Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    03-06-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Die Heer is en leven geeft - encycliek van Paus Johannes Paulus II (3)

    Volgens deze uitleg bestaat de lastering niet eigenlijk in de belediging van de H. Geest met woorden; zij bestaat in de weigering het heil te aanvaarden dat God de mensen aanbiedt door de H. Geest die werkt uit kracht van het kruisoffer. Als de mens het 'aantonen van de zonde' afwijst dat van de H. Geest komt en heil betekent, dan wijst hij tevens de 'komst' van de Helper af – de ´komst' die werkelijkheid is geworden in het paasmysterie, in eenheid met de verlossende kracht van het bloed van Christus: het bloed dat het ´geweten zuivert van dode werken'.

    Wij weten dat de vergiffenis van de zonden vrucht van deze zuivering is. Daarom blijft wie de Geest en het bloed afwijst, in de ´dode werken', in de zonde. En de lastering van de H. Geest bestaat juist in de radicale weigering de vergeving te aanvaarden welke Hij in het innerlijk schenkt en die waarachtige bekering veronderstelt welke Hij in het geweten beperkt. Als Jezus zegt dat de lastering van de H. Geest niet vergeven kan worden, noch in deze noch in de komende wereld, dan is het omdat deze ´niet vergeving' verbonden is met de ´niet bekering' als met haar oorzaak, namelijk met de radicale weigering zich te bekeren. Wat de weigering betekent om naar de bronnen van de verlossing te gaan die toch ´altijd' open blijven in heilseconomie waarin de zending van de H. Geest vervuld wordt die een oneindig vermogen heeft om uit deze bronnen te putten: ´Hij zal van Mij ontvangen', heeft Jezus gezegd.

    Op deze wijze voltooit Hij in de zielen van de mensen het werk van de verlossing dat door Christus volbracht is, en deelt er de vruchten van uit. De lastering van de H. Geest is de zonde welke de mens bedrijft die zich het vermeende recht aanmatigt in het kwaad te volharden – in welke zonde ook – en zo de verlossing weigert. De mens blijft opgesloten inde zonde en maakt van zijn kant de bekering onmogelijk en bijgevolg ook de vergeving van de zonden die het hij niet wezenlijk of belangrijk voor zijn leven beschouwt. Dit is een gesteltenis van geestelijke ondergang, want de lastering van de H. Geest maakt het de mens onmogelijk de gevangenis te verlaten waarin hij zichzelf opgesloten heeft, en zich open te stellen voor de goddelijke bronnen van de zuivering van het geweten en de vergeving van de zonden.

    47 De werking van de H. Geest die naar het heilzaam ´aantonen van de zonde' streeft, ontmoet in de mens die zich in deze gesteltenis bevindt, een innerlijke weerstand, als het ware een ondoordringbaarheid van het geweten, een zielstoestand die uit vrije keuze verstijfd lijkt: het is wat de heilige Schrift gewoonlijk ´de hardheid van het hart' noemt. In onze tijd komt het verlies van het zondebesef waaraan de apostolische exhortatie Reconciliatio et paenitentia vele bladzijden heeft gewijd. Paus Pius XII heeft reeds gesteld dat ´de zonde van deze eeuw het verlies van het zondebesef is.' Dit verlies gaat gelijk op met het ´verlies van het besef van God'. In de genoemde exhortatie lezen wij: ´In werkelijkheid is God de oorsprong en het hoogste doel van de mens die een goddelijke kiem in zich draagt. Het is daarom de werkelijkheid van God die het mysterie van de mens openbaart en verlicht. Het is dus ijdel te hopen dat er een krachtig besef van zonde tegen de mens en de menselijke waarden groeit als het besef van de belediging die God wordt aangedaan, het ware zondebesef dus, ontbreekt'.

    Daarom houdt de Kerk niet op aan God om de genade te vragen dat de rechtschapenheid niet komt te ontbreken aan het menselijke geweten, dat de gezonde gevoeligheid voor goed en kwaad niet afstompt. Deze rechtschapenheid en gevoeligheid zijn nauw verbonden met de innerlijke werking van de Geest der waarheid. In dit licht worden de aansporingen van de apostel bijzonder veelzeggend: ´Blust de Geest niet uit'; ´Wilt de H. Geest niet bedroeven' (1 Tess. 5:19; Ef. 4:30) . De Kerk houdt vooral niet op vurig te smeken dat de zonde die het evangelie lastering van de H. Geest noemt, niet zal toenemen; dat zij integendeel zal terugwijken in de wil van de mensen – en bijgevolg in de verschillende maatschappelijke milieus en vormen – en plaats zal maken voor de openheid van het geweten die nodig is voor de heilbrengende werking van de H. Geest. De Kerk smeekt dat de gevaarlijke zonde tegen de Geest plaats zal maken voor een heilige bereidheid zijn zending als Helper te aanvaarden, wanneer Hij komt ´om de wereld het overtuigend bewijs te leveren van wat zonde, gerechtigheid en oordeel is'.

