Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Pilatus
De
meest bekende gouverneur is Pontius Pilatus, van wie wij weten dat
hij Jezus liet kruisigen. Hij was een Romeins politicus uit de 1ste
eeuw na Chr. Hij stamde uit het oude geslacht van de Pontii. Pilatus was van 26
tot 36 na Chr. praefectus van Judea onder het gezag van het Romeinse Rijk ten
tijde van Keizer Tiberius.
Philo
van Alexandrië beschrijft hem als een harde, onbuigzame man. Volgens de
Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus kwetste hij de Joden diep
door na verplaatsing van het Romeinse garnizoen van Caesarea naar Jeruzalem heimelijk
midden in de nacht Romeinse beeltenissen van de Romeinse keizer op
een vereringsplaats in Jeruzalem neer te laten zetten. Voor de Joden was het
vereren van beeltenissen van personen een gruwel (een van de Tien geboden).
Zijn voorgangers hadden daar rekening mee gehouden, maar Pilatus negeerde deze
gevoeligheid. Na lang aanhouden zwichtte Pilatus uiteindelijk en verplaatste de
beeltenissen van de Romeinse keizer van Jeruzalem terug naar
Caesarea.
Ook
gebruikte Pilatus volgens Philo en Josephus geld uit de tempelkas om een
watervoorziening te laten aanleggen. Tienduizenden Joden, waaronder veel
Galileërs, stroomden naar Jeruzalem voor een massaal protest, wat eindigde in
een bloedbad. Soldaten als burgers vermomd doodden zonder onderscheid een groot
aantal demonstranten. Dit alles zette natuurlijk kwaad bloed.
In het
jaar 31 werd Pilatus' positie verzwakt door de val van zijn vriend Lucius
Aelius Seianus, een gunsteling van Tiberius. Door gekonkel en intriges had
deze Seianus veel macht in het Romeinse Rijk verworven. Maar toen een complot
werd ontdekt om de macht te grijpen werd hij terechtgesteld. Het is mogelijk
dat Pilatus vanaf die tijd heel beducht was voor enige verdenking vanuit Rome
dat hij de Romeinse keizer ontrouw zou zijn.
In de
rechtszaak tegen Jezus, niet lang daarna, lijkt het er veel op dat Pilatus
inderdaad gevoelig was voor zijn reputatie naar de keizer toe. Hoewel hij geen
grond voor de doodstraf kon vinden, gaf hij volgens het relaas van Johannes toe
aan de druk van Joodse leiders, toen die Jezus de uitspraak 'Ik ben de Koning
der Joden' in de mond legden en dreigden dat het vrijlaten van iemand die
zichzelf tot koning uitroept neerkomt op verzet tegen de keizer.
In 36
na Chr. kwam Pilatus ten val. De directe aanleiding was een incident op de
berg Gerizim, een voor Samaritanen zeer heilige berg, waar een
grote groep van hen op aanwijzing van een profeet naar de sinds de verwoesting
van de Tempel van Salomo vermiste heilige Ark van het Verbond
wilden graven. Pilatus vertrouwde de samenscholing niet en liet een aantal van
hen ombrengen. Er ging een klacht met een beschuldiging van moord op
onschuldige burgers naar Vitellius, gouverneur van Syrië. Die gebood
Pilatus naar Rome te gaan om uitleg te geven aan keizer Tiberius en benoemde
Marcellus als procurator van Judea en Jeruzalem in zijn plaats.
Toen
Pilatus, die Vitellius niet ongehoorzaam durfde te zijn, op 16 maart 37 in
Rome aankwam was Tiberius al gestorven. Volgens min of meer legendarische bronnen
zou Pilatus daarna als keizerlijk ambtenaar gediend hebben in Zuid-Frankrijk
waar hij ook overleden zou zijn. Het is niet zeker of Pilatus volgens de
legende zelfmoord pleegde of door een natuurlijke oorzaak aan zijn einde kwam.
Titel
en Pilatusinscriptie
[CAESARIEN]
S(IBVS) TJBERIEVM
[PONJT1VS PILATVS
[PRAEFJECTVS IVDA [EA]E
[D]E'[DIT] (or [D]E[DICAVIT]).
Pontius
Pilatus, prefect van Judea, heeft aan het volk van Caesarea een openbaar gebouw
(of tempel) opgedragen ter ere van Tiberius.
Jezus wordt terug naar Pilatus gebracht en na
Barabbas gekozen. Jezus wordt gegeseld.
Mijn gekwelde Jezus, mijn arme hart volgt U temidden van
angsten en pijn, en door U als een zwakzinnige gekleed te zien, wetend wie U
bent Oneindige Wijsheid, die iedereen redt word ik zinneloos, en ik zeg: Hoe
kan dat! Jezus krankzinnig? Jezus
een misdadiger? En alsof het niet genoeg is, zult U nu na Barabbas geplaatst
worden!
Mijn Jezus, Heiligheid zonder gelijke, U bent reeds opnieuw
voor Pilatus gebracht. Door U zo vernederd te zien worden, gekleed als een
zwakzinnige, dat zelfs Herodes U niet heeft veroordeeld, wordt Pilatus nog meer
verontwaardigd tegen de Joden, en is hij nog meer overtuigd van uw onschuld, en
dat hij U niet moet veroordelen. Maar toch wil hij de Joden wat voldoening
schenken, bijna om hun haat, hun woede en hun vurige dorst naar uw bloed te
temperen. Hij stelt hen voor de keuze : U of Barabbas. Maar de Joden
schreeuwen: Wij willen niet dat Jezus vrij komt, maar Barabbas!
En Pilatus, niet wetend wat te doen om hen te kalmeren,
veroordeelt U tot de geseling. Mijn Jezus wordt als laatste geplaatst mijn hart
breekt in het zien dat U terugdenkt over het geven van Leven aan allen, terwijl
de Joden zich bezighouden met U om U ter dood te brengen. En ik hoor U zeggen:
Heilige Vader, kijk naar Uw Zoon, die gekleed is als een dwaas.
Moge dit eerherstel zijn voor U voor de waanzin van vele schepselen die in
zonde vervallen. Moge dit witte gewaad als een verdediging voor U, voor vele
zielen die zich kleden met het troosteloze gewaad van zonde. Ziet U, O Vader,
hun haat, hun woede, hun razernij tegen Mij, waardoor ze bijna het licht van de
rede verliezen, uit dorst naar mijn Bloed? En ik wil eerherstel bieden voor
alle haat, wraak, woede, moorden en smeken om het licht van de rede voor
iedereen. Kijk Mij nog eens aan, mijn Vader; kan er nog een grotere belediging
zijn? Ze hebben voor de grootste misdadiger gekozen. En Ik wil eerherstel
bieden voor alle misplaatstheden die ze doen. Ach de hele wereld is vol van
misplaatstheden: sommigen plaatsen ons na walgelijke interesses, sommigen na
eer, sommigen na ijdelheden, sommigen na genot, sommigen na hun eigen
gehechtheden, sommigen na waardigheid, sommigen na gulzigheid, en zelfs na
zonde. Alle schepselen plaatsen ons unaniem na zelfs een kleinigheidje. En Ik
ben bereid om te aanvaarden dat ik na Barabbas wordt geplaatst, om eerherstel
te bieden voor de misplaatstheden die de schepselen bij Ons maken.
Mijn Jezus, ik voel dat ik sterf van verdriet en verwarring
in het zien van uw grote liefde temidden zoveel pijn en de heldenmoed van uw
deugden temidden van zoveel pijn en beledigingen. Uw woorden en eerherstel
weerklinken in mijn arme hart zoals vele wonden, en in mijn pijn, herhaal ik uw
gebeden en uw eerherstel. Ik wil mij zelfs geen ogenblik losmaken van U, anders
zouden er veel dingen die U doet mij ontgaan. En wat zie ik nu? De soldaten
nemen je mee naar een pilaar om je te geselen. Mijn Lieveling, ik volg U; en U,
kijk me aan met uw liefdevolle blik, en geef me de kracht om aanwezig te zijn
bij je pijnlijke bloedbad.
Jezus wordt
gegeseld
Mijn allerzuiverste Jezus, U bent nu bij de pilaar gekomen.
Met razernij maken de soldaten U los om U aan de pilaar te binden. Maar het is
niet genoeg. Ze ontdoen U van uw kleding om een wreed bloedbad van uw Heiligste
Lichaam te maken. Mijn Lieveling, mijn Leven, ik voel me zwak van verdriet als
ik U naakt zie. U beeft helemaal, en uw Allerheiligste Gezicht bloost van
maagdelijke bescheidenheid. Uw verwarring, uw uitputting zijn zodanig dat U
niet in staat bent om te blijven staan. U valt bijna aan de voet van de pilaar;
maar de soldaten ondersteunen U niet om U te helpen, maar om U vast te binden
en ze laten U niet vallen.
Ze nemen nu de touwen en binden uw armen zo stevig vast,
dat ze onmiddellijk zwellen en het bloed uit uw vingers schiet. Dan maken ze
van de ring aan de pilaar touwen en kettingen vast aan Uw Heiligste Persoon,
tot aan uw voeten; en om zich vrij op U te kunnen storten binden ze U zo strak
aan de pilaar vast dat u niet geen enkele beweging kunt maken.
Mijn uitgeklede Jezus, sta mij toe om mijzelf uit te
storten, anders kan ik niet toekijken dat U zoveel lijdt. Hoe kan dit? U, die alle geschapen dingen
kleedt: de zon met licht, de hemel met sterren, de planten met bladeren, de
vogels met veren. U naakt? Hoe
durven ze! Maar mijn liefdevolle Jezus, zegt mij door het licht dat Hij vanuit
Zijn ogen zendt: Wees stil, kind het was noodzakelijk dat Ik werd
uitgekleed, om eerherstel te bieden voor velen die zich ontdoen van elke
bescheidenheid, van zuiverheid en onschuld; die zich ontdoen van alle goed en
deugd, en van Mijn Genade. Ze kleden
zich met elke brutaliteit en leven als beesten. Met Mijn maagdelijke blos wilde
Ik eerherstel bieden voor zoveel leugens, overvloed en brute genoegens. Let
daarom op alles wat Ik doe; bid en bied eerherstel met Mij, en kalmeer je.
Gegeselde Jezus, uw liefde beweegt van de ene overdaad naar
de andere. Ik zie dat de beulen de touwen nemen, en U slaan zonder medelijden,
tot het punt dat uw hele Heilig Lichaam gekwetst is. Ze slaan U zo fel en met
zon razernij dat ze reeds moe zijn. Maar er komen er nog twee die hun plaats
innemen. Ze nemen doornige roeden, en zij slaan U zo zeer dat spoedig stromen
bloed uit uw Heiligste Lichaam komen. Dan geselen ze U helemaal, vormen
kervingen en vullen ze met wonden. Maar dit is niet alles; nog twee zijn aan de
beurt, en met ijzeren kettingen met haken, zetten ze het ondraaglijk bloedbad
verder. Bij de eerste slagen scheurt het vlees, dat geslagen en gewond is, nog
meer open en valt op de grond, in stukken gescheurd. De botten zijn onbedekt,
het Bloed stroomt naar beneden. Het is zoveel dat het een plas Bloed rond de
pilaar vormt.
Mijn Jezus, mijn uitgeklede Liefde, terwijl U onder deze
stroom van slagen bent, klamp ik me vast aan uw voeten, om deel te nemen aan uw
pijnen en volledig te worden bedekt door uw kostbaarste bloed. Maar elke slag
die U ontvangt is een wonde voor mijn hart; temeer omdat ik uw gekreun hoor.
Maar uw gekreun wordt niet gehoord omdat de storm van slagen de lucht verdooft.
En in dat gekreun zegt U: Jullie allen die van Mij houden, kom om de
heldenmoed van ware liefde te leren! Kom in mijn Bloed de dorst van jullie
hartstochten temperen, jullie dorst naar zoveel ambities, naar zoveel
bedwelmingen en genoegens, naar zoveel sensualiteit! In Mijn Bloed vinden
jullie de remedie voor al jullie kwaad.
Uw gekreun blijft zeggen: Kijk naar Mij, O Vader, helemaal
gewond onder deze storm van slagen. Maar dit is niet genoeg; Ik wil zoveel
wonden in Mijn lichaam vormen om genoeg kamers aan alle zielen in de Hemel van
mijn Mensheid te geven, op zon manier dat ze hun redding in Mij vormen, en ze
dan laten overgaan naar de Hemel van Goddelijkheid. Mijn Vader, moge elke slag
van deze geselingen eerherstel bieden voor U voor elk soort zonde, één voor één.En terwijl ze Mij aanvallen, laat ze degenen
rechtvaardigen die ze begaan. Mogen deze slagen de harten van de schepselen
treffen, en tot hen spreken over Mijn liefde, tot het punt dat ze gedwongen
worden zich aan Mij over te geven.
En terwijl U dit zegt, is uw liefde zo groot, hoewel de
pijn groot is, dat U bijna de beulen ertoe aanzet om U nog meer te slaan. Mijn
Jezus, ontdaan van uw eigen vlees, verplettert uw liefde mij. Ik voel dat ik
zinneloos word. Uw liefde is niet moe, terwijl de beulen uitgeput zijn en uw
pijnlijke bloedbad niet kunnen voortzetten.
Ze snijden nu de touwen door, en U, bijna dood, valt in uw
eigen Bloed. En door het zien van de flarden van uw vlees, hebt U het gevoel
dood te gaan van verdriet, omdat U in de losse stukken vlees de verworpen
zielen ziet. En uw smart is zodanig, dat U naar adem snakt in uw eigen Bloed.
Mijn Jezus, sta mij toe om U in mijn armen te nemen, om U
een beetje te verfrissen met mijn liefde. Ik kus U, en met mijn kus, omhul ik
alle zielen in U, zodat niemand verloren zal gaan; en U zegen mij.
Overweging
Van 8 tot 9 wordt Jezus uitgekleed tot Hij naakt is en
onderworpen aan wrede geseling. En wij zijn wij ontdaan van alles? Jezus is
vast gebonden aan de pilaar. Laten we ons door liefde gebonden worden? Jezus is
vastgebonden aan de pilaar, terwijl we onze eigen touwen toevoegen, met onze
zonden en gehechtheden. Soms met gehechtheden die goed zijn op zichzelf, maar
waarbij we niet tevreden zijn met de touwen waarmee de Joden Hem vastbonden.
Ondertussen roept Jezus met Zijn medelijdende blik ons op om Hem los te maken.
Zien we niet dat er in die blik ook een verwijt voor ons is, omdat ook wij hebben
bijgedragen in het Hem vastbinden? Om de verdrukte Jezus te verlichten, moeten
we eerst onze ketenen verwijderen om de ketenen van andere mensen te kunnen
verwijderen. Vele malen zijn deze kleine ketens niets anders dan kleine
gehechtheden aan onze eigen wil, aan onze eigenliefde die verontwaardigd is;
tot onze kleine ijdelheden die, ineengevlochten een band vormen, en de
liefdevolle Jezus pijnlijk binden.
Soms wil Jezus Zelf deze ketenen
van ons wegnemen, door liefde gedreven voor onze arme ziel, zodat we Zijn
pijnlijke binding niet kunnen herhalen. Ach, als we treuren omdat we niet willen
gebonden zijn alleen met Jezus, dwingen we Hem, die bedroefd is, Zich terug te
trekken van ons.
Terwijl Hij lijdt, biedt onze
gekwelde Jezus eerherstel voor al de zonden tegen bescheidenheid. En wij zijn
wij zuiver van geest, in onze blik, in woorden, in genegenheden, om niet nog meer
slagen toe te voegen aan dat onschuldige Lichaam? Zijn we altijd aan Jezus
gebonden, om klaar te staan om Hem te verdedigen, wanneer de mensen Hem slaan
met hun beledigingen en overtredingen?
Mijn geketende Jezus, mogen uw ketenen de mijne zijn, zodat ik U altijd
in mij kan voelen, en U me altijd in U kan voelen.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Pilatus
De
Romeinse prefect gebruikte het Paleis van Herodes als praetorium,
gezien de grotere luxe en ruimere mogelijkheden die deze citadel bood. Het praetorium wordt ook wel als
'paleis' aangeduid.
Het Paleis
van Herodes was na de Joodse Tempel het belangrijkste bouwwerk
in Jeruzalem aan het begin van de gangbare jaartelling. Het paleis
lag aan de westkant van de bovenstad, direct ten zuiden van citadel met de
torens Phasael, Mariamne en Hippicus behoorden. Het was door een gang
met de citadel verbonden. Het is gebouwd door Herodes de Grote.
Voor
de beschrijving van het paleis zijn we afhankelijk van Flavius Josephus.
Weliswaar zijn bij opgravingen enkele paleismuren teruggevonden, maar de
opgravingen zijn door de bebouwing ter plaatse zeer beperkt van aard.
Het
paleis van Herodes was omgeven door wallen en torens. Het paleis had grote
ontvangstzalen en bevatte gastenverblijven die geschikt waren voor in totaal
honderd gasten. De kamers waren geheel ingericht, waarbij veel goud en zilver
was gebruikt. Een van de kamers was genoemd naar keizer Augustus, een
andere naar Herodes' vriend Marcus Vipsanius Agrippa. Het paleis werd
gekenmerkt door zeer fraai metselwerk met gekleurde stenen die van elders
gehaald waren, mooie plafonds en decoraties. De zuilengangen van het paleis
hadden elk een eigen stijl. Op de binnenplaatsen waren weelderige tuinen
aangelegd met wandelpaden, kanalen en vijvers met bronzen fonteinen.
Herodes
de Grote verbleef in het paleis in de periodes dat hij in Jeruzalem was.
Daarnaast had hij nog paleizen in Herodion en Jericho, waar hij ook veel
verbleef. Na Herodes' dood kwam het paleis in handen van Herodes Archeaüs.
Toen
Judea in 6 na Chr. een provincia werd, kozen de praefecti (en
later procuratores) hun residentie in Caesarea. In de periodes van
Joodse feesten, wanneer veel pelgrims naar Jeruzalem trokken, verbleven zij
echter in Jeruzalem in het paleis van Herodes.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht. Pilatus
zendt Hem naar Herodes.
Jezus, mijn vastgebonden Goedheid, uw vijanden, samen met
de priesters, brengen U naar Pilatus. Ze veinzen heiligheid en scrupuleusheid,
omdat ze het Pascha moeten vieren en ze zich rein moeten houden. Daarom blijven
ze buiten de voorzaal. En U, mijn Lieveling, die de diepte van hun
boosaardigheid ziet, biedt eerherstel voor al de schijnheiligheid van het
religieuze lichaam. Ik bied eerherstel samen met U. Maar terwijl U zich met hun
goed bezighoudt, beginnen ze U te beschuldigen voor Pilatus, en braken ze al
het gif dat ze tegen U hebben.
Pilatus is ontevreden met de beschuldigingen die ze tegen U
maken en hij roept U terzijde, om U met reden te kunnen veroordelen. Hij
onderzoekt U alleen en vraagt U: Bent u de koning van de Joden? En U, mijn
ware Koning, antwoordt: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; anders zouden
duizenden legioenen engelen Mij verdedigen. En Pilatus die ontroerd is door de
zoetheid en waardigheid van uw woorden, is verbaasd en zegt tegen U: Dus, u
bent een koning? En U zegt: U zegt het Ik ben het, en Ik ben in de wereld
gekomen om de Waarheid te onderwijzen. Zonder nog iets te willen weten, en
overtuigd van uw onschuld, gaat Pilatus naar de voorzaal en zegt: Ik vind geen
schuld in deze man.
