|
Maria van Agreda - Mystieke Stad Gods
Hoe de
Almachtige het decreet over de Ontvangenis van de Allerheiligste Maria aan de
H. engelen bekend maakte
God, de Vader, de Zoon en de H. Geest
De drie goddelijke Personen spraken tot de H. Engelen:
Wij hebben, in onze goedheid, besloten dat de Persoon van
het Woord mens zal worden, en dat door Hem het hele menselijke ras een
geneesmiddel zal vinden. Wij hebben dit reeds geopenbaard aan onze dienaren, de
Profeten, opdat zij dit aan de hele wereld bekend zouden maken. De zonden en de
boosaardigheden van de mensen hebben zon afmetingen aangenomen, dat Wij als
het ware in bedwang worden gehouden door Onze strikte rechtvaardigheid. Maar
onze goedheid en barmhartigheid is groter dan hun euveldaden, die niet in staat
zijn onze liefde voor de mensheid te doden. Wij zullen met mededogen neerzien
op de werken van Onze handen, die Wij naar ons beeld en gelijkenis hebben
geschapen, zodat zij erfgenamen en deelgenoten kunnen worden van onze eeuwige
glorie. Wij zullen grote aandacht schenken aan de diensten, door onze dienaren
en vrienden, tot Onze vreugde, aan Ons bewezen, en het grote aantal van
diegenen bekijken, die zich zullen onderscheiden in Onze vriendschap en Onze
lofspraak.
En boven alles willen wij Haar voor ogen hebben, die de
Uitverkorene is, aanvaardbaar boven alle schepselen voor Onze verlustiging en
verrukking, omdat Zij degene zal zijn, die de Persoon van het Woord in Haar
schoot zal ontvangen, en Hem met het menselijk vlees zal bekleden. Er dient een
begin te worden gemaakt met het werk, waardoor Wij de schatten der Godheid
zullen gaan openbaren aan de wereld, en nu is het passende en aanvaardbare
ogenblik daartoe gekomen. Joachim en Anna hebben in onze ogen genade gevonden.
Wij zien met welgevallen op hen neer en zullen hen met uitgezochte gaven en
genaden verrijken. Zij zijn steeds trouw geweest, standvastig in hun
moeilijkheden, en hun zielen zijn door hun eenvoud en eerlijkheid welgevallig
geworden aan Ons. Laat Gabriel, als onze afgezant, hen de vreugdetijding gaan
brengen, voor hen, maar ook voor het hele menselijk geslacht. Laat hij hen
verkondigen, dat Wij hen in onze goedheid hebben uitverkoren.
Zo werden de engelen ingelicht over de wil en het decreet
van de Almachtige. (
)
Er is voor God geen verleden of toekomst omdat alle dingen
aanwezig zijn in Zijn goddelijk oneindig groot verstand, en Hij doorgrondt alle
dingen in 1 eenvoudige daad. Maar we kunnen zeggen dat Zijne Majesteit zich de
decreten over de schepping van een Moeder die waardig zou zijn voor het
mensgeworden Woord, herinnerde. Toen de passende tijd aangebroken was,
beraadslaagden de drie goddelijke Personen met elkaar en zeiden:
Nu is de tijd gekomen, waarop Wij het Ons welgevallig werk
kunnen beginnen, en Wij dat zuivere Schepsel, dat genade zal vinden in Onze
ogen, boven al het andere geschapenen, in bestaan kunnen roepen. Laten Wij de
rijkste gaven in Haar storten en Haar vervullen met de schatten van Onze
genade. Nu alle anderen, die Wij geschapen hebben zich tegen Onze wensen, verzet
hebben en ondankbaar zijn voor Onze gaven. Nu zij het bereiken van Ons doel,
namelijk hen in die verheerlijkte staat te bewaren, waarin hun eerste
voorouders geschapen werden, door eigen schuld verijdeld hebben en Wij niet
kunnen toestaan, dat onze Wil op deze wijze niet tot verwezenlijking kan komen,
laat ons nu dit Wezen scheppen in volkomen heiligheid en volmaaktheid, zodat
Zij geen deel zal hebben aan de wanorde, welke de erfzonde met zich meebrengt.
Laat Ons een ziel scheppen overeenkomstig Ons welbehagen, een vrucht van Onze
eigenschappen, een wonder van Onze eeuwige macht, zonder smet of blaam van Adams
zonde.
