 2012 citeren:
Jezus
zendt, nadat Hij is opgestaan en opgevaren naar de Hemel, Zijn Geest naar de Kerk,
zodat elke Christen kan deelnemen aan Zijn eigen Goddelijke leven en Zijn getuige
in de wereld kan worden.
Jezus: Mijn
kinderen, broeders en zusters, dank je dat je geknield hebt onder Mijn kruis.
Broeders en zusters, voed jezelf met wat Ik jullie heb nagelaten - Mijn levende
Aanwezigheid, in lichaam en bloed. Aanbid het Heilig Sacrament en er zullen
vele genaden zijn die je zal ontvangen. Mijn kinderen, maak gebruik van deze
tijden waarin jullie vrij over Mijn Lichaam kunnen beschikken; binnenkort
zullen ze je bedriegen en zeggen dat het slechts een nagedachtenis is. Ik geef
je persoonlijk deze waarschuwing: lees dikwijls het Heilig Evangelie - dit
alles wordt teniet gedaan en je zal het in het geheim moeten doen. Ik zeg je
dat dit Heilige Waarheid is.
Mijn broeders en zusters, vraag Mij om troost en vereniging
onder broeders en zusters; open je hart voor de kracht van de Heilige Geest,
die nieuwe mensen van jullie zal maken. Sta ten dienste van de zwaksten, wees
nederig en laat trots en hooghartigheid varen, vooral degenen die, terwijl ze
de boodschappen van Mij en Mijn Moeder lezen, alles belachelijk maken, toch
zouden ze als ze zouden lezen, overwegen en bidden, Ikzelf in hun hart
reageren. Nu zegen Ik jullie in de naam van de Vader, in Mijn Naam en die van
de Heilige Geest. Amen.
Vandaag tijdens de Heilige Mis verscheen Onze Heer helemaal
in prachtig wit.
Hij zei: Bid altijd
stralend tot Mij en vertrouw altijd op Mij, want Ik Ben altijd bij je.
Maar Ik
wil je ook vertellen dat er veel gebeurtenissen zijn die jullie allen te
wachten staan, die Ik jullie niet zal onthullen, omdat Ik jullie geen angst wil
bezorgen. Je zal ze ervaren.
1/5 Jezus: Mijn
volk, Mijn Apostelen keerden terug naar hun oude vissersberoep, maar ze vingen
geen vis totdat Ik hen opdracht gaf hun net aan de rechterkant uit te werpen.
Toen vingen ze zoveel vissen, dat ze ze alle 153 aan land moesten slepen. Ze
zouden nu een ander beroep hebben van vissers van mannen en vrouwen wanneer ze
zielen zouden evangeliseren om gelovigen in Mijn Goede Nieuws te zijn. De H. Petrus was de leider, die ik aanstelde, maar ik vroeg hem drie keer of hij van
me hield, wat hij zei dat hij deed. Toen zei Ik hem Mijn lammeren te voeren.
Dit was om de twijfel en angsten van de H. Petrus te genezen, toen hij Mij drie
keer verloochende. Dit was mijn derde verschijning nadat ik uit de dood was
opgestaan. Het aantal vissen geeft alle naties aan die Ik Mijn apostelen heb
geroepen om uit te gaan en te evangeliseren. Ik roep ook al Mijn gelovigen op
om er ook op uit te gaan om zoveel mogelijk zielen te evangeliseren.
2/5 Jezus:
Mijn
volk, in dit visioen van Mijn tabernakel, zien jullie de uitstraling van Mijn
kracht als God, en jullie moeten Mij eren door te knielen wanneer je de kerk
binnenkomt en wanneer je weggaat. Jullie zijn gezegend wanneer je naar de
dagelijkse Mis komt dat je Mijn werkelijke tegenwoordigheid bij je hebt in je
ziel. Dit is waarom je waardig moet zijn om Mij te ontvangen door geen
doodzonde op je ziel te hebben. Je kan naar de Biecht komen om elke doodzonde
te reinigen, zodat je een reine ziel hebt om Mij te ontvangen, en je zo altijd
gereed bent om Mij onder ogen te zien bij je oordeel, mocht je plotseling
sterven. Je moet je ziel voorbereiden als je ooit zou sterven. Ik hou van al
Mijn mensen, maar je moet Mij elke dag je liefde tonen in je gebeden en je
goede daden. Geef het goede voorbeeld aan je kinderen en leer ze bidden. Blijf
bidden om de ziel van al je familieleden te helpen redden.
3/5 Jezus: Mijn
volk, Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan
door Mij. (Johannes 14:6) De Apostelen wilden dat Ik hun God de Vader zou
tonen, maar Ik zei hun dat iedereen die Mij ziet, de Vader ziet omdat Wij Eén
zijn met de Heilige Geest in de Allerheiligste Drie-eenheid. Ik vertelde Mijn Apostelen
dat ik waarlijk de Zoon van God ben, en Ik zei hun in Mijn wonderen te geloven.
Ik werd Godmens zodat ik aan het Kruis kon sterven en de hele mensheid redding
kon brengen. Voordat Mijn Apostelen de Heilige Geest ontvingen, vonden ze het
moeilijk om Mijn Goddelijke en aardse natuur te begrijpen. Mijn incarnatie als
Godmens was een wonder op zich. De mens kan de Allerheiligste Drie-eenheid niet
volledig begrijpen omdat het een mysterie is van de Kerk. Ik heb de hele
menselijke toestand ervaren, behalve de zonde, daarom weet Ik wat jullie allemaal
lijden in het leven. Het is een strijd om in dit leven te leiden, vooral
wanneer je wordt beproefd door demonen. Wees niet bang, want Ik geef je
geestelijk leven in Mijn Eucharistie, en Ik geef je je Beschermengel om je naar
de Hemel te leiden. Als je door demonen op de proef wordt gesteld, aanroep Mij dan
en Ik zal je Mijn engelen sturen om je te beschermen. Vertrouw op Mijn kracht
die groter is dan die van alle demonen.
4/5 Jezus: Mijn
volk: De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden. Dit is het
werk van de Heer, een wonder in onze ogen. (Psalm 118:28-29) Daarom zeg Ik u,
dat het Koninkrijk van God van u zal worden ontnomen, en gegeven worden aan een
volk dat het wel vrucht laat dragen. (Matteüs 21:42-43) Ik heb Mijn Kerk
opgericht met de H. Petrus als hoofd en de eerste Paus. Mijn Kerk heeft Mijn
persoonlijk gezag en dat heeft al die jaren geduurd tot nu toe. Verheug me dat
Ik bij elke Mis Mijzelf bij je heb gehouden in Mijn Eucharistie. Geef lofprijzing
en aanbidding voor Mijn Heilig Sacrament zo vaak als je kunt. Dit is hoeveel Ik
van jullie hou, en Ik wil dat jullie ook van Mij houden.
Mijn volk, tot ongeveer 300 na Christus werden Christenen
gemarteld vanwege de Romeinse keizers. In de lezing lees je hoe Saulus de
steniging van de H. Stefanus steunde. Saul vervolgde ook de vroege Kerk totdat
hij bekeerd werd tot het Christendom. Ook nu nog worden veel Christenen
vervolgd in communistische of moslimlanden. Naarmate de gebeurtenissen
vorderen, zal je zelfs in Amerika meer Christenen zien, die vervolgd worden.
Wanneer Mijn gelovigen hun steun uitspreken voor het stoppen van abortussen,
worden ze bekritiseerd door mensen die voorstander zijn van abortus. Deze
kwestie van abortus wordt opnieuw aangewakkerd, sinds het lek dat het
Hooggerechtshof de Roe vs. Wade-beslissing zou kunnen vernietigen. Omdat
sommige mensen worden bekritiseerd omdat ze de Covid-shots niet hebben genomen
en tegen abortus zijn, zal links Mijn volk lastigvallen. Jullie zullen
uiteindelijk naar Mijn toevluchtsoorden moeten komen als je weigert het
merkteken van het beest aan te nemen. Wees voorbereid om je woning te verlaten
voor Mijn toevluchtsoorden wanneer Ik je Mijn innerlijke stem geef om te komen.
5/5 Jezus: Mijn
volk, jullie hebben een aantal prachtige kerken met sierlijke altaren, maar
jullie mensen komen niet meer naar de kerk zoals vroeger. Ik blijf Mijn
gelovigen vragen om voor hun families te bidden om naar de Zondagsmis te komen.
Er zijn veel Katholieken die weten dat ze naar de Zondagsmis moeten komen, maar
ze zijn geestelijk zwak en begrijpen niet de noodzaak van Mijn genaden om hen
naar de Hemel te helpen. Ik liet je een korte glimp van de Hemel zien en dit is
je mooie doel om voor altijd bij Mij te zijn in Mijn liefde. Net zoals de H.
Filippus de eunuch doopte, moeten Mijn gelovigen de hand reiken om zielen te
evangeliseren die gered moeten worden, zodat ze op een dag de Hemel kunnen
zien.
Mijn volk, wanneer Ik Mijn Waarschuwing breng, zal iedereen
naar Mij komen en hun levensoverzicht ervaren. Nadat je je leven hebt bekeken,
zal je je bestemming ontvangen en zal je zien, hoe de plaats is waar je naartoe
gaat. Na de Waarschuwing zal je 6 weken van bekering hebben wanneer er geen
kwade invloeden zullen zijn. Dit zal een gelegenheid zijn voor Mijn gelovigen
om hun familieleden tot Geloof te brengen en bekeren, zodat ze Mijn
toevluchtsoorden kunnen betreden met een kruis op hun voorhoofd.
Mijn volk, de maand mei is opgedragen aan Mijn Gezegende
Moeder en dit is de eerste week van mei. Mijn Gezegende Moeder zegent al haar kinderen
hier vanavond terwijl jullie haar Rozenkrans bidt. Aanroep Mijn Gezegende
Moeder om jullie families en al jullie kinderen, kleinkinderen en
achterkleinkinderen te beschermen. Denk eraan om elke dag haar Rozenkrans te
bidden en haar bruine scapulier te dragen.
Mijn zoon, Ik zal herhalen wat Ik vorige week heb gezegd
ten behoeve van de mensen die er toen niet waren. Bij de Paaswake zei de diaken:
Dit is het Licht van Christus. Omdat de Paaskaars Mijn Tegenwoordigheid onder
jullie vertegenwoordigt, is dit de reden waarom al Mijn toevluchtsoorden zouden
moeten proberen een Paaskaars bij jullie altaren te hebben. Dit gaat samen met
Mijn geconsacreerde Hostie wanneer jullie Mijn werkelijke tegenwoordigheid
onder jullie zullen hebben. Mijn engelen zullen je dagelijks de Heilige
Communie brengen, of een Priester zal tijdens de Verdrukking dagelijks de Mis
en de Heilige Communie houden in jullie toevluchtsoord. Vertrouw op Mijn engelenbescherming en Mijn
vermenigvuldiging van jullie voedsel, water en brandstoffen.
6/5 Jezus: Mijn
volk, in de Handelingen van de Apostelen lezen jullie over de bekering van
Saulus tot Paulus. Ik kwam met een stem en Mijn Licht sloeg Saul van zijn paard
en hij was een paar dagen blind. Ik liet Ananias voor Saul bidden en hij kreeg
zijn zicht terug door de Heilige Geest. Ik kan het onmogelijke doen door een
vervolger te veranderen in een gelovige die zo sterk is dat de H. Paulus de
heidenen hielp om in Mijn Goede Nieuws te geloven. Ik roep Mijn gelovigen op om
mensen te evangeliseren en hen op een minder dramatische manier dan Paulus te
bekeren tot gelovigen.
Mijn volk, jullie zien nog een teken van de komende
Waarschuwing. Ik heb al eerder vermeld hoe Ik Mijn Waarschuwing zal brengen
wanneer de levens van veel mensen het gevaar lopen te worden gedood. Mijn
gelovigen moeten dus op elk moment klaar staan om naar Mijn toevluchtsoorden
te vertrekken. Jullie zien mogelijke oorlogsdreigingen uit Rusland komen die
andere delen van Europa kunnen bedreigen. Als Amerika betrokken raakt bij een
oorlog met Rusland, zal je ook te maken krijgen met nucleaire chantage om
Rusland niet in de Oekraïne te bestrijden.
In het Evangelie van vandaag vertel Ik iedereen dat ze Mijn
Lichaam moeten eten en Mijn Bloed moeten drinken om eeuwig leven met Mij in de Hemel
te hebben. Op het moment van Consecratie heb je de transsubstantiatie van het
brood en de wijn in Mijn Lichaam en Bloed. Bij de consecratie van het brood
zegt de Priester: Neem dit jullie allen,
en eet ervan, want DIT IS MIJN LICHAAM, DAT VOOR JULLIE WORDT GEGEVEN. Onze
Priester herinnerde ons er in zijn homilie aan hoe de pro-abortusmensen ook
zeggen: Mijn lichaam, mijn keuze. Deze mensen zijn voor de dood, maar Mijn
volgelingen zijn voor het leven en jullie willen het leven behouden. De
pro-dood mensen volgen Satans oproep om de bevolking te verminderen. Dit is de
reden waarom Mijn volk het leven in alle stadia moet ondersteunen, of het nu
bij de geboorte is of bij het bestrijden van euthanasie van ouderen die bijna
dood zijn. Bid dat je geen geweld zal zien in Mijn kerken op Moederdag van de
pro-abortusdemonstranten.
7/5 Jezus: Mijn volk,
het is een prachtig tafereel om jullie jongens en meisjes hun Eerste Heilige
Communie te zien ontvangen. Ik roep ouders op om niet te vergeten hun kinderen
te laten dopen en ze bij Mij te brengen in de Biecht en Eerste Heilige
Communie. In het Evangelie zie je een leer om te geloven in Mijn Ware
Tegenwoordigheid die Ik jullie geef in Mijn geconsacreerde Hostie en Wijn, die
Mijn Lichaam en Bloed wordt bij elke Mis. Dit is een wonder dat je ontvangt bij
elke Mis. Sommige van Mijn discipelen konden Mijn leer niet aanvaarden, dat Ik
iedereen roep om Mijn Lichaam te eten en Mijn Bloed te drinken. Mensen, die dit
doen, zullen bij Mij zijn voor het Eeuwige Leven in de Hemel. Dit vereist een volledig
Geloof in Mijn Woord, om te geloven in Mijn Ware Aanwezigheid die jullie bij
elke Heilige Communie ontvangen.
Mensen, die niet in Mijn Ware Aanwezigheid geloofden, volgden
Mij niet langer. Zelfs vandaag geloven niet al Mijn Katholieken in Mijn
Werkelijke Aanwezigheid in de Geconsacreerde Hostie en Wijn en dat Ik bij
jullie ben in Mijn Heilig Sacrament. Ik heb jullie vele wonderen van Mijn
Eucharistie gegeven wanneer er Bloed op de geconsacreerde Hostie verschijnt.
Dit is om de niet-gelovigen te helpen zien dat Ik echt Aanwezig ben in de
Hostie. In het visioen zag je nog een werveling rond Mijn Eucharistie in de
monstrans, wat betekent dat Mijn Waarschuwing spoedig komt. Wees voorbereid op
meer vervolging van Mijn gelovigen, want na de Waarschuwing zal Ik jullie
spoedig naar Mijn toevluchtsoorden roepen. Beëindig je voorbereidingen en wees
gereed om je woning te verlaten voor je plaats in Mijn toevluchtsoorden.
8/5 Maria: Mijn
lieve kinderen, ik ben jullie spirituele Moeder, en ik dank jullie allen die
mij hebben vereerd met een kroning van mijn beelden in deze Meimaand. Ik wil
ook dat je al je moeders bedankt voor je leven, want ze hebben je op de wereld gebracht
en opgevoed, wat veel zorg vraagt. Zeg een dankgebed voor je moeder. Blijf
bidden om alle zielen van je familie te redden. Bid ook om abortus te stoppen,
wat een ernstige zonde is en in strijd is met het plan van mijn Zoon voor dat
leven. Ik hou van al mijn kinderen en ik stuur mijn Moederlijke zegen over
jullie.
De
molensteendroom - Dana Coverstone en Cheri Goff
Ik droomde dat ik in een open veld stond. Ik keek
westwaarts. Het was op de middag, de zon stond hoog. Ik had een kompas in mijn rechterhand
en daarom wist ik welke richting ik keek. Er was een zilverkleurige rechte
metalen staf in mijn linkerhand die de grond raakte en die ongeveer 30 cm hoger
was dan mijn hoofd. En ik ben ongeveer 1,80m. Ik keek naar wat op een grote
steen leek in het midden van de lucht. Het leek op grote hoogte te zijn. Het
leek groter te zijn dan het was. Zoals de maan die dicht bij de aarde is
genaderd, groter lijkt. Het zag er vierkantig uit. Er was een groot gat in aan
de bovenkant. Het was waarschijnlijk honderden km breed. Het was dik. Het kwam
in mijn gedachten dat ik de muren van het Nieuwe Jeruzalem zag van het Boek
Openbaring. Het was groot en er was een rond gat in. Er leek een wimpel vast te
hangen aan de steen. Het was als een staart van een vlieger (kite). Het was
heel vaag. Ik liep westwaarts naar een groot, leeg veld, waar het leek dat het
pas was gemaaid. Je zag de lage stengels nog van het koren. Waar gras was zag het
er groen uit op vele plaatsen, maar waar afgereden was, was het bruin aan het
worden en te verdorren.
De steen begon plotseling neer te dalen en er was geen vuur
te zien bij het binnenkomen van de atmosfeer. Niet zoals je bij raketten of spaceshuttle
ziet. Er was ook niets te horen, behalve het geluid van een touw waarmee als een
zweep wordt geslagen. Ik zag een groot touw, wel honderden meter breed en het
ging door de steen. De steen was vlug aan het neervallen. Ik kon wind voelen
die ervan uitging. Ik hoorde een geluid als shshshsh.
Ik zag dat ik aan het uiterste westen stond van het land.
Ik stond in California en ik kon de kustlijn zien van de Stille Oceaan. Ik zag
op een bord Stille Oceaan staan. Ik zag dat de steen ongeveer de grootte had
van de staat Texas. Het wierp een schaduw op de hele westelijke kant, tot de
helft van de VS. Toen de steen viel hoorde ik het gezweep van het touw
erachter. Ik zag ook dat het touw tot in de ruimte reikte. Het touw leek
kilometers breed. Toen viel de steen temidden van de oceaan. Maar er was geen
tsunami, of zo. Het raakte hard het water en begon langzaam te zinken. Het
daglicht begon te dimmen in de volgende seconden en ik zag het touw uit de
lucht vallen. Het vormde een lus rond de VS. (niet rond Mexico of Canada)
Toen de steen zonk trok dit het touw rond de VS samen. Het touw
trok dichter langs de kustlijnen van de VS. Het Midwesten had precies een
gezicht dat geen lucht meer kreeg en stikte. Ik kon geen lichaam zien, enkel
een gezicht. Maar ik kon wel een luide hartslag horen dat geweldig sloeg, en
onregelmatig. Toen hoorde ik de molensteen de bodem van de oceaan raken.
Toen zag ik het gezicht van het Midwesten een diepe adem nemen
omdat het touw rond de naties lichtjes verslapte. Ik zag verlichting op het
gezicht. Daarna zag ik het gezicht van de man die ik zo dikwijls zie. Hij nam
diep adem en sprak deze woorden: Dit is voor het vergieten van onschuldig bloed
en de handen die het vergieten. Ik zag de molensteen op de oceaanvloer. Toen
zag ik een enorme hand die op het water afkwam en de steen, die ik molensteen
noem, greep. De hand duwde met geweld de steen door de mantel van de aarde. Het
touw sloot zich vlug rond de nek van de naties. Ik zag geweldige aardbevingen.
Ik zag rook naar boven komen. Ik zag dat het gezicht geen adem meer kreeg en
dat het touw spande. Wat mijn aandacht trok was de snelheid waarin de natie
leek te sterven.
Toen zag ik een wit geklede ruiter op een wit paard. Het
was de man. Hij wees met zijn rechtervinger naar de vernietiging en zei: Ik hou Mijn woord en Ik zal Mijn Woord
trouw blijven wat betreft de zegen en de vloek. Er is niet veel tijd meer om te
werken, en degenen die het weten, weten dit diepgaand.Hou je bezig, blijf bezig en weet dat Ik zeer spoedig terugkom. De
ruiter en het paard waren in een oogwenk weg. Ik stond in dat veld, in het
midden van die natie (California). Ik bemerkte dat het seizoen veranderde en de
oogsten gereed waren. De velden zagen rijp. Maar er waren maar een paar mensen
in het veld aan het werken. Ik werd overspoeld door emoties, door wanhoop omdat
ik mij realiseerde dat er niet genoeg mensen waren om de dingen aan te pakken.
Toen zag ik grote groepen mensen komen, vanuit elke richting. Ze kwamen met
grote zakken over hun schouders en met ouderwetse sikkels. Ik zag schaduwen vallen,
hoewel de zon nog boven stond, maar het was duidelijk dat de zon aan het
ondergaan was. De werkers waren nu op volle snelheid aan het werken. Toen werd
ik wakker.
Een paar dagen later zag ik in een korte droom de man voor
mij staan en zei: Het is te laat om te starten met je schrap te zetten. (Hij
legde de nadruk op starten.) Degenen die zich schrap hebben gezet, zullen spoedig
hevig beproefd worden. Sta standvastig en onwankelbaar op je plaats.
God wil ons klaar stomen voor de plotselinge gebeurtenissen
die eraan komen. Deze droom is heftig omdat ik denk dat het over de Kerk gaat.
Uitleg van Cheri
Goff:Het is een heftige droom, maar een goede droom voor de
Kerk die waakzaam is en levend.
Dana kijkt naar het westen, en hij weet dit door zijn
kompas. Een door God gegeven kompas geeft Dana richting van wat er komt. Je
bent op een tocht en je wilt op je bestemming geraken. Het westen is waar de
zon ondergaat. Het is het einde van de dag. Het einde van een seizoen, het
einde van de tijden. Het is het einde van een seizoen van ongerechtigheid en
onheiligheid. Het is het oordeel voor dit seizoen. Maar ik geloof niet dat een
oordeel iets slechts is. Het moet iets tot gerechtigheid en waarheid brengen.
Als we geen rechters zouden hebben zouden we in chaos verkeren. Het oordeel is
de barmhartigheid van God om mensen in gerechtigheid te brengen. Het is ook de
afrekening waar degenen moeten betalen voor hun ongerechtigheid.
De metalen staf houdt Dana in zijn linkerhand. Hij is
rechtshandig en daarom is dit de zwakke kant. Hij onderwerpt zich aan God. En
de staf is groter dan hem, de autoriteit dat Dana gekregen heeft, gaat zijn
begrip te boven. Het zilverkleur is een teken van de zuivering, We zullen door
God door vuur worden gezuiverd. In het zilver is er een reflectie van degene
die de zuivering doet, de Meester. Wat de staf betreft: Mozes had een staf voor
de tijd van oordeel. God heeft Dana deze dromen gegeven om te vertellen wat er
gaat komen. De staf vertegenwoordigt ook het Woord, en de Waarheid.
Dan ziet Dana deze grote steen. Het is eerst vaag, maar
komt dichter. Het is interessant te weten dat deze steen vierkant is en hij verwijst
ernaar als een molensteen. Een molensteen dient om koren te malen. Deze steen
is niet rond zoals een normale molensteen. Het heeft vier kanten en dat vertegenwoordigt
de wereld en wereldse zaken. In plaats van het ronde, wat het eeuwige betekent,
en goede zaken voortbrengt is dit het wereldlijke dat geoordeeld wordt. Het
heeft geen gat in het midden, maar een gat in het bovenste van de steen. Je
kunt dus niet malen met deze steen. Het is een teken van oordeel, je kunt de
steen voor niets anders gebruiken.
Matteüs
18:6-7: Wie een van de geringen die in Mij geloven van de goede
weg afbrengt, die kan maar beter met een molensteen om zijn nek in de zee
geworpen worden en in de diepte verdrinken. Wee de wereld met haar valstrikken.
Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, maar wee de mens
die de valstrik zet!
Over het touw/koord: Ezechiël 40: er is een engel die tot Ezechiël
komt en een staf heeft om te meten en een koord. Zes hoofdstukken lang is de
engel de tempel aan het meten. Ezechiël is een profeet, hij zal geen tempel
bouwen, waarom dan de gedetailleerde meting van de tempel? Het is het
Koninkrijk van God, het is het Nieuwe Jeruzalem dat op een gegeven moment zal
neerdalen. De tempel dat ze gebouwd hebben op aarde in het Oude Testament was
een model van wat in de Hemel was. In het Nieuwe Testament staat te bidden dat
Gods Koninkrijk op aarde komt en dat Gods Wil op aarde gebeurt. Deze meting is
de meting van het Koninkrijk van God waar we moeten in werken en in leven. Het
is het Woord van God. Het is het complete detail van de beschrijving van wie God
is en wat Gods Koninkrijk is. Het is de openbaring die de engel aan Ezechiël
geeft. Het ging over de wet en het Woord van God. Als alles op zijn plaats komt
en wij in overeenstemming zijn met Gods Woord, als wij in overeenstemming zijn
met Gods tempel, het Hemelse patroon van Hemelse dingen, waar Jezus als Gods
Woord, nadat Hij alles in vervulling had gebracht, heen is gegaan aan de rechterhand
van de Vader kom ik in Ez 47 aan het koord/touw. Het werd gebruikt voor het water
(rivier) die onder de drempel van de tempel vandaan komt.
Ezechiël
47:3: Met een meetlint in zijn hand ging de man naar het oosten,
en hij mat 1000 el. Daar liet hij mij door het water waden: het water kwam tot
mijn enkels.
Als je in overeenstemming bent met God is hetgeen wat uit
je stroomt rivieren van levend water. De kracht van dit zuiver water is zodanig
dat het zelfs zout water zoet maakt. Zout water, zoals het oceaanwater in de
droom, is het wereldlijke, de zonde. Daar valt de steen. Het meetlint/koord
dient om de diepte van de wateren te meten, niet de staf. Het koord is de maat
om de geest te meten. Dat we niet kunnen ademen is omdat er geen adem van God
is. God blies levensadem in de mens (Gen 2:7). Zijn geest is deze adem, dit
leven.
Het grote veld was gemaaid door een maaidorser en het veld
werd kortgemaaid. Alles leek dood omdat alles wat levend was, werd geoogst. Het
is een grote oogst van zielen. Het is het begin van een oogst. Er is een groot
contrast tussen de groene velden en de bruine, die werden gemaaid. Het contrast
van leven en het wegmaaien van leven.
Dan ziet Dana duidelijk de steen die door de atmosfeer
komt. Hij ziet ook een touw dat honderden km lang is. Het koord/touw wordt
duidelijker, en het is een teken van dit oordeel. Deze droom is het
tegenovergestelde van wat Ezechiël zag. Ezechiël zag wat er ging komen toen Jezus
kwam en Hij ten Hemel opsteeg en de H. Geest over ons kwam. Hij zei dat het
Koninkrijk van God nabij is. Het is de vervulling ervan en ook het Nieuwe
Jeruzalem dat zal komen bij het ultieme einde. Maar nu zien we het
tegenovergestelde. Deze staf wordt een staf van correctie in plaats van een
meetstok en het koord wordt een koord
van oordeel in plaats van een meetlint.
5/5/2022
Boodschap aan Lorena van de H. Aartsengel Michaël
Gods
Toorn die uitgelokt wordt door de zonden van de mens zal zeer spoedig op aarde
komen
De mensheid zal uitsterven zoals gebeurde met de
dinosaurussen, een regen van vuur zal een einde maken aan deze perverse
mensheid, maar Mijn Koning en Heer heeft een Plan voor Zijn kinderen die voor deze
tijd zullen worden opgenomen, om te worden bewaard voor de regen van vuur, maar
als je een van de Overlevenden en Voorlopers van de Nieuwe Mensheid wil zijn,
moet je, met een Berouwvol en Vernederd Hart, om VERGEVING vragen en ALLES van jezelf
geven zodat de Hemel je hart met plezier kan bezien.
Velen zullen martelaren zijn, maar er zullen er zijn die
behouden zullen worden door de Hand van God. Deze rechtvaardige en barmhartige Hand
zal Zijn kinderen uit de chaos halen door ze uit de stratosfeer te halen, waar
ze veilig kunnen blijven voor ALLES wat gebeurt in de wereld.
Dit uitsterven van het leven zal komen wanneer de 3 daagse
duisternis wordt uitgevoerd. Dan zal God de Vader ELKE zondevlek uitroeien en
de aarde, draaiend en van as veranderend, zal worden getransformeerd in een Aards
Paradijs, waar de kinderen van God zullen leven. Dit zijn DEGENEN die Zijn
Voorschriften en Geboden volgden.
Als je een van de Overlevenden wilt zijn zoals in de Tijden
van Noach, moet je aan boord gaan van de Ark van Redding, dat is de Toewijding
aan het Onbevlekt Hart van Maria. De Ark staat op het punt te vertrekken, de
Tijd van Barmhartigheid zal binnenkort worden afgesloten en de mensen die de
Ark NIET binnengaan zullen NIET gered kunnen worden, daarom wordt je gevraagd je
toe te wijden.
Veel mensen zullen omkomen en een zeer laag percentage van
de miljarden mensen zal overblijven, maar vóór dit uitsterven op wereldniveau
zullen er vele natuurrampen komen en daarom zal de bevolking afnemen, totdat
ALLEEN de uitverkorenen overblijven, om de Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde te
bewonen. Als je een van hen wilt zijn, volg dan mijn instructies:
1) Wijd
je toe aan het Onbevlekt Hart van Maria en het Heilig Hart van Jezus,
2) Leid
een leven van genade, gebed en boete, (Noot: wees in staat van genade door de
H. Mis en de Biecht bij te wonen)
3)
Vast en bereid je geestelijk voor, (Noot: ga regelmatig het H. Sacrament
aanbidden, het is de beste voorbereiding)
4) Doe
het Getsemane op donderdag om verzegeld te worden, (Noot: dit is het Heilig Uur
op donderdagavond, maar dit kan vervangen worden door een uur Aanbidding voor
het H. Sacrament)
5) Heb
een zuiver kinderhart, koester geen haat of wrok.
En wordt Gezuiverd in het Gods Vuur om Gezuiverd binnen te
gaan in de Nieuwe Hemelen en Nieuwe Aarde.
IK HOU ER REKENING MEE, ALS JE DEZE INDICATIES UITVOERT.
Het is nog steeds tijd voor Barmhartigheid, maar er is ZEER
WEINIG TIJD over, bereid je voor en leer te leven in de Goddelijke Wil.
Volg mijn instructies zodat ik jullie allen kan beschermen
tegen ALLE gevaar. Mijn engelen zullen jullie beschermen en jullie zullen allen
worden beschermd alsof je te midden van een luchtbel was, wat de bescherming
zal zijn die de Hemel je zal geven omdat er NIETS in staat zal zijn erin door
te dringen.
Om deze reden maakt het NIET uit waar je bent, de
bescherming zal worden gegeven door de Ark van Redding, dat bestaat uit wat reeds
eerder werd gezegd. Daarom zal de Schepper voorzien. Probeer je NIET te verbergen
in een bunker, de Hemel zal je beschermen , waar je je ook bevindt, ALS JE
VOLDOET aan wat reeds eerder werd gezegd. Onthoud dat jullie VOORLOPERS van de
Nieuwe Mensheid zullen zijn en dat jullie zullen worden bewaard door de
Machtige Hand van God de Vader en dat je alleen in Zijn Ark van Redding hoeft
te gaan met wat reeds eerder werd gezegd, in mijn instructies.
Bekleed je om deze reden, met de kracht van de Heilige
Geest, om te worden beschermd en bewaakt door ontelbare engelen. Het is het
BELANGRIJK om ook te bidden:
1) Mijn Engelenkroon, (Het Kroontje van de H. Michaël)
2) En het Exorcismegebed van Paus Leo XIII.
Met deze gebeden in je dagelijks gebed, zal ik je op een
buitengewone manier beschermen, daarom zullen degenen die mijn instructies
opvolgen de voorlopers zijn van de nieuwe mensheid.
29/5/2022
Boodschap van de H. Aartsengel Michael aan Zijn strijdende leger
Ik, Prins van de Hemelse Legers, kom in de naam van de hele
Hemel om je de LAATSTE OPROEPEN TOT BEKERING EN VOORBEREIDING te geven aan Mijn
Soldaten van Mijn Strijdende Leger.
De pandemieën die de wereld bedreigen, zullen het begin van
smarten zijn en een begin van de grote verdrukking, deze volgende pandemie die
voor de deur staat, symboliseert het begin van ALLES aangekondigd door de
Hemel, als onderdeel van de Verdrukking die binnenkort geleidelijk zal komen
tot de Waarschuwing.
Aangezien
wanneer dit gebeurt, de wereld volledig in een chaos van alle soorten zal zijn,
en om deze reden kondigt deze pandemie het begin van smarten aan. De grote
elites bereiden een verschrikkelijk vaccin voor dat, meer dan wat dan ook, de
zielen van mensen zal doden, zodat de Heilige Geest NIET langer in hen kan wonen.
Daarom
vraag ik jullie om je NIET te onderwerpen aan dit vreselijke vaccin, dat een
einde zal maken aan de spiritualiteit van de ziel, om de bescherming van de
Hemel te vragen, zodat de Hemel je te hulp komt en je NIET wordt ingeënt.
De
Hemel manifesteert zich op een buitengewone manier in je leven, volgens het
geloof dat je hebt in je Schepper. Als dit een gammel geloof is, zullen de
resultaten slecht zijn, maar als dat geloof groot is, zal je wonderen en
dapperheden zien, en om deze reden ik vraag jullie te allen tijde te bidden.
De ruiter van de hongersnood rijdt de wereld rond, klaar om
zijn zwaard uit de schede te trekken, dus
bereid je huizen voor met water, voedsel, medicijnen en persoonlijke
hygiëneartikelen, maar bereid vooral je ziel voor op WAT KOMT.
Hoe kun je je ziel voorbereiden op een goede dood? Ga
spoedig een Goede Biecht afleggen, (en indien je dit nog niet gedaan hebt een
Goede Levensbiecht). Bid en Vast bovendien, en vooral, leer te leven in de
Goddelijke Wil.
Voor de martelaren, bereid je ziel voor op het
martelaarschap door de zalving van de Heilige Geest die erin slaagt jullie te
versterken op het moment van de beproeving, maar hiervoor moet er een
versmelting zijn geweest van de Schepper van hart tot hart, en hiervoor zijn
erg BELANGRIJK:gebedswakes, het gebed
tot het Heilig Sacrament (Noot: Aanbidding voor het H. Sacrament), weten hoe
zich te versmelten met Gods Liefde, een diepe extase binnengaan, die de ziel
ertoe brengt Gods Liefde in al zijn volheid te voelen en het verlangen om je
leven over te geven voor Christus.
Als je een roeping tot het martelaarschap voelt en nog niet
die extase met God hebt gevoeld, bereid je dan voor om het te voelen, vraag om
de zalving van de Heilige Geest in je ziel en geest, en bereik zo een bijzondere
verbinding met de Schepper, die velen van jullie reeds hebben gevoeld.
Zo niet, vraag dan de Heilige Geest om je op deze
Pinksterdag te hulp te komen, zodat je als een gave uit de Hemel deze
versmelting van de H. Drie-eenheid in je kunt voelen. Wanneer je dit punt
bereikt, zal je het niet erg vinden om je leven voor God te geven en dan zal
het Zaad van het martelaarschap in jou geboren worden.
Onthoud dat het martelaarschap een zeer grote missie is en
dat je je erop moet voorbereiden, het bestaat uit heldhaftige acties op het
moment van marteling, waardoor de persoon in een staat van extase komt en zelfs
naar de Hemel stijgt door een krachtige zalving van de Heilige Geest diedoorheen je hele lichaam stroomt. Deze sensatie
zal sterker zijn dan het martelaarschap zelf. Vraag daarom deze Pinksteren om
deze Zalving van de Heilige Geest in jou, zodat de Martelaar in staat is om
pijn te weerstaan, die je niet alleen in staat zal stellen om het
martelaarschap te bereiken, maar ook om de Grote Verdrukking met Grote Moed te
doorstaan.
Vraag de Heilige Geest om deze gave en Hij zal het je
geven, want het is zeer noodzakelijk in deze turbulente tijden waarin we leven,
vraag om deze genade en de Heilige Geest zal ze je geven, vraag het gewoon met
je hart en voed je geest met de Geest van God, vul jezelf met Goddelijke
wijsheid, vraag om gaven die je helpen geestelijk te groeien en de Kerk op te
bouwen, geen gaven die je met trots vervullen omdat je onder de mensen wilt
schitteren.
