Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    19-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastor Enoc 7/6

    IK DOE OPNIEUW EEN OPROEP, HUISVADERS, DAT JULLIE HET GEBRUIK VAN TECHNOLOGIE IN JULLIE HUISGEZIN CONTROLEREN!

    7 JUNI 2017 – 3 :30 P.M

    DRINGENDE OPROEP VAN MARIA, MYSTIEKE ROOS AAN DE MENSHEID

    Mijn kleine kinderen, dat de vrede van mijn Heer met jullie zij en dat mijn moederlijke bescherming jullie altijd moge vergezellen.

    Mijn kinderen, ik ben heel triestig en ik lijd heel veel door mijn kleintjes die samenwonen, een overspelige relatie hebben of die relaties hebben buiten het Sacrament van het Huwelijk, zoals de grote meerderheid van mijn jongeren. Ik zeg dit als Moeder van de mensheid, als jullie niet jullie levenswijze veranderen en niet terug de weg van zaligheid bewandelen, zullen velen onder jullie niet terugkeren naar deze wereld na de Waarschuwing. Jullie zonde zal jullie veroordeling zijn, als jullie er geen berouw over hebben en geen eerherstel voor brengen. Weet dat bij jullie overgang naar de eeuwigheid het oord waar jullie zullen eindigen de hel zal zijn, van daar zullen er weinig zijn die terugkeren naar deze wereld.

    Ik stort vele tranen voor mijn kleine kinderen, jullie weten niet hoeveel pijn dat ik voel in mijn Hart door de doornen van onzuiverheid die jullie mij elke dag doorboren door deze zonde. Jullie weten niet hoeveel pijn mijn Zoon lijdt als hij jullie ziet het 6e gebod overtreden van Gods Wet. Het overgrote deel van de mensheid zal verloren gaan door zijn losbandigheid en seksuele onzuiverheid. De demon van de onzuiverheid voert vele jongeren, mannen en vrouwen naar de hel; het is één van de zonden waardoor het meeste zielen zichzelf veroordelen.

    Ik doe jullie opnieuw een oproep, huisvaders, dat jullie het gebruik van technologie in jullie huisgezin controleren. Mijn kinderen en mijn jongeren maken slecht gebruik van deze technologie en laten zich er tegenwoordig door manipuleren, vooral deze van de GSM en Smart phones, de computer en de tv. Velen gebruiken het om te kijken naar pornografie en langs daar komt de demon van de onzuiverheid binnen die hen naar de eeuwige dood brengt. Anderen gebruiken het om zich te wagen in de wereld van het occultisme en leren er tovenarij of spelen met een ouija-bord (glaasje draaien). Nog anderen gebruiken het om te luisteren naar satanische metal-muziek. Dat alles leidt ertoe dat ze zijn verwijderen van het gezin en van God. Ze dompelen zich onder in de duisternis vanwaar ze niet meer eruit geraken als ze er niet mee stoppen.

    Huisvaders, beperk het gebruik van deze technologie gedurende de nacht, omdat velen van mijn kinderen en mijn jongeren niet slapen en blijven kijken naar hun GSM en Smart phones, de computer of de tv. Ze kijken naar zaken waar ze niet mogen naar kijken en luisteren naar zaken waar ze niet mogen naar luisteren! Ik zeg jullie, huisvaders, de hemel is zeer bedroefd door de tolerantie van velen onder jullie. Door zo verder te doen is het zeer zeker dat jullie verloren gaan met jullie kinderen. In de hel is er een oord waar de gezinnen bij elkaar komen die veroordeeld zijn door de tolerantie van vele ouders. De demon van de technologie steelt de ziel van vele huisgezinnen.

    Kleine kinderen, het overgrote deel van de huisgezinnen van tegenwoordig zijn wereldse huisgezinnen geworden waar de Geest van God is vervangen door de luciferiaanse technologie. Men bidt mijn Heilige Rozenkrans niet in vele huisgezinnen en de gezinnen die tijd uittrekken voor het gebed zijn er weinig tegenwoordig. Deze verwijdering van God is wat vele gezinnen naar de geestelijke dood leidt. Huisvaders, herneem het gebed en bid mijn Heilige Rozenkrans in jullie gezinnen zodat de demon van de technologie vlucht! Leer de 10 Geboden van God en breng ze in praktijk. Onderwijs ze aan jullie kinderen, zodat jullie en zij ze niet blijven overtreden. Breng een goede morele en geestelijke basis in praktijk zodat het geestelijk leven herboren wordt in jullie gezinnen.

    Dat de vrede van mijn Heer, in jullie huisgezinnen moge blijven.

    Ik houd van jullie, je Moeder, Maria, Mystieke Roos.

    Breng mijn boodschappen naar de hele mensheid, kleine kinderen van mijn hart. 

    19-06-2017 om 19:54 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 6 (einde)

    6 De auteur ging de Hemel binnen

    En zo ging ik de Hemel binnen, waar elke gemompel een gebed was en waar de hele atmosfeer gevuld was met wierook. Hoe magnifiek, groot en lichtgevend was het. Uit alle richtingen verlichte de Gods macht de heldere lichten die schenen op de inwoners van het Paradijs die verenigd waren om het grandioze feest te vieren.

    Ik was onder de indruk door de bloemenkransen die de altaren versierden, met wierook ervoor die opsteeg en aangenaam was voor God de Schepper. Wat een prachtig feest. De hoofden van de vrouwelijke Heiligen waren in verschillende stijlen gekamd maar niet zoals op aarde. Ze zagen er beminnelijk uit en geparfumeerd. Hun kledij was niet van materiaal, maar van grote geurende bladeren die nog glinsterden met de dauw nog op hen. Ik hoorde het geritsel van deze bladeren die zelfs nog kleine druppels dauw op zich hadden. Anderen waren gekleed in fluweel, zoals de vleugels van grote vlinders. Elk kleur stelde de verschillende verdiensten voor van verschillende planeten. Sommige droegen lichtblauw, anderen licht groen, roze en lichtgeel, lavendel enz. Het effect was schitterend want elke Heilige werd omringd door een aura van zijn eigen kleur. Toen zag ik de mooie engelen die gekleed waren in lichtblauw met witte vleugels. Ze zagen er eeuwig jong en blij uit.

    De nacht viel rond ons zoals een duistere sluier. Alle ogen keken omhoog met duidelijke verwachting als het koor begon te zingen. “Alles is in Christus en Christus is in allen.” Het gezang was zo harmonieus. Het was onbeschrijflijk. Allen wachtten in stilte met hun armen gekruist over hun hart. In de verte kon men het geruis van vleugels horen en duizenden engelen begonnen te zingen: “Christus is verrezen.” Al degenen die aanwezig waren huilden zachtjes als het hymne luider werd en de Passie van Christus herdacht. De Universele Kerk blies het Hymne van Pasen en allen verwachtten met stille emotie voor het naderen van Christus.

    Het gezang van de vogels stopte en ook het engelenkoor. De duizenden geluiden in het woud hielden op. Alles van de natuur wachtte met ingehouden adem op de Verrezen Christus. Het vreugdevolle koor van de Cherubijnen van hoog in de hemel zong de eerste melodie van Pasen. Hun kleine gouden vleugels fladderden en hun fijne kleine hoofdjes bogen lichtjes terwijl ze de Verrezen Christus omringden. Hun stemmen waren zo zacht en lieflijk dat men ze enkel als hemels kon beschouwen. Er waren myriaden van deze Cherubijnen, hun fladderende vleugels en stemmen waren zo verrukkelijk dat het onmogelijk is om te beschrijven. Ze vulden de ziel met zo’n emotie dat men tegelijkertijd wilde wenen en zingen.

    Dan leek Christus die meer schitterde en meer glansde dan de zon, de hele omgeving te verlichten. Een overvloed aan rozen omgaven de Cherubijnen die hun kleine armpjes uitstaken van achter hun vleugels naar Christus. De blauwe ogen van Onze Lieve Heer weerspiegelden zo’n tedere liefde dat ze straalden en Zijn gewaden gaven lichtgevende stralen. De Geest van de Allerhoogste triomfeerde over zijn vijanden en al de hemelse inwoners waren verheugd. Zijn gezicht was werkelijk luisterrijk. Hun glimlachende gezichten begroetten hem met “Heil voor onze Glorierijke Redder” met de hemelse muziek en trompetten ertussen. Het was onbeschrijflijk. De muzieknoten waren volledig onbekend voor het menselijk oor en de heiligheid ervan verhief de ziel met vrolijkheid. Hun enige verlangen was glorie en dank te geven aan de Heer God. De koren wisselden af in antwoord op de Cherubijnen. Dan plaatste de Allerheiligste Maagd Maria haar aan de voeten van onze Redder. De H. Aartsengel Michael stond erbij en droeg een lichtgevend kruis. Allen waren stil als de Aartsengel zijn stem liet horen en er precies bliksemstralen voortkwamen. Hij zei: “Christus is Verrezen” en de miljoenen zielen antwoordden “Hij is werkelijk Verrezen. Alleluia!” Er ging een Heilige mij voorbij wiens verschijning met aan iemand deed denken die ik een lange tijd geleden had gekend. Trillend van emotie luisterde ik naar de menigte van stemmen die zongen: “Christus is Verrezen, Alleluia! De Cherubijnen vlogen in vreugdevol gejubel rond en zongen de gelukzaligheid van eeuwig leven. Het gezang vervulde mij met vreugde en de Rechtvaardigen weten dat duizend jaar in de Hemel gelijk is aan een dag. Men kon de harpen horen in het hele Hemels Hof, vervuld van vreugdevolle lofzangen en lofprijzingen. Het hoogtepunt van het grote Feest was de ontmoeting van vrienden en familieleden. Het was niet zoals onze ontmoeting op aarde. Deze zuivere geesten hadden gevoelens die vibreerden tot de andere ziel. Het Paradijs is doordrongen met deze heilige liefde en ik zag dat een broer zijn zuster ontmoette in een atmosfeer die elektrisch was met vibraties. Er waren geen woorden nodig, elke ziel was doorzichten en had niets te verbergen.  Als een vriend of familielid een ander ontmoette, vermengden zich hun stralenkransen en straalden ze meer en prezen ze eerst de Heer. Toen zag ik mannen en vrouwen van verschillende naties en culturen anderen ontmoetten die lang geleden leefden en hen voorgingen, toch voelden allen zich verenigd in de Heer. De hele omgeving was stralend met lichtgevende stralen van liefde van de Schepper. Welke andere liefde kan vergeleken worden met deze? God is liefde; Hij gaf dit grote geschenk dat heilig is, verheven en buitenaards. Er waren hymnen van lofprijzing als twee zielen elkaar ontmoetten, en toen vlogen ze weg in een staat van extatische liefde en mijn metgezel zei: “Zonder liefde zou de Hemel niet perfect zijn. Degenen die liefhadden op aarde zullen verenigd zijn na de dood.” Ik zei hem: “Je beloofde mij mijn ouders te laten zien op de grote Feestdag,” en hij antwoordde: “Hoe komt het dat je hen niet gezien hebt? Kijk daar zijn ze.” Toen herkende ik mijn ouders en ik voelde een zodanige emotie, tederheid en oneindige liefde voor hen, maar plotseling verdwenen ze. Ik keek naar iedereen en ik bemerkte hoe gelukkig en intelligent ze waren. Niemand had enige problemen of moest raad krijgen omdat God hen het licht gegeven had om Zijn wetten te kennen en allen waren tevreden. Als God een bedelaar een koninkrijk op aarde zou bieden, zou hij oprecht smeken om in de Hemel te blijven met de hemelse vreugde. O, hoe mooi is het leven hierna. Als de hymnen van zegening opstegen, sprak Christus met al de uitverkorenen, en niemand kwam Zijn Heilige Persoon naderbij.

    7 Voorspraak van de Heilige Maagd voor de Levenden

    Op dit moment sprak de Heilige Maagd tot Haar Goddelijke Zoon met dit gebed: “O Heer en Redder, een hele natie van mensen zijn onder de heerschappij van de wrede vijand gevallen, tot wie moeten ze smeken om bevrijding van deze ketenen. U alleen, O Christus, Redder, kan het duistere en pijnlijke bestaan opheffen voor hen door Uw Genade en Barmhartigheid. Red en bescherm hen, O Heer. Geef hen licht en leidt hen in hun duistere dagen van slavernij. Geef clementie aan deze bannelingen. Bevrijd hen van hun beproevingen. Ze smeken mij in hun hulpeloosheid. Uw grote Barmhartigheid is grote dan hun fouten.” Zo bad de Heilige Moeder Maria. Dan knielde een Heilige die gekleed was in een gouden gewaad voor Christus en strekte zijn armen uit en bad: “ O Heer, herinner Uw overwinnende Verrijzenis op deze glansrijke dag en bevrijd de mensen die U toevertrouwt hebt aan mijn zorg. Blaas nieuw leven in hun geloof en leid ze naar het ware geloof. Heer, wees barmhartig voor mijn volk van Rusland die wenen. Ik was daar om te zien hoe vurig ze Uw barmhartigheid aanroepen, behalve voor de paar goddelozen, O Christus, Redder van de wereld, U bent almachtig, help mijn volk.”

    Ik was in bewondering toen ik mijn soevereine Keizer zag bidden voor God, en hij voegde eraan toe: “O Heer, vergeef ons allen, we zijn Uw erfgenamen.” Christus sprak toen over het eeuwig leven en we luisterden aandachtig. De woorden van Onze Heer waren zo verheven en diepgaand, dat in mijn aardse staat en beperking, ik het niet begreep. Mijn ziel echter wel. Men kan niet luisteren naar Christus’ woorden zonder verheven te worden. Dat was het mysterie op dit glorierijke Paasfeest. In al Haar glorie nam onze Heilige Moeder, Haar plaats naast Haar Goddelijke Zoon. Mijn Keizer zei toen: “Uw Goddelijke Wil en Wijsheid zijn grote dan ik.” Toen was er een golf van enthousiasme over ons allen en Christus ging hoger. Maar waar? Een mysterie! Dit mysterie kan niet opgelost worden, noch kan het oog zien waar God vertoeft.

    Christus steeg op en met Hem Zijn Heilige Moeder. Wondermooi in haar majesteit. Ze verdwenen in deze zee van licht, en de zaligen zongen: “Glorie aan U, O oneindige Heer, Zon en adem van het Paradijs. Uw zuiverheid verduistert nooit de adem van ons leven. We zien door ons geestelijk zicht het universum van Uw Koninkrijk. Uw blik is als een pijl dat iedere ziel doorboort en ons naar zijn bestemming voert. Uw eeuwige schoonheid wordt weerspiegeld in het mirakel van elke ster, ontworpen door God in Zijn oneindige Wijsheid. Het is de Heilige Orde van de Hemel.”

    Dit was het hymne dat gezongen werd door de Engelenkoren als Christus hoger en hoger opsteeg tot Hij was verdwenen in het Mysterie. Dan vlogen alle zaligen naar elkaar, kinderen naar hun ouders, vrienden naar vrienden, mannen naar hun vrouw, en anderen daalden neer naar de aarde om hun geliefden te bezoeken. Ik kan de natuur van dit extatisch moment dat plaats vond niet beschrijven. Als de mensen zouden weten wat plaats vind in de Hemel, zouden ze voortduren bidden om te mogen sterven, omdat de ene vreugde de andere volgt zonder einde. Ik kreeg het grote privilege om de Hemel te bezoeken.

    Deel 6 : Besluit   

    Opeens voelde ik mij zwak en ik had het gevoel zware kledij aan te hebben. Opnieuw was het een ruw wakker worden in vergelijking met mijn lichte en hemelse gevoel. Ik bewoog mijn hoofd en strekte mijn armen uit en voelde dat er een laken over mij lag. Ik was verward toen ik mijn ogen opende en ik het witte plafond zag van de kamer en de witte muren van het ziekenhuis in plaats van de Hemelse schoonheid. Mijn droom was werkelijk beëindigd. Ik werd wakker na negen dagen lethargische slaap.

    Vanuit Hankow (China) moest ik naar de grote stad Shangai voor een dringende operatie. Op de oevers van de rivier bevonden zich grote gebouwen waar de Europese en Chinese banken waren. Luxe hotels waren opgetrokken om op het Keizerlijk Paleis te lijken en grote gebouwen waren opgetrokken in de hoofdstraten. In de winkels lagen dure juwelen om voorbijgangers te lokken. Er waren nachtclubs en restaurants, die de piek van zinnelijk plezier bereikten, maar voor mij was het bedroevend om dit alles te zien. Wat een miserie! Wat een onbeschrijflijke leegheid na de scènes die ik had gezien! En ze wachten zeker op jullie, na jullie tocht op deze aarde. Mijn enige spijt is dat ik zo beperkt ben in mijn uitdrukking van de schoonheid en verrukking dat de Hemel is. Het is niet mogelijk om te omschrijven wat ik in mijn ziel heb ervaren. Het was de sublieme schoonheid van de geestelijke liefde. Het universum van de Schepper is zo uitgestrekt dat de grootste overwinning van de natuur die de mens heeft bereikt maar een zandkorrel of een druppel in de oceaan is.

    En nu, gekomen bij de laatste pagina van dit verhaal, zeg ik “Adieu” aan mijn vrienden en lezers en ik herinner deze Heilige woorden: “Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw heilige Wil zal eeuwig geprezen zijn.”

    Over de auteur

    Fanny Moisseieva werd geboren op 1 januari 1895 in een familie die patriottische gevoelens had voor de Tsaar en hun land Rusland. Fanny Efimovna Moisseieva werd geboren in Celnocava en bracht haar kindertijd door op het platteland, in het dorp Klin, in de provincie van Moskou. Ze had een diepe liefde voor de natuur. Ze was diep gelovig en vroom dat aangewakkerd werd door haar moeder die dikwijls in stilte bad.

    Toen ze jong was speelde ze op de velden waar ze kerkmuziek hoorde en dacht dat er een processie was, maar ze realiseerde zich dat de melodie van boven vanuit de heldere hemel kwam. Ze rende dikwijls naar huis om haar moeder dat te vertellen. Ze smeekte haar ouders dikwijls om haar naar het klooster te laten gaan, maar het werd elke keer geweigerd. Ze zagen dat hun dochter steeds vromer werd en ze beslisten om er een einde aan te maken en haar te laten trouwen.

    Gedurende de verschrikkelijke dagen van het Bolsjewisme, onmiddellijk na de dood van haar vader, dat plaatsvond in Kurok, gooiden de Bolsjewieken kokend water over haar moeder in een aanval en haar laatste woorden waren: “God zij geprezen.”

    De vader van Fanny kon gepassioneerd voorlezen uit de levens van de Heiligen aan zijn kinderen en ze zongen dikwijls psalmen. De kinderen werden verplicht te luisteren en te bidden. De oom van haar vader was haar gids. Hij stierf een heilige dood. Fanny was ongetwijfeld beïnvloed door haar religieuze familie sinds haar kindertijd en dit droeg bij dat ze een spiritueel leven leidde. Ze had voor verpleegkundige gestudeerd en werd een zuster van het Rode Kruis. Ze had een grote liefde voor haar Vaderland en ze verzorgde de arme lijdende gewonden die zo dapper voor de bevrijding van Rusland hadden gevochten en voor de Keizer. Gedurende de Oorlogsjaren werkte ze aan de frontlinie en gedurende de Burgeroorlog werkte ze onder Generaal Kolciak in Siberië in het Witte leger dat vocht om het Kremlin en de kerken te beschermen tegen de heiligschennende Communisten.

    Ik herinnerde mij haar slechte toestand toen ze langs de bevroren Baikal rivier werkte, waar de temperatuur 40 graden onder nul was. Gedurende haar opname in het ziekenhuis in Hankow (China) gedurende het jaar 1928 kreeg ze een hartaanval die haar negen dagen in coma deed belanden. Ze kreeg gedurende deze lange coma visioenen door haar immens geloof en de eeuwige waarheden die direct van God kwamen. Omwille van die reden moet men haar werk aandachtig lezen.

    19-06-2017 om 10:30 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 5

    1 Planeten van de Zielen van andere religies

    Een stem zei tot mij: “Word wakker. Sta recht, Fanny, en schrijf op wat je allemaal ziet. Niemand dan de Heer alleen kent het lot van elke mens. Maar de tijd is aangebroken om alle harten te wekken die in een poel van zonde verkeren. Jij bent aangesteld en uitverkoren om al wat je geopenbaard is niet als een droom te beschouwen. De sluier is voor jou opgetild om je de eeuwige mysteries te laten zien.” Ik zei: “Het kan zijn dat ik niet alles herinner.” Maar de stem zei: “ Ik zal je op alle manieren helpen.” Ik werd wakker en opende mijn ogen en zag een mooie blauwe lucht die onverklaarbaar uitgestrekt was. De tijd dat ik in de Hel had doorgebracht had mijn ogen aangepast aan de duisternis. Hier verlichtten de heldere stralen alles. Ik keek rond en dacht: “Wat prachtig. Wat een geurige lucht. Wat een tuin.” Wat een mooie veelkleurige gewaden droegen de zielen. Terwijl de engelen in de lucht zweefden, verschijnend en verdwijnend als ze wilden. Het gras was groen en kondigde een eeuwige lente aan. De bloemen, geurden als parfum. Er waren vele kleine paadjes om op te wandelen.

    Waar ben ik? Is dit het glorierijke Koninkrijk van de Hemel? Is dit het Koninkrijk van Engelenkoren, van oneindige Heiligen, Cherubijnen en Serafijnen die buigen voor de Koninklijke Troon?

    Hier is de realisatie van al mijn hoop. Prachtige rozen die in immense hoeveelheden tapijten vormden om op te wandelen en bloemenkransen waren overal rond mij opgehangen. Mijn armen steken langs hun delicate bloemblaadjes en zoete parfum. Beetje bij beetje klaarden mijn gedachten op hoewel ik mijn verschrikkelijke ervaring van de Hel niet kon vergeten. Toen ik wakker werd, verwelkomden ongekende zielen mij. Ze waren licht als vlinders. Ze waren gekleed in veelkleurige gewaden en hun gezicht weerspiegelde geluk en goedheid. Ze zeiden tot mij: “Zuster, sta recht, het Koninkrijk van de Hemelse Vader verwelkomt je, hier heerst Zijn Geest over alle dingen. Je bent hier door Zijn Heilige Wil zodat de mens zich niet bezig houdt met nutteloze zaken. Wanneer je terugkeert naar de aarde moet je alles wat je hebt gezien meedelen aan anderen.”

    Deze hemelse taal was nieuw voor mij, maar ik begreep het zoals het mijn moedertaal was. Ik stond trillend recht van emotie omdat ik in de Hel was geweest en dan de genade kreeg om de vervoering van de hemelse schepping aan te kondigen. Ik dronk samen met deze mensen die me naar een fontein hadden gebracht. Ik vergat spoedig mijn angst en de afschuwelijke nachtmerrie van de Hel. Het was alsof ik wakker werd uit een angstaanjagende droom die men vergeet van zodra men klaar wakker is. Ik begon te praten. “Ik ben juist uit de Hel. Het is daar een eeuwige nacht. Geen dageraad, geen licht, geen schemering, geen zon, geen blauwe lucht of witte wolken. Er zijn geen bomen, geen fruit. Alles is er leeg, behalve duisternis, vuur en heel veel lijden.  En dan is er ook de grootspraak van Satan om de Antichrist naar de aarde te sturen om de mensen tot slaven te maken.”

    Ze zeiden: “We bidden ononderbroken tot de Heer God om het leven op aarde te beëindigen en dit is Zijn antwoord: de tijd is nog niet rijp, laat de mens zijn leven verder leiden.” Ik vervolgde: “In de Hel zag ik…” en ik werd onderbroken: “Zeg niets meer, we weten alles wat er in de Hel gebeurt, de kwellingen en het lijden die de zondaars moeten ondergaan. Hier is het paradijs, vervuld van perfectie. Hier heerst God glorievol temidden van mooi gezang van de Serafijnen en aan alle kanten bloeien de bomen en de bloemen en rijpt het fruit. Enkel zijn vrome zielen leven hier. De plaats waar de bron van licht sublieme gedachten voortbrengt. De plaats waar het bronwater zo zuiver is. Daar waar engelenvleugels werkelijk zilver zijn. Hier worden de Rechtvaardigen niet gedwongen om iets te doen behalve te genieten van de wonderen van de schepping.”

    Bij de bron bevond zich een kostbare steen, verschillend van degene die ik ooit had gezien op aarde. Het was zo zwaar dat ik het nauwelijks kon optillen. Ik vroeg: “Van wie is deze kostbare steen? Is het veel waard?” “Zeker” antwoordden ze. “Het is van veel waarde. Jullie aarde bezit geen dergelijke schat, noch de rijkdom om ze te verwerven. Hier in de Hemel, geeft de Heer hen aan degenen die met Hem samenleven. Als je je te zwak voelt, laat het op de grond liggen, niemand zal er aan komen. Je bent nog maar pas wakker. Kijk verder en je zult nog veel mooiere stenen zien dan deze. Hier is er niemand die ze koopt of verkoopt, omdat er ontelbare schatten zijn en zodanig veel dat je als je hier langer verblijft ze niet meer opmerkt. Onze grootste vreugde zijn de Feestdagen die ons de kans geven naar verschillende planeten te vliegen waar we Gods glorierijke schepping kunnen bewonderen. Op deze dagen mogen we onze geliefden bezoeken. Enkel op Feestdagen kunnen ze onze ouders en vrienden zien.”

    Toen hoorde ik zeer mooie muziek. Ik liet de kostbare steen vallen en ik volgde hen. Ik was omringd door een Goddelijke geur van parfum. We stopten bij een waterval om het schitterende panorama te bewonderen. En mijn metgezel voegde zich bij onze groep. Hij plaatste een kroon van bloemen op mijn hoofd en zei: “Hier is het eeuwig Lente” Er waren grote palmbladeren die wuifden in een lichte bries. Mijn metgezel toonde me de wirwar van paadjes en verschillende voorwerpen die ik niet kan benoemen met onze beperkte aardse taal. “Kom” zei hij, “Ik zal je nu naar de andere planeten meenemen. Dit zijn de planeten waar de zielen van andere religies zijn. Deze die rechtvaardige en goede levens geleid hebben, in het Opperwezen geloofden en Gods Wet praktiseerden leven hier. Ook heidenen die leefden volgens de natuurwet en een rechtvaardig en goed leven leidden!” Terwijl hij dit zei, bereikten we een andere planeet, werkelijk mooi maar niet zo mooi als de planeet van de Christenen. Er was meer woestijn. Het gezang van vogels was merkbaar. Soms vlogen engelen hoog in de lucht die lofgezangen tot de Schepper zongen.

    (Nota : volgens het visioen van de auteur worden de niet-Christenen die geloven in een Opperwezen en de Wet van God naleven overeenkomstig beloond. Dit spreekt het Dogma van de Romeinse Katholieke Kerk niet tegen. Dogma 16.6 zegt: “De zielen van degenen die stierven in staat van persoonlijke zware zonde gaan de Hel binnen.” Dan mag men aannemen dat de niet-Christenen die beloond zijn geworden geen doodzonde hebben begaan. Om doodzonde te vermijden of zelfs de waarheden van de natuurwet te weten is voor de mens die de in erfzonde gevallen natuur heeft, niet gemakkelijk. Kijk naar de volgende dogma’s. Dogma 5.5: “Zonder de bijzondere hulp van God, kan de gerechtvaardigde niet standhouden tot het einde in rechtvaardiging.” Dogma 5.6: “De gerechtvaardigde is niet in staat gedurende zijn hele leven zonde te vermijden, zelfs geen dagelijkse zonden, zonder het bijzondere privilege van de genade van God.”

    Dogma 5.9: “In de staat van erfzonde, is het moreel onmogelijk voor de mens zonder bovennatuurlijke Openbaring, gemakkelijk, en met absolute zekerheid, en zonder dwaling te weten welke alle religieuze en morele waarheden er zijn in de natuurwet.” Bemerk dat de dogma’s 5.5 en 5.6 verwijzen naar de Rechtvaardigen of die Christenen met Heiligmakende Genade die de Heilige Geest hebben die hen begeleid. Ze kunnen niet standhouden in Heiligmakende Genade of zonde vermijden zonder de bijzondere hulp van God. OLVrouw vertelde aan Veronica Lueken van Bayside op 14 augustus 1979: “Veroordeel je broeders en zusters niet die nog niet bekeerd zijn. Want in Mijn Vaders Huis, en Mijn Zoon heeft het vele keren herhaald: onthoud altijd, dat in Mijn Vaders Huis vele kamers zijn, in de betekenis van geloofsovertuigingen. Maar de Eeuwige Vader heeft de zalige aanschouwing gereserveerd voor de Romeinse Katholieken. Dit is zo bekrachtigd door de Eeuwige Vader sinds het begin der tijden.” Het is dus duidelijk dat Christenen die gered zijn in staat zullen zijn om God te zien op een bovennatuurlijk niveau. Terwijl de niet-Christenen die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen, niet in staat zullen zijn om God te zien, maar toch een natuurlijk gelukkig leven zullen leiden na de dood. Dit verschil kan opgemaakt worden in Fanny’s visioenen.)

    2 Planeten van de zielen van de Rechtvaardigen (Christenen die stierven in Heiligmakende Genade)

    Gedurende de vlucht bewonderde ik de verschillende aspecten van hemelse wonderen. We zagen grote kometen met lange vlammende staarten. Sommige hadden zelfs twee of drie staarten. Sommigen gingen langzaam en anderen zo vlug dat ze een spoor van gouden vonken achterlieten. In de diepten van de hemelen zagen we plotseling sterren die zich verplaatsten uit de ruimte en dan naar het oneindige schoten. Sommigen alleen, sommigen in groep, en duizenden die een gouden regen vormden. Er waren er die zo helder waren dat ze onze ogen verblindden. Dit hele spektakel was zo grandioos en zo onvoorstelbaar dat ik mij als een klein stipje voelde in dit immense universum van Gods schepping. Mijn metgezel zei: “Er is niets op aarde vergelijkbaar met wat er te zien is na het leven.

    De mens kan alle natuurkrachten onderwerpen maar zal nooit enig idee van de mysteries van het hiernamaals ontrafelen. Zie je deze lichtgevende stippen? Ze zijn de planeten waarop eeuwigdurend leven bestaat. Nu zullen we naar de werelden vliegen waar de zielen van de Christenen leven. Ze zijn een afzonderlijk immense ruimte en ze zijn ontoegankelijk.” We zetten onze vlucht voort in de ruimte tot we een planeet tegenkwamen die vergelijkbaar was met de aarde van vorm, maar veel kleiner. Wanneer we neerstreken bemerkte ik dat de bodem noch bruin, noch grijs was, maar rood. Rivieren water vloeiden in alle richtingen op de vlakte, en er waren ook vele meren. Alles was opnieuw verschillend, zelfs de lucht was gezond en licht. Ik kon er goed ademen. Het water van de rivieren hadden een mooie turkooise kleur.

    Aan de horizon waren purperen bergen. We kwamen dichter bij de gezegende inwoners van deze streek. Ze spraken van een nieuwe vertegenwoordiger van het Paradijs die hen had verteld over de grootsheid en glorie van de Heer, de Almachtige God, wiens alwetendheid en majesteit hen de vreugde en de gaven van dit hemelse leven toestond. Geen afstand was te groot en alles was toegankelijk. Ze genoten van alles tot hun grote voldoening en niemand was ooit bang, omdat er geen vijanden waren. “Omwille van Zijn belofte, wachten we op de nieuwe Hemel en de nieuwe aarde waar de rechtvaardigen leven.” (Petrus 2:3-13).

    Wanneer ze stopten met praten hoorden we een melodieus heilig hymne. Ik keek met grote bewondering naar deze heilige zielen, die in feite, zeer eenvoudig waren. Wanneer ik aan mijn metgezel vroeg hoe men deze zaligheid kon bereiken zei hij: “Ze toonden waardering voor alles wat met hen gebeurde op aarde.” We stegen op de top van de berg waar we het panorama voor ons bewonderden. Wat een prachtig spektakel! Ruime prairies versierd met verschillende bloemen en fruitbomen van wie de takken neerhingen op de grond. Ze waren overvol met het meest overheerlijke fruit. Gouden stralen van licht doordrongen de palmtakken in de bossen; hun zacht wiegende takken bewogen in een zachte bries. Deze vruchten waren onbekend op aarde. Ze smaakten zoals zoete wijn. Als ik rondkeek leek de natuur te zingen: “Dit alles is Gods beloning voor de rechtvaardigen.”

    Mijn metgezel zei: “Nu dat ik je de streek getoond heb waar de rechtvaardigen leven, moet je ook weten dat hun zielen dikwijls onzichtbaar naar de aarde neerdalen op Feestdagen en dat ze hun familie en vrienden bezoeken of hun eigen graf. Want ze worden dikwijls vergeten door hun onverschillige verwanten die zelfs niet meer bidden voor hen of hun graf niet meer bezoeken. Nu zal ik je meenemen naar de eeuwige verblijfplaats waar je moeder verblijft.”

    3 De plaats waar de moeder van de auteur verblijft

    Nadat we het panorama hadden bewonderd vlogen we naar de plaats waar mijn moeder verblijft. We bereikten het in zo weinig tijd en het leek er groter dan de aarde. Het was middag, de lucht was blauw met kleine witte wolkjes die voorbij zweefden. De bergtoppen weerspiegelden zilver en goud van het zonlicht en er waren kostbare stenen van verschillende kleuren die verspreid waren over de rotsen door een voorzienige Hand. Ik hoorde het bruisen van watervallen en rivieren die uitmondden in talrijke meren, die de wolken weerspiegelden. De omgeving was prachtig. Hier was er een ononderbroken licht. De zon scheen de hele dag gevolgd door lichtgevende schitterende sterren die een blauw licht verspreidden. We gingen langs een breed pad die naar een mooie tuin leidde die omgeven was door een muur van cipressen. In deze streek die geurde, was ik onder de indruk van de schoonheid en kleuren van de bloemen. Ze waren opnieuw verschillend, sommige waren eenvoudig en anderen magnifiek mooi. Geen aardse schilder zou ooit dit beeld kunnen schilderen. Ze waren glorierijk en hun parfum vulde de lucht als ik vreugdevol ademde.

    Het was duidelijk dat de Heilige Geest deze harmonie voortbracht en onuitsprekelijk genot voor degenen die deze eeuwige gelukzaligheid hadden bereikt. Er was schoonheid, vrede en engelen zweefden rond zoals vlinders.  Uit het struikgewas hoorde ik de stem van mijn moeder. Ik ging er heen. Ik wilde niets liever dan haar ontmoeten. Ik zag mijn moeder, stralender dan ooit, groot en slank. Haar ogen waren hetzelfde als op aarde maar haar gezicht had een verschillende uitdrukking. Ze zag er geraffineerd uit. Haar haar was glanzend en op een verschillende manier gekamd. Haar huid was zacht en ze had een heldere stralenkrans boven haar hoofd. Een aura scheen rond haar en ook rond degenen die bij haar waren. Toen ze met hen sprak, luisterde ik enthousiast naar haar woorden. O! Het was zo wonderbaarlijk om zijn eigen moeder te zien na haar wrede dood in de handen van moordenaars.

    Hoe wonderbaarlijk om haar in het Paradijs te zien vol van deze extase en gelukzaligheid. Mijn ziel was vervuld van vreugde toen ik haar zag. Ik bemerkte hoe haar ogen naar een groot meer keken die eruit zag als het pallet van een kunstenaar. Het weerspiegelde al de kleuren van de bloemen. Ik ging naar haar, overweldigd door bewondering. Ik noemde haar “Mama” zoals in mijn kindertijd en terwijl ik tranen van vreugde weende, kuste ik haar handen en mijn hart stopte met kloppen. Maar ze leek mijn aanwezigheid niet te bemerken, maar ze bleef kijken naar het meer met een serene glimlach. Ik kwam dichter en liet mijn gezicht rusten op haar borst en zei: “Mama, waarom ben je zo onverschillig voor mijn liefdevolle streling? Zeg eens iets voor je dochter.”

    Maar ze was stil. “Herken je me niet?” zei ik, en kuste de boord van haar gewaad en hield haar in mijn omhelzing, maar zoals een mist verdween ze. Ik voelde mij zeer droevig en vroeg mijn metgezel: “Misschien herkent ze me niet meer?” Hij antwoordde: “Je bent een aardbewoner, terwijl ze geheiligd is in het Paradijs.” We zetten de tocht verder in het azuren schemerlicht temidden van schitterende bloemen die werden opgelicht door de aanwezigheid van God. De zon schijnt hier niet, enkel Gods helderheid. Toen we verder reisden was ik bedroefd om de planeet waar mijn moeder was te verlaten. Mijn metgezel zei: “Wees niet bedroefd, nu zie je hoe ze haar beloning heeft bereikt. We zullen haar opnieuw zien met je vader wanneer we meedoen aan het grote festival van Pasen. Ik zal je nu een andere planeet tonen van wiens pracht je meer zult verbaasd zijn. Omdat God in zijn oneindige liefde heerst over alle schepselen, heeft Hij ook aan de dieren gedacht voor wie Hij een plaats heeft gereserveerd na hun dood. Dit is de planeet waar we naartoe gaan.”

    4 Planeet van de dieren

    Geleidelijk aan bereikten we deze planeet. Uit een hoog waarnemingspunt net voor we neerkwamen zagen we groene prairies, dikke wouden, bergen, meren en rivieren. De zon scheen helder en vogels zongen voor de glorie van hun Schepper. Het was zo’n vredevolle verblijfplaats voor alle dieren. We zagen hanen kraaien en grote arenden met gespreide vleugels en talrijke andere variëteiten van vogels. Op de grasvelden waren er katten van alle soorten. Je hoorde het gekwaak van kikkers en vlinders fladderden van bloem tot bloem met de bijen. Op het gouden zand waren er grote krokodillen en in de opening van het woud stond de koning van alle dieren, de leeuw. Honden blaften en zaten elkaar achterna in hun blijheid. Met hun plechtige trage tred waren de grote olifanten. Wat een assortiment en variëteit van dieren. Allen waren ze zeer gelukkig, zich koesterend in de glorie van God. Dat is voor hen voorbereid na hun dood.

    5 Planeten van de Heiligen

    Er waren nog vele planeten te bezoeken en daarom gingen we terug verder. Net boven ons bevond er zich een mooie ster. Daar gingen we heen. Maar toen we er bijna waren verdween ze. We drongen door een dikke damp die de atmosfeer koelde met zijn schaduw, en toen zagen we zeer grote palmbomen met dik gebladerte die een vredevolle en ongedwongen atmosfeer creëerde.  Op de palmbomen bevonden zich grote trossen met vreemd fruit, geurend en sappig die zwaar doorhingen. Nu en dan zagen we dat de blauwe lucht zich versierde met veelkleurige stralen die weerspiegelde op al de rest. Deze planeet was statiger dan de anderen en er waren overvloedig veel schatten. De bergen waren bedekt met goud en edelstenen die zo fonkelden dat ze de ogen verblindden. De azuurblauwe meren waren als spiegels die de veelkleurige bloemen weerspiegelden. We streken neer op een vlakte van bloemen en ik bemerkte hoe de gouden takken van de fruitbomen de grond raakten met hun rijpe fruit. Ik