Laat Ons dit werk, hetwelk het doel is van Onze Almacht
voltooien. Laat dit het voorbeeld zijn van de volmaaktheden, die Onze kinderen
kunnen bereiken en de kroon van Onze schepping. Allen hebben gezondigd door de
vrije wil en het vrije besluit van de eerste mens. Laat Zij het enige schepsel
zijn, waarin Wij herstellen en opbouwen wat de mensheid in hun verdwazing
verloren heeft. Laat Haar een bijzonder
beeld en gelijkenis van Onze Godheid zijn, en laat Haar tot in alle eeuwigheid,
in Onze nabijheid het hoogtepunt van Onze welwillendheid en welbehagen zijn. In
Haar leggen Wij alle voorrechten en genaden, die Wij allereerst echter onder
voorwaarde voor de engelen en mensen bestemd hadden, indien zij in hun eerste
staat waren gebleven. Wat zij verloren hebben, herstellen Wij in dat Schepsel,
en Wij voegen daar nog vele gaven aan toe.
Zo zal Ons eerste decreet niet zonder uitwerking zijn, maar
het zal door deze Enige door Ons gekozene, op meer verheven wijze tot zijn
recht komen. Wij maakten de kostelijkste giften voor de schepselen gereed en
bewaarden ze voor hen, maar zij verloren het recht daarop. Nu zullen Wij de
stroom van Onze overvloed naar Onze Welbeminde leiden. Wij stellen Haar buiten
de normale wet, waaronder de rest van de stervelingen in bestaan komt, want
het zaad van de slang zal in Haar geen deel hebben. Ik zal van de hemel dalen
in Haar schoot en Mijzelf daarin met de menselijke natuur, die zal opgebouwd
worden uit de substantie van Haar wezen, bekleden. Wij zijn het aan de
oneindige goedheid van Onze Goddelijkheid verschuldigd, dat Zij gevormd wordt
uit de meest uitgelezen materie, dat Zij omgeven wordt door vlekkeloze, geheel
reine stof. Het zou ook niet goed zijn indien Onze Voorzienigheid en
eerlijkheid het meest geschikte, volmaakte en heilige zouden voorbijzien en Ons
zouden tevreden stellen, met datgene wat minderwaardig is.
Dit zou Ons zelfs niet mogelijk zijn, want niets kan Onze
wil weerstaan. Het Woord, dat mens zal worden, zal als Verlosser en Leraar de
basis voor de volmaakte liefdeswet dienen te leggen. Daaruit zal voortkomen,
dat vader en moeder gehoorzaamd en geëerd dienen te worden, als de tweede
oorzaak van het natuurlijk bestaan van de mens. De eerste, die deze wet zal
eerbiedigen, is het goddelijk Woord zelf, die Haar als Zijn gekozen Moeder zal
eren door Haar te verheffen met Zijn machtige arm en Haar te overstelpen met de
meest bewonderenswaardige, de allerheiligste en uiterst verheven giften en
genaden. Daaronder staat voorop de uitzonderlijke eer en zegening, Haar vrij te
stellen voor elke nederlaag van de kant van onze vijand, Haar te behoeden voor
zijn boosaardigheid. Daarom zal Zij immer vrij zijn van de zondedood. Op aarde
zal het Woord een Moeder hebben, echter geen vader. In de hemel zal Hij een
Vader hebben, en geen moeder.
H. Maria
Opdat er een juiste aansluiting, verhouding en harmonie
dient te bestaan tussen de naam van de Vader, die het Woord aan God
verschuldigd is, en die van Moeder, de Hij aan deze Vrouwe dient te geven,
wensen Wij, dat in Haar de grootst mogelijke aansluiting en de grootste
toenadering, waartoe een schepsel en zijn God kan komen, worden bewerkstelligd.
Daarom zal de draak zich nooit kunnen beroemen op een overwinning over Haar, de
ware Moeder van God, aan Wie Hij gehoorzaamheid verschuldigd is. De
waardigheid, die het vrij zijn van de zonde met zich brengt, komt voort uit het
Moederschap van het Woord, en het is in zichzelf nog achtenswaardiger dan dit
moederschap. Heilig zijn is een groter goed dan slechts moeder zijn, maar toch
is alle heiligheid en volmaaktheid afkomstig van het moederschap van God. Het
menselijk vlees, waaruit Hij gevormd zal worden, moet zonder zonden zijn.