Woedend beschuldigen de joden U van vele andere dingen, en
U zwijgt; U verdedigt zich niet. U biedt eerherstel voor de zwakheden van de
rechters, wanneer ze worden geconfronteerd met arrogante personen; U biedt
eerherstel voor hun onrecht en U bidt voor de onschuldigen, de onderdrukten en
degenen die in de steek gelaten worden. Als hij de woede van uw vijanden ziet,
stuurt Pilatus U naar Herodes om van u af te komen.
Herodes Antipas
Herodes
Antipas
(geboren voor 20 v. Chr; overleden na 39), was in de eerste eeuw bestuurder
van Galilea en Perea. Zijn titel was tetrarch; viervorst (Hij
bestuurde een vierde deel van het koninkrijk). Hij is het bekendst door wat
het Nieuw Testament vertelt over zijn rol in de gebeurtenissen die
leidden tot de terechtstelling van Johannes de Doper en van Jezus
van Nazaret. Antipas erfde een vierde deel van het koninkrijk van zijn
vader Herodes de Grote, dat bij diens dood in 4 v. Chr. verdeeld werd
onder diens zonen. Hij bestuurde het gebied als een vazalstaat van het
Romeinse Rijk. Antipas liet de steden Sepphoris en Betharamphtha en,
belangrijker, zijn hoofdstad Tiberias op de westelijke oever van
het Meer van Galilea bouwen. Tiberias, genoemd naar keizer Tiberius,
werd na de verwoesting van Jeruzalem een centrum van het Rabbijnse jodendom en
is een van de heilige plaatsen van het jodendom. Antipas liet zich scheiden van
zijn eerste vrouw, Phasaelis, die een dochter was van koning Aretas VI van Nabatea,
omdat hij wilde trouwen met Herodias, de vrouw van zijn broer, de in Rome
levende Herodes Filippus. Antipas heeft Johannes de Doper gevangengezet en
ter dood gebracht, omdat Johannes deze relatie veroordeelde. De echtscheiding
van Herodes Antipas dreef niet alleen het conflict met Johannes de Doper op de
spits. Zijn conflict met Aretas over de grens tussen Perea en Nabatea kreeg er
een persoonlijke lading door. Dit leidde in 36 tot een oorlog die rampzalig
verliep voor Antipas. Keizer Tiberius gaf bevel voor een Romeinse tegenaanval,
maar stierf in het jaar 37. In 39 beschuldigde zijn neef Herodes Agrippa I diens
oom Antipas van samenspanning tegen de nieuwe keizer van Rome, Caligula.
Antipas werd daarop in ballingschap gestuurd naar Gallië. Hij had daar het
gezelschap van Herodias; meer is niet bekend over zijn einde. Lucas vertelt
dat Jezus tijdens zijn rechtszaak door Pilatus naar Antipas (die in Jeruzalem
verbleef), werd gezonden, omdat zijn activiteiten zich vooral in Galilea hadden
voltrokken. Antipas stuurde hem echter weer terug naar Pilatus.
Jezus wordt voor
Herodes gebracht
Mijn Goddelijke Koning, ik wil uw gebeden en eerherstel
herhalen, terwijl ik U vergezel naar Herodes.
Ik zie dat uw vijanden, zo razend kwaad zijn dat ze U
zouden willen verslinden, en ze leiden U verder onder beledigingen, spot en
hoongelach. Ze laten U voor Herodes verschijnen, die U vele vragen stelt. U geeft
geen antwoord en kijkt hem zelfs niet aan. En Herodes die geϊrriteerd is omdat zijn nieuwgierigheid
niet is bevredigd en zich vernederd voelt omdat U zwijgt, verklaart aan
iedereen dat U gek en dwaas bent, en hij beveelt dat U als zodanig behandeld
wordt. En om met U de spot te drijven heeft hij U gekleed met een wit
gewaad, en hij geeft U over in de handen van de soldaten, opdat ze met U het
ergste kunnen doen.
Mijn onschuldige Jezus, niemand vindt schuld in U. Alleen
de Joden, omdat hun geveinsde religiositeit niet verdient dat het licht van de
Waarheid in hun gedachten kan schijnen.
Mijn Jezus, oneindige Wijsheid, hoeveel kost het om U gek
te verklaren! De soldaten mishandelen U, ze werpen U op de grond, vertrappen U,
besmeuren U met spuug, verachten U, slaan U met roeden
Het zijn zoveel slagen dat U voelt dat U sterft. De pijn,
de schanddaden, de vernederingen die zij U toebrengen, zijn zo groot en zoveel
dat de Engelen wenen, en ze bedekken hun gezicht met hun vleugels om ze niet te
zien.
Mijn gekke Jezus, ook ik wil U gek noemen, maar gek van liefde.
En uw dwaasheid van liefde is zodanig dat U, in plaats van boos te worden, bidt
en eerherstel biedt voor de ambities van de koningen en leiders, die streven
naar koninkrijken voor de ondergang van de volkeren; voor de vele slachtingen
die zij veroorzaken, en het vele bloed dat zij doen vloeien door hun grillen;
voor de zonden begaan in de rechtbanken, in de paleizen en in het leger.
Mijn Jezus, hoe zacht is het om te zien dat U bidt en
eerherstel biedt temidden van zoveel gewelddaden! Uw stem weerklinkt in mijn
hart en ik volg wat U ook doet. Laat me nu aan je zijde scharen, delen in uw
pijnen, en U troosten met mijn liefde. Ik drijf de vijanden van U weg, neem U
in mijn armen om U te verfrissen en om uw voorhoofd te kussen.
Mijn zoete Liefde, ik
zie dat ze U geen vrede laten. Herodes zendt U naar Pilatus. Als komen
pijnlijk was, zal teruggaan nog tragischer zijn, omdat ik zie dat de Joden nog
razender zijn dan ervoor, en ze zijn vastbesloten om U kost wat kost de dood in
te jagen.
Daarom, voordat U het paleis van Herodes verlaat, wil ik U
kussen om mijn liefde te bewijzen, temidden van zoveel pijn. En U, versterk me
met uw kus en met uw zegen, zodat ik U kan volgen tot Pilatus.
Overweging
Voor Pilatus, temidden van vele
beledigingen en minachting, is Jezus altijd lief; Hij minacht niemand en probeert
het licht van de waarheid in iedereen te laten schijnen. Voelen wij hetzelfde
bij iedereen? Proberen we ons natuurlijke kwaad te overwinnen als iemand niet
sympatiseert met ons? Als we met mensen te maken hebben, proberen we dan altijd
Jezus bekend te maken en het licht van de waarheid in hen te laten schijnen?
O Jezus, mijn zoete
Leven, plaats uw woord op mijn lippen en laat me altijd met uw tong spreken.
Gekleed als een zwakzinnige voor Herodes, zwijgt Jezus en
lijdt hij ongehoorde pijn. En wij wanneer we gelasterd, bespot of beledigd
worden, denken we dat de Heer ons een goddelijke gelijkenis wil geven? In de
pijn, in de minachting en in alles wat ons arme hart kan voelen, denken we dat
het Jezus is die ons verdriet geeft met Zijn aanraking, die ons in Zich
transformeert met Zijn aanraking, en ons Zijn gelijkenis geeft? En als het
lijden zich naar ons keert, denken we dat Jezus, door naar ons te kijken, niet
tevreden is met ons, en ons daarom nog een keer knijpt om ons volledig op Hem
te laten lijken? Als we het voorbeeld van Jezus volgen, kunnen we zeggen dat we
ons in de hand hebben; en dat we in tegenslagen liever zwijgen in plaats van te
antwoorden? Laten we ons ooit overvallen door nieuwsgierigheid? In elke pijn
dat we kunnen lijden, moeten we de intentie hebben om ons leven aan Jezus te geven
om voor zielen te smeken. Door zielen in Gods wil te plaatsen, wordt onze pijn
een cirkel waarin we God en de zielen omsluiten om hen bij Jezus te voegen.
Mijn Liefde en mijn Alles, U alleen, neem de heerschappij
over mijn hart en houdt het in uw hand, zodat ik in elke ontmoeting uw oneindig
geduld in mij kan navolgen.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
een hogepriester
Jezus wordt opnieuw voor hogepriester Kajafas
gebracht, die Zijn terdoodveroordeling bevestigt en Hem naar Pilatus zendt
Mijn bedroefde Jezus, U bent nu uit de gevangenis; maar U
bent zo uitgeput dat U bij elke stap wankelt. Ik wil aan uw zijde staan om U te
ondersteunen, wanneer ik zie dat U op het punt staat te vallen.
Maar ik zie dat de soldaten U meenemen om U vóór Kajafas te
brengen; en U, O mijn Jezus, verschijnt als een zon in hun midden hoewel U
misvormd bent, verspreidt U overal licht, Ik zie dat Kajafas dolblij is wanneer
hij ziet dat U zo toegetakeld en vernederd bent. Bij de weerspiegeling van uw
Licht wordt hij meer en meer verblind, en in zijn woede vraagt hij U opnieuw: Bent
U echt de ware Zoon van God?
En U, mijn Liefste,
antwoordt met opperste majesteit, met de genade van uw woord met met uw
gebruikelijke zoete en ontroerende toon om de harten in vervoering te brengen: Ja,
Ik ben de ware Zoon van God.
En uw vijanden, die hoewel ze de kracht van uw woord in
zich voelen en erdoor verstikt worden, willen niets meer weten. Ze roepen eenstemmig: Hij is schuldig aan de dood. Hij
is schuldig aan de dood!
Kajafas bevestigt de doodstraf en stuurt U naar Pilatus. En
U, mijn veroordeelde Jezus, aanvaard deze straf met zoveel liefde en berusting,
dat U deze bijna van de onrechtvaardige hogepriester ontrukt. U biedt
eerherstel voor alle zonden die opzettelijk en met alle boosheid zijn gepleegd,
en voor degenen die in plaats van zichzelf te treffen door kwaad, zich
verheugen over de zonde, en dit leidt hen tot blindheid en het verstikken van
alle verlichting en genade. Jezus, mijn leven, uw eerherstel en gebeden echoën
in mijn hart, en ik bied eerherstel en bid samen met U.
Mijn zoete liefde, ik
zie dat ze U ter dood hebben veroordeel end at ze alle waardering voor U hebben
verloren. De soldaten grijpen U vast, nemen touwen en kettingen en binden U zo
strak vast dat het bijna elke beweging van uw Goddelijke Persoon voorkomt. Ze
duwen en slepen U verder en zetten U uit het paleis van Kajafas.
Een menigte mensen wacht U op, maar niemand verdedigt U. En
U, mijn Goddelijke Zon, komt naar buiten en wil iedereen omhullen met uw Licht.
Als U de eerste stappen zet en alle stappen van de schepselen wilt omsluiten,
bidt U en biedt U eerherstel voor degenen die de eerste stappen zetten om kwade
bedoelingen uit te voeren: sommigen om weerwraak te plegen, sommigen om te
stelen, sommigen om iemand te verraden, sommigen om te doden, en meer. O, wat
verwonden al deze zonden uw Hart! En om zoveel kwaad te voorkomen, bidt U,
biedt U eerherstel, en offert U zich op.
Maar terwijl ik U volg, zie ik dat U op het moment dat U
afdaalt uit het paleis van Kajafas, de mooie Maria, onze lieve Moeder, ontmoet.
Uw blikken ontmoeten en verwonden elkaar; en hoewel U opgelucht bent om haar te
zien, toch rijst er nieuw verdriet: voor U omdat U de mooie Maria doorboord,
bleek en in rouw gehuld ziet; en voor Uw lieve Moeder die haar Goddelijke Zoon,
ziet die overschaduwd en bedekt is met zoveel smaad wenend en omhuld in
Bloed. Maar U kunt niet lang genieten van elkaars blikken, en met het verdriet
dat u niet eens een woord tegen elkaar kunt zeggen, zeggen uw Harten alles; de
ene versmolten met de ander. U stopt met elkaar aan te kijken, omdat de
soldaten U voortduwen.
Vertrapt en voort gesleept, komt U bij Pilatus aan. Mijn
Jezus, ik verenig mij met uw doorboorde Mama en versmelt mij samen met haar in
U. U geeft me uw blik van liefde en zegent me.
Overweging
Jezus gaat het licht van de dag
tegemoet en wordt voor Kajafas gebracht. Met vastberadenheid bevestigt Hij dat
Hij de Zoon van God is.
Wanneer we buitenkomen, laten we ons dan leiden door Jezus?
Is onze kalmte een voorbeeld voor anderen, en zijn onze stappen als magneten
die zielen rond Jezus roepen? Het hele leven van Jezus is een voortdurende roep
om zielen. Als we in overeenstemming zijn met Zijn Wil dat wil zeggen, als
onze voeten zielen roepen als ze lopen, als onze hartslagen, de goddelijke
hartslagen doen weerklinken en met hen harmoniseren en vragen om zielen, met al
de rest dan zullen we door zo te handelen, Jezus Mensheid in onszelf vormen.
Daarom is elke extra roep van ons om zielen, een extra kenmerk dat we ontvangen
van onze Jezus. Is ons leven altijd hetzelfde, of veranderen we het ten kwade,
afhankelijk van de ontmoetingen die we hebben?
Mijn Jezus, heiligheid die geen
gelijke heeft, leid mij en laat ook mijn uiterlijke verschijning al uw
goddelijk leven zichtbaar maken.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
Ignatius van Loyola en Ignatiaanse spiritualiteit : deel 2
Besef dat ziekte en andere tegenslagen dikwijls van de hand
van God komen, en dat ze gezonden worden om onszelf beter te leren kennen, om
ons te bevrijden van de liefde voor geschapen dingen, en de korte duur van dit
leven te beschouwen, en ons daarom voor te bereiden voor het leven zonder einde.
Spreek geen nutteloos woord. Daaronder versta ik dat als
het geen goed doel dient, noch voor mij, noch voor een ander, dan moet gezwegen
worden.
De glorie van God is de mensheid die het leven als een
avontuur ziet.
Geloof niet in voortdurend geluk, en vrees het meest
wanneer allen naar je lachen
Zonde is het niet willen vertrouwen dat alleen wat God voor
je wil je diepste geluk is.
Wees standvastig en onwankelbaar als een aambeeld waarop
geslagen wordt.
Vergeef me, O Goddelijke perfectie, want ik gaf de voorkeur
aan onvolmaakt en kwaadaardige neigingen boven U! Vergeef me, O Goddelijke
Gerechtigheid, om U te hebben vertoornd door mijn zonden. Vergeef me, O
Goddelijke heiligheid, omdat ik Uw zuiverheid zolang heb besmet door mijn
zonden. Vergeef me, O Goddelijke barmhartigheid, om zolang Uw medelijdende stem te minachten. In diep verdriet en berouw, werp ik mij aan Uw voeten: Heb medelijden met mij.
Wat vreugde betreft, is het niet de toeschouwer die het
bezit, maar degene die ijverig in dienst van God werkt.
Degenen die vooruitgang boeken van goed naar beter, worden
geraakt door de goede engel die de ziel licht en teder aanraakt, zoals een
druppel water in een spons opgeslorpt wordt, terwijl de kwade geest de ziel scherp
steekt, met lawaai en beroering, zoals een druppel water die op een rots valt.
Moge de perfecte genade en eeuwige liefde van Christus onze
Heer onze nooit falende bescherming en hulp zijn.
God geeft aan elk van ons voldoende genade om altijd Zijn
Heilige Wil te kennen, en het volledig na te volgen.
De erkentelijkheid en dankbaarheid voor gunsten en gaven
die men ontvangen heeft wordt geliefd en gewaardeerd in de Hemel en op aarde.
Als je met je hart gehecht raakt aan bepaalde plaatsen en
bezigheden, plaatst gehoorzaamheid je dikwijls op andere plaatsen die je
misschien niet wil; maar wees toch altijd opgewekt, wees toch altijd nederig en
gehoorzaam.
Een van de meest voortreffelijke gevolgen van de H. Communie
is de ziel behoeden voor zonde, en degenen helpen die vallen door zwakheid
opnieuw op te staan. Het is nuttiger om het goddelijke Sacrament met liefde,
respect en vertrouwen te ontvangen, dan weg te blijven door vrees en
gewetensbezwaar.
Hoe meer we onze aandacht richten tot God, hoe minder kans
we worden verstrooid door schepselen.
Het lijdt geen twijfel dat God ons nooit zou willen, op voorwaarde
dat Hij in ons nederigheid vindt dat ons waardig maakt om Zijn gaven te
ontvangen, dat Hij het verlangen vindt in ons om ze te bezitten en dat Hij ziet
dat we ijverig met de genaden samenwerken die Hij ons geeft.
Zij die ons beledigen en vernederen, geven ons het middel
om kostbaarder schatten te verwerven dan enig mens in dit leven.
Het is mijn genoegen om mij terug te trekken van de
schepselen en te rusten bij Jezus in het Tabernakel. Daar vind ik een leven dat
ik niet kan beschrijven, een vreugde dat ik anderen niet aan hun verstand kan
brengen, een vrede dat enkel gevonden wordt onder het dak van mijn beste
gastvrije vriend.
Zoals de bevelhebber van een leger zijn kamp opstelt, de
kracht en defensie van een burcht bestudeert, en dan aanvalt aan de zwakste
zijde, bestudeert de vijand van onze menselijke natuur aan alle kanten onze
theologische deugden, hoofddeugden, en morele deugden. Waar we het zwakst zijn
en onze eeuwige redding het meest nodig hebben, valt hij aan en probeert ons in
een bestorming te pakken.
Eén enkele zonde vermijden is genoeg beloning voor het werk
en inspanningen van een heel leven.
Hij die het Woord van God heeft gehoord kan zijn stiltes
verdragen
Onder de vele tekenen van een levend geloof en hoop dat we
hebben in het eeuwig leven, is het zekerste teken dat we niet uitermate
bedroefd zijn voor degenen die we liefhebben in onze Heer.
Al de honing dat verzameld kan worden van de bloemen in
deze wereld heeft minder zoetheid dat de gal en edik van Jezus Christus.
Onthoud dat de goede engelen doen wat ze kunnen om de
mensen te behoeden voor zonde en Gods eer verkrijgen. Maar ze verliezen geen hoop wanneer de mensen falen.
Laat je bescheidenheid een voldoende stimulans zijn, een
aansporing voor iedereen om in vrede te zijn door enkel naar jou te kijken.
Moge het Christus behagen om ons ware nederigheid en zelfverloochening
te geven van eigen wil en oordeel, zodat we het waardig zijn om Zijn
volgelingen te zijn.
God wil Zijn genaden op ons storten, maar onze verdorven
wil is een hindernis voor Zijn vrijgevigheid.
God wil dat we naar de Gever kijken en Hem meer liefhebben
dan Zijn gave, end at we Hem altijd voor ogen moeten hebben, in ons hart en in
onze gedachten.
Het is gepast om smarten te vragen met Christus die in
smarten verkeert, angst met Christus die in angst verkeert, tranen en verdriet
omwille van de grote verdrukking die Christus voor mij doorstaat.
Men moet een strijd leveren tegen zijn dominerende
hartstochten en niet zich terugtrekken tot hij met Gods hulp ze heeft
overwonnen.
Eerlijk, ik hou van lijden, maar ik weet niet of ik de eer
verdien te lijden.
Als ik op een dag God zou beledigen, zelfs het kleinste,
wat betreft Zijn heilige dienst en glorie, smeek ik Hem liever mij te laten
sterven.
Beeld je in dat de leider van alle vijanden, op een grote
vlakte van Babylon zit, gezeten op een soort troon van vlammen, een
verschrikkelijk en beangstigend zicht. Kijk hoe hij talloze duivels samenroept,
om ze naar verschillende steden te zenden tot de hele wereld bedekt is. Geen
provincie of dorp vergetend, geen klasse of individu vergetend.