    48 In zijn afscheidsrede heeft Jezus de drie sectoren van het ´aantonen', als bestanddelen van de zending van de Geest, samengevoegd: de zonde, de gerechtigheid en het oordeel. Zij bepalen de ruimte van het mysterium pietatis dat in de mensengeschiedenis tegenover de zonde, tegenover het mysterium iniquitatis staat. Enerzijds is er, zoals de H. Augustinus het uitdrukt, de ´amor sui usque ad contemptum Dei'; anderzijds is ´amor Dei usque ad contemptum sui'. Voortdurend laat de Kerk haar gebed opstijgen en verleent zij haar diensten, opdat de geschiedenis van het geweten en de geschiedenis van de maatschappij in de grote mensenfamilie niet zullen afglijden naar de zonde, door de afwijzing van Gods geboden ´usque ad contemptum Dei', maar zich tot de liefde mogen verheffen waarin de Geest die het leven geeft, zich openbaart.

    Degenen die zich door de H. Geest ´de zonde' hebben laten ´aantonen', onderkennen ook ´de gerechtigheid en het oordeel'. De H. Geest die de mensen, het geweten van de mensen, helpt om de waarheid over de zonde te kennen, maakt tegelijk dat zij de waarheid over de gerechtigheid kennen die met Jezus Christus in de mensengeschiedenis is gekomen. Op deze wijze worden zij die ´de zonde onderkend hebben' en zich onder de werking van de Helper bekeren, in zekere zin buiten de ruimte van het ´oordeel' geleid:; van dat ´oordeel' waarmee ´de vorst dezer wereld reeds geoordeeld is'. De bekering betekent in het diepst van haar goddelijk en menselijk mysterie de verbreking van iedere band waarmee de zonde de mens bindt aan het mysterium iniquitatis.

    Zij die zich bekeren worden dus door de H. Geest buiten de ruimte van het ´oordeel' geleid en binnengevoerd in de gerechtigheid die in Christus Jezus is, omdat Hij haar van de Vader ontvangt, als afstraling van de heiligheid van de Drie-eenheid. Dit is de gerechtigheid van het evangelie en de verlossing, de gerechtigheid van de Bergrede en het kruis, die de zuivering van het geweten bewerkt door het bloed van het Lam. Het is de gerechtigheid die de Vader laat wedervaren aan de Zoon en aan allen die met Hem in waarheid en liefde verenigd zijn.

    De H. Geest, de Geest van de Vader en de Zoon, die ´de wereld het overtuigend bewijs van wat zonde is', openbaart zich in deze gerechtigheid en komt daarmee in de mens als Geest van eeuwig leven.

    DEEL 3: De Geest die het leven geeft

    1 Het motief voor het jubileum van het jaar tweeduizend: Christus die ontvangen is van de H. Geest

    49 De gedachte en het hart van de Kerk richten zich op de H. Geest op dit einde van de 20e eeuw en in het vooruitzicht van het 3e millennium vanaf de komst van Jezus Christus in de wereld, terwijl wij uitzien naar het grote jubileum waarmee de Kerk deze gebeurtenis zal vieren. De komst van Christus wordt vervolgens de menselijke tijdrekening gemeten als een gebeurtenis die tot de geschiedenis van de mens op aarde behoort. De algemeen gebruikelijke tijdmaat berekent de jaren, eeuwen en millennia als verlopen voor en na de geboorte van Christus. Maar mens moet niet vergeten dat deze gebeurtenis voor ons, christenen, volgens de apostel de ´volheid van de tijd' betekent, omdat daarmee de ´maat' van God zelfvolledig in de mensengeschiedenis is doorgedrongen; een transcendente aanwezigheid in het eeuwige Nu.

    ´Hij die is, die was en die komt', Hij die ´de Alfa en de Omega is, de eerste en de laatste, de oorsprong en het einde' (Apok. 1:8; Apok. 22:13). ´Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben' (Joh. 3:16). 'Maar toen de volheid van de tijd was gekomen, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw...opdat wij de rang van zonen zouden krijgen' (Gal. 4:4 s). En deze menswording van de Zoon, het Woord, is geschied in de H. Geest. De twee evangelisten aan wie wij het verhaal van de geboorte en de jeugd van Jezus van Nazaret te danken hebben, spreken zich hierover op dezelfde wijze uit. Volgens Lucas vraagt Maria bij de aankondiging van de geboorte van Jezus: 

    ´Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man', en ontvangt zij dit antwoord: ´De H. Geest zal over u komen en de kracht van de allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God' (Lc. 1:34 s) . Mattheüs verhaalt rechtstreeks: ´De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze. Toen zijn Moeder Maria verloofd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger van de H. Geest' (Mt. 1:18). Jozef, die hierdoor ontsteld is, krijgt in de slaap de volgende uitleg: ´Wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen; het kind in haar schoot is van de H. Geest. Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden' (Mt. 1:20 s).

    Daarom belijdt de Kerk vanaf het begin het mysterie van de menswording, dit centrale mysterie van het geloof, onder verwijzing naar de H. Geest. De apostolische geloofsbelijdenis zegt: ´Die ontvangen is van de H. Geest, geboren uit de Maagd Maria'. En de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel zegt eveneens: ´Hij heeft het vlees aangenomen door de H. Geest uit de Maagd Maria, en is mens geworden'. ´Door de H. Geest is mens geworden Hij van wie de Kerk in dezelfde geloofsbelijdenis belijdt dat Hij de Zoon is die één in wezen is met de Vader: ´God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen'. Hij is mens geworden ´door het vlees aan te nemen uit de Maagd Maria'. Ziedaar wat er is geschied toen ´de volheid was gekomen'.