Aangezien Hij in dat vlees de zondaars zal verlossen, mag Hij niet genoodzaakt
worden Zijn eigen Vlees te verlossen zoals dat met het vlees der zondaars moet
geschieden.
Verbonden met de Godheid vormt Zijn menselijkheid de prijs
van de Verlossing, daarom moet Zij in de eerste plaats bewaard blijven voor de
zonde, en Wij hebben reeds de verdiensten voorzien van het Woord in ditzelfde
vlees, en met Zijn menselijke natuur. Wij willen, dat door alle eeuwen heen het
Woord zal geëerd worden door dit tabernakel en woonoord van de menselijke
natuur. Zij zal een dochter van de eerste mens zijn, maar in de orde van de
genade zal Zij op bijzondere wijze vrij en vrijgesteld zijn van schuld en in de
natuurlijke orde zal Zij zeer volmaakt zijn. Zij zal gevormd worden volgens Onze
speciale Voorzieningen. En omdat het mensgeworden Woord de Leraar van de
nederigheid en heiligheid zal zijn en daartoe veel zal moeten verduren,
waardoor Hij de ijdelheid en de bedrieglijkheid van de stervelingen aan de kaak
zal stellen, omdat Hijzelf het lijden zal kiezen, wetende, dat dit onschatbare
waarde heeft in Onze ogen, wensen Wij, dat ook Zij, die Zijn Moeder zal worden,
dezelfde moeilijkheden zal ondervinden, dat Zij zich zal onderscheiden in
geduld, bewonderenswaardig zal zijn in het lijden, en dat Zij, in vereniging
met het Eniggeborene, al dit lijden aan Ons zal opdragen, tot Haar meerdere
eer.
Dit decreet, dat de drie goddelijke Personen werd aan hun
heilige engelen meegedeeld. De engelen eerden Hen en bejubelden Hun hoge en
onnaspeurlijke raadsbesluiten. En aangezien de Godheid werkt als een spiegel,
waarin Hij nieuwe geheimen aan hen, die Hem gehoorzamen, openbaart, bracht deze
uiteenzetting tevens de bewonderenswaardige orde en wondere harmonie van Zijn
werken aan het licht. God vervolgde:
Nu is de tijd gekomen, dat Wij gekozen hadden door onze
Voorzienigheid om het Schepsel, dat Ons het meest welgevallig zou zijn, tot bestaan te roepen. Dat Schepsel, waarin de menselijke natuur is bevrijd van de
erfzonde, dat de kop van de draak zal verpletteren, dat uitgebeeld was door dat
zeer bijzondere teken, die Vrouwe, die in Ons bijzijn in de hemelen verscheen,
en die het eeuwige Woord zal kleden in het menselijk vlees. Het uur zal weldra
slaan, zo gezegend voor alle stervelingen, waarin de schatkamers van onze
Godheid zullen worden opengesteld, en de poorten van de hemel zullen worden
ontsloten. Laat de striktheid van onze rechtvaardigheid verzacht worden door de
kastijdingen, die Wij tot nu toe over de mensheid hebben toegepast, laat de
eigenschap van Onze barmhartigheid hoogtij vieren, laten de schepselen zich
kunnen verrijken en laat het goddelijk Woord voor hen de schatten van genade en
van eeuwige glorie verdienen.
Laat nu het menselijk ras de Hersteller, de Leraar, de
Broeder en Vriend ontvangen, Hij zal het leven voor de stervelingen zijn, een
Geneesmiddel voor de zieken, een Trooster voor de bedrukten, balsem voor de
gewonden, een Gids en Metgezel voor hen, die in moeilijkheden zijn. Laat nu de profetieën
van Onze dienaren en de beloften, die Wij hen gegeven hebben, namelijk dat Wij
een Redder zouden zenden om hen te verlossen, vervuld worden. En opdat alles
zal uitgevoerd worden volgens Onze Wil, en Wij een begin kunnen maken met de
uitvoering van dit mysterie, verborgen sinds de schepping der wereld, stellen
Wij vast, dat Wij voor de vorming van Onze Welbeminde Maria de schoot van Onze
dienares Anna hebben gekozen, waarin de allergezegendste ziel geschapen zal
worden. Hoewel Haar totstandkoming en vorming zal verlopen volgens de gewone
orde in de natuurlijke voortplanting, zal dit in de orde der genade op
afwijkende wijze geschieden, in overeenstemming met Onze Almacht.