De Heilige Geest zal NIET neerdalen op degenen die er een
trots hart voor hebben. Verneder jezelf, reinig je hart, wees LEVENDE
TABERNAKELS en BEREID JE VOOR, OM DIT PINKSTEREN, DE GAVEN EN VRUCHTEN DE
HEILIGE GEEST IN JE LEVEN, TE ONTVANGEN.
1/6 Allergezegendste Maria en Moeder van de
Mensheid
Lieve kinderen, ik word het nooit moe om naar jullie toe te
komen, maar zeg me: raken mijn woorden jullie hart? Voor je bestwil zou ik
willen dat ze dat deden. Je hebt me gisteren gevierd en ik ben jullie heel
dankbaar, maar breng je ook in praktijk wat ik heb beleefd?
Toen ik mijn geliefde nicht Elizabeth bezocht, deed ik in
de buitengewone wetenschap dat ik moeder werd, met alles wat me te wachten
stond, naast de Zoon van God.
Moeders, ik zeg jullie: neem een voorbeeld aan Mij. Voor
Jezus ben ik moeder geworden, allereerst liefdevol, maar tegelijkertijd dacht
ik aan zijn opvoeding.
Wees eerst Christelijke moeders. Praat dikwijls met je kinderen
over Jezus. Zeg hun dat Zijn lijden niet tevergeefs moet zijn geleden. Laat Zijn
voorbeeld altijd aanwezig zijn in elke gedachte en werk. Weet dat lijden voor
het welzijn van anderen nooit tevergeefs wordt aanzien.
Aan de voet van het Kruis heb Ik Mijzelf aangeboden voor
het welzijn van jullie allen. In deze tijden laten maar weinigen van jullie mij
in hun hart komen om Jezusÿ Liefde achter te laten en helaas betalen jullie
daarvoor met bitter lijden.
Mijn dochters, ik richt me tot jullie. Getuig met jullie
werken, anders raken woorden in de vergetelheid. De tijd dringt. Geef aan de
keizer wat van de keizer is, maar vooral aan God wat van God is.
Besluit om op een Christelijke manier te leven, want onze
komst is des te dichterbij. Bid en breng offers voor jullie kinderen en voor al
mijn zonen, jullie Priesters.
Ik zegen jullie en dank jullie.
Allergezegendste Maria en Moeder
van de Mensheid
25/5 Jezus van Barmhartigheid
Mijn dochter, zo geliefd in Mijn Hart, ik ben jouw Jezus
van Barmhartigheid. Beschouw jezelf als gelukkige kinderen, want jullie hebben
God de Vader en Zijn Zoon, die zich voor jullie redding heeft laten kruisigen.
Ik wil tot jullie spreken zoals Ik deed met onze eerste Apostelen.
Lieve kinderen, Ik kan zeggen dat Ik in deze tijden weinig kinderen heb gehad
die in Mij geloven, maar vandaag hebben Mijn kinderen die ooit in Mij
geloofden, hun schouders opgehaald, en weet je waarom?
De dingen van de wereld zijn voor hen belangrijker dan de
Zoon van God, Hij die Zijn eigen leven heeft gegeven voor de redding van Zijn
kinderen.
Liefste kinderen, Ik wens dat jullie volgende gebeden tot
mijn Vader worden gericht, in het bijzonder voor de redding van Mijn kinderen
die verloren zijn door de nutteloze dingen van de wereld te verkiezen.
Ik kan ze vertellen dat je aan het einde bent van deze meest
wrede tijden, en dan zullen Ik en mijn Allerheiligste Moeder terugkeren om al
onze kinderen, die zichzelf bekend zullen maken als echte kinderen van God, van
de Hel te redden.
Ik vraag dit aan jullie omdat jullie hart openstaat voor
liefde. Ik, lieve kinderen, heb lieve kinderen zoals jullie nodig, die het niet
moe worden om Mij jullie kinderen aan te bevelen en al diegenen die ver van God
zijn verwijderd.
Ik dank jullie nu, omdat Ik jullie hart heb gelezen, jullie
bevestigende antwoorden. Ik wil bij Mijn volgende, tweede komst, al mijn
kinderen, gehoorzamend aan Mijn Vader, vinden.
Lieve kinderen, maak jullie tot Apostelen van Vrede en Ik
zal jullie omhelzen bij Mijn wederkomst. Ik zegen jullie met Mijn belofte van
eeuwige redding. Ik, Jezus, zegen jullie in de naam van de Vader, in mijn Naam
en die van de Heilige Geest. Amen.
Jezus van Barmhartigheid
18/5
Maria, jullie Enige Moeder
Mijn lieve kinderen, weinigen van jullie, degenen die van
mij houden met heel hun hart, blijven over. Ik zal jullie blijven raad geven
hoe je je de komende dagen moet gedragen. Je weet al dat de laatste tijden
moeilijk zullen zijn om door te maken, maar jullie hadden zeker niet alle negatieve
dingen verwacht die jullie doormaken.
Aan de andere kant heeft het Evangelie jullie reeds in
paraatheid gebracht dat in de laatste tijden alles zal worden omvergeworpen. Jullie
aarde werd tot nu toe geregeerd door Satan, maar alleen omdat jullie het met
jullie gedrag het hem toestaan.
Ik richt me niet tot jullie die bidden, maar de meeste van
jullie broeders en zusters, denken er niet aan om een kerk binnen te gaan en
Jezus kort te groeten in het Tabernakel, zelfs niet als ze passeren langs de
deur van een kerk.
Er zullen nog moeilijker tijden komen voor jullie die
geloven, maar dan zal alles veranderen met onze komst op aarde. Lieve kinderen,
blijf bidden dat jullie broeders en zusters zich bekeren.
Ik hou van jullie. Ik ben dicht bij jullie en laat Satan je
niet meer verleiden dan je aankan. Bid en vergeet nooit voor jullie Priesters
te bidden. Velen verkeren in moeilijkheden door alle veranderingen die
plaatsvinden in de liturgie, vooral met betrekking tot de Heilige Mis.
Bedenk dat God Eén is en dat Jezus Zijn enige Zoon blijft.
Ik, Maria, heb altijd gehoorzaamd, eerst de Vader en dan de Zoon, zonder ooit
aan het "Woord" te twijfelen. Volg mijn houding na en je zal gered
worden.
Bid, heb lief en offer jezelf aan God voor je geliefden. Ik
omhels je, ik zegen je, ik bescherm en verdedig je.
12/4 Jezus:
Mijn
volk, het Evangelie van vandaag laat mij zien dat ik Mijn verrader identificeer
in Judas Iskariot, toen Satan zijn hart binnenkwam. Later zou Judas Mij
verraden met een kus. Toen zei de H. Petrus dat hij voor Mij zou sterven, maar Ik
zei hem voordat de haan kraaide, hij Mij 3 keer zou verloochenen. Bij het
Laatste Avondmaal stelde Ik de H. Mis in met brood en wijn die werden
getranssubstantieerd in Mijn Lichaam en Bloed. Ik heb ook het Sacrament van de
Biecht ingesteld toen Ik hun vertelde wat je op aarde ontbindt, zal ontbonden
worden in de Hemel, en wat je op aarde bindt, zal gebonden zijn in de Hemel.
Plan om alle diensten van de Goede Week bij te wonen. Mijn dood aan het Kruis
is Mijn gave aan de mensheid om de zonden van je ziel te reinigen en je redding
van je ziel te brengen. Blijf bidden om je familie naar de Hemel te helpen.
Mijn volk, jullie herinneren je de plagen die Ik over
Egypte zond zodat de farao Mijn volk onder Mozes zou laten gaan. Vanwege het
kwaad in deze wereld, zal Ik meer plagen sturen over de mensen waar grote zonde
is. Nadat Mijn Waarschuwing en Mijn gelovigen veilig zijn in Mijn
toevluchtsoorden, zal Ik nog meer ernstige plagen sturen die de mensen, die de
Antichrist volgen, zullen treffen. Je kunt over deze plagen lezen in het boek
Openbaring. Jullie hebben door de mens gecreëerde virussen en vaccins gezien
die veel mensen hebben gedood. Het verminderen van de bevolking is het doel
geweest van Satan en de slechte mensen. Maar spoedig zal Ik Mijn gerechtigheid
over de boosaardigen doen neerdalen, en zij zullen in de vlammen van de Hel
worden geworpen. Wees niet bang, want Ik zal Mijn gelovigen belonen in Mijn
Tijdperk van Vrede en later in de Hemel.
14/4
Witte Donderdag - Jezus: Mijn volk, Ik gebruikte deze Pesachmaaltijd
voor de eerste Mis toen Ik het brood en de wijn in Mijn Lichaam en Bloed consecreerde.
Ik waste de voeten van Mijn twaalf apostelen om hen een voorbeeld te geven van
hoe ze elkaar kunnen helpen. Ik vertelde Mijn apostelen ook dat hij die de
eerste wil zijn, de dienaar van allen moet zijn. 's Nachts, terwijl we baden in
de hof van Getsemane, verraadde Judas Mij aan de soldaten en Farizeeën met een
kus. Na de Mis vanavond bezocht je drie andere kerken en bad je je rozenkransen
en Goddelijke Barmhartigheidskroontjes.
15/4
Goede Vrijdag - Jezus: Mijn volk, dit is jullie Heiligste tijd
dat jullie Mijn dood aan het Kruis herdenken. Ik werd geïncarneerd als God-mens
met het exacte doel om Mijn menselijk leven op te offeren voor de redding van
alle zielen die Mijn vergeving van hun zonden zoeken. Veel zielen, die stierven
voordat Ik werd geboren, wachtten op dit moment om van hun lijden verlost te
worden. Waarlijk, Mijn dood en Verrijzenis was een nieuwe geboorte voor de hele
mensheid, toen de poorten van de Hemel eindelijk werden geopend voor waardige
zielen om binnen te gaan. Nadat jullie diensten op Goede Vrijdag voorbij zijn,
zullen jullie Mijn volle liefde voelen terwijl jullie allen wachten op de
glorierijke laatste dag waarop jullie lichaam (van Mijn gelovigen) zal verenigd
worden met jullie ziel in de Hemel. Verheug jullie, Mijn gelovigen, verheug jullie,
want het wachten zal spoedig voorbij zijn.
Mijn volk, Ik bied iedereen de mogelijkheid om zijn eigen
persoonlijke kruis op te nemen, speciaal geschikt voor je gaven. Ik dring
niemand Mijn kruis op, maar Ik vraag jullie je kruis op te nemen en het door
het leven te dragen naar je eigen Golgotha. Net zoals ik drie keer viel op de
Via Dolorosa, zal jij soms in zonde vallen. Maar als je echt Geloof hebt, weet
je dat Ik je zonden zal vergeven in de Biecht. Dit is waarom Ik aan het Kruis
stierf, zodat Ik de zonden van iedereen kon vergeven die berouw heeft en Mijn
vergeving wil. Ik dring Mijzelf aan niemand op, omdat je je kruis uit eigen
vrije wil moet accepteren. Je eeuwige bestemming van Hemel of Hel wordt ook
gekozen door je eigen vrije wil. Ik geef je Mijn genaden van Mijn Sacramenten
en je Beschermengel om je naar de Hemel te leiden. Daarom prijs en dank Mij
voor alles wat Ik voor je doe in het leven.
16/4
Stille Zaterdag - Jezus: Mijn volk, Halleluja, ik ben jullie
verrezen Redder terwijl Ik jullie groet in de Heilige Communie. Dit is Mijn
Paasfeest, want Ik heb zonde en dood overwonnen. Je hebt Mijn engelen horen
zeggen: Waarom zoeken jullie de Levende onder de doden, want Hij is opgestaan.
Toen de vrouwen uit het lege graf kwamen om het de Apostelen te vertellen,
geloofden de Apostelen het eerst niet. Toen renden de H. Johannes en de H.
Petrus naar het graf om het leeg te vinden met Mijn grafwindels die er nog
lagen. De vrouwen en Mijn Apostelen verheugden zich in Mijn Verrijzenis toen ze
terugkeerden naar het Cenakel. Mijn Apostelen herinnerden zich Mijn woorden dat
Ik gekruisigd zou worden en op de derde dag zou verrijzen. Zo vervulde Ik Mijn
profetie, maar de Apostelen begrepen nog steeds niet helemaal wat verrijzen uit
de dood betekende, omdat ze nog nooit zo'n wonder hadden gezien. Mijn dood en Verrijzenis
is Mijn gave van redding aan allen die in Mij geloven. Verheug jullie en prijs Mij voor deze dag.
17/4
Pasen - Jezus: Mijn volk, het is een heerlijke zonnige dag om
Mijn Verrijzenis uit de dood te vieren. De dood had geen macht over Mij, want
zelfs als een God-mens had Ik geen zonde en ook geen erfzonde. Ik ben de nieuwe
Adam en Ik maak alles nieuw. Ik ben voor jullie zonden gestorven en Ik heb jullie
ziel verlost. Al die mensen, die in Mij en Mijn Verrijzenis geloven, zijn op
weg naar de Hemel. Ik beloof de Hemel aan al de mensen die Mijn vergeving
zoeken en berouw hebben over hun zonden. Mensen, die dit doen, zal Ik op de Laatste
Dag met lichaam en ziel opwekken. Verheug jullie, Mijn volk, want jullie
Verlossing is nabij. Halleluja.
18/4
Jezus: Mijn volk, nu Ik ben verrezen, zal Ik getuigen dat Ik leef
aan Mijn discipelen. Ik begon eerst met de vrouwen die naar Mijn graf kwamen.
Ik zei tegen hen dat ze Mijn Apostelen moesten vertellen dat Ik ze in Galilea
zou zien. De H. Petrus en H. Johannes renden om Mijn lege graf te zien, en ze
geloofden dat Ik verrezen ben. De Farizeeën wilden een verhaal verspreiden dat
Mijn discipelen Mijn lichaam in de nacht hadden gestolen. Ze betaalden de
soldaten om dit verhaal te verspreiden omdat ze niet wilden dat mensen wisten
dat Ik echt uit de dood was opgestaan in Mijn beroemdste wonder. Ze vroegen me
altijd om wonderen, maar toen Ik uit de dood opstond, wilden ze dat dit wonder
verborgen bleef. Maar de H. Petrus verkondigde Mijn Verrijzenis uit de dood aan
alle mensen, en Ik roep al Mijn gelovigen op om dit Goede Nieuws van Mijn Verrijzenis
aan iedereen te verspreiden. Wees blij dat je van je zonden bent verlost. Ik
heb de prijs betaald om alle zielen vrij te kopen van hun zonden. Nu moet je
Mijn gulle gave geloven en aanvaarden door Mij te vragen om vergeving van je
zonden in de Biecht.
Voordat het merkteken van het beest verplicht is, zal Ik
Mijn Waarschuwing zenden en zal je je levensoverzicht hebben om te kiezen om
bij Mij te zijn of bij de wereld en de duivel. Iedereen zal zijn eigen
bestemming van Hemel of Hel kiezen uit eigen vrije wil. Na de Waarschuwing en
de 6 weken van bekering, zal Ik Mijn gelovigen naar Mijn toevluchtsoorden
roepen en jullie zullen je huizen binnen 20 minuten moeten verlaten. Ik zal je Beschermengel
je met een vlam naar de dichtstbijzijnde schuilplaats laten leiden. Dan zullen
de mannen in het zwart, of de VN-troepen, van deur tot deur komen om iedereen te
dwingen het merkteken van het beest aan te nemen. Mensen, die worden
gevangengenomen en weigeren het merkteken van het beest aan te nemen, zullen
naar de detentiecentra/vernietigingskampen worden gebracht en gedood. Vertrouw
op Mijn bescherming in Mijn toevluchtsoorden. Ik zal dan Mijn Komeet van
Kastijding op de aarde laten neerkomen en de boosaardigen zullen worden gedood,
of sterven aan de plagen. Als de boosaardigen eenmaal in de Hel zijn geworpen,
dan zal Ik de aarde vernieuwen en zal Ik Mijn gelovigen in Mijn Tijdperk van
Vrede en later in de Hemel brengen.
19/4
Jezus: Mijn volk, jullie lezen nog steeds hoe Mijn discipelen
naar Mijn lege graf moesten komen om te weten dat Ik uit de dood was verrezen.
In de eerste dagen na Mijn Verrijzenis wilden Mijn discipelen niet in Mijn
Verrijzenis geloven, zelfs niet toen getuigen, zoals Maria Magdalena het hun
vertelden. Ook, wanneer Ik mensen vertel over Mijn werkelijke Aanwezigheid in
Mijn geconsacreerde Hostie, geloven velen dit niet. Sommigen onder jullie
hebben verschillende wonderen van Mijn Eucharistie gezien met bloed op de
geconsacreerde Hostie om mensen te helpen geloven in Mijn werkelijke
tegenwoordigheid. Ik heb jullie verteld dat Ik altijd bij je ben in elk Tabernakel
waar geconsacreerde Hosties zijn. Die mensen, die in Mijn Ware Aanwezigheid
geloven, zullen gezegend worden voor hun geloof. Daarom roep Ik Mijn volk op om
kleine offers te brengen om Mij te bezoeken in Mijn Tabernakel om Mij te
prijzen en Mijn Ware Aanwezigheid te aanbidden. Sommige mensen houden zelfs Heilige
uren van aanbidding vóór Mijn Heilig Sacrament. Wanneer je uren doorbrengt in Aanbidding
van Mijn Eucharistie, laat je Mij zien hoeveel je van Mij houdt.
Mijn volk, jullie zijn bekend met het verhaal van toen Ik
in een boot zat met Mijn Apostelen, en er een hevige storm opkwam, en we bedreigd
werden door de golven. Mijn Apostelen maakten Mij wakker omdat ze bang waren te
verdrinken. Ik zei tegen de storm: 'Zwijg! Wees stil!', en de storm werd een
grote stilte. Mijn Kerk bevindt zich ook in een hevige storm wanneer deze wordt
bedreigd door oorlogen en meer Covid-beperkingen. De boosaardigen zullen de
perfecte storm creëren om een nieuwe lock-down te veroorzaken, en daarom
zullen de kerken worden gesloten. De Great Reset zal plaatsvinden om de wereld
klaar te maken voor de Antichrist die de wereld zal overnemen. Voordat de
Antichrist aan de macht komt, zal Ik Mijn Waarschuwing en de zes weken van
bekering brengen. Na deze gebeurtenissen zal Ik Mijn gelovigen naar de
veiligheid van Mijn toevluchtsoorden roepen, waar Mijn engelen jullie zullen beschermen.
Wees niet bang, want Ik zal een grote rust brengen, en de bozen zullen in de Hel
worden geworpen.
20/4
Jezus: Mijn volk, jullie zijn blij op deze zonnige dag om Mijn
Paasvolk te zijn in geloof. Wanneer je echt in Mijn genezende kracht gelooft,
zul je een sterk geloof hebben om te vertrouwen op Mijn genezing van mensen in
nood, zoals deze kreupele. Je hebt niet alleen Geloof nodig, maar je moet elke
genezing verkondigen die in Mijn Naam komt, zoals de H. Petrus deed. De
Farizeeën bestraften de H. Petrus en de H. Johannes later met een pak slaag
omdat ze niet wilden dat ze Mijn Naam gebruikten om mensen te genezen. Dit
moedigde Mijn Apostelen nog meer aan om het Goede Nieuws van Mijn Verrijzenis
te verspreiden. Het Evangelieverslag van Mijn bezoek aan Mijn discipelen op de
weg naar Emmaüs, was een andere verschijning in Mijn herrezen Lichaam.
Klopas en Simon kwamen Mij onderweg tegen en Ik legde hun
de Schriften uit die over Mijn komst spraken, maar ze herkenden Mij niet. Ze
zeiden: Brandde ons hart niet in ons, terwijl we luisterden naar de Schrift
die aan ons werd uitgelegd. Tijdens het avondmaal herkenden de twee discipelen
Mij in het breken van het brood, toen Ik verdween. Dit was Mijn tweede
verschijning, en toch geloofden de Apostelen niet ten volle in Mijn Verrijzenis
totdat Ik later aan hen verscheen in het Cenakel. Verheug jullie in de genaden
die Ik je geef, zodat Mijn gelovigen kunnen genezen en zielen kunnen
evangeliseren om in Mij te geloven.
Mijn volk, dit visioen van een lege Petrusstoel is een
teken van de komende vervolging van de RK-Kerk, wanneer de Paus Rome zal moeten
ontvluchten wegens de bedreiging van zijn leven. Ik gaf een recent bericht dat
Mijn kerken spoedig zullen sluiten, en als de Paus Rome verlaat, zal dit een
nieuw teken zijn dat de wereld spoedig in beroering zal zijn. Zo'n chaos zou
het leven van Mijn trouwe Rest kunnen bedreigen, daarom zal Ik jullie naar de
veiligheid van Mijn toevluchtsoorden moeten roepen. Mijn engelen zullen jullie
beschermen, en Ik zal je voedsel, water en brandstoffen vermenigvuldigen. Ik
zal Mijn Waarschuwing brengen wanneer jullie levens in gevaar zijn. Wees niet
bang en maak je geen zorgen over de datums van deze gebeurtenissen.
21/4
Jezus: Mijn volk, Ik zei: Vrede zij met u tegen Mijn apostelen,
terwijl ze verbaasd waren Mij te zien in het vlees met de wonden van de
spijkers in Mijn handen en voeten. Ik had de Apostelen verteld dat Ik
gekruisigd zou worden en op de derde dag uit de dood zou verrijzen. Toen
herinnerde Ik hen aan Mijn woorden en Ik legde in de Schrift uit hoe Ik moest
vervullen wat de profeten over Mij hadden voorzegd. De belangrijkste
gebeurtenis is dat Mijn dood het losgeld heeft betaald voor alle zonden van de
mensheid. Nu word je gedoopt en word je erfzonde vergeven.
Ik gaf machtiging aan Mijn Apostelen om zonden te vergeven
in de Biecht. Mijn hele doel om als Godmens te incarneren, was om te sterven en
eerherstel te brengen voor alle zonden van de mensheid. Het is aan iedere ziel
om vergeving van je zonden te vragen, zodat de Priester je van je zonden kan kwijtschelden.
Als je je niet bekeert van je zonden en je liefde voor Mij niet toont, kun je
de Hemel niet binnengaan. Het is door je eigen vrije wil dat je ervoor kiest om
voor altijd bij Mij in de Hemel te zijn. Richt je daarom tot andere zielen
zodat je ze kunt evangeliseren om Mij te kennen en lief te hebben.
Mijn volk, door de noveengebeden van de H. Faustina's
Goddelijke Barmhartigheid te volgen en te biechten, kun je op deze Barmhartige
Zondag een volle aflaat ontvangen die alle eerherstel voor je zonden zal
wegnemen. Als je op die dag zou sterven, zou je vrij kunnen zijn van elk Vagevuur.
Maak gebruik van deze genade van Mijn barmhartigheid om jullie ziel te
reinigen. Raad andere mensen aan gebruik te maken van deze bijzondere genade om
hun ziel te reinigen. Veel kerken hebben om 15.00 uur. diensten op de Zondag
van de Goddelijke Barmhartigheid. Je kan meer genaden krijgen door deze dienst
bij te wonen ter ere van Mijn Goddelijke Barmhartigheid.
22/4
Jezus: Mijn volk, jullie hebben nog twee mooie Paasverslagen in
de lezingen van vandaag. In de eerste lezing van de Handelingen van de
Apostelen lees je hoe de H. Petrus en de H. Johannes door de Farizeeën werden vastgehouden
vanwege hun genezing van een kreupele in Mijn Naam. Toen verkondigde de H.
Petrus dat het in Mijn Naam was dat deze kreupele was genezen. Handelingen 4:12: Door niemand anders
kunnen wij worden gered, want Zijn Naam is de enige op aarde die de mens
redding biedt.
De Farizeeën bestraften Mijn Apostelen voor genezing in
Mijn Naam, maar ze konden deze genezing niet ontkennen. De Evangelielezing uit
Johannes toont Mij in Mijn derde verschijning na Mijn opstanding aan de Zee van
Tiberias. De H. Petrus ging vissen met de Apostelen, maar ze vingen de hele
nacht niets. Ik riep ze om hun netten naar rechts uit te werpen om iets te
vangen. Ze deden wat Ik zei, en ze vingen 153 grote vissen. Dit wonder was
vergelijkbaar met een eerder voorval toen Ik hen vertelde hun net uit te werpen
voor een vangst, en ze vulden twee netten met vissen. De Apostelen realiseerden
zich dat Ik aan wal was om hun ontbijt te bereiden, daarom haastten ze zich aan
wal om bij Mij te zijn. Dit is weer een voorbeeld van hoe Ik wilde dat Mijn Apostelen
vissers van mensen zouden zijn, omdat ze nu een nieuwe taak hadden als leraren
van Mijn Goede Nieuws.
23/4 Jezus: Mijn
volk, in de eerste lezing van de Handelingen van de Apostelen, zie je de
Farizeeën die de H. Petrus en de H. Johannes vertellen niet in Mijn Naam te
prediken. De H. Petrus antwoordde uitdagend dat het beter is om Mijn Woord te
volgen dan de woorden van mensen. Mijn woord en Mijn geboden zijn veel
belangrijker dan iemands verlangens of woorden. De Farizeeën wilden de genezing
van een kreupele en Mijn Verrijzenis stil houden omdat dit hun gezag tegenover
de mensen op de proef stelde.
Zelfs vandaag moeten Mijn gelovigen Mijn Goede Nieuws van
Mijn Verrijzenis aan iedereen verkondigen en niemand gehoorzamen die jullie
zegt geen getuige te zijn van Mijn liefde en Mijn redding aan het Kruis. In het
Evangelie verscheen Ik aan Maria Magdalena en de Apostelen op weg naar Emmaüs
in Mijn herrezen Lichaam, maar Mijn andere Apostelen in het Cenakel geloofden
deze getuigen niet. Pas toen Ik persoonlijk aan hen verscheen in het Cenakel,
geloofden ze echt in Mijn Verrijzenis. Ik zei tegen hen: Jullie geloven in
Mijn Verrijzenis omdat jullie Mij hebben gezien, maar gezegend zijn zij, die in
Mijn Verrijzenis geloven en Mij niet hebben gezien.
Mijn volk, weet je nog hoe Ik mensen heb gewaarschuwd om
drie maanden voedsel in hun voorraad te hebben voor elk gezinslid. Je staat op
het punt een kunstmatige hongersnood te zien, veroorzaakt door de Nieuwe
Wereldorde. Nu waarschuw Ik jullie opnieuw om drie maanden voedsel in huis te
hebben, ongeacht hoeveel het kost of waar je het ook bewaart. Mensen, die deze
hoeveelheid voedsel niet bewaren, kunnen honger lijden door lege schappen in de
winkels en geen kans hebben om het op internet te bestellen. Veel mensen die
actief zijn in de voedselopslag, waarschuwen mensen dat er weinig voedsel
beschikbaar is om op te slaan. Nu lezen jullie over ongeveer twee dozijn
branden in veel voedselverwerkende fabrieken in het afgelopen jaar in Amerika.
Er lijkt een patroon te zijn voor deze branden en veel landen hebben slechts
drie maanden voedsel voor hun volk.
Ik heb al eerder vermeld hoe Oekraïne mogelijk niet in
staat is om hun klanten te voeden vanwege de Russische invasie. Probeer jullie
voorraden geleidelijk aan te vullen, zodat jullie je aankopen gemakkelijker
kunt financieren. De mensen van de Nieuwe Wereldorde slaan voedsel op in hun
ondergrondse bunkers omdat ze weten dat deze verzonnen hongersnood erger zal
worden. Je hebt een goede toevoer van water nodig om gedroogd voedsel te
reconstitueren. Als je gelooft in Mijn kracht om je voedsel bij je thuis te
vermenigvuldigen, dan zal Ik dit voor je doen als je meer voedsel nodig hebt.
Als mensen beginnen te vechten om het beschikbare voedsel, dan zal Ik Mijn volk
naar de veiligheid van Mijn toevluchtsoorden roepen, waar Ik jullie voedsel,
water en brandstoffen zal vermenigvuldigen.
24/4
Zondag van Goddelijke Barmhartigheid - Jezus: Mijn volk,
Ik hou van kleine kinderen, en ik dank alle ouders en grootouders voor het
opnemen van hun kinderen in de voorbereidingsprogrammas voor de Eerste Biecht
en de Eerste Heilige Communie. Jullie lieten de kinderen dopen en nu hebben zij
ook Biecht en Heilige Communie nodig. Ouders zijn verantwoordelijk voor de ziel
van hun kinderen en hun geloofsvorming. Het was passend dat je Priester alle
mensen uitnodigde om het kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid te bidden op
dit feest van Mijn Goddelijke Barmhartigheid. Jullie kunnen deze namiddag ook
deelnemen aan de diensten van Goddelijke Barmhartigheid in veel van je kerken.
Moedig je families aan om naar de zondagsmis en de maandelijkse biecht te
komen. Ik weet dat je elke dag bidt voor de zielen van je familie en dat je ze
het goede voorbeeld blijft geven om hun ziel te redden. Daarom zie je je
beloning in het aanmoedigen van het Doopsel, de H. Communie en de Biecht voor
al je kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
Mijn volk, Mijn barmhartigheid is het grootst op
Barmhartigheidszondag wanneer jullie je volle aflaat ontvangen om eerherstel te
brengen voor al je zonden. Deze zegen wordt gegeven aan de mensen die de
Goddelijke Barmhartigheidsnoveen van de H. Faustina bidden en in de week voor
of na deze zondag komen biechten. Ik laat je de zielen zien in de vlammen van
het lagere Vagevuur. Jullie rozenkransen van vandaag kunnen zielen uit het Vagevuur
verlossen, vooral die van je overleden familieleden. Je hebt gehoord hoe zielen
worden vrijgelaten uit het Vagevuur met Kerstmis en Pasen, maar ze worden ook
vrijgelaten op de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Dit is een
bijzondere dag en mensen moeten gebruik maken van Mijn vele barmhartigheden en
genaden die Ik je op deze dag verleen.
25/4
Jezus: Mijn volk, in het evangelie van vandaag gaf Ik Mijn
discipelen enkele aanwijzingen voordat Ik ten Hemel opsteeg. Ik vertelde hen
dat ze beschermd zouden worden tegen giftige slangen en tegen elk vergif in hun
voedsel. Ik vertelde hen ook dat ze Mijn werk zouden voortzetten, namelijk het
verspreiden van Mijn Goede Nieuws van Mijn Verrijzenis en het maken van
gelovigen uit mensen. De Apostelen moesten naar alle volken gaan ze te
evangeliseren. Net zoals je nieuw leven in de natuur ziet, zo moet je nieuw
leven van Mijn Evangelie verspreiden in alle zielen. Deze boodschap van
evangelisatie was niet alleen voor de Apostelen, maar voor al Mijn gelovigen om
Mijn Woord te verspreiden onder al de mensen die je onderweg tegenkomt. Je zal
je beloning ontvangen voor het volgen van Mijn oproep.
Mijn zoon, ik weet dat je zoveel van Mij houdt in Mijn
Heilig Sacrament, omdat Ik echt bij je Aanwezig ben. Ik wil ook benadrukken dat
wanneer je Mij Aanwezig ziet in de geconsacreerde Hostie, je ook in de
tegenwoordigheid van God de Vader en God de Heilige Geest hebt, omdat alle drie
de Personen verenigd zijn in Eén God. Je hebt een grote liefde voor Mij, en ik
hou ook zoveel van jou. Daarom is het belangrijk om je achterkleinkinderen naar
hun Eerste Heilige Communie te brengen zodat ze in hun ziel met Mij verenigd
kunnen worden. Bijna elke nacht breng je je stille tijd door met je Heer, en ik
ben dankbaar voor al je uren van Aanbidding.
Probeer alle telefoontjes te
vermijden die je aandacht van Mij kunnen afleiden. Er is geen oproep die niet
kan wachten tot na je tijd van Aanbidding. Liefde voor Mijn Eucharistie vereist
een diep geloof en een vast geloof dat Ik volledig Aanwezig ben in elke
geconsacreerde Hostie. Ik heb wonderen van Mijn Eucharistie toegestaan,
wanneer je bloed ziet verschijnen op Mijn geconsacreerde Hostie. Mijn Hostie
is Mijn Echte Aanwezigheid onder jullie, zelfs tot het einde der tijden. Dank
en prijs Mij voor het nalaten van Mijzelf onder jullie in Mijn geconsacreerde
Hosties.
26/4
Jezus: Mijn volk, je kon zien hoe Mijn vroege discipelen elkaar
hielpen met de financiën, door hun eigendom te verkopen en het geld aan de Apostelen
te geven. Zelfs in deze tijd, als je de middelen hebt, moet je je eigen
familieleden in nood helpen. Als je elkaar helpt, heb je de beloning te weten
dat je het juiste hebt gedaan van wat er van je wordt verwacht. Het beste wat je
voor je familie kunt doen, is hen aan te moedigen naar de zondagsmis en de
maandelijkse biecht te komen. Het is belangrijker om voor het geestelijke
welzijn van je familie te zorgen dan voor hun financiële behoeften. Ik dank al
de mensen die offers brengen om hun eigen mensen te helpen.
Mijn zoon, ik dank je voor het kopen van een oude standaard
voor de Paaskaars die je in je kapel hebt geplaatst. Toen je jouw Paaswake
vierde, heeft je diaken verschillende keren aangekondigd: 'Dit is het licht van
Christus' terwijl hij de paaskaars droeg. Dit is waarom Ik je een standaard
liet kopen en de Paaskaars erin plaatste, omdat het Mijn constante Aanwezigheid
vertegenwoordigt, samen met Mijn Echte Aanwezigheid in Mijn Heilig Sacrament.
Geef Mij lof en glorie in deze Paastijd.
Mijn volk, Ik heb jullie veel boodschappen gegeven om je
voor te bereiden op de komende Antichrist in een tijd van verdrukking. Wees
niet bang voor de bozen, want Ik roep Mijn toevluchtsbouwers om
toevluchtsoorden op te zetten waar Mijn gelovigen zullen komen voor bescherming
met Mijn engelen. Mijn gelovigen zullen door Mijn engelen een onzichtbaar schild
over elke schuilplaats krijgen. Je zal worden beschermd en gevoed in Mijn
toevluchtsoorden gedurende de minder dan 3½ jaar van de verdrukking.
Wat de media niet vertellen over de oorlog in Oekraïne
D-Day nadert voor Rusland in Oekraine;
Medvedev: ‘De Ruiters van de Apocalyps zijn los' - Xandernieuws 3/6
Het
Oekraïense leger is feitelijk verslagen, maar toch is de oorlog in Oekraïne nog
niet afgelopen. De belangrijkste reden is dat het Westen almaar meer geld en zwaarder
militair materieel het land in pompt, en alles in het werk stelt nieuwe troepen
te trainen en te bewapenen. Voor Rusland nadert daarom D-Day: gaan alsnog de
handschoenen uit en wordt Oekraïne met een serie mokerslagen een beslissende
nederlaag toegebracht, of wordt de NAVO in staat gesteld het conflict te
escaleren naar de directe militaire confrontatie, en misschien wel een nieuwe
wereldoorlog? Dan is er nog de derde optie: totale terugtrekking, maar die
is om meerdere redenen onwaarschijnlijk. Het lot van de wereld kan wel eens
afhangen van het besluit dat de Kremlin in de komende paar weken of maanden
maakt.
Rusland had gehoopt de militaire operatie in Oekraïne
beperkt te kunnen houden tot het bevrijden van de Donbass en het de-nazificeren
van het land. De Westerse
wapenleveranties en trainingen maken het echter mogelijk dat Oekraïne de
verloren troepen en materieel weer kan aanvullen. De Donbass zal worden
bevrijd, daarover bestaat bij beide partijen geen twijfel. Maar het demilitariseren van Oekraïne en het land veranderen in een
neutrale staat, zoals het Kremlin wil, lijkt vooralsnog te mislukken – tenzij
wordt besloten om de militaire operatie tot heel Oekraïne uit te breiden.
Terughoudendheid Rusland funest?
Rusland had een snelle en totale overwinning over Oekraïne
nodig, maar dan had het leger in februari meteen op volle kracht en zonder
restricties moeten toeslaan. Dat is niet gebeurd; sterker nog, over de noodzaak
daarvan hebben president Putin en de militaire top nog steeds de nodige aarzelingen.
