De
vrijgevigheid van de H. Maria - Maria van Agreda
“Zij heeft haar hand geopend voor de arme en haar had naar
de behoefte uitgestrekt.” De voorzichtige vrouw en moeder van het gezin toont
grote moed door vrijgevig te zijn tegenover de armen, nooit toe te geven aan
inzinkingen van de geest of lafhartig gebrek aan vertrouwen te koesteren uit
vrees, dat wegens haar aalmoezen haar eigen gezin iets zou moeten ontberen;
want het krachtigste middel tot vermeerdering van alle bezittingen is daarvan
afstand te doen aan de behoeftigen van Christus, die weet, hoe Hij deze daden
in dit leven, honderdvoudig kan belonen. De allerheiligste Maria gaf aan de
armen en aan de tempel van de erfenis van haar ouders, verder gaf Zij de vrucht
van haar handen voor de werken der barmhartigheid, want zonder de bijdrage van
haar persoonlijke inspanning en haar werk had Zij haar tedere en vrijgevige
liefde voor de armen niet kunnen bevredigen. Het is geen wonder, dat de
vrekkige wereld van heden gebrek en armoede lijdt in wereldse zaken, want de
mensen schieten veel te kort in vriendelijkheid en medelijden met de armen: zij
gebruiken datgene, wat God schiep voor het onderhoud der behoeftigen en voor de
redding der rijken slechts voor de bevrediging van hun ijdelheden.
|