Heer, neem en aanvaard mijn vrijheid, mijn geheugen, mijn
verstand en heel mijn wil, al wat ik heb en bezit: U hebt het mij gegeven. Aan
U, Heer, geef ik het terug. Alles is het Uwe. Beschik er helemaal over volgens
Uw wil. Geef mij Uw liefde en genade, die is mij genoeg.
Moge het de opperste en goddelijke Goedheid behagen om ons
alle genade overvloedig te geven om zijn heiligste wil te kennen en het perfect
te vervullen.
Eeuwige Heer van alle dingen, ik voel uw blik op mij
rusten. Ik voel dat uw Moeder nabij is, kijkt en dat al de grote wezens van de
Hemel bij U zijn: engelen en machten, martelaren en heiligen. Heer Jezus, ik
denk dat U een verlangen in mij hebt geplant. Help me, alstublieft, als U wilt
Ik zou mijn offer willen brengen. Ik wil dat het mijn verlangen en mijn keuze
is, op voorwaarde dat U het ook wil, dat ik mijn leven beleef zoals U het uwe
hebt geleefd. Ik weet dat U een onbeduidend leven hebt geleefd in een klein,
geminacht stadje. Ik weet dat U zelden luxe had en nooit enige voorrechten, en
dat U resoluut macht weigerde te aanvaarden. Ik weet dat U verwerping hebt geleden
door leiders, in de steek gelaten werd door vrienden, en gefaald hebt. Ik weet het. Ik kan nauwelijks de gedachte verdragen. Maar
het lijkt een enorm prachtige zaak dat U mij roept om U te volgen en bij U te
staan. Ik zal werken om Gods rijk te brengen als U mij de gave geeft om het te verwezenlijken.
OK dat heb ik gehoord, en nu de interessante zaken!!
ALS DE
PRINS VAN DE HEMELSE LEGERS, DOE IK EEN DRINGENDE OPROEP, AAN DE LAUWEN VAN
HART!
20 januari 2018 10:10
AM
Parochie Corpus Cristi,
Cali, Colombia
Wie is als God? Niemand
is zoals God!
DRINGENDE OPROEP VAN DE H. AARTSENGEL MICHAEL AAN DE LAUWEN
VAN HART
Sterfelijke broeders, de Glorie van God zal zich spoedig aan
jullie openbaren, jullie doortocht door de eeuwigheid komt steeds meer dichterbij.
De Hemelse Trompetten staan op het punt te weerklinken en het geluid van de sjofar
zal jullie aankondigen dat de dag van de Waarschuwing komt. Wees gereed en
geestelijk voorbereid op je persoonlijke ontmoeting met de Allerhoogste.
Als jullie in Gods Genade verkeren, broeders, moeten jullie
niet bang zijn, omdat jullie ontmoeting met Onze Vader jullie grootste vreugde
zal zijn. Maar als jullie verrast worden op deze dag in doodzonde of zonder de Gods
Genade, dan moeten jullie vrezen, omdat jullie dan in plaats van
Barmhartigheid, Gods Gerechtigheid zullen ondervinden. Wee degenen die verrast
worden door de Waarschuwing en in doodzonde verkeren, omdat ze het risico lopen
om voor altijd verloren te gaan!
Als Prins van de Hemelse Legers, doe ik een dringende
oproep tot jullie, lauwen van Hart! Waarop wachten jullie om God te accepteren
met een oprecht hart? Loop niet doelloos rond, zoals bladeren die bewegen in de
wind, van hier naar daar. Kom uit jullie geestelijke lauwheid, want zoals
jullie nu bezig zijn, zullen velen van jullie verloren gaan. Lauwen van hart, de
tijd dringt, als jullie in lauwheid blijven zonder koud of warm te zijn, zal
het ontbreken van een beslissing jullie ondergang zijn! Accepteer God en laat
Hem in jullie hart, zodat jullie morgen, als jullie Hem ontmoeten, tot de zonen
van God gerekend kunnen worden.
Lauwen van hart, voor velen onder jullie wacht de Hel. Mijn
Vader zal dit toestaan om jullie uit jullie geestelijke lauwheid te wekken,
omdat hij niet wil dat jullie verloren gaan. Denk eraan broeders met een
dubbele gezindheid, jullie hebben nog steeds enkele momenten van Genade; maak
er gebruik van, zodat de overgang naar de eeuwigheid niet jullie verdoemenis of
ergste nachtmerrie wordt. Haast jullie om jullie leven op orde te krijgen en wat
belangrijker is, accepteer God met een oprecht hart. Stel je bekering niet uit
tot het laatste moment, want dan heb je misschien geen tijd meer en zal de
waarschuwing je verrassen, zonder dat je een beslissing hebt genomen.
Sterfelijken, kijk naar de tekenen in de lucht die steeds
intenser worden. Wees niet koppig, maak gebruik van de laatste momenten van
Barmhartigheid en verzamel jullie in gebed, vasten en boetedoening (GA NU BIECHTEN!!!), want als de
Meester komt en aan de deur van jullie ziel klopt, Hij jullie wakend vindt
en dat jullie onberispelijk zijn. Rust in de Vrede van de Allerhoogste, mensen
van goede wil.
Jullie Broeder en Raadgever, de H. Aartsengel Michael
Maak mijn boodschappen kenbaar aan de hele mensheid, mensen
van goede wil
De beloften van het H. Gezicht aan Zalige Maria Pierina De Micheli
De
beloften van het H. Gezicht aan Zalige Maria Pierina De Micheli
In mei 1938, kreeg de Zalige Maria Pierina De Micheli
(1890-1945) vertrouwelijke boodschappen van Jezus over de schatten van de
devotie tot het H. Gezicht. In haar Dagboek, vertelt zij hoe de visioenen
plaatsvonden.
23 mei : Jezus toonde zich aan mij met een bebloed gezicht
en nadat hij over zijn pijn had verteld zei hij: Mijn geliefde, Ik geef
opnieuw mijn H. Gezicht zodat je het zonder ophouden zou aanbieden aan de
Eeuwige Vader. Met deze gave verkrijg je de redding en de heiliging van vele
zielen. Als je dit vervolgens aanbiedt voor mijn priesters zullen wonderen
plaatsvinden.
27 mei : Overweeg mijn Gezicht, zei Hij mij, en je zult
binnendringen in de afgrond van smarten in mijn Hart. Troost mij en zoek zielen
die zich willen opofferen samen met Mij voor de redding van de wereld. Jezus
bevond zich in een staat die mij pijn deed, zelfs voor de meest versteende
harten.
31 mei : Toen ik in gebed was verzonken voor het
Tabernakel, zag ik de Heilige Maagd. Zij had een scapulier vast in de hand in
de vorm van twee witte plakkaatjes die genaaid waren aan een koord. Op het ene
plakkaatje stond de afbeelding van het Heilig Gezicht. Op de andere stond een
afbeelding van de Hostie, omringd door stralen. De Maagd kwam naar mij en zei: Luister
naar mij en breng alles over naar de Paus : dit scapulier is een
verdedigingswapen, een krachtig schild, een bewijs van liefde en barmhartigheid
die Jezus aan de wereld wil geven, in deze tijden van zinnelijkheid en haat
tegen God en de Kerk. Er worden duivelse netten gespannen om het geloof uit de
harten te roven. Het kwaad verspreidt zich. De ware apostelen zijn met weinig.
Er is een goddelijke oplossing nodig en deze remedie is het Heilig Gezicht van
Jezus. Al degenen die een scapulier zoals het mijne dragen en die elke dinsdag
een bezoek brengen aan het Heilig Sacrament, om eerherstel te bieden voor de
heiligschennissen die Zijn Heilige Gezicht te verduren krijgt door Zijn
smartelijk Lijden en elke dag in het Eucharistisch Sacrament: zij zullen
versterkt worden in het geloof, ze zullen klaar staan om het H. Sacrament te
verdedigen, ze zullen interne en externe moeilijkheden overwinnen, en bovendien
zullen ze een serene dood kennen onder het wakend oog van mijn Goddelijke Zoon.
In hetzelfde jaar 1938 toonde Jezus zich nog eens druipend
onder het bloed en met een groot verdriet. Hij zei: Kijk hoe Ik lijd. En Ik
word maar door zeer weinig mensen begrepen. Wat een ondankbaarheid van degenen
die zeggen dat ze Mij liefhebben! Ik heb mijn Hart gegeven als een zeer
ontvankelijk instrument van mijn grote liefde voor de mensen, en Ik geef mijn
Gezicht als ontvankelijk instrument van mijn smart voor de zonden van de
mensen. Dat mijn Gezicht geëerd wordt door een bijzonder feest op de dinsdag van
50 dagen voor Pasen ofwel de dag voor Aswoensdag. Het is een feest dat
voorafgegaan wordt door een noveen waar al de gelovigen eerherstel bieden samen
met Mij, en zich verenigen door deel te nemen aan mijn smart.
In 1939 zei Jezus haar opnieuw: Ik wil dat mijn Heilig
Gezicht in het bijzonder geëerd wordt op de dinsdag.
Moeder Maria Pierina wilde het verlangen van de Maagd Maria
inwilligen en had de toelating van haar geestelijke leidsman om een medaille te
laten maken met de afbeelding van het Heilig Gezicht, dat afkomstig was van een
foto van de Lijkwade van Bruner.
Ze begon te twijfelen: de Maagd had haar gevraagd een
scapulier te maken en geen medaille. Ze bad ervoor en op 7 april 1943 kreeg ze
de Maagd Maria te zien die zei: Mijn dochter, wees gerust, het scapulier zal
vervangen worden door de medaille met dezelfde beloften en gunsten. Er blijft
alleen nog de verspreiding ervan over. Op dit moment heb ik in mijn hart het
feest van het Gezicht van mijn goddelijke Zoon op het oog. Vertel het aan de
Paus, dat dit mij nauw aan het hart ligt.
Nu ze gerustgesteld was door de H. Maagd liet Pierina kon
ze haar project realiseren. Op 9 augustus was de Curie van Milaan akkoord met
het project en liet de productie van de medaille toe.
Aanroeping
van het H. Gezicht
O Heilig Gezicht van mijn lieve Jezus, door de tedere
liefde en de geleden smart waarmee u de Heiligste Maagd Maria beschouwde
tijdens uw smartelijk Lijden, sta onze zielen toe mee te delen in zoveel liefde
en zoveel smart en zo goed mogelijk de Heiligste Wil van God te volgen. Amen.
(met kerkelijke goedkeuring)
Moeder
Pierina en het H. Gezicht van Jezus (door Davide Malacaria)
Geschiedenis van een zuster die tussen Argentinië, Milaan
en Rome haar geloof heeft beleefd met het blik gericht op het zachtmoedige
Gezicht van Jezus.
Vanaf de begane grond, waar een crèche is gehuisvest, rijst
het geschreeuw van spelende kinderen op. Hier op de bovenste verdieping is er
stilte en gebed. Er heerst een geheime harmonie die de stilte van de cellen van
de zusters op deze verdieping verbindt met de spelende kinderen hieronder. Het
zijn realiteiten die zich vermengen hier in het hart van Rome. Het Instituut
van de H. Geest wordt omgeven door groen en bevindt zich aan de achterkant van
de Testaccio, een wijk die een beetje het symbool is van Rome en waar de
dochters van de Onbevlekte Ontvangenis van Buenos Aires herbergt. Moeder
Pierina De Micheli, geboren Giuseppina, werd op 30 mei 2010 zalig verklaard en
behoorde tot deze congregatie. Haar spullen liggen nog steeds op de eerste
verdieping. Haar kamer is nog steeds te bezichtigen zoals een kleine
tentoonstelling. Een zuster laat ons deze kamer bezoeken. Aan de zijkant is er
een vitrine waar haar voorwerpen zijn bewaard gebleven. Onder de voorwerpen
zien we een klein keramisch beeldje van het kind Jezus. De zuster vertelt dat
het beeldje een kus gaf aan Moeder Pierina. Aan de andere kant is een andere
vitrine waar de donkerste geheimen zijn bewaard gebleven: een gebroken
kruisbeeld, de overblijfselen van een verbrand deken. Voorwerpen die in haar
cel zijn gevonden en die getuigen van de woeste haat die de duivel voor haar
koesterde. Aan het einde van de gang is er een kleine kapel van het instituut
waar het lichaam van de Zalige zich nog steeds bevindt, tussen de zusters. Er
is een bidstoel geplaatst voor de sarcofaag voor degenen die komen bidden uit
alle hoeken van Rome.
Het graf bevindt zich in een nis, zodat de Moeder, nu ze
dood is, nog steeds lijkt te gehoorzamen aan de kleine regel waaraan zij zich
heel haar leven heeft aangepast, namelijk om verborgen te blijven voor de
wereld, nabij Jezus en naast Jezus.
Guiseppina De Micheli is een Romeinse van adoptie. Ze werd
geboren in 1890 in Milaan, als laatste van een groot gezin, die de Kerk twee
zussen heeft gegeven, Teofila en Luigia, en een priester, Riccardo. We zullen
het over haar leven hebben dat werd gekenmerkt door een bijzondere vriendschap
met Jezus vanaf haar kindertijd aan de hand van een brief die ze in 1943 aan
Paus Pius XII had gericht, tijdens een bezoek aan Sint-Pieter. Ze schrijft: Ik
was 12 jaar toen ik op Goede Vrijdag in mijn parochie op mijn beurt wachtte om
het crucifix te kussen, toen een duidelijke stem zei: Geeft niemand Mij een
liefdeskus op het gezicht om de kus van Judas te herstellen? Ik dacht in mijn
onschuld als kind, dat de stem door iedereen werd gehoord, en het speet me heel
erg dat ze de wonden bleven kussen en dat niemand eraan dacht om Hem op zijn
gezicht te kussen. Ik zal je een kus van liefde geven, wacht. En als het
ogenblik was aangebroken gaf Ik hem een grote kus op zijn gezicht met al mijn
hartstocht. Ik was gelukkig, in de overtuiging dat Jezus, nu gelukkig zou zijn
en niet langer deze pijn zou voelen. Sinds die dag was het gezicht van Jezus
het voorwerp van een diepe toewijding van Giuseppina: Sinds die dag, schreef
ze opnieuw in haar brief, was de eerste kus voor het kruisbeeld Zijn Heilige
Gezicht.
Als klein meisje houdt ze ervan om catechismus aan kinderen
te leren en ze staat te popelen om de priester te begeleiden wanneer hij een
sterveling de Laatste Sacramenten toedient, want ze vond het mooi om een ziel
naar het Paradijs te begeleiden. Men weet niet goed wanneer in haar de roeping
tot een godgewijd leven ontstaat: misschien als ze de sluier afneemt van één
van haar zussen, misschien eerder. Wat zeker is, is dat dit leven vanaf haar
kindertijd, haar zowel aantrekt als bang maakt. Wanneer men haar op dit punt
ondervraagt antwoordt ze ontwijkend. In een brief schreef Don Riccardo, haar
priesterbroer, die haar dichtbij was na de dood van hun ouders, haar: Voor jou
moeten de zusters uit de andere wereld komen. Een paar maanden later ontmoet
de priester zusters die net in Milaan zijn aangekomen: ze behoren tot de
congregatie van de dochters van de Onbevlekte Ontvangenis en hun moederhuis is
in Buenos Aires. Hij vertelt zijn kleine zusje dat de zusters van de andere
wereld eindelijk zijn aangekomen Giuseppina overwint haar laatste twijfels en
treed de Congregatie binnen en wordt Zuster Maria Pierina.
Na een intense vormingsperiode wordt ze naar Argentinië
gestuurd, waar ze haar eeuwige geloften uitspreekt. Eind 1921 keert ze terug
naar Italië, naar het huis dat de zusters in Milaan openden. Later wordt ze
daar Moeder Overste. Gedurende deze periode wordt haar vriendschap met Jezus,
die haar enkele keren bezoekt, inniger en vertrouwelijk. Ze schrijft in haar
brief aan de Paus: Zijn blik was het einde voor mij. We hebben altijd naar
elkaar gekeken en we hebben liefdeswedstrijden gehouden. Ik zei tegen Hem: Jezus,
vandaag was ik het die je het meest aankeek en Hij antwoordde: Bewijs het mij
als je kunt. Ik herinnerde Hem aan de vele keren dat ik naar Hem keek zonder
dat Hij het voelde, maar Hij heeft altijd gewonnen. Het is in deze atmosfeer
dat een belangrijke episode in haar leven plaatsvindt, een episode die trouwens
het hoofdonderwerp is van dit artikel. Hier is het verhaal van Moeder Pierina
in haar brief aan Pius XII: Op 31 mei 1938, terwijl ik bad in de kapel van
mijn noviciaat, kwam er een Mooie Vrouwe naar me toe. Ze droeg in haar hand een
scapulier van twee stukken wit flanel, verenigd door een koord. Op het ene stuk
stond het beeld van het H. Gezicht van Jezus, op het andere stuk stond een Hostie
omringd door stralen. Ze zei dat het scapulier een krachtig schild was, een
belofte van liefde en genade die Jezus aan de wereld wil geven in deze tijden
van zinnelijkheid en haat tegen God en de Kerk. Indien mogelijk moest men elke
dinsdag een bezoek brengen aan het H. Sacrament tegen heiligschennissen tijdens
Zijn Lijden en deze die Hij elke dag ontvangt in de H. Communie. Maria Pierina
wordt zo een ijverige promotor van de toewijding tot het H. Gezicht van Jezus,
dat zich snel verspreidt. Ze beseft dat een scapulier moeilijk te verspreiden
is en vat het idee op om een medaille te laten graveren. De Maagd Maria is
akkoord en Maria Pierina krijgt haar steun.
In haar zoektocht naar een afbeelding voor de medaille komt
Maria Pierina een foto tegen van de Lijkwade genomen door Giovanni Bruner
die het Gezicht van Jezus reproduceert. Een zeer beroemde afbeelding in Milaan,
omdat de fotograaf het had aangeboden aan de aartsbisschop van de stad,
kardinaal Ildefonso Schuster, die de afbeelding had ingehuldigd met de grootste
devotie in een kerk die in het bijzonder aan het H. Gezicht was gewijd. Helaas
is de realisatie van de medaille beladen met economische en bureaucratische
problemen die voor de arme Maria Pierina onoverkomelijk lijken. Ze zoekt hulp
bij haar spirituele vader, Pater Rosi, een Jezuïet die haar adviseert op de
Voorzienigheid te vertrouwen. Ze volgt het advies op, maar is niet getroost.
Ondertussen zijn we in september 1939, en ze wordt naar
Rome gestuurd naar het kantoor van de regionale overste, in het nieuwe huis dat
de congregatie in de hoofdstad heeft geopend, mede dankzij haar onvermoeibare
controle over het project. Daar ontmoet ze Pater Ildebrando Gregori (wiens
zaligverklaring aan de gang is) van de congregatie van de benedictijnse Silvestrini
monniken. Hij wordt haar nieuwe geestelijke vader en hij zou haar hele leven
steunen. Ze slaagt er eindelijk in de medailles te produceren die haar zo nauw
aan het hart liggen. Een klein mirakel zou hen helpen. Dit is hoe Moeder
Pierina het verhaal vertelt in de brief aan de Paus: Ik schreef aan fotograaf
Bruner en vroeg hem om mij toestemming te geven om het beeld van het H. Gezicht
dat hij had gereproduceerd te gebruiken en ik heb deze toestemming gekregen. Ik
verzocht de Curie van Milaan om goedkeuring, dat mij op 9 augustus 1940 werd
toegestaan. Ik gaf de opdracht aan de Johnson fabriek die er lang heeft over
gedaan omdat Bruner alle tests wilde controleren. Enkele dagen ervoor gaven ze
me de medailles en ik vond een envelop op de tafel van mijn kamer. Ik keek en
er zat 11200 lire in. Het was precies het bedrag dat ik moest betalen. De
medailles werden allemaal gratis verspreid en dezelfde Voorzienigheid werd
meerdere keren herhaald voor andere bestellingen. De medaille werd verspreid
met opmerkelijke genaden. Daarom was de vijand boos en heeft hij wanorde
gezaaid op verschillende manieren. Meerdere keren gooide hij s nachts de
medailles in de gangen en langs de trappen. Hij scheurde de afbeeldingen, uitte
bedreigingen en vertrapte ze.