Dat zou wel eens funest kunnen blijken te zijn, want het VS/EU/NAVO blok kent geen scrupules en blijft het conflict
opstoken, aanvuren en provoceren met de leveranties van steeds zwaardere
wapens, waaronder raketten die ook op Rusland zelf kunnen worden afgeschoten.
Hoewel
de Westerse propaganda oorlog dat Oekraïne de oorlog gaat winnen door de
realiteit aan het wankelen is gebracht, lijkt de aansluiting van Zweden en
Finland bij de NAVO ondanks de blokkade door Turkije een kwestie van tijd. Dat
is een direct gevolg van het Russische talmen, want een razendsnelle nederlaag
van het Oekraïense leger had (al dan niet neutrale) niet-NAVO landen
waarschijnlijk tegengehouden om zich bij de Westerse alliantie aan te sluiten.
Rusland begrijpt niet dat Westen geen vreedzame
oplossing wil
De
Russische leiders lijken nog maar niet te willen begrijpen dat er geen
vreedzame of diplomatieke oplossing bestaat voor het conflict. Acht jaar lang
heeft het Kremlin de valse hoop gekoesterd dat het Westen en Kiev de Minsk
akkoorden zou respecteren. Als dat gebeurd zou zijn, dan was deze militaire
interventie en oorlog nooit nodig geweest.
In plaats daarvan heeft het Westen deze 8 jaar gebruikt om
het fascistische marionettenregime in Kiev te financieren en te steunen bij het
zwaar onderdrukken van de Russisch sprekende bevolking in de Donbass, en
tegelijkertijd het Oekraïense leger te trainen en uit te rusten voor de reeds
lang geplande – en door onder meer de toenmalige Amerikaanse minister van BuZa
Hillary Clinton aangekondigde – oorlog tegen Rusland.
‘Ik bewonder de terughoudendheid van het Kremlin en de
(Russische) tegenzin om geweld te gebruiken,' schrijft Paul Craig Roberts, die
als lid van de regering Reagan in de jaren '80 meehielp aan het beëindigen van
de Koude Oorlog. ‘De vraag is of dit gedrag Washington juist aanmoedigt om met
de Wolfowitz doctrine nog agressiever op te treden tegen landen die obstakels
zijn voor de hegemonie van Washington'.
D-Day voor Rusland: kernwapens worden niet
uitgesloten
Het is daarom bijna D-Day voor president Putin, die zich
voor de volgende opties gesteld ziet:
1) Net als de afgelopen 8 jaar toekijken hoe het Westerse
blok het Oekraïense leger (weer) opbouwt en bewapend, en zo het conflict op
gevaarlijk wijze verlengt en uitbreidt;
2) Alsnog keihard uithalen, het Oekraïense leger
verpletteren, het regime in Kiev vervangen, en alle Nazi- en CIA elementen in
het land (= sinds mensenheugenis twee handen op één buik) opjagen
en uitschakelen;
3) Het voor gezien houden en zich terugtrekken uit
Oekraïne. Dat zal echter zijn politieke einde betekenen, en de deuren openen
voor haviken die niet zullen terugdeinzen voor het inzetten
van kernwapens.
‘Niet Oekraïne, maar het Westen leidt de oorlog tegen ons,' verklaarde Dmitry Peskov, woordvoerder van het Pentagon. Peskov onderstreepte
op kalme wijze dat Rusland nooit oorlog heeft gewild, en de NAVO altijd heeft
gevraagd ‘ons niet in een hoek te drukken' door steeds dichter naar de
Russische grenzen op te schuiven. Dat is toch keer op keer gebeurd, en dat
heeft het Kremlin in het defensief gedrongen. Rusland heeft geen plannen om kernwapens in te zetten, vervolgde
hij, maar zal daar niet mee aarzelen als het land in zijn voortbestaan wordt
bedreigd.
Russen bijten van zich af
De Russen bijten in ieder geval steeds harder van zich af.
De Zwarte Zeevloot voerde aanvallen uit met Kalibr kruisraketten op doelen in
Oekraïne, waaronder een belangrijke spoortunnel door de Karpaten, die wordt
gebruikt voor de doorvoer van Westerse wapens.
De Russische senator Frants Klintsevich verklaarde tegen de
staatstelevisie dat er ‘lange afstandswapens met hoge precisie' zouden moeten
worden gebruikt tegen Amerikaanse bases in Europa, nu de VS heeft aangekondigd
dat er M142 mobiele raketlanceersystemen (HIMARS) aan Oekraïne zullen worden
geleverd. ‘Helaas zien zij (het Westen) onze tolerantie en integriteit aan voor
zwakte… Het is tijd dat we stappen nemen om hen te waarschuwen.'
Medvedev: ‘Vier Ruiters van de Apocalyps zijn
los'
Het lot van de wereld lijkt dus af te hangen van hoe
agressief het Westerse imperium Rusland in de tang wil nemen, en hoe het
Kremlin daarop reageert. In een TV-interview met Al Jazeera deed ex-president
en ex-premier Dmitry Medvedev, de vice-voorzitter
van de Russische Veiligheidsraad, de veelzeggende uitspraak dat ‘de Ruiters van
de Apocalyps in galop zijn, en we enkel nog op God kunnen zien. Dit is geen
voorspelling, dit is reeds aan de gang.'
De ‘vier Ruiters van de Apocalyps' worden genoemd in
hoofdstuk 6 van het laatste Bijbelboek Openbaring. De toevoeging ‘Apocalyps' is
misleidend, aangezien dit de verkeerde indruk heeft gewekt dat deze
aangekondigde gebeurtenissen en rampen – zoals oorlog, honger, dood, geweld en
ziekte – pas in de laatste jaren van de ‘eindtijd' zouden gaan optreden. De
profetie geldt echter de hele menselijke geschiedenis van de afgelopen ca. 2000
jaar.
Desondanks zijn de woorden van Medvedev verontrustend,
aangezien hij daarmee aangeeft te denken dat we ons in de laatste fase van de
eindtijd bevinden, en ons inderdaad nog meer oorlogen, honger, ziekten en
massa's doden te wachten staan. Wel, het behoeft u als lezer geen uitleg meer
om te kunnen constateren dat al deze calamiteiten nu opzettelijk worden
veroorzaakt door de wereldwijde globalistische machtselite om hun ‘Great Reset' uit te voeren, om zo een technocratische, volledige digitaal aangestuurde
transhumanistische Nieuwe Wereld Orde te installeren – de hardste totalitaire
dictatuur die onze planeet ooit heeft gekend.
Die Heer is en leven geeft - encycliek van Paus Johannes Paulus II (4)
59 De nauwe band met God
in de H. Geest maakt dat de mens ook zichzelf, zijn eigen mensheid, op een
nieuwe wijze begrijpt. Zo wordt het beeld en de gelijkenis van God, dat de mens
vanaf het begin is , ten volle verwezenlijkt. Deze innerlijke
werkelijkheid van het menselijke wezen moet steeds opnieuw ontdekt worden in
het licht van Christus die het prototype is van de band met God, en in Hem moet
ook de waarheid ontdekt worden van ´het volledig zichzelf vinden in de oprechte
gave van zichzelf¡ aan de andere mensen, zoals het Tweede Vaticaans Concilie
schrijft: juist vanwege de goddelijke gelijkenis die ´erop wijst dat de
mens op aarde het enige schepsel is dat om zichzelf door God is gewild¡ in
zijn waardigheid van persoon die openstaat voor maatschappelijke integratie en
gemeenschap. De doeltreffende kennis en de volle verwezenlijking van deze
waarheid over het mens-zijn worden alleen door de werking van de H. Geest
verkregen. De mens leert deze waarheid van Jezus Christus en verwerkelijkt haar
in zijn leven door de Geest die Hij ons gegeven heeft.
Langs deze weg
langs de weg van de innerlijke rijpwording die de volledige ontdekking van de
zin van het mens-zijn insluit komt God in het binnenste van de mens, dringt
hij steeds dieper door in heel de menselijke wereld. De drie-ene God die in
zichzelf bestaat als transcendente werkelijkheid van de wederkerige gave van
de drie Personen, vormt de menselijke wereld om van binnenuit, vanuit het
innerlijk van het hart en het geweten, door zichzelf in de H. Geest mee te
delen als gave aan de mens. Langs deze weg wordt de wereld die deelachtig is
geworden aan de goddelijke gave, steeds menselijker, steeds dieper
menselijk, zoals het Concilie leert, terwijl door middel van het hart en
het geweten van de mensen in de wereld het rijk groeit waarin God
uiteindelijk alles in alles zal zijn: als gave en liefde.
Dit is de
eeuwige kracht van de drie-ene God die zichzelf in de H. Geest opent voor de
mens en de wereld. In het perspectief van het jaar tweeduizend na de geboorte
van Christus gaat het erom te bereiken dat een steeds groter aantal mensen
zichzelf volledig kan vinden in de oprechte gave van zichzelf, volgens de
reeds vermelde uitdrukking van het Concilie; dat onder de werking van de
Geest-Parakleet in onze wereld zich het proces voltrekt van echte rijpwording
in het mens-zijn, in het individuele en gemeenschappelijke leven, met
betrekking waarop Jezus wanneer Hij zijn Vader bidt dat allen één mogen zijn
... zoals Wij één zijn (Joh. 17:21-22) ... zinspeelt ... op een
zekere gelijkenis tussen de eenheid van de goddelijke Personen en de eenheid
van de kinderen van God in waarheid en liefde. Het Concilie bevestigt deze
waarheid over de mens, en de Kerk ziet daarin een bijzonder sterke en
beslissende aanwijzing voor haar eigen pastorale taken.
Want als de
mens inderdaad de weg van de Kerk is, dan loopt deze weg over heel het mysterie
van Christus, als goddelijk model voor de mens. Langs deze weg bewerkt de H.
Geest die in ieder van ons het diepste wezen versterkt, dat de mens
zichzelf steeds beter vindt inde oprechte gave van zichzelf. Men kan zeggen
dat in deze woorden van de pastorale constitutie van het Concilie heel de
christelijke antropologie wordt samengevat: de op het evangelie gebaseerde
theorie en praktijk waarin de mens in zichzelf ontdekt dat hij Christus
toebehoort en in Hem verheven is tot kind van God en zo ook beter zijn
waardigheid als mens begrijpt, juist omdat God tot hem gekomen is en in hem verblijft,
naar hem is afgedaald wat het vooruitzicht en de wortel van de uiteindelijke
verheerlijking insluit. Dan kan men terecht zeggen dat de glorie van God de
levende mens is en het leven van de mens de aanschouwing van God is. Als
de mens leeft uit goddelijk leven, is hij de glorie van God, en van dit leven
en deze glorie is de H. Geest de verborgen uitdeler. Basilius de Grote zegt dat
Hij in zijn wezen enkelvoudig is en in zijn werking veelvoudig. Hij deelt zich
mee en blijft onverminderd zichzelf... Hij is in ieder die in staat is Hem te
ontvangen, tegenwoordig alsof hij de enige was, en stort in allen de genade in
voldoende en volle maat uit.
60 Als de mensen onder de invloed van de H. Geest deze
goddelijke dimensie van hun wezen en leven als persoon en tevens als
gemeenschap ontdekken, dan zijn zij in staat zich te bevrijden van de
verschillende vormen van determinisme die voornamelijk voortkomen uit de
materialistische grondslagen van het denken, de praktijk en de methodologie
hiervan. Deze factoren zijn er in ons tijdperk in geslaagd door te dringen tot
in het binnenste van de mens, in het heiligdom van het geweten waarin de H.
Geest voortdurend het licht en de kracht brengt van het nieuwe leven volgens de
vrijheid van de kinderen Gods. De rijpwording van de mens in dit leven wordt
verhinderd door de beperkingen en de druk die de heersende structuren en
systemen op hem leggen in de verschillende sectoren van de maatschappij.
Men kan zeggen
dat in veel gevallen de maatschappelijke factoren in plaats van de ontwikkeling
en de ontplooiing van de menselijke geest te bevorderen het ontrukken aan de
echte werkelijkheid van zijn wezen en leven waarover de H. Geest waakt -, om
hem te onderwerpen aan de vorst van deze wereld. Het grote jubileum van het
jaar tweeduizend bevat dus een boodschap van bevrijding door de Geest, de enige
die de mensen en de gemeenschappen kan helpen bevrijden van oude en nieuwe
vormen van determinisme, door hen te leiden met de wet van de Geest
die het leven in Christus geeft (Rom. 8:2), waardoor zij de volle
maat van de echte menselijke vrijheid ontdekken en vervullen. Want, zoals de H.
Paulus schrijft: Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid (2
Kor. 3:17).
Deze openbaring
van de vrijheid en derhalve van de echte menselijke waardigheid, is bijzonder
welsprekend voor de christenen en de Kerk die vervolgd worden hetzij in
vroegere tijden hetzij in de huidige tijd: want zij die van de goddelijke
waarheid getuigen, worden dan een levend bewijs van de werking van de Geest der
waarheid die verblijft in het hart en het geweten van de gelovigen, en niet
zelden bezegelen zij door hun marteldood de hoogste roem van de menselijke
waardigheid.
Ook in de gewone maatschappelijke omstandigheden dragen de christenen als getuigen
van de authentieke waardigheid van de mens, door hun gehoorzaamheid aan de H.
Geest bij tot de veelvormige vernieuwing van het aanschijn der aarde, als zij
met hun broeders samenwerken om alles wat in de hedendaagse vooruitgang van de
beschaving, de cultuur, de wetenschap, de techniek en de andere sectoren van
het menselijk denken en handelen goed, edel en schoon is, te verwerkelijken en
te benutten. Zij doen dit als leerlingen van Christus die, zoals het Concilie
schrijft, door zijn verrijzenis Heer geworden...nu door de invloed van zijn
Geest werkt in de harten van de mensen en niet alleen een vurig verlangen naar
de komende tijden wekt, maar, juist daardoor, ook die edelmoedig gesteldheid
bezielt, zuivert en versterkt waarin de mensheid poogt haar eigen bestaan nog
meer menselijk te maken en de gehele wereld aan dit doel ondergeschikt te
maken.
Zo bevestigen
zij nog meer de grootheid van de mens die gemaakt is naar het beeld en de
gelijkenis van God; grootheid die verlicht wordt door het mysterie van de
menswording van de Zoon van God, die op de volheid der tijden in de H. Geest
de geschiedenis is binnengegaan en waarlijk mens is geworden, Hij de
eerstgeborene van heel de schepping, door wie het al bestaat en wij in het
bijzonder (1 Kor. 8:6) .
5 De Kerk
sacrament van de innige vereniging met God
61 Bij de nadering van het einde van het tweede millennium
dat aan allen de komst van het Woord op de volheid der tijden in herinnering
moet brengen en deze als het ware opnieuw moet verwerkelijken, wil de Kerk
nogmaals doordringen tot het wezen van haar goddelijke-menselijke constitutie
en van de zending die haar doet deelnemen aan de Messiaanse zending van
Christus, volgens het altijd geldige onderricht van het Tweede Vaticaans
Concilie. Deze lijn volgend kunnen wij terugkeren naar het cenakel waar Jezus
Christus de H. Geest openbaart als Parakleet, als Geest der waarheid, en
spreekt over zijn eigen heengaan door middel van het kruis als noodzakelijke
voorwaarde voor diens komst: Het is goed voor u dat Ik heenga; want
als Ik niet heenga, zal de Helper niet tot u komen. Nu ik wel ga, zal Ik Hem
tot u zenden (Joh. 16:7).
Wij hebben
gezien dat deze aankondiging reeds op de avond van de dag van Pasen voor het
eerst werkelijkheid is geworden en vervolgens op Pinksteren te Jeruzalem, en
dat zij van toen af in de mensengeschiedenis werkelijkheid wordt door
bemiddeling van de Kerk. In het licht van die aankondiging wordt ook volledig
de betekenis duidelijk van wat Jezus eveneens tijdens het Laatste Avondmaal
zegt over zijn nieuwe komst. Het is inderdaad veelbetekenend dat Hij in de
afscheidsrede niet alleen over zijn heengaan spreekt maar ook over zijn
nieuwe komst. Hij zegt: Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer
tot u terug (Joh. 14:18). En op het ogenblik van zijn definitieve
afscheid voor zijn hemelvaart zal Hij nog uitdrukkelijker zeggen: Ziet,
Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld (Mt. 28:20).
Deze nieuwe
komst van Christus, dit voortdurend komen om met de apostelen en met de Kerk
te zijn tot aan de voleinding der wereld, verandert zeker niet het feit van
zijn heengaan. Zij volgt daarop, na de afsluiting van het Messiaanse werk van
Christus op aarde, en zij geschiedt in het kader van de aangekondigde zending
van de H. Geest en vindt om zo te zeggen plaats in diens werking. Zij voltrekt
zich door de H. Geest die maakt dat Christus die heengegaan is, nu en altijd op
nieuwe wijze komt. Deze nieuwe komst van Christus door de H. Geest en zijn
aanwezigheid en werking in het geestelijke leven worden verwezenlijkt in de
sacramentele werkelijkheid. Christus die heengegaan is in zijn zichtbare
mensheid, komt tegenwoordig in de sacramentele werkelijkheid en handelt daarin
op zon innige wijze in de Kerk dat deze als het ware zijn Lichaam wordt. Als
zodanig leeft, werkt en groeit de Kerk tot aan de voleinding der wereld. Dit
alles geschiedt door de werking van de H. Geest.
62 De meest volledige sacramentele uitdrukking van het
heengaan van Christus door middel van het mysterie van het kruis en de
verrijzenis is de Eucharistie. Daarin wordt iedere keer zijn komst, zijn
heilzame tegenwoordigheid op sacramentele wijze verwerkelijkt: in het offer en
in de communie. Zij wordt verwezenlijkt door de H. Geest, in zijn zending (Dit
wordt uitgedrukt door de epiclese voor de consecratie: Heilig dan deze gaven
met de dauw van uw H. Geest, dat zij voor ons worden tot Lichaam en Bloed van
Jezus Christus onze Heer (Eucharistisch gebed II)). Door middel van de Eucharistie
voltrekt de H. Geest de versterking van het diepste wezen van mens waarover
de brief aan de Efeziërs spreekt. Door middel van de Eucharistie leren de
mensen en de gemeenschappen door de werking van de Parakleet-Helper de
goddelijke zin van het menselijke leven te ontdekken waaraan het Concilie heeft
herinnerd; de zin waardoor Jezus Christus de mens voor zichzelf duidelijk
maakt, als Hij een zekere gelijkheid tussen de eenheid van de goddelijke
Personen en de eenheid van de kinderen van God in waarheid en liefde
suggereert.
Deze eenheid
wordt speciaal uitgedrukt en verwerkelijkt door middel van de Eucharistie
waarin de mens die deelneemt aan het offer van Christus dat door de viering
tegenwoordig gesteld wordt, ook leert zichzelf te vinden...door de ...gave van
zichzelf, in de gemeenschap met God en met andere mensen, zijn broeders.
Om deze reden bleven de eerste christenen vanaf de dagen die volgden op de
nederdaling van de H. Geest ijverig in het breken van het brood en in
het gebed. Op deze wijze vormden zij een gemeenschap die eensgezind was in
de leer van de apostelen. Zo herkenden zij dat hun verrezen en naar de hemel
opgestegen Heer opnieuw in hun midden kwam in en door de eucharistische
gemeenschap van de Kerk. Vanaf het begin drukte de Kerk zichzelf onder leiding
van de H. Geest uit door middel van de Eucharistie en werd zij hierdoor
bevestigd. En zo is het steeds geweest, in alle generaties van christenen, tot
aan onze tijd toe, tot aan deze vooravond van de voleinding van het tweede
christelijke millennium.
Zeker, wij
moeten helaas vaststellen dat het nu afgelopen millennium het millennium is
geweest van de grote scheuringen in de christenheid. Naar het voorbeeld van de
apostelen zullen dus alle christenen zich volledig moeten inzetten om hun
denken en handelen in overeenstemming te brengen met de wil van de H. Geest,
het beginsel van de kerkelijke eenheid 5, opdat allendie
gedoopt zijn in één Geest om één lichaam te vormen, elkaar terugvinden als
broeders die verenigd zijn in de viering van de ene Eucharistie, sacrament van
goedheid, teken van eenheid, band van liefde!
63 De eucharistische tegenwoordigheid van Christus zijn
sacramenteel Ik ben met u maakt het de Kerk mogelijk haar eigen mysterie
steeds dieper te ontdekken, zoals heel de ecclesiologie van het Tweede
Vaticaans Concilie bevestigt: In Christus is de Kerk als het ware het
sacrament, dat wil zeggen het teken en instrument, van de innige vereniging met
God en van de eenheid van heel het menselijk geslacht. Als sacrament ontplooit
de Kerk zich vanuit het paasmysterie van het heengaan van Christus en leeft
zij van zijn steeds nieuwe komst door de H. Geest, in der werking van de
Parakleet, de Geest der waarheid. Juist dit is het wezen van het mysterie van
de Kerk zoals het Concilie belijdt. Krachtens de schepping is God degene door
wie wij allen het leven, het bewegen en het zijn hebben (Hand.
17:28), terwijl de kracht van de verlossing zich op haar beurt doorzet en
ontvouwt in de geschiedenis van de mens en de wereld als in een tweevoudig
ritme waarvan de bron zich bevindt in de eeuwige Vader.
Het is
enerzijds het ritme van de zending van de Zoon die in de wereld gekomen is en
geboren is uit de Maagd Maria door de H. Geest; en anderzijds ook het ritme van
de zending van de H. Geest, die definitief geopenbaard is door Christus. Door
het heengaan van de Zoon is de H. Geest gekomen en komt Hij onophoudelijk als
Helper en Geest der waarheid. En in het kader van de zending van de H. Geest, als
het ware in het hart van zijn onzichtbare aanwezigheid, komt de Zoon die in
het Paasmysterie heengaan was voortdurend tegenwoordig in het mysterie van de
Kerk; nu eens verbergt Hij zich, dan weer op openbaart Hij zich in haar
geschiedenis, terwijl Hij steeds de loop ervan leidt. Dit alles geschiedt op
sacramentele wijze, door de werking van de H. Geest die put uit de schatten van
de verlossing van Christus en aanhoudend het leven geeft. Door zich steeds
levendiger bewust te zijn van dit mysterie ziet de Kerk zichzelf steeds beter,
vooral als sacrament.
Het geschiedt ook, omdat de Kerk volgens de wil van haar Heer door middel van
de verschillende sacramenten haar heilbrengend dienstwerk verricht ten opzichte
van de mens. Iedere keer dat een sacrament toegediend wordt, brengt dit het
mysterie mee van het heengaan van Christus door middel van het kruis en de
verrijzenis, uit kracht waarvan de H. Geest komt. Hij komt en werkt: Hij geeft
het leven. Want de sacramenten betekenen de genade en bewerken de genade: zij
betekenen het leven en bewerken het leven. De Kerk is de zichtbare uitdeelster
van de gewijde tekenen, terwijl de H. Geest hierin werkt als de onzichtbare
uitdeler van het leven dat zij betekenen. Samen met de H. Geest is en werkt
Christus Jezus daarin.
64 De Kerk die het sacrament is van de innige vereniging met
God, is dit in Jezus Christus, in wie deze vereniging zich verwerkelijkt als
heilswerkelijkheid. Zij is het in Jezus Christus door de H. Geest. De volheid
van de heilswerkelijkheid, die Christus is in de geschiedenis, wordt op
sacramentele wijze uitgestort in de kracht van de Geest-Parakleet. Op deze
wijze is de H. Geest de andere Helper of de nieuwe Helper, want door zijn
werking krijgt de Blijde Boodschap gestalte in het menselijke geweten en hart
en verbreidt zij zich in de geschiedenis. In dit alles is het de Geest die het
leven geeft. Als wij het woord sacrament gebruiken met betrekking tot de
Kerk, moeten wij bedenken dat in de tekst van het Concilie de sacramentaliteit
van de Kerk onderscheiden blijkt van de sacramentaliteit in strikte zin die
eigen is aan de sacramenten. Wij lezen immer: De Kerk is als het ware het
sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument, van de innige vereniging
met God. Maar wat geldt en naar voren komt in de analoge zin waarin het woord
gebruikt wordt in de twee gevallen, is het verband tussen de Kerk en de kracht
van de H. Geest, die de enige is die het leven geeft: de Kerk is teken en
instrument van de tegenwoordigheid en de werking van de levendmakende Geest.
Het Tweede Vaticaans Concilie voegt eraan toe dat de Kerk het sacrament
is...van de eenheid van heel het menselijk geslacht. Het gaat uiteraard om de
eenheid die het menselijke geslacht dat in zich veelvuldig verscheiden is, heeft
van God en in God. Deze eenheid is geworteld in het mysterie van de verlossing,
met betrekking tot het universele heil. Aangezien God wil dat alle
mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen (1 Tim. 2:4) ,
omvat de verlossing alle mensen en op zekere wijze heel de schepping. Krachtens
het heengaan van Christus werkt de H. Geest in dezelfde universele omvang als
de verlossing. Daarom ziet de Kerk die dor middel van haar eigen mysterie
geworteld is in het trinitaire heilsbestel, zichzelf terecht als sacrament van
de eenheid van heel het menselijk geslacht. Zij weet dat zij dit is door de
kracht van de H. Geest, waarvan zij teken en instrument is in de
verwerkelijking van het heilsplan van God.
Op deze wijze wordt de nederdaling van de oneindige liefde van de
Drie-eenheid verwerkelijkt: God, de onzichtbare Geest, komt tot de zichtbare
wereld. De drie-ene God deelt zich in de H. Geest vanaf het begin aan de mens
mede door middel van zijn beeld en gelijkenis. Onder de werking van dezelfde
Geest komen de mens die door Christus verlost is, en door hem de geschapen
wereld tot hun definitieve bestemming in God. Van dit naar elkaar toekomen van
de twee polen van de schepping en de verlossing, God en de mens, is de Kerk
het sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument. Zij werkt om de
eenheid te herstellen en te versterken aan de wortels van het menselijke
geslacht: in de band en de gemeenschap die de mens heeft met God als zijn
Schepper, Heer en Verlosser.
Aan de hand van
het onderricht van het Concilie kunnen wij deze waarheid overwegen, verklaren
en toepassen in heel haar betekenis in deze tijd van de overgang van het tweede
naar het derde christelijke millennium. En wij willen ons steeds graag levendig
bewust zijn van het feit dat in de activiteit, die de Kerk ontplooit in de
heilsgeschiedenis welke zich afspeelt in de geschiedenis van de mensheid, de H.
Geest aanwezig is en werkt, Hij die de wind van het goddelijke leven blaast
door de aardse pelgrimstocht van de mens, en heel de schepping heel de
geschiedenis doet samenvloeien naar haar laatste einddoel, in de eindeloze
oceaan van God.
6 De
Geest en de bruid zeggen: "Kom!"
65 De adem van het goddelijke leven, de H. Geest, wordt op de
meest eenvoudige en gewone wijze uitgedrukt en ervaren in het gebed. Het is
mooi en heilzaam te bedenken dat, waar men ook bidt in de wereld, de H. Geest
daar is, de levensadem van het gebed. Het is ook mooi en heilzaam te beseffen
dat, als het gebed over heel de aarde verbreid is, in het verleden, het heden
en de toekomst, de aanwezigheid en de werking van de H. Geest even verbreid
zijn, omdat Hij het gebed in het hart van de mens inspireert in heel de
onmetelijke gamma van de meest verschillende situaties en van omstandigheden
die nu eens gunstig dan weer ongunstig zijn voor het geestelijke en
godsdienstige leven. Dikwijls stijgt het gebed op uit het hart van de mens
onder de werking van de Geest ondanks het hart van de mens onder de werking van
de Geest ondanks verboden en vervolgingen en zelfs ondanks officiële
verklaringen over het areligieuze of atheïstische karakter van het openbare
leven!
Het gebed
blijft steeds de stem van al diegenen die schijnbaar geen stem hebben, en in
deze stem weerklinkt altijd het luid roepen dat aan Christus
toegeschreven wordt door de brief aan de Hebreeën. Het gebed is ook de
openbaring van de peilloze diepte die het menselijk hart is: een diepte die uit
God is en alleen door God gevuld kan worden juist met de H. Geest! Wij lezen in
Lucas: Als gij dus, ofschoon ge slecht zijt, goede gaven aan uw
kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de H.
Geest geven aan wie Hem erom vragen (Lc. 11:13) .
De H. Geest is de gave die in het mensenhart komt samen met het gebed. Hierin
verschijnt Hij bovenal als de gave die onze zwakheid te hulp komt. Sint
Paulus heeft deze prachtige gedachte ontwikkeld waar hij in de brief aan de
Romeinen schrijft: Wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden, maar de
Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen (Rom. 8:26) .
De H. Geest stelt ons dus niet alleen in staat te bidden, maar voert ons van
binnenuit tot het gebed, vult onze ontoereikend aan en verhelpt ons
onvermogen om te bidden: Hij is aanwezig in ons gebed en geeft er een
goddelijke dimensie aan. Zo weet Hij die de harten doorgrondt
waar de Geest op zint, want Hij pleit voor de heiligen naar Gods bedoeling (Rom.
8:27) . Het gebed in de H. Geest wordt de steeds meer volwassen
uitdrukking van de nieuwe mens die daardoor deel heeft aan het goddelijke
leven.
Ons moeilijke tijdperk heeft speciaal het gebed nodig. Talrijke mannen en
vrouwen hebben in de loop van de geschiedenis nu en in het verleden
getuigenis afgelegd van het belang van het gebed door zich te wijden aan de lof
van God en aan een leven van gebed, vooral in de kloosters. In de laatste jaren
groeit ook het aantal mensen die in steeds meer verspreide gebedsbewegingen en
groepen aan het gebed de eerste plaats geven en hierin de vernieuwing van het
geestelijke leven nastreven. Dit is een veelbetekenend en troostrijk
verschijnsel, aangezien hun ervaring bijgedragen heeft tot de terugkeer naar
het gebed onder de gelovigen die geholpen zijn om beter te begrijpen dat de H.
Geest in de harten een diep verlangen naar heiligheid opwekt. In vele mensen en
gemeenschappen groeit het bewustzijn dat de mens bedreigd wordt, dat de
mensheid bedreigd wordt, ondanks de duizelingwekkende vooruitgang van de
technisch-wetenschappelijke beschaving en niettegenstaande de reële veroveringen
en bereikte doelen.
Afzonderlijke
personen en hele gemeenschappen die het gevaar en zelf reeds de beangstigende
werkelijkheid van de geestelijke decadentie van de mens ervaren, zoeken, als
het ware geleid door een innerlijke geloofszin, de kracht die de mens kan
opheffen en beschermen tegen zichzelf, tegen zijn eigen vergissingen en
dwalingen welke zijn verworvenheden vaak schadelijk doen zijn. En zo ontdekken
zij het gebed waarin de Geest zich openbaart die onze zwakheid te hulp komt.
Op deze wijze brengen de tijden waarin wij leven, velen dit tot het gebed
terugkeren, nader tot de H. Geest.
Ik vertrouw erop dat allen in het onderricht van deze encycliek voedsel zullen
vinden voor hun innerlijke leven en erin zullen slagen om onder de werking van
de Geest hun toeleg op het gebed te versterken in harmonie met de Kerk en haar
leerambt.
66 Te midden van de problemen, de ontgoochelingen en de hoop,
de afval en de terugkeer van onze tijden blijft de Kerk trouw aan het mysterie
van haar geboorte. Het is een historisch feit dat de Kerk op Pinksteren uit het
cenakel naar buiten is getreden, maar men kan in zekere zin zeggen dat zij het
nooit heeft verlaten. Geestelijk behoort het pinkstergebeuren niet alleen maar
tot het verleden: de Kerk is steeds in het cenakel, dat zij in haar hart
draagt. De Kerk blijft ijverig in het gebed, zoals de apostelen samen met
Maria, de Moeder van Christus, en degenen die te Jeruzalem de eerste kiem van
de christengemeenschap vormden en biddend de komst van de H. Geest afwachtten.
De Kerk blijft ijverig in het gebed met Maria. Deze gemeenschap van de biddende
Kerk met de Moeder van Christus maakt deel uit van het mysterie van de Kerk
vanaf het begin; wij zien haar in dit mysterie op dezelfde wijze tegenwoordig
als in het mysterie van haar Zoon. Dit zegt ons het Concilie: De heilige Maagd
...overschaduwd door de Geest...heeft Zoon ter wereld gebracht, die God heeft
gesteld tot Eerstgeborene onder vele broeders, de gelovigen namelijk, tot wier
geboorte en opvoeding zij met moederlijke liefde bijdraagt. Zij is door haar
heel bijzondere genaden en opdrachten...innig met de Kerk verbonden; zij is
het model van de Kerk. De Kerk die de verborgen heiligheid van Maria
beschouwt en haar liefde navolgt...wordt zelf ook moeder en in navolging van
de Moeder van de Heer bewaart zij op maagdelijke wijze, door de kracht van de
H. Geest, het ongerept geloof, de standvastige hoop en de oprechte liefde;
ook zij (de Kerk) is moeder: zij behoudt haar trouw aan de Bruidegom gaaf en zuiver.
Zo begrijpt men de diepe zin van de reden waarom de Kerk zich samen met de
Moedermaagd ononderbroken als bruid tot haar goddelijke Bruidegom richt, zoals
de door het Concilie aangehaalde woorden van de Apokalyps getuigen: De
Geest en de bruid zeggen tot de Heer Jezus: Kom!. Het gebed van de Kerk
is steeds deze onophoudelijke smeekbede waarin de Geest zelf voor ons ten
beste spreekt: Hij spreekt dit gebed in zekere zin zelf uit met de Kerk en in
de Kerk. Want de Geest is aan de Kerk gegeven, opdat door zijn kracht heel de
gemeenschap van het volk Gods, in heel haar verscheidenheid en in al haar
vertakkingen, mag volharden in de hoop: in die hoop waarin wij gered
zijn. Het is de eschatologische hoop, de hoop op de uiteindelijke voltooiing
in God, de hoop op de eeuwige rijk dat werkelijkheid wordt in de deelname aan
het leven van de Drie-eenheid. De H. Geest die als Helper aan de apostelen is
gegeven, is de bewaarder van deze hoop in het hart van de Kerk.
In het vooruitzicht van het derde millennium na Christus en terwijl de Geest
en de bruid tot de Heer Jezus zeggen: Kom!, is dit gebed zoals steeds geladen
met een eschatologische strekking die bestemd is om ook aan de viering van het
jubileum zijn volle betekenis te geven. Het is een gebed dat gericht staat op
de heilsbestemmingen waarvoor de H. Geest door zijn werking in de loop van heel
de mensengeschiedenis op aarde de harten opent. Maar dit gebed richt zich
tegelijk op een heel bepaald moment van de geschiedenis, waarin de volheid der
tijden benadrukt en gescandeerd wordt door het jaar tweeduizend. De Kerk wil
zich op het jubileum voorbereiden in de H. Geest, zoals de Maagd van Nazareth,
uit wie het Woord het vlees heeft aangenomen, voorbereid werd door de H. Geest.
DEEL 4:
Besluit
67 Wij willen deze overwegingen besluiten in het hart van de
Kerk en van de mens. De weg van de Kerk loopt door het hart van de mens, omdat
hier de geheime plaats is van de heilzame ontmoeting met de H. Geest, met de
verborgen God en juist hier de H. Geest de waterbron wordt, die
opborrelt tot eeuwig leven. Hier komt Hij als Geest der waarheid en
Parakleet, beloofd door Christus. Van hier uit werkt Hij als Trooster,
Voorspreker, Helper in het bijzonder als de mens of de mensheid staat voor de
veroordeling door de aanklager van wie de Apokalyps zegt dat hij
onze broeders dag en nacht bij onze God aanklaagt. De H. Geest houdt niet
op de bewaarder te zijn van de hoop in het hart van de mens: van de hoop van
alle menselijk schepselen en vooral van diegenen die de eerstelingen
van de Geest hebben ontvangen en wachten op de verlossing
van hun lichaam.
In zijn mysterieuze band van goddelijke gemeenschap met de Verlosser van de
mens zet de H. Geest diens werk voort: Hij ontvangt van Christus en geeft er
allen van. Zo treedt Hij onophoudelijk door het menselijke hart de geschiedenis
van de wereld binnen. Zo wordt Hij zoals de sequentie van het hoogfeest van
Pinksteren uitroept waarlijk vader van de armen, schenker van de gaven,
licht van de harten; Hij wordt de zoete gast van de ziel die de Kerk zonder
ophouden begroet op de drempel van het innerlijk van ieder mens. Hij brengt
inderdaad rust en lafenis te midden van het zwoegen, het werk van de
menselijke handen en geest; Hij brengt rust en verkwikking te midden van de
hitte van de dag, te midden van de onrust, van de strijd en van de gevaren van
alle tijden. Hij brengt tenslotte de vertroosting als het menselijke hart
schreit en bekoord wordt door wanhoop.
Om deze reden roept de sequentie uit: Zonder uw kracht is er niets in de mens,
is niets zonder schuld. Want alleen de H. Geest levert het overtuigend bewijs
van wat zonde is, van wat kwaad is, teneinde het goede in de mens en in de
wereld te hernieuwen: om het aanschijn van de aarde te vernieuwen. Daarom
bewerkt Hij de zuivering van alles wat de mens bevlekt, van wat vuil is.
Hij verzorgt de wonden van het menselijk bestaan, ook de meest diepe. Hij
verandert de innerlijke dorheid van de zielen en maakt ze tot vruchtbare velden
van genade en heiligheid. Hij buigt wat verstijfd is, koestert wat
kil is en wat afgedwaald is brengt Hij terug op de rechte weg van
het heil.
Zo biddend belijdt de Kerk voortdurend haar geloof dat er in onze geschapen
wereld een Geest is die ongeschapen gave is. Het is de Geest van de Vader en de
Zoon: ongeschapen, oneindig, eeuwig, almachtig, God, Heer, zoals de Vader en de
Zoon. Deze Geest van God vervult het aardrijk en al het geschapene herkent in
Hem de bron van de eigen identiteit, vindt in Hem de eigen transcendente
uitdrukking, richt zich tot Hem, wacht op Hem en roept Hem met het eigen wezen
aan. Tot Hem, de Parakleet, de Geest van waarheid en liefde, richt zich de mens
die leeft uit waarheid en liefde en niet kan leven zonder de bron van de
waarheid en de liefde. Tot Hem richt zich de Kerk die het hart van de mensheid
is, om voor allen de gaven af te smeken van de liefde die door Hem is
uitgestort in onze harten, en die ze aan allen uit te delen.
Tot Hem richt
de Kerk zich op de wirwar van de wegen van de menselijke pelgrimstocht: en zij
vraagt onophoudelijk om de rechtschapenheid van het menselijk handelen, als
zijn werk; zij vraagt om de vreugde en de troost die alleen Hij, de ware
Vertrooster, kan brengen door neer te dalen in het diepst van het menselijke
hart; zij vraagt om de genade van de deugden die de eeuwigheid verdienen, zij
vraagt om het eeuwige heil, in volledige mededeling van het goddelijke leven
waarvoor de Vader van eeuwigheid af de mensen heeft uitverkoren die uit
liefde geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van de Allerheiligste
Drie-eenheid.
Met heel haar hart dat de harten van alle mensen omvat, vraagt de Kerk aan de
H. Geest om het geluk dat alleen in God volledig verwezenlijkt wordt: de vreugde die
niemand zal kunnen ontnemen, de vreugde die vrucht is van de liefde en dus
van God die liefde is; zij vraagt om de gerechtigheid, de vrede en de
vreugde in de H. Geest waarin volgens de H. Paulus het Koninkrijk van
God bestaat.
Ook de vrede is vrucht van de liefde: de innerlijke vrede die de vermoeide mens
zoekt in het binnenste van zijn wezen; de vrede waarom de mensheid, de
mensenfamilie, de volkeren, de naties, de werelddelen met vrezen vragen en met
de hoop hem te verkrijgen in het vooruitzicht van de overgang van het tweede
naar het derde christelijke millennium. Aangezien de weg naar de vrede
uiteindelijk over de liefde loopt en naar de schepping van de beschaving van de
liefde wil leiden, richt de Kerk haar blik op Hem die de liefde van de Vader en
de Zoon is, en niettegenstaande de toenemende dreigingen houdt zij niet op te
vertrouwen, houdt zij niet op de vrede van de mens op de aarde af te smeken en
te dienen. Haar vertrouwen is gegrondvest op Hem die, omdat Hij de Geest is die
liefde is, ook de Geest van de vrede is en steeds in onze menselijke wereld
aanwezig is, aan de horizon van het geweten en het hart, om het aardrijk te
vullen van liefde en vrede.
Ik kniel voor Hem neer aan het eind van deze overwegingen en smeek dat Hij als
Geest van de Vader en de Zoon ons allen de zegen en de genade moge verlenen die
ik in naam van de Allerheiligste Drie-eenheid wil schenken aan de zonen en
dochters van de Kerk en aan heel de mensenfamilie.
Gegeven te
Rome, bij Sint Petrus, op 18 mei,
het hoogfeest van Pinksteren, van het jaar 1986, het achtste van mijn
Pontificaat.
Die Heer is en leven geeft - encycliek van Paus Johannes Paulus II (3)
Volgens deze
uitleg bestaat de lastering niet eigenlijk in de belediging van de H. Geest met
woorden; zij bestaat in de weigering het heil te aanvaarden dat God de mensen
aanbiedt door de H. Geest die werkt uit kracht van het kruisoffer. Als de mens
het 'aantonen van de zonde' afwijst dat van de H. Geest komt en heil betekent,
dan wijst hij tevens de 'komst' van de Helper af – de ´komst' die werkelijkheid
is geworden in het paasmysterie, in eenheid met de verlossende kracht van het
bloed van Christus: het bloed dat het ´geweten zuivert van dode werken'.
Wij weten dat de vergiffenis van de zonden vrucht van deze zuivering is. Daarom
blijft wie de Geest en het bloed afwijst, in de ´dode werken', in de zonde. En
de lastering van de H. Geest bestaat juist in de radicale weigering de
vergeving te aanvaarden welke Hij in het innerlijk schenkt en die waarachtige
bekering veronderstelt welke Hij in het geweten beperkt. Als Jezus zegt dat de
lastering van de H. Geest niet vergeven kan worden, noch in deze noch in de
komende wereld, dan is het omdat deze ´niet vergeving' verbonden is met de
´niet bekering' als met haar oorzaak, namelijk met de radicale weigering zich
te bekeren. Wat de weigering betekent om naar de bronnen van de verlossing te
gaan die toch ´altijd' open blijven in heilseconomie waarin de zending van de
H. Geest vervuld wordt die een oneindig vermogen heeft om uit deze bronnen te
putten: ´Hij zal van Mij ontvangen', heeft Jezus gezegd.
Op deze wijze
voltooit Hij in de zielen van de mensen het werk van de verlossing dat door
Christus volbracht is, en deelt er de vruchten van uit. De lastering van de H.
Geest is de zonde welke de mens bedrijft die zich het vermeende recht aanmatigt
in het kwaad te volharden – in welke zonde ook – en zo de verlossing weigert.
De mens blijft opgesloten inde zonde en maakt van zijn kant de bekering
onmogelijk en bijgevolg ook de vergeving van de zonden die het hij niet
wezenlijk of belangrijk voor zijn leven beschouwt. Dit is een gesteltenis van
geestelijke ondergang, want de lastering van de H. Geest maakt het de mens
onmogelijk de gevangenis te verlaten waarin hij zichzelf opgesloten heeft, en
zich open te stellen voor de goddelijke bronnen van de zuivering van het
geweten en de vergeving van de zonden.
47 De werking van de H. Geest die naar het heilzaam ´aantonen
van de zonde' streeft, ontmoet in de mens die zich in deze gesteltenis bevindt,
een innerlijke weerstand, als het ware een ondoordringbaarheid van het geweten,
een zielstoestand die uit vrije keuze verstijfd lijkt: het is wat de heilige
Schrift gewoonlijk ´de hardheid van het hart' noemt. In onze
tijd komt het verlies van het zondebesef waaraan de apostolische
exhortatie Reconciliatio et paenitentia vele bladzijden heeft gewijd. Paus
Pius XII heeft reeds gesteld dat ´de zonde van deze eeuw het verlies van het
zondebesef is.' Dit verlies gaat gelijk op met het ´verlies van het besef
van God'. In de genoemde exhortatie lezen wij: ´In werkelijkheid is God de
oorsprong en het hoogste doel van de mens die een goddelijke kiem in zich
draagt. Het is daarom de werkelijkheid van God die het mysterie van de mens
openbaart en verlicht. Het is dus ijdel te hopen dat er een krachtig besef van
zonde tegen de mens en de menselijke waarden groeit als het besef van de
belediging die God wordt aangedaan, het ware zondebesef dus, ontbreekt'.
Daarom houdt de Kerk niet op aan God om de genade te vragen dat de
rechtschapenheid niet komt te ontbreken aan het menselijke geweten, dat de
gezonde gevoeligheid voor goed en kwaad niet afstompt. Deze rechtschapenheid en
gevoeligheid zijn nauw verbonden met de innerlijke werking van de Geest der
waarheid. In dit licht worden de aansporingen van de apostel bijzonder
veelzeggend: ´Blust de Geest niet uit'; ´Wilt de H. Geest niet
bedroeven' (1 Tess. 5:19; Ef. 4:30) . De Kerk houdt vooral niet
op vurig te smeken dat de zonde die het evangelie lastering van de H. Geest
noemt, niet zal toenemen; dat zij integendeel zal terugwijken in de wil van de
mensen – en bijgevolg in de verschillende maatschappelijke milieus en vormen –
en plaats zal maken voor de openheid van het geweten die nodig is voor de
heilbrengende werking van de H. Geest. De Kerk smeekt dat de gevaarlijke zonde
tegen de Geest plaats zal maken voor een heilige bereidheid zijn zending als
Helper te aanvaarden, wanneer Hij komt ´om de wereld het overtuigend bewijs te
leveren van wat zonde, gerechtigheid en oordeel is'.
48 In zijn afscheidsrede heeft Jezus de drie sectoren van het
´aantonen', als bestanddelen van de zending van de Geest, samengevoegd: de
zonde, de gerechtigheid en het oordeel. Zij bepalen de ruimte van het mysterium
pietatis dat in de mensengeschiedenis tegenover de zonde, tegenover
het mysterium iniquitatis staat. Enerzijds is er, zoals de H.
Augustinus het uitdrukt, de ´amor sui usque ad contemptum Dei'; anderzijds is
´amor Dei usque ad contemptum sui'. Voortdurend laat de Kerk haar gebed
opstijgen en verleent zij haar diensten, opdat de geschiedenis van het geweten
en de geschiedenis van de maatschappij in de grote mensenfamilie niet zullen
afglijden naar de zonde, door de afwijzing van Gods geboden ´usque ad
contemptum Dei', maar zich tot de liefde mogen verheffen waarin de Geest
die het leven geeft, zich openbaart.
Degenen die zich door de H. Geest ´de zonde' hebben laten ´aantonen',
onderkennen ook ´de gerechtigheid en het oordeel'. De H. Geest die de mensen,
het geweten van de mensen, helpt om de waarheid over de zonde te kennen, maakt
tegelijk dat zij de waarheid over de gerechtigheid kennen die met Jezus
Christus in de mensengeschiedenis is gekomen. Op deze wijze worden zij die ´de
zonde onderkend hebben' en zich onder de werking van de Helper bekeren, in
zekere zin buiten de ruimte van het ´oordeel' geleid:; van dat ´oordeel' waarmee ´de vorst dezer wereld reeds geoordeeld is'. De bekering
betekent in het diepst van haar goddelijk en menselijk mysterie de verbreking
van iedere band waarmee de zonde de mens bindt aan het mysterium iniquitatis.
Zij die zich
bekeren worden dus door de H. Geest buiten de ruimte van het ´oordeel' geleid
en binnengevoerd in de gerechtigheid die in Christus Jezus is, omdat Hij haar
van de Vader ontvangt, als afstraling van de heiligheid van de Drie-eenheid.
Dit is de gerechtigheid van het evangelie en de verlossing, de gerechtigheid
van de Bergrede en het kruis, die de zuivering van het geweten bewerkt door het
bloed van het Lam. Het is de gerechtigheid die de Vader laat wedervaren aan de
Zoon en aan allen die met Hem in waarheid en liefde verenigd zijn.
De H. Geest, de Geest van de Vader en de Zoon, die ´de wereld het overtuigend
bewijs van wat zonde is', openbaart zich in deze gerechtigheid en komt daarmee
in de mens als Geest van eeuwig leven.
DEEL 3: De
Geest die het leven geeft
1 Het
motief voor het jubileum van het jaar tweeduizend: Christus die ontvangen is
van de H. Geest
49 De gedachte en het hart van de Kerk richten zich op de H.
Geest op dit einde van de 20e eeuw en in het vooruitzicht van het 3e millennium
vanaf de komst van Jezus Christus in de wereld, terwijl wij uitzien naar het
grote jubileum waarmee de Kerk deze gebeurtenis zal vieren. De komst van
Christus wordt vervolgens de menselijke tijdrekening gemeten als een
gebeurtenis die tot de geschiedenis van de mens op aarde behoort. De algemeen
gebruikelijke tijdmaat berekent de jaren, eeuwen en millennia als verlopen voor
en na de geboorte van Christus. Maar mens moet niet vergeten dat deze
gebeurtenis voor ons, christenen, volgens de apostel de ´volheid van de
tijd' betekent, omdat daarmee de ´maat' van God zelfvolledig in de
mensengeschiedenis is doorgedrongen; een transcendente aanwezigheid in het
eeuwige Nu.
´Hij die is,
die was en die komt', Hij die ´de Alfa en de Omega is, de eerste en de
laatste, de oorsprong en het einde' (Apok. 1:8; Apok. 22:13). ´Zozeer
immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft
gegeven, opdat al wie in hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven
zal hebben' (Joh. 3:16). 'Maar toen de volheid van de tijd was
gekomen, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw...opdat wij de
rang van zonen zouden krijgen' (Gal. 4:4 s). En deze menswording van
de Zoon, het Woord, is geschied in de H. Geest. De twee evangelisten aan wie
wij het verhaal van de geboorte en de jeugd van Jezus van Nazaret te danken
hebben, spreken zich hierover op dezelfde wijze uit. Volgens Lucas vraagt Maria
bij de aankondiging van de geboorte van Jezus:
´Hoe zal dit
geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man', en ontvangt zij dit
antwoord: ´De H. Geest zal over u komen en de kracht van de allerhoogste zal u
overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd
worden, Zoon van God' (Lc.
1:34 s) . Mattheüs verhaalt rechtstreeks: ´De geboorte van Jezus
Christus vond plaats op deze wijze. Toen zijn Moeder Maria verloofd was met
Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger van de H. Geest' (Mt.
1:18). Jozef, die hierdoor ontsteld is, krijgt in de slaap de volgende
uitleg: ´Wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind
in haar schoot is van de H. Geest. Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij
Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden' (Mt.
1:20 s).
Daarom belijdt de Kerk vanaf het begin het mysterie van de menswording, dit
centrale mysterie van het geloof, onder verwijzing naar de H. Geest.
De apostolische geloofsbelijdenis zegt: ´Die ontvangen is van de H.
Geest, geboren uit de Maagd Maria'. En de geloofsbelijdenis van
Nicea-Constantinopel zegt eveneens: ´Hij heeft het vlees aangenomen door
de H. Geest uit de Maagd Maria, en is mens geworden'. ´Door de H. Geest is mens
geworden Hij van wie de Kerk in dezelfde geloofsbelijdenis belijdt dat Hij de
Zoon is die één in wezen is met de Vader: ´God uit God, licht uit licht, ware
God uit de ware God, geboren, niet geschapen'. Hij is mens geworden ´door het
vlees aan te nemen uit de Maagd Maria'. Ziedaar wat er is geschied toen ´de
volheid was gekomen'.
50 Het grote jubileum dat het tweede millennium zal besluiten
en waarop de Kerk zich reeds voorbereidt, heeft een direct christologisch
karakter: het gaat immers om de viering van de geboorte van Jezus Christus. Het
heeft tevens een pneumatologisch karakter, omdat het mysterie van de
menswording geschied is, ´door de H. Geest'. Het is ´bewerkt' door de Geest
die, één in wezen met de Vader en de Zoon, in het absolute mysterie van de
drie-ene God de Persoon is die liefde is, de ongeschapen gave die de eeuwige
bron is van iedere schenking welke van God komt in de orde van de schepping, en
het onmiddellijk beginsel en in zekere zin het subject van de zelfmededeling
van God in de orde van de genade. Het mysterie van de menswording vormt het
hoogtepunt van deze schenking, van deze goddelijke zelfmededeling. De
ontvangenis en de geboorte van Jezus Christus zijn het grootste werk dat de H.
Geest verricht heeft in de geschiedenis van de schepping en van het heil: de
hoogste genade – gratia unionis – genade van vereniging -, bron van alle genaden,
zoals Sint Thomas verklaart. Het grote jubileum heeft betrekking op dit werk en
ook – als wij tot het diepste ervan doordringen – op de bewerker van dit werk,
op de Persoon van de H. Geest.
Aan de ´volheid van de tijd' beantwoordt waarlijk een bijzondere volheid van de
zelfmededeling van de drie-ene God in de H. Geest. ´Door de H. Geest' voltrekt zich
het mysterie van de hypostatische vereniging – dat wil zeggen van de vereniging
van de goddelijke en de menselijke natuur, van de godheid en de mensheid, in de
ene Persoon van het Woord, de Zoon, Toen Maria op het ogenblik van de
aankondiging haar ´fiat' uitsprak: ´Mij geschiede naar uw woord' (Lc.
1:38) , ontving zij op maagdelijke wijze een mens, de Mensenzoon, die Zoon
van God is. Door deze ´vermenselijking' van het Woord, de Zoon, bereikt de
zelfmededeling van God haar definitieve volheid in de geschiedenis van de
schepping en van het heil.
Deze volheid
wordt bijzonder kernachtig en welsprekend uitgedrukt in de tekst van het
evangelie van Johannes: ´Het Woord is vlees geworden' (Joh. 1:14) .
De menswording van God de Zoon betekent dat niet alleen de menselijke natuur in
de eenheid met God wordt opgenomen, maar daarin in zekere zin alles wat ´vlees' is: heel de mensheid, heel de onzichtbare en stoffelijke wereld. De menswording
heeft dus ook kosmische betekenis, een kosmische dimensie. De ´eerstgeborene
van heel de schepping' (Kol. 1:15) verenigt zich door in de
individuele mensheid van Christus mens te worden op zekere wijze met de gehele
werkelijkheid van de mens, die ook ´vlees' is (Gen. 9:11;
Deut. 5:26; Job. 34:15; Ps. 145:21; Jes. 40:6; Jes. 52:10; Lc. 3:6; 1 Petr. 1:24) ,
en daarin met alle ´vlees', met heel de schepping.
51 Dit alles voltrekt zich door de H. Geest en behoort dus tot
de inhoud van het komende jubileum . De Kerk kan zich daarop niet
anders voorbereiden dan in de H. Geest. Wat zich ´op de volheid van de tijd' voltrokken heeft door de H. Geest, kan nu alleen door Hem oprijzen uit het
geheugen van de Kerk. Door Hem kan het tegenwoordig gesteld worden in de nieuwe
fase van de geschiedenis van de mens op aarde: het jaar tweeduizend na de
geboorte van Christus.
Toen de H. Geest met zijn kracht het maagdelijke lichaam van Maria
overschaduwde en in haar het goddelijk moederschap een aanvang nam, maakte Hij
tegelijk haar hart volkomen gehoorzaam tegenover de zelfmededeling van God die
alle begrip en alle mogelijkheden van de mens te boven gaat. ´Zalig zij
die geloofd heeft' (Lc. 1:45) : zo wordt Maria begroet door haar
nicht Elisabet die ook ´vervuld was met de H. Geest'. In de
begroetingswoorden tot haar die ´geloofd heeft' lijkt zich een vaag (maar in
werkelijkheid zeer strikt) contrast af te tekenen met allen van wie Christus
zal zeggen dat ´zij niet geloofd hebben'.
Maria is de
geschiedenis van het heil van de wereld binnengegaan door de gehoorzaamheid van
het geloof. En het geloof is in diepste wezen een openstaan van het mensenhart
voor de gave: voor de zelfmededeling van God in de H. Geest. Sint Paulus
schrijft: ´De Heer is de Geest en waar de Geest des Heren is, daar is
vrijheid' (2 Kor. 3:17). Als de drie-ene God zich opent voor de mens
in de H. Geest, dan openbaart en schenkt dit aan het schepsel, de mens, de
volheid van de vrijheid. Deze heeft op zich sublieme wijze uitgedrukt door
middel van het geloof van Maria, door middel van de ´gehoorzaamheid van
het geloof': waarlijk ´zalig zij die geloofd heeft'.
2 Het
motief van het jubileum: de genade is verschenen
52 Het werk van de Geest die het leven geeft bereikt zijn
hoogtepunt in het mysterie van menswording. Het is alleen mogelijk het leven
dat in God is in heel zijn volheid, te geven door er het leven van het maken
van een Mens, zoals Christus is in zijn mensheid waarvan het Woord de persoon
is in de hypostatische vereniging. Met de menswording gaat tevens op een nieuwe
wijze de bron open van dit goddelijke leven in de geschiedenis van de mensheid:
de H. Geest. Het Woord, ´de eerstgeborene van heel de schepping',
wordt ´de eerstgeborene onder vele broeders' (Rom. 8:29) ,
en zo wordt Hij ook het hoofd van het lichaam dat de Kerk is, die op het kruis
geboren en op Pinksteren geopenbaard zal worden – en in de Kerk het hoofd van
de mensheid: van de mensen van alle naties, van alle rassen, van alle landen en
culturen, van alle talen en werelddelen, allen geroepen tot het heil. ´Het
Woord is vlees geworden (het Woord in wie) het leven was en dat leven was het
licht der mensen... Aan allen die Hem aanvaarden...gaf Hij het vermogen om
kinderen van God te worden'. Dit alles is bewerkt en wordt onophoudelijk
bewerkt ´door de H. Geest'.
´Kinderen van God' zijn immers, zoals de apostel leert, ´allen die zich
laten leiden door de Geest van God'. Het kindschap door goddelijke
aanneming wordt in de mensen geboren op grond van het mysterie van de
menswording, dank zij Christus dus, de eeuwige Zoon. Maar de geboorte of
wedergeboorte vindt plaats wanneer God de Vader ´de Geest van zijn Zoon
in ons hart zendt'. Want dan ´ontvangen wij een geest van kindschap
die ons doet roepen: Abba, Vader!' (Rom. 8:15) . Daarom is het
kindschap Gods dat door de heiligmakende genade in de menselijke ziel wordt
gelegd, werk van de H. Geest. ´De Geest zelf bevestigt het getuigenis
van onze geest dat wij kinderen van God zijn. Maar als wij kinderen zijn, dan
ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God, tezamen met Christus' (Rom.
8:16 s). De heiligmakende genade is in de mens het beginsel en de bron van het
nieuwe leven: goddelijk, bovennatuurlijk leven.
De schenking van dit nieuwe leven is als het definitieve antwoord van God op de
woorden van de psalmist waarin op zekere wijze de stem van alle schepselen
doorklinkt: ´Als Gij uw Geest zendt, zal alles herschapen worden en
zult Ge het aanschijn van de aarde vernieuwen' (Ps. 104:30) . Hij
die in het mysterie van de schepping aan de mens en aan heelal het leven geeft
in zijn vele zichtbare en onzichtbare vormen, vernieuwt dit ook door het
mysterie van de menswording. Zo wordt hierdoor de schepping vervolmaakt waarin
de krachten van de verlossing doordringen die de mensen en al wat geschapen is
aangrijpen. Dit zegt ons Sint Paulus wiens kosmisch-theologische visie het
woord van de oude psalmist lijkt te hernemen: de schepping ´verlangt
vurig naar de openbaring van Gods kinderen' (Rom. 8:19) ofwel van
hen die God ´tevoren heeft gekend' en ook ´tevoren
bestemd heeft tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon' (Rom.
8:29).
Zo is er een
bovennatuurlijke ´adoptie' van de mensen waarvan de bron de H. Geest is, de
liefde en de gave. Als zodanig wordt Hij aan de mens geschonken. En in de
overvloed van de ongeschapen gave vangt in het hart van ieder mens de speciale
geschapen schenking aan waardoor de mensen ´deel krijgen aan Gods eigen
wezen'. Zo wordt het menselijke leven door deelname doortrokken van het
goddelijke leven en krijgt het ook een goddelijke, bovennatuurlijke dimensie.
Dan is er het nieuwe leven, waarin de mensen door de deelname aan het mysterie
van de menswording 'in de H. Geest toegang hebben tot de Vader'. Er
is dus een nauw verband tussen de Geest die het leven geeft, en de
heiligmakende genade en de vele bovennatuurlijke levenskrachten die hieruit
voortvloeien in de mens: tussen de ongeschapen Geest en de geschapen menselijke
geest.
53 Men kan zeggen dat dit alles onder het grote jubileum
valt. Men dient inderdaad de historische dimensie van het gebeuren, de
buitenkant ervan, te overstijgen. Men moet in de christologische inhoud ervan
doordringen tot de pneumatologische dimensie en met de blik van het geloof de
tweeduizendjarige werking van de Geest der waarheid omvatten, die door de
eeuwen heen uit de schat van de verlossing van Christus heeft geput, aan de
mensen het nieuwe leven heeft gegeven, in hen de ´de aanneming tot kinderen in
de eniggeboren Zoon heeft bewerkt en hen heeft geheiligd, zodat zij met de H.
Paulus kunnen herhalen: ´Wij hebben de Geest ontvangen die van God
komt' .
Maar als men
van dit motief voor het jubileum uitgaat, is het niet mogelijk zich te beperken
tot de tweeduizend jaren die verlopen zijn sinds de geboorte van Christus. Men
dient verder terug te gaan en heel de werking van de H. Geest te omvatten, ook
vóór Christus – vanaf het begin, in heel de wereld en in het bijzonder in het
bestel van het Oude Verbond. Deze werking heeft zich immers op iedere plaats en
in iedere tijd, ja in iedere mens, ontplooid volgens het eeuwige heilsplan dat
haar nauw verbonden heeft met het mysterie van de menswording en de verlossing
dat op zijn beurt zijn invloed reeds uitgeoefend heeft op hen die in de komende
Christus geloofden. Dit wordt op speciale wijze bevestigd in de brief aan de
Efeziërs. Daarom heeft de genade zowel een christologisch als pneumatologisch
karakter wat vooral bewaarheid wordt in hen die Christus uitdrukkelijk
aanhangen: ´In Hem (in Christus) zijt gij ook... verzegeld met de H.
Geest der belofte, die het onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van
Gods eigen volk' (Ef. 1:13 s) .
Maar steeds in het vooruitzicht van het grote jubileum moeten wij ook ver ´in
de breedte' kijken en gaan, in de wetenschap dat ´de wind
blaast waarheen hij wil', volgens het beeld dat Jezus gebruikt heeft in zijn
gesprek met Nicodemus. Het Tweede Vaticaans Concilie dat zijn aandacht vooral
op het thema van de Kerk heeft gericht, herinnert ons aan de werking van de H.
Geest ook ´buiten' het zichtbare lichaam van Christus. Het spreekt van ´alle
goedwillende mensen, in wier hart de genade op onzichtbare wijze werkt. Daar
Christus immers voor allen gestorven is en daar er voor alle mensen slechts één
uiteindelijke roeping is, namelijk een goddelijke, moeten wij eraan vasthouden,
dat de H. Geest aan allen de mogelijkheid schenkt om, op een wijze die aan God
bekend is, aan dit paasmysterie deel te hebben'.
54 ´God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in geest en
waarheid aanbidden' (Joh.
4:24) . Deze woorden heeft Jezus gesproken in een ander heilzaam gesprek,
dat met de Samaritaanse. Het grote jubileum dat gevierd zal worden aan het
einde van dit millennium en het begin van het volgende, moet een krachtige
oproep betekenen, gericht aan allen die ´God in geest en waarheid aanbidden'.
Het moet voor allen een bijzondere gelegenheid zijn om na te denken over het
mysterie van de drie-ene God, die in zichzelf geheel transcendent is ten
opzichte van de wereld, speciaal van de zichtbare wereld; Hij is immers
volmaakte Geest: ´God is Geest' (Ibid.) Tegelijk is Hij op bewonderenswaardige
wijze niet slechts deze wereld nabij, maar hierin ook aanwezig en in zekere zin
immanent; Hij doordringt haar en maakt haar van binnen uit levend.
Dit geldt
bijzonder voorde mens: God is in het innerlijk van zijn wezen als gedachte,
geweten en hart; een psychologische en ontologische werkelijkheid bij de
beschouwing waarvan Sint Augustinus zei dat Hij ´interior intimo meo' –
dieper in mij dan mijn eigen innerlijk – is. Deze woorden helpen ons beter de
woorden te begrijpen die Jezus tot de Samaritaanse heeft gericht: ´God is
geest'. Alleen de Geest kan interior intimo meo zijn, hetzij in het wezen
hetzij in de geestelijke ervaring; alleen de Geest kan zozeer immanent zijn in
de mens en in de wereld, terwijl Hij onaantastbaar en onveranderlijk blijft in
zijn absolute transcendentie. Maar in Jezus Christus is de goddelijke
tegenwoordigheid in de wereld en in de mens op een nieuwe en zichtbare wijze
verschenen. In Hem is waarlijk ´de genade verschenen'.
De liefde van
God de Vader, gave, oneindige genade, beginsel van leven, is verschenen in
Christus, en in zijn mensheid is zij ´deel' uit gaan maken van het heelal, van
het menselijke geslacht, van de geschiedenis. Deze ´verschijning' van de genade
in de mensengeschiedenis door Jezus Christus heeft zich voltrokken door het
werk van de H. Geest, die het beginsel is van heel het heilswerk van God in de
wereld: Hij, de verborgen God', die als liefde en gave ´het
aardrijk vervult'. Heel het leven van de Kerk dat zich in het grote jubileum
uiten zal, betekent de verborgen God tegemoet gaan: de Geest die het leven
geeft, tegemoet gaan.
3 De H.
Geest in het innerlijke conflict van de mens: het vlees begeert tegen de Geest
en de Geest tegen het vlees
55 Het blijkt helaas uit de heilsgeschiedenis dat deze komst
en deze aanwezigheid van God in de mens en de wereld, de bewonderenswaardige
nederdaling van de Geest in onze menselijke realiteit verzet en tegenstand
ontmoet. Hoe welsprekend zijn in dit opzicht de profetische woorden van de oude
Simeon die in Jeruzalem door de Geest gedreven naar de tempel was gekomen om
tegenover de Nieuwgeborene van Bethlehem te verkondigen dat ´Hij
bestemd is tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat
weersproken wordt' (Lc. 2:27.34) . Het verzet tegen God die
onzichtbare Geest is, ontstaat in zekere mate reeds op het gebied van het
radicale verschil tussen de wereld en Hem, tussen haar ´zichtbaarheid' en
´stoffelijkheid' en Hem, ´onzichtbare' en ´absolute Geest'; tussen de
onvermijdelijke onvolmaaktheid die haar wezen eigen is, en Hem, het
allervolmaaktste wezen. Maar de tegenstand wordt conflict, opstand op ethisch
gebied, door de zonde die bezit neemt van het menselijke hart, waarin ´het
vlees begeert tegen de Geest en de Geest tegen het vlees' (Gal. 5:17) .
Van deze zonde
moet de H. Geest ´de wereld het overtuigend bewijs leveren', zoals
wij gezegd hebben. De H. Paulus beschrijft op bijzonder welsprekende wijze de
spanning en de strijd die het mensenhart in beroering brengen. ´Ik bedoel
dit', lezen wij in de brief aan de Galaten, ´leef naar de Geest,
dan zult ge de begeerte van het vlees niet volvoeren. Want het vlees begeert
tegen de Geest en de Geest tegen het vlees, want zij zijn elkaars
tegenstanders, zodat ge niet doet, wat ge zoudt willen' (Gal. 5:16 s) .
Er bestaat reeds een zekere spanning, er is reeds een zekere strijd tussen het
streven van de ´geest' en van het ´vlees in de mens als samengesteld,
geestelijk-lichamelijk wezen. Maar in feite behoort dit tot de erfenis van de
zonde, is het daar een gevolg en tevens een bevestiging van. Het maakt deel uit
van de dagelijkse ervaring. Zoals de apostel schrijft: ´De uitingen van
het vlees zijn bekend: ontucht, onreinheid, losbandigheid... drinkgelagen,
orgieën, en dergelijke'. Dit zijn de zonden die men ´vleselijk' zonden zou
kunnen noemen. Maar de apostel voegt er nog andere aan toe: ´vijandschap,
twist, uitbarstingen van woede, intriges, ruzies, partijschappen, jaloersheden'.
Dit alles vormt ´de werken van het vlees'.
Maar tegenover deze ongetwijfeld slechte werken stelt Paulus ´de
vruchten van de Geest': ´liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid,
goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid' (Gal. 5:22 s) . Uit de
context blijkt duidelijk dat het voor de apostel niet gaat om discriminatie en
veroordeling van het lichaam, dat met de geestelijke ziel de natuur van de mens
en zijn persoonlijk wezen vormt; hij spreekt integendeel over de werken – of
beter over de blijvende gesteltenissen, deugden en ondeugden – die zedelijk
goed of slecht zijn, die vrucht zijn van onderwerping aan (in het eerste geval)
of verzet tegen (in het tweede geval) het heilshandelen van de H. Geest. Daarom
schrijft de apostel: ´Daar wij leven door de Geest, willen wij ook
leven volgens de Geest' (Gal. 5:25) . En in andere
passages: ´Zij die leven volgens het vlees, zinnen op wat het vlees
wil. Die geleid worden door de Geest, zinnen op de dingen van de Geest'; ´uw
bestaan wordt... beheerst... door de Geest, omdat de Geest van God in u woont' De
tegenstelling die de H. Paulus vaststelt tussen het leven ´volgens de
Geest' en het leven ´volgens het vlees', brengt een
verdere tegenstelling voort: die tussen het ´leven' en
de ´dood'. ´Het streven van het vlees loopt uit op de dood,
het streven van de Geest op leven en vrede'; vandaar de waarschuwing: ´Als
gij volgens het vlees leeft, zult gij zeker sterven. Maar als gij door de Geest
de praktijken van de zelfzucht doodt, zult gij leven' (Rom. 8: 6.13).
Welbeschouwd is dit een aansporing om in de waarheid te leven, dus volgens de
eisen van het rechte geweten; tegelijk is het een belijdenis van het geloof in
de Geest der waarheid, in Hem die het leven geeft. Het lichaam is
inderdaad ´door de zonde de dood gewijd, maar uw geest leeft dank zij
de gerechtigheid'; ´wij zijn dus schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar
het vlees te leven' (Rom. 8:10.12) . Wij zijn eerder
schuldenaars van Christus die in het paasmysterie onze rechtvaardiging bewerkt
heeft en voor ons de H. Geest verworven heeft: ´Wij zijn gekocht en de
prijs is betaald'.
De ontologische
dimensie (het vlees en de geest), de ethische dimensie (het morele goed en
kwaad) en de pneumatologische dimensie (de werking van de H. Geest in de orde
van genade) grijpen in de teksten van Sint Paulus in elkaar en doordringen
elkaar. Zijn woorden (vooral in de brieven aan de Romeinen en aan de Galaten)
doen ons de omvang kennen en aanvoelen van de spanning en de strijd die zich
ontplooien in de mens tussen de openheid voor de werking van de H. Geest en het
verzet en de weerstand tegen Hem, tegen zijn heilsgave. Tegenover elkaar staan,
van de kant van de mens, zijn beperktheid en zondigheid, knelpunten van zijn
psychologische en ethische werkelijkheid, en, van de kant van God, het mysterie
van de gave, het onophoudelijke schenken van het goddelijke leven in de H.
Geest. Aan wie zal de overwinning zijn? Aan degene die de gave zal hebben weten
te ontvangen.
56 De weerstand tegen de H. Geest, waarvan de H. Paulus de
innerlijke en subjectieve dimensie benadrukt als spanning, strijd en opstand in
het menselijke hart, vindt helaas in de verschillende tijdperken van de
geschiedenis en speciaal in het moderne tijdvak zijn uiterlijke dimensie,
doordat hij concrete gestalte aanneemt als inhoud van cultuur en beschaving,
als filosofisch systeem, als ideologie, als program van actie en van vorming
van het menselijke gedrag. Hij vindt zijn voornaamste uitdrukking in het
materialisme, hetzij in zijn theoretische vorm als denksysteem, hetzij in zijn
praktische vorm als methode van lezing en beoordeling van de feiten en
bovendien als programma van daarop afgestemd gedrag. Het systeem dat deze vorm
van denken, ideologie en praktijk het meest ontwikkeld en tot zijn uiterste
praktische consequenties doorgevoerd heeft, is het dialectisch en historisch
materialisme dat nog steeds erkend wordt als de vitale kern van het marxisme.
Principieel en
in feite sluit het marxisme radicaal de aanwezigheid en de werking van God die
geest is, uit in de wereld en vooral in de mens, om de fundamentele reden dat
het zijn bestaan niet aanneemt, daar het volgens zijn wezen en zijn program een
atheïstisch systeem is. Aan dit verontrustende verschijnsel van onze tijd heeft
het Tweede Vaticaans Concilie enige belangrijke bladzijden gewijd: het atheïsme.
Ook al kan men niet in een enkele betekenis van atheïsme spreken noch het
uitsluitend herleiden tot de materialistische filosofie, aangezien er
verschillende vormen van atheïsme bestaan en men wellicht kan zeggen dat de
term dikwijls in meer betekenissen wordt gebruikt, toch is het zeker dat een
echt en eigenlijk materialisme, bedoeld als theorie die de werkelijkheid
verklaart, en opgevat als hoofdbeginsel voor het persoonlijk en maatschappelijk
handelen, een atheïstisch karakter heeft. De horizon waartegen zijn waarden en
doelstellingen voor het handelen zich aftekenen, is nauw verweven met de
interpretatie van de gehele werkelijkheid als “materie”.
Als het soms
ook over de “geest” en over de “vraagstukken van de geest” spreekt,
bijvoorbeeld op het gebied van de cultuur of de moraal, dan doet het dit
slechts voor zover het bepaalde feiten als afgeleid van de materie beschouwt,
welke volgens dit systeem de enige en uitsluitende vorm van zijn is. Hieruit
volgt dat volgens deze interpretatie de godsdienst alleen maar opgevat kan
worden als een soort “idealistische illusie” die bestreden moet worden op de
wijzen en met de methoden die het meest geschikt zijn volgens de plaatsen en de
historische omstandigheden, om haar uit de maatschappij en uit het hart van de
mens te bannen.
Daarom kan men zeggen dat het materialisme de systematische en consequente
ontwikkeling is van het “verzet” en de tegenstand die door de H. Paulus
aangeduid zijn met de woorden “het vlees begeert tegen de Geest”. Deze
conflictsituatie is echter wederkerig, zoals de apostel doet uitkomen in het
tweede gedeelte van zijn gezegde: “de Geest begeert tegen het vlees”. Wie wil
leven naar de Geest, door diens heilswerk te aanvaarden en daaraan te
beantwoorden, moet de innerlijke en uiterlijke strevingen en aanspraken van het
“vlees” afwijzen, ook in zijn ideologische en historische uitdrukkingsvorm van
antigodsdienstig “materialisme”. Tegen deze achtergrond die zo kenmerkend is
voor onze tijd, moet men het “begeren van de Geest” benadrukken bij de voorbereiding
van het grote jubileum, als een oproep die weerklinkt in de nacht van de nieuwe
adventstijd, aan het eind waarvan “heel de mensheid Gods redding zal
zien” (Lc. 3:6), zoals 2000 jaar geleden.
Deze
mogelijkheid en deze hoop vertrouwt de Kerk toe aan de mensen van nu. Zij weet
dat de ontmoeting-botsing tussen het “begeren tegen de Geest” dat zovele
aspecten van de huidige beschaving kenmerkt, speciaal in bepaalde kringen, en
het “begeren tegen het vlees” met de komst van God, zijn incarnatie, zijn
altijd nieuwe zelfmededeling in de H. Geest, in veel gevallen een dramatisch
karakter kan vertonen en misschien kan verkeren in nieuwe menselijke
nederlagen. Maar zij gelooft vast dat het van Gods kant steeds een
zelfmededeling, een komst is die heil brengt, en meer dan ooit een heilzaam
“aantonen van de zonde” is door de H. Geest.
57 In de paulijnse tegenstelling tussen de “Geest” en het
“vlees” en de “dood” begrepen. Dit is een ernstig probleem en in verband
hiermee moet men onmiddellijk zeggen dat het materialisme als denksysteem in al
zijn vormen de aanvaarding betekent van de dood als definitief einde van het
menselijke bestaan. Alles wat stoffelijk is, is vergankelijk en daarom is het
menselijke lichaam sterfelijk. Als de mens wezenlijk alleen “vlees” is, blijft
de dood voor hem een grens die hij niet kan overschrijden. Dan begrijpt men hoe
men kan zeggen dat het menselijke leven uitsluitend “een bestaan om te sterven”
is. Men moet hieraan toevoegen dat aan de horizon van de huidige beschaving, vooral
van de in technisch-wetenschappelijke zin hoger ontwikkelde beschaving, de
tekenen en de signalen van de dood in grote getale aanwezig zijn. Het volstaat
te denken aan de bewapeningswedloop en aan het daaraan verbonden gevaar van
nucleaire zelfvernietiging.
Van de andere
kant is de ernstige situatie van uitgestrekte gebieden van onze planeet welke
getekend zijn door honger en gebrek die de dood brengen, voor allen steeds
duidelijker geworden. Het gaat om problemen die niet alleen van economische
aard zijn, maar ook en vooral van ethische aard. Maar aan de horizon van ons
tijdperk trekken zich nog donkerdere “tekenen van de dood” samen: de gewoonte
heeft zich verbreid – en op sommige plaatsen dreigt het bijna een instelling te
worden – om menselijke wezens van het leven te beroven nog vóór hun geboorte of
ook voordat zij aan het natuurlijke einde van het leven gekomen zijn. En
ondanks veel edelmoedige inzet voor de vrede zijn er nieuwe oorlogen
uitgebroken die honderdduizenden mensen van het leven of van de gezondheid
beroven. Om niet de aanslagen op het menselijk leven te vergeten door het
terrorisme dat ook op internationale schaal georganiseerd is.
Dit is helaas slechts een gedeeltelijke en onvolledige schets van het
schilderij van de dood dat in ons tijdperk vervaardigd wordt, terwijl wij
steeds dichter bij het einde van het tweede millennium komen. Stijgt uit de
sombere tinten van de materialistische beschaving en vooral uit de “tekenen van
de dood” die zich vermenigvuldigen in het sociologische en historische kader
van die beschaving, soms niet een nieuwe, min of meer bewuste smeekbede op tot
de Geest die het leven geeft? Ook onafhankelijk van de grootte van de
menselijke hoop of wanhoop, alsook van de illusies of het bedrog, voorkomend
uit de verspreiding van de materialistische denk- en levensvormen, blijft in
ieder geval de christelijke zekerheid dat de Geest blaast waarheen Hij wil en
dat wij de “eerstelingen van de Geest” hebben ontvangen. Wij kunnen onderworpen
zijn aan het lijden van de tijd die voorbijgaat, maar “zuchten in ons
innerlijk...wachtend op de verlossing van ons lichaam” ofwel van heel
ons menselijk wezen dat lichamelijk en geestelijk is.
Ja, wij
zuchten, maar in een verwachting vol onvergankelijke hoop, omdat God die Geest
is, tot dit menselijke wezen is gekomen. God de Vader heeft zijn Zoon
gezonden “in de gestalte van het vlees der zonde en omwille van de
zonde: Hij heeft in het vlees zelf de zonde gevonnist” (Rom. 8:3). Op
het hoogtepunt van het paasmysterie is Gods Zoon, die mens is geworden en
gekruisigd is voor de zonden van de wereld, na zijn verrijzenis aan de
apostelen verschenen, heeft over hen geblazen en gezegd: “Ontvangt de H.
Geest”. Dit “blazen” gaat altijd door. En zie “de Geest komt onze
zwakheid te hulp” (Rom. 8:26) .
4 De H.
Geest sterkt het diepste wezen van de mens
58 De Kerk die het getuigenis van de apostelen over de
verrijzenis van Jezus Christus erft en voortzet, verkondigt het mysterie van de
verrijzenis en van Pinksteren en leeft daaruit. Zij getuigt voortdurend van
deze overwinning op de dood, die de kracht van de H. Geest geopenbaard en zijn
nieuwe komst bepaald heeft, zijn nieuwe aanwezigheid in de mensen en de wereld.
In de verrijzenis van Christus heeft de H. Geest zich immers vooral geopenbaard
als degene die het leven geeft: “Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen
opstaan, zal ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van
zijn Geest, die in u verblijft” (Rom. 8:11). In naam van de verrijzenis
van Christus verkondigt de Kerk het leven dat verschenen is over de grens van
de dood heen, het leven dat sterker is dan de dood. Zij verkondigt tegelijk
degene die dit leven geeft: de levendmakende Geest; zij verkondigt Hem en werkt
met Hem samen om het leven te geven. Want al is “het lichaam...dood door de
zonde, de geest leeft dank zij de gerechtigheid” (Rom. 8:10) , die
bewerkt is door de gekruisigde en verrezen Christus. En in naam van de
verrijzenis van Christus dient de Kerk het leven dat van God zelf komt, in
nauwe vereniging met en in nederige dienst van de Geest.
Juist door deze dienst wordt de mens op steeds nieuwe wijze de “weg van
de Kerk”, zoals ik reeds gezegd heb in de encycliek over Christus, de
Verlosser en nu in deze encycliek herhaal. Verenigd met de Geest is de
Kerk zich bovenal bewust van de werkelijkheid van de innerlijke mens, van wat
in de mens het meest diep en wezenlijk is omdat het geestelijk en
onvergankelijk is. Hierin plant de Geest “die het leven geeft”, de
wortel der onsterfelijkheid”, waaruit het nieuwe leven opkomt: het leven
van de mens in God dat als vrucht van de heilbrengende zelfmededeling van God
in de H. Geest zich alleen ontwikkelen en versterken kan onder zijn werking.
Daarom wendt de apostel zich tot God ten gunste van de gelovigen tegenover wie
hij verklaart: “Ik buig mijn knieën voor de Vader...Moge Hij u...geven
dat uw diepste wezen machtig door zijn Geest wordt gesterkt”.
Onder de invloed van de H. Geest wordt dit diepste wezen van de mens, de
“geestelijke” mens, rijp en sterk. Dank zij de goddelijke zelfmededeling
ontmoet de menselijke geest die “de geheimen van de mens” kent,
die “Geest die de diepste geheimen van God doorgrondt”. In deze
Geest die de eeuwige gave is, opent de drie-ene God zich voor de mens, voor de
menselijke geest. De verborgen inspiratie van de goddelijke Geest maakt dat de
menselijke geest op zijn beurt zich openstelt voor God die heil brengt en
heilig maakt. Door de gave van de genade die van de Geest komt, treedt de mens
binnen in “een nieuw leven”, wordt hij binnengeleid in de bovennatuurlijke
werkelijkheid van het goddelijke leven en wordt hij “verblijf van de H.
Geest”, “levende tempel van God”. Want door de H. Geest komen de Vader en
de Zoon tot hem en nemen Zij verblijf bij hem. In de genadegemeenschap met
de Drie-eenheid breidt de “levensruimte” van de mens zich uit en wordt deze
verheven tot het bovennatuurlijke niveau van het goddelijke leven. De mens
leeft in God en van God: hij leeft “volgens de Geest” en “zint op de dingen van
de Geest”.
Die Heer is en leven geeft - encycliek van Paus Johannes Paulus II (2)
DEEL 2:
De Geest die de wereld het overtuigend bewijs levert van wat zonde is
1 Zonde,
gerechtigheid en oordeel
27 Toen Jezus tijdens zijn rede in het cenakel de komst van de
H. Geest aankondigde 'tegen de prijs' van zijn heengaan en
beloofde: 'Nu Ik wel ga, zal Ik Hem tot u zenden', voegde Hij er juist
in dezelfde context aan toe: 'Eenmaal gekomen zal Hij de wereld het overtuigend
bewijs leveren van wat zonde, gerechtigheid en oordeel is' (Joh. 16:7s) .
De Helper en Geest der waarheid die beloofd is als degene die 'zal leren' en 'in herinnering zal brengen', die 'getuigenis zal afleggen', die 'tot de volle
waarheid zal brengen', wordt met de geciteerde woorden aangekondigd als degene
die 'de wereld het overtuigend bewijs zal leveren van wat zonde, gerechtigheid
en oordeel is'. Ook de context lijkt veelbetekenend. Jezus verbindt deze
aankondiging van de H. Geest met de woorden die zijn 'heengaan' door middel van
het kruis aanduiden en er de noodzaak van onderstrepen: 'Het is goed
voor u dat Ik heenga; want als Ik niet heenga, zal de Helper niet tot u komen' (Joh.
16: 7). Maar nog belangrijker is de uitleg die Jezus zelf geeft van deze drie
woorden: zonde, gerechtigheid en oordeel.
Hij zegt
immers: 'Hij zal de wereld het overtuigend bewijs leveren van wat zonde
is, omdat zij niet in Mij geloven; van wat gerechtigheid is, omdat Ik naar de
Vader ga, zodat gij Mij niet meer ziet; van wat oordeel is, omdat de vorst deze
wereld geoordeeld is' (Joh. 16:8-11) . In Jezus' gedachte hebben
de zonde, de gerechtigheid en het oordeel een zeer nauwkeurige betekenis die
verschilt van de betekenis die men wellicht geneigd zou zijn aan deze woorden
toe te kennen onafhankelijk van de uitleg van degene die spreekt. Deze uitleg
geeft bovendien aan hoe men dit 'de wereld het overtuigend bewijs leveren' dat
eigen is aan de werking van de H. Geest, dient te verstaan. Zowel de betekenis
van de afzonderlijke woorden als het feit dat Jezus ze met elkaar verbonden
heeft in één en dezelfde zin, is hier belangrijk. 'De zonde' betekent in deze
passage het ongeloof dat Jezus ontmoette onder de 'zijnen', het eerst bij de
stadgenoten van Nazaret.
Het betekent de
afwijzing van zijn zending, welke de mensen er toe brengen zal Hem ter dood te
veroordelen. Als Hij vervolgens spreekt over 'de gerechtigheid', lijkt Hij te
denken aan de uiteindelijke gerechtigheid die de Vader Hem zal laten wedervaren
als Hij Hem bekleedt met de heerlijkheid van de verrijzenis en de hemelvaart: 'Ik ga naar de Vader'. In de context van de zo begrepen 'zonde' en 'gerechtigheid' betekent 'het oordeel' alleen de 'vorst dezer wereld' betreft,
Satan dus, degene die vanaf het begin het werk van de schepping misbruikt tegen
het heil, tegen het verbond en de vereniging van de mens met God: hij is 'reeds
geoordeeld' vanaf het begin. Als de Geest-Helper de wereld het overtuigend
bewijs moet leveren van wat oordeel is, dan is dit om zo het heilswerk van
Christus in de wereld voort te zetten.
28 Wij willen hier onze aandacht vooral richten op deze
zending van de H. Geest om 'de wereld het overtuigend bewijs te leveren van wat
zonde is', maar onder inachtneming van de algemene context van de woorden van
Jezus in het cenakel. De H. Geest die van de Zoon het werk van de verlossing
van de wereld aanneemt, neemt daarmee tegelijk de heilbrengende taak op zich 'de zonde aan te tonen'. Dit aantonen staat steeds in verbinding met de 'gerechtigheid',
dat wil zeggen met het definitieve heil in God, met de voltooiing van de
heilseconomie die als middelpunt de gekruisigde en verrezen Christus heeft. En
deze heilseconomie van God onttrekt de mens in zekere zin aan het 'oordeel',
aan de veroordeling dus waarmee de zonde van Satan, 'de vorst dezer wereld', is
getroffen, de zonde van hem die vanwege zijn zonde 'beheerser van deze wereld
van duisternis' is geworden. Zo openen zich dor de verbinding met het 'oordeel' wijde perspectieven voor het begrip van de 'zonde' en ook van de 'gerechtigheid'. De H. Geest die tegen de achtergrond van het kruis van
Christus de zonde in de heilseconomie aantoont (de zonde die men 'de verloste
zonde' zou kunnen noemen), maakt duidelijk hoe het zijn zending is ook de zonde 'aan te tonen' die reeds definitief veroordeeld is ('de veroordeelde zonde').
29 Alle woorden, die de Verlosser uitgesproken heeft in het
cenakel op de vooravond van zijn lijden, worden opgetekend in de tijd van de
Kerk: allereerst de woorden over de H. Geest als Parakleet en Geest der
waarheid. Zij worden daarin op steeds nieuwe wijze opgetekend, in iedere
generatie, in ieder tijdperk. Dit is, wat onze eeuw betreft, bevestigd door het
geheel van het onderricht van het Tweede Vaticaans Concilie en speciaal door de
pastorale constitutie 'Gaudium et Spes'. Vele teksten van dit document
tonen duidelijk aan dat het Concilie dat zich opengesteld heeft voor het licht
van de Geest der waarheid, verschijnt de authentieke bewaarnemer van de
aankondigingen en de beloften die Christus aan de apostelen en de Kerk gedaan
heeft in de afscheidsrede: in het bijzonder van de aankondiging dat de H. Geest 'de wereld het overtuigend bewijs' moet 'leveren van wat zonde, gerechtigheid
en oordeel is'. Dit toont reeds de tekst aan waarin het Concilie uitlegt hoe
het de 'wereld' verstaat:
'De wereld
van de mensen staat het Concilie dus voor ogen, die is de gehele mensenfamilie
met het geheel van de aardse dingen waarin zij leeft. Een wereld dus die het
toneel van de geschiedenis van de mensheid is, gekenmerkt door naarstige
toeleg, door nederlagen en overwinningen; een wereld waarvan de christenen
geloven dat zij uit liefde door de Schepper is geschapen en in stand wordt
gehouden; dat zij wel in de macht van de zonde is geraakt, maar door de
kruisdood en verrijzenis van Christus, die daardoor de macht van de boze heeft
gebroken, is bevrijd om volgens Gods heilsbedoeling te worden omgevormd en haar
uiteindelijke voltooiing te bereiken'
Onder
verwijzing naar deze zeer synthetische tekst moet men de andere passages van de
constitutie lezen die met heel de werkelijkheidszin van het geloof de situatie
van de zonde in de huidige wereld trachten duidelijk te maken en ook proberen
haar wezen vanuit verschillende gezichtspunten te verklaren.
Als Jezus op de vooravond van Pasen spreekt over de H. Geest als degene die 'de
wereld het overtuigend bewijs zal leveren van wat zonde is', dan moet men van
de ene kant hieraan de grootst mogelijke strekking geven welke alle zonden in
de geschiedenis van de mensheid omvat. Maar als Jezus uitlegt dat deze zonde
bestaat in het feit dat 'zij niet in Hem geloven', lijkt de strekking zich van
de andere kant te beperken tot hen die de Messiaanse zending van de Mensenzoon
hebben verworpen en Hem tot de dood aan het kruis hebben veroordeeld. Maar men
kan moeilijk nalaten op te merken hoe deze meer beperkte en historisch bepaalde
strekking van de betekenis van de zonde zich verwijdt en tenslotte een
universele omvang aanneemt op grond van de universaliteit van de verlossing,
dat volbracht is door middel van het kruis. De openbaring van het mysterie van
de verlossing opent de weg naar een begrip waarin elke zonde, waar en wanneer
ook bedreven, in verbinding wordt gebracht met het kruis van Christus en dus indirect
ook met de zonde van hen die 'niet in Jezus Christus geloofd hebben' en Hem
veroordeeld hebben tot de dood aan het kruis.
Vanuit dit gezichtspunt is het nodig terug te keren naar het pinkstergebeuren.
2 Het
getuigenis van Pinksteren
30 Op de dag van Pinksteren vond alles wat Christus in de
afscheidsrede aangekondigd had, zijn meest precieze en directe bevestiging, in
het bijzonder de aankondiging waarover wij nu spreken: 'De Helper zal de wereld
het overtuigend bewijs leveren van wat zonde is'. Op die dag daalde de beloofde
H. Geest neer over de apostelen die samen met Maria, de Moeder van Jezus, in
gebed verenigd waren in hetzelfde cenakel, zoals wij in de Handelingen van de
Apostelen lezen: 'Zij werden allen vervuld van de H. Geest en begonnen
in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf' (Hand.
2:4). 'Zo bracht Hij de verstrooide stammen weer bijeen en bood Hij aan de
Vader de eerstelingen van alle naties aan'.
Het verband tussen de aankondiging en deze gebeurtenis is duidelijk. Wij zien
daarin de eerste en fundamentele vervulling van de belofte van de Parakleet.
Hij komt, gezonden door de Vader, na en tegen de prijs van het heengaan van
Christus. Dit heengaan is eerst een heengaan door middel van de kruisdood en
vervolgens, veertig dagen later, door middel van de hemelvaart. Op het ogenblik
van de hemelvaart beval Jezus aan de apostelen 'Jeruzalem niet te
verlaten maar de belofte van de Vader af te wachten'; 'gij zult over enkele
dagen gedoopt worden met de H. Geest ... die over u komt, om mijn getuigen te
zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde' (Hand.
1:4.5.8).
De laatste woorden bevatten een echo van de aankondiging in het cenakel. Op
Pinksteren wordt deze aankondiging heel precies verwezenlijkt. Petrus handelt
onder de invloed van de H. Geest, die de apostelen tijdens het gebed in het
cenakel ontvangen hebben; hij vertoont zich aan de menigte mensen van
verschillende talen die samengekomen waren voor het feest, en spreekt. Hij
verkondigt datgene wat hij daarvoor zeker niet de moed gehad zou hebben te
zeggen: 'Mannen van Israël...Jezus de Nazareeër was een man wiens
zending tot u van Godswege bekrachtigd is. Gij kent immers zelf de machtige
daden, wonderen en tekenen, die God door Hen onder u heeft verricht. Hem, die
volgens Gods vastgestelde raadsbesluit en voorkennis is uitgeleverd, hebt gij
door de hand van goddelozen aan het kruis genageld en gedood. Maar God heeft
Hem ten leven opgewekt na de smarten van de dood te hebben ontbonden; want het
was onmogelijk dat Hij daardoor werd vastgehouden' (Hand. 2:22-24) .
Jezus had voorgezegd en beloofd: 'Hij (de H. Geest) zal over Mij getuigenis
afleggen. Maar ook gij moet getuigen...'. Het is duidelijk dat het begin van
dit 'getuigenis' de eerste redevoering van Petrus te Jeruzalem is: het
getuigenis over de gekruisigde en verrezen Heer; het getuigenis van de
Geest-Parakleet en van de apostelen. En in de inhoud van dit eerste getuigenis 'levert' de Geest der waarheid door de mond van Petrus 'het overtuigend bewijs
van wat zonde is': allereerst wat de zonde betreft die de verwerping van de
Christus is tot aan de terdoodveroordeling, tot aan het kruis op Golgotha.
Volgens de tekst van de Handelingen der Apostelen zullen verklaringen met
overeenkomstige inhoud zich herhalen bij andere gelegenheden en op
verschillende plaatsen.
31 Vanaf dit eerste getuigenis op Pinksteren is de werking van
de Geest der waarheid, die 'de wereld het overtuigend bewijs levert van de
zonde' van de verwerping van Christus, stelselmatig verbonden met het
getuigenis over het paasmysterie: het mysterie van de Gekruisigde en Verrezene.
En in deze verbinding openbaart het 'aantonen van de zonde' zijn heilsdimensie.
Want het is een 'aantonen' dat niet alleen maar tot doel heeft de wereld aan te
klagen en nog minder haar te veroordelen. Jezus Christus is niet in de wereld
gekomen om haar te oordelen en te veroordelen maar om haar te redden. Dit wordt
reeds benadrukt in de eerste apostolische redevoering op Pinksteren. Petrus
roept uit: 'Voor heel het huis van Israël moet dus onomstotelijk vaststaan,
dat God Hem en Heer en Christus heeft gemaakt, die Jezus die gij gekruisigd
hebt' (Hand. 2:36).
En als de
aanwezigen vervolgens vragen: 'Wat moeten wij doen, mannen broeders?',
antwoordt Petrus: 'Bekeert u en iedere van u late zich dopen in de naam
van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult gij als gave de H.
Geest ontvangen' (Hand. 2:37s) Op deze wijze wordt het 'aantonen
van de zonde' tevens een aantonen van vergiffenis van de zonden, uit kracht van
de H. Geest. In zijn redevoering te Jeruzalem spoort Petrus tot bekering aan,
zoals Jezus zijn toehoorders aanspoorde aan het begin van zijn Messiaanse
activiteit. De bekering vereist dat men de zonde onderkent en zij sluit een
innerlijk oordeel van het geweten in. Dit oordeel dat een bewijs is van de
werking van de Geest der waarheid in het innerlijk van de mens, wordt tegelijk
het nieuwe begin van de gave van de genade en de liefde: 'Ontvangt de H.
Geest' (Joh. 20:22). Zo ontdekken wij in het 'aantonen van de zonde' een tweevoudige schenking: de gave van de waarheid van het geweten en de gave
van de waarheid van het geweten en de gave van de zekerheid van de verlossing.
De Geest der waarheid en de Helper.
Het 'aantonen van de zonde' door middel van het dienstwerk van de apostolische
verkondiging in de beginnende Kerk wordt – onder de aandrang van de Geest die
op Pinksteren is uitgestort – in verband gebracht met de verlossende kracht van
de gekruisigde en verrezen Heer. Zo wordt de belofte over de H. Geest die voor
Pasen is gedaan, vervuld: 'Hij zal aan u verkondigen wat Hij van Mij
ontvangen heeft'. Als Petrus dus tijdens het pinkstergebeuren spreekt
over de zonde van hen die 'niet geloofd hebben' en Jezus van
Nazaret uitgeleverd hebben aan een smadelijke overwinning die in zekere zin
behaald is door middel van de grootste zonde die de mens kon bedrijven: het
doden van Jezus, de Zoon van God, één in wezen met de Vader!
Op gelijke
wijze overwint de dood van de Zoon van God de dood van de mens: 'Ero
mors tua, o mors' – 'Ik zal uw dood zijn, o dood' – (Hos. 13:14),
zoals de zonde van de kruisiging van de Zoon van god de menselijke zonde 'overwint'! De zonde die bedreven werd te Jeruzalem op Goede Vrijdag – en ook
iedere zonde van de mens. Op de grootste zonde van de mens antwoordt de
Verlosser immers in zijn hart met de gave van de hoogste liefde die het kwaad
van alle zonden van de mensen overtreft. Op grond van dit vaste geloof aarzelt
de Kerk niet ieder jaar in de Romeinse liturgie gedurende de paaswake te
herhalen: 'O, felix culpa!' – 'o, gelukkige schuld!' -, in de lofzang
van de diaken op de verrijzenis, het 'Exsultet'.
32 Maar niemand anders kan 'de wereld', de mens,
het menselijk geweten 'het overtuigend bewijs leveren' van
deze onuitsprekelijke waarheid dan Hijzelf, de Geest der waarheid. Hij is de
Geest die 'de diepste geheimen van God doorgrondt'. Tegenover het
mysterie van de zonde is het nodig 'de diepste geheimen van God' tot op de
bodem te doorgronden. Het is niet voldoende het menselijke geweten, het
innerlijke mysterie van de mens, te doorgronden, maar het is nodig door te
dringen in het innerlijke mysterie van God, in die 'diepste geheimen' van God
die samengevat worden in de synthese: aan de Vader – in de Zoon – door de H.
Geest. Het is juist de H. Geest die ze doorgrondt en er het antwoord van God op
de zonde van de mens in vindt. Met dit antwoord wordt het proces van het 'aantonen van de zonde' afgesloten zoals het pinkstergebeuren duidelijk maakt.
Door de 'wereld' het overtuigend bewijs te leveren van de zonde van Golgota,
van de dood van het onschuldige Lam, zoals op Pinksteren gebeurt, toont de H.
Geest ook iedere zonde aan, waar en wanneer ook bedreven in de mensengeschiedenis:
want Hij toont het verband ervan aan met het kruis van Christus.
Het 'overtuigend bewijs leveren' is het aantonen van het kwaad van de zonde, van
iedere zonde, in verbinding met het kruis van Christus. Als de zonde in dit
verband wordt gezien, dan wordt zij onderkend in heel de omvang van het kwaad
die haar eigen is door het mysterium iniquitatis – het geheim van het kwaad
– dat zij in zich bevat en verbergt. De mens kent deze omvang niet –
op geen enkele wijze, tenzij in het kruis van Christus. Daarom kan zij hem niet 'aangetoond' worden tenzij door de H. Geest: de Geest der waarheid, maar ook de
Helper.
In verbinding met het kruis van Christus wordt de zonde tegelijk onderkend in
de volle omvang van het mysterium pietatis – het geheim van
het geloof – , zoals de postsynodale apostolische
exhortatie Reconciliatio et paenitentia heeft aangegeven. Ook
dezelfde dimensie van de zonde kent de mens alleen door het kruis van Christus.
En dit kan de mens ook alleen maar 'aangetoond' worden door de H. Geest: door
Hem die 'de diepste geheimen van God doorgrondt'.
3 Het
getuigenis over het begin: de oorspronkelijke realiteit van de zonde
33 Dit is de dimensie van de zonde die wij aantreffen in het
getuigenis over het begin dat opgetekend is in het boek Genesis. Het is de
zonde die volgens het woord van de goddelijke openbaring het begin en de wortel
van alle zonden vormt. Wij staan tegenover de oerwerkelijkheid van de zonde in
de mensengeschiedenis en tevens in het geheel van het heilsbestel. Men kan
zeggen dat in deze zonde het mysterium iniquitatis begint, maar ook dat dit de
zonde is ten opzichte waarvan de verlossende kracht van het mysterium pietatis
bijzonder doorzichtige en werkdadig wordt. Dit drukt Sint Paulus uit als hij
tegenover de 'ongehoorzaamheid' van de eerste Adam de 'gehoorzaamheid' van
Christus, de tweede Adam, stelt: 'de gehoorzaamheid tot aan de dood'.
Volgens het getuigenis over het begin geschiedt de zonde in haar oervorm in de
wil – en in het geweten – van de mens allereerst als 'ongehoorzaamheid',
namelijk als verzet van de wil van de mens tegen de wil van God. Deze
oorspronkelijke ongehoorzaamheid veronderstelt de weigering of minstens de
afkeer van de waarheid die vervat is in het woord van God die de wereld schept.
Dit woord is het Woord dat 'in het begin....bij God' was,
dat 'God was' en zonder wie 'niets is geworden van wat
geworden is', aangezien 'de wereld door Hem geworden was'.
Dit Woord is
ook de eeuwige wet, de bron van alle wetten, die de wereld regelt en special
het menselijk handelen. Toen Jezus Christus dus op de vooravond van zijn lijden
sprak over de zonde van hen die 'niet in Hem geloven', weerklonk in deze
smartelijke woorden als het ware een verre echo van de oerzonde die op duistere
wijze binnendringt in het mysterie van de schepping. Want degene die sprak, is
niet alleen de Mensenzoon maar tevens de 'eerstgeborene van heel de
schepping', 'want in Hem is alles geschapen:...door Hem en voor Hem'. In
het licht van deze waarheid begrijpt men dat de 'ongehoorzaamheid' in het
mysterie van het begin in zekere zin hetzelfde 'ongeloof', hetzelfde 'ze hebben
niet geloofd', veronderstelt dat zich zal herhalen ten opzichte van het
paasmysterie.
Zoals gezegd
gaat het om de weigering of tenminste om de afkeer van de waarheid die vervat
is in het Woord van de Vader. De weigering drukt zich praktisch uit als 'ongehoorzaamheid',
in een daad die gesteld is als gevolg van de verzoeking welke van de 'vader
van de leugen' komt. De wortel van de zonde van de mens is dus de
leugen als radicale weigering van de waarheid die vervat is in het Woord van de
Vader door wie de liefderijke almacht van de Schepper zich uitdrukt: de almacht
en de liefde 'van God de Vader, Schepper van hemel en aarde'.
34 'De Geest van God' die
volgens de Bijbelse beschrijving van de schepping 'over de wateren
zweefde', duidt dezelfde Geest aan als de 'Geest die de diepste geheimen
van God doorgrondt'; Hij doorgrondt de diepste geheimen van de Vader en van het
Woord, de Zoon, in het mysterie van de schepping. Hij is niet slechts de
directe getuige van hun wederzijdse liefde waaruit de schepping voortkomt, maar
Hij is zelf deze liefde. Hij is zelf, als liefde, de eeuwige ongeschapen gave.
Hij is de bron en het begin van iedere gave aan de schepselen. Het getuigenis
over het begin dat wij in heel de openbaring vinden, te beginnen met het boek
Genesis, is op dit punt eenstemmig. Scheppen wil zeggen: uit het niet tot het
bestaan roepen; scheppen wil dus zeggen: het bestaan schenken. En als de
zichtbare wereld geschapen wordt voor de mens, dan wordt de wereld aan de mens
geschonken.
Tegelijk
ontvangt de mens in zijn eigen mensheid een bijzonder 'beeld en gelijkenis' van
God ten geschenke. Dit betekent niet alleen rede en vrijheid als constitutieve
eigenschappen van de menselijke natuur, maar ook, vanaf het begin, vermogen tot
een persoonlijke betrekking met God, als 'ik' en 'U', en dus vermogen tot het
verbond dat tot stand zal komen in het heil waarmee God zich aan de mens
mededeelt. Tegen de achtergrond van het 'beeld en de gelijkenis' van God
betekent 'de gave van de Geest' tenslotte roeping tot de vriendschap waarin de
transcendente 'diepste geheimen van God' in zekere zin geopend worden voor de
deelname van de mens. Het Tweede Vaticaans Concilie leert: 'De
onzichtbare God spreekt uit de overvloed van zijn liefde de mensen aan
als zijn vrienden en gaat met hen om, om hen uit te nodigen tot de
gemeenschap met Hem en hen daarin op te nemen'.
35 Daarom kent de Geest die 'alles doorgrondt, zelfs
de diepste geheimen van God' vanaf het begin 'de geheimen van
de mens' Juist hierom kan alleen Hij ten volle 'de zonde aantonen' die
aan het begin staat, de zonde die de wortel is van alle andere zonden en de
nooit uitdovende haard van de zondigheid van de mens op aarde. De Geest der
waarheid kent de oorspronkelijke realiteit van de zonde die in de wil van de
mens veroorzaakt is op aanzetting van de 'vader van de leugen' –
van hem die reeds 'geoordeeld is'. De H. Geest levert de wereld dus
het overtuigend bewijs van wat zonde is door te verwijzen naar deze 'veroordeling', maar terwijl Hij voortdurend naar de gerechtigheid leidt die
aan de mens geopenbaard is samen met het kruis van Christus: door middel van
de 'gehoorzaamheid tot de dood toe'. Alleen de Geest kan het
overtuigend bewijs leveren van de zonde van het begin van de mens. Juist Hij
die de liefde van de Vader en de Zoon is, die gave is, terwijl de zonde van het
begin van de mens bestaat in de leugen en in de weigering van de gave en de
liefde die in het begin van de wereld en de mens bepaald hebben.
36 Volgens het getuigenis over het begin dat wij in de Schrift
en de Traditie vinden, na de eerste (en ook meest volledige) beschrijving ervan
in het boek Genesis, is de zonde in haar oervorm 'ongehoorzaamheid',
wat eenvoudig en direct betekent: overtreding van een door God opgelegd verbod.
Maar in het licht van heel de context is het ook duidelijk dat de wortels van
deze ongehoorzaamheid gezocht moeten worden diep in heel de bestaande situatie
van de mens. De mens die tot het bestaan is geroepen – man en vrouw -, is een
schepsel. Het 'beeld van God' dat in de rede en de vrijheid bestaat, maakt de
grootheid en de waardigheid van het menselijk subject uit dat persoon is.
Maar dit
persoonlijke subject is ook altijd een schepsel: in zijn wezen en bestaan hangt
het van de Schepper af. Volgens het boek Genesis moest 'de boom van de kennis
van goed en kwaad' aan de mens de 'grens' duidelijk maken en voortdurend in
herinnering brengen welke een geschapen wezen niet mag overschrijden. In deze
zin moet het verbod van God verklaard worden: de Schepper verbiedt aan de man
en de vrouw de vruchten te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad. De
woorden van de aanzetting, van de verzoeking dus, zoals ze geformuleerd zijn in
de gewijde tekst, verleiden tot overtreding van dit verbod – tot overschrijding
van de grens dus: 'Als u eet van de boom, zullen uw ogen opengaan en
dan zult u gelijk worden aan God ('worden als goden'), door de kennis van goed
en kwaad' (Gen. 3:5).
De 'ongehoorzaamheid' betekent precies de overschrijding van deze grens die de
wil en de vrijheid van de mens als geschapen wezen niet mogen overschrijden.
God de Schepper is immers de enige en beslissende bron van de zedelijke orde in
de wereld die Hij geschapen heeft. De mens kan niet uit zichzelf bepalen wat
goed en wat kwaad is – kan niet 'het goed en het kwaad kennen, zoals God'. Ja,
in de geschapen wereld blijft God de eerste en hoogste bron van de beslissing
over goed en kwaad, door middel van de innerlijke waarheid van het zijn die
weerspiegeling is van het Woord, de eeuwige Zoon die één in wezen met de Vader
is. De H. Geest geeft aan de mens die geschapen is naar het beeld van God, het
geweten ten geschenke, opdat daarin het beeld trouw zijn model kan
weerspiegelen dat de eeuwige wijsheid en wet is, de bron van de morele orde in
de mens en in de wereld.
Als
oorspronkelijke dimensie van de zonde betekent de 'ongehoorzaamheid' afwijzing
van deze bron, door de aanmatiging van de mens onafhankelijke en uitsluitende
bron te worden van de beslissing over goed en kwaad. De Geest die 'de diepste
geheimen van God doorgrondt', en die tevens voor de mens het licht van het
geweten en de bron van de zedelijke orde is, kent in heel haar omvang deze dimensie
van de zonde die binnengedrongen is in het mysterie van het begin van de mens.
En Hij houdt niet op 'de wereld de zonde aan te tonen' in verbinding met het
kruis van Christus op Golgotha.
37 Volgens het getuigenis over het begin heeft God zich in de
schepping geopenbaard als almacht die liefde is. Tegelijk heeft Hij aan de mens
geopenbaard dat hij als 'beeld en gelijkenis' van zijn Schepper geroepen is om
deel te hebben aan de waarheid en de liefde. Deze deelname betekent een leven
in vereniging met God die het 'eeuwige leven' is. Maar de mens
heeft zich onder de invloed van de 'vader van de leugen' onttrokken aan deze
deelname. In welke mate? Zeker niet in de maakt van Satan. De menselijke geest
is niet in staat zo'n maat te bereiken. Men kan in de beschrijving van het boek
Genesis gemakkelijk het verschil in graad opmerken tussen de inblazing van het
kwaad door hem die 'vanaf het begin zondaar is (of in de zonde blijft)' (1
Joh. 3:8) en 'reeds geoordeeld is' (Joh. 16:11), en het
kwaad van de ongehoorzaamheid van de mens.
Maar deze
ongehoorzaamheid betekent ook altijd dat de mens God de rug toekeert en dat de
menselijke vrijheid zich in zekere zin voor Hem afsluit. Het betekent ook dat
deze vrijheid – van het geweten en van de wil van de mens – zicht in zekere
mate openstelt voor degene die de 'vader van de leugen' is. Deze daad van
bewuste keuze is niet slechts 'ongehoorzaamheid' maar sluit ook een zekere
instemming in met de beweegreden die vervat is in de eerste aansporing tot de
zonde en onophoudelijk hernieuwd is in heel de mensengeschiedenis: 'God weet
dat uw ogen open zullen gaan als u eet van die boom, en dat u dan gelijk zult
worden aan God, door de kennis van het kwaad'.
Wij bevinden ons hier in het centrum van wat men zou kunnen noemen het 'anti-Woord', dat wil zeggen de 'anti-waarheid'. Want de waarheid over de mens
wordt vervalst: wie de mens is en welke de grenzen zijn van zijn wezen en
vrijheid die hij niet mag overschrijden. Deze 'anti-waarheid' is mogelijk omdat
tegelijk de waarheid over wie God is, volledig vervalst wordt. God de Schepper
wordt in staat van verdenking gesteld, ja zelfs in staat van beschuldiging, in
het geweten van het schepsel. Voor het eerst in de mensengeschiedenis
verschijnt de perverse 'geest van verdachtmaking'. Hij probeert het Goede zelf,
het absolute Goede, te vervalsen, dat zich juist in het scheppingswerk getoond
heeft als het Goede dat op onuitputtelijke wijze geeft: als bonum diffusivum
sui. Als zich wegschenkend goed, als scheppende liefde. Wie anders kan ten
volle 'de zonde aantonen' ofwel de beweegreden voor de oorspronkelijke
ongehoorzaamheid van de mens, dan degene die alleen de gave is en de bron van
iedere schenking, dan de Geest die 'de diepste geheimen van God doorgrondt' en
de liefde van de Vader en de Zoon is?
38 Ondanks heel het getuigenis van de schepping en van de
heilseconomie is de geest van de duisternis in staat God voor te stellen
als vijand van zijn eigen schepsel en vooral als vijand van de mens, als bron
van gevaar en bedreiging voor de mens. Op deze wijze wordt door Satan in de
ziel van de mens de kiem geplant van het verzet tegen degene die 'vanaf het
begin' beschouwd moet worden als vijand van de mens – en niet als Vader. De
mens wordt uitgedaagd de tegenstander van God te worden.
De analyse van de zonde in haar oorspronkelijke dimensie toont aan dat er in de
loop van de geschiedenis door de 'vader van de leugen' blijvend druk zal worden
uitgeoefend op de mens om God af te wijzen, tot aan de haat toe: Amor
sui usque ad contemptum Dei – liefde voor zichzelf tot en met
verachting van God -, zoals Sint Augustinus het uitdrukt. De mens zal
geneigd zijn in God allereerst een beperking van zichzelf te zien en niet de
bron van zijn eigen bevrijding en de volheid van het goede. Wij zien dit
bevestigd in het moderne tijdperk waarin de ideologieën er naar streven de
godsdienst uit te roeien op grond van de vooronderstelling dat hij de radicale 'vervreemding' van de mens veroorzaakt, alsof aan de mens zijn eigen mensheid
ontnomen zou worden als hij het idee van God aanvaardt en aan Hem toeschrijft
wat aan de mens toebehoort en uitsluitend aan de mens!
Vandaar een
proces van denken en van historisch-sociologische praktijk waarin de afwijzing
van God zover is gegaan dat Hij 'dood' is verklaard. Een begripsmatige en
verbale absurditeit! De ideologie van de 'dood van God' bedreigt eerder de
mens, zoals het Tweede Vaticaans Concilie aangeeft als het het probleem van
de 'autonomie van het tijdelijke' analyseert en
schrijft: 'Zonder een Schepper verdwijnt... het schepsel in het niet...
Ja, de godvergetenheid hult de schepping in duisternis'. De gevolgen van de
ideologie van de 'dood van God' bewijzen gemakkelijk dat zij op theoretisch en
praktisch vlak de ideologie van de 'dood van de mens' is.
4 De
Geest die het lijden omvormt in liefde die het heil brengt
39 De Geest die de diepste geheimen van God doorgrondt, is
door Jezus in de rede van het cenakel de Parakleet genoemd. Hij wordt inderdaad
vanaf het begin te hulp geroepen (In het Grieks is het werkwoord παρα-xαλεìν) om 'de wereld het overtuigend bewijs
te leveren van wat zonde is'. Hij wordt definitief te hulp geroepen door
middels van het kruis van Christus. De zonde aantonen wil zeggen het kwaad dat
daarin steekt, aantonen. Wat gelijk is aan het mysterie iniquitatis openbaren.
Het is niet mogelijk het kwaad van de zonde in heel zijn smartelijke
werkelijkheid te onderkennen zonder 'de diepste geheimen van God te
doorgronden'. Vanaf het begin is het duistere geheim van de zonde in de wereld
verschenen tegen de achtergrond van de verwijzing naar de Schepper van de
menselijke vrijheid. Het is verschenen als een wilsdaad van het menselijke
schepsel welke tegengesteld is aan de wil van God: aan Gods heilswil; ja, het
is verschenen als tegenstelling tot de waarheid, op grond van de leugen die
reeds definitief 'geoordeeld' is: de leugen die de scheppende en heilbrengende
liefde zelf in staat van beschuldiging heeft gesteld, in staat van blijvende
verdachtmaking.
De mens is de 'vader van de leugen' gevolgd en heeft zich opgesteld tegen de Vader van het
leven en tegen de Geest van de waarheid. Zal 'het aantonen van de zonde' dus
ook niet de openbaring van het lijden moeten betekenen? Openbaring van het
onbegrijpelijke en onuitsprekelijke leed dat de heilige Schrift in haar
antropomorfe zienswijze lijkt te onderscheiden in het 'diepste innerlijk van
God' en in zekere zin in het hart zelf van de ondoorgrondelijke Drie-eenheid?
Op ingeving van de openbaring gelooft en belijdt de Kerk dat de zonde een
belediging van God is. Welke realiteit komt in het ondoorgrondelijke innerlijk
van de Vader, het Woord en de H. Geest overeen met deze 'belediging', met deze
afwijzing van de Geest die liefde en gave is? Het begrip van God als
noodzakelijkerwijs volkomen volmaakt wezen sluit zeker bij God alle leed uit
dat voortkomt uit gemis of verwonding; maar in het 'diepste innerlijk van God' is er een vaderliefde waarvan de reactie tegen de zonde van de mens volgens de Bijbelse
taal zover gaat dat Hij zegt: 'Het spijt Mij dat Ik de mens gemaakt
heb'. 'Toen Jahwe zag hoezeer op de aarde de boosheid van de mensen
was toegenomen...kreeg Hij spijt dat Hij de mens op aarde gemaakt had en Hij
was er zeer verdrietig om... En Jahwe zei: Het spijt Mij dat Ik ze gemaakt heb' (Gen.
6:5-7) .
Maar de gewijde
Schrift spreekt vaker over een Vader die medelijden heeft met de mens en diens
leed als het ware deelt. Kortom, het ondoorgrondelijke en onuitsprekelijke 'leed' van de Vader zal vooral de bewonderenswaardige economie van de
verlossende liefde van Jezus Christus voortbrengen, opdat door middel van het
mysterium pietatis de liefde sterker mag blijken dan de zonde in de
mensengeschiedenis: opdat de 'gave' het mag winnen!
De H. Geest die volgens Jezus' woorden 'het overtuigend bewijs van wat zonde is
levert', is de liefde van de Vader en de Zoon, en als zodanig is Hij de gave
van de Drie-eenheid en tegelijk de bron van iedere goddelijke schenking aan het
geschapene. Precies in Hem kunnen wij de barmhartigheid die de patristische en
theologische traditie in de lijn van het Oude en het Nieuwe Testament aan God
toekent, verpersoonlijkt en op transcendente wijze verwezenlijkt opvatten. In
de mens sluit de barmhartigheid lijden en medelijden voor de nood en de ellende
van de naaste. In God zet de Geest die liefde is, het zien van de menselijke
zonde om in een nieuwe gave van heilbrengende liefde. Uit Hem, in eenheid met
de Vader en de Zoon, komt het heilsbestel voort dat de mensengeschiedenis vult
met de gaven van de verlossing. De zonde die verwerping van de liefde is, heeft
het 'lijden' van de mens voortgebracht dat zich op zekere
wijze uitgebreid heeft over heel de schepping; de H. Geest zal het menselijke
en kosmische lijden tegemoet treden met een nieuw liefdesgeschenk dat de wereld
zal verlossen.
En uit de mond
van Jezus de Verlosser in wiens mensheid het 'lijden' van God zich waar maakt,
zal een woord klinken waarin zich de eeuwige liefde die vol barmhartigheid is
openbaart: 'Misereor' – 'Ik heb medelijden' – . Zo wordt van
de kant van de H. Geest 'het aantonen van de zonde' ten opzichte van de
schepping 'die onderworpen is aan een zinloos bestaan' en vooral in het diepst
van het menselijke geweten een aantonen hoe de zonde overwonnen wordt door het
offer van het Lam Gods dat 'tot de dood toe' de gehoorzame dienstknecht is
geworden die de ongehoorzaamheid van de mens goedmaakt en de verlossing van de
wereld bewerkt. Op deze wijze 'toont' de Geest der waarheid, de Parakleet, 'de
zonde aan'.
40 De verlossende waarde van het offer van Christus is met
veelbetekende woorden uitgedrukt door de schrijver van de brief aan de
Hebreeën, die, na herinnerd te hebben aan de offers van het Oude Verbond
waarin 'het bloed van bokken en stieren...wettelijk rein maakt' 'hoeveel groter is dan de kracht van Christus' bloed! Door de eeuwige Geest
heeft Hij zichzelf aan God geofferd als een smetteloos offer, dat ons geweten
zuivert van dode werken om de levende God te eren' (Heb. 9:13 s) . Ook al zijn wij er ons van bewust dat andere interpretaties
mogelijk zijn, toch brengen onze overwegingen over de aanwezigheid van de H.
Geest in heel het leven van Christus ons er toe in deze tekst als het ware een
uitnodiging te zien om na te denken over de aanwezigheid van dezelfde Geest ook
in het verlossende offer van het vleesgeworden Woord. Overwegen wij eerst de
beginwoorden die over dit offer gaan en vervolgens afzonderlijk de 'zuivering
van het geweten' die door dit offer bewerkt wordt. Het is een offer dat
aangeboden wordt 'door de eeuwige Geest' die daaruit de
kracht 'put' ('Hij zal van Mij ontvangen') voor het 'aantonen
van de zonde' omwille van het heil. Het is dezelfde Geest als de Geest
die Jezus Christus overeenkomstig de belofte in het cenakel naar de
apostelen 'zal brengen' op de dag van de verrijzenis, als Hij
zich zal tonen met de wonden van de kruisiging, en die Hij hun 'zal
geven' 'voor de vergiffenis van de zonden': 'Ontvangst van de H. Geest. Aan wie
ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven' (Joh. 20: 22 s)
Wij weten dat 'God Jezus van Nazaret gezalfd heeft met de H. Geest en
met kracht', zoals Petrus gezegd heeft in het huis van de honderdman
Cornelius (Hand. 10:38) . Wij kennen het paasmysterie van zijn 'heengaan', volgens het evangelie van Johannes. De woorden van de brief aan de
Hebreeën leggen ons nu uit hoe Christus 'zichzelf aan God geofferd heeft als
een smetteloos offer', en hoe Hij dit gedaan heeft 'door de eeuwige Geest'. De
H. Geest is aanwezig en werkt in het offer van de Mensenzoon, zoals Hij
handelde in zijn ontvangenis, in zijn komst in de wereld, in zijn verborgen
leven en in zijn openbaar leven. Volgens de brief aan de Hebreeën heeft Jezus
Christus zich op de weg van zijn 'heengaan' over Getsemane en Golgota in zijn
mensheid geheel opengesteld voor deze werking van de Geest-Parakleet die de
eeuwige heilsliefde doet opstijgen uit het lijden.
Hij is
dus 'om zijn vroomheid verhoord: hoewel Hij Gods Zoon was, heeft Hij in
de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd' (Heb. 5:7 s) Op
deze wijze toont de brief aan de Hebreeën aan hoe de mensheid die in de
nakomelingen van Adam onderworpen was aan de zonde, in Jezus Christus volmaakt
onderworpen geworden is aan God, met Hem verenigd is en tegelijk vervuld is van
barmhartigheid voor de mensen. Zo is er een nieuwe mensheid die in Jezus
Christus door het lijden aan het kruis teruggekeerd is naar de liefde waaraan
Adam door zijn zonde ontrouw was geworden. Zij is teruggevonden in de
goddelijke bron zelf van de oorspronkelijke gave: in de Geest die 'de diepste
geheimen van God doorgrondt' en zelf liefde en gave is.
Jezus Christus, Gods Zoon, heeft als mens in het vurige gebed van zijn lijden
het de H. Geest die reeds in het diepst van zijn mensheid was doorgedrongen,
mogelijk gemaakt haar om te vormen tot een volmaakt offer door middel van zijn
dood, als slachtoffer der liefde op het kruis. Hij alleen heeft dit offer
aangeboden. Als enige priester 'heeft Hij zichzelf aan God geofferd als
een smetteloos offer' (Heb. 9:14). Hij was waardig zulk een offer te
worden in zijn mensheid aangezien Hij alleen 'zonder smet' was. Maar Hij heeft
het aangeboden 'door de eeuwige Geest': wat betekent dat de H. Geest op
bijzondere wijze werkte in deze absolute zelfgave van de Mensenzoon, om het
lijden om te zetten in verlossende liefde.
41 In het Oude Testament wordt meermalen gesproken over
het 'vuur uit de hemel' dat de offers die de mensen aanboden,
verteerde. Op analoge wijze kan men zeggen dat de H. Geest 'het vuur uit de
hemel' is dat brandt in het diepst van het mysterie van het kruis. Uitgaande
van de Vader draagt Hij het offer van de Zoon op aan de Vader en draagt Hij het
binnen in de goddelijke werkelijkheid van de gemeenschap van de Drie-eenheid.
De zonde heeft het lijden voortgebracht; nu krijgt het leed van God in de
gekruisigde Christus door de H. Geest zijn volledige menselijke uitdrukking. Zo
is er een paradoxaal mysterie van liefde: in Christus lijdt een God die door
zijn eigen schepselen is afgewezen: 'Zij geloven niet in Mij'; maar tegelijk
schept de Geest uit het diepst van dit lijden – en indirect uit het diepst van
de zonde 'van niet geloofd te hebben' – een nieuwe maat van de gave die vanaf
het begin aan de mens en aan de schepping is geschonken.
In het diepst
van het mysterie van het kruis werkt de liefde die de mens opnieuw brengt tot
deelname aan het leven dat in God zelf is. Als liefde en gave daalt de H. Geest
in zekere zin neer in het hart van het offer dat op het kruis wordt aangeboden.
Onder verwijzing naar de Bijbelse traditie kunnen wij zeggen: Hij verteert dit
offer met het vuur van de liefde die de Vader en de Zoon verenigt in de
gemeenschap van de Drie-eenheid. En aangezien het kruisoffer een daad van
Christus zelf is, 'ontvangt' Hij ook in dit offer de H. Geest. Hij ontvangt Hij
ook in dit offer de H. Geest. Hij ontvangt Hem op dusdanige wijze dat Hij – Hij
alleen met de Vader – Hem vervolgens aan de apostelen, aan de Kerk, aan heel de
mensheid kan 'geven'. Hij alleen 'zendt' Hem van de Vader. Hij
alleen verschijnt aan de apostelen die in het cenakel bijeengekomen zijn, 'blaast
over hen' en zegt: 'Ontvangt de H. Geest. Aan wie ge de zonden
vergeeft, zijn ze vergeven' (Joh. 20:22 s) , zoals Johannes de
Doper voorzegd had: 'Hij zal u dopen met de H. Geest en met vuur' (Mt.
3:11) . Door deze woorden van Jezus is de H. Geest geopenbaard en tegelijk
tegenwoordig gesteld als liefde die werkt in het diepst van het paasmysterie,
als bron van de verlossende kracht van het kruis van Christus, als gave van
het nieuwe en eeuwige leven.
Deze waarheid voer de H. Geest wordt dagelijks in de Romeinse liturgie
uitgedrukt als de priester voor de communie de volgende veelbetekende woorden
uitspreekt: 'Heer Jezus Christus, Zoon van de levende God, Gij hebt in de H.
Geest de wil van de Vader volbracht en door uw sterven de wereld tot nieuw
leven gewekt'. En in het derde eucharistische gebed vraagt de priester aan God,
onder verwijzing naar de heilseconomie, dat de H. Geest 'ons moge maken tot een
blijvende offergave voor U'.
5 Het
bloed dat het geweten zuivert
42 Wij hebben gezegd dat de H. Geest op het hoogtepunt van
het paasmysterie definitief geopenbaard en op een nieuwe wijze tegenwoordig
gesteld is. De verrezen Christus zegt tot de apostelen: 'Ontvangt de H. Geest'.
De H. Geest wordt op deze wijze geopenbaard, omdat de woorden van Christus de
bevestiging vormen van de beloften en aankondigingen van de rede in het
cenakel. Hiermee wordt de Parakleet ook op een nieuwe wijze tegenwoordig
gesteld. Hij werkte reeds vanaf het begin in het mysterie van de schepping en
in heel de geschiedenis van het Oude Verbond van God met de mens. Zijn werking
is ten volle bevestigd door de zending van de Mensenzoon als Messias, die
gekomen is in de kracht van de H. Geest. Op het hoogtepunt van de Messiaanse
zending van Jezus komt de H. Geest in het Paasmysterie geheel als goddelijk
subject tegenwoordig: als degene die nu het heilswerk dat geworteld is in het
kruisoffer, moet voortzetten. Dit werk wordt zonder twijfel door Jezus aan de
mensen toevertrouwd: aan de apostelen, aan de Kerk. Maar in en door hen blijft
de H. Geest de transcendente protagonist van dit werk in de geest van de mens
en in de geschiedenis van de wereld: de onzichtbare en tegelijk
alomtegenwoordige Parakleet! De Geest die 'blaast waar Hij wil'.
De woorden die de verrezen Christus gesproken heeft op de 'eerste dag na de
sabbat' maken bijzonder duidelijk dat de Parakleet-Helper aanwezig is als
degene die 'de wereld het overtuigend bewijs levert van wat zonde,
gerechtigheid en oordeel is'. Want alleen in dit verband zijn de woorden
duidelijk die Jezus onmiddellijk verbindt met de 'gave' van de H. Geest aan de
apostelen: 'Ontvangt de H. Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn
ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven' (Joh.
20:22 s) Jezus verleent aan de apostelen de macht om de zonden te
vergeven, met de bedoeling dat zij haar overdragen aan hun opvolgers in de
Kerk. Maar deze macht die aan mensen is verleend, veronderstelt het
heilshandelen van de H. Geest en sluit dit in.
De H. Geest die
het 'licht van het hart' wordt, dat wil zeggen van het
geweten, 'levert het overtuigend bewijs van wat zonde is'; Hij doet dus de mens
zijn kwaad inzien en richt hem tegelijk op het goede. Dank zij de
veelvoudigheid van zijn gaven waarom Hij aangeroepen wordt als de 'zevenvoudige',
kan de heilskracht van God iedere soort zonde van de mens bereiken. De H. Bonaventura zegt terecht: 'Krachtens de zeven gaven van de H. Geest
wordt elk kwaad vernietigd en elk goed voortgebracht'.
Onder de invloed van de Helper voltrekt zich dus de bekering van het menselijk
hart die onmisbare voorwaarde is voor de vergeving van de zonden. Zonder echte
bekering, die innerlijk berouw insluit, en zonder een oprecht en vast voornemen
zich te beteren, blijven de zonden 'niet vergeven', zoals Jezus zegt en met Hem
de Traditie van het Oude en het Nieuwe Verbond. De eerste woorden die Jezus aan
het begin van zijn openbaar leven heeft gesproken, zijn volgens het Evangelie
van Marcus: 'Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap' (Mc.
1:15). De bevestiging van deze aansporing is het 'aantonen van de zonde' dat de
H. Geest op nieuwe wijze onderneemt uit kracht van de verlossing die bewerkt is
door het bloed van de Mensenzoon. Daarom zegt de brief aan de Hebreeën dat
dit 'bloed het geweten zuivert'. Het opent dus om zo te zeggen voor
de H. Geest de weg naar het innerlijk van de mens, naar het heiligdom van het
menselijk geweten.
43 Het Tweede Vaticaans Concilie heeft, sprekend over de
roeping van de mens en speciaal over de waardigheid van de menselijke persoon,
de katholieke leer over het geweten in herinnering gebracht. Juist het geweten
is op specifieke wijze bepalend voor die waardigheid. Het is immers 'de meest
verborgen kern en het heiligdom van de mens, waarin hij alleen is met Goed
wiens stem binnen in hem weerklinkt'. Zij zegt duidelijk 'in de oren van zijn
hart: doe dit, vermijd dat'. Dit vermogen om het goede te bevelen en het kwade
te verbieden dat de Schepper in de mens heeft gelegd, is de voornaamste
eigenschap van de persoon. Maar tegelijk 'ontdekt de mens in het diepst
van zijn geweten een wet die hij zichzelf niet stelt, maar waaraan hij moet
gehoorzamen'. Het geweten is dus geen autonome en exclusieve bron voor de
beslissing over wat goed en wat kwaad is; in het diepst ervan staat integendeel
een beginsel van gehoorzaamheid geschreven ten opzichte van de objectieve norm
die de overeenstemming van zijn beslissingen fundeert en conditioneert met de
geboden en verboden die ten grondslag liggen aan het menselijke gedrag, zoals
blijkt uit de reeds genoemde bladzijde van het boek Genesis.
Juist in deze
zin is het geweten het 'innerlijk heiligdom' waarin 'de stem van God
weerklinkt'. Het is 'de stem van God' zelfs als de mens daarin alleen het
beginsel van de zedelijke orde erkent waaraan men menselijkerwijs niet kan
twijfelen, ook zonder rechtstreekse verbinding met de Schepper: juist in deze
verbinding vindt het geweten altijd zijn grondslag en rechtvaardiging. Het 'onderkennen van de zonde' dat volgens het evangelie geschiedt onder de invloed
van de Geest der waarheid, kan in de mens niet verwezenlijkt worden langs een
andere weg dan die van het geweten. Als het geweten juist is, dan dient het 'voor de waarachtige oplossing van de morele problemen die zowel in het
privé-leven als in het maatschappelijk bestel rijzen'; dan 'verwijderen
personen en groepen zich van de blinde willekeur en leggen zij zich erop toe
zich te conformeren aan de objectieve normen van de moraliteit'
Vrucht van het rechte geweten is vooral het goede en het kwade bij hun naam te
noemen, zoals bijvoorbeeld de pastorale constitutie Gaudium et
Spes doet:
'Al wat
tegen het leven zelf ingaat, zoals alle soorten van moord, uitroeiing, abortus,
euthanasie en vrijwillige zelfmoord; al wat de integriteit van de menselijke
persoon aantast, zoals verminking, lichamelijke en geestelijke foltering,
pogingen om de mens psychisch in zijn macht te krijgen; al wat een belediging
is voor de menselijke waardigheid, zoals onmenselijke levensvoorwaarden,
willekeurige arrestaties, deportaties, slavernij, prostitutie, handel in
meisjes en minderjarigen; schandelijke arbeidsvoorwaarden, waarbij de arbeiders
als louter winstwerktuigen worden behandeld en niet als vrije en
verantwoordelijke personen'; en na de veelvuldige zonden, die in onze tijd zo
talrijk en verspreid zijn, bij hun naam genoemd te hebben voegt zij eraan toe: 'Dit alles en andere dergelijke dingen zijn onmiskenbaar schandelijk. Zij zijn
een aantasting van de menselijke beschaving en zij werpen meer een smet op hen
die zich zo gedragen dan op hen die het onrecht hebben te verdragen. En zij
zijn volledig in tegenspraak met de eer van de Schepper'.
Het-bij-hun-naam-noemen
van de zonden die de mens het meest onteren, en het aantonen dat zij een
zedelijk kwaad zijn dat negatief drukt op iedere balans van de vooruitgang van
de mensheid, wordt door het Concilie tevens beschreven als een etappe 'van een
dramatische worsteling tussen goed en kwaad, tussen licht en duisternis', die 'het hele individuele en collectieve leven van de mens' kenmerkt. De
vergadering van de bisschoppensynode van 1983 over de verzoening en bekering
heeft de persoonlijke en maatschappelijke betekenis van de menselijke zonden
nog nauwkeuriger omschreven.
44 Welnu, in het cenakel op de vooravond van zijn lijden en
vervolgens op de avond van Pasen heeft Jezus Christus zich beroepen op de H.
Geest als degene die aantoont dat de zonde in de mensengeschiedenis voortduurt.
De zonde is echter onderworpen aan de heilzame kracht van de verlossing. De
zending om 'de wereld het overtuigend bewijs te leveren van wat zonde is' put
zich niet uit in het feit dat de zonde bij naam wordt genoemd en herkend wordt
als wat zij is in al haar vormen en graden. Wanneer de Geest der waarheid de
wereld het overtuigend bewijs levert van wat zonde is, dan ontmoet Hij de stem
van het menselijke geweten. Langs deze weg slaagt men erin de wortels van het
kwaad aan te wijzen die in het innerlijk van de mens liggen, zoals dezelfde
pastorale constitutie doet uitkomen:
'In feite
hangt de onevenwichtigheid waaraan de hedendaagse wereld heeft te lijden samen
met de meer fundamentele evenwichtigheid die wortelt in het diepst van het hart
van de mens. In de mens zelf immers zijn velerlei tendensen met elkaar in
strijd. Want terwijl hij zich enerzijds als schepsel veelvuldig als beperkt
ervaart, bemerkt hij anderzijds dat hij in zijn verlangens onbeperkt is en dat
hij geroepen is tot een hoger leven. Te midden van vele aantrekkelijkheden
wordt hij gedwongen daarin verantwoord te selecteren en sommige terzijde te
stellen. Sterker: zwak en zondig tevens, doet hij niet zelden wat hij niet wil,
en wat hij zou willen doen, doet hij niet'
De tekst van
het Concilie verwijst hier naar de bekende woorden van de H. Paulus.
Het 'onderkennen van de zonde' waarmee ieder dieper nadenken van het menselijke
geweten over zichzelf gepaard gaat, leidt dus tot de ontdekking van de wortels
ervan in de mens, alsook van de wijzen waarop het geweten zelf inde loop van de
geschiedenis geconditioneerd is. Op deze manier vinden wij de oorspronkelijke
werkelijkheid van de zonde terug waarover reeds gesproken is. De H. Geest 'levert het overtuigend bewijs van wat zonde is' in verbinding met het mysterie
van het begin door op het feit te wijzen dat de mens een geschapen wezen is en
dus ontisch en ethisch – naar zijn en moreel handelen – geheel afhankelijk is
van de Schepper, en tevens door te herinneren aan de zondige erfenis van de
menselijke natuur. Maar de H. Geest 'levert het overtuigend bewijs van wat
zonde is' altijd in verbinding met het kruis van Christus. Op grond van deze
band wijst het christendom iedere 'fataliteit' van de zonde af.
'Een lastige
worsteling die al bij het begin van de wereld aangevangen is en, naar de
woorden van de Heer, tot de laatste dag zal blijven duren', leert het Concilie. 'Maar de Heer is zelf gekomen om de mens te bevrijden en te versterken'. Verre
van zich te laten 'verstrikken' in zijn zondige conditie en steunend op de stem
van zijn geweten moet de mens dus 'er werkelijk voor vechten om het
goede aan te hangen, en hij kan niet zonder grote inspanning, met de hulp van
de genade van God, in zichzelf een eenheid bewerken'. Het Concilie ziet de
zonde terecht als medeoorzaak van de breuk die een last legt zowel op het
persoonlijke als op het maatschappelijke leven van de mens; maar tegelijk
herinnert het onvermoeibaar aan de mogelijkheid van de overwinning.
45 De Geest der waarheid die 'de wereld het overtuigend bewijs
levert van wat zonde is', ontmoet de inspanning van het menselijke geweten
waarover de teksten van het Concilie zo suggestief spreken. Deze inspanning van
het geweten bepaalt ook de wegen voor de menselijke bekering: de zonde de rug
toekeren om de waarheid en de liefde in het hart van de mens te herstellen. Men
weet dat het soms veel moeite kost het kwaad in zichzelf te onderkennen. Men
weet dat het geweten niet alleen gebiedt en verbiedt, maar ook oordeelt in het
licht van de innerlijke geboden en verboden. Het is ook bron van wroeging: de
mens lijdt innerlijk onder het bedreven kwaad.
Is dit lijden
niet als het verre echo van de 'spijt de mens geschapen te hebben' die de
gewijde schrijver in een antropomorfe wijze van spreken toeschrijft aan God;
van de 'afkeuring' die zich nestelt in het 'hart' van de Drie-eenheid, maar
krachtens de eeuwige liefde omgezet wordt in het lijden van het kruis, in de
gehoorzaamheid van Christus tot aan de dood toe? Als de Geest der waarheid het
voor het menselijke geweten mogelijk maakt deel te nemen aan dat lijden, dan
wordt het leed van het geweten bijzonder diep maar ook bijzonder heilzaam. Dan
wordt door middel van een akte van volmaakt berouw de echte bekering van het
hart bewerkt: de evangelische 'metanoia'.
De inspanning van het menselijke hart, de inspanning van het geweten, waardoor
deze 'metonia' of bekering tot stand komt, is de afspiegeling van het proces
waardoor de afkeuring omgevormd wordt in heilbrengende liefde die weet te
lijden. De verborgen uitdeler van deze verlossende kracht is de H. Geest. Hij
die de Kerk het 'licht van het geweten' noemt, doordringt en
vervult het diepste van het menselijk hart. Door middel van deze bekering
in de H. Geest stelt de mens zich open voor de vergeving, voor de vergiffenis
van de zonden. En in heel deze bewonderenswaardige dynamiek van de bekering en
vergeving wordt de waarheid bevestigd van wat Sint Augustinus schrijft over het
mysterie van de mens in zijn commentaar op de psalmwoorden Abyssus abyssum
invocat'. De zending van de Zoon en van de H. Geest voltrekt zich juist
met het ook op deze 'diepe afgrond' van de mens, van het menselijke geweten.
De H. Geest 'komt' krachtens het 'heengaan' van Christus in het Paasmysterie: Hij komt in
ieder concreet geval van bekering en vergeving uit kracht van het kruisoffer,
waarin 'het bloed van Christus...het geweten zuivert van dode werken om de
levende God te eren'. Zo worden de woorden over de H. Geest als 'een
andere Helper' steeds weer vervuld, de woorden die in het cenakel tot de
apostelen gericht zijn en indirect tot allen: 'Gij kent Hem, want Hij
blijft bij u en zal in u zijn' (Joh. 14:17) .
6 De
zonde tegen de H. Geest
46 Tegen de achtergrond van wat wij tot dusverre gezegd
hebben worden enige andere woorden van Jezus die verschrikken en ontstellen,
begrijpelijker. Wij kunnen ze de woorden van de 'niet vergeving' noemen. Zij
worden ons bericht door de synoptici, met betrekking tot een speciale zonde die
genoemd wordt 'lastering van de H. Geest'. In hun drievoudige redactie zijn zij
als volgt weergegeven:
Matteüs: 'Iedere
zonde en godslastering zal de mensen vergeven worden, maar lastering van de
Geest zal niet vergeven worden. Als iemand zich kant tegen de Mensenzoon, zal
het hem vergeven worden; maar wie zich kant tegen de H. Geest, zal geen
vergiffenis verkrijgen, noch in deze noch in de komende wereld' (Mt.
12:31 s) .
Marcus: 'Alle zonden zullen aan de mensen vergeven worden, ook alle
godslasteringen die zij uitgesproken hebben, maar als iemand lastert tegen de
H. Geest, krijgt hij in eeuwigheid geen vergiffenis'. (Mc. 3:28 s) .
Lucas: 'Aan ieder die zich zal kanten tegen de Mensenzoon zal het
vergeven worden; maar hem die de H. Geest heeft gelasterd, zal het niet
vergeven worden' (Lc. 12:10) .
Waarom kan de lastering van de H. Geest niet vergeven worden? Hoe moet men deze
lastering verstaan? Sint Thomas van Aquino antwoordt dat het gaat om een
zonde 'die vanwege haar aard onvergeeflijk is omdat zij de
elementen uitsluit waardoor de vergiffenis van de zonden tot stand komt'.
Die Heer is en leven geeft - encycliek van Paus Johannes Paulus II
Dominum et Vivificatem (Die Heer is en
leven geeft) uit: rkdocumenten.nl
Inhoud
1 De Kerk belijd haar geloof in de H. Geest als degene 'die
Heer is en leven geeft'. Dit belijdt zij in de geloofsbelijdenis die
geformuleerd of uitgevaardigd is op de Concilies van Nicea (in het
jaar 325) en Constantinopel (in het jaar 381). Zij voegt eraan toe
dat de H. Geest 'gesproken heeft door de profeten'. Het zijn woorden die de
Kerk ontvangt van de bron van haar leven, Jezus Christus. Volgens het evangelie
van Johannes wordt de H. Geest ons geschonken met het nieuwe leven, zoals Jezus
aankondigt en belooft op de grootste dag van het Loofhuttenfeest: 'Als
iemand dorst heeft, hij kome tot Mij; wie in Mij gelooft, hij drinke! Zoals de
Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien'. (Joh.
7:37s)
En de
evangelist verklaart: 'Hiermede doelde Hij op de Geest die zij, die in
Hem geloofden, zouden ontvangen' (Joh. 7:39). Dezelfde vergelijking
met het water gebruikt Jezus in het gesprek met de Samaritaanse, als Hij
spreekt over de 'waterbron die opborrelt tot eeuwig leven' (Joh.
4:14) en in het gesprek met Nicodemus, als Hij de noodzaak verkondigt van
een nieuwe geboorte 'uit water en Geest' om 'het Rijk Gods binnen te
gaan'.
De Kerk die onderricht wordt door het woord van Christus en put uit de
pinksterervaring en uit haar eigen apostolische geschiedenis, verkondigt daarom
vanaf het begin haar geloof in de H. Geest als degene die het leven geeft,
degene in wie de ondoorgrondelijke drie-ene God zich aan de mensen mededeelt en
in hen de bron van het eeuwig leven vormt.
2 Dit geloof dat de Kerk onafgebroken beleden heeft moet
steeds weer levendig gemaakt en verdiept worden in het bewustzijn van het volk
Gods. Dit is in de afgelopen 100 jaar verschillende malen gebeurd: van Leo XIII
die de encycliek Divinum Illud Munus (1897) gepubliceerd heeft welke
geheel aan de H. Geest is gewijd, tot Pius XII die zich in de
encycliek Mystici Corporis Christi (1943) beroepen heeft op de H.
Geest als levensbeginsel van de Kerk waarin Hij tezamen met het Hoofd van het
Mystieke Lichaam, Christus, zijn werking uitoefent, en tot het Tweede
Vaticaans Oecumenisch Concilie dat de noodzaak heeft doen voelen van
vernieuwde aandacht voor de leer over de H. Geest, zoals Paulus VI benadrukt
heeft: 'Op de christologie en speciaal op de ecclesiologie van het
Concilie moeten een nieuwe studie en een nieuwe verering van de H. Geest volgen
als onmisbare aanvulling op het onderricht van het Concilie'.
Wij worden dus in onze tijd door het altijd oude en altijd nieuwe geloof van de
Kerk opgeroepen tot de H. Geest te naderen als degene die het leven geeft. Hulp
en aansporing zijn voor ons hierbij de erfenis die wij gemeen hebben met de
oosterse kerken die zorgvuldig de buitengewone rijkdommen bewaard hebben van
het onderricht van de Vaders over de H. Geest. Ook hierom kunnen wij zeggen dat
het 16e eeuwfeest van het eerste Concilie van Constantinopel, dat op het
Pinksterfeest van 1981 tegelijk te Constantinopel en te Rome werd gevierd, één
van de belangrijkste Kerkelijke gebeurtenissen van de laatste jaren is geweest.
Door bezinning op het mysterie van de Kerk is toen duidelijk gebleken dat de H.
Geest de wegen aanwijst die naar de eenheid van de Christenen leiden, ja de
voornaamste bron is van deze eenheid welke uit God zelf voortkomt en die H.
Paulus op bijzondere wijze heeft uitgedrukt met de woorden waarmee wij de
eucharistieviering vaak beginnen: 'De genade van de Heer Jezus Christus, de
liefde van God en de gemeenschap van de H. Geest zij met u allen'.
In deze aansporing hebben de voorafgaande encyclieken Redemptor
Hominis en Dives in Misericordia in zekere zin hun oorsprong en
inspiratie gevonden. Zij herdenken het heilsgebeuren dat zich voor ons
voltrokken heeft in de Zoon die door de Vader in de wereld is gezonden 'opdat
de wereld door Hem zou worden gered' (Joh. 3:17) en 'iedere
tong zou belijden, tot eer van God de Vader, dat Jezus Christus de Heer is' (Fil.
2:11). Uit die aansporing ontstaat nu deze encycliek over de H. Geest die
voortkomt uit de Vader en de Zoon en die met de Vader en de Zoon tezamen wordt
aanbeden en verheerlijkt: als goddelijke Persoon is Hij het middelpunt van het
christelijke geloof en de bron en drijfkracht van de vernieuwing van de
Kerk. Deze encycliek is ontsprongen uit de diepte van de erfenis van het
Concilie. Want dank zij het onderricht over de Kerk op zich en over de Kerk in
de wereld sporen de Concilieteksten ons aan steeds verder door te dringen in
het mysterie van de goddelijke Drie-eenheid zelf, langs de weg van het
evangelie, de patristiek en de liturgie: tot de Vader door de Zoon in de H.
Geest.
Zo antwoordt de Kerk op bepaalde diepe inspiraties die zij gelooft te lezen in
het hart van de mensen van deze tijd: het terugvinden van God in zijn
transcendente werkelijkheid van oneindige Geest, zoals Jezus Hem voorgehouden
heeft aan de Samaritaanse; de behoefte Hem te aanbidden ´'n geest en
waarheid'; de hoop in Hem het geheim van de liefde terug te vinden en de
kracht voor een ´nieuwe schepping¡: ja, inderdaad, degene die het
leven geeft.
De Kerk voelt zich geroepen tot deze zending om de Geest te verkondigen,
terwijl zij samen met de mensenfamilie nadert tot het einde van het tweede
millennium na Christus. Zij weet goed dat tegen de achtergrond van een hemel en
een aarde die 'voorbijgaan' de 'woorden die niet
voorbij zullen gaan' bijzonder welsprekend worden. Het zijn de woorden
van Christus over de H. Geest, de onuitputtelijke bron van het 'water
dat opborrelt tot eeuwig leven' (Joh. 4:14) als waarheid en
verlossingsgenade. Zij wil deze woorden overwegen. Zij wil de gelovigen en alle
mensen herinneren aan deze woorden, terwijl zij zich voorbereidt zoals
verderop gezegd zal worden op het grote jubileum dat de overgang van het
tweede naar het derde millennium van het Christendom zal betekenen.
De nu volgende
overwegingen hebben natuurlijk niet de bedoeling de zeer rijke leer over de H.
Geest volledig te doorvorsen, noch te kiezen voor bepaalde oplossingen voor nog
openstaande vraagstukken. Zij hebben voornamelijk tot doel in de Kerk het
bewustzijn levendig te maken dat 'zij door de Geest tot medewerking wordt
gedrongen, opdat het heilsbestel van God, die Christus als heilsbeginsel voor
de gehele wereld heeft aangesteld, metterdaad in vervulling zou gaan'.
DEEL 1 De
Geest van de Vader en van de Zoon aan de Kerk is gegeven
1 Jezus
belofte en openbaring tijdens het Laatste Avondmaal
3 Toen voor Jezus het uur om deze wereld te verlaten gekomen
was, beloofde Hij aan de apostelen 'een andere Helper' (Joh.
14, 16) . De evangelist Johannes die bij het paasmaal aanwezig was,
schrijft dat Jezus zich tijdens dat avondmaal op de dag voor zijn lijden en
dood tot hen richtte met de woorden: 'Wat gij ook zult vragen in mijn
Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon': 'Op
mijn gebed zal de Vader u een andere Helper geven om voor altijd bij u te
blijven, de Geest van de waarheid' (Joh. 14: 13,16 s) . Juist
deze Geest der waarheid wordt door Jezus de Parakleet genoemd en Parakletos
betekent 'trooster' en ook 'voorspreker' of 'helper'. Jezus zegt dat Hij 'een
andere' Parakleet is, de tweede, want Jezus zelf is de eerste Helper, daar Hij
het eerst de Blijde Boodschap gebracht en gegeven heeft. De H. Geest komt na en
dank zij Hem, om door bemiddeling van de Kerk het werk van de Blijde Boodschap
van het heil in de wereld voort te zetten.
In zijn
afscheidsrede spreekt Jezus meer dan eens over deze voortzetting van zijn werk
door de H. Geest, om de apostelen die in de zaal van het Laatste Avondmaal
samengekomen zijn, voor te bereiden op zijn heengaan, dat wil zeggen op zijn
lijden en dood aan het kruis. De woorden waarnaar wij hier zullen verwijzen
bevinden zich in het evangelie van Johannes. Elk van die woorden voegt een
bepaalde nieuwe inhoud toe aan die aankondiging en belofte. Die woorden zijn
tegelijk nauw met elkaar verweven, niet alleen vanuit het perspectief van de
gebeurtenissen zelf, maar ook vanuit het perspectief van het mysterie van de
Vader, de Zoon en de H. Geest, dat wellicht in geen andere tekst van de Heilige
Schrift een zo verheven uitdrukking vindt als hier.
4 Kort na de bovengenoemde belofte voegt Jezus toe: 'Maar
de Helper, de H. Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles
leren en alles in herinnering brengen wat ik u gezegd heb¡ (Joh.
14:26). De H. Geest zal de Helper van de apostelen en de Kerk zijn en
altijd in hun middelen zijn zij het onzichtbaar om dezelfde Blijde
Boodschap te leren die Jezus verkondigde. Het 'zal leren en in herinnering
brengen' betekent niet alleen dat Hij op zijn eigen manier zal voortgaan te
inspireren tot de verspreiding van de heilsboodschap, maar ook dat Hij zal
helpen de juiste betekenis van de inhoud van Christus' boodschap te begrijpen
en de continuïteit en de identiteit van het begrip ervan zal verzekeren in de
veranderlijke condities en omstandigheden. De H. Geest zal dus bewerken dat de
waarheid in de Kerk steeds dezelfde waarheid blijft die de apostelen van hun
Meester hebben gehoord.
5 Bij het doorgeven van de Blijde Boodschap zullen de
apostelen op bijzondere wijze verbonden zijn met de H. Geest. Jezus zegt
vervolgens: 'Wanneer de Helper komt, die Ik u van de Vader zal zenden,
de Geest der waarheid die van de Vader uitgaat, zal Hij over Mij getuigenis
afleggen. Maar ook gij moet getuigenis afleggen, want vanaf het begin zijt gij
bij Mij' (Joh. 15:26s).
De apostelen zijn onmiddellijk ooggetuigen geweest. Zij hebben Christus 'gehoord' en 'met
eigen ogen gezien', 'aanschouwd' en zelfs 'aangeraakt
met eigen handen', zoals de evangelist Johannes het in een andere tekst
uitdrukt. Hun menselijk en 'historisch' ooggetuigenis over Christus gaat samen
met het getuigenis van de H. Geest: 'Hij zal over Mij getuigenis
afleggen'. Het menselijk getuigenis van de apostel zal zijn voornaamste
steun vinden in het getuigenis van de Geest der waarheid. En vervolgens zal het
getuigenis van de apostelen daarin ook het verborgen fundament vinden voor zijn
voortzetting onder de generaties van leerlingen en belijders die elkaar in de
loop der eeuwen zullen opvolgen.
Jezus Christus is zelf de hoogste en meest volledige openbaring van God aan de
mensheid; het getuigenis van de Geest der waarheid inspireert, garandeert en
bevestigt van de Geest der waarheid inspireert, garandeert en bevestigt de
getrouwe overdracht ervan in de apostolische prediking en geschriften, terwijl
het getuigenis van de apostelen de menselijke uitdrukking ervan verzekert in de
Kerk en in de geschiedenis van de mensheid.
6 Dit blijkt ook uit de nauwe samenhang, naar inhoud en
bedoeling, van de genoemde aankondiging en belofte met wat in de erop volgende
woorden van de tekst van Johannes staat: 'Nog veel heb Ik u te zeggen, maar
gij kunt het nu niet verdragen. Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid,
zal Hij tot de volle waarheid brengen; Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar
spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen aankondigen' (Joh. 16:12s).
In de voorafgaande woorden houdt Jezus de Helper, de Geest der waarheid, voor
als degene die 'zal leren' en 'in herinnering brengen', die 'getuigenis zal
afleggen' over Hem; nu zegt Hij: 'Hij zal u tot de volle waarheid brengen'. Dit 'tot de volle waarheid brengen', in samenhang met datgene wat de apostelen 'nu
niet kunnen verdragen', houdt noodzakelijkerwijs verband met de ontlediging van
Christus door het lijden en de dood aan het kruis die nabij waren toen Hij deze
woorden uitsprak.
Maar vervolgens
wordt het duidelijk dat dit 'tot de volle waarheid brengen', behalve met
het scandalum crucis, - de ergernis van het kruis -, ook verband
houdt met alles wat Christus 'gedaan en geleerd heeft' (Hand.
1:1) . Want heel het mysterium Christi eist geloof, dat
de mens op de juiste wijze binnenleidt in de werkelijkheid van het
openbaringsmysterie. Het 'tot de volle waarheid brengen' wordt dus
werkelijkheid in en door het geloof. Dit is het werk van de Geest der waarheid en
de vrucht van zijn werking in de mens. De H. Geest moet hier de voornaamste
gids voor de mens zijn, het licht voor de menselijke geest.
Dit geldt voor
de apostelen, de ooggetuigen, die nu aan alle mensen moeten verkondigen wat
Christus 'gedaan en geleerd heeft', vooral zijn kruis en verrijzenis. In een
meer verwijderd verschiet geldt het ook voor alle generaties van leerlingen en
belijders van de Meester, aangezien zij het mysterie van God dat in de
mensengeschiedenis werkt, het openbaringsmysterie dat de uiteindelijke zin van
deze geschiedenis verklaart, gelovig zullen moeten aannemen en vrijmoedig
belijden.
7 Er bestaat dus in het heilsbestel
een innige band tussen de H. Geest en Christus, waardoor de Geest in de
menselijke geschiedenis werkt als 'een andere Helper' en blijvend de overdracht
en de uitstraling verzekert van de Blijde Boodschap die door Jezus van Nazaret
is geopenbaard. In de H. Geest, de Parakleet, die in het mysterie en het werken
van de Kerk voortdurend de historische tegenwoordigheid van de Verlosser op
aarde en diens heilswerk voortzet, straalt daarom de heerlijkheid van Christus,
zoals de erop volgende woorden van Johannes getuigen: 'Hij (de Geest)
zal Mij verheerlijken omdat Hij aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen
heeft' (Joh. 16:14). Met deze woorden wordt nogmaals bevestigd al wat
de voorafgaande uitspraken gezegd hebben: 'Hij zal leren..., in
herinnering brengen..., getuigenis afleggen'. De hoogste en volledige
zelfopenbaring van God die in Christus is voltooid en waarvan de prediking van
de apostelen getuigenis aflegt, leeft voort in de Kerk door de zending van de
onzichtbare Helper, de Geest der waarheid.
Hoe innig deze
zending verbonden is met die van Christus, hoe volledig zij uit de zending van
Christus put, om de heilsvruchten ervan te bewaren en te doen groeien in de
geschiedenis, wordt uitgedrukt door het werkwoord 'ontvangen': 'Hij zal u
verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft'. Om dit woord 'ontvangen' als het
ware uit te leggen en om ten volle te doen uitkomen dat de bron ervan de
goddelijke Drie-eenheid is, voegt Jezus eraan toe: 'Ik zei dat Hij aan u zal
verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het
mijne is' (Joh. 16:15) .
Als Hij zal
ontvangen, 'wat van Mij is', zal Hij vanzelf putten uit 'wat de Vader heeft'.
In het licht van dit 'ontvangen' kunnen ook de andere veelzeggende woorden over
de H. Geest verklaard worden die Jezus in het cenakel voor Pasen uitgesproken
heeft: 'Het is goed voor u dat Ik heenga; want als Ik niet heenga, zal
de Helper niet tot u komen. Nu Ik wel ga, zal Ik Hem tot u zenden. Eenmaal
gekomen zal Hij de wereld het overtuigend bewijs leveren van wat zonde,
gerechtigheid en oordeel is' (Joh. 16:7s) . Het zal nodig zijn in
een aparte overweging nog terug te komen op deze woorden.
2 Vader,
Zoon en H. Geest
8 Kenmerkend voor de tekst van Johannes is dat de Vader, de
Zoon en de H. Geest duidelijk als Personen aangeduid worden die van elkaar
onderscheiden zijn. Als Jezus over de Geest-Helper spreekt, gebruikt Hij
meermalen het persoonlijk voornaamwoord 'Hij'. Tegelijk onthult Hij in de
afscheidsrede de banden die de Vader, de Zoon en de Parakleet met elkaar
verenigen. 'De Geest gaat van de Vader uit' (Joh.
15:26) en de Vader 'geeft' de Helper (Joh. 14:16). De
Vader 'zendt' de Geest in de naam van de Zoon (Joh. 14:26), de Geest 'legt
getuigenis af' over de Zoon (Joh. 15:26). De Zoon vraagt aan de
Vader de Geest-Helper te zenden (Joh. 14:16), maar bovendien verzekert en
belooft Hij in verband met zijn 'heengaan' door middel van het kruis: 'Als
Ik heengegaan zal zijn, zal Ik Hem tot u zenden' (Joh. 16:7).
De Vader zendt
dus de H. Geest uit kracht van zijn vaderschap, zoals Hij de Zoon gezonden
heeft, maar tegelijk zendt Hij Hem krachtens de verlossing die Christus bewerkt
heeft en in deze zin wordt de H. Geest ook door de Zoon gezonden: 'Ik zal
Hem tot u zenden'. Hier dient opgemerkt te worden dat alle andere beloften
tijdens het Laatste Avondmaal de komst van de H. Geest aankondigen na het
heengaan van Christus, terwijl de belofte die vervat is in de tekst van Joh.
16:7s., duidelijk ook de betrekking van wederkerige afhankelijkheid tussen hun
openbaringen insluit en benadrukt, welke men oorzakelijk zou kunnen noemen: 'Als
Ik heengegaan zal zijn, zal Ik Hem tot u zenden'. De H. Geest zal komen,
omdat Christus heen zal gaan door middel van het kruis: Hij zal niet alleen
komen na maar ook vanwege de verlossing die Christus heeft bewerkt, krachtens
de wil en de werking van de Vader.
9 Zo kunnen wij zeggen dat in de afscheidsrede het hoogtepunt
bereikt wordt van de openbaring van de Drievuldigheid. Tegelijk staan wij op de
drempel van beslissende gebeurtenissen en verheven woorden die tenslotte tot
uitdrukking zullen komen in de grote zendingsopdracht die Jezus aan de
apostelen gegeven heeft en door hen aan de Kerk: 'Gaat dus en maakt alle
volkeren tot mijn leerlingen', en die in zekere zin de trinitaire formule van
het doopsel bevat: 'en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en
de H. Geest' (Mt. 28:19) . Deze formule weerspiegelt het
innerlijke mysterie van God, van het goddelijke leven, dat de Vader, de Zoon en
de H. Geest is, de goddelijke eenheid van de Drievuldigheid. Men kan de
afscheidsrede ook lezen als een bijzondere voorbereiding op deze trinitaire formule,
waarin de levendmakende kracht van het sacrament uitgedrukt wordt dat de
deelname aan het leven van de drie-ene God uitwerkt, omdat het de heiligmakende
genade als bovennatuurlijke gave aan de mens schenkt. Daardoor wordt de mens
geroepen en ´in staat¡ gesteld te delen in het ondoorgrondelijke leven van God.
10 In zijn innerlijke leven 'is' God 'liefde',
wezenlijke liefde die de drie goddelijke Personen gemeen hebben; de H. Geest is
persoonlijke liefde, als Geest van de Vader en de Zoon. Daarom 'doorgrondt
Hij de diepste geheimen van God', als ongeschapen Liefde-gave. Men kan
zeggen dat in de H. Geest het innerlijke leven van de drie-ene God geheel en al
gave wordt, een uitwisseling van wederzijdse liefde tussen de goddelijke
Personen, en dat God door de H. Geest bestaat als gave. De H. Geest is de
persoonlijke uitdrukking van dit geven, van dit liefde-zijn. Hij is
Persoon-liefde. Hij is Persoon-gave. Wij staan hier voor de onpeilbare rijkdom
van de werkelijkheid en de onuitsprekelijke diepte van het begrip van persoon
in God, die wij alleen uit de openbaring kennen.
Als één in
wezen met de Vader en de Zoon in de godheid is de H. Geest tevens liefde en
(ongeschapen) gave, waaruit als uit haar bron (fons vivus levende
bron) iedere schenking aan de schepselen voortkomt (geschapen gave): de gave
van het bestaan aan alle dingen door middel van de schepping; de gave van de
genade aan de mensen door middel van de gehele heilseconomie. Zoals de apostel
Paulus schrijft: 'Gods liefde is in ons hart uitgestort door de H.
Geest die ons werd geschonken' (Rom. 5: 5).
3 De
heilbrengende zelfgave van God in de H. Geest
11 De afscheidsrede van Christus tijdens het paasmaal heeft
speciaal betrekking op deze 'gave' en 'zelfgave' van de H. Geest. In het
evangelie van Johannes wordt als het ware de diepste 'logica' onthuld van het
heilsmysterie dat van eeuwigheid af vervat is in Gods plan, als uitbreiding van
de onuitsprekelijke gemeenschap van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Het is de
goddelijke ´logica' die van het mysterie van de Drie-eenheid leidt naar het
mysterie van de verlossing van de wereld in Jezus Christus. De verlossing die
de Zoon bewerkt heeft binnen de dimensies van de aardse geschiedenis van de
mens bewerkt in zijn ´heengaan¡ door middel van het kruis en de verrijzenis
wordt tegelijkertijd in heel haar heilskracht overgedragen aan de H. Geest:
degene die 'van Mij ontvangen zal' (Joh. 16:14). De
woorden van de tekst van Johannes geven aan dat volgens het goddelijke plan het 'heengaan' van Christus noodzakelijke voorwaarde is voor de 'zending' en de
komst van de H. Geest; zij zeggen ook dat toen de nieuwe heilbrengende
zelfmededeling God begon, in de H. Geest.
12 Het is een nieuw begin ten opzichte van het eerste en
oorspronkelijke begin van de heilbrengende zelfgave van God dat samenvalt met
het mysterie van de schepping. Reeds in woorden van het boek Genesis lezen
wij: 'In het begin schiep God de hemel en de aarde...en de Geest van
God (ruah Elohim) zweerde over de wateren' (Gen. 1:1s) Dit Bijbelse
begrip van schepping bevat niet alleen het tot-het-bestaan-roepen van het zijn
van de kosmos, de gave van het bestaan dus, maar ook de aanwezigheid van de
Geest van God in het scheppingswerk, dat wil zeggen het begin van de
heilbrengende zelfmededeling van God aan alles wat Hij schept. Wat vooral geldt
voor de mens die geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God: 'Nu
gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend' (Gen. 1:26).
'Wij gaan
maken': kan men geloven dat het meervoud dat de Schepper hier sprekend over
zichzelf gebruikt reeds op zekere wijze het mysterie van de Drie-eenheid
suggereert, de aanwezigheid van de Drie-eenheid in het werk van de schepping
van de mens? De christelijke lezer die de openbaring van dit mysterie kent, kan
het ook in deze woorden weergegeven vinden. De inhoud van het boek Genesis
staat ons in ieder geval toe in de schepping van de mens het eerste begin te
zien van de heilbrengende zelfgave van God in de vorm van het 'beeld en de
gelijkenis' van zichzelf die Hij aan de mens verleend heeft.
13 De woorden die Jezus uitgesproken heeft in de
afscheidsrede lijken dus ook gelezen moeten worden onder verwijzing naar dat 'verre' maar fundamentele 'begin' dat wij uit het boek Genesis kennen. 'Als ik
niet heenga, zal de Helper niet tot u komen. Nu Ik wel ga, zal Ik Hem tot u
zenden.' Als Christus zijn 'heengaan' beschrijft als voorwaarde voor de 'komst' van de Helper, dan Hij het nieuwe begin van de heilbrengende zelfmededeling van
God in de H. Geest met het mysterie van de verlossing. Het is bovenal een nieuw
begin, omdat de zonde zich geplaatst heeft tussen het eerste begin en heel de
mensengeschiedenis, te beginnen met de erfzonde. Die zonde is verzet tegen de
aanwezigheid van de Geest van God in de schepping en vooral verzet tegen de
heilbrengende zelfmededeling van God aan de mens. Sint Paulus schrijft dat
juist vanwege de zonde 'de schepping...onderworpen is aan een zinloos
bestaan..., altijd door kreunt en barensweeën lijdt¡ en ´vurig verlangt naar de
openbaring van Gods kinderen' (Rom. 8:19-22) .
14 Daarom zegt Jezus in de zaal van het Laatste Avondmaal, het
cenakel: 'Het is goed voor u dat Ik heenga'; 'Nu Ik wel heenga, zal Ik
Hem tot u zenden' (Joh. 16:7) . Het 'heengaan' van Christus door
middel van het kruis heeft de kracht van verlossing en dit betekent ook een
nieuwe aanwezigheid van de Geest van God in de schepping: het nieuwe begin van
de zelfmededeling van God aan de mens in de H. Geest. 'En het bewijs
dat ge zonen zijt: Hij heeft de Geest van zijn Zoon in ons gezonden die roept::
Abba, Vader!', schrijft de apostel Paulus in de brief aan de
Galaten (Gal. 4: 6). De H. Geest is de Geest van de Vader, zoals de
woorden van de afscheidsrede in het cenakel bevestigen. Hij is tegelijk de
Geest van de Zoon, de Geest van Jezus Christus, zoals de apostelen en in het
bijzonder Paulus van Tarsus zullen belijden.
Met de zending
van deze Geest 'in ons' begint zich te voltrekken wat 'de schepping vurig
verlangt', zoals wij in de brief aan de Romeinen lezen. De prijs
voor de komst van de H. Geest is het 'heengaan' van Christus.
De aankondiging van dit 'heengaan' heeft de droefheid van de
apostelen veroorzaakt, welke haar dieptepunt zal bereiken bij het lijden en de
dood op Goede Vrijdag, maar op haar beurt ´zal deze droefenis in
vreugde verkeren'. Christus zal immers in zijn verlossend 'heengaan' de
heerlijkheid van de verrijzenis en de hemelvaart naar de Vader opnemen. Zo is
dus bij het ´heengaan' van de Meester, een heengaan dat ´goed' is,
want dank zij dit heengaan zou een andere ´Trooster' komen.
Tegen de prijs van het kruis dat de verlossing heeft bewerkt, uit kracht van
heel het paasmysterie van Jezus Christus, komt de H. Geest om vanaf de dag van
Pinksteren met de apostelen te blijven, met de Kerk en in de Kerk, en door
middel van de Kerk in de wereld.
Het nieuwe begin van de zelfmededeling van de drie-ene God in de H. Geest door
Jezus Christus, de Verlosser van de mens en de wereld, wordt op deze wijze
definitief verwerkelijkt.
4 De
Messias, gezalfd met de H. Geest
15 Ook de zending van de Messias wordt ten volle
verwerkelijkt, de zending van degene die de volheid van de H. Geest heeft
ontvangen voor het uitverkoren volk Gods en voor de gehele mensheid. 'Messias' betekent letterlijk 'Christus', dat wil zeggen 'Gezalfde', en in de
heilsgeschiedenis betekent het 'gezalfd met de H. Geest'. Zo was de profetische
traditie zal Simon Petrus in het huis van Cornelius zeggen: 'Gij weet
wat er overal in het joodse land gebeurd is... na het doopsel dat Johannes
predikte; hoe God Jezus van Nazaret gezalfd heeft met de H. Geest en met
kracht' (Hand. 10:37s).
Van deze
woorden van Petrus en van vele andere dergelijke woorden dient men
allereerst terug te gaan naar de profetie van Jesaja, welke soms 'het vijfde
evangelie' wordt genoemd of ook wel 'het evangelie van het Oude Testament'.
Jesaja zinspeelt op de komst van een mysterieuze persoon die door de
nieuwtestamentische openbaring vereenzelvigd zal worden met Jezus, en verbindt
die persoon en diens zending met een speciale werking van de Geest van God, de
Geest van Jahwe. Dit zijn de woorden van de profeet:
"Een twijg
ontspruit aan de tronk van Isaï, een telg ontbloeit aan zijn wortel. De geest van Jahwe rust op hem, Een geest van wijsheid en inzicht, Een geest
van beleid en sterkte, Een geest van kennis en ontzag voor Jahwe, -hij ademt
ontzag voor Jahwe" (Jes. 11:1-3) .
Deze tekst is
belangrijk voor heel de pneumatologie van het Oude Testament, want hij vormt
als het ware een brug tussen het oude Bijbelse begrip van de 'geest', opgevat
vooral als 'charismatische inblazing', en de 'Geest' als persoon en gave voor
de persoon. De Messias uit het geslacht van David ('uit de tronk van Isaï') is
juist die persoon op wie de Geest van Jahwe 'zal rusten'. Het is duidelijk dat
men hier nog niet kan spreken van openbaring van de Parakleet; maar met deze
versluierde toespeling op de figuur van de komende Messias opent om zo te
zeggen de weg waarlangs de volledige openbaring over de H. Geest in de eenheid
van het mysterie van de Drievuldigheid wordt voorbereid, welke tenslotte in het
Nieuwe Testament zal geschieden.
16 Juist de Messias zelf is deze weg. In het Oude Verbond was
de zalving het uiterlijke symbool van de gave van de Geest geworden. De Messias
(meer dan wie ook de gezalfde in het Oude Verbond) is de enige grote Gezalfde
van God zelf. Hij is de Gezalfde in de zin van degene die de volheid van de
Geest van God bezit. Hij zal ook de middelaar zijn in de verlening van de H.
Geest aan heel het volk. Andere woorden van de profeet zijn namelijk:
'De geest
van Jahwe, mijn Heer, rust op mij, want Jahwe heeft mij gezalfd. Hij heeft mij
gezonden om de armen het blijde nieuws te brengen, om te verbinden wier hart is
gebroken, om aan de gevangenen vrijlating te melden, en aan de geboeiden de terugkeer
naar het licht; om een jaar van Jahwe's genade te melden.' (Jes. 61:1s)
De Gezalfde
wordt ook gezonden 'met de Geest van Jahwe':
'En nu heeft
Jahwe, de Heer, mij gezonden met zijn geest' (Jes. 48:16).
Volgens het
boek van Jesaja is de Gezalfde die gezonden wordt samen met de Geest van Jahwe,
tevens de uitverkoren Dienaar van Jahwe, op wie de Geest van God rust:
'Zie hier
mijn dienstknecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, die Mij welgevallig
is. Ik heb mijn geest op hem gelegd' (Jes. 42:1)
Men weet dat de
Dienaar van Jahwe in het boek van Jesaja is geopenbaard als ware Man van
smarten: de Messias die lijdt voor de zonden van de wereld. Tegelijk is hij
juist degene wiens zending echte heilsvruchten zal dragen voor de gehele mensheid. ´Hij
maakt de volkeren het recht openbaar...', (Jes. 42:1) ; en hij
zal het 'verbond met het volk, het licht voor de naties' zijn
(Jes. 42:6); want 'mijn heil moet reiken tot in de uithoeken der aarde' (Jes.
49:6) ; daarom
'zullen mijn
geest, die op u rust, en de woorden die Ik in uw mond heb gelegd, niet wijken
uit uw mond, noch uit de mond van uw nakomelingen, noch uit die van hun
nakomelingen, van nu af en tot in eeuwigheid, zegt Jahwe' (Jes. 59:21).
De hier
weergegeven teksten van de profeet moeten door ons gelezen worden in het licht
van het evangelie zoals anderzijds het Nieuwe Testament op speciale wijze
verhelderd wordt door het bewonderenswaardige licht dat deze oudtestamentische
teksten bevatten. De profeet stelt de Messias voor als degene die in de H.
Geest komt, als degene die de volheid van deze Geest bezit, in zich en tegelijk
voor de anderen, voor Israël, voor alle naties, voor de gehele mensheid. De
volheid van de Geest van God gaat vergezeld van veelvuldige gaven, de heilsgoederen,
die op bijzondere wijze bestemd zijn voor de armen en lijdenden, voor allen die
hun hart openstellen voor deze gaven soms door middel van de smartelijke
ervaringen van het eigen bestaan, maar vooral door de innerlijke
beschikbaarheid die uit het geloof voortkomt.
Dat voelde de
oude Simeon aan, 'een wetgetrouw en vroom man¡ op wie ´de H. Geest rustte', op
het ogenblik van de opdracht van Jezus in de tempel, toen hij in Hem het ´heil¡
onderkende, 'dat bereid is voor alle volkeren' tegen de prijs
van het grote lijden het kruis dat Hij samen met zijn Moeder moest dragen.
Dat voelde de Maagd Maria nog beter aan die ´ontvangen had van de H.
Geest', toen zij in haar hart nadacht over de ´mysteries' van
de Messias, waarmee zij verbonden was.
17 Men moet hier onderstrepen dat de ´geest van Jahwe¡ die op
de komende Messias 'zal rusten', allereerst een gave van God is voor de persoon
van die Dienaar van God. Maar hij is geen afzonderlijke en op zichzelf staande
persoon, want hij werkt krachtens de wil van de Heer, uit kracht van diens
beslissing of keuze. Ook al sluit in het licht van de teksten van Jesaja het
heilswerk van de Messias, de Dienaar van God, de werking van de Geest in, welke
zich ontplooit door zijn bemiddeling, toch suggereren zij in hun oudtestamentische
context niet het onderscheid van de subjecten of de goddelijke personen, zoals
zij in het mysterie van de Drie-eenheid bestaan en later geopenbaard zijn in
het Nieuwe Testament. Evenals in heel het Oude Testament is in Jesaja de
persoon van de H. Geest geheel verborgen: verborgen in de openbaring God en ook
in de aankondiging van komende Messias.
18 Jezus Christus zal zich aan het begin van zijn Messiaanse
activiteit beroepen op deze aankondiging die vervat is in de woorden van
Jesaja. Dat zal gebeuren in Nazaret, waar Hij dertig jaren van zijn leven
doorgebracht had in het huis van Jozef, de timmerman, naast Maria, zijn
maagdelijke Moeder. Toen Hij de gelegenheid kreeg het woord te nemen in de
synagoge, opende Hij het boek van Jesaja en vond de passage waar geschreven
staat: 'De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft¡,
en na deze tekst gelezen te hebben zij Hij tot de aanwezigen: ´Het
Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan'. Op
deze wijze beleed en verklaarde Hij degene te zijn die 'gezalfd is' door de
Vader, de Messias, degene in wie de volheid van deze Geest bezit, degene die
het 'nieuwe begin' betekent van de gave die God in de Geest aan de mensheid
schenkt.
5 Jezus
van Nazaret, verheven in de H. Geest
19 Ook al is Jezus in zijn vaderstad Nazaret niet
geaccepteerd als Messias, toch wordt zijn Messiaanse zending in de H. Geest aan
het begin van zijn openbaar leven aan het volk geopenbaard door Johannes de
Doper. Deze zoon van Zacharias en Elisabet kondigt bij de Jordaan de komst van
de Messias aan en dient het doopsel van bekering toe. Hij zegt: 'Ik
doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet
waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de H. Geest
en met vuur' (Lc. 3:16).
Johannes de
Doper kondigt de Messias-Christus niet alleen aan als degene die 'komt' in de
H. Geest, maar ook als degene die de H. Geest 'brengt', zoals Jezus nog
duidelijker zal openbaren in het cenakel. Johannes is hier de trouwe echo van
de woorden van Jesaja die bij de profeet uit het Oude Testament betrekking
hadden op de toekomst, terwijl ze in zijn onderricht op de oever van de Jordaan
de onmiddellijke inleiding vormen op de nieuwe Messiaanse werkelijkheid.
Johannes is niet alleen een profeet maar ook een bode: hij is de voorloper van
Christus. Wat hij aankondigt wordt voor aller ogen werkelijkheid.
Jezus van
Nazaret komt naar de Jordaan om ook het doopsel van bekering te ontvangen. Als
Johannes Hem ziet aankomen, zegt hij: 'Zie, het Lam Gods dat de zonden
van de wereld wegneemt' (Joh. 1:29) . Dit zegt hij op ingeving
van de H. Geest en hij getuigt dat de profetie van Jesaja in
vervulling is gegaan. Terzelfder tijd belijdt hij zijn geloof in de heilszending
van Jezus van Nazaret. Uit de mond van Johannes de Doper is 'Lam Gods' een
vaststelling van de waarheid omtrent de Verlosser die niet minder relevant is
dan de door Jesaja gebruikte uitdrukking 'Dienaar van Jahwe'.
Zo wordt door het getuigenis van Johannes bij de Jordaan Jezus van Nazaret die
door zijn stadgenoten verworpen is, verheven voor de ogen van Israël als
Messias, als met de H. Geest 'Gezalfde' dus. En dit getuigenis wordt versterkt
door een ander getuigenis van hogere orde dat door de drie synoptici vermeld
wordt. Want toen al het volk gedoopt was en Jezus na het doopsel ontvangen te
hebben in gebed was, 'ging de hemel open en daalde de H. Geest, in
lichamelijke gedaante als een duif, over Hem neer' (Lc. 3:21s) en
tegelijkertijd 'sprak een stem uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de
welbeminde, in U heb Ik mijn behagen gesteld' (Mt. 3:17).
Dit is een trinitaire theofanie die getuigt van de verheffing van Jezus bij
gelegenheid van het doopsel van Johannes de Doper, maar het onthult een nog
diepere dimensie van de waarheid over Jezus van Nazaret als Messias: de Messias
is de welbeminde Zoon van de Vader. Zijn plechtige verheffing beperkt zich niet
tot de Messiaanse zending van de 'Dienaar van Jahwe'. In het licht van de
theofanie bij de Jordaan betreft deze verheffing het mysterie van de Persoon
zelf van de Messias. Hij wordt verheven omdat Hij de Zoon van het goddelijk
welbehagen is. De stem uit de hemel zegt: 'Mijn Zoon'.
20 De theofanie bij de Jordaan verheldert slechts vluchtig het
mysterie van Jezus van Nazaret, wiens gehele activiteit zich zal ontplooien in
de H. Geest. Jezus zou zelf dit mysterie geleidelijk openbaren en
bevestigen door alles wat Hij 'deed en leerde' (Hand. 1:1) .
In de lijn van dit onderricht en van de Messiaanse tekenen die Jezus verrichte
voor de afscheidsrede in het cenakel, treffen wij gebeurtenissen en woorden aan
die bijzonder belangrijke elementen vormen van deze voortschrijdende
openbaring. Zo laat de evangelist Lucas, die reeds vermeld heeft dat Jezus 'vervuld
was van de H. Geest' en 'door de H. Geest naar de woestijn was
gevoerd' (Lc. 4:1), ons weten dat, nadat de 72 leerlingen
teruggekeerd waren van de zending die de Meester hun had toevertrouwd en
Hem vol vreugde de vruchten van hun werk hadden verteld, 'op datzelfde
uur Jezus, vervuld van de H. Geest, het uitjubelde en zei: Ik prijs U Vader,
Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor
wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kleinen. Ja Vader, zo
heeft het u behaagd' (Lc. 1:21). Jezus juicht over het goddelijke
vaderschap; Hij juicht omdat het Hem gegeven is dit vaderschap te openbaren;
Hij juicht tenslotte als om een bijzondere uitstraling van dit goddelijk
vaderschap over de 'kleinen'. En de evangelist karakteriseert dit alles als 'jubel in de H. Geest'.
Deze jubel spoort Jezus in zekere zin aan nog meer te zeggen: 'Alles is Mij
door mijn Vader in handen gegeven. Niemand weet wie de Zoon is tenzij de Vader;
en wie de Vader is tenzij de Zoon en hij aan wie de Zoon het wil openbaren' (Lc.
10: 22).
21 Wat tijdens de theofanie bij de Jordaan om zo te zeggen
´van buiten af¡ gekomen is, uit de hemel, komt hier 'van binnenuit', d.w.z. uit
het diepste innerlijk van Jezus. Het is een andere openbaring van de Vader en
de Zoon, verenigd in de H. Geest. Jezus spreekt alleen over het vaderschap van
God en over zijn eigen zoonschap. Hij spreekt niet direct over de H. Geest die
liefde is en daarom de band tussen de Vader en de Zoon. Wat hij zegt over de
Vader en over zichzelf als Zoon, ontspringt niettemin uit de volheid van de
Geest die in Hem is en die zich uitstort in zijn hart, zijn eigen 'Ik' doordringt, zijn handelen inspireert en vanuit de diepte opwekt. Vandaar dat
´uitjubelen in de H. Geest¡. De vereniging van Christus met de H. Geest waarvan
Hij zich ten volle bewust is, drukt zich uit in de 'jubel', welke in zekere zin
zijn verborgen bron zichtbaar maakt. Zo zijn er een bijzondere openbaring en
verheffing die eigen zijn aan de Mensenzoon, aan Christus, de Messias, wiens
mensheid toebehoort aan de persoon van Gods Zoon, die één in wezen is met de H.
Geest in de godheid.
In de prachtige belijdenis van het vaderschap van God openbaart Jezus van
Nazaret ook zichzelf, zijn goddelijk 'Ik'. Hij is immers de Zoon die ´één in
wezen is met de Vader', en daarom 'kent niemand de Zoon tenzij de Vader, en
niemand kent de Vader tenzij de Zoon', die 'voor ons en omwille van ons heil' mens is geworden door de H. Geest en geboren is uit een maagd wier naam Maria
was.
6 De
verrezen Christus zegt: 'Ontvangt de H. Geest'
22 Dank zij zijn verhaal voert Lucas ons zeer dicht bij de
waarheid die vervat is in de rede in het cenakel. Jezus van Nazaret die 'verheven' is in de H. Geest, openbaart zich tijdens deze rede en dit gesprek
als degene die de Geest 'brengt', als degene die Hem aan de apostelen en de
Kerk moet brengen en 'geven' tegen de prijs van zijn 'heengaan' door middel van
het kruis. Met het werkwoord 'brengen' wil men hier allereerst zeggen: 'openbaren'.
Het Oude Testament heeft vanaf het boek Genesis de Geest van God op zekere
wijze eerst doen kennen als de 'inblazing' van God die het leven geeft, als een
bovennatuurlijke 'levensadem'.
In het boek van
Jesaja wordt Hij voorgesteld als een ´gave¡ voor de persoon van de Messias, als
degene die op hem rust, om van binnenuit heel zijn heilswerk te leiden. Bij de
Jordaan heeft de aankondiging van Jesaja concrete gestalte aangenomen: Jezus
van Nazaret is degene die komt in de H. Geest en Hem brengt als gave van zijn
eigen Persoon, om Hem te verspreiden door zijn mensheid: 'Hij zal u
dopen met de H. Geest' (Mt. 3:11; Lc. 3:16) . In het evangelie
wordt deze openbaring van de H. Geest bevestigd en verrijkt als innerlijke bron
van het leven en het Messiaanse handelen van Jezus Christus.
In het licht van wat Jezus zegt in de rede in het cenakel wordt de H. Geest
geopenbaard op een nieuwe en meer volledige wijze. Hij is niet alleen een gave
aan de persoon (aan de persoon van de Messias), maar een Persoon-gave. Jezus
kondigt zijn komst aan als de komst van 'een andere Helper' die,
omdat Hij de Geest der waarheid is, de apostelen en de Kerk 'tot de
volle waarheid' zal brengen (Joh. 16:13). Dit zal geschieden
vanwege de speciale gemeenschap tussen de H. Geest en Christus: 'Hij
zal u verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft' (Joh. 16:14). Deze
gemeenschap heeft haar oorsprong en bron in de Vader: 'Ik zei dat Hij
aan u zal verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader
heeft het mijne is' (Joh. 16:15). De H. Geest die uitgaat van de
Vader, wordt gezonden door de Vader (Joh. 14:26; Joh. 15:26). De H. Geest
is eerst gezonden als gave voor de Zoon die mens is geworden, om de Messiaanse
beloften te vervullen. Na het ´heengaan¡ van Christus-de Zoon zal de H. Geest
volgens de tekst van Johannes rechtstreeks 'komen' wat zijn nieuwe zending is
om het werk van de Zoon te voltooien. Zo zal Hij het nieuwe tijdperk van de
heilsgeschiedenis tot voleinding brengen.
23 Wij staan op de drempel van het Paasgebeuren. De nieuwe
definitieve openbaring over de H. Geest als Persoon die de gave is, geschiedt
juist op dit ogenblik. Het Paasgebeuren het lijden, de dood en de verrijzenis
van Christus is ook de tijd van de nieuwe komst van de H. Geest, als
Parakleet en Geest der waarheid. Het is de tijd van het ´nieuwe begin¡ van de
zelfmededeling van de drie-ene God aan de mensheid in de H. Geest, door het
werk van Christus de Verlosser. Dit nieuwe begin is de verlossing van de
wereld: 'Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn
eniggeboren Zoon heeft gegeven' (Joh. 3:16).
Reeds in het 'geven' van de Zoon, in de gave van de Zoon, drukt zich het diepste wezen van
God uit die als liefde de onuitputtelijke bron van de schenking is. In de gave
die door de Zoon wordt gegeven, worden de openbaring en de schenking van de
eeuwige liefde voltooid: de H. Geest, die in de ondoorgrondelijke diepte van de
godheid een Persoon-gave is, wordt door het werk van de Zoon, door middel van
het paasmysterie, op een nieuwe wijze aan de apostelen en de Kerk gegeven en
door hen aan de mensheid en de gehele wereld.
24 Dit mysterie wordt op de dag van de verrijzenis op
definitieve wijze uitgedrukt. Op die dag wordt Jezus van Nazaret 'die
naar het vlees geboren is uit het geslacht van David', zoals de apostel
Paulus schrijft, 'naar de Geest van heiligheid als Zoon van God in
kracht... gesteld, door zijn opstanding uit de doden' (Rom. 1:3s). Zo
kan men zeggen dat de Messiaanse 'verheffing' van Christus in de H. Geest haar
hoogtepunt bereikt in de verrijzenis, waarin Hij zich ook openbaart als Zoon
van God 'vol kracht'. En deze kracht waarvan de bronnen ontspringen in de
ondoorgrondelijke gemeenschap van de Drie-eenheid, openbaart zich allereerst in
het feit dat de verrezen Christus die van de ene kant de belofte van God
vervult welke eens door de mond van de profeet was uitgesproken: 'Ik
zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in u storten...mijn geest' (Ez.
36:26s), van de andere kant zijn eigen belofte vervult welke Hij aan de
apostelen gedaan had met de woorden: 'Nu Ik wel ga, zal Ik Hem tot u
zenden' (Joh. 16:7). Hem: de Geest der waarheid, de Parakleet, die
door de verrezen Christus gezonden is om ons om te vormen naar zijn eigen beeld
als verrezene.
Zie: 'In de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de
verblijfplaats van de leerlingen gesloten waren uit de vrees voor de Joden,
kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: 'Vrede zij met u'. Na dit
gezegd te hebben, toonde Hij hun zijn handen zijn zijde. De leerlingen waren
vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: 'Vrede
zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u'. Na deze woorden blies
Hij over hen en zei: 'Ontvangt de H. Geest' ´. (Joh. 20:19-22) .
Alle bijzonderheden van deze sleuteltekst van het evangelie van Johannes hebben
hun eigen betekenis, speciaal als wij ze lezen onder verwijzing naar de woorden
die uitgesproken zijn in het cenakel aan het begin van het Paasgebeuren.
Dit gebeuren
het triduum sacrum van Jezus die de Vader gewijd heeft door de zalving en in de
wereld gezonden komt tot voleinding. Christus die als Mensenzoon en Lam
Gods 'de geest gegeven had' op het kruis, gaat, eenmaal
verrezen, naar de apostelen om 'over hen te blazen' met de
kracht waarover de brief aan de Romeinen spreekt. De komst van de Heer vervult
de aanwezigen met vreugde: 'Hun droefenis verkeert in vreugde',
zoals Hij zelf reeds beloofd had voor zijn lijden. En vooral de voornaamste
belofte van de afscheidsrede wordt vervuld: als het ware een nieuwe schepping
beginnend 'brengt' de verrezen Christus de H. Geest aan de apostelen. Hij
brengt Hem tegen de prijs van zijn 'heengaan'; Hij geeft hun deze Geest om zo
te zeggen door de wonden van zijn kruisiging: 'Hij toonde hun zijn handen en
zijn zijde'. Het is uit kracht van deze kruisiging dat Hij hun zegt: 'Ontvangt
de H. Geest'.
Zo wordt er een nauwe band gevestigd tussen de zending van de Zoon en de
zending van de H. Geest. De H. Geest wordt (na de erfzonde) niet gezonden
zonder het kruis en de verrijzenis: 'Als Ik niet heenga, zal de Helper
niet tot u komen' (Joh. 16:7) . Ook in de verlossing wordt een
nauwe band gevestigd tussen de zending van de H. Geest en de zending van de
Zoon. De zending van de Zoon vindt in zekere zin haar ´voltooiing¡ in de
verlossing. De zending van de H. Geest ´put¡ uit de verlossing: 'Hij
zal u verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft' (Joh. 16:15) .
De verlossing wordt geheel bewerkt door de Zoon als de Gezalfde die gekomen is
en gehandeld heeft uit kracht van de H. Geest en zich tenslotte als offer
aangeboden heeft op het hout van het kruis. En deze verlossing wordt tegelijk
voortdurend bewerkt in het hart en het geweten van de mensen in de
geschiedenis van de wereld door de H. Geest die de 'andere Helper' is.
7 De H.
Geest en de tijd van de Kerk
25 Toen het werk voltrokken was dat de Vader aan zijn Zoon op
aarde had opgedragen, werd op Pinksteren de H. Geest gezonden, opdat deze de
Kerk voortdurend zou heiligen en de gelovigen door Christus in de ene Geest
toegang tot de Vader zouden verkrijgen. Hij is de Geest van het leven, de bron
van het water dat tot eeuwig leven opspringt. Door Hem maakt de Vader de mensen
die door de zonde gedood waren, weer levend, om eens ook hun sterfelijk lichaam
in Christus te doen verrijzen.
Op deze wijze
spreekt het Tweede Vaticaans Concilie over de geboorte van de Kerk op
Pinksteren. Het pinkstergebeuren vormt de definitieve openbaring van wat reeds
op Paaszondag geschied was in het cenakel. De verrezen Christus kwam en
bracht aan de apostelen de H. Geest. Hij gaf Hem aan het zeggende: Ontvangt
de H. Geest. Wat toen binnen het cenakel, achter gesloten deuren, gebeurd
was, openbaart zich later, op Pinksteren, ook naar buiten, ten overstaan van de
mensen. De deuren van het cenakel gaan open en de apostelen wenden zich tot de
bewoners van Jeruzalem en de pelgrims die er waren bij gelegenheid van het
feest, om getuigenis af te leggen over Christus in de kracht van de H. Geest.
Zo wordt vervuld wat aangekondigd was: Hij zal getuigenis over Mij
afleggen. Maar ook gij moet getuigen, want vanaf het begin zijt gij bij Mij (Joh.
15:26s)
In een ander
document van het Tweede Vaticaans Concilie lezen wij:
De H. Geest
was ongetwijfeld reeds in de wereld werkzaam, voordat Christus verheerlijkt
werd. Op de dag van het Pinksterfeest echter kwam Hij over de leerlingen, om
voor altijd bij hen te blijven; de Kerk werd openbaar bekendgemaakt ten
overstaan van de menigte en de verspreiding van het evangelie onder de volkeren
nam een aanvang door de prediking.
De tijd van de
Kerk heeft een aanvang genomen met de komst, dat wil zeggen met de neerdaling
van de H. Geest over de apostelen die bijeengekomen waren in het cenakel samen
met Maria, de Moeder van de Heer. De tijd van de Kerk is aangevangen op het
ogenblik waarop de beloften en aankondigingen die zo uitdrukkelijk betrekking
hebben op de Helper, op de Geest der waarheid, in alle kracht en duidelijkheid
verwerkelijkt begonnen te worden over de apostelen. Hierdoor werd de Kerk
geboren. De Handelingen van de Apostelen spreken er uitgebreid over in vele
passages waaruit blijkt dat volgens het bewustzijn van de eerste gemeenschap
waarvan Lucas de geloofsovertuigingen uitdrukt, de H. Geest de onzichtbare
maar in zekere zin waarneembare leiding op zich genomen heeft van hen die
zich na het heengaan van de Heer Jezus geheel verweesd achtergelaten voelden.
Met de komst
van de Geest hebben zij zich in staat gevoeld de hun toevertrouwde zending te
vervullen. Zij hebben zich vol kracht en sterkte gevoeld. Juist dit heeft de H.
Geest in hen bewerkt en Hij bewerkt het voortdurend in de Kerk in hun
opvolgers. Want de genade van de H. Geest die de apostelen door de
handoplegging aan hun medewerkers gegeven hebben, wordt steeds weer doorgegeven
door de bisschopswijding. Door het sacrament van het priesterschap maken de
bisschoppen de gewijde dienaren deelachtig aan deze geestelijke gave en zij
zorgen ervoor dat allen die wedergeboren zijn uit water en Geest door het
sacrament van het vormsel hiermee gesterkt worden; en zo wordt op zekere wijze
de pinkstergenade in de Kerk bestendigd.
Zoals het
Concilie schrijft:
De Geest
woont in de Kerk en in het hart van de gelovigen, als in een tempel; in hen
bidt Hij en geeft Hij getuigenis van hun aangenomen kindschap). De Kerk, die
Hij naar de volle waarheid voert en in de gemeenschap en de bediening één
maakt, richt Hij in en geleidt Hij door de verscheidenheid van de hiërarchische
en charismatische gaven en Hij siert haar met zijn vruchten. Door de kracht van
het evangelie maakt Hij de Kerk steeds weer jong en vernieuwt Hij haar
voortdurend en brengt Hij haar naar de volkomen vereniging met haar
bruidegom.
26 De geciteerde teksten van de constitutie Lumen Gentium van
het Concilie zeggen ons dat met de komst van de H. Geest de tijd van de Kerk
begonnen is. Zij zeggen ons ook dat deze tijd, de tijd van de Kerk, voortduurt.
Hij duurt voort door de eeuwen en geslachten heen. In onze eeuw waarin de
mensheid aan het eind van het 2e millennium na Christus gekomen is, heeft deze
tijd van de Kerk zich op speciale wijze uitgedrukt door middel van het Tweede
Vaticaans Concilie, het Concilie van onze eeuw. Men weet dat dit Concilie in
het bijzonder een ecclesiologisch Concilie is geweest: een Concilie over het
thema van de Kerk. Tegelijk is het onderricht van dit Concilie wezenlijk
pneumatologisch: doordrongen van de waarheid over de H. Geest als ziel van de
Kerk. Wij kunnen zeggen dat het Tweede Vaticaans Concilie in zijn rijk
onderricht precies alles bevat wat de Geest tot de kerken zegt met
betrekking tot de huidige fase van de heilsgeschiedenis.
Het Concilie
dat de leiding van de H. Geest heeft gevolgd en samen met Hem getuigenis heeft
afgelegd, heeft op bijzondere wijze de aanwezigheid van de H. Geest-Helper
bevestigd. Het heeft Hem in zekere zin opnieuw tegenwoordig gesteld in ons
moeilijke tijdperk. In het licht van deze overtuiging begrijpt men beter het
grote belang van alle initiatieven die de verwezenlijking van het Tweede
Vaticaans Concilie, van zijn onderricht en van zijn pastorale en oecumenische
richtlijnen nastreven. In deze zin dienen ook de opeenvolgende vergaderingen
van de bisschoppensynode beschouwd en beoordeeld te worden, die er naar streven
dat de vruchten van de waarheid en de liefde de echte vruchten van de H.
Geest een duurzaam goed van het volk Gods worden op zijn aardse pelgrimstocht
in de loop der eeuwen.
Dit werk van de
Kerk dat streeft naar het realiseren en bevestigen van de heilsvruchten die de
geest op het Concilie heeft uitgedeeld, is onmisbaar. Hiervoor moet men ze
nauwkeurig weten te onderscheiden van alles wat daarentegen allereerst van
de vorst van deze wereld kan komen. Dit
onderscheidingsvermogen is des te meer noodzakelijk bij de verwezenlijking van
het werk van het Concilie, omdat dit zich wijd opengesteld heeft voor de
huidige wereld, zoals duidelijk blijkt uit zijn belangrijke
constituties Gaudium et Spes en Lumen Gentium .
Wij lezen in de pastorale constitutie:
Hun
gemeenschap (van de leerlingen van Christus) wordt... gevormd door mensen die,
verenigd in Christus door de H. Geest worden geleid op hun tocht naar het rijk
van de Vader en die de heilsboodschap hebben ontvangen die aan allen verkondigd
moet worden. Daarom voelt de Kerk zich werkelijk intiem verbonden met het
mensdom en zijn geschiedenis.
De Kerk weet waarachtig, dat alleen God, die zij dient, een antwoord kan geven
op de diepste verlangens van het menselijk hart, dat door de aardse spijs nooit
volledig kan worden verzadigd.
De Geest van God ... regelt in wonderlijke voorzienigheid de loop der tijden
en vernieuwt het aangezicht van de aarde.
Het tijdperk
van de Kerk - zoals H. Paus Johannes Paulus II uitdrukt in zijn encycliek
Dominum et Vivificantem (Die Heer is en het Leven geeft) - begon met de
"komst" op Pinksteren, dat wil zeggen met de nederdaling van de H.
Geest op de Apostelen die bijeen waren in het cenakel van Jeruzalem, samen met
Maria, de Moeder van de Heer...
De tijd van de
Kerk begon op het moment dat de beloften en voorspellingen die zo expliciet
verwezen naar de Raadsman, de Geest van Waarheid, in volle kracht en helderheid
aan de Apostelen werden vervuld, en zo de geboorte van de Kerk bepaalden.
(Dominum et Vivificatem Hoofdst 7)
Nr 25 ´Toen
het werk voltrokken was dat de Vader aan zijn Zoon op aarde had opgedragen,
werd op Pinksteren de H. Geest gezonden, opdat deze de Kerk voortdurend zou
heiligen en de gelovigen door Christus in de ene Geest toegang tot de Vader
zouden verkrijgen. Hij is de Geest van het leven, de bron van het water dat tot
eeuwig leven opspringt. Door Hem maakt de Vader de mensen die door de zonde
gedood waren, weer levend, om eens ook hun sterfelijk lichaam in Christus te
doen verrijzen¡.
zorgen
ervoor dat allen die wedergeboren zijn uit water en Geest door het sacrament
van het vormsel hiermee gesterkt worden; en zo wordt op zekere wijze de
pinkstergenade in de Kerk bestendigd.
Dit Triduum of Driedaagse in gebed en overweging, die de Openbaring
omvat die Luz de Maria ontving over de Persoon van de Heilige Geest, is voor
ons een effectieve manier om te begrijpen hoe we het tijdperk van de H. Geest
kunnen verder beleven.
DAG 1: De
erkenning dat we de Tempel van de H. Geest zijn.
1 Kor 3:16: Weet u niet
dat u een Tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont?
Veni, Sancte
Spiritus
Kom, Heilige
Geest,
zend voort
de hemelse straal
van uw licht.
Kom, vader
van de armen,
kom gever
van geschenken,
kom, licht
van het hart.
Allerbeste
trooster,
zachte
gastheer van de ziel,
zoete
troost.
Rust bij het
werk,
verfrissing
bij hitte,
vertroosting
bij verdriet.
O,
allerzaligst licht,
vul het
binnenste van het hart
van uw
gelovigen.
Zonder uw
goddelijke macht,
is er niets
in de mens,
is er niets
onschuldigs.
Reinig wat
vuil is,
maak nat wat
droog is,
genees wat
gewond is.
Maak soepel
wat stroef is,
verwarm wat
koud is,
leid wat
afgeweken is.
Schenk uw
gelovigen,
die
vertrouwen op u,
de
zevenvoudige heilige giften.
Schenk
voldoening voor weldaden,
schenk het
uiteindelijke heil,
schenk de
eeuwige vreugde.
Amen. Halleluja.
Veni, Sancte Spiritus,
et emitte caelitus
lucis tuae radium.
Veni, pater pauperum,
veni, dator munerum
veni, lumen cordium.
Consolator optime,
dulcis hospes animae,
dulce refrigerium.
In labore requies,
in aestu temperies
in fletu solatium.
O lux beatissima,
reple cordis intima
tuorum fidelium.
Sine tuo numine,
nihil est in homine,
nihil est innoxium.
Lava quod est sordidum,
riga quod est aridum,
sana quod est saucium.
Flecte quod est rigidum,
fove quod est frigidum,
rege quod est devium.
Da tuis fidelibus,
in te confidentibus,
sacrum septenarium.
Da virtutis meritum,
da salutis
exitum,
da perenne
gaudium,
Amen.
Alleluia.
God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen.
´ omdat Gods liefde in ons hart
is uitgegoten door de H. Geest, die ons gegeven is¡, alleluja (Rom 5:5)
Overweging
1/8/2015 Maria: Het leven van het lichaam is de ziel,
en het leven van de ziel is God. De H. Geest woont in zielen en door de ziel,
woont ze in het lichaam zodat het lichaam de Tempel is van de H. Geest.
11/10/2016 Maria: Verwijder je niet van het Eucharistisch
Voedsel, elk van jullie is een Tempel van de H. Geest, en daarom worden jullie
beschermd door Legioenen van Engelen. Vandaar: blijf op het rechte pad die
jullie leidt naar de redding van je ziel.
Kom, Heilige Geest
Kom, Heilige
Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw
liefde. Zend uw Geest uit en alles zal herschapen worden. - En Gij zult het
aanschijn van de aarde vernieuwen.
Laat ons bidden
God, Gij hebt de harten van de gelovigen door de verlichting van de Heilige
Geest onderwezen: geef dat wij door die Heilige Geest de ware wijsheid mogen
bezitten, en ons altijd over zijn vertroosting verblijden. Door Christus onze
Heer. Amen.
Slotgebed
Almachtige God,
moge de luister van Uw Glorie op ons schijnen en moge de H. Geest, Licht van Uw
Licht, de harten van degenen die wedergeboren zijn door Uw Genade versterken,
door Christus, Onze Heer, Amen.
Offer
Laten we,
verenigd met Jezus Christus in innerlijke stilte, ons hart openen voor de
beweging van de H. Geest.
DAG 2: Het ontwikkelen van de Gaven en
Vruchten van de H. Geest
1 Petrus 4:10: Laat ieder van u de gave die hij van God
gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede
beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt.
God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen.
´ omdat Gods liefde in ons hart
is uitgegoten door de H. Geest, die ons gegeven is¡, alleluja (Rom 5:5)
Gebed tot de
H. Geest (gegeven door Onze Heer Jezus Christus op 17/1/2011)
H. Geest, Liefde van de Vader en de Zoon, kom, vul Uw kind met Uw
gaven. Goddelijke luister, Heilig Vuur, kristalheldere Bron van rein
broederschap. Leven van Christenen, ondersteuning van de hulpelozen, licht in
de duisternis, warmte in koude, verhef mijn slapend wezen en til mijn ziel op
tot U.
Kom H. Geest, geef me Uw Wijsheid om rechtvaardig te handelen. Geef me
H. Verstand om mijn broeders en zusters tot U te trekken. Laat mij niet
superieur voelen tegenover mijn naasten maar de kleinste zijn, zodat Uw macht
kan verrijzen. Kom, neem mijn geest en vernieuw ze, moge ik een echo zijn van
Uw stem en raad geven in de Goddelijke Wil en niet in de mijne.
Geef me de kracht om niet te wankelen en standvastig te zijn, met mijn
blik op U gericht, moge ik een trouwe apostel zijn, in vervoering gebracht door
Uw kracht. Moge ik een weerspiegeling zijn van Uw wetenschap, O Goddelijke
Geest. Moge ik Uw glorie zoeken, en het wereldse ver van mij houden. Doordring
de diepten van mijn hart en prent Uw eigen barmhartigheid erin om lief te
kunnen hebben met Uw Liefde. Breng in mijn wezen het wonder van ontzag voor God
voort; geef me dorst naar zielen, zodat ik onbaatzuchtig werk voor het
Koninkrijk.
O H. Geest, leg de gave van ware liefde in mij. Dank U, Goddelijke
Geest, leef ten volle in mij. Ik ben mij bewust van mijn nood aan volle
vrijheid en zo roep ik U op om bezit te nemen van mijn leven. Dank U, O
Goddelijke Goedheid, Barmhartige Heerser, Heilig Vuur. Amen.
Overweging
27/10/2016 Maria: Mijn Zoon versnelt het tempo van Zijn
volk. Jullie bezitten zoveel zegeningen, zoveel gaven, maar bewaren ze achter
slot en grendel uit onwetendheid en soms uit angst. Maar hier kom Ik in de naam
van Mijn Zoon, uit liefde voor het volk van Mijn Zoon, uit liefde voor jullie,
die Mijn kinderen zijn, om jullie kenbaar te maken om die gaven, die deugden
die je hebt opgesloten, vrij te maken. Plaats ze voor de H. Geest, zodat Hij je
leidt, en jij, in gehoorzaamheid aan het Woord van Mijn Zoon, in staat bent om
spiritueler te zijn.
7/7/2019 H. Aartsengel Michaël: Kinderen van God, jullie moeten de gave
van Liefde bezitten zodat de overblijvende gaven op jullie worden uitgegoten. Op
deze manier zijn jullie niet alleen wezens die handelen als toeschouwers, maar
handelen als acteurs in het leven, acteurs in de maatschappij, acteurs in de
werkplaats, acteurs die de Liefde verspreiden die in elk van jullie aanwezig
is.
Niet door
gewoon een arme toeschouwer te zijn, die geen vruchten voortbrengt, maar door
degene te zijn die het zaad beschermt, het plant en er toegewijd zorg voor
draagt, zodat insecten die de oogst willen verslinden, ze niet kunnen
vernietigen. En uiteindelijk zullen jullie jezelf presenteren voor onze Koning
en Heer Jezus Christus, met een overvloedige oogst voor Gods Glorie.
H. Geest, laat Jezus in mij wonen.
Kom, Heilige Geest
Kom, Heilige
Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw
liefde. Zend uw Geest uit en alles zal herschapen worden. - En Gij zult het
aanschijn van de aarde vernieuwen.
Laat ons bidden
God, Gij hebt de harten van de gelovigen door de verlichting van de Heilige
Geest onderwezen: geef dat wij door die Heilige Geest de ware wijsheid mogen
bezitten, en ons altijd over zijn vertroosting verblijden. Door Christus onze
Heer. Amen.
Slotgebed
Psalm 104:1-2: Prijs de Heer, mijn ziel. Heer, mijn God,
hoe groot bent U. Met glans en glorie bent U bekleed, in een mantel van Licht
gehuld.
Offer
Laat ons in al
onze handelingen en werken, gedachten en woorden zoeken om God en onze naaste
te beminnen, omdat we met liefde kunnen groeien in de Gaven van de H. Geest.
DAG 3: Het verenigen van onszelf met
Maria, Tempel en Heiligdom van de H. Geest
Lucas 1:35: De engel antwoordde: ´De Heilige Geest
zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw
bedekken. Daarom zal het Kind dat geboren wordt, Heilig worden genoemd en Zoon
van God.¡
God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen.
´ omdat Gods liefde in ons hart
is uitgegoten door de H. Geest, die ons gegeven is¡, alleluja (Rom 5:5)
Veni, Creator Spiritus
Kom
Schepper, Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij
ons uw intocht, Heer;
vervul het
hart dat U verbeidt,
met hemelse
barmhartigheid.
Gij zijt de
gave Gods, Gij zijt
de grote
Trooster in de tijd,
de bron
waaruit het leven springt,
het liefdesvuur
dat ons doordringt.
Gij schenkt
uw gaven zevenvoud,
O hand die
God ten zegen houdt,
O taal
waarin wij God verstaan,
wij heffen
onze lofzang aan.
Verlicht ons
duistere verstand,
geef dat ons
hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke
lichaam leeft
vanuit de
kracht die Gij het geeft.
Verlos ons
als de vijand woedt,
geef ons de
vrede weer voorgoed,
Leid Gij ons
voort, opdat geen kwaad,
geen ongeval
ons leven schaadt.
Doe ons de
Vader en de Zoon
aanschouwen
in de hoge troon,
O Geest van
beiden uitgegaan,
wij bidden U
gelovig aan.
[Aan God de
Vader zij de eer
en aan de
opgestane Heer
en aan de
Geest die troost en leidt
van
eeuwigheid tot eeuwigheid.]
Amen.
Veni, creator Spiritus
mentes tuorum visita,
imple superna gratia,
quae tu creasti pectora.
Qui diceris Paraclitus,
altissimi donum Dei,
fons vivus, ignis, caritas
et spiritalis unction.
Tu
septiformis munere,
digitus
paternae dexterae
tu rite promissum Patris
sermone ditans guttura.
Accende lumen sensibus,
infunde amorem cordibus,
infirma nostri corporis,
virtute firmans perpeti.
Hostem repellas longius
pacemque dones protinus,
ductore sic te praevio,
vitemus omne noxium.
Per te
sciamus da Patrem,
noscamus atque Filium,
teque utriusque Spiritum
credamus omni tempore.
Deo Patri sit gloria,
et Filio qui a mortuis
Surrexit, ac Paraclito,
in
saeculorum saecula.
Amen.
Overweging
15/6/2019 Jezus: Het is noodzakelijk dat Mijn Kerk de
verwerping van Mijn Moeder voorkomt. Door deze ernstige dwaling te blijven
accepteren, zal Mijn Kerk grote verwarring en afbrokkeling ervaren. Sommige van
Mijn Priesters verbieden Mijn Volk devotie aan Mijn Moeder te beoefenen.
Hierdoor roept de natuur tot de mens om Mijn Moeder niet opzij te zetten in
zijn leven. En in confrontatie met weigering, zullen de wateren met kracht
opzwellen en de klachten van de mens zullen groot zijn. Totdat jullie Mijn
Moeder de plaats geven die Onze Allerheiligste Drie-eenheid Haar heeft
toegewezen als Mijn Moeder en Moeder van Mijn Volk. (Zie Mt 1:18; Joh 19:25-27)
10/6/2015 Jezus: Mijn Moeder, Koningin van alle
schepselen werd begiftigd met de Gaven van Genade en Glorie en met de
Superieure Nederigheid van Onze Liefde, zodat nederigheid hetgeen is wat satan
verslaat, degene die zichzelf in deze generatie zal presenteren met al zijn
kwade bedoelingen. Dit is het moment waarop het kwaad, in ieder van jullie,
strijdt tegen het goede om Mijn Moeder uit te sluiten van het leven van Mijn
kinderen, bij voorbaat wetend dat hij zal worden gebroken, verslagen en in de
afgrond geworpen door Mijn Moeder. Zij is degene, aan wie Mijn Vader de voorspraak
en de leiding in de strijd tegen de helse geesten, die over de mensheid zijn
uitgestort, heeft verleend. Deze helse geesten zijn vol ongerechtigheid,
boosaardigheid, zelfverheffing, ijdelheid, ondeugden, vijandschap en
onwetendheid.
Kom, Heilige Geest
Kom, Heilige
Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw
liefde. Zend uw Geest uit en alles zal herschapen worden. - En Gij zult het
aanschijn van de aarde vernieuwen.
Laat ons bidden
God, Gij hebt de harten van de gelovigen door de verlichting van de Heilige
Geest onderwezen: geef dat wij door die Heilige Geest de ware wijsheid mogen
bezitten, en ons altijd over zijn vertroosting verblijden. Door Christus onze
Heer. Amen.
Toewijdingsgebed aan de Heilige Geest (gegeven door de H. Geest in mei 2021)
Kruisteken
Kom, O H.
Geest, kom smeek ik U, ik ben U onwaardig. Ik weet dat U in mij woont en ik heb
zoveel Goddelijke Liefde niet beantwoord.
In dit
bewustzijn verlang ik mijn leven vandaag aan U toe te wijden, om een waardige
Tempel voor U te zijn. Ik wijd mijn zintuigen aan U toe, omdat ik toegestaan
heb ze van U af te scheiden.
Kom, O H.
Geest, maak Uw woning in mij. Leid mijn leven, smeek ik U. Mijn vrije wil is
gestrand en het is noodzakelijk dat U het roer bent in mijn leven. Help mij
naar U te lopen.
H. Geest, ik geef
U mijn vrije wil, zodat U van nu af mij leidt met deugdzaamheid, en zo mijn
fysieke en spirituele zintuigen zuivert, opdat ik licht ben en geen duisternis.
Kom, O H.
Geest, in de Naam van de Vader en de Zoon, geef ik mij aan U, met mijn gevallen
trots, met mijn vermorzeld karakter, met mijn dwaasheden, kniel ik nederig voor
Uw Goddelijkheid, in het bewustzijn dat ik U heb beledigd. Ik kom naar U net
zoals de verloren zoon.
Kom, O H. Geest,
ik wens mij te bevrijden van de onderwerping aan mijn ego. Heers over mij met
Uw Liefde, opdat ik een nieuw schepsel word, vervuld van Geloof, Hoop en Liefde.
Ik wijd mij aan
U toe, H. Geest, en ik verwerp het kwaad en weiger het in mij te laten
woekeren.
Ik wijd mij aan
U toe, H. Geest, en ik steek mijn lamp aan om met U te waken, in mijn
innerlijke kamer waar enkel U en ik elkaar kunnen ontmoeten. Amen.
Offer
Net zoals Onze
Heer Jezus Christus ons leerde op 3/6/2010, laat ons de H. Maagd Maria
aanroepen door voortdurend te bidden:
WEES GEGROET ONBEVLEKTE MARIA, ZONDER
ZONDE ONTVANGEN, DOCHTER VAN GOD DE VADER, MOEDER VAN GOD DE ZOON, TEMPEL EN
HEILIGDOM VAN DE H. GEEST, ALLERHEILIGSTE MARIA, BID VOOR DE HELE WERELD.