
Ignatius
(ook Iñigo) van Loyola, Rome; ordestichter &
mysticus; 1556
Feest : 31juli.
Ignatius van Loyola was van Baskische adel. Hij kreeg een
gedegen opvoeding. Tijdens een slag bij de stad Pamplona in 1521 gedroeg hij
zich zo overdreven dapper, dat hij door een vijandige kogel werd getroffen aan
de knie. Op dat moment was hij dertig jaar oud. In het stamslot te Loyola werd
hij verpleegd. Er bleef hem niets anders over dan te dagdromen wat hij straks
na zijn genezing allemaal voor een mooie, hoofse dame zou doen om haar aandacht
en liefde te winnen. Tenslotte begon hij uit pure verveling de twee enige
boekjes te lezen die er in het huis te vinden waren: een levensbeschrijving van
Jezus, en een bundeltje heiligenlevens. Vanaf dat moment had hij er een onderwerp
bij om over te dagdromen: 'Hoe zou het zijn als ik net als Sint Franciscus ging
doen, of als Sint Dominicus?' Na verloop van tijd bemerkte hij hoe de dagdromen
over Franciscus en Dominicus hem veel meer voldoening schonken dan de andere
over zijn hoofse dame.
Intussen bleek dat de knie niet goed genas. Er groeide een
vreemd uitstekend bot naar buiten. Omdat hij zo nooit voor zijn hoofse dame zou
kunnen verschijnen, verzocht hij de dokter, nadat deze het been nog eens
gebroken en opnieuw gezet had, het eenvoudig weg te zagen. Zonder verdoving en
twee keer een traan wegpinkend doorstond hij deze barre operatie. Toch bleven
de fantasieën over de navolging van de heiligen hem meer troost bieden. Hij
beschouwde dat verschijnsel als een signaal van 'de goede geest', en trok de
consequentie dat hij dus aan díe geest moest gehoorzamen.
Na zijn genezing - al bleef hij zich sindsdien wat hinkend
voortbewegen - trok hij zich terug in de eenzaamheid, om nog veel meer
gebedservaring op te doen. God had hem op zijn ziekbed door de innerlijke
bewegingen van troost en dorheid de eerste lessen in onderscheiding der geesten
en gebed bijgebracht. Hij zou dat ook in het vervolg blijven doen. Ignatius
hield nauwgezet notitie bij van wat hij in zijn gebed doormaakte. Uit die
aantekening is zijn handleiding voor het begeleiden van bidders gegroeid: de
"Geestelijke Oefeningen".
Daarin legt Ignatius achtereenvolgens de nadruk op het
ordenen van je leven, of beter het inpassen van je leven binnen Gods bedoeling
met de wereld; vervolgens op de navolging van Christus door punctueel de
evangelieverhalen te overwegen; en tenslotte op het vermogen om in alle dingen
Gods liefde te zoeken en te vinden.
Hij was ervan overtuigd, dat deze gaven hem geschonken
waren om door te geven. Zo begon hij mensen te begeleiden in hun gebed. Op zijn
veertigste zette hij zich nog aan een theologiestudie te Parijs om beter
onderlegd te zijn in het geven van de Geestelijke Oefeningen. Aan de
universiteit probeerde hij met behulp van zijn gebedsmethode studenten te
winnen voor Christus. Tenslotte vormde zich een groep van negen studenten rond
de Geestelijke Oefeningen. De beroemdste van hen is wel Franciscus Xaverius,
net als Ignatius een Bask, maar beider families leefden zo'n beetje op voet van
oorlog met elkaar.
In 1534 legden de eerste paters de geloften af om daarmee
te symboliseren, dat ze zich met al hun vermogens zouden inzetten om mensen
voor Christus te winnen. Dit gebeurde in een kapelletje op de Montmartre, even
buiten Parijs. In feite ligt daar het ontstaan van de jezuïetenorde, ook wel
Sociëteit van Jezus genoemd.
In 1540 werd de Orde officieel door de paus goedgekeurd.
Het bijzondere was, dat de paus de onvoorwaardelijke volmacht kreeg om de leden
ervan daarheen te sturen, waar hij, als plaatsbekleder van Christus, meende ze
het meest nodig te hebben.
Ignatius was kort daarvoor door de anderen tot Algemeen
Overste gekozen (in het Latijn van die dagen: Superior Generalis, kortweg
'Generaal' geheten). Tot aan zijn dood was hij het bezielende middelpunt van
een snel groeiende en zich wereldwijd vertakkende organisatie. Hij bezwoer de
paters om regelmatig brieven te schrijven, zodat hij op de hoogte kon blijven,
en zich aan hun verhalen kon inspireren. Zelf schreef hij er zowel vóór als na
zijn generaalskeuze duizenden.
Was de Orde in 1540 begonnen met tien man, zestien jaar
later bij Ignatius' dood telde ze duizend paters en broeders, verspreid over
vestigingen in heel Europa, Azië, Ethiopië en de beide Amerika's. (uit: heiligennet)
Wat is
de Ignatiaanse spiritualiteit:
1
Herken
God in alle dingen
2
Ontwikkel een persoonlijke relatie met Christus
en houd van de Kerk (ondanks zijn gebrokenheid)
3
Leef een leven van zelfbewustzijn en onderscheidingsvermogen
want dat leidt tot dankbaarheid en een leven van dienstbaarheid
4
Beleef een leven van contemplatie in het echte
leven en wees doordrongen van gebed geen teruggetrokken monastiek bestaan
5
Leef met innerlijke vrijheid (het resultaat van
zelfbewustzijn en onderscheidingsvermogen)
6
Ons geloof moet toonbaar zijn in het werk voor
gerechtigheid het besef dat er geen ware geloofsuitdrukking is waar
rechtvaardigheid en menselijke waardigheid ontbreken
7
Erken dat de wereld geladen is met de grandeur van
God de positieve en energetische visie van Gods voortdurende bekommernis en
interactie met de schepping
8
Leven volgens de spreuk Ad Majorem Dei
Gloriam (Voor de meerdere glorie van God) God prijzen en deelnemen aan Gods
genezende werk in de wereld
9
Flexibel zijn en overal inzetbaar zijn, volgens
het voorbeeld van de 16de eeuwse Jezuïeten die Chinese gewaden droegen en
verschillende culturen tot zich namen; ze respecteerden de levenswijze van de
mensen
10 De
vereniging zoeken van de geest en het hart-als broeders en zusters luisteren we
naar God die aanwezig is onder ons, en we laten geen verdeeldheid toe dat
gebaseerd is op rassenverschil, nationaliteit, achtergrond, leeftijd of
geslacht
Deze principes en ideeën zijn niet uniek voor Ignatius,
maar ze vloeien voort uit het Evangelie van Jezus. Ignatius heeft ze echter
verzameld en gesynthetiseerd op een zodanige manier dat ze een weg naar Jezus
vormen- een pad dat talloze miljoenen Katholieken hebben gevolgd over de
laatste 450 jaar, een pad dat Ignatiaanse spiritualiteit wordt genoemd.
Het dagelijks
onderzoek:
In het onderzoek bekijken we de voorbije dag om God te
vinden en Zijn zegeningen in ons leven. We blikken ook terug om momenten te
vinden op een dag waar de dingen niet zo goed verliepen-wanneer we getroffen
werden door iets wat ons overkwam, of wanneer we zondigden of een fout maakten.
We danken God en prijzen Hem voor de gezegende momenten. We vragen om vergeving
en genezing voor de moeilijke en pijnlijke momenten. Als we teruggeblikt hebben
op de voorbije dag, moeten we ons richten op de volgende dag en God vragen om
ons de potentiële uitdagingen en kansen van de volgende dag te tonen. We
proberen te voorzien welke momenten naar Gods plan leiden of ons juist ervan
verwijderen. We vragen om inzicht zodat we weten welke genaden we nodig hebben
om de volgende dag goed door te komen; geduld, wijsheid, standvastigheid,
zelfkennis, vrede, optimisme. We vragen God om die genade, en we vertrouwen
erop dat Hij wil dat we slagen in onze dag, meer dan wij doen. St Ignatius zou zeggen dat dit het
belangrijkste moment is van onze dag, omdat dit moment elk ander moment beïnvloed.
Hoe dit onderzoek doorlopen:
Ignatius geeft ons een eenvoudig vijf stappenplan voor ons
dagelijks onderzoek:
Dankzeggen
Ik begin met God dank te zeggen voor alle dingen waarvoor
ik vandaag dankbaar ben. Ik overdenk de dag en ik denk aan de manieren waarop
God mij vandaag heeft gezegend . Ik denk aan de grote zaken en de kleinigheden
van de dag en laat alles de revue passeren.
Vragen om de H. Geest
Daarna wil ik naar de momenten van de dag kijken waar ik
het niet zo goed heb gedaan. Maar vooraleer dat te doen, vraag ik eerst dat God
me vervult met Zijn H. Geest zodat de H. Geest mij kan leiden door deze
moeilijke zoektocht doorheen de ziel. Anders ben ik geneigd om in ontkenning te
vallen, mij in zelfmedelijden te wentelen of om mijzelf te haten.
Terugblik en het erkennen van mislukkingen
Ik kijk terug op mijn dag en vraag de Heer om mij de
momenten te tonen waar ik grote of kleine mislukkingen heb begaan. Ik blik met
nuchterheid terug naar de fouten dat ik deze dag heb begaan.
Vraag om vergeving en genezing
Als ik heb gezondigd, vraag ik God om mij te vergeven en me
terug naar het juiste pad te voeren. Als ik niet gezondigd heb maar
eenvoudigweg een fout gemaakt heb, vraag ik om genezing van elke schade dat mij
getroffen heeft. Ik vraag om hulp om het te verwerken en verder te gaan met
mijn leven. Ik vraag ook om wijsheid zodat ik in de toekomst beter met zon lastige
momenten kan omgaan.
Bid om de volgende dag goed te leven
Ik vraag God om mij te tonen hoe de volgende dag zal
verlopen. Ik beeld me de dingen in dat ik zal doen, de mensen dat ik zal zien,
en de beslissingen die ik in overweging zal nemen. Ik vraag om hulp voor de
momenten dat ik voorzie die moeilijk zullen zijn. Ik vraag vooral hulp voor de
momenten dat ik misschien opnieuw verkeerd zal aanpakken, net zoals ik vandaag deed.
Geestelijke oefeningen
De Geestelijke
Oefeningen beginnen met wat Ignatius zijn principe en fundament noemt. Hij
verklaart dat ons doel in het leven voor eeuwig bij God wonen is, te leven met
diepe dankbaarheid voor de gaven van God en het in balans houden van onszelf
zodat we God niet verdringen door één van Zijn gaven. De oefeningen zijn
opgesteld om ons te helpen die balans te bereiken en te behouden, waren
oorspronkelijk bedoeld om over een maand gespreid te worden, met 4 weken of 4
fasen die gericht zijn op een specifiek doel:
Eerste week: in de eerste week moet
men Gods onvoorwaardelijke liefde erkennen en onze mislukking en de mislukking
van de hele mensheid aanvaarden om overvloedig die onvoorwaardelijke liefde te
beantwoorden.
Tweede week: in de tweede week moet
men de persoon en het leven van Christus overwegen zodat we vrij kunnen kiezen
om Hem lief te hebben en Hem trouw en van dichtbij te volgen.
Derde week: in de derde week moet
men het Lijden en de dood van Jezus overwegen om te delen en zich te
identificeren met zijn lijden en onze betrokkenheid met Hem te verdiepen.
Vierde week: in de vierde week moet
het verlangen naar Jezus groeien om de
vreugde van Zijn Verrijzenis te openbaren en om deze vreugde als fundament te
zien van onze roeping om te delen in Christus missie.
Bidden
op de Ignatiaanse manier
Ondanks het feit dat je leven soms druk kan zijn, moet je
niet naar een abdij gaan of naar een afgelegen plaats in een bos om te bidden. Je
moet enkel een omvorming maken van je gerichtheid zodat je meer in
overeenstemming bent met Gods aanwezigheid in je activiteiten. St Ignatius van
Loyola leerde ons een vorm van beschouwend gebed, ook gekend als meditatie, dat
ons uitnodigt om onze geest en verbeelding te gebruiken om een gebedsvolle
conversatie te beginnen en zijn aanwezigheid te herkennen in ons dagelijks
leven. Beschouwend gebed kan gedaan worden door deze eenvoudige stappen te
volgen.
Zoek een stille plaats waar je alleen kunt zijn
voor 10 tot 15 minuten.
Neem een comfortabele plaats en sluit je ogen of kijk naar
een religieuze afbeelding of een brandende kaars. Als je wenst kun je zachte
achtergrondmuziek spelen om je te helpen in een gebedsstemming te komen. Wees
je bewust van Gods aanwezigheid en vraag de H. Geest je gebed te leiden.
Beoefen 2 tot 3 minuten een ritmische
ademhaling.
Tel traag in je binnenste tot drie en adem ondertussen in
en tel dan traag tot vijf en adem terwijl uit om je te helpen concentreren. Als
je verstrooid bent, concentreer je dan opnieuw op je ademhaling en laat de
verstrooiing wegebben zodat je je hart terug tot God kan richten. Je kunt ook
een bijzonder woord of een bijzondere zin kiezen, zoals Jezus of Mijn Heer en
Mijn God, en het herhalen wanneer je verstrooid bent om je aandacht terug op
Gods aanwezigheid te richten.
Kies een korte tekst uit de H. Schrift en lees
het als een gebed.
Als de tekst een verhaal uit het Evangelie is, gebruik dan
je vijf zintuigen om jezelf als deelnemer in te beelden in het verhaal (Wat zie
je? Welk geluid hoor je? Wat
voel je?). Beeld je een scène in waarin je kan praten met Jezus en luisteren
als Hij tot je spreekt. Je kunt antwoorden op wat Jezus zegt of doet in het
verhaal, of je kan eenvoudigweg spreken over iets dat onlangs gebeurd is of een
gebeurtenis dat binnenkort in je leven zal plaatsvinden.
Als toevoeging bij de H. Schrift in je
meditatie kan je ook gebruik maken van geschriften van de heiligen evenals
andere inspirerende literatuur of gebedenboeken.
Je kunt je ook concentreren op een heilig voorwerp zoals
een kruisbeeld, of mediteren over een heilige afbeelding, zoals een icoon van
Jezus of een favoriete heilige. Neem gebruik van deze tijd om tot God te praten
zoals je zou doen tot een vriend.
Eindig met een paar minuten van overweging,
tijd om in stilte te rusten in Gods aanwezigheid.
Als volwassenen
begrijpen we steeds beter dat God tot ons spreekt in de stilte. Eindig
je meditatie met een paar momenten van stille momenten met God.
Door beschouwend gebed kan je vlugger Gods aanwezigheid in
je dagelijks leven herkennen.
De gedachten
van Ignatius van Loyola
Ga en zet de wereld in vuur en vlam.
Bid alsof alles van God afhangt, handel alsof alles van jou
afhangt.
Lach en wordt sterk.
Heer, leer me vrijgevig zijn; leer mij om U te dienen zoals
U het verdient; te geven, en niet om de kosten te geven; te vechten, en geen
acht te slaan op de wonden; te zwoegen, en geen rust te zoeken; te werken, en
niet om enige beloning te vragen behalve te weten dat ik Uw wil doe.
God heeft ons geschapen opdat we Hem zouden kennen,
liefhebben en dienen in dit leven en met Hem gelukkig zijn voor altijd. Een
reactie van liefde en dienstbaarheid krijgen van ons hier op aarde was Gods doel
van onze schepping, zodat we ons doel mogen bereiken van eeuwigdurend geluk met
Hem in de Hemel.
Al de dingen in deze wereld zijn gaven van God, voor ons
geschapen, om de middelen te zijn waardoor we Hem beter kunnen leren kennen,
Hem met meer zekerheid kunnen liefhebben, en Hem met meer trouw kunnen dienen.
Als resultaat zouden we deze gaven van God moeten waarderen en gebruiken voor
zover ze ons helpen ons doel van liefdevolle dienstbaarheid en vereniging met
God te bereiken. Maar als de geschapen dingen onze vooruitgang hinderen, moeten
we ze laten gaan.
Als God ervoor zorgt dat je veel beproevingen moet lijden,
is het een teken dat Hij grote plannen voor je heeft, en dat Hij zeker van plan
is om van jou een heilige te maken. En als je wilt een grote heilige worden,
smeek Hem dan je veel kansen te geven om te lijden; want er is geen beter hout
om het vuur van Goddelijke liefde te ontsteken dan het kruishout, dat Christus
gebruikte voor Zijn eigen grote offer van grenzeloze naastenliefde. Al het
genot van de wereld betekent niets in vergelijking met de zoetheid dat gevonden
wordt in de gal en edik die aangeboden werden aan Jezus Christus. Dat zijn de
pijnlijke dingen die verdragen worden voor Jezus Christus en met Jezus
Christus.
Hij die de wereld intrekt om de wereld te hervormen, moet
beginnen met zichzelf, of hij zal zijn werk verliezen.
Liefde uit zich meer in daden dan in woorden. Liefde
bestaat in een wederzijdse uitwisseling van goederen. De minnaar geeft en deelt met de geliefde bijvoorbeeld
wat hij bezit, of iets wat hij heeft of in staat is te geven en omgekeerd, de
geliefde deelt met de minnaar. Vandaar als iemand kennis heeft, deelt hij het
met degene die de kennis niet bezit. Het is hetzelfde met iemand die roem heeft
of rijkdom. De ene geeft dus altijd aan de ander.
Als onze kerk niet als taak heeft te zorgen voor de armen,
de verdrukten en de hongerigen, zijn we allen schuldig aan ketterij.
Het doel van het leven is: God zoeken en vinden
in alle dingen.
Het is niet in veel kennis, maar in het genieten van innerlijke
dingen, dat de ziel tevreden stelt.
Kijk naar Jezus voor je hangend aan een kruis en vraag
jezelf af: wat heeft hij voor mij gedaan?
En: wat doe ik nu voor hem?
God werkt en zwoegt in heel zijn schepping en in mensen
afzonderlijk als een bron van onophoudelijke liefde.
Iemand moet in dit leven toch begrijpen dat hij door zijn
eigen toedoen Gods werk in hem verhindert, en hij moet toch begrijpen wat God
in ons zou kunnen bewerken als wij het Hem niet beletten.
Als wij tot de gemeenschap van Jezus behoren
moeten wij hetzelfde doen voor onze naasten als wat de engelbewaarders doen
voor hun mensenkinderen. We moeten hen zoveel mogelijk helpen om heilig te
worden. Maar als wij dat alles hebben gedaan moeten wij niet in innerlijke
onvrede zijn als de anderen niet echt vooruitgang boeken.
In al wat wij doen moeten wij ons uiterst inspannen, alsof
alles van onszelf afhangt en niets van God. Maar wij moeten
daarbij overtuigd blijven dat uiteindelijk alle goeds van Hem en
niet van ons komt.
Alleen in die éne Naam (Jezus) is onze redding zeker.
We moet ons inspannen bij alles steeds oprecht de Goedheid
te dienen, omwille van de Goedheid zelf en omwille van zijn
liefde en weldaden, meer dan uit vrees voor straf of hoop op beloning.
We moeten ernaar streven aan anderen voorrang te geven,
innerlijk allen als onze meerderen te beschouwen en uiterlijk bescheidenheid en
eerbied te betonen. Laat ieder in de ander Gods beeld erkennen.
Als je troosteloos bent, helemaal geen liefde voelt,
integendeel innerlijk alleen maar afwezigheid, verwarring, bekoring en
neerdrukkende gevoelens hebt- verander dan nooit de besluiten of voornemens die
je maakte vóór je zo troosteloos werd. Blijf er dan juist trouw aan.
Als je troost en gevoelens van liefde, vertrouwen,
vurigheid, blijheid en vrede ervaart, denk dan aan latere troosteloosheid en
doe nu daarvoor nieuwe krachten op.
De inwendige wet van liefde, die de Heilige Geest
in ons hart schrijft, moet ons leiden en besturen, meer dan uitwendige wetten
en richtlijnen die daarbij meestal goed kunnen helpen.
Iemand die geestelijk wil leven moet totaal afstand doen van alles
wat de wereldse mens liefheeft en aanvaarden en verlangen wat Christus heeft
lief gehad en omhelsd. Zij die vooruitgang willen boeken in het geestelijk
leven en waarachtig Christus willen volgen moeten niet zoeken naar roem maar
juist naar kleinheid en verborgenheid.
Soms was er in mij een zo groot beminnen, voelen of
zien van Jezus, dat het mij toescheen dat er niets meer kon gebeuren
dat mij van hem los zou kunnen maken.
De voortdurende praktijk van nederigheid kan niet
genoeg geprezen worden.
Wat een goede onderlinge geest bevordert is vooral naastenliefde.
Deze wordt gesterkt door veel contact en wederzijdse kennis van zaken,
eenzelfde leer en eenvormigheid in alles. Maar dit zal vooral tot stand worden
gebracht door gehoorzaamheid.
Vraag in je gebed om innerlijke kennis van het
goede dat je ontvangen hebt, om de goddelijke Majesteit in alles te kunnen
beminnen en dienen.
De mens is geschapen om God te loven, eerbied te bewijzen
en te dienen, en daardoor zijn ziel te redden. Alle andere dingen op aarde zijn
geschapen voor de mens. Zij kunnen hem helpen om het doel te bereiken waarvoor
hij geschapen is. De mens moet er gebruik van maken zolang ze hem helpen bij
zijn doel, maar er zich van ontdoen als ze hem daarbij hinderen. Alle geschapen
dingen moeten ons even lief zijn. We mogen gezondheid niet méér zoeken dan
ziekte, rijkdom niet méér dan armoede, eer niet méér dan oneer, een lang leven
niet méér dan een kort leven en zo verder in al het andere. We mogen
alleen verlangen en kiezen wat ons leidt naar het doel waarvoor wij zijn
geschapen.
God werkt in heel zijn schepping en in elke mens als een
bron van onophoudelijke liefde.
Wat je ook doet om je levend voelen, daar is God aanwezig.
Voor degenen die geloven is geen bewijs nodig. Voor degenen
die niet geloven, is geen enkel bewijs voldoende.
Hij die God in zijn hart draagt, draagt de Hemel in zich
waar hij ook gaat.
Zichzelf overwinnen is de grootste overwinning die een mens
kan behalen.
Het is niet lastig om te gehoorzamen wanneer we degene
liefhebben die we gehoorzamen.
Voor degenen die liefhebben is niets te moeilijk, vooral
als het gedaan is uit liefde voor Jezus Christus.
God kan niet overtroffen worden in vrijgevigheid.
Ziel van Christus, heilig mij. Lichaam van Christus, red
mij. Bloed van Christus, vervul mij. Water uit de zijde van Christus, reinig
mij. Lijden van Christus, sterk mij. O goede Jezus, verhoor mij. Verstop me in
uw wonden. Sta me nooit toe U te verlaten. Van de kwade vijand, verdedig mij. In
het uur van mijn dood, roep mij. Leid me naar U toe opdat ik met de Engelen en
Heiligen U mag prijzen tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Waarheid eindigt altijd in overwinning; het is niet
onbetwistbaar, maar onoverwinnelijk.
Onthoud vooral dat God kijkt naar deugden in ons, zoals
geduld, nederigheid, gehoorzaamheid, verloochening van de eigen wil dat betekent
de goede wil om Hem te dienen en onze naaste in Hem. Zijn voorzienigheid laat
ons toe andere devoties te volgen, maar enkel als Hij ziet dat ze nuttig zijn
voor ons.
We moeten tot God spreken als tot een vriend, een dienaar
tot zijn meester. We vragen Hem om een gunst en vragen Hem om kennis van onze
zonden. We delen Hem al onze zorgen mee, onze gedachten, onze angsten, onze
voornemens, onze verlangens, en vragen Hem om Zijn raad in alle dingen.
Nadat je een beslissing hebt gemaakt dat aangenaam is voor
God, kan de Duivel ervoor zorgen dat je erop terugkomt. Dan moet je meer
bidden, mediteren en goede daden stellen. Want als Satans bekoringen ervoor
zorgen dat je je inspanningen vermeerdert om in heiligheid te groeien dan zal
hij je gerust laten.
Hou jezelf bezig met je eigen tekortkomingen in plaats van
de tekortkomingen van een ander te bepreken.
Degene die toegewijd is aan de Maagd Maria zal zeker nooit
verloren gaan.
Ontmoediging komt nooit van God.
Als iemand mensen vreest zal hij nooit iets groots voor God
verwezenlijken: alles wat iemand doet voor God lokt vervolging uit.
|