De oude slang
Gij weet reeds, hoe de oude slang, vanaf het ogenblik, dat
hij het teken van deze wondere Vrouw gezien had, alle vrouwen, te beginnen bij
de eerstgeschapene, probeert te verleiden, en hoe hij het speciaal gemunt heeft
op diegenen, die door hun werken en levenswijze boven alle anderen uitsteken,
in de hoop diegene te vinden, die zijn kop zal verpletteren. Als hij dit allerzuiverste
en smetteloze Schepsel zou ontmoeten, zou Haar heiligheid hem tot het uiterste
opzwepen om Haar te vervolgen, aangezien hij weet, wat hij van Haar te vrezen
heeft. Maar de aanmatiging van de draak zal groter zijn dan zijn macht en het
is Onze wil, dat gij bijzondere zorgen besteedt aan deze heilige Stede en
Tabernakel van het mensgeworden Woord, en dat gij Haar voorlicht, versterkt en
troost met de Haar toekomende zorgzaamheid en eerbied, zolang Zij een pelgrim
zal zijn onder de stervelingen.
Toen de Allerhoogste Zijn wensen had kenbaar gemaakt,
wierpen de heilige engelen zich neer voor de koninklijke troon van de H.
Drie-eenheid en gaven blijk van hun bereidheid en geneigdheid het goddelijk
mandaat te gehoorzamen. (
)
Toen koos de Allerhoogste uit elk van de 9 koren van
engelen, diegenen uit, die zouden belast worden met de bescherming van Maria en
stelde hen in die verheven dienst aan. Uit elk der koren koos Hij er honderd,
dus negenhonderd in totaal. Bovendien wees Hij 12 andere engelen aan, die Maria
onder lichamelijke en zichtbare vorm zouden helpen. Deze zouden de symbolen of
wapenschilden van de Verlossing dragen. Dit zijn de 12 die in de Apocalyps
genoemd worden als de bewakers van de poorten der stad. Daarnaast werden nog 18
engelen van zeer hoge rang uitgezocht die op zouden stijgen en neer zouden
dalen langs die mystieke ladder van Jakob met de boodschappen van de Koningin
naar Zijne Majesteit en met Zijn boodschappen aan Haar. Vele keren zou Zij die
opzenden naar de eeuwige Vader opdat Zij bij al Haar daden geleid zou worden
door de H. Geest. Zij deed niets dan dat, wat aangenaam was aan de Almachtige
en Zijn welbehagen werd door Haar gezocht in de meest onbeduidende dingen.
Telkens wanneer Zij geen bijzondere verlichting had ontvangen, zond Zij deze
heilige engelen naar de Heer om Haar twijfel uit te spreken en te vragen naar
datgene, wat Zijn goddelijke wil het meest zou behagen, evenals on Zij
welbehagen in alles te leren kennen.
Bovendien wees de Almachtige nog 70 Serafijnen aan, die uit
de hoogste rangen, zeer dicht bij de Godheid gekozen werden. Zij zouden deze
Prinses tot gezelschap dienen, met Haar omgaan en converseren, op dezelfde wijze
als zij dit onder elkaar deden, en de hogere rangen zich met de lagere rangen
onderhouden. Dit was een bijzonder privilege voor de Moeder van God, omdat Zij
als pelgrim op aarde moest verblijven, in natuur ondergeschikt, maar in
waardigheid en genade ver verheven boven alle serafijnen. Het aantal van 70 had
betrekking op het aantal jaren van haar leven. In dit aantal zijn de 60 sterken
begrepen, die in het Hooglied genoemd worden als bewakers van het verblijf en
de rustbank van Salomon, hun lendenen met zwaarden omgord, om hen te beschermen
tegen de verschrikkingen van de nacht. Deze machtige prinsen en officieren
werden uit de hoogste rangen van de hiërarchieën der engelen gekozen om de
Koningin des Hemels te bewaken. Zij immers hadden als de gewapende voorvechters
van de Heer der Schepping in het oude gevecht van de gehoorzame engelen tegen
de trotse draak, Lucifer ontmoet en hem met al zijn afvalligen overwonnen door
het zwaard van hun deugd en van het goddelijk Woord. (
)
Ook de andere 10 serafijnen, die het getal van 70 vol
maakten, werden op dezelfde wijze uit die leiders gekozen, die zich tijdens de
strijd met de draak op bijzondere wijze hadden onderscheiden door grote eerbied
voor de Godheid, voor de menselijkheid van het Woord en voor Zijn
allerheiligste Moeder, want dit alles vond zijn oorsprong in die korte strijd
tussen de engelen. Er werden in totaal 1000 engelen uit de Serafijnen en lagere