In het laatste deel van de brief vertelt Maria Pierina over
de zeer zware beproevingen die de demon haar heeft opgelegd. Bewijzen die ze
niet laat zien, maar die ze zorgvuldig noteert in haar dagboek, gehoorzaam aan
een bevel van de abt Gregori. Pijn die met vreugde werd verwelkomd voor het
heil van de zielen. (Op dit moment vind ik mijn vreugde in het lijden dat ik
voor Jou verdraag en ik vul in mijn vlees aan wat ontbreekt in de beproevingen
van Christus voor Zijn Lichaam, dat de Kerk is. Kol 1:24) Een buitengewone
wilskracht? Eenvoudiger en realistischer is het getuigenis van een genade en
een overgave aan God. Het is niet zij die vecht en die de overwinning behaalt: Jezus
won in mij. Is de uitdrukking die het vaakst voorkomt in de paginas van haar
dagboek. En het is Jezus die in februari 1942 haar uitlegt: Wees stil, je
hart, Ik ben het die het zuiver hield, zonder enige verdienste van jouw kant,
om het voorwerp van mijn voldoening te zijn. En in deze overgave, vergezeld en
ondersteund door de geneugten van het paradijs, schrijft ze: Wat voel ik mijn
nietigheid en mijn ellende in het licht van zoveel vriendelijkheid! Het is zo
mooi om klein te zijn, niet in staat tot alles .
Moeder Pierina ziet de oorlogsjaren met vertrouwen, hoop en
naastenliefde tegemoet. Het waren jaren tijdens dewelke ze brood uit haar mond
spaart om hen die honger hebben en ze verspreidt de medailles die het H.
Gezicht van Jezus vertegenwoordigen. Pater Gregori herinnert zich: We hebben
het zelfs voor elkaar gekregen medailles uit te reiken aan ter dood veroordeelden,
en voor hen werd de doodstraf niet uitgevoerd.
De oorlog is net afgelopen en Maria Pierina besluit naar
het noorden van Italië te gaan om haar zusters te omhelzen die zich in het
conflict hadden afgezonderd van Rome. In juni 1945, na een kort verblijf in
Milaan, ging ze naar het huis van Centonara dArto, waar novicen op haar
wachtten om hun geloften af te leggen. Maar uitgeput door de reis wordt ze
ernstig ziek. Andere keren werd ze in het verleden op wonderbaarlijke wijze
genezen van ernstige kwalen, waarvoor Pater Gregori had gebeden. Hij stuurt een
telegram: Dankzij een heilige gehoorzaamheid, genees binnen drie dagen. Maar
helaas, als gevolg van een fout in de post, komt de boodschap aan op 27 juli om
11 uur. Te laat. Moeder Pierina stierf tijdens de nacht.
De Kerk heeft besloten om de zalige meer dan de dag van
haar dood te herinneren, of dies natalis volgens de canonieke formule, op de
dag van haar geboorte (en haar doopsel): de 11de september. In de
kamer waar haar spullen zijn ondergebracht, plaatsen de zusters een plakkaat
waarop de gedachte van de Zalige is geschreven: Het is zon steun om te
herhalen: ik ben niets, Hij is alles; ik kan niets doen, Hij kan alles doen.
Zo wordt het achterlaten van alles gemakkelijk, net als de kinderen op de
lagere verdieping die met hun spelletjes deelnemen aan de vreugde van het
Paradijs. Als je niet als kinderen wordt
Je hebt twee soorten
mensen : degenen met waarden en degenen die van een andere, achterlijke planeet
komen. Het bijbrengen van normen en waarden is belangrijk en moet zo vroeg
mogelijk bij kinderen aangeleerd worden. Daarom een artikel van een
kinderpsycholoog :
Normen en waarden bijbrengen (www.oudersvannu.nl)
Opstaan voor ouderen in de tram, niet schelden of pesten
Hoe geef je je kind de waarden en normen mee die belangrijk voor jou en voor
anderen zijn? Kinderpsycholoog Tischa Neve legt uit.
Wat zijn normen en waarden
Waarden zijn opvattingen die voor een grote groep mensen
belangrijk zijn en de omgang met elkaar bevorderen. Hierbij kun je denken aan:
eerlijkheid, vertrouwen en respect voor elkaar en elkaars eigendommen. Hier
komen normen (regels) uit voort: je liegt niet tegen mensen en je discrimineert
en steelt niet.
Opstaan in de bus
Als je in de bus zit en er stapt een ouder iemand in die
geen zitplaats heeft, dan bied je diegene jouw stoel aan. Waarom? Misschien
omdat je hebt geleerd dat het zo hoort. Of omdat je hebt ervaren en geleerd dat
het respectvol en fijn is om behulpzaam te zijn naar anderen toe. Voor elkaar
opzij gaan bij een drukke ingang, iemand die maar één boodschap heeft voor
laten gaan bij de kassa, het zijn dingen die velen van ons doen, uit
beleefdheid, omdat je een ander er blij mee maakt. Maar wat voor jou
vanzelfsprekend is, hoeft niet voor een ander te gelden. Aan ons als ouder de
taak om onze kinderen van jongs af aan in aanraking te laten komen met deze
normen en waarden die het leven met elkaar leuker en makkelijker maken.
Overleg met je partner
Een heleboel normen en waarden zijn vanzelfsprekend voor
ons. Je hebt ze van jongs af aan meegekregen en denkt er niet bij na. Als
vanzelf draag je ze waarschijnlijk ook over op je kinderen omdat je het
voorleeft of benoemt als er zich iets voordoet.
Maar welke normen en waarden zijn nou echt belangrijk voor
jou als ouder? Als je hier zelf en met je partner eens echt bij stilstaat kun
je ook zorgen dat je je kinderen dat meegeeft wat je echt graag wilt, van jongs
af aan.
Afstemmen
Je kind komt steeds meer in aanraking met deze ongeschreven
regels. Niet alleen thuis, maar ook op de peuterspeelzaal of het
opvangadres. En daar kunnen weer andere afspraken en regels gelden dan thuis.
Kinderen kunnen doorgaans heel goed omgaan met deze verschillen, zolang ze op
elke plek duidelijk zijn en niet al te groots afwijken. Daarom is het helpend
dat je een opvangplek kiest die goed past bij jouw waarden en normen, jouw
visie op opvoeden, met elkaar omgaan en in het leven staan. Net als dat van oma
soms iets wel mag en thuis niet, leren kinderen dat ook snel met andere
plekken.
Check van te voren heel goed het pedagogisch beleid van de
opvang, verdiep je in hoe zij over dingen denken en hoe ze met bepaalde dingen
omgaan. Bespreek bij een intake de zaken die jij belangrijk vindt: hoe gaan ze
om met straffen en belonen, wat zijn waarden en normen die ze er benadrukken?
Komt dit niet overeen met wat jij belangrijk vindt of voelt het niet goed en
passend? Kijk dan verder naar een plek die wel goed voelt.
Loop je in de loop dan de tijd tegen dingen aan waar je
zelf echt anders over denkt? Maak het dan bespreekbaar op de opvangplek.
Wellicht is er een middenweg te vinden of kunnen de leidsters opletten dat ze
ook benadrukken wat jij belangrijk vind.
Tips
Wat kun jij nog meer doen?
1.Sta eens stil bij wat jij belangrijk vindt in
de omgang met andere mensen. Welke normen en waarden zijn voor jou heel
belangrijk? Dat helpt je om het ook bewust over te brengen op je kind en ook om
bijvoorbeeld opvangplekken te vinden die hier goed bij aansluiten.
2.Bespreek met belangrijke mensen om je kind heen
(grootouders die veel oppassen, gastouder) als jij bepaalde dingen echt
belangrijk vindt. Bijvoorbeeld: straffen of belonen, onvoorwaardelijke
acceptatie van kind en emoties, respect voor elkaar bijbrengen.
3.Kies de opvang die past bij jouw normen en
waarden en visie op opvoeden. Kleine verschillen zijn helemaal niet erg, daar
leren kinderen alleen maar van.
4.Doe belangrijke normen en waarden voor:
kinderen leren het meest van wat ze jou zien doen, niet van wat je zegt. Doen
en regelmatig bewust benoemen naar je kind toe dus, van jongs af aan.
5.Het is het mooist als kinderen dingen niet gaan
doen omdat het zo hoort, maar echt omdat ze van binnenuit voelen dat het fijn
of prettig is als je ze doet. Benoem wat jij doet en wat je je kind ziet doen
en het positieve effect. Kijk, je zei dank je wel tegen de slager en hij
lacht, dat vindt hij fijn. Als je me helpt met klusjes in huis dan ben ik
sneller klaar en ik vind het veel gezelliger .
6.Leg uit waarom iets fijn, aardig, respectvol of
behulpzaam is. Waarom je iets belangrijk vindt of waarom je iets doet. Je kunt
zeggen je moet opstaan voor een oudere mevrouw in de trein omdat dat hoort
of: ouderen mensen zijn slechter ter been en kunnen niet altijd stabiel of
lang staan, daarom is het fijn om voor ze op te staan als je jonger bent.
7.Leer je kind dat er ook andere culturen
zijn en dat de gewoonten van iemand met een andere achtergrond kunnen
verschillen van jullie regels. Dat jullie normen en waarden niet per se beter
zijn dan die van een ander. Zo stimuleer je hem zich in te leven in een ander
en zich open te stellen voor andere ideeën. Je kind in aanmerking laten komen
met deze andere culturen is een hele mooie manier. Door boeken, reizen, andere
plekken bezoeken, enzovoort.
8.Help je kind van jongs af aan om zich te
verplaatsen in de ander. Dat is nog heel lastig voor hele jonge kinderen maar
je kunt er zeker al een begin mee maken door vanaf dat ze het begrijpen steeds
weer te verwoorden hoe iets voor een ander is. En als ze wat ouder zijn ze mee
te nemen in: Is het fijn als iemand iets afpakt? Kijk, het kindje huilt
ervan
Vind je eigen weg
Kinderen leren van ons en op plekken waar ze veel komen
welke normen en waarden belangrijk zijn om op een prettige manier met elkaar
samen te leven. We kunnen daar van alles aan bijdragen, maar het meest
effectieve is toch wel dat we zelf goed weten wat we belangrijk vinden in het
leven en de omgang met anderen en dit gewoon de hele dag door laten zien,
voorleven en benadrukken. Daar leren kinderen het allermeest van!
Voorbeelden normen en waarden
Denk er nog eens goed over na. Welke dingen wil jij je kind
graag meegeven? Een aantal voorbeelden:
elkaar
geen pijn doen
als
een van de kinderen een ander kind (per ongeluk) pijn doet, wordt het
betrokken bij het troosten van het andere kind
eerst
vragen, niet zomaar afpakken
geen
vieze of lelijke woorden gebruiken
geen
kinderen buitensluiten
geen
dingen stuk maken
we
pesten geen andere kinderen
iedereen
is goed zoals hij is en mag zijn zoals hij is
Ignatius van Loyola was van Baskische adel. Hij kreeg een
gedegen opvoeding. Tijdens een slag bij de stad Pamplona in 1521 gedroeg hij
zich zo overdreven dapper, dat hij door een vijandige kogel werd getroffen aan
de knie. Op dat moment was hij dertig jaar oud. In het stamslot te Loyola werd
hij verpleegd. Er bleef hem niets anders over dan te dagdromen wat hij straks
na zijn genezing allemaal voor een mooie, hoofse dame zou doen om haar aandacht
en liefde te winnen. Tenslotte begon hij uit pure verveling de twee enige
boekjes te lezen die er in het huis te vinden waren: een levensbeschrijving van
Jezus, en een bundeltje heiligenlevens. Vanaf dat moment had hij er een onderwerp
bij om over te dagdromen: 'Hoe zou het zijn als ik net als Sint Franciscus ging
doen, of als Sint Dominicus?' Na verloop van tijd bemerkte hij hoe de dagdromen
over Franciscus en Dominicus hem veel meer voldoening schonken dan de andere
over zijn hoofse dame.
Intussen bleek dat de knie niet goed genas. Er groeide een
vreemd uitstekend bot naar buiten. Omdat hij zo nooit voor zijn hoofse dame zou
kunnen verschijnen, verzocht hij de dokter, nadat deze het been nog eens
gebroken en opnieuw gezet had, het eenvoudig weg te zagen. Zonder verdoving en
twee keer een traan wegpinkend doorstond hij deze barre operatie. Toch bleven
de fantasieën over de navolging van de heiligen hem meer troost bieden. Hij
beschouwde dat verschijnsel als een signaal van 'de goede geest', en trok de
consequentie dat hij dus aan díe geest moest gehoorzamen.
Na zijn genezing - al bleef hij zich sindsdien wat hinkend
voortbewegen - trok hij zich terug in de eenzaamheid, om nog veel meer
gebedservaring op te doen. God had hem op zijn ziekbed door de innerlijke
bewegingen van troost en dorheid de eerste lessen in onderscheiding der geesten
en gebed bijgebracht. Hij zou dat ook in het vervolg blijven doen. Ignatius
hield nauwgezet notitie bij van wat hij in zijn gebed doormaakte. Uit die
aantekening is zijn handleiding voor het begeleiden van bidders gegroeid: de
"Geestelijke Oefeningen".
Daarin legt Ignatius achtereenvolgens de nadruk op het
ordenen van je leven, of beter het inpassen van je leven binnen Gods bedoeling
met de wereld; vervolgens op de navolging van Christus door punctueel de
evangelieverhalen te overwegen; en tenslotte op het vermogen om in alle dingen
Gods liefde te zoeken en te vinden.
Hij was ervan overtuigd, dat deze gaven hem geschonken
waren om door te geven. Zo begon hij mensen te begeleiden in hun gebed. Op zijn
veertigste zette hij zich nog aan een theologiestudie te Parijs om beter
onderlegd te zijn in het geven van de Geestelijke Oefeningen. Aan de
universiteit probeerde hij met behulp van zijn gebedsmethode studenten te
winnen voor Christus. Tenslotte vormde zich een groep van negen studenten rond
de Geestelijke Oefeningen. De beroemdste van hen is wel Franciscus Xaverius,
net als Ignatius een Bask, maar beider families leefden zo'n beetje op voet van
oorlog met elkaar.
In 1534 legden de eerste paters de geloften af om daarmee
te symboliseren, dat ze zich met al hun vermogens zouden inzetten om mensen
voor Christus te winnen. Dit gebeurde in een kapelletje op de Montmartre, even
buiten Parijs. In feite ligt daar het ontstaan van de jezuïetenorde, ook wel
Sociëteit van Jezus genoemd.
In 1540 werd de Orde officieel door de paus goedgekeurd.
Het bijzondere was, dat de paus de onvoorwaardelijke volmacht kreeg om de leden
ervan daarheen te sturen, waar hij, als plaatsbekleder van Christus, meende ze
het meest nodig te hebben.
Ignatius was kort daarvoor door de anderen tot Algemeen
Overste gekozen (in het Latijn van die dagen: Superior Generalis, kortweg
'Generaal' geheten). Tot aan zijn dood was hij het bezielende middelpunt van
een snel groeiende en zich wereldwijd vertakkende organisatie. Hij bezwoer de
paters om regelmatig brieven te schrijven, zodat hij op de hoogte kon blijven,
en zich aan hun verhalen kon inspireren. Zelf schreef hij er zowel vóór als na
zijn generaalskeuze duizenden.
Was de Orde in 1540 begonnen met tien man, zestien jaar
later bij Ignatius' dood telde ze duizend paters en broeders, verspreid over
vestigingen in heel Europa, Azië, Ethiopië en de beide Amerika's. (uit: heiligennet)
Wat is
de Ignatiaanse spiritualiteit:
1Herken
God in alle dingen
2Ontwikkel een persoonlijke relatie met Christus
en houd van de Kerk (ondanks zijn gebrokenheid)
3Leef een leven van zelfbewustzijn en onderscheidingsvermogen
want dat leidt tot dankbaarheid en een leven van dienstbaarheid
4Beleef een leven van contemplatie in het echte
leven en wees doordrongen van gebed geen teruggetrokken monastiek bestaan
5Leef met innerlijke vrijheid (het resultaat van
zelfbewustzijn en onderscheidingsvermogen)
6Ons geloof moet toonbaar zijn in het werk voor
gerechtigheid het besef dat er geen ware geloofsuitdrukking is waar
rechtvaardigheid en menselijke waardigheid ontbreken
7Erken dat de wereld geladen is met de grandeur van
God de positieve en energetische visie van Gods voortdurende bekommernis en
interactie met de schepping
8Leven volgens de spreuk Ad Majorem Dei
Gloriam (Voor de meerdere glorie van God) God prijzen en deelnemen aan Gods
genezende werk in de wereld
9Flexibel zijn en overal inzetbaar zijn, volgens
het voorbeeld van de 16de eeuwse Jezuïeten die Chinese gewaden droegen en
verschillende culturen tot zich namen; ze respecteerden de levenswijze van de
mensen
10De
vereniging zoeken van de geest en het hart-als broeders en zusters luisteren we
naar God die aanwezig is onder ons, en we laten geen verdeeldheid toe dat
gebaseerd is op rassenverschil, nationaliteit, achtergrond, leeftijd of
geslacht
Deze principes en ideeën zijn niet uniek voor Ignatius,
maar ze vloeien voort uit het Evangelie van Jezus. Ignatius heeft ze echter
verzameld en gesynthetiseerd op een zodanige manier dat ze een weg naar Jezus
vormen- een pad dat talloze miljoenen Katholieken hebben gevolgd over de
laatste 450 jaar, een pad dat Ignatiaanse spiritualiteit wordt genoemd.
Het dagelijks
onderzoek:
In het onderzoek bekijken we de voorbije dag om God te
vinden en Zijn zegeningen in ons leven. We blikken ook terug om momenten te
vinden op een dag waar de dingen niet zo goed verliepen-wanneer we getroffen
werden door iets wat ons overkwam, of wanneer we zondigden of een fout maakten.
We danken God en prijzen Hem voor de gezegende momenten. We vragen om vergeving
en genezing voor de moeilijke en pijnlijke momenten. Als we teruggeblikt hebben
op de voorbije dag, moeten we ons richten op de volgende dag en God vragen om
ons de potentiële uitdagingen en kansen van de volgende dag te tonen. We
proberen te voorzien welke momenten naar Gods plan leiden of ons juist ervan
verwijderen. We vragen om inzicht zodat we weten welke genaden we nodig hebben
om de volgende dag goed door te komen; geduld, wijsheid, standvastigheid,
zelfkennis, vrede, optimisme. We vragen God om die genade, en we vertrouwen
erop dat Hij wil dat we slagen in onze dag, meer dan wij doen. St Ignatius zou zeggen dat dit het
belangrijkste moment is van onze dag, omdat dit moment elk ander moment beïnvloed.
Hoe dit onderzoek doorlopen:
Ignatius geeft ons een eenvoudig vijf stappenplan voor ons
dagelijks onderzoek:
Dankzeggen
Ik begin met God dank te zeggen voor alle dingen waarvoor
ik vandaag dankbaar ben. Ik overdenk de dag en ik denk aan de manieren waarop
God mij vandaag heeft gezegend . Ik denk aan de grote zaken en de kleinigheden
van de dag en laat alles de revue passeren.
Vragen om de H. Geest
Daarna wil ik naar de momenten van de dag kijken waar ik
het niet zo goed heb gedaan. Maar vooraleer dat te doen, vraag ik eerst dat God
me vervult met Zijn H. Geest zodat de H. Geest mij kan leiden door deze
moeilijke zoektocht doorheen de ziel. Anders ben ik geneigd om in ontkenning te
vallen, mij in zelfmedelijden te wentelen of om mijzelf te haten.
Terugblik en het erkennen van mislukkingen
Ik kijk terug op mijn dag en vraag de Heer om mij de
momenten te tonen waar ik grote of kleine mislukkingen heb begaan. Ik blik met
nuchterheid terug naar de fouten dat ik deze dag heb begaan.
Vraag om vergeving en genezing
Als ik heb gezondigd, vraag ik God om mij te vergeven en me
terug naar het juiste pad te voeren. Als ik niet gezondigd heb maar
eenvoudigweg een fout gemaakt heb, vraag ik om genezing van elke schade dat mij
getroffen heeft. Ik vraag om hulp om het te verwerken en verder te gaan met
mijn leven. Ik vraag ook om wijsheid zodat ik in de toekomst beter met zon lastige
momenten kan omgaan.
Bid om de volgende dag goed te leven
Ik vraag God om mij te tonen hoe de volgende dag zal
verlopen. Ik beeld me de dingen in dat ik zal doen, de mensen dat ik zal zien,
en de beslissingen die ik in overweging zal nemen. Ik vraag om hulp voor de
momenten dat ik voorzie die moeilijk zullen zijn. Ik vraag vooral hulp voor de
momenten dat ik misschien opnieuw verkeerd zal aanpakken, net zoals ik vandaag deed.
Geestelijke oefeningen
De Geestelijke
Oefeningen beginnen met wat Ignatius zijn principe en fundament noemt. Hij
verklaart dat ons doel in het leven voor eeuwig bij God wonen is, te leven met
diepe dankbaarheid voor de gaven van God en het in balans houden van onszelf
zodat we God niet verdringen door één van Zijn gaven. De oefeningen zijn
opgesteld om ons te helpen die balans te bereiken en te behouden, waren
oorspronkelijk bedoeld om over een maand gespreid te worden, met 4 weken of 4
fasen die gericht zijn op een specifiek doel:
Eerste week: in de eerste week moet
men Gods onvoorwaardelijke liefde erkennen en onze mislukking en de mislukking
van de hele mensheid aanvaarden om overvloedig die onvoorwaardelijke liefde te
beantwoorden.
Tweede week: in de tweede week moet
men de persoon en het leven van Christus overwegen zodat we vrij kunnen kiezen
om Hem lief te hebben en Hem trouw en van dichtbij te volgen.
Derde week: in de derde week moet
men het Lijden en de dood van Jezus overwegen om te delen en zich te
identificeren met zijn lijden en onze betrokkenheid met Hem te verdiepen.
Vierde week: in de vierde week moet
het verlangen naar Jezus groeien om de
vreugde van Zijn Verrijzenis te openbaren en om deze vreugde als fundament te
zien van onze roeping om te delen in Christus missie.
Bidden
op de Ignatiaanse manier
Ondanks het feit dat je leven soms druk kan zijn, moet je
niet naar een abdij gaan of naar een afgelegen plaats in een bos om te bidden. Je
moet enkel een omvorming maken van je gerichtheid zodat je meer in
overeenstemming bent met Gods aanwezigheid in je activiteiten. St Ignatius van
Loyola leerde ons een vorm van beschouwend gebed, ook gekend als meditatie, dat
ons uitnodigt om onze geest en verbeelding te gebruiken om een gebedsvolle
conversatie te beginnen en zijn aanwezigheid te herkennen in ons dagelijks
leven. Beschouwend gebed kan gedaan worden door deze eenvoudige stappen te
volgen.
Zoek een stille plaats waar je alleen kunt zijn
voor 10 tot 15 minuten.
Neem een comfortabele plaats en sluit je ogen of kijk naar
een religieuze afbeelding of een brandende kaars. Als je wenst kun je zachte
achtergrondmuziek spelen om je te helpen in een gebedsstemming te komen. Wees
je bewust van Gods aanwezigheid en vraag de H. Geest je gebed te leiden.
Beoefen 2 tot 3 minuten een ritmische
ademhaling.
Tel traag in je binnenste tot drie en adem ondertussen in
en tel dan traag tot vijf en adem terwijl uit om je te helpen concentreren. Als
je verstrooid bent, concentreer je dan opnieuw op je ademhaling en laat de
verstrooiing wegebben zodat je je hart terug tot God kan richten. Je kunt ook
een bijzonder woord of een bijzondere zin kiezen, zoals Jezus of Mijn Heer en
Mijn God, en het herhalen wanneer je verstrooid bent om je aandacht terug op
Gods aanwezigheid te richten.
Kies een korte tekst uit de H. Schrift en lees
het als een gebed.
Als de tekst een verhaal uit het Evangelie is, gebruik dan
je vijf zintuigen om jezelf als deelnemer in te beelden in het verhaal (Wat zie
je? Welk geluid hoor je? Wat
voel je?). Beeld je een scène in waarin je kan praten met Jezus en luisteren
als Hij tot je spreekt. Je kunt antwoorden op wat Jezus zegt of doet in het
verhaal, of je kan eenvoudigweg spreken over iets dat onlangs gebeurd is of een
gebeurtenis dat binnenkort in je leven zal plaatsvinden.
Als toevoeging bij de H. Schrift in je
meditatie kan je ook gebruik maken van geschriften van de heiligen evenals
andere inspirerende literatuur of gebedenboeken.
Je kunt je ook concentreren op een heilig voorwerp zoals
een kruisbeeld, of mediteren over een heilige afbeelding, zoals een icoon van
Jezus of een favoriete heilige. Neem gebruik van deze tijd om tot God te praten
zoals je zou doen tot een vriend.
Eindig met een paar minuten van overweging,
tijd om in stilte te rusten in Gods aanwezigheid.
Als volwassenen
begrijpen we steeds beter dat God tot ons spreekt in de stilte. Eindig
je meditatie met een paar momenten van stille momenten met God.
Door beschouwend gebed kan je vlugger Gods aanwezigheid in
je dagelijks leven herkennen.
De gedachten
van Ignatius van Loyola
Ga en zet de wereld in vuur en vlam.
Bid alsof alles van God afhangt, handel alsof alles van jou
afhangt.
Lach en wordt sterk.
Heer, leer me vrijgevig zijn; leer mij om U te dienen zoals
U het verdient; te geven, en niet om de kosten te geven; te vechten, en geen
acht te slaan op de wonden; te zwoegen, en geen rust te zoeken; te werken, en
niet om enige beloning te vragen behalve te weten dat ik Uw wil doe.
God heeft ons geschapen opdat we Hem zouden kennen,
liefhebben en dienen in dit leven en met Hem gelukkig zijn voor altijd. Een
reactie van liefde en dienstbaarheid krijgen van ons hier op aarde was Gods doel
van onze schepping, zodat we ons doel mogen bereiken van eeuwigdurend geluk met
Hem in de Hemel.
Al de dingen in deze wereld zijn gaven van God, voor ons
geschapen, om de middelen te zijn waardoor we Hem beter kunnen leren kennen,
Hem met meer zekerheid kunnen liefhebben, en Hem met meer trouw kunnen dienen.
Als resultaat zouden we deze gaven van God moeten waarderen en gebruiken voor
zover ze ons helpen ons doel van liefdevolle dienstbaarheid en vereniging met
God te bereiken. Maar als de geschapen dingen onze vooruitgang hinderen, moeten
we ze laten gaan.
Als God ervoor zorgt dat je veel beproevingen moet lijden,
is het een teken dat Hij grote plannen voor je heeft, en dat Hij zeker van plan
is om van jou een heilige te maken. En als je wilt een grote heilige worden,
smeek Hem dan je veel kansen te geven om te lijden; want er is geen beter hout
om het vuur van Goddelijke liefde te ontsteken dan het kruishout, dat Christus
gebruikte voor Zijn eigen grote offer van grenzeloze naastenliefde. Al het
genot van de wereld betekent niets in vergelijking met de zoetheid dat gevonden
wordt in de gal en edik die aangeboden werden aan Jezus Christus. Dat zijn de
pijnlijke dingen die verdragen worden voor Jezus Christus en met Jezus
Christus.
Hij die de wereld intrekt om de wereld te hervormen, moet
beginnen met zichzelf, of hij zal zijn werk verliezen.
Liefde uit zich meer in daden dan in woorden. Liefde
bestaat in een wederzijdse uitwisseling van goederen. De minnaar geeft en deelt met de geliefde bijvoorbeeld
wat hij bezit, of iets wat hij heeft of in staat is te geven en omgekeerd, de
geliefde deelt met de minnaar. Vandaar als iemand kennis heeft, deelt hij het
met degene die de kennis niet bezit. Het is hetzelfde met iemand die roem heeft
of rijkdom. De ene geeft dus altijd aan de ander.
Als onze kerk niet als taak heeft te zorgen voor de armen,
de verdrukten en de hongerigen, zijn we allen schuldig aan ketterij.
Het doel van het leven is: God zoeken en vinden
in alle dingen.
Het is niet in veel kennis, maar in het genieten van innerlijke
dingen, dat de ziel tevreden stelt.
Kijk naar Jezus voor je hangend aan een kruis en vraag
jezelf af: wat heeft hij voor mij gedaan?
En: wat doe ik nu voor hem?
God werkt en zwoegt in heel zijn schepping en in mensen
afzonderlijk als een bron van onophoudelijke liefde.
Iemand moet in dit leven toch begrijpen dat hij door zijn
eigen toedoen Gods werk in hem verhindert, en hij moet toch begrijpen wat God
in ons zou kunnen bewerken als wij het Hem niet beletten.
Als wij tot de gemeenschap van Jezus behoren
moeten wij hetzelfde doen voor onze naasten als wat de engelbewaarders doen
voor hun mensenkinderen. We moeten hen zoveel mogelijk helpen om heilig te
worden. Maar als wij dat alles hebben gedaan moeten wij niet in innerlijke
onvrede zijn als de anderen niet echt vooruitgang boeken.
In al wat wij doen moeten wij ons uiterst inspannen, alsof
alles van onszelf afhangt en niets van God. Maar wij moeten
daarbij overtuigd blijven dat uiteindelijk alle goeds van Hem en
niet van ons komt.
Alleen in die éne Naam (Jezus) is onze redding zeker.
We moet ons inspannen bij alles steeds oprecht de Goedheid
te dienen, omwille van de Goedheid zelf en omwille van zijn
liefde en weldaden, meer dan uit vrees voor straf of hoop op beloning.
We moeten ernaar streven aan anderen voorrang te geven,
innerlijk allen als onze meerderen te beschouwen en uiterlijk bescheidenheid en
eerbied te betonen. Laat ieder in de ander Gods beeld erkennen.
Als je troosteloos bent, helemaal geen liefde voelt,
integendeel innerlijk alleen maar afwezigheid, verwarring, bekoring en
neerdrukkende gevoelens hebt- verander dan nooit de besluiten of voornemens die
je maakte vóór je zo troosteloos werd. Blijf er dan juist trouw aan.
Als je troost en gevoelens van liefde, vertrouwen,
vurigheid, blijheid en vrede ervaart, denk dan aan latere troosteloosheid en
doe nu daarvoor nieuwe krachten op.
De inwendige wet van liefde, die de Heilige Geest
in ons hart schrijft, moet ons leiden en besturen, meer dan uitwendige wetten
en richtlijnen die daarbij meestal goed kunnen helpen.
Iemand die geestelijk wil leven moet totaal afstand doen van alles
wat de wereldse mens liefheeft en aanvaarden en verlangen wat Christus heeft
lief gehad en omhelsd. Zij die vooruitgang willen boeken in het geestelijk
leven en waarachtig Christus willen volgen moeten niet zoeken naar roem maar
juist naar kleinheid en verborgenheid.
Soms was er in mij een zo groot beminnen, voelen of
zien van Jezus, dat het mij toescheen dat er niets meer kon gebeuren
dat mij van hem los zou kunnen maken.
De voortdurende praktijk van nederigheid kan niet
genoeg geprezen worden.
Wat een goede onderlinge geest bevordert is vooral naastenliefde.
Deze wordt gesterkt door veel contact en wederzijdse kennis van zaken,
eenzelfde leer en eenvormigheid in alles. Maar dit zal vooral tot stand worden
gebracht door gehoorzaamheid.
Vraag in je gebed om innerlijke kennis van het
goede dat je ontvangen hebt, om de goddelijke Majesteit in alles te kunnen
beminnen en dienen.
De mens is geschapen om God te loven, eerbied te bewijzen
en te dienen, en daardoor zijn ziel te redden. Alle andere dingen op aarde zijn
geschapen voor de mens. Zij kunnen hem helpen om het doel te bereiken waarvoor
hij geschapen is. De mens moet er gebruik van maken zolang ze hem helpen bij
zijn doel, maar er zich van ontdoen als ze hem daarbij hinderen. Alle geschapen
dingen moeten ons even lief zijn. We mogen gezondheid niet méér zoeken dan
ziekte, rijkdom niet méér dan armoede, eer niet méér dan oneer, een lang leven
niet méér dan een kort leven en zo verder in al het andere. We mogen
alleen verlangen en kiezen wat ons leidt naar het doel waarvoor wij zijn
geschapen.
God werkt in heel zijn schepping en in elke mens als een
bron van onophoudelijke liefde.
Wat je ook doet om je levend voelen, daar is God aanwezig.
Voor degenen die geloven is geen bewijs nodig. Voor degenen
die niet geloven, is geen enkel bewijs voldoende.
Hij die God in zijn hart draagt, draagt de Hemel in zich
waar hij ook gaat.
Zichzelf overwinnen is de grootste overwinning die een mens
kan behalen.
Het is niet lastig om te gehoorzamen wanneer we degene
liefhebben die we gehoorzamen.
Voor degenen die liefhebben is niets te moeilijk, vooral
als het gedaan is uit liefde voor Jezus Christus.
God kan niet overtroffen worden in vrijgevigheid.
Ziel van Christus, heilig mij. Lichaam van Christus, red
mij. Bloed van Christus, vervul mij. Water uit de zijde van Christus, reinig
mij. Lijden van Christus, sterk mij. O goede Jezus, verhoor mij. Verstop me in
uw wonden. Sta me nooit toe U te verlaten. Van de kwade vijand, verdedig mij. In
het uur van mijn dood, roep mij. Leid me naar U toe opdat ik met de Engelen en
Heiligen U mag prijzen tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Waarheid eindigt altijd in overwinning; het is niet
onbetwistbaar, maar onoverwinnelijk.
Onthoud vooral dat God kijkt naar deugden in ons, zoals
geduld, nederigheid, gehoorzaamheid, verloochening van de eigen wil dat betekent
de goede wil om Hem te dienen en onze naaste in Hem. Zijn voorzienigheid laat
ons toe andere devoties te volgen, maar enkel als Hij ziet dat ze nuttig zijn
voor ons.
We moeten tot God spreken als tot een vriend, een dienaar
tot zijn meester. We vragen Hem om een gunst en vragen Hem om kennis van onze
zonden. We delen Hem al onze zorgen mee, onze gedachten, onze angsten, onze
voornemens, onze verlangens, en vragen Hem om Zijn raad in alle dingen.
Nadat je een beslissing hebt gemaakt dat aangenaam is voor
God, kan de Duivel ervoor zorgen dat je erop terugkomt. Dan moet je meer
bidden, mediteren en goede daden stellen. Want als Satans bekoringen ervoor
zorgen dat je je inspanningen vermeerdert om in heiligheid te groeien dan zal
hij je gerust laten.
Hou jezelf bezig met je eigen tekortkomingen in plaats van
de tekortkomingen van een ander te bepreken.
Degene die toegewijd is aan de Maagd Maria zal zeker nooit
verloren gaan.
Ontmoediging komt nooit van God.
Als iemand mensen vreest zal hij nooit iets groots voor God
verwezenlijken: alles wat iemand doet voor God lokt vervolging uit.
Boodschap van Luz de Maria : 9 maand eerherstel op 3e maandag v/d maand
Boodschap van Luz de Maria – Stichting Medjugorje Centrum
Onderstaande boodschap gaf
O.L.Vrouw aan Luz de Maria. Een ziener is een werktuig van God, een
communicatiekanaal tussen God en zijn kinderen. Luz de Maria ontvangt al 25
jaren boodschappen van Jezus en Maria. Ze werd geboren in Costa Rica.
Tegenwoordig woont ze afwisselend in Costa Rica en Argentinië. De opdracht, die
God mij gegeven heeft, is het Woord van God zó verder te geven dat de mensheid
de grote liefde begrijpt, die God voor ons heeft. Ik beschouw mezelf als de
punt van de pen, waarmee de hemel de uitleg van Zijn woord voor de mensheid
schrijft. Jezus heeft tegen haar gezegd: “Geliefde
dochter, jouw opdracht is de
eenheid te bereiken van je broeders en dat ze Mij erkennen als hun Heer en
God.”
Op 8 januari 2018 zei
O.L.Vrouw tegen haar:
Ik roep jullie op om dit jaar gedurende 9 maanden op elke
3e maandag van de maand eerherstel te brengen als offer aan onze
heilige en smartvolle Harten.
- tegen de ketterijen
- tegen het heidendom
- tegen de dood van onschuldigen
- tegen het gebrek aan vervulling van de beloften bij hun
wijding gedaan door enige van mijn priesterzonen.
- tegen het gebrek aan liefde van de mensen tegenover hun
naasten.
Wanneer:
15 jan
19 febr
19 maart
16 april
21 mei
18 juni
16 juli
20 aug
17 sep
Hoe eerherstel te brengen:
1 Dit eerherstel voor deze intenties moet beginnen met de
geloofsbelijdenis met aansluitend het bidden van de Heilige Rozenkrans.
2 En het ontvangen van mijn Zoon in de H. Eucharistie met
een gewetensvolle bereidheid van het hart, de ziel en de zintuigen, opdat dit
offer tegelijkertijd ten goede komt aan degenen, die eerherstel doen.
Beloften gedaan door O.L.
Vrouw:
-Ik zal in het leven van
degene, die dit offer volbrengt op elk moment van zijn leven voorspraak houden
voor vrede.
-Ik zal een troost voor
hem zijn in tijden van lijden.
-Ik zal voor jullie ten
beste spreken, opdat jullie je zonden niet verzwijgen en geen werktuig worden van
satan.
-Ik zal waakzaam blijven
en elk spoor van hoogmoed verhinderen.
-Ik zal jullie helpen de
genade van nederigheid te bereiken.
-Ik zal jullie huizen
steeds zegenen.
-Volgens de beschikking
van de Allerheiligste Drieëenheid zal ik aan mijn priesters de deugd van
dienstbaarheid met al hun krachten tegenover mijn Zoon verlenen. Daardoor
zullen ze priesters worden, die de zielen ertoe brengen, zich over te geven aan
mijn Zoon, waardoor ze ware herders en predikers, ware leiders van de eredienst
en meesters van de liefde van mijn Zoon voor het volk worden.
Allerheiligste Maagd Maria, machtige Meesteres van alle
zielen,
Voor Uw voeten neergeknield, smeek ik in naam van alle mensenzielen van alle
tijden om vergiffenis voor alle heiligschennissen die de mensheid in de loop
van haar geschiedenis tegen God, tegen U, tegen de Sacramenten, en tegen
heiligdommen en vereringsplaatsen heeft gepleegd.
Tot goedmaking bied ik U alle Liefde uit mijn hart en de liefdevolle
aanvaarding van al mijn beproevingen, kruisen en lasten van deze dag.
Mogen de zielen die zich schuldig maken of hebben gemaakt aan heiligschennende
handelingen, woorden of gedachten, geraakt worden door de genaden van inzicht,
inkeer en berouw, en hun zonde belijden aan Uw voeten, o Schatbewaarster van
alle heiligheid uit de Bron van Gods Hart. Amen.
Onze Vader – Wees gegroet – Glorie zij de Vader
GEBED OM NAVOLGING VAN MARIA IN DE
BOETVAARDIGHEID
Hemelse Moeder Maria, Meesteres van mijn ziel,
Hoe groot is toch de zondeschuld van de mensheid van alle tijden. Hoezeer
miskennen de zielen de Liefde waarmee de Allerhoogste hun zwakheid en hun
verleidbaarheid tegemoet blijft komen.
In Uw navolging verlang ik, de vrijheid van mijn wil aan U op te offeren aan
een heilig leven tot goedmaking en eerherstel voor de ongebreidelde zonde.
Wil in mij het heilig verlangen baren om een leven te leiden van vergoeding van
de zondelast der mensheid.
Stort in mij de Liefde voor de boetedoening, en het verlangen naar het afkopen
van gunsten van Heil voor de zielen door eigen lijden of lasten, uit Liefde tot
U.
Wek in mij de Liefde tot de versterving van de geest, door het denken niet tot
meester over mijn hart te laten worden, en niets dan positieve gedachten te koesteren.
Wek in mij de Liefde tot de versterving van het hart, door geen negatieve
gevoelens jegens mijn medemens meer toe te laten.
Wek in mij de Liefde tot de versterving van de mond, door mijn woorden te
matigen en te zuiveren, en in mij het verlangen naar stilzwijgen te vergroten.
Wek in mij de Liefde tot de versterving aan de zinnen. Waak over mij, beheers
al mijn waarnemingen, en bescherm mij tegen alle verontreiniging die uit de
wereld op mij afkomt, opdat in mij slechts moge leven wat ik nodig heb om de
heiliging van mijn ziel te voltooien. Amen.
EEN WEEK VAN EERHERSTEL AAN HET HEMELS HOF VIA
MARIA
MAANDAG – Zielen in het Vagevuur
Lieve Moeder Maria,
Vandaag wil ik via Uw gezegend Hart eerherstel brengen voor alle zonden die de
mensheid doorheen alle eeuwen heeft bedreven en nog bedrijft, en die voor vele
zielen de noodzaak scheppen tot loutering in het vagevuur.
Mogen door mijn gebed en de macht van Uw tussenkomst zielen uit het vagevuur
bevrijd worden om in het Paradijs binnen te treden, tot grote vreugde van hun
Schepper en van het hele Hemels Hof.
3 x Weesgegroet
DINSDAG - Engelen
Lieve Moeder Maria,
Vandaag wil ik via Uw gezegend Hart eerbetoon en eerherstel brengen aan de
koren der engelen, voor alle heiligschennissen die jegens hen worden bedreven,
en als dank voor alle werken die zij in opdracht van God en van U ten bate van
de mensheid volbrengen.
Mogen zij ook vandaag de zielen beschermen en begeleiden tot grondvesting van
Gods Rijk op aarde.
3 x Weesgegroet
WOENSDAG – Heilige Jozef
Lieve Moeder Maria,
Vandaag wil ik via Uw gezegend Hart eerbetoon en eerherstel brengen aan de
Heilige Jozef.
Moge hij mij bijstaan in alle praktische noden en situaties van het dagelijks
leven, mij begeleiden op de weg naar de volkomen toewijding, en al mijn
relaties heiligen opdat mijn hele leven een voorbeeld moge zijn voor de
gesteldheden van de Heilige Familie van Nazareth.
3 x Weesgegroet
DONDERDAG – Heilige Sacramenten en Jezus in de
Hof van Olijven
Lieve Moeder Maria,
Vandaag wil ik via Uw gezegend Hart eerherstel brengen voor alle
heiligschennissen ten aanzien van de Heilige Sacramenten en voor alle uitingen
van modernisme in de Kerk van Christus, en eerbetoon brengen aan het Lijden van
Jezus in Hart en geest in de Hof van Gethsemani.
Wil mij inzicht schenken in mijn zwakheden en kracht om ze te bestrijden, want
omwille van de verleidbaarheden van de menselijke natuur heeft Jezus de kelk
van bitterheid gedronken.
3 x Weesgegroet
VRIJDAG – Lijdende Jezus en het Heilig Kruis
Lieve Moeder Maria,
Vandaag wil ik via Uw gezegend Hart eerbetoon en eerherstel brengen aan de
lijdende en gekruisigde Jezus en aan het Heilig Kruis.
Wil alle zonden, dwalingen en nalatigheden van mijn hele leven met Jezus laten
kruisigen tot mijn Verlossing, en mijn hele wezen besprenkelen met Zijn Bloed
tot mijn heiliging.
Wil het Kruis van Christus in mijn ziel branden als onuitwisbaar teken tegen de
duisternis en als een schild tegen alle kwaad en alle bekoring.
3 x Weesgegroet
ZATERDAG – Onbevlekt Hart van Maria
Lieve Moeder Maria,
Vandaag wil ik eerbetoon en eerherstel brengen aan Uw Smartvol en Onbevlekt
Hart.
Ik wijd mijzelf en mijn hele leven aan U toe tot goedmaking van alle
heiligschennissen tegen U en als een eeuwigdurende act van Liefde tot U.
Wil mijn hele leven, al mijn handelingen, woorden, gedachten en gevoelens
beheersen, en mij omvormen tot Uw beeld en gelijkenis, tot bespoediging van de
voltooiing van Gods Plan van Heil voor de zielen.
3 x Weesgegroet
ZONDAG – Allerheiligste Drievuldigheid
Lieve Moeder Maria,
Vandaag wil ik via Uw gezegend Hart eerbetoon en eerherstel brengen aan de
Allerheiligste Drievuldigheid.
Moge door Uw onbegrensde macht over mijn hele wezen en mijn hele leven het
Verlossingswerk van Jezus in mij voltooid worden en mijn inzicht in Gods
Waarheid en Gods Wet volkomen worden.
Leef en heers in mij, opdat ik de kracht en de Liefde moge vinden voor een
leven in de volheid van de deugd en de heiligheid, en wil mij in het uur van
mijn dood aan de Eeuwige Vader teruggeven als een voltooide vrucht uit het zaad
dat Hij geschapen heeft.
3 x Weesgegroet
KORTE AKTE VAN EERHERSTEL VOOR HEILIGSCHENNENDE
COMMUNIES
Lieve Moeder Maria,
Vervul mij zozeer met Uzelf, Uw Liefde en Uw heiligheid, dat mijn ziel een
schild mag zijn rond het Hart van Jezus tijdens de mishandelingen die Hij
eeuwigdurend ondergaat vanaf de Hof van Olijven tot in elke heiligschennende
bedeling en ontvangst van de Heilige Communie, overal ter wereld. Amen.
O Heilige Antonius die in de Hemel zijt, strek uw hand uit
naar mij en houd mijn hand vast. Stel mij gerust dat ik niet alleen ben.
U bent gekend om over miraculeuze krachten te beschikken en
dat u altijd klaar staat om te spreken namens degenen die in moeilijkheden
verkeren.
Liefdevolle en zachtmoedige H. Antonius, ik smeek u, naar
mij te kijken en mij te helpen in mijn noden. Verkrijg voor mij (mijn verzoek).
Liefste H. Antonius, kijk naar mij en leid mij met uw
kracht. Smeek namens mij voor mijn noden en leer mij nederig en dankbaar te
zijn net als u, voor alle overvloedige zegeningen die ik krijg. Amen.
Gebed aan de H. Antonius voor elke dag van de
week
Beoefen deze devotie en u zult wonderen in uw leven zien gebeuren.
Zondag : O mijn God, neergeknield aan Uw voeten, smeek ik
U om in mijn hart het levend geloof te plaatsen die St Antonius karakteriseerde.
Ik ben het geloof dat ik heb gekregen in mijn H. Doopsel nog niet verloren,
maar het is zwak. Door Uw genade en door de voorspraak van mijn Beschermer, St
Antonius, wens ik van nu af aan mij te tonen als Uw ware volgeling.
Maandag : O glorierijke St Antonius, mijn machtige
voorspreker, door mijn vertrouwen en liefde die ik in u heb, wilt u uw
liefdevolle blik op mij werpen. O grote Heilige, die vele mirakels heeft
bewerkt en zoveel genaden heeft verspreid ten gunste van al degenen die u
aanroepen, ik smeek u om medelijden met mij te hebben, uw toegewijde dienaar,
die uw hulp zo nodig heeft.
Dinsdag : Als liefdadigheid een teken is van Uw ware
volgelingen, O Heer, dan moet ik opbiechten dat ik tot nu toe niet een ware
volgeling ben geweest. Ik stel voor, door Uw genade en door de voorspraak van
mijn beschermer, St Antonius, om mij te beteren door te streven om mijn naaste
lief te hebben, te vergeven en bij te staan bij elke gelegenheid.
Woensdag : U, O mijn God, voorzie mij van het instrument van
gebed als een onfeilbare bron van eeuwige rijkdom en een krachtig wapen tegen
mijn geestelijke vijanden. Door nalatigheid en luiheid heb ik mij deze kostbare
schat niet genoeg toegeëigend. Vergeef mij alstublieft. Van nu af aan wil ik
het voorbeeld navolgen van de H. Antonius en dikwijls met vurigheid tot U
bidden.
Donderdag : Hoe dikwijls, O mijn Heer, heb ik middenin de
zorgen en beproevingen van het leven Uw beloften in de wind geslagen en mijn
vertrouwen geplaatst in mensen in plaats van in U! Heb medelijden met mij, een
arme zondaar. Versterk mijn hoop door de voorspraak van de glorierijke St
Antonius, mijn voorspreker, en help mij in mijn huidige noden.
Vrijdag : Met hoeveel lauwheid heb Ik U bemind, O mijn
Heer, ondanks een voortdurend bewijs van Uw liefde voor mij! Wilt U alstublieft
al mijn hartstochten voor deze wereld doven en een vonkje van licht doen
branden van naastenliefde, zoals ze brandde in het hart van St Antonius, zodat
ik door U lief te hebben met heel mijn hart Uw zegeningen verdien hier op aarde
en geluk in de Hemel.
Zaterdag : Als U, O mijn God, enkel Uw blikken van
waardering reserveert voor onschuldige zielen, dan zou ik mij van U verwijderen
om U niet te beledigen. Maar waar kan ik heen, weg van U? Zuiver alstublieft
mijn hart en reinig mijn ziel van elke smet, door de voorspraak van St
Antonius, zuivere lelie, zodat ik voor U kan verschijnen zonder vrees.
Noveengebed tot St Antonius
Dag 1 : O wonderbaarlijke St Antonius, glorierijk door de
bekendheid van uw mirakels, en door de komst van Jezus in de vorm van een klein
kind om in uw armen te rusten, verkrijg voor mij van Zijn vrijgevigheid de
genade die ik vurig verlang uit het diepste van mijn hart. U die vol medelijden
was voor ellendige zondaars, kijk niet naar de onwaardigheid van degene die tot
u bidt, maar naar de glorie van God die opnieuw groter zal worden door het
verlenen van dit verzoek, dat ik nu vraag met oprecht verlangen. (noem hier uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 2 : O St Antonius, wonderwerker, onthoud dat het
nooit gehoord is dat u iemand zonder hulp of ongetroost hebt verlaten die in
zijn nood zich tot u heeft gericht. Bezield met de levendig vertrouwen, zelfs
met volle overtuiging dat ik niet zal geweigerd worden, richt ik mij tot u, O
meest begunstigde vriend van het Kind jezus. O welsprekende prediker van de
Goddelijke barmhartigheid, aanhoor mijn smeekbeden en breng ze voor Gods troon,
versterk ze met uw voorspraak en verkrijg voor mij de gunst waar ik om smeek in
deze noveen. (noem hier uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 3 : O zuiverste St Antonius, die door uw engelachtige
deugden waardig was om gestreeld te worden door het Goddelijke Kind Jezus, Hem
vast te houden in uw armen en Hem aan uw hart te drukken. Ik smeek u om een
goedgunstige blik op mij te werpen. O glorierijke St Antonius, geboren onder de
bescherming van de Onbevlekte Maagd op het Geest van haar Tenhemelopneming in
de Hemel, en toegewijd aan haar en nu een machtige voorspreker in de Hemel,
smeek ik om voor mij de gunst te verkrijgen waar ik om vraag in deze noveen. O
grote wonderwerker, bemiddel voor mij dat God mijn verzoek verleent. (noem hier
uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 4 : Ik groet u en vereer u, O St Antonius, machtige
helper. De Christelijke wereld richt zich vol vertrouwen tot u en ervaart uw zachtmoedig
medelijden en machtige bijstand in zovele noden en lijden. Daardoor heb ik de
moed om in mijn nood om uw hulp te vragen om een gunstig antwoord te verkrijgen
voor het verzoek dat ik vraag in deze noveen. O heilige St Antonius, ik smeek
u, verkrijg voor mij de genade dat ik verlang. (noem hier uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 5 : Ik groet u, St Antonius, lelie van zuiverheid, ornament
en glorie van de Christelijkheid. Ik groet u, grote Heilige, cherubijn van
wijsheid en serafijn van Goddelijke liefde. Ik verheug mij over de gunsten die
onze Heer u zo vrijgevig heeft geschonken. In nederigheid en vertrouwen smeek
ik u mij te helpen, want ik weet dat God u naastenliefde en medelijden gegeven
heeft, evenals macht. Ik vraag u door de liefde die u voelde voor het Kind
Jezus toen u Hem in uw armen hield, om Hem de gunst te vragen die ik zoek door
uw voorspraak in deze noveen. (noem hier uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 6 : O glorierijke St Antonius, gekozen door God om
Zijn Woord te verkondigen, u verkreeg van Hem de gave van welsprekendheid en de
macht om de meest buitengewone mirakels te bewerken. O goede St Antonius, bid
dat ik de wil van God kan vervullen in alle dingen zodat ik Hem samen met u kan
liefhebben voor eeuwig. O goede St Antonius, ik verzoek u, verkrijg voor mij de
genade dat ik wens, de gunst dat ik zoek in deze noveen. (noem hier uw verzoek)
Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 7 : O beroemde kampioen van het geloof in Christus,
allerheiligste St Antonius, glorierijk voor uw vele mirakels, verkrijg voor mij
door de vrijgevigheid van mijn Heer en God de genade die ik vurig zoek in deze
noveen. O heilige St Antonius, altijd vol attentie voor degenen die u aanroepen,
verleen me de hulp van uw machtige voorspraak. (noem hier uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 8 : O heilige St Antonius, u hebt getoond dat uw
machtig bent in uw voorspraak. U bent zo zachtmoedig en zo vol medelijden met
degenen die u vereren en u aanroepen in lijden en tegenslag. Ik verzoek u zeer
nederig en oprecht om mij onder uw bescherming te plaatsen in mijn huidige
noden en voor mij de gunst te verkrijgen die ik verlang. Beveel mijn verzoek
aan tot de barmhartige Koningin van de Hemel, dat zij mijn zaak mag voorleggen
samen met u voor de troon van haar Goddelijke Zoon. (noem hier uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Dag 9 : St Antonius, dienaar van Maria, glorie van de
Kerk, bid tot onze Heilige Vader, onze bisschoppen, onze priesters, onze
Religieuze Orden, dat door hun vrome ijver en apostolische taken, alle verenigd
mogen zijn in geloof en een grotere glorie aan God geven. St Antonius, helper
van allen die u aanroepen, bid voor mij en bemiddel voor mij voor de troon van
de Almachtige God dat ik de gunst verkrijg die ik zo oprecht zoek in deze
noveen. (noem hier uw verzoek) Amen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader ter ere van St Antonius. St Antonius, bid voor ons!
Moge de Goddelijke bijstand
altijd bij ons blijven. Amen. Mogen de zielen van de gelovige overledenen door
de barmhartigheid van God in vrede rusten. Amen.
O God, moge de gedachtenis aan de
heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn voor Uw Kerk, zodat ze
altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de eeuwige beloning mag
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Gebed voor innerlijke hulp
Lieve St Antonius, ik groet u, en
bied u het respect en eerbetoon van een zondaar, iemand die weet hoezeer hij
Gods genade en uw hulp nodig heeft.
Iedereen kent uw macht als een
wonderwerker. U bent de Heilige van Mirakels. U heb uw verdiensten
vermenigvuldigd in uw leven, maar ook sinds u deze aarde hebt verlaten.
Ik heb gehoord dat u een liefdevol
en medelevend karakter hebt. Daarom geloof ik in uw hulp voor God. Ik heb een
verschrikkelijk karakter. Soms ben ik bitter, sarcastisch, boos, kritisch,
jaloers of lach ik de mensen uit. Ik verbitter degenen rond mij, zelfs degenen
die mij het meest liefhebben.
Alstublieft help mij dat ik mijn
karakter kan verbeteren. Help me klaar staan voor degenen in nood en dit van
ganser harte te doen. Ik weet dat u mij wilt helpen namens Onze Heer, Jezus
Christus.
Bid voor ons, St Antonius, dat we
de beloften van Christus waardig worden. Amen.
Dertien dinsdagen noveen aan St Antonius
1 O glorierijke
St Antonius, geboren onder de bescherming van de Onbevlekte Maria, op het feest
van de Tenhemelopneming in de Hemel en toegewijd aan haar van jongsaf aan. U
verdreef de demon door het Kruisteken, die uw vinger op het marmer indrukte van
de kerk waar u aan het bidden was. O, ik smeek u, verkrijg voor mij een tedere
devotie tot onze Heilige Moeder Maria, en de kracht om over alle aanvallen van
onze duivelse vijand te triomferen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
2 O glorierijke St Antonius! U
ontsnapte aan de gevaren en bekoringen van de wereld door roem, rijkdom en
comfort af te wijzen en de Orde van St Augustinus te vervoegen. We verzoeken u,
verkrijg voor ons de onthechting van het hart en een ware minachting voor de
wereld.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
3 O glorierijke St
Antonius! U voelde een brandend verlangen in uw jeugdig hart om het
martelaarschap te lijden voor het geloof, en voor dit doel trad u toe tot de
Orde van Sint Franciscus. We smeken u om voor ons de geest van boete en
versterving te verkrijgen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
4 O glorierijke
St Antonius! Geleid door gevoelens van de diepste nederigheid, hebt u alles
eraan gedaan om u te verbergen voor de ogen van de wereld, toen God u
plotseling kenbaar maakte als ark van wetenschap en heiligheid; we smeken u,
verkrijg voor ons de genade om nederigheid in praktijk te brengen en een leven
te leiden dat verborgen ligt in God.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
5 O glorierijke
St Antonius! Uitverkoren door God om Zijn Woord te verkondigen, hebt u van Hem
de gave van welsprekendheid verkregen, en de macht om de meest buitengewone
mirakels te bewerken; we smeken u, verkrijg voor ons de genade om gewillig te
luisteren naar Goddelijke inspiraties en het Woord van God vruchten te laten
voortbrengen.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
6 O glorierijke
St Antonius! Door uw vurige liefde voor God verkreeg u het privilege om in uw
armen het Goddelijk Kind Jezus te ontvangen en te strelen; we smeken u,
verkrijg voor ons de genade om Hem te verkrijgen in het Heilig Sacrament met
liefde en vurige devotie.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
7 O glorierijke St Antonius! U hebt de ketters in verwarring gebracht en hen de
Echte Aanwezigheid van Jezus Christus in het Heilig Sacrament bewezen door een ezel
die drie dagen geen voedsel had gekregen te doen neerknielen en de Heilige
Hostie te aanbidden in plaats van zijn volle voederbak te kiezen; we smeken u,
verkrijg voor ons de genade van een levend geloof in de Heilige Eucharistie.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
8 O glorierijke St Antonius! Wanneer de mensen weigerden te komen luisteren naar
het Woord van God, riep u de vissen in de zee naar de kant en predikte u tot
hen; we smeken u, verkrijg voor ons de perfecte onderwerping van ons hart en
onze geest aan de Goddelijke waarheden.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
9 O glorierijke St Antonius! Een man beschuldigde zijn vrouw dat het niet zijn
kind was dat zij had gebaard. Maar u zorgde ervoor dat het kind van enkele
dagen oud sprak om de eer van zijn moeder te redden en de man aan te duiden als
zijn vader. We smeken u, verkrijg voor ons de genade om sterk te blijven en ons
te onderwerpen aan de Wil van God in onrechtvaardige beschuldigingen en de
vrede en zuiverheid van onze ziel te behouden.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
10 O glorierijke St Antonius! Eens toen u aan het prediken was in Padua, bevond u
zich tegelijkertijd in Lissabon en verdedigde u uw vader, die koninklijk gezant
was, tegen oneerlijke lui die weigerden een bewijs af te leveren aan uw vader
dat ze een grote som geld hadden gekregen. Zo redde u hem van de dood; we
smeken u, verkrijg voor ons de genade dat we onze vijanden vergeven en
liefhebben.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
11 O glorierijke St Antonius! Door uw gebeden, uw ijver en uw hemelse wijsheid
hebt u duizenden ketters en verharde zondaars bekeerd; we smeken u, verkrijg voor
ons de genade van ware bekering, dat we ons volledig overgeven aan God.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
12 O glorierijke
St Antonius! In navolging van onze Goddelijke Verlosser, hebt u uw leven
doorgebracht voor de redding van de zielen; we smeken u, verkrijg voor ons de
genade om heilig te worden, om een gelukkige dood te sterven en God eeuwig te
prijzen samen met u en alle engelen en heiligen in de Hemel.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
13 O glorierijke St Antonius! God heeft u de macht
gegeven om steeds mirakels te bewerken en de gunst om de gebeden van degenen
die u aanroepen om uw bijstand in tegenslag, onrust en verdriet te verhoren; we
smeken u, verkrijg voor ons van Jezus door Maria, Zijn Heilige Moeder, wat we zo
vurig en hoopvol aan u vragen als het voor de glorie van God is en voor het
welzijn van onze ziel.
Onze Vader, Wees gegroet, Glorie
zij de Vader, Mirakelhymne tot St Antonius
Mirakelhymne tot St
Antonius door St Bonaventuur
Als u vraagt om mirakels,
vluchten dood, dwaling, calamiteiten,
lepra en demonen,
en volgt de genezing van alle ziekten.
De zee gehoorzaamt, en ketenen
breken,
levenloze ledematen komen terug tot leven,
Verloren schatten worden gevonden,
als jong en oud uw hulp inroepen.
Alle gevaren wijken op uw gebed,
en noden worden vlug verholpen.
Laat degenen die uw macht kennen roepen,
Degenen uit Padua verkondigen: Het gebeurt op uw voorspraak
De zee gehoorzaamt, en ketenen
breken,
levenloze ledematen komen terug tot leven,
Verloren schatten worden gevonden,
als jong en oud uw hulp inroepen.
Aan de Vader, de Zoon en de H. Geest,
zij eeuwige glorie.
De zee gehoorzaamt, en ketenen
breken,
levenloze ledematen komen terug tot leven,
Verloren schatten worden gevonden,
als jong en oud uw hulp inroepen.
Bid voor ons, St Antonius, dat we
de beloften van Christus waardig worden.
Laat ons bidden : O God, moge de
gedachtenis aan de heilige Antonius, Uw belijder, een bron van vreugde zijn
voor Uw Kerk, zodat ze altijd versterkt wordt met geestelijke bijstand en de
eeuwige beloning mag genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Verhaal van St Antonius en de vissen
St Antonius was ooit in Rimini [Italië] waar een groot
aantal ketters woonde. Hij wenste hen te leiden naar het licht van het ware
Geloof en de Waarheid en bleef verschillende dagen tot hen prediken. Hij had
het over het Katholieke Geloof en de Heilige Schrift. Maar ze waren niet alleen
verhard en koppig, maar weigerden nog langer naar hem te luisteren.
Toen hij dit zag, ging St Antonius door goddelijke
inspiratie gedreven naar de oever van een rivier die uitmondde in de zee en hij
begon te prediken tot de vissen in naam van God en zei: "Luister naar het
woord van God, o vissen van de rivier. Zie, de trouweloze ketters weigeren dit
te doen."
Nauwelijks had hij deze woorden uitgesproken, of plotseling
naderde een grote menigte vissen, groot en klein, de oever waarop hij stond. Allen
hielden hun kop uit het water en keken aandachtig naar St Antonius. Alle waren
in perfecte gerangschikt. De kleinere vissen vooraan in de buurt van de oever,
na hen kwamen degenen die een beetje groter waren, en als laatste kwamen de
grootste vissen in het diepe water.
Toen zij zich in deze orde hadden geplaatst, begon St
Antonius zijn preek: "Mijn broeders vissen, jullie zijn verplicht om dank
te zeggen aan jullie Schepper voor zover het in jullie macht ligt. Jullie
hebben jullie fijne woning aan Hem te danken, want jullie hebben de keuze om
zowel het zoete water van de rivier te kiezen of het zoute water van de zee.
Hij gaf jullie vele toevluchtsoorden tegen stormen. Hij gaf jullie het zuivere
en transparante water en het voedsel om te leven. Toen God, jullie vrijgevige
en goede Schepper jullie heeft geschapen, gaf Hij jullie het bevel om jullie te
vermenigvuldigen, en Hij gaf jullie Zijn zegen. In de Zondvloed kwamen alle
andere wezens om en werden jullie alleen beschermd tegen alle schade. Hij gaf
jullie vinnen om te zwemmen waar jullie willen.
Aan jullie werd gevraagd om het leven van de profeet Jona
te behouden, op bevel van God, en hem na drie dagen veilig en gezond terug op
het droge te gooien (een model voor de dood en de verrijzenis van Jezus na drie
dagen). Jullie hebben eerbetoon aan Jezus gegeven, door een zilverstuk te geven,
toen hij de tempelbelasting moest betalen (Matt 17:24-27). En uiteindelijk
dienden jullie als voedsel voor de Eeuwige Koning Jezus Christus, vóór en na
Zijn Verrijzenis. (Grieks woord voor vis : ichthus wordt in het Nieuwe
Testament : Iesous Christos Theou Huios Sooter, Jezus Christus Gods Zoon Redder)
Vanwege al deze dingen, bent u gebonden om de Heer te
verheerlijken en te zegenen die u meer en grotere zegeningen heeft gegeven dan
de andere schepselen."
Toen ze dit hoorden openden de vissen hun mond en bogen hun
kop, en met deze tekenen van eerbied verheerlijkten ze God. Toen hij de grote
eerbied van de vissen zag voor God hun Schepper was St Antonius zeer verheugd
en zei met luide stem:
"Gezegend zij de Eeuwige God, want de vissen van de
zee verheerlijken Hem meer dan de mensen zonder geloof, en de dieren zonder
rede luisteren met meer aandacht naar Zijn woord dan de zondige ketters."
Na het wonder predikte St Antonius enkele dagen met succes
in Rimini. Het nieuws van dit wonder verspreidde zich en de mensen van de stad
haastten zich om te gaan kijken, waaronder ook de verharde ketters. Ze werden
geraakt door het voorval en kwamen naar St Antonius om naar zijn woorden te
luisteren. Hij legde het katholieke geloof aan hen uit en al de ketters
bekeerden zich tot het ware katholieke geloof. Hierna zegende hij de vissen. De
mensen keerden vervuld van vreugde, terug naar de stad.
Algemeen
gebed voor bescherming
Het Licht van God omgeeft mij.
De Liefde van God omhult mij.
De Kracht van God beschermt mij.
De Aanwezigheid van God waakt over mij.
De Geest van God leidt mij.
Het Leven van God stroomt door mij.
De Wetten van God sturen mij.
De Kracht van God verblijft in mij.
De Vreugde van God tilt mij op.
De Kracht van God vernieuwt mij.
De Schoonheid van God inspireert mij.
Waar ik ben, is God aanwezig!
(Dit gebed werd geschreven door James Freeman voor alle
soldaten in WO II. Het is even krachtig nu, zoals het toen was.)
De H. Antonius van Padua,
geboren Fernando Martins de Bulhões (15 augustus 1195 - 13 juni 1231),
ook bekend als H. Antonius van Lissabon, was een Portugese katholieke priester
en monnik van de Franciscaanse orde. Hij werd geboren en getogen in Lissabon en
opgevoed door een rijke familie. Hij stierf in Padua, Italië. Hij werd bekend
door zijn tijdgenoten voor zijn krachtige prediking, deskundige kennis van de
Schrift en eeuwige liefde en toewijding voor de armen en zieken. Hij was één
van de snelsten die tot heilige werd verklaard in de kerkgeschiedenis. Hij werd
op 16 januari 1946 tot kerkleraar uitgeroepen. Hij is ook de beschermheilige
van verloren voorwerpen.
Feestdag : 13 juni
Leven
Fernando Martins werd geboren in Lissabon. Vijftiende-eeuwse
schrijvers verklaren dat zijn ouders Vicente Martins en Teresa Pais Taveira
waren, en dat zijn vader de broer was van Pedro Martins de Bulhões, de
voorvader van de familie Bulhão of Bulhões. Zijn welstellende en vooraanstaande
gezin zorgde ervoor dat hij leerde op de plaatselijke kathedraalschool. Toen
hij 15 was, ging hij naar de gemeenschap van de reguliere kanunniken in de
Augustijnenabdij van St Vincent aan de rand van Lissabon.
In 1212, afgeleid door frequente bezoeken van familie en
vrienden, vroeg hij om te worden overgebracht naar een andere afdeling van de
congregatie, de abdij van Santa Cruz in Coimbra, de toenmalige hoofdstad van
Portugal. Daar studeerde de jonge Fernando theologie en Latijn.
Toetreding tot de Franciscanen
Na zijn priesterwijding, werd Fernando benoemd tot
gastmeester en belast met de gastvrijheid van de abdij. Terwijl hij in Coimbra
was, arriveerden enkele franciscaanse broeders, die zich vestigden in kleine
kluizen buiten Coimbra, die gewijd waren aan de heilige Antonius van Egypte.
Fernando was sterk aangetrokken tot de eenvoudige, evangelische levensstijl van
de broeders, wiens orde pas 11 jaar bestond. Er kwamen berichten binnen dat
vijf franciscanen in Marokko waren onthoofd. Het waren de eersten van de orde
die werden gedood. Koning Afonso had hun lichamen vrijgekocht en liet ze
terugbrengen om te laten begraven als martelaren in de abdij van Santa Cruz. Geïnspireerd
door hun voorbeeld, kreeg Fernando toestemming van de kerkelijke autoriteiten
om zich bij de nieuwe Franciscaanse orde aan te sluiten. Na zijn toelating tot
het leven van de broeders, sloot hij zich aan bij de kleine kluizenarij in Olivais,
waarbij hij de naam Antonius aannam (dat was de naam van de kapel dat daar
gebouwd was en die gewijd was aan St Antonius van Egypte), waarmee hij bekend
zou worden.
Antonius vertrok vervolgens naar Marokko, om zijn nieuwe
roeping te vervullen. Hij werd echter ernstig ziek in Marokko en vertrok terug
naar Portugal in de hoop terug gezond te worden. Op de terugreis werd het schip
uit koers geblazen en landde op Sicilië.
Van Sicilië begaf hij zich naar Toscane, waar hij werd
toegewezen aan een klooster van de orde, maar hij kreeg moeilijkheden vanwege
zijn zwakke gezondheid. Hij werd uiteindelijk toegewezen aan de landelijke kluizenarij
van San Paolo bij Forli, omwille van zijn gezondheid. Daar verbleef hij in een
cel die een broeder in een nabijgelegen grot had gemaakt en bracht hij tijd
door in gebed en studie.
Preken en onderwijzen
Op een dag, in 1222, waren in de stad Forli, ter
gelegenheid van een wijding, een aantal Dominicaanse broeders op bezoek en er
was een misverstand over wie zou moeten prediken. De Franciscanen verwachtten
natuurlijk dat één van de Dominicanen de preekstoel zou bestijgen, want zij
stonden bekend om hun prediking. De Dominicanen waren onvoorbereid en dachten
dat één Franciscaan de homilie zou houden. Het hoofd van de kluizenarij duidde
Antonius aan omdat hij vermoedde dat hij het meest geschikt zou zijn en smeekte
hem te preken over wat de H. Geest hem zou ingeven. Antonius maakte bezwaar
maar aanvaardde toch en deed de preek. Iedereen was onder diepe indruk. Niet
alleen zijn heldere stem en welsprekendheid, maar het hele thema en de inhoud
van zijn toespraak hadden de aandacht van zijn toehoorders getrokken. Iedereen
was onder de indruk van zijn kennis van de Schrift, die hij had verworven
tijdens zijn jaren als een Augustijnse monnik.
Op dat moment werd Antonius door broeder Gratianus, de bedienaar
van de provincie, naar de Franciscaanse provincie Romagna gestuurd, gevestigd
in Bologna. Hij kwam al snel onder de aandacht van de stichter van de orde, Franciscus
van Assisi. Franciscus had een sterk wantrouwen in theologische studies die
door zijn broeders werden gedaan, uit vrees dat dit zou kunnen leiden tot het
opgeven van hun toewijding aan een leven van echte armoede. In Antonius vond
hij echter een verwante geest voor zijn visie, die ook in staat was om onderwijs
te geven aan jonge leden van de orde die wilden gewijd worden. In 1224
vertrouwde hij de verdere studies van één van zijn broeders toe aan de zorg van
Antonius.
De hulp van St. Antonius voor verloren of gestolen zaken
terug te vinden, voert terug naar een gebeurtenis dat plaatsvond in Bologna. Volgens
het verhaal had Antonius een psalmenboek dat van belang was voor hem, omdat het
aantekeningen en opmerkingen bevatte die hij gebruikte om zijn studenten les te
geven. Een novice die had besloten te vertrekken, nam het psalter mee. Vóór de
uitvinding van de drukpers was elk boek een item van waarde. Toen hij merkte
dat hij het kwijt was, bad Antonius dat het zou worden gevonden of
teruggegeven. De dief werd gaf onder ingeving het boek terug en keerde terug
naar de Orde. Het gestolen boek wordt nu in het Franciscaanse klooster in
Bologna bewaard.
Af en toe nam hij een andere functie op, zoals leraar aan
de universiteiten van Montpellier en Toulouse in Zuid-Frankrijk, maar het was
als prediker dat Antonius het meeste tijd heeft doorgebracht. Antonius
verkondigde de grootsheid van het christendom. Zijn methode omvatte allegorie
en symbolische uitleg van de Schrift. In 1226, na het bijwonen van het generaal
kapittel in Arles, Frankrijk, en het prediken in de Franse regio van de Provence,
keerde Antonius terug naar Italië en werd benoemd tot provinciale overste van
Noord-Italië. Hij koos de stad Padua als zijn verblijfplaats.
In 1228 diende hij als gezant van het generaal kapittel Paus
Gregorius IX. Aan het pauselijke hof werd zijn prediking begroet als een
"juwelenkist van de Bijbel" en hij kreeg de opdracht om zijn
verzameling preken, Preken voor de Feestdagen (Sermones in
Festivitates ), te schrijven. Gregorius IX zelf beschreef hem als de
"Ark van het Testament" ( Arca testamenti ).
Dood
Antonius werd ziek van ergotisme , een ziekte die nu ook
bekend is onder de naam "Sint-Antoniusvuur", en ging in 1231 naar het
bosgebied in Camposampiero met twee andere broeders. Daar woonde hij in een cel
die voor hem was gebouwd onder de takken van een walnotenboom. Antonius stierf
op de weg terug naar Padua op 13 juni 1231 in het Arme Klarenklooster in
Arcella (nu deel van Padua), op 35-jarige leeftijd.
Op verzoek van Antonius werd hij begraven in de kleine kerk
van Santa Maria Mater Domini, waarschijnlijk daterend uit de late 12e eeuw en
bij een klooster dat door hem in 1229 was gesticht. Maar door zijn toegenomen aanbidding
werd begonnen met de bouw van een grote basiliek rond 1232 - hoewel pas in 1301
werd voltooid. De kleinere kerk werd opgenomen in de structuur als de Cappella
della Madonna Mora (kapel van de donkere Madonna). De basiliek is tegenwoordig
algemeen bekend als "Il Santo".
Antonius werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 30
mei 1232 in Spoleto, Italië, minder dan een jaar na zijn dood.
De rijkdom van spirituele leringen in de Preken was
zo groot dat Paus Pius XII Antonius op 19 januari 1946 uitriep tot Kerkleraar
en hem de titel Doctor Evangelicus toekende, omdat de frisheid en de
schoonheid van het evangelie in deze geschriften tentoon wordt gespreid.
Verering als beschermheilige
Antonius bekendheid verspreidde zich door Portugese
evangelisatie en hij stond bekend als de meest gevierde van de volgelingen van
Sint Franciscus van Assisi. Hij is de beschermheilige van Lissabon, Padua en
vele plaatsen in Portugal en in de landen van het voormalige Portugese Rijk.
Antonius
als wonderdoener
De drie meest bekende wonderen die aan hem worden
toegeschreven zijn deze:
Een paard had eens gedurende drie dagen gevast. Het weigerde te eten van de
haver dat voor hem werd neergezet. Het paard wilde pas eten toen Antonius kwam
met het heilig sacrament: het paard knielde en at.
Enkele Italiaanse ketters hadden Antonius vergiftigd voedsel gegeven. Hij
maakte het onschadelijk door er een kruisteken over te maken.
Ieder kent het beroemde verhaal van de preek tot de vissen aan de oever van de
rivier de Brenta, vlak bij Padua.
Antonius
en Jezus
Volgens de legende verscheen Jezus aan hem in zijn laatste
dagen in de gedaante van een kind. Het kind Jezus liet zich door hem omhelzen
en streelde hem over het voorhoofd.
In zijn preken heeft Antonius de menswording van Gods Zoon altijd centraal
gesteld. Dat paste in de tijd, waarin de mensheid van Jezus werd benadrukt
tegenover zijn verhevenheid in voorgaande eeuwen. Bij Franciscus zien we
dezelfde trekken. Daardoor wordt dit verhaal een concrete bevestiging van zijn
innige band met Jezus en een beeld van zijn feilloos aanvoelen van zijn eigen
tijd. De recente voorstellingen van de heilige Antonius met het kind Jezus op
zijn arm geven dit weer.
Spreuken
van de H. Antonius
Het is noodzakelijk dat men zijn goede werken laat
vergezellen met medelijden uit het hart, want hij die uit zijn hart geeft,
geeft iets van zichzelf.
Om te zorgen dat naastenliefde in Gods ogen perfect is, is
het noodzakelijk dat het men zijn naaste bijstaat in zijn noden en hem zijn
fouten vergeeft. Doe dit en je zult leven.
Heb een groot vertrouwen in je gebeden. Wees niet
ongeduldig als de Heer je smeekbeden niet onmiddellijk beantwoordt. Hij stelt
het uit omdat Hij je verdiensten wil vermeerderen.
Hoop moet gebaseerd zijn op de verdiensten en beloften van
Christus en moet vergezeld zijn door een heilige vreze voor de Heer, wat het
begin van wijsheid is. Anders wordt het stoutmoedigheid en verwaandheid.
Naastenliefde of de liefde van God is het doel van elke
deugd. Zonder naastenliefde, is geen enkel gebed acceptabel voor de heer en
zijn onze goede werken nutteloos als we het eeuwig leven willen bereiken.
Zuiverheid van hart is het altaar waarop de wierook van
devotie brandt en waarop God Zijn liefdevolle en genadige blikken werpt.
Geloven maar geen goede werken stellen is God uitlachen.
De Heer manifesteert zich aan degenen die pauzeren in rust
en nederigheid van hart. Als je kijkt in woelig water kun je de weerspiegeling
van je gezicht niet zien. Als je het gezicht van Christus wil zien, moet je
pauzeren en je gedachten in stilte bezinnen en de deur van je ziel sluiten voor
het lawaai van de wereld.
Een lichtstraal laat ons het stof zien dat in de lucht
zweeft. Op dezelfde manier tonen de levens van de Heiligen ons onze
tekortkomingen. Als we onze tekortkomingen niet zien komt het omdat we niet
naar de levens van heilige mannen en vrouwen hebben gekeken.
Krachtig
gebed of zegening van de H. Antonius om bij je te dragen
Dagelijks gebed : Moge
hij voor ons spreken, O Heer, Uw heilige belijder Antonius, die heroïsche
deugden bezat en die U de gave van mirakels hebt geschonken. Door Christus onze
Heer. Amen.
U hebt dit gebed aan hem geschonken :
ECCE CRUCEM DOMINI +
FUGITE, PARTES ADVERSAE,
VICIT LEO DE TRIBU JUDA,
RADIX DAVID, ALLELUIA
Zie het Kruis van de Heer. Vlucht tegenstanders, de Leeuw
van de Stam van Juda, de Nakomeling van David heeft overwonnen. Alleluia.
U kunt daarbij ook de zegen van de H.
Franciscus vermelden:
De Heer zegent U en bewaart U. Moge Hij U Zijn Gezicht
tonen en medelijden met U hebben. Moge Hij Zich tot U richten en U vrede geven.
De Heer zegent U.
Uittreksel
uit het leven van de H. Antonius de wonderwerker
Dat er wonderen hebben plaatsgevonden, zelfs nog in onze
tijd, lijdt geen twijfel. Duizenden ooggetuigen verklaren dat ze in hun dagen
wonderen van de H. Antonius hebben gezien in Frankrijk en Italië. Het lijkt erop
dat zijn roem hem is voorgegaan, en dat waar hij ging zijn verschijning met
enthousiasme werd begroet door een bezielde menigte. Maar toch was dit niet het
geval. Hij was gehoorzaam aan de stem van zijn meerderen en hij ging waarheen
men hem zond. Hij ging alleen en onaangekondigd. Hij was een vreemdeling in een
vreemd land, niet herkend totdat hij zijn stem verhief en iedereen onder de
indruk kwam van zijn overtuigende welsprekendheid. Dat werd zijn triomf. En
triomf volgde op triomf. Overal gaf hij een overvloedig bewijs van de
goddelijke kracht die hij uitoefende. Hij trad in de voetsporen van zijn
Gezegende Meester: hij genas de zieken en wekte de doden op. Eens predikte hij
op de preekstoel van de kerk van St Eusebius in Vicelli een kleine Italiaanse
stad, toen een onafhankelijke republiek, net als veel andere steden van die
tijd en er stond een grote menigte om hem hen. Plotseling ontstond er een
grote commotie. Met moeite droeg een verdrietig gezin het lichaam van hun zoon
naar hem toe. Hij was overleden in de bloei van zijn leven. Een groot gejammer
steeg op onder de mensen. Antonius zweeg en was diep geroerd.
Hij strekte zijn hand uit naar het lichaam en riep: In de
naam van Christus zeg ik tot u, jongeman, sta op! En onmiddellijk stond de
jongen op uit de dood. Hij was vol blijdschap en werd in de armen gesloten van
degenen die hem hadden beweend. Antonius heeft vele wonderen verricht. Hier
zijn er een paar die willekeurig uit de paginas van zijn verschillende
kroniekschrijvers. Hij predikte in de kathedraal van Montpellier, in
aanwezigheid van de geestelijken en een grote menigte. Het was Paaszondag.
Middenin zijn toespraak herinnerde hij zich plotseling dat hij was aangesteld
om te zingen tijdens de Plechtige Hoogmis in het koor van een naburige
kloosterkapel. Hij was dit vergeten; hij was zelfs vergeten een vervanger te
vinden en de mis ging bijna aanvangen. Dit leek hem een daad van
ongehoorzaamheid; en in zijn benauwdheid trok hij zijn kap over zijn gezicht,
liet zich op de kansel zakken en bleef lange tijd zwijgen. De mensen keken
verbaasd toe en wachtten af. Op het moment dat hij ophield te spreken in de
kathedraal, hoewel al die tijd zichtbaar voor de gemeente, verscheen hij in het
kloosterkoor onder zijn broeders en zong hij in de Mis. Aan het einde van de
dienst herstelde hij zich op de kansel van de kathedraal en sloot zijn preek af
met onvergelijkelijke welsprekendheid.
Antonius berispte op een keer de schreeuwende kikkers in
een lawaaierige vijver in het klooster van Montpellier, en zij volgden daarna
met respectabele stilte de uren van gebed. Tot een arme zondaar die niet onder
woorden kon brengen wat hij allemaal had misdaan, zei hij eens: Ga je zonden
opschrijven en breng mij het perkament. De boeteling deed wat hem werd geboden
en keerde terug met de boekrol. Hij las de ene zonde na de andere voor en elk
verdween uit het perkament. Toen hij de laatste had bereikt, was de boekrol
vlekkeloos! Op een dag predikte Antonius voor een grote menigte op een groot
plein in de stad Limoges en er brak een zware storm los en vervulde de mensen
met angst. Ze begonnen zich haastig te verspreiden, maar Antonius zei: Vrees
niet: de storm zal niet over jullie komen. Dus bleven ze staan en hoewel de
stad werd overstroomd, viel er geen druppel regen op het plein waar Antonius predikte.
In Brivé vestigde de heilige een kleine kluizenarij zoals die van Monte Paolo.
Postulanten vergezelden hem en zochten naar eenzaamheid en armoede. Bij een
gelegenheid, toen ze in uiterste nood verkeerden, werden ze uitgestuurd om een
aalmoes te vragen. Ze hadden het aan een dame gevraagd en die zond haar dienaar
met het geschenk naar de broeders door een zware storm. Maar de dienaar had op
zijn tocht geen enkele druppel uit de stromende regen op zich gekregen.
Op een avond zagen metgezellen van Antonius dat een
stelletje plunderaars het veld van een weldoener van de kleine gemeenschap aan
het plunderen waren en ze haastten zich om hun beklag te doen tegen Antonius. Vrees
niet, zei hij. Het is maar een kunstgreep van de Boze om jullie af te leiden.
De volgende dag ontdekten ze dat het veld onaangeroerd was. De Katharen van
Rimini nodigden de heilige uit op hun feest. Ze wisten dat hij een verbazend
succes had om de ketters terug naar de katholieke Kerk te brengen en ze waren
vol haat. Antonius wist dat de Katharen een list hadden beraamd door zijn
voedsel te vergiftigen en hij zei dat ook tot hen. En ze antwoordden: Of u
gelooft de woorden van het Evangelie of niet, Als u erin gelooft, waarom eet u
dan niet? Staat er niet geschreven: In Mijn naam zullen ze duivels uitdrijven,
slangen hanteren, en als ze iets dodelijks drinken, zal het hen niet deren.
Als u de waarheid van het Evangelie niet gelooft, waarom predikt u het dan?
Neem daarom het voedsel en eet. Als u ongedeerd bent, zweren we dat we het
Katholieke geloof zullen omarmen. Antonius zegende het vlees en at ervan. Hij
was ongedeerd en alle ketters en toeschouwers bekeerden zich tot het Katholieke
geloof.
Verlamming en epilepsie genas hij door over hen het
kruisteken te maken. In Gemona, vlakbij Udine, waar hij een klein klooster liet
bouwen naar het model van Portiuncula, begroette hij op een dag een boer die
met een ossenkar passeerde, en hij smeekte de boer om een lading stenen tot bij
hem te brengen. De boer kende hem niet en gaf niets om Antonius klooster en
antwoordde: Ik kan u niet helpen, want ik heb een lijk bij. De waarheid was
dat zijn zoon op de vloer van de ossenkar lag te slapen. Toen de boer even
later probeerde de jongen wakker te maken om hem te vertellen hoe hij de monnik
voor de gek had gehouden, ontdekte hij dat zijn zoon dood was. Toen rende hij
naar Antonius en smeekte hem de jongen op te wekken. Antonius maakte het
kruisteken over de jongen en de jongen stond op en dankte hem. Vaak werden
boetelingen tot tranen toe bewogen onder invloed van zijn aansporingen. Hij
schreef hierover: Arme zondaar, waarom wanhoop je aan je redding, iedereen spreekt
hier over genade en liefde. Zie de twee advocaten die voor je pleiten voor het
Tribunaal van de Goddelijke Gerechtigheid: een Moeder en een Verlosser---Maria,
die haar hart toont aan haar Zoon, doorboord met het zwaard van smart en Jezus
die Zijn wonden van Zijn handen en voeten en de wonde van Zijn Hart toont aan
Zijn Vader, dat doorboord werd door de lans van een soldaat. Hou moed, met zon
bemiddelaars kan de Goddelijke Genade je niet afwijzen. Wie zou deze
oproep kunnen weerstaan, of er geen kracht en troost in vinden?
Gebed
tot de H. Antonius van Padua
Op voorspraak van de H. Antonius vraag ik:
Wanneer ik depressief ben en in wanhoop verkeer, help me
hoop vinden.
Wanneer ik mij alleen voel en in de steek gelaten door
iedereen, help me liefde vinden.
Wanneer ik nergens God zie in mijn leven of in de wereld,
help me geloof vinden.
Wanneer ik bang ben voor wat de toekomst brengt, help me
vertrouwen vinden.
Wanneer ik zwak ben, help me moed vinden.
Wanneer ik ziek ben, help me de balsem van genezing vinden.
Wanneer ik door verdriet ben overmand, help me troost
vinden.
Wanneer ik boos ben, help me een uitlaatklep vinden.
Wanneer ik in moeilijkheden verkeer en ik weet niet wat te
doen, help me God vinden.
Dit vraag ik u, door onze Heer, Jezus Christus, die voor
eeuwig leeft en heerst. Amen.
Krachtig
gebed tot de H. Antonius
O Heilige Antonius, beminnelijkste van de Heiligen, uw
liefde voor God en naastenliefde voor Zijn schepselen, zorgden ervoor dat God u
miraculeuze krachten schonk. Uw woord was genoeg en u stond altijd klaar om te
spreken voor degenen die in moeilijkheden waren. O zachtmoedige en liefdevolle
H. Antonius, wiens hart altijd vol menselijke sympathie was, fluister mijn
verzoek in de oren van het Allerzoetste Kind Jezus, die liefdevol in uw armen
was gesloten. De dankbaarheid van mijn hart zal altijd de uwe zijn. Amen.
13 Onze Vaders, Weesgegroeten en Glorie zij de Vader
Gebed
tot de H. Antonius voor genezing
Lieve H. Antonius, u beminde zozeer God toen u op aarde
leefde. U was bekend als een grote wonderwerker. Zo groot was Gods kracht in u.
Nu dat u in de Hemel bent, deelt u in Gods glorie en in Zijn macht op een
perfecte manier. Kijk neer op mij met goedheid als ik naar u kom in mijn nood.
Ik bid om genezing voor (noem de zieke en zijn ziekte), die ik zo bemin. Amen.
Beste mensen,
In 1997 lag ik in het ziekenhuis naast een dame waarmee ik
goed kon praten. Ze had al veel meegemaakt. Haar ex-man had haar dikwijls
bij ruzies opgesloten in de kelder van hun huis en ze moest dan op de vuile was slapen. Het
was ermee geëindigd dat hij toen ze een langdurige periode in het ziekenhuis was
opgenomen hij ervandoor was met haar beste vriendin, en haar had buiten gezet zonder iets.
Dit weekend ben ik naar een toespraak geweest en daar ging
het over het opnemen van het dagelijks kruis. De spreker had het erover dat
Jezus aan ieder een kruis geeft in zijn leven dat hij kan dragen.
Betekent dit dat ieder in staat is om zijn kruis te dragen?
Natuurlijk niet!!!! Had ik tegen die vrouw in het ziekenhuis moeten zeggen: Jezus
heeft jouw een kruis gegeven dat je alleen kunt dragen? Natuurlijk niet!!!! Dat
zou nu echt de meest onmenselijke onzin zijn, dat ik had kunnen zeggen!!!!
Ten eerste: niemand kan een ander zijn kruis inschatten,
behalve Jezus. Dat betekent ook dat niemand zich mag moeien met het kruis van
een ander. Het gaat tussen Jezus en die persoon.
Ten tweede: Jezus kan iemand een kruis geven dat de persoon
kan opnemen, maar dat hij dat kruis niet kan blijven dragen bijvoorbeeld. Het
kan zijn dat de miserie in het leven van een persoon te zwaar wordt. Het
beste is je direct tot Jezus te richten in gebed als je kruis te zwaar wordt.
Hij is degene die je extra draagkracht kan geven en mee je kruis helpt dragen.
Ten derde: Wat bedoelt Jezus met : Mijn juk is licht.
Jezus zei dat Zijn juk licht was omdat hij naast de persoon loopt en mee zijn
kruis opneemt. Het betekent dat alles wat een persoon overkomt, ook Jezus
overkomt. Hij wordt evenveel getroffen als de persoon. Als je dit beseft dat
helpt het te weten dat Hij de enige is die volledig begrijpt wat je doormaakt
en als je in Jezus gelooft en je leven aan Hem overlaat Hij je zal helpen. Het
kan zijn dat hij je reeds in dit leven helpt, maar het kan ook zijn dat hij je
helpt om in het volgend leven in de Nieuwe Schepping terecht te komen.
Ten vierde: Mijn juk is licht betekent niet dat je kruis in
je leven licht is.
Ten vijfde: Jezus, die Meester is over ons allen, heeft
Zijn hele leven in het teken gesteld om ons te redden. Hij heeft zelfs
onschuldig de wrede martelingen doorstaan en Zijn zware kruis op de Calvarie
gedragen voor onze redding. Wij als schepsel staan niet boven Hem, wij moeten samen
met Hem onze miserie, ziekte en tegenslagen in het leven dragen. We weten dat
dit leven maar van extreem korte duur is tegenover de eeuwigheid waar we de
beloning ontvangen voor onze gehoorzaamheid aan Jezus.
Wat heb ik dan wel tegen die vrouw gezegd:
Eerst heb ik geluisterd, dan heb ik haar gezegd dat ze
enorm moedig was om dit te hebben gedragen. Ik heb haar aangeraden te bidden
tot Jezus, Hem te leren kennen en haar leven aan Hem te geven. Hij is degene
die van het slechte iets goeds kan maken.
Boodschap van hoop in een 'onverbrekelijk' huwelijk
Boodschap van hoop in een onverbrekelijk
huwelijk
Iedereen die gehuwd is weet dat het huwelijk duurt tot één
van de partijen sterft en dat het huwelijk onverbreekbaar is. Toevallig was
iedereen die gehuwd is op zijn eigen huwelijk en heeft die gehoord dat het
huwelijk blijft in goede en kwade dagen. Het huwelijk is gewoonlijk de perfecte
afsluiting van een verhaal zoals ze leefden nog lang en gelukkig, maar dan
begint het verhaal pas. Bovendien heb ik nog nooit gehoord dat iemand gehuwd is
voor de cadeautjes. Iedereen wil dat zijn huwelijk slaagt!!!
Mijn ouders waren allebei zeer katholiek en waren van de
instelling eens getrouwd, altijd getrouwd. En als je niet aan het ideaal kon
voldoen dan was je de schuldige omdat je het huwelijk niet in stand kon houden.
Ik heb lange, lange, lange jaren gevochten om mijn huwelijk in stand te houden,
enorm veel gebeden en oceanen gehuild.
Bij mijn ouders kon ik pas na lange tijd terecht omdat zij mij als de schuldige aanwezen. Ik
heb zelf geen verdiensten dat ik uiteindelijk mijn huwelijk heb kunnen redden. GEEN
ENKELE!!! Het is gewoon omdat Jezus geholpen heeft en omdat ik veel draagkracht
heb vanuit mijn karakter. Maar ik versta perfect mensen die gevochten hebben om
hun huwelijk te redden en die het spijtig genoeg niet gehaald hebben. Die
mensen op de kop timmeren dat het huwelijk onverbreekbaar is, is gewoon
onmenselijk. Je kunt het leven niet in een keurslijf duwen en het leven is
nooit 1 plus 1 is 2, maar Pi.
Je moet die mensen vooral een hart onder de riem steken. Ze
moeten beseffen dat Jezus oneindig barmhartig is en oneindig liefdevol. Als je
de 10 geboden hebt gevolgd, katholiek bent gebleven en je opgeofferd hebt in je
huwelijk dan zal Jezus je met open armen ontvangen en zeggen: Kom aan Mijn
Hart en rust uit. Bovendien iemand verplichten alleen te blijven na een
scheiding tot die persoon sterft is al even onmenselijk. Jezus moedigt een
andere relatie niet aan omdat er nog altijd een waterkansje bestaat dat de
ex-en terug een goede verstandhouding hebben met elkaar na een tijd. Maar Jezus
zal iemand niet verketteren omdat hij niet het huwelijksideaal kon bereiken. We
zijn nu in een tijd waar er tonnen lectuur is en huwelijkstherapeuten om je huwelijk te
redden. Maar er zijn nog nooit zoveel echtscheidingen geweest als nu. Ook onder
katholieken.
Het zijn voornamelijk jonge gehuwde katholieken die hameren
op de onverbreekbaarheid van een huwelijk omdat ze nog geen levenservaring
hebben. De lucht is dan altijd blauw en de water kristalhelder. Maar als je een
generatie verder bent, of zelfs twee generaties heb je geleerd dat het leven
niet zwart-wit is maar een oneindigheid van grijs. Niet altijd omdat de mensen
het zo gekozen hebben, maar door de levensomstandigheden die je in de boot
geduwd worden, het karakter van de andere dat alleen God kan veranderen Het
enige wat je zelf kunt doen is je richten tot God, bidden, Zijn geboden
onderhouden en je opofferen in je huwelijk. MEER KUN JE NIET DOEN. Het is Gods Wil
dat gebeurt en niet de jouwe.
Onthoud dat het huwelijk altijd een Godsgeschenk is, en dat je God niet vergeet bij je jaarlijkse huwelijksverjaardag!!!