24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
15de uur : van 7 tot 8 uur op goede
vrijdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Pilatus
De
Romeinse prefect gebruikte het Paleis van Herodes als praetorium,
gezien de grotere luxe en ruimere mogelijkheden die deze citadel bood. Het praetorium wordt ook wel als
'paleis' aangeduid.
Het Paleis
van Herodes was na de Joodse Tempel het belangrijkste bouwwerk
in Jeruzalem aan het begin van de gangbare jaartelling. Het paleis
lag aan de westkant van de bovenstad, direct ten zuiden van citadel met de
torens Phasael, Mariamne en Hippicus behoorden. Het was door een gang
met de citadel verbonden. Het is gebouwd door Herodes de Grote.
Voor
de beschrijving van het paleis zijn we afhankelijk van Flavius Josephus.
Weliswaar zijn bij opgravingen enkele paleismuren teruggevonden, maar de
opgravingen zijn door de bebouwing ter plaatse zeer beperkt van aard.
Het
paleis van Herodes was omgeven door wallen en torens. Het paleis had grote
ontvangstzalen en bevatte gastenverblijven die geschikt waren voor in totaal
honderd gasten. De kamers waren geheel ingericht, waarbij veel goud en zilver
was gebruikt. Een van de kamers was genoemd naar keizer Augustus, een
andere naar Herodes' vriend Marcus Vipsanius Agrippa. Het paleis werd
gekenmerkt door zeer fraai metselwerk met gekleurde stenen die van elders
gehaald waren, mooie plafonds en decoraties. De zuilengangen van het paleis
hadden elk een eigen stijl. Op de binnenplaatsen waren weelderige tuinen
aangelegd met wandelpaden, kanalen en vijvers met bronzen fonteinen.
Herodes
de Grote verbleef in het paleis in de periodes dat hij in Jeruzalem was.
Daarnaast had hij nog paleizen in Herodion en Jericho, waar hij ook veel
verbleef. Na Herodes' dood kwam het paleis in handen van Herodes Archeaüs.
Toen
Judea in 6 na Chr. een provincia werd, kozen de praefecti (en
later procuratores) hun residentie in Caesarea. In de periodes van
Joodse feesten, wanneer veel pelgrims naar Jeruzalem trokken, verbleven zij
echter in Jeruzalem in het paleis van Herodes.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht. Pilatus
zendt Hem naar Herodes.
Jezus, mijn vastgebonden Goedheid, uw vijanden, samen met
de priesters, brengen U naar Pilatus. Ze veinzen heiligheid en scrupuleusheid,
omdat ze het Pascha moeten vieren en ze zich rein moeten houden. Daarom blijven
ze buiten de voorzaal. En U, mijn Lieveling, die de diepte van hun
boosaardigheid ziet, biedt eerherstel voor al de schijnheiligheid van het
religieuze lichaam. Ik bied eerherstel samen met U. Maar terwijl U zich met hun
goed bezighoudt, beginnen ze U te beschuldigen voor Pilatus, en braken ze al
het gif dat ze tegen U hebben.
Pilatus is ontevreden met de beschuldigingen die ze tegen U
maken en hij roept U terzijde, om U met reden te kunnen veroordelen. Hij
onderzoekt U alleen en vraagt U: Bent u de koning van de Joden? En U, mijn
ware Koning, antwoordt: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; anders zouden
duizenden legioenen engelen Mij verdedigen. En Pilatus die ontroerd is door de
zoetheid en waardigheid van uw woorden, is verbaasd en zegt tegen U: Dus, u
bent een koning? En U zegt: U zegt het Ik ben het, en Ik ben in de wereld
gekomen om de Waarheid te onderwijzen. Zonder nog iets te willen weten, en
overtuigd van uw onschuld, gaat Pilatus naar de voorzaal en zegt: Ik vind geen
schuld in deze man.
Woedend beschuldigen de joden U van vele andere dingen, en
U zwijgt; U verdedigt zich niet. U biedt eerherstel voor de zwakheden van de
rechters, wanneer ze worden geconfronteerd met arrogante personen; U biedt
eerherstel voor hun onrecht en U bidt voor de onschuldigen, de onderdrukten en
degenen die in de steek gelaten worden. Als hij de woede van uw vijanden ziet,
stuurt Pilatus U naar Herodes om van u af te komen.
Herodes Antipas
Herodes
Antipas
(geboren voor 20 v. Chr; overleden na 39), was in de eerste eeuw bestuurder
van Galilea en Perea. Zijn titel was tetrarch; viervorst (Hij
bestuurde een vierde deel van het koninkrijk). Hij is het bekendst door wat
het Nieuw Testament vertelt over zijn rol in de gebeurtenissen die
leidden tot de terechtstelling van Johannes de Doper en van Jezus
van Nazaret. Antipas erfde een vierde deel van het koninkrijk van zijn
vader Herodes de Grote, dat bij diens dood in 4 v. Chr. verdeeld werd
onder diens zonen. Hij bestuurde het gebied als een vazalstaat van het
Romeinse Rijk. Antipas liet de steden Sepphoris en Betharamphtha en,
belangrijker, zijn hoofdstad Tiberias op de westelijke oever van
het Meer van Galilea bouwen. Tiberias, genoemd naar keizer Tiberius,
werd na de verwoesting van Jeruzalem een centrum van het Rabbijnse jodendom en
is een van de heilige plaatsen van het jodendom. Antipas liet zich scheiden van
zijn eerste vrouw, Phasaelis, die een dochter was van koning Aretas VI van Nabatea,
omdat hij wilde trouwen met Herodias, de vrouw van zijn broer, de in Rome
levende Herodes Filippus. Antipas heeft Johannes de Doper gevangengezet en
ter dood gebracht, omdat Johannes deze relatie veroordeelde. De echtscheiding
van Herodes Antipas dreef niet alleen het conflict met Johannes de Doper op de
spits. Zijn conflict met Aretas over de grens tussen Perea en Nabatea kreeg er
een persoonlijke lading door. Dit leidde in 36 tot een oorlog die rampzalig
verliep voor Antipas. Keizer Tiberius gaf bevel voor een Romeinse tegenaanval,
maar stierf in het jaar 37. In 39 beschuldigde zijn neef Herodes Agrippa I diens
oom Antipas van samenspanning tegen de nieuwe keizer van Rome, Caligula.
Antipas werd daarop in ballingschap gestuurd naar Gallië. Hij had daar het
gezelschap van Herodias; meer is niet bekend over zijn einde. Lucas vertelt
dat Jezus tijdens zijn rechtszaak door Pilatus naar Antipas (die in Jeruzalem
verbleef), werd gezonden, omdat zijn activiteiten zich vooral in Galilea hadden
voltrokken. Antipas stuurde hem echter weer terug naar Pilatus.
Jezus wordt voor
Herodes gebracht
Mijn Goddelijke Koning, ik wil uw gebeden en eerherstel
herhalen, terwijl ik U vergezel naar Herodes.
Ik zie dat uw vijanden, zo razend kwaad zijn dat ze U
zouden willen verslinden, en ze leiden U verder onder beledigingen, spot en
hoongelach. Ze laten U voor Herodes verschijnen, die U vele vragen stelt. U geeft
geen antwoord en kijkt hem zelfs niet aan. En Herodes die geϊrriteerd is omdat zijn nieuwgierigheid
niet is bevredigd en zich vernederd voelt omdat U zwijgt, verklaart aan
iedereen dat U gek en dwaas bent, en hij beveelt dat U als zodanig behandeld
wordt. En om met U de spot te drijven heeft hij U gekleed met een wit
gewaad, en hij geeft U over in de handen van de soldaten, opdat ze met U het
ergste kunnen doen.
Mijn onschuldige Jezus, niemand vindt schuld in U. Alleen
de Joden, omdat hun geveinsde religiositeit niet verdient dat het licht van de
Waarheid in hun gedachten kan schijnen.
Mijn Jezus, oneindige Wijsheid, hoeveel kost het om U gek
te verklaren! De soldaten mishandelen U, ze werpen U op de grond, vertrappen U,
besmeuren U met spuug, verachten U, slaan U met roeden
Het zijn zoveel slagen dat U voelt dat U sterft. De pijn,
de schanddaden, de vernederingen die zij U toebrengen, zijn zo groot en zoveel
dat de Engelen wenen, en ze bedekken hun gezicht met hun vleugels om ze niet te
zien.
Mijn gekke Jezus, ook ik wil U gek noemen, maar gek van liefde.
En uw dwaasheid van liefde is zodanig dat U, in plaats van boos te worden, bidt
en eerherstel biedt voor de ambities van de koningen en leiders, die streven
naar koninkrijken voor de ondergang van de volkeren; voor de vele slachtingen
die zij veroorzaken, en het vele bloed dat zij doen vloeien door hun grillen;
voor de zonden begaan in de rechtbanken, in de paleizen en in het leger.
Mijn Jezus, hoe zacht is het om te zien dat U bidt en
eerherstel biedt temidden van zoveel gewelddaden! Uw stem weerklinkt in mijn
hart en ik volg wat U ook doet. Laat me nu aan je zijde scharen, delen in uw
pijnen, en U troosten met mijn liefde. Ik drijf de vijanden van U weg, neem U
in mijn armen om U te verfrissen en om uw voorhoofd te kussen.
Mijn zoete Liefde, ik
zie dat ze U geen vrede laten. Herodes zendt U naar Pilatus. Als komen
pijnlijk was, zal teruggaan nog tragischer zijn, omdat ik zie dat de Joden nog
razender zijn dan ervoor, en ze zijn vastbesloten om U kost wat kost de dood in
te jagen.
Daarom, voordat U het paleis van Herodes verlaat, wil ik U
kussen om mijn liefde te bewijzen, temidden van zoveel pijn. En U, versterk me
met uw kus en met uw zegen, zodat ik U kan volgen tot Pilatus.
Overweging
Voor Pilatus, temidden van vele
beledigingen en minachting, is Jezus altijd lief; Hij minacht niemand en probeert
het licht van de waarheid in iedereen te laten schijnen. Voelen wij hetzelfde
bij iedereen? Proberen we ons natuurlijke kwaad te overwinnen als iemand niet
sympatiseert met ons? Als we met mensen te maken hebben, proberen we dan altijd
Jezus bekend te maken en het licht van de waarheid in hen te laten schijnen?
O Jezus, mijn zoete
Leven, plaats uw woord op mijn lippen en laat me altijd met uw tong spreken.
Gekleed als een zwakzinnige voor Herodes, zwijgt Jezus en
lijdt hij ongehoorde pijn. En wij wanneer we gelasterd, bespot of beledigd
worden, denken we dat de Heer ons een goddelijke gelijkenis wil geven? In de
pijn, in de minachting en in alles wat ons arme hart kan voelen, denken we dat
het Jezus is die ons verdriet geeft met Zijn aanraking, die ons in Zich
transformeert met Zijn aanraking, en ons Zijn gelijkenis geeft? En als het
lijden zich naar ons keert, denken we dat Jezus, door naar ons te kijken, niet
tevreden is met ons, en ons daarom nog een keer knijpt om ons volledig op Hem
te laten lijken? Als we het voorbeeld van Jezus volgen, kunnen we zeggen dat we
ons in de hand hebben; en dat we in tegenslagen liever zwijgen in plaats van te
antwoorden? Laten we ons ooit overvallen door nieuwsgierigheid? In elke pijn
dat we kunnen lijden, moeten we de intentie hebben om ons leven aan Jezus te geven
om voor zielen te smeken. Door zielen in Gods wil te plaatsen, wordt onze pijn
een cirkel waarin we God en de zielen omsluiten om hen bij Jezus te voegen.
Mijn Liefde en mijn Alles, U alleen, neem de heerschappij
over mijn hart en houdt het in uw hand, zodat ik in elke ontmoeting uw oneindig
geduld in mij kan navolgen.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U
uit. Amen.
|