rangen gekozen zodat de Stad Gods (Maria) allerovervloedigdst versterkt zou
zijn tegen de aanvallen van de duivelse horden. Opdat deze onoverwinnelijke krijgsmacht goed
zou functioneren, werd de H. Michael, de prins der hemelse heirscharen, tot hun
Chef benoemd. Michael was niet doorlopend in het gezelschap van de Koningin,
maar Hij was dikwijls bij Haar en vertoonde zich dan aan Haar. De Almachtige
had hem tot bijzonder ambassadeur van Christus, Onze Heer, bestemd, evenals tot
verdediger van Zijn allerheiligste Moeder, in speciale omstandigheden. Zo was
ook de H. Prins Gabriel benoemd als gezant van de eeuwige Vader met betrekking
tot de zaken van de Prinses van de hemel. Zo zorgde de allerheiligste
Drie-eenheid voor de bewaring en de verdediging van de Moeder van God. (
)
Over
de Onbevlekte Ontvangenis van de Moeder van God
De goddelijke wijsheid had nu alles gereed gemaakt om te
kunnen overgaan tot het in bestaan roepen van de smetteloze beeltenis van de
Moeder van God, vanuit de verdorven natuur. Het getal van de oude Patriarchen
en Profeten was compleet en de bergen waarop deze mystieke Stad Gods (Maria) zou
gebouwd worden, waren bevestigd. Door de kracht van Zijn rechterhand had Hij
reeds onvergelijke schatten van de Godheid uitgezocht tot Haar verrijking en
als Haar geschenk. Duizend engelen waren uitgerust tot Haar bewaking, Zij
zouden als getrouwe vazallen hun Koningin en Vrouwe dienen. Hij had gezorgd
voor een edel en koninklijk voorgeslacht, waaruit Zij zou voortkomen. Hij had
voor Haar allerheiligste en volmaakte ouders uitgezocht, geen ouderpaar, dat
heiliger of volmaakter was, kom op de wereld gevonden worden. Want als die
zouden bestaan hebben, laat het geen twijfel, dat God die zou hebben uitgezocht
voor Haar, die gekozen zou worden als Zijn Moeder.
Hij schonk deze ouders overvloedige genaden en zegende hen
met Zijn rechterhand. Hij verrijkte hen met alle deugden, met de verlichtingen
der goddelijke wijsheid en met de gaven van de H. Geest. Na aan de beide
heiligen, Joachim en Anna, te hebben aangekondigd, dat Hij hen een Dochter,
bewonderswaardig en gezegend onder de vrouwen, zou schenken, deed Hij het werk
geschieden van de eerste Ontvangenis, namelijk dat van het allerzuiverste
lichaam van Maria. De leeftijd van Anna was toen zij met Joachim in het
huwelijk trad 24 en Joachim 46. Zij leefden 20 jaar verbonden in de echt,
zonder een kind ter wereld te brengen, zodat ten tijde van de Ontvangenis van
haar Dochter, Anna 44 en Joachim 66 was.
H. Anna
Hoewel de ontvangenis helemaal volgens de natuurlijke weg
verliep, bevrijdde de Allerhoogste deze toch van onvolmaaktheden en
ongeregeldheden. Hij liet slechts toe, wat volgens de natuur strikt noodzakelijk
was opdat het juiste materiaal aanwezig zou zijn om het meest volmaakte wezen,
binnen de grenzen van een gewoon schepsel, te kunnen vormen. God beperkte de
natuurlijke activiteiten in de twee ouders, en verhinderde door Zijn genade
elke fout of onvolmaaktheid. Hij stelde daarvoor deugd en verdienste in de
plaats en volledige gepastheid in de wijze van ontvangenis, welke hoewel geheel
natuurlijke en volgens de gewone orde, en zonder in het minst effect aan de
wetten van de natuur te ontnemen, geleid en vervolmaakt werd door deze daad van
goddelijke genade. De goddelijke kracht was ten aanzien van de H. gade Anna,
zeer duidelijk wegens haar natuurlijke onvruchtbaarheid. De Ontvangenis werd in
haar op wonderbaarlijke wijze tot stand gebracht. (
)
Hoewel Joachim bij deze Ontvangenis niet van nature steriel
was, waren zijn natuurlijke krachten door zijn leeftijd zowel als door zijn
matigheid tot op bepaalde hoogte onderdrukt en verzwakt, daarom werd hij
opgewekt, en zijn krachten werden hersteld om hem in staat te stellen met volmaaktheid
in de volheid van zijn vermogens, met inachtneming van de onvruchtbaarheid van
Anna, te kunnen handelen. In beiden werkten het natuurlijke en bovennatuurlijke
samen. Het natuurlijke kort en met mate, uitsluitend voor zover noodzakelijk.
Het bovennatuurlijke uitbundig, krachtig en overvloedig zodat de natuur als het
ware geabsorbeerd, doch niet gehinderd werd. Zij werd verheven en vervolmaakt
op wonderbare wijze. Zo was genade de oorsprong van deze Ontvangenis omdat zij
de werkzaamheid der natuur in haar dienst bracht voor de geboorte van deze onuitsprekelijke
Dochter uit Haar natuurlijke ouders. (
)
De Heer werkte op wonderbare wijze met haar steriele
eigenschappen om te geraken tot de vorming van het lichaam uit het materiaal,
door de natuur geschonken. Zodoende ware de eigenschappen, zowel als het
materiaal van natuurlijke orde, maar de wijze, waarop zij ageerden, werd geleid
door de wonderbare kracht van de Drie-eenheid. Zodra het wonder van deze Ontvangenis
geschied was, keerde in Anna de vroegere steriliteit terug. Zij zou nooit meer
kunnen ontvangen aangezien geen nieuwe hoedanigheid aan het natuurlijke werd
toegevoegd of onttrokken. (
)
De ouders werden zo geheel door genade geleid, en hadden
zozeer afstand genomen van wellust en genot, dat de bijkomstige
onvolmaaktheden, die normaal een ontvangenis vergezellen als gevolg van de
erfzonde, helemaal ontbraken. Zo werd een materiaal geleverd, vrij van
tekortkomingen, en op een wijze, welk in zichzelf verdienstelijk was. Zelfs als
de goddelijke Voorzienigheid niet op voorhand elke bijzonderheid zou geregeld
hebben, zou deze daad zeker zonder zonde zijn verlopen. Dit wonder reserveerde
de Almachtige slechts voor Haar, die een Moeder Zijner Zoon waardig zou zijn.
Want als het al passend was, dat het stoffelijke deel van zijn wezen zijn
oorsprong zou vinden volgens de voor de kinderen van Adam bepaalde orde, zou
het tevens zeer passend zijn, dat zonder de natuur geweld aan te doen, de
genade daarbij zou meewerken met al haar effect en kracht, en dat deze in Haar
zou schitteren, en in Haar probater zou zijn dan in alle anderen kinderen van
Adam, groter zelfs dan in Adam en Eva, die de oorzaak waren van onze bedorven
natuur en ongeregelde hartstochten. (
)
Dit lichaam, op de wijze in de schoot van de H. Anna gevormd,
was nog niet geschikt om geestelijke gaven te ontvangen totdat de ziel het zou
doen leven maar het kon de natuurlijke gaven ontvangen. En deze werden aan dit
lichaam in bovennatuurlijke mate gegeven door bovennatuurlijke kracht teneinde
het in gereedheid te brengen voor het hoge doel, waarvoor het gevormd was. En
in natuurlijke gaven en gratie ging het alle anderen te boven. Het lichaam
verkreeg gelaatstrekken en hoedanigheden, die de hele natuur geen tweede keer
zonder hulp zou kunnen voortbrengen. Zoals de hand van de Heer de eerste
ouders, Adam en Eva, vormde, helemaal aangepast aan de oerrechtvaardigheid en
de staat van onschuld, waarin zij zich zouden bevinden, en zodoende ook schoner
dan hun nakomelingen (want de werken, welke rechtstreeks van de Heer stammen
dienden volmaakter te zijn dan die welke door tweede oorzaken ontstaan zijn),
zo werkte zijn Almacht, op een meer verheven en hoogstaande wijze bij het
vormen van het maagdelijke lichaam van de allerheiligste Maria.
En dit deed Hij met grotere nauwkeurigheid en overvloedigheid
omdat dit Schepsel niet alleen het eerste ouderpaar, dat zo snel in zonde zou
vallen, maar ook alle andere schepselen in lichamelijk zowel als geestelijk
opzicht zou overtreffen. God besteedde meer zorg aan de samenstelling van dit
kleine lichaam van Zijn allerheiligste Moeder, dan aan alle hemellichamen en
het hele heelal tezamen. Deze maatstaf moeten wij ook gebruiken als wij de
gaven en privileges zien, die aan deze Stad Gods (Maria) geschonken zijn, vanaf
haar eerste begin en fundament tot aan haar hoogste torenspits, vlak naast de
oneindigheid van de Allerhoogste. Daarom was ook de afstand tussen haar
wonderbare Ontvangenis en de oorzaak van de zonde: de wellust, zo onmetelijk
groot. Want niet alleen, dat Zij gelijk was aan de dageraad der genade, geheel
vrij van zonden, en steeds al zodanig door de Heer voorgesteld en behandeld,
ook in haar ouders werden zonde en wellust in toom gehouden met het oog op haar
Ontvangenis, opdat de natuur niet verstoord zou worden en dit werk niets van
zijn volmaaktheid zou inboeten. Hier begon de Almachtige met de uitroeiing van
zonde, hier legde Hij het fundament waarop het kasteel van de Ene Sterke die
het kwaad zou ondergraven en het uit de onderworpen stelling zou verdrijven,
gebouwd zou worden.
De dag, waarop de eerste Ontvangenis, van het lichaam van
de allerheiligste Maria plaats had, was een zondag. Dit kwam overeen met de dag
van de week, waarop de engelen, wier verheven Koningin en Vrouwe Zij zou zijn,
geschapen werpen. Voor de vorming en groei van andere menselijke lichamen zijn
volgens de natuurlijke orde, vele dagen nodig om hen gereed te maken voor de
ontvangst van de met rede begaafde ziel. Zo zijn voor een mannelijk kind
ongeveer 40 en voor een vrouwelijk kind 80 dagen nodig, afhankelijk van de
natuurlijke warmte en gesteldheid der moeders. Bij de vorming van het
maagdelijk lichaam van Maria versnelde de Allerhoogste deze natuurlijke tijd
zodat datgene wat eigenlijk volgens de wet der natuur 80 dagen zou gevergd
hebben, in Haar binnen 7 dagen plaatsvond.
Baby
Binnen deze 7 dagen werd door versnelde groei, in de schoot
van de H. Anna dat prachtige lichaam voorbereid om de allerheiligste ziel van
haar Dochter, en van onze Vrouwe en Koningin te ontvangen. Op de zaterdag
volgend op deze eerste Ontvangenis bracht de Almachtige God de tweede
Ontvangenis tot stand door het scheppen van de ziel van Zijn Moeder, en deze in
te storten in het lichaam. Zo kwam dat zuivere Schepsel in de wereld, zuiverder
en aangenamer voor Zijn ogen, dan welk ander schepsel ook, dat Hij geschapen
had of zou scheppen tot het einde van de wereld, en door alle eeuwigheden heen.
God regelde de uitvoering van dit werk, in een geheimnisvolle relatie met het
werk der schepping van de rest van de wereld, welke eveneens in 7 dagen verliep
zoals ons wordt verteld in het boek Genesis. Daarna rustte Hij waarlijk, zoals
ons de H. Schrift in beeldspraak doet weten, want het meest volmaakte Schepsel
van allen was nu geschapen, en er was daardoor een begin gemaakt met het werk
van het goddelijk Woord en de Verlossing van het menselijk geslacht.
Zo was deze dag als een Paasfeest voor God, zowel als voor
alle schepselen. Aangezien de Maagd Maria op een zaterdag de grootste zegening
ontving door de vereniging van haar ziel met het lichaam, zonder dat dit een
nasleep van zonden en de gevolgen daarvan met zich bracht, heeft de H. Geest
het zo geregeld, dat de zaterdag in de H. Kerk toegewijd is aan de H. Maagd. De
gedenkdag van de Onbevlekte Ontvangenis, die de Kerk nu viert, is niet een
herinnering aan haar eerste ontvangenis, die slechts de ontvangenis van het
lichaam was, maar het is de dag van haar tweede Ontvangenis ofwel de dag van de
instorting van haar ziel. Lichaam en ziel verbleven 9 maand in de schoot van de
H. Anna. Dit zijn de dagen, welke verlopen tussen de Ontvangenis en de Geboorte
van de Koningin.
Gedurende de eerstgenoemde 7 dagen, die de bezieling van
het lichaam vooraf gingen, werd alles zo beschikt en geregeld door de
goddelijke kracht, dat het zou overeenkomen met het scheppingsverhaal, waarin
Mozes de vorming van de hele wereld in het allereerste begin beschrijft. Op het
moment van de schepping en de instorting van de ziel in de allerheiligste
Moeder, herhaalde de H. Drie-eenheid met grotere tederheid en liefde de
woorden, door Mozes opgetekend, en toen betrekking hebbend op de mens: Laat
Ons Maria maken volgens Ons beeld en gelijkenis. Laat Zij Onze ware Dochter en
Bruid en een Moeder voor de Eniggeborene van de Vader zijn. Door de kracht van
deze goddelijke uitspraak en door de liefde, waarmee deze uit de mond van de Almachtige
vloeide, werd de meest gezegende Ziel in het lichaam van de allerheiligste
Maria ingeschapen en ingestort.
Op hetzelfde ogenblik werd zij vervuld van genaden en gaven
in een mate, die zelfs de hoogste serafijn niet bezat. Er was nooit een moment,
waarin Zij tekort schoot of verstoken was van het licht, de vriendschap en de
liefde van de Schepper, of waarin Zij besmet werd met het verderf van de
erfzonde. Zij bezat een zeer volmaakte gerechtigheid, verhevener nog dan die
van Adam en Eva in hun geluksstaat. In overeenstemming met de genadegaven welke
Zij ontvangen had, werd Haar ook het volmaakte gebruik van het licht der rede
toegestaan. Zij was nooit zonder bezigheid, altijd gespannen die dingen te
doen, die aangenaam waren in de ogen van haar Schepper. (
)
Ik zie de natuurlijke orde losbreken uit zijn eigen wetten
teneinde opnieuw te worden geordend. Ik zie nieuwe wetten tegen de zonde
instellen, welke niets met gewone wetten gemeen hebben, krachtiger zijn dan de
wetten der schuld, de wetten van de natuur overwinnen, en zelfs de wetten van
de genade aanvullen. Ik zie de wording van een nieuwe aarde en van een nieuwe
hemel dit is de schoot van een zeer nederige vrouw, waarheen de ogen van de
Allerheiligste Drie-eenheid zich wenden, waar de Godheid regeert, waar de
hovelingen van de oude hemelen zich verzamelen en waarheen een duizendtal
engelen zich spoeden om de wacht te betrekken rond een nietig, levend
lichaampje, niet groter dan een kleine bij. In deze nieuwe Schepping is met groter
kracht de stem van Haar Maker te horen, die verheugd over het werk van zijn
Almacht, zegt, dat het zeer goed is.
Laat de mens in zijn zwakheid, in nederige vroomheid tot
dit wonder naderen. Laat hem de grootheid van de Schepper belijden en laat hij
zich verblijden over deze nieuwe weldaad, welke het hele menselijk ras in deze
Herstelster is geschonken. Tijdens de instorting van de ziel in het lichaam van
deze hemelse Vrouwe, wenste de Almachtige, dat haar moeder, de H. Anna, de
aanwezigheid van de Godheid op zeer verheven wijze zou bemerken en herkennen.
Zij werd vervuld van de H. Geest en werd innerlijk door een buitengewone
vreugde en godsvrucht bewogen. Zij bevond zich in verheven extase, waarin haar
veel licht werd geschonken over verborgen mysteries. Zij prees de Heer met
nieuwe vreugdezangen. Deze uitwerking bleef haar bij gedurende heel haar leven,
maar zij waren het grootst gedurende de 9 maand waarin zij in haar schoot de
hemelse Schat mocht dragen. Want gedurende die tijd werden deze zegeningen
doorlopend vernieuwd en herhaald, gepaard met blijvend inzicht in de H. Schrift
en Haar geheimen. (De H. Joachim wist pas op het einde van zijn leven wie zijn
Dochter werkelijk was, dat door Haar de Goddelijke Zoon zou geboren worden.)
|