    50 Het grote jubileum dat het tweede millennium zal besluiten en waarop de Kerk zich reeds voorbereidt, heeft een direct christologisch karakter: het gaat immers om de viering van de geboorte van Jezus Christus. Het heeft tevens een pneumatologisch karakter, omdat het mysterie van de menswording geschied is, ´door de H. Geest'. Het is ´bewerkt' door de Geest die, één in wezen met de Vader en de Zoon, in het absolute mysterie van de drie-ene God de Persoon is die liefde is, de ongeschapen gave die de eeuwige bron is van iedere schenking welke van God komt in de orde van de schepping, en het onmiddellijk beginsel en in zekere zin het subject van de zelfmededeling van God in de orde van de genade. Het mysterie van de menswording vormt het hoogtepunt van deze schenking, van deze goddelijke zelfmededeling. De ontvangenis en de geboorte van Jezus Christus zijn het grootste werk dat de H. Geest verricht heeft in de geschiedenis van de schepping en van het heil: de hoogste genade – gratia unionis – genade van vereniging -, bron van alle genaden, zoals Sint Thomas verklaart. Het grote jubileum heeft betrekking op dit werk en ook – als wij tot het diepste ervan doordringen – op de bewerker van dit werk, op de Persoon van de H. Geest.

    Aan de ´volheid van de tijd' beantwoordt waarlijk een bijzondere volheid van de zelfmededeling van de drie-ene God in de H. Geest. ´Door de H. Geest' voltrekt zich het mysterie van de hypostatische vereniging – dat wil zeggen van de vereniging van de goddelijke en de menselijke natuur, van de godheid en de mensheid, in de ene Persoon van het Woord, de Zoon, Toen Maria op het ogenblik van de aankondiging haar ´fiat' uitsprak: ´Mij geschiede naar uw woord' (Lc. 1:38) , ontving zij op maagdelijke wijze een mens, de Mensenzoon, die Zoon van God is. Door deze ´vermenselijking' van het Woord, de Zoon, bereikt de zelfmededeling van God haar definitieve volheid in de geschiedenis van de schepping en van het heil.

    Deze volheid wordt bijzonder kernachtig en welsprekend uitgedrukt in de tekst van het evangelie van Johannes: ´Het Woord is vlees geworden' (Joh. 1:14) . De menswording van God de Zoon betekent dat niet alleen de menselijke natuur in de eenheid met God wordt opgenomen, maar daarin in zekere zin alles wat ´vlees' is: heel de mensheid, heel de onzichtbare en stoffelijke wereld. De menswording heeft dus ook kosmische betekenis, een kosmische dimensie. De ´eerstgeborene van heel de schepping' (Kol. 1:15) verenigt zich door in de individuele mensheid van Christus mens te worden op zekere wijze met de gehele werkelijkheid van de mens, die ook ´vlees' is (Gen. 9:11; Deut. 5:26; Job. 34:15; Ps. 145:21; Jes. 40:6; Jes. 52:10; Lc. 3:6; 1 Petr. 1:24) , en daarin met alle ´vlees', met heel de schepping.

    51 Dit alles voltrekt zich door de H. Geest en behoort dus tot de inhoud van het komende jubileum . De Kerk kan zich daarop niet anders voorbereiden dan in de H. Geest. Wat zich ´op de volheid van de tijd' voltrokken heeft door de H. Geest, kan nu alleen door Hem oprijzen uit het geheugen van de Kerk. Door Hem kan het tegenwoordig gesteld worden in de nieuwe fase van de geschiedenis van de mens op aarde: het jaar tweeduizend na de geboorte van Christus.

    Toen de H. Geest met zijn kracht het maagdelijke lichaam van Maria overschaduwde en in haar het goddelijk moederschap een aanvang nam, maakte Hij tegelijk haar hart volkomen gehoorzaam tegenover de zelfmededeling van God die alle begrip en alle mogelijkheden van de mens te boven gaat. ´Zalig zij die geloofd heeft' (Lc. 1:45) : zo wordt Maria begroet door haar nicht Elisabet die ook ´vervuld was met de H. Geest'. In de begroetingswoorden tot haar die ´geloofd heeft' lijkt zich een vaag (maar in werkelijkheid zeer strikt) contrast af te tekenen met allen van wie Christus zal zeggen dat ´zij niet geloofd hebben'.

    Maria is de geschiedenis van het heil van de wereld binnengegaan door de gehoorzaamheid van het geloof. En het geloof is in diepste wezen een openstaan van het mensenhart voor de gave: voor de zelfmededeling van God in de H. Geest. Sint Paulus schrijft: ´De Heer is de Geest en waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid' (2 Kor. 3:17). Als de drie-ene God zich opent voor de mens in de H. Geest, dan openbaart en schenkt dit aan het schepsel, de mens, de volheid van de vrijheid. Deze heeft op zich sublieme wijze uitgedrukt door middel van het geloof van Maria, door middel van de ´gehoorzaamheid van het geloof': waarlijk ´zalig zij die geloofd heeft'.

    2 Het motief van het jubileum: de genade is verschenen

    52 Het werk van de Geest die het leven geeft bereikt zijn hoogtepunt in het mysterie van menswording. Het is alleen mogelijk het leven dat in God is in heel zijn volheid, te geven door er het leven van het maken van een Mens, zoals Christus is in zijn mensheid waarvan het Woord de persoon is in de hypostatische vereniging. Met de menswording gaat tevens op een nieuwe wijze de bron open van dit goddelijke leven in de geschiedenis van de mensheid: de H. Geest. Het Woord, ´de eerstgeborene van heel de schepping', wordt ´de eerstgeborene onder vele broeders' (Rom. 8:29) , en zo wordt Hij ook het hoofd van het lichaam dat de Kerk is, die op het kruis geboren en op Pinksteren geopenbaard zal worden – en in de Kerk het hoofd van de mensheid: van de mensen van alle naties, van alle rassen, van alle landen en culturen, van alle talen en werelddelen, allen geroepen tot het heil. ´Het Woord is vlees geworden (het Woord in wie) het leven was en dat leven was het licht der mensen... Aan allen die Hem aanvaarden...gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden'. Dit alles is bewerkt en wordt onophoudelijk bewerkt ´door de H. Geest'.

    ´Kinderen van God' zijn immers, zoals de apostel leert, ´allen die zich laten leiden door de Geest van God'. Het kindschap door goddelijke aanneming wordt in de mensen geboren op grond van het mysterie van de menswording, dank zij Christus dus, de eeuwige Zoon. Maar de geboorte of wedergeboorte vindt plaats wanneer God de Vader ´de Geest van zijn Zoon in ons hart zendt'. Want dan ´ontvangen wij een geest van kindschap die ons doet roepen: Abba, Vader!' (Rom. 8:15) . Daarom is het kindschap Gods dat door de heiligmakende genade in de menselijke ziel wordt gelegd, werk van de H. Geest. ´De Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest dat wij kinderen van God zijn. Maar als wij kinderen zijn, dan ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God, tezamen met Christus' (Rom. 8:16 s). De heiligmakende genade is in de mens het beginsel en de bron van het nieuwe leven: goddelijk, bovennatuurlijk leven.

    De schenking van dit nieuwe leven is als het definitieve antwoord van God op de woorden van de psalmist waarin op zekere wijze de stem van alle schepselen doorklinkt: ´Als Gij uw Geest zendt, zal alles herschapen worden en zult Ge het aanschijn van de aarde vernieuwen' (Ps. 104:30) . Hij die in het mysterie van de schepping aan de mens en aan heelal het leven geeft in zijn vele zichtbare en onzichtbare vormen, vernieuwt dit ook door het mysterie van de menswording. Zo wordt hierdoor de schepping vervolmaakt waarin de krachten van de verlossing doordringen die de mensen en al wat geschapen is aangrijpen. Dit zegt ons Sint Paulus wiens kosmisch-theologische visie het woord van de oude psalmist lijkt te hernemen: de schepping ´verlangt vurig naar de openbaring van Gods kinderen' (Rom. 8:19) ofwel van hen die God ´tevoren heeft gekend' en ook ´tevoren bestemd heeft tot gelijkvormigheid met het beeld van zijn Zoon' (Rom. 8:29).

    Zo is er een bovennatuurlijke ´adoptie' van de mensen waarvan de bron de H. Geest is, de liefde en de gave. Als zodanig wordt Hij aan de mens geschonken. En in de overvloed van de ongeschapen gave vangt in het hart van ieder mens de speciale geschapen schenking aan waardoor de mensen ´deel krijgen aan Gods eigen wezen'. Zo wordt het menselijke leven door deelname doortrokken van het goddelijke leven en krijgt het ook een goddelijke, bovennatuurlijke dimensie. Dan is er het nieuwe leven, waarin de mensen door de deelname aan het mysterie van de menswording 'in de H. Geest toegang hebben tot de Vader'. Er is dus een nauw verband tussen de Geest die het leven geeft, en de heiligmakende genade en de vele bovennatuurlijke levenskrachten die hieruit voortvloeien in de mens: tussen de ongeschapen Geest en de geschapen menselijke geest.

    53 Men kan zeggen dat dit alles onder het grote jubileum valt. Men dient inderdaad de historische dimensie van het gebeuren, de buitenkant ervan, te overstijgen. Men moet in de christologische inhoud ervan doordringen tot de pneumatologische dimensie en met de blik van het geloof de tweeduizendjarige werking van de Geest der waarheid omvatten, die door de eeuwen heen uit de schat van de verlossing van Christus heeft geput, aan de mensen het nieuwe leven heeft gegeven, in hen de ´de aanneming tot kinderen in de eniggeboren Zoon heeft bewerkt en hen heeft geheiligd, zodat zij met de H. Paulus kunnen herhalen: ´Wij hebben de Geest ontvangen die van God komt' .

    Maar als men van dit motief voor het jubileum uitgaat, is het niet mogelijk zich te beperken tot de tweeduizend jaren die verlopen zijn sinds de geboorte van Christus. Men dient verder terug te gaan en heel de werking van de H. Geest te omvatten, ook vóór Christus – vanaf het begin, in heel de wereld en in het bijzonder in het bestel van het Oude Verbond. Deze werking heeft zich immers op iedere plaats en in iedere tijd, ja in iedere mens, ontplooid volgens het eeuwige heilsplan dat haar nauw verbonden heeft met het mysterie van de menswording en de verlossing dat op zijn beurt zijn invloed reeds uitgeoefend heeft op hen die in de komende Christus geloofden. Dit wordt op speciale wijze bevestigd in de brief aan de Efeziërs. Daarom heeft de genade zowel een christologisch als pneumatologisch karakter wat vooral bewaarheid wordt in hen die Christus uitdrukkelijk aanhangen: ´In Hem (in Christus) zijt gij ook... verzegeld met de H. Geest der belofte, die het onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van Gods eigen volk' (Ef. 1:13 s) .

    Maar steeds in het vooruitzicht van het grote jubileum moeten wij ook ver ´in de breedte' kijken en gaan, in de wetenschap dat ´de wind blaast waarheen hij wil', volgens het beeld dat Jezus gebruikt heeft in zijn gesprek met Nicodemus. Het Tweede Vaticaans Concilie dat zijn aandacht vooral op het thema van de Kerk heeft gericht, herinnert ons aan de werking van de H. Geest ook ´buiten' het zichtbare lichaam van Christus. Het spreekt van ´alle goedwillende mensen, in wier hart de genade op onzichtbare wijze werkt. Daar Christus immers voor allen gestorven is en daar er voor alle mensen slechts één uiteindelijke roeping is, namelijk een goddelijke, moeten wij eraan vasthouden, dat de H. Geest aan allen de mogelijkheid schenkt om, op een wijze die aan God bekend is, aan dit paasmysterie deel te hebben'.

    54 ´God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in geest en waarheid aanbidden' (Joh. 4:24) . Deze woorden heeft Jezus gesproken in een ander heilzaam gesprek, dat met de Samaritaanse. Het grote jubileum dat gevierd zal worden aan het einde van dit millennium en het begin van het volgende, moet een krachtige oproep betekenen, gericht aan allen die ´God in geest en waarheid aanbidden'. Het moet voor allen een bijzondere gelegenheid zijn om na te denken over het mysterie van de drie-ene God, die in zichzelf geheel transcendent is ten opzichte van de wereld, speciaal van de zichtbare wereld; Hij is immers volmaakte Geest: ´God is Geest' (Ibid.) Tegelijk is Hij op bewonderenswaardige wijze niet slechts deze wereld nabij, maar hierin ook aanwezig en in zekere zin immanent; Hij doordringt haar en maakt haar van binnen uit levend.

    Dit geldt bijzonder voorde mens: God is in het innerlijk van zijn wezen als gedachte, geweten en hart; een psychologische en ontologische werkelijkheid bij de beschouwing waarvan Sint Augustinus zei dat Hij ´interior intimo meo' – dieper in mij dan mijn eigen innerlijk – is. Deze woorden helpen ons beter de woorden te begrijpen die Jezus tot de Samaritaanse heeft gericht: ´God is geest'. Alleen de Geest kan interior intimo meo zijn, hetzij in het wezen hetzij in de geestelijke ervaring; alleen de Geest kan zozeer immanent zijn in de mens en in de wereld, terwijl Hij onaantastbaar en onveranderlijk blijft in zijn absolute transcendentie. Maar in Jezus Christus is de goddelijke tegenwoordigheid in de wereld en in de mens op een nieuwe en zichtbare wijze verschenen. In Hem is waarlijk ´de genade verschenen'.

    De liefde van God de Vader, gave, oneindige genade, beginsel van leven, is verschenen in Christus, en in zijn mensheid is zij ´deel' uit gaan maken van het heelal, van het menselijke geslacht, van de geschiedenis. Deze ´verschijning' van de genade in de mensengeschiedenis door Jezus Christus heeft zich voltrokken door het werk van de H. Geest, die het beginsel is van heel het heilswerk van God in de wereld: Hij, de verborgen God', die als liefde en gave ´het aardrijk vervult'. Heel het leven van de Kerk dat zich in het grote jubileum uiten zal, betekent de verborgen God tegemoet gaan: de Geest die het leven geeft, tegemoet gaan.

    3 De H. Geest in het innerlijke conflict van de mens: het vlees begeert tegen de Geest en de Geest tegen het vlees

    55 Het blijkt helaas uit de heilsgeschiedenis dat deze komst en deze aanwezigheid van God in de mens en de wereld, de bewonderenswaardige nederdaling van de Geest in onze menselijke realiteit verzet en tegenstand ontmoet. Hoe welsprekend zijn in dit opzicht de profetische woorden van de oude Simeon die in Jeruzalem door de Geest gedreven naar de tempel was gekomen om tegenover de Nieuwgeborene van Bethlehem te verkondigen dat ´Hij bestemd is tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt' (Lc. 2:27.34) . Het verzet tegen God die onzichtbare Geest is, ontstaat in zekere mate reeds op het gebied van het radicale verschil tussen de wereld en Hem, tussen haar ´zichtbaarheid' en ´stoffelijkheid' en Hem, ´onzichtbare' en ´absolute Geest'; tussen de onvermijdelijke onvolmaaktheid die haar wezen eigen is, en Hem, het allervolmaaktste wezen. Maar de tegenstand wordt conflict, opstand op ethisch gebied, door de zonde die bezit neemt van het menselijke hart, waarin ´het vlees begeert tegen de Geest en de Geest tegen het vlees' (Gal. 5:17) .

    Van deze zonde moet de H. Geest ´de wereld het overtuigend bewijs leveren', zoals wij gezegd hebben. De H. Paulus beschrijft op bijzonder welsprekende wijze de spanning en de strijd die het mensenhart in beroering brengen. ´Ik bedoel dit', lezen wij in de brief aan de Galaten, ´leef naar de Geest, dan zult ge de begeerte van het vlees niet volvoeren. Want het vlees begeert tegen de Geest en de Geest tegen het vlees, want zij zijn elkaars tegenstanders, zodat ge niet doet, wat ge zoudt willen' (Gal. 5:16 s) . Er bestaat reeds een zekere spanning, er is reeds een zekere strijd tussen het streven van de ´geest' en van het ´vlees in de mens als samengesteld, geestelijk-lichamelijk wezen. Maar in feite behoort dit tot de erfenis van de zonde, is het daar een gevolg en tevens een bevestiging van. Het maakt deel uit van de dagelijkse ervaring. Zoals de apostel schrijft: ´De uitingen van het vlees zijn bekend: ontucht, onreinheid, losbandigheid... drinkgelagen, orgieën, en dergelijke'. Dit zijn de zonden die men ´vleselijk' zonden zou kunnen noemen. Maar de apostel voegt er nog andere aan toe: ´vijandschap, twist, uitbarstingen van woede, intriges, ruzies, partijschappen, jaloersheden'. Dit alles vormt ´de werken van het vlees'.

    Maar tegenover deze ongetwijfeld slechte werken stelt Paulus ´de vruchten van de Geest': ´liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid' (Gal. 5:22 s) . Uit de context blijkt duidelijk dat het voor de apostel niet gaat om discriminatie en veroordeling van het lichaam, dat met de geestelijke ziel de natuur van de mens en zijn persoonlijk wezen vormt; hij spreekt integendeel over de werken – of beter over de blijvende gesteltenissen, deugden en ondeugden – die zedelijk goed of slecht zijn, die vrucht zijn van onderwerping aan (in het eerste geval) of verzet tegen (in het tweede geval) het heilshandelen van de H. Geest. Daarom schrijft de apostel: ´Daar wij leven door de Geest, willen wij ook leven volgens de Geest' (Gal. 5:25) . En in andere passages: ´Zij die leven volgens het vlees, zinnen op wat het vlees wil. Die geleid worden door de Geest, zinnen op de dingen van de Geest'; ´uw bestaan wordt... beheerst... door de Geest, omdat de Geest van God in u woont' De tegenstelling die de H. Paulus vaststelt tussen het leven ´volgens de Geest' en het leven ´volgens het vlees', brengt een verdere tegenstelling voort: die tussen het ´leven' en de ´dood'´Het streven van het vlees loopt uit op de dood, het streven van de Geest op leven en vrede'; vandaar de waarschuwing: ´Als gij volgens het vlees leeft, zult gij zeker sterven. Maar als gij door de Geest de praktijken van de zelfzucht doodt, zult gij leven' (Rom. 8: 6.13).

    Welbeschouwd is dit een aansporing om in de waarheid te leven, dus volgens de eisen van het rechte geweten; tegelijk is het een belijdenis van het geloof in de Geest der waarheid, in Hem die het leven geeft. Het lichaam is inderdaad ´door de zonde de dood gewijd, maar uw geest leeft dank zij de gerechtigheid'; ´wij zijn dus schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven' (Rom. 8:10.12) . Wij zijn eerder schuldenaars van Christus die in het paasmysterie onze rechtvaardiging bewerkt heeft en voor ons de H. Geest verworven heeft: ´Wij zijn gekocht en de prijs is betaald'.

    De ontologische dimensie (het vlees en de geest), de ethische dimensie (het morele goed en kwaad) en de pneumatologische dimensie (de werking van de H. Geest in de orde van genade) grijpen in de teksten van Sint Paulus in elkaar en doordringen elkaar. Zijn woorden (vooral in de brieven aan de Romeinen en aan de Galaten) doen ons de omvang kennen en aanvoelen van de spanning en de strijd die zich ontplooien in de mens tussen de openheid voor de werking van de H. Geest en het verzet en de weerstand tegen Hem, tegen zijn heilsgave. Tegenover elkaar staan, van de kant van de mens, zijn beperktheid en zondigheid, knelpunten van zijn psychologische en ethische werkelijkheid, en, van de kant van God, het mysterie van de gave, het onophoudelijke schenken van het goddelijke leven in de H. Geest. Aan wie zal de overwinning zijn? Aan degene die de gave zal hebben weten te ontvangen.

    56 De weerstand tegen de H. Geest, waarvan de H. Paulus de innerlijke en subjectieve dimensie benadrukt als spanning, strijd en opstand in het menselijke hart, vindt helaas in de verschillende tijdperken van de geschiedenis en speciaal in het moderne tijdvak zijn uiterlijke dimensie, doordat hij concrete gestalte aanneemt als inhoud van cultuur en beschaving, als filosofisch systeem, als ideologie, als program van actie en van vorming van het menselijke gedrag. Hij vindt zijn voornaamste uitdrukking in het materialisme, hetzij in zijn theoretische vorm als denksysteem, hetzij in zijn praktische vorm als methode van lezing en beoordeling van de feiten en bovendien als programma van daarop afgestemd gedrag. Het systeem dat deze vorm van denken, ideologie en praktijk het meest ontwikkeld en tot zijn uiterste praktische consequenties doorgevoerd heeft, is het dialectisch en historisch materialisme dat nog steeds erkend wordt als de vitale kern van het marxisme.

    Principieel en in feite sluit het marxisme radicaal de aanwezigheid en de werking van God die geest is, uit in de wereld en vooral in de mens, om de fundamentele reden dat het zijn bestaan niet aanneemt, daar het volgens zijn wezen en zijn program een atheïstisch systeem is. Aan dit verontrustende verschijnsel van onze tijd heeft het Tweede Vaticaans Concilie enige belangrijke bladzijden gewijd: het atheïsme. Ook al kan men niet in een enkele betekenis van atheïsme spreken noch het uitsluitend herleiden tot de materialistische filosofie, aangezien er verschillende vormen van atheïsme bestaan en men wellicht kan zeggen dat de term dikwijls in meer betekenissen wordt gebruikt, toch is het zeker dat een echt en eigenlijk materialisme, bedoeld als theorie die de werkelijkheid verklaart, en opgevat als hoofdbeginsel voor het persoonlijk en maatschappelijk handelen, een atheïstisch karakter heeft. De horizon waartegen zijn waarden en doelstellingen voor het handelen zich aftekenen, is nauw verweven met de interpretatie van de gehele werkelijkheid als “materie”.

    Als het soms ook over de “geest” en over de “vraagstukken van de geest” spreekt, bijvoorbeeld op het gebied van de cultuur of de moraal, dan doet het dit slechts voor zover het bepaalde feiten als afgeleid van de materie beschouwt, welke volgens dit systeem de enige en uitsluitende vorm van zijn is. Hieruit volgt dat volgens deze interpretatie de godsdienst alleen maar opgevat kan worden als een soort “idealistische illusie” die bestreden moet worden op de wijzen en met de methoden die het meest geschikt zijn volgens de plaatsen en de historische omstandigheden, om haar uit de maatschappij en uit het hart van de mens te bannen.

    Daarom kan men zeggen dat het materialisme de systematische en consequente ontwikkeling is van het “verzet” en de tegenstand die door de H. Paulus aangeduid zijn met de woorden “het vlees begeert tegen de Geest”. Deze conflictsituatie is echter wederkerig, zoals de apostel doet uitkomen in het tweede gedeelte van zijn gezegde: “de Geest begeert tegen het vlees”. Wie wil leven naar de Geest, door diens heilswerk te aanvaarden en daaraan te beantwoorden, moet de innerlijke en uiterlijke strevingen en aanspraken van het “vlees” afwijzen, ook in zijn ideologische en historische uitdrukkingsvorm van antigodsdienstig “materialisme”. Tegen deze achtergrond die zo kenmerkend is voor onze tijd, moet men het “begeren van de Geest” benadrukken bij de voorbereiding van het grote jubileum, als een oproep die weerklinkt in de nacht van de nieuwe adventstijd, aan het eind waarvan “heel de mensheid Gods redding zal zien” (Lc. 3:6), zoals 2000 jaar geleden.

    Deze mogelijkheid en deze hoop vertrouwt de Kerk toe aan de mensen van nu. Zij weet dat de ontmoeting-botsing tussen het “begeren tegen de Geest” dat zovele aspecten van de huidige beschaving kenmerkt, speciaal in bepaalde kringen, en het “begeren tegen het vlees” met de komst van God, zijn incarnatie, zijn altijd nieuwe zelfmededeling in de H. Geest, in veel gevallen een dramatisch karakter kan vertonen en misschien kan verkeren in nieuwe menselijke nederlagen. Maar zij gelooft vast dat het van Gods kant steeds een zelfmededeling, een komst is die heil brengt, en meer dan ooit een heilzaam “aantonen van de zonde” is door de H. Geest.

    57 In de paulijnse tegenstelling tussen de “Geest” en het “vlees” en de “dood” begrepen. Dit is een ernstig probleem en in verband hiermee moet men onmiddellijk zeggen dat het materialisme als denksysteem in al zijn vormen de aanvaarding betekent van de dood als definitief einde van het menselijke bestaan. Alles wat stoffelijk is, is vergankelijk en daarom is het menselijke lichaam sterfelijk. Als de mens wezenlijk alleen “vlees” is, blijft de dood voor hem een grens die hij niet kan overschrijden. Dan begrijpt men hoe men kan zeggen dat het menselijke leven uitsluitend “een bestaan om te sterven” is. Men moet hieraan toevoegen dat aan de horizon van de huidige beschaving, vooral van de in technisch-wetenschappelijke zin hoger ontwikkelde beschaving, de tekenen en de signalen van de dood in grote getale aanwezig zijn. Het volstaat te denken aan de bewapeningswedloop en aan het daaraan verbonden gevaar van nucleaire zelfvernietiging.

    Van de andere kant is de ernstige situatie van uitgestrekte gebieden van onze planeet welke getekend zijn door honger en gebrek die de dood brengen, voor allen steeds duidelijker geworden. Het gaat om problemen die niet alleen van economische aard zijn, maar ook en vooral van ethische aard. Maar aan de horizon van ons tijdperk trekken zich nog donkerdere “tekenen van de dood” samen: de gewoonte heeft zich verbreid – en op sommige plaatsen dreigt het bijna een instelling te worden – om menselijke wezens van het leven te beroven nog vóór hun geboorte of ook voordat zij aan het natuurlijke einde van het leven gekomen zijn. En ondanks veel edelmoedige inzet voor de vrede zijn er nieuwe oorlogen uitgebroken die honderdduizenden mensen van het leven of van de gezondheid beroven. Om niet de aanslagen op het menselijk leven te vergeten door het terrorisme dat ook op internationale schaal georganiseerd is.

    Dit is helaas slechts een gedeeltelijke en onvolledige schets van het schilderij van de dood dat in ons tijdperk vervaardigd wordt, terwijl wij steeds dichter bij het einde van het tweede millennium komen. Stijgt uit de sombere tinten van de materialistische beschaving en vooral uit de “tekenen van de dood” die zich vermenigvuldigen in het sociologische en historische kader van die beschaving, soms niet een nieuwe, min of meer bewuste smeekbede op tot de Geest die het leven geeft? Ook onafhankelijk van de grootte van de menselijke hoop of wanhoop, alsook van de illusies of het bedrog, voorkomend uit de verspreiding van de materialistische denk- en levensvormen, blijft in ieder geval de christelijke zekerheid dat de Geest blaast waarheen Hij wil en dat wij de “eerstelingen van de Geest” hebben ontvangen. Wij kunnen onderworpen zijn aan het lijden van de tijd die voorbijgaat, maar “zuchten in ons innerlijk...wachtend op de verlossing van ons lichaam” ofwel van heel ons menselijk wezen dat lichamelijk en geestelijk is.

    Ja, wij zuchten, maar in een verwachting vol onvergankelijke hoop, omdat God die Geest is, tot dit menselijke wezen is gekomen. God de Vader heeft zijn Zoon gezonden “in de gestalte van het vlees der zonde en omwille van de zonde: Hij heeft in het vlees zelf de zonde gevonnist” (Rom. 8:3). Op het hoogtepunt van het paasmysterie is Gods Zoon, die mens is geworden en gekruisigd is voor de zonden van de wereld, na zijn verrijzenis aan de apostelen verschenen, heeft over hen geblazen en gezegd: “Ontvangt de H. Geest”. Dit “blazen” gaat altijd door. En zie “de Geest komt onze zwakheid te hulp” (Rom. 8:26) .

    4 De H. Geest sterkt het diepste wezen van de mens

    58 De Kerk die het getuigenis van de apostelen over de verrijzenis van Jezus Christus erft en voortzet, verkondigt het mysterie van de verrijzenis en van Pinksteren en leeft daaruit. Zij getuigt voortdurend van deze overwinning op de dood, die de kracht van de H. Geest geopenbaard en zijn nieuwe komst bepaald heeft, zijn nieuwe aanwezigheid in de mensen en de wereld. In de verrijzenis van Christus heeft de H. Geest zich immers vooral geopenbaard als degene die het leven geeft: “Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, zal ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft” (Rom. 8:11). In naam van de verrijzenis van Christus verkondigt de Kerk het leven dat verschenen is over de grens van de dood heen, het leven dat sterker is dan de dood. Zij verkondigt tegelijk degene die dit leven geeft: de levendmakende Geest; zij verkondigt Hem en werkt met Hem samen om het leven te geven. Want al is “het lichaam...dood door de zonde, de geest leeft dank zij de gerechtigheid” (Rom. 8:10) , die bewerkt is door de gekruisigde en verrezen Christus. En in naam van de verrijzenis van Christus dient de Kerk het leven dat van God zelf komt, in nauwe vereniging met en in nederige dienst van de Geest.

    Juist door deze dienst wordt de mens op steeds nieuwe wijze de “weg van de Kerk”, zoals ik reeds gezegd heb in de encycliek over Christus, de Verlosser en nu in deze encycliek herhaal. Verenigd met de Geest is de Kerk zich bovenal bewust van de werkelijkheid van de innerlijke mens, van wat in de mens het meest diep en wezenlijk is omdat het geestelijk en onvergankelijk is. Hierin plant de Geest “die het leven geeft”, de wortel der onsterfelijkheid”, waaruit het nieuwe leven opkomt: het leven van de mens in God dat als vrucht van de heilbrengende zelfmededeling van God in de H. Geest zich alleen ontwikkelen en versterken kan onder zijn werking. Daarom wendt de apostel zich tot God ten gunste van de gelovigen tegenover wie hij verklaart: “Ik buig mijn knieën voor de Vader...Moge Hij u...geven dat uw diepste wezen machtig door zijn Geest wordt gesterkt”.

    Onder de invloed van de H. Geest wordt dit diepste wezen van de mens, de “geestelijke” mens, rijp en sterk. Dank zij de goddelijke zelfmededeling ontmoet de menselijke geest die “de geheimen van de mens” kent, die “Geest die de diepste geheimen van God doorgrondt”. In deze Geest die de eeuwige gave is, opent de drie-ene God zich voor de mens, voor de menselijke geest. De verborgen inspiratie van de goddelijke Geest maakt dat de menselijke geest op zijn beurt zich openstelt voor God die heil brengt en heilig maakt. Door de gave van de genade die van de Geest komt, treedt de mens binnen in “een nieuw leven”, wordt hij binnengeleid in de bovennatuurlijke werkelijkheid van het goddelijke leven en wordt hij “verblijf van de H. Geest”, “levende tempel van God”. Want door de H. Geest komen de Vader en de Zoon tot hem en nemen Zij verblijf bij hem. In de genadegemeenschap met de Drie-eenheid breidt de “levensruimte” van de mens zich uit en wordt deze verheven tot het bovennatuurlijke niveau van het goddelijke leven. De mens leeft in God en van God: hij leeft “volgens de Geest” en “zint op de dingen van de Geest”.






    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs