Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    03-06-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Die Heer is en leven geeft - encycliek van Paus Johannes Paulus II (4)
    59 De nauwe band met God in de H. Geest maakt dat de mens ook zichzelf, zijn eigen mensheid, op een nieuwe wijze begrijpt. Zo wordt het beeld en de gelijkenis van God, dat de mens vanaf het begin is , ten volle verwezenlijkt. Deze innerlijke werkelijkheid van het menselijke wezen moet steeds opnieuw ontdekt worden in het licht van Christus die het prototype is van de band met God, en in Hem moet ook de waarheid ontdekt worden van ´het volledig zichzelf vinden in de oprechte gave van zichzelf¡ aan de andere mensen, zoals het Tweede Vaticaans Concilie schrijft: juist vanwege de goddelijke gelijkenis die ´erop wijst dat de mens op aarde het enige schepsel is dat om zichzelf door God is gewild¡ in zijn waardigheid van persoon die openstaat voor maatschappelijke integratie en gemeenschap. De doeltreffende kennis en de volle verwezenlijking van deze waarheid over het mens-zijn worden alleen door de werking van de H. Geest verkregen. De mens leert deze waarheid van Jezus Christus en verwerkelijkt haar in zijn leven door de Geest die Hij ons gegeven heeft.

    Langs deze weg – langs de weg van de innerlijke rijpwording die de volledige ontdekking van de zin van het mens-zijn insluit – komt God in het binnenste van de mens, dringt hij steeds dieper door in heel de menselijke wereld. De drie-ene God die in zichzelf “bestaat” als transcendente werkelijkheid van de wederkerige gave van de drie Personen, vormt de menselijke wereld om van binnenuit, vanuit het innerlijk van het hart en het geweten, door zichzelf in de H. Geest mee te delen als gave aan de mens. Langs deze weg wordt de wereld die deelachtig is geworden aan de goddelijke gave, “steeds menselijker, steeds dieper menselijk”, zoals het Concilie leert, terwijl door middel van het hart en het geweten van de mensen in de wereld het rijk groeit waarin God uiteindelijk “alles in alles” zal zijn: als gave en liefde.

    Dit is de eeuwige kracht van de drie-ene God die zichzelf in de H. Geest opent voor de mens en de wereld. In het perspectief van het jaar tweeduizend na de geboorte van Christus gaat het erom te bereiken dat een steeds groter aantal mensen “zichzelf volledig kan vinden in de oprechte gave van zichzelf”, volgens de reeds vermelde uitdrukking van het Concilie; dat onder de werking van de Geest-Parakleet in onze wereld zich het proces voltrekt van echte rijpwording in het mens-zijn, in het individuele en gemeenschappelijke leven, met betrekking waarop Jezus wanneer Hij “’zijn Vader bidt dat ‘allen één mogen zijn ... zoals Wij één zijn’ (Joh. 17:21-22) ... zinspeelt ... op een zekere gelijkenis tussen de eenheid van de goddelijke Personen en de eenheid van de kinderen van God in waarheid en liefde”. Het Concilie bevestigt deze waarheid over de mens, en de Kerk ziet daarin een bijzonder sterke en beslissende aanwijzing voor haar eigen pastorale taken.

    Want als de mens inderdaad de weg van de Kerk is, dan loopt deze weg over heel het mysterie van Christus, als goddelijk model voor de mens. Langs deze weg bewerkt de H. Geest die in ieder van ons “het diepste wezen” versterkt, dat de mens “zichzelf” steeds beter “vindt inde oprechte gave van zichzelf”. Men kan zeggen dat in deze woorden van de pastorale constitutie van het Concilie heel de christelijke antropologie wordt samengevat: de op het evangelie gebaseerde theorie en praktijk waarin de mens in zichzelf ontdekt dat hij Christus toebehoort en in Hem verheven is tot kind van God en zo ook beter zijn waardigheid als mens begrijpt, juist omdat God tot hem gekomen is en in hem verblijft, naar hem is afgedaald wat het vooruitzicht en de wortel van de uiteindelijke verheerlijking insluit. Dan kan men terecht zeggen dat “de glorie van God de levende mens is en het leven van de mens de aanschouwing van God is”. Als de mens leeft uit goddelijk leven, is hij de glorie van God, en van dit leven en deze glorie is de H. Geest de verborgen uitdeler. Basilius de Grote zegt dat Hij “in zijn wezen enkelvoudig is en in zijn werking veelvoudig. Hij deelt zich mee en blijft onverminderd zichzelf... Hij is in ieder die in staat is Hem te ontvangen, tegenwoordig alsof hij de enige was, en stort in allen de genade in voldoende en volle maat uit”. 

    60 Als de mensen onder de invloed van de H. Geest deze goddelijke dimensie van hun wezen en leven als persoon en tevens als gemeenschap ontdekken, dan zijn zij in staat zich te bevrijden van de verschillende vormen van determinisme die voornamelijk voortkomen uit de materialistische grondslagen van het denken, de praktijk en de methodologie hiervan. Deze factoren zijn er in ons tijdperk in geslaagd door te dringen tot in het binnenste van de mens, in het heiligdom van het geweten waarin de H. Geest voortdurend het licht en de kracht brengt van het nieuwe leven volgens de “vrijheid van de kinderen Gods”. De rijpwording van de mens in dit leven wordt verhinderd door de beperkingen en de druk die de heersende structuren en systemen op hem leggen in de verschillende sectoren van de maatschappij.

    Men kan zeggen dat in veel gevallen de maatschappelijke factoren in plaats van de ontwikkeling en de ontplooiing van de menselijke geest te bevorderen het ontrukken aan de echte werkelijkheid van zijn wezen en leven – waarover de H. Geest waakt -, om hem te onderwerpen aan de “vorst van deze wereld”. Het grote jubileum van het jaar tweeduizend bevat dus een boodschap van bevrijding door de Geest, de enige die de mensen en de gemeenschappen kan helpen bevrijden van oude en nieuwe vormen van determinisme, door hen te leiden met de “wet van de Geest die het leven in Christus geeft” (Rom. 8:2), waardoor zij de volle maat van de echte menselijke vrijheid ontdekken en vervullen. Want, zoals de H. Paulus schrijft: “Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid” (2 Kor. 3:17).

    Deze openbaring van de vrijheid en derhalve van de echte menselijke waardigheid, is bijzonder welsprekend voor de christenen en de Kerk die vervolgd worden – hetzij in vroegere tijden hetzij in de huidige tijd: want zij die van de goddelijke waarheid getuigen, worden dan een levend bewijs van de werking van de Geest der waarheid die verblijft in het hart en het geweten van de gelovigen, en niet zelden bezegelen zij door hun marteldood de hoogste roem van de menselijke waardigheid.

    Ook in de gewone maatschappelijke omstandigheden dragen de christenen als getuigen van de authentieke waardigheid van de mens, door hun gehoorzaamheid aan de H. Geest bij tot de veelvormige “vernieuwing van het aanschijn der aarde”, als zij met hun broeders samenwerken om alles wat in de hedendaagse vooruitgang van de beschaving, de cultuur, de wetenschap, de techniek en de andere sectoren van het menselijk denken en handelen goed, edel en schoon is, te verwerkelijken en te benutten”. Zij doen dit als leerlingen van Christus die, zoals het Concilie schrijft, “door zijn verrijzenis Heer geworden...nu door de invloed van zijn Geest werkt in de harten van de mensen en niet alleen een vurig verlangen naar de komende tijden wekt, maar, juist daardoor, ook die edelmoedig gesteldheid bezielt, zuivert en versterkt waarin de mensheid poogt haar eigen bestaan nog meer menselijk te maken en de gehele wereld aan dit doel ondergeschikt te maken”.

    Zo bevestigen zij nog meer de grootheid van de mens die gemaakt is naar het beeld en de gelijkenis van God; grootheid die verlicht wordt door het mysterie van de menswording van de Zoon van God, die “op de volheid der tijden” in de H. Geest de geschiedenis is binnengegaan en waarlijk mens is geworden, Hij “de eerstgeborene van heel de schepping”, “door wie het al bestaat en wij in het bijzonder” (1 Kor. 8:6) .

    5 De Kerk sacrament van de innige vereniging met God

    61 Bij de nadering van het einde van het tweede millennium dat aan allen de komst van het Woord op de “volheid der tijden” in herinnering moet brengen en deze als het ware opnieuw moet verwerkelijken, wil de Kerk nogmaals doordringen tot het wezen van haar goddelijke-menselijke constitutie en van de zending die haar doet deelnemen aan de Messiaanse zending van Christus, volgens het altijd geldige onderricht van het Tweede Vaticaans Concilie. Deze lijn volgend kunnen wij terugkeren naar het cenakel waar Jezus Christus de H. Geest openbaart als Parakleet, als Geest der waarheid, en spreekt over zijn eigen “heengaan” door middel van het kruis als noodzakelijke voorwaarde voor diens “komst”: “Het is goed voor u dat Ik heenga; want als Ik niet heenga, zal de Helper niet tot u komen. Nu ik wel ga, zal Ik Hem tot u zenden” (Joh. 16:7).

    Wij hebben gezien dat deze aankondiging reeds op de avond van de dag van Pasen voor het eerst werkelijkheid is geworden en vervolgens op Pinksteren te Jeruzalem, en dat zij van toen af in de mensengeschiedenis werkelijkheid wordt door bemiddeling van de Kerk. In het licht van die aankondiging wordt ook volledig de betekenis duidelijk van wat Jezus eveneens tijdens het Laatste Avondmaal zegt over zijn nieuwe “komst’. Het is inderdaad veelbetekenend dat Hij in de afscheidsrede niet alleen over zijn “heengaan” spreekt maar ook over zijn nieuwe “komst”. Hij zegt: “Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug” (Joh. 14:18). En op het ogenblik van zijn definitieve afscheid voor zijn hemelvaart zal Hij nog uitdrukkelijker zeggen: “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mt. 28:20).

    Deze nieuwe “komst van Christus, dit voortdurend komen om met de apostelen en met de Kerk te zijn “tot aan de voleinding der wereld”, verandert zeker niet het feit van zijn “heengaan”. Zij volgt daarop, na de afsluiting van het Messiaanse werk van Christus op aarde, en zij geschiedt in het kader van de aangekondigde zending van de H. Geest en vindt om zo te zeggen plaats in diens werking. Zij voltrekt zich door de H. Geest die maakt dat Christus die heengegaan is, nu en altijd op nieuwe wijze komt. Deze nieuwe komst van Christus door de H. Geest en zijn aanwezigheid en werking in het geestelijke leven worden verwezenlijkt in de sacramentele werkelijkheid. Christus die heengegaan is in zijn zichtbare mensheid, komt tegenwoordig in de sacramentele werkelijkheid en handelt daarin op zo’n innige wijze in de Kerk dat deze als het ware zijn Lichaam wordt. Als zodanig leeft, werkt en groeit de Kerk “tot aan de voleinding der wereld”. Dit alles geschiedt door de werking van de H. Geest.

    62 De meest volledige sacramentele uitdrukking van het “heengaan” van Christus door middel van het mysterie van het kruis en de verrijzenis is de Eucharistie. Daarin wordt iedere keer zijn komst, zijn heilzame tegenwoordigheid op sacramentele wijze verwerkelijkt: in het offer en in de communie. Zij wordt verwezenlijkt door de H. Geest, in zijn zending (Dit wordt uitgedrukt door de “epiclese” voor de consecratie: “Heilig dan deze gaven met de dauw van uw H. Geest, dat zij voor ons worden tot Lichaam en Bloed van Jezus Christus onze Heer” (Eucharistisch gebed II)). Door middel van de Eucharistie voltrekt de H. Geest de “versterking van het diepste wezen van mens” waarover de brief aan de Efeziërs spreekt. Door middel van de Eucharistie leren de mensen en de gemeenschappen door de werking van de Parakleet-Helper de goddelijke zin van het menselijke leven te ontdekken waaraan het Concilie heeft herinnerd; de zin waardoor Jezus Christus “de mens voor zichzelf duidelijk maakt”, als Hij “een zekere gelijkheid tussen de eenheid van de goddelijke Personen en de eenheid van de kinderen van God in waarheid en liefde” suggereert.

    Deze eenheid wordt speciaal uitgedrukt en verwerkelijkt door middel van de Eucharistie waarin de mens die deelneemt aan het offer van Christus dat door de viering tegenwoordig gesteld wordt, ook leert “zichzelf te vinden...door de ...gave van zichzelf”, in de gemeenschap met God en met andere mensen, zijn broeders.

    Om deze reden bleven de eerste christenen vanaf de dagen die volgden op de nederdaling van de H. Geest “ijverig in het breken van het brood en in het gebed”. Op deze wijze vormden zij een gemeenschap die eensgezind was in de leer van de apostelen. Zo “herkenden” zij dat hun verrezen en naar de hemel opgestegen Heer opnieuw in hun midden kwam in en door de eucharistische gemeenschap van de Kerk. Vanaf het begin drukte de Kerk zichzelf onder leiding van de H. Geest uit door middel van de Eucharistie en werd zij hierdoor bevestigd. En zo is het steeds geweest, in alle generaties van christenen, tot aan onze tijd toe, tot aan deze vooravond van de voleinding van het tweede christelijke millennium.

    Zeker, wij moeten helaas vaststellen dat het nu afgelopen millennium het millennium is geweest van de grote scheuringen in de christenheid. Naar het voorbeeld van de apostelen zullen dus alle christenen zich volledig moeten inzetten om hun denken en handelen in overeenstemming te brengen met de wil van de H. Geest, “het beginsel van de kerkelijke eenheid 5, opdat allen “die gedoopt zijn in één Geest om één lichaam te vormen”, elkaar terugvinden als broeders die verenigd zijn in de viering van de ene Eucharistie, “sacrament van goedheid, teken van eenheid, band van liefde!” 

    63 De eucharistische tegenwoordigheid van Christus – zijn sacramenteel “Ik ben met u” – maakt het de Kerk mogelijk haar eigen mysterie steeds dieper te ontdekken, zoals heel de ecclesiologie van het Tweede Vaticaans Concilie bevestigt: “In Christus is de Kerk als het ware het sacrament, dat wil zeggen het teken en instrument, van de innige vereniging met God en van de eenheid van heel het menselijk geslacht”. Als sacrament ontplooit de Kerk zich vanuit het paasmysterie van het “heengaan” van Christus en leeft zij van zijn steeds nieuwe “komst” door de H. Geest, in der werking van de Parakleet, de Geest der waarheid. Juist dit is het wezen van het mysterie van de Kerk zoals het Concilie belijdt. Krachtens de schepping is God degene door wie wij allen “het leven, het bewegen en het zijn hebben” (Hand. 17:28), terwijl de kracht van de verlossing zich op haar beurt doorzet en ontvouwt in de geschiedenis van de mens en de wereld als in een tweevoudig “ritme” waarvan de bron zich bevindt in de eeuwige Vader.

    Het is enerzijds het ritme van de zending van de Zoon die in de wereld gekomen is en geboren is uit de Maagd Maria door de H. Geest; en anderzijds ook het ritme van de zending van de H. Geest, die definitief geopenbaard is door Christus. Door het “heengaan” van de Zoon is de H. Geest gekomen en komt Hij onophoudelijk als Helper en Geest der waarheid. En in het kader van de zending van de H. Geest, als het ware in het hart van zijn onzichtbare aanwezigheid, “komt” de Zoon die in het Paasmysterie “heengaan” was voortdurend tegenwoordig in het mysterie van de Kerk; nu eens verbergt Hij zich, dan weer op openbaart Hij zich in haar geschiedenis, terwijl Hij steeds de loop ervan leidt. Dit alles geschiedt op sacramentele wijze, door de werking van de H. Geest die put uit de schatten van de verlossing van Christus en aanhoudend het leven geeft. Door zich steeds levendiger bewust te zijn van dit mysterie ziet de Kerk zichzelf steeds beter, vooral als sacrament.

    Het geschiedt ook, omdat de Kerk volgens de wil van haar Heer door middel van de verschillende sacramenten haar heilbrengend dienstwerk verricht ten opzichte van de mens. Iedere keer dat een sacrament toegediend wordt, brengt dit het mysterie mee van het “heengaan” van Christus door middel van het kruis en de verrijzenis, uit kracht waarvan de H. Geest komt. Hij komt en werkt: “Hij geeft het leven”. Want de sacramenten betekenen de genade en bewerken de genade: zij betekenen het leven en bewerken het leven. De Kerk is de zichtbare uitdeelster van de gewijde tekenen, terwijl de H. Geest hierin werkt als de onzichtbare uitdeler van het leven dat zij betekenen. Samen met de H. Geest is en werkt Christus Jezus daarin.

    64 De Kerk die “het sacrament is van de innige vereniging met God”, is dit in Jezus Christus, in wie deze vereniging zich verwerkelijkt als heilswerkelijkheid. Zij is het in Jezus Christus door de H. Geest. De volheid van de heilswerkelijkheid, die Christus is in de geschiedenis, wordt op sacramentele wijze uitgestort in de kracht van de Geest-Parakleet. Op deze wijze is de H. Geest “de andere Helper” of de nieuwe Helper, want door zijn werking krijgt de Blijde Boodschap gestalte in het menselijke geweten en hart en verbreidt zij zich in de geschiedenis. In dit alles is het de Geest die het leven geeft. Als wij het woord “sacrament” gebruiken met betrekking tot de Kerk, moeten wij bedenken dat in de tekst van het Concilie de sacramentaliteit van de Kerk onderscheiden blijkt van de sacramentaliteit in strikte zin die eigen is aan de sacramenten. Wij lezen immer: “De Kerk is als het ware het sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument, van de innige vereniging met God”. Maar wat geldt en naar voren komt in de analoge zin waarin het woord gebruikt wordt in de twee gevallen, is het verband tussen de Kerk en de kracht van de H. Geest, die de enige is die het leven geeft: de Kerk is teken en instrument van de tegenwoordigheid en de werking van de levendmakende Geest.

    Het Tweede Vaticaans Concilie voegt eraan toe dat de Kerk “het sacrament is...van de eenheid van heel het menselijk geslacht”. Het gaat uiteraard om de eenheid die het menselijke geslacht dat in zich veelvuldig verscheiden is, heeft van God en in God. Deze eenheid is geworteld in het mysterie van de verlossing, met betrekking tot het universele heil. Aangezien God “wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis van de waarheid komen” (1 Tim. 2:4) , omvat de verlossing alle mensen en op zekere wijze heel de schepping. Krachtens het “heengaan” van Christus werkt de H. Geest in dezelfde universele omvang als de verlossing. Daarom ziet de Kerk die dor middel van haar eigen mysterie geworteld is in het trinitaire heilsbestel, zichzelf terecht als “sacrament van de eenheid van heel het menselijk geslacht”. Zij weet dat zij dit is door de kracht van de H. Geest, waarvan zij teken en instrument is in de verwerkelijking van het heilsplan van God.

    Op deze wijze wordt de “nederdaling” van de oneindige liefde van de Drie-eenheid verwerkelijkt: God, de onzichtbare Geest, komt tot de zichtbare wereld. De drie-ene God deelt zich in de H. Geest vanaf het begin aan de mens mede door middel van “zijn beeld en gelijkenis”. Onder de werking van dezelfde Geest komen de mens die door Christus verlost is, en door hem de geschapen wereld tot hun definitieve bestemming in God. Van dit naar elkaar toekomen van de twee polen van de schepping en de verlossing, God en de mens, is de Kerk “het sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument”. Zij werkt om de eenheid te herstellen en te versterken aan de wortels van het menselijke geslacht: in de band en de gemeenschap die de mens heeft met God als zijn Schepper, Heer en Verlosser.

    Aan de hand van het onderricht van het Concilie kunnen wij deze waarheid overwegen, verklaren en toepassen in heel haar betekenis in deze tijd van de overgang van het tweede naar het derde christelijke millennium. En wij willen ons steeds graag levendig bewust zijn van het feit dat in de activiteit, die de Kerk ontplooit in de heilsgeschiedenis welke zich afspeelt in de geschiedenis van de mensheid, de H. Geest aanwezig is en werkt, Hij die de wind van het goddelijke leven blaast door de aardse pelgrimstocht van de mens, en heel de schepping – heel de geschiedenis – doet samenvloeien naar haar laatste einddoel, in de eindeloze oceaan van God.

    6 De Geest en de bruid zeggen: "Kom!"

    65 De adem van het goddelijke leven, de H. Geest, wordt op de meest eenvoudige en gewone wijze uitgedrukt en ervaren in het gebed. Het is mooi en heilzaam te bedenken dat, waar men ook bidt in de wereld, de H. Geest daar is, de levensadem van het gebed. Het is ook mooi en heilzaam te beseffen dat, als het gebed over heel de aarde verbreid is, in het verleden, het heden en de toekomst, de aanwezigheid en de werking van de H. Geest even verbreid zijn, omdat Hij het gebed in het hart van de mens inspireert in heel de onmetelijke gamma van de meest verschillende situaties en van omstandigheden die nu eens gunstig dan weer ongunstig zijn voor het geestelijke en godsdienstige leven. Dikwijls stijgt het gebed op uit het hart van de mens onder de werking van de Geest ondanks het hart van de mens onder de werking van de Geest ondanks verboden en vervolgingen en zelfs ondanks officiële verklaringen over het areligieuze of atheïstische karakter van het openbare leven!

    Het gebed blijft steeds de stem van al diegenen die schijnbaar geen stem hebben, en in deze stem weerklinkt altijd het “luid roepen” dat aan Christus toegeschreven wordt door de brief aan de Hebreeën. Het gebed is ook de openbaring van de peilloze diepte die het menselijk hart is: een diepte die uit God is en alleen door God gevuld kan worden juist met de H. Geest! Wij lezen in Lucas: “Als gij dus, ofschoon ge slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de H. Geest geven aan wie Hem erom vragen” (Lc. 11:13) .

    De H. Geest is de gave die in het mensenhart komt samen met het gebed. Hierin verschijnt Hij bovenal als de gave die “onze zwakheid te hulp komt”. Sint Paulus heeft deze prachtige gedachte ontwikkeld waar hij in de brief aan de Romeinen schrijft: “Wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen” (Rom. 8:26) . De H. Geest stelt ons dus niet alleen in staat te bidden, maar voert ons “van binnenuit” tot het gebed, vult onze ontoereikend aan en verhelpt ons onvermogen om te bidden: Hij is aanwezig in ons gebed en geeft er een goddelijke dimensie aan. Zo “weet Hij die de harten doorgrondt waar de Geest op zint, want Hij pleit voor de heiligen naar Gods bedoeling” (Rom. 8:27) . Het gebed in de H. Geest wordt de steeds meer volwassen uitdrukking van de nieuwe mens die daardoor deel heeft aan het goddelijke leven.

    Ons moeilijke tijdperk heeft speciaal het gebed nodig. Talrijke mannen en vrouwen hebben in de loop van de geschiedenis – nu en in het verleden – getuigenis afgelegd van het belang van het gebed door zich te wijden aan de lof van God en aan een leven van gebed, vooral in de kloosters. In de laatste jaren groeit ook het aantal mensen die in steeds meer verspreide gebedsbewegingen en –groepen aan het gebed de eerste plaats geven en hierin de vernieuwing van het geestelijke leven nastreven. Dit is een veelbetekenend en troostrijk verschijnsel, aangezien hun ervaring bijgedragen heeft tot de terugkeer naar het gebed onder de gelovigen die geholpen zijn om beter te begrijpen dat de H. Geest in de harten een diep verlangen naar heiligheid opwekt. In vele mensen en gemeenschappen groeit het bewustzijn dat de mens bedreigd wordt, dat de mensheid bedreigd wordt, ondanks de duizelingwekkende vooruitgang van de technisch-wetenschappelijke beschaving en niettegenstaande de reële veroveringen en bereikte doelen.

    Afzonderlijke personen en hele gemeenschappen die het gevaar en zelf reeds de beangstigende werkelijkheid van de geestelijke decadentie van de mens ervaren, zoeken, als het ware geleid door een innerlijke geloofszin, de kracht die de mens kan opheffen en beschermen tegen zichzelf, tegen zijn eigen vergissingen en dwalingen welke zijn verworvenheden vaak schadelijk doen zijn. En zo ontdekken zij het gebed waarin de Geest zich openbaart “die onze zwakheid te hulp komt”. Op deze wijze brengen de tijden waarin wij leven, velen dit tot het gebed terugkeren, nader tot de H. Geest.

    Ik vertrouw erop dat allen in het onderricht van deze encycliek voedsel zullen vinden voor hun innerlijke leven en erin zullen slagen om onder de werking van de Geest hun toeleg op het gebed te versterken in harmonie met de Kerk en haar leerambt.

    66 Te midden van de problemen, de ontgoochelingen en de hoop, de afval en de terugkeer van onze tijden blijft de Kerk trouw aan het mysterie van haar geboorte. Het is een historisch feit dat de Kerk op Pinksteren uit het cenakel naar buiten is getreden, maar men kan in zekere zin zeggen dat zij het nooit heeft verlaten. Geestelijk behoort het pinkstergebeuren niet alleen maar tot het verleden: de Kerk is steeds in het cenakel, dat zij in haar hart draagt. De Kerk blijft ijverig in het gebed, zoals de apostelen samen met Maria, de Moeder van Christus, en degenen die te Jeruzalem de eerste kiem van de christengemeenschap vormden en biddend de komst van de H. Geest afwachtten.

    De Kerk blijft ijverig in het gebed met Maria. Deze gemeenschap van de biddende Kerk met de Moeder van Christus maakt deel uit van het mysterie van de Kerk vanaf het begin; wij zien haar in dit mysterie op dezelfde wijze tegenwoordig als in het mysterie van haar Zoon. Dit zegt ons het Concilie: “De heilige Maagd ...overschaduwd door de Geest...heeft Zoon ter wereld gebracht, die God heeft gesteld tot Eerstgeborene onder vele broeders, de gelovigen namelijk, tot wier geboorte en opvoeding zij met moederlijke liefde bijdraagt”. Zij is “door haar heel bijzondere genaden en opdrachten...innig met de Kerk verbonden”; zij is “het model van de Kerk”. “De Kerk die de verborgen heiligheid van Maria beschouwt en haar liefde navolgt...wordt zelf ook moeder” en “in navolging van de Moeder van de Heer bewaart zij op maagdelijke wijze, door de kracht van de H. Geest, het ongerept geloof, de standvastige hoop en de oprechte liefde”; “ook zij (de Kerk) is moeder: zij behoudt haar trouw aan de Bruidegom gaaf en zuiver”.

    Zo begrijpt men de diepe zin van de reden waarom de Kerk zich samen met de Moedermaagd ononderbroken als bruid tot haar goddelijke Bruidegom richt, zoals de door het Concilie aangehaalde woorden van de Apokalyps getuigen: “De Geest en de bruid zeggen tot de Heer Jezus: ‘Kom!’”. Het gebed van de Kerk is steeds deze onophoudelijke smeekbede waarin “de Geest zelf voor ons ten beste spreekt”: Hij spreekt dit gebed in zekere zin zelf uit met de Kerk en in de Kerk. Want de Geest is aan de Kerk gegeven, opdat door zijn kracht heel de gemeenschap van het volk Gods, in heel haar verscheidenheid en in al haar vertakkingen, mag volharden in de hoop: in die hoop waarin “wij gered zijn”. Het is de eschatologische hoop, de hoop op de uiteindelijke voltooiing in God, de hoop op de eeuwige rijk dat werkelijkheid wordt in de deelname aan het leven van de Drie-eenheid. De H. Geest die als Helper aan de apostelen is gegeven, is de bewaarder van deze hoop in het hart van de Kerk.

    In het vooruitzicht van het derde millennium na Christus en terwijl “de Geest en de bruid tot de Heer Jezus zeggen: ‘Kom!’, is dit gebed zoals steeds geladen met een eschatologische strekking die bestemd is om ook aan de viering van het jubileum zijn volle betekenis te geven. Het is een gebed dat gericht staat op de heilsbestemmingen waarvoor de H. Geest door zijn werking in de loop van heel de mensengeschiedenis op aarde de harten opent. Maar dit gebed richt zich tegelijk op een heel bepaald moment van de geschiedenis, waarin de “volheid der tijden” benadrukt en gescandeerd wordt door het jaar tweeduizend. De Kerk wil zich op het jubileum voorbereiden in de H. Geest, zoals de Maagd van Nazareth, uit wie het Woord het vlees heeft aangenomen, voorbereid werd door de H. Geest.

    DEEL 4: Besluit

    67 Wij willen deze overwegingen besluiten in het hart van de Kerk en van de mens. De weg van de Kerk loopt door het hart van de mens, omdat hier de geheime plaats is van de heilzame ontmoeting met de H. Geest, met de verborgen God en juist hier de H. Geest de “waterbron” wordt, “die opborrelt tot eeuwig leven”. Hier komt Hij als Geest der waarheid en Parakleet, beloofd door Christus. Van hier uit werkt Hij als Trooster, Voorspreker, Helper – in het bijzonder als de mens of de mensheid staat voor de veroordeling door de “aanklager” van wie de Apokalyps zegt dat “hij onze broeders dag en nacht bij onze God aanklaagt”. De H. Geest houdt niet op de bewaarder te zijn van de hoop in het hart van de mens: van de hoop van alle menselijk schepselen en vooral van diegenen die “de eerstelingen van de Geest hebben ontvangen” en “wachten op de verlossing van hun lichaam”.

    In zijn mysterieuze band van goddelijke gemeenschap met de Verlosser van de mens zet de H. Geest diens werk voort: Hij ontvangt van Christus en geeft er allen van. Zo treedt Hij onophoudelijk door het menselijke hart de geschiedenis van de wereld binnen. Zo wordt Hij – zoals de sequentie van het hoogfeest van Pinksteren uitroept – waarlijk “vader van de armen, schenker van de gaven, licht van de harten”; Hij wordt “de zoete gast van de ziel” die de Kerk zonder ophouden begroet op de drempel van het innerlijk van ieder mens. Hij brengt inderdaad “rust en lafenis” te midden van het zwoegen, het werk van de menselijke handen en geest; Hij brengt “rust” en “verkwikking” te midden van de hitte van de dag, te midden van de onrust, van de strijd en van de gevaren van alle tijden. Hij brengt tenslotte de “vertroosting” als het menselijke hart schreit en bekoord wordt door wanhoop.

    Om deze reden roept de sequentie uit: “Zonder uw kracht is er niets in de mens, is niets zonder schuld”. Want alleen de H. Geest “levert het overtuigend bewijs van wat zonde is”, van wat kwaad is, teneinde het goede in de mens en in de wereld te hernieuwen: om “het aanschijn van de aarde te vernieuwen”. Daarom bewerkt Hij de zuivering van alles wat de mens “bevlekt”, van wat “vuil” is. Hij verzorgt de wonden van het menselijk bestaan, ook de meest diepe. Hij verandert de innerlijke dorheid van de zielen en maakt ze tot vruchtbare velden van genade en heiligheid. Hij “buigt wat verstijfd is”, “koestert wat kil is” en wat “afgedwaald is brengt Hij terug op de rechte weg” van het heil.

    Zo biddend belijdt de Kerk voortdurend haar geloof dat er in onze geschapen wereld een Geest is die ongeschapen gave is. Het is de Geest van de Vader en de Zoon: ongeschapen, oneindig, eeuwig, almachtig, God, Heer, zoals de Vader en de Zoon. Deze Geest van God “vervult het aardrijk” en al het geschapene herkent in Hem de bron van de eigen identiteit, vindt in Hem de eigen transcendente uitdrukking, richt zich tot Hem, wacht op Hem en roept Hem met het eigen wezen aan. Tot Hem, de Parakleet, de Geest van waarheid en liefde, richt zich de mens die leeft uit waarheid en liefde en niet kan leven zonder de bron van de waarheid en de liefde. Tot Hem richt zich de Kerk die het hart van de mensheid is, om voor allen de gaven af te smeken van de liefde die door Hem “is uitgestort in onze harten”, en die ze aan allen uit te delen.

    Tot Hem richt de Kerk zich op de wirwar van de wegen van de menselijke pelgrimstocht: en zij vraagt onophoudelijk om de rechtschapenheid van het menselijk handelen, als zijn werk; zij vraagt om de vreugde en de troost die alleen Hij, de ware Vertrooster, kan brengen door neer te dalen in het diepst van het menselijke hart; zij vraagt om de genade van de deugden die de eeuwigheid verdienen, zij vraagt om het eeuwige heil, in volledige mededeling van het goddelijke leven waarvoor de Vader van eeuwigheid af de mensen heeft “uitverkoren” die uit liefde geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van de Allerheiligste Drie-eenheid.

    Met heel haar hart dat de harten van alle mensen omvat, vraagt de Kerk aan de H. Geest om het geluk dat alleen in God volledig verwezenlijkt wordt: de vreugde “die niemand zal kunnen ontnemen”, de vreugde die vrucht is van de liefde en dus van God die liefde is; zij vraagt om “de gerechtigheid, de vrede en de vreugde in de H. Geest” waarin volgens de H. Paulus het Koninkrijk van God bestaat.

    Ook de vrede is vrucht van de liefde: de innerlijke vrede die de vermoeide mens zoekt in het binnenste van zijn wezen; de vrede waarom de mensheid, de mensenfamilie, de volkeren, de naties, de werelddelen met vrezen vragen en met de hoop hem te verkrijgen in het vooruitzicht van de overgang van het tweede naar het derde christelijke millennium. Aangezien de weg naar de vrede uiteindelijk over de liefde loopt en naar de schepping van de beschaving van de liefde wil leiden, richt de Kerk haar blik op Hem die de liefde van de Vader en de Zoon is, en niettegenstaande de toenemende dreigingen houdt zij niet op te vertrouwen, houdt zij niet op de vrede van de mens op de aarde af te smeken en te dienen. Haar vertrouwen is gegrondvest op Hem die, omdat Hij de Geest is die liefde is, ook de Geest van de vrede is en steeds in onze menselijke wereld aanwezig is, aan de horizon van het geweten en het hart, om “het aardrijk te vullen” van liefde en vrede.

    Ik kniel voor Hem neer aan het eind van deze overwegingen en smeek dat Hij als Geest van de Vader en de Zoon ons allen de zegen en de genade moge verlenen die ik in naam van de Allerheiligste Drie-eenheid wil schenken aan de zonen en dochters van de Kerk en aan heel de mensenfamilie.

    Gegeven te Rome, bij Sint Petrus, op 18 mei,
    het hoogfeest van Pinksteren, van het jaar 1986, het achtste van mijn Pontificaat.

    Paus Johannes Paulus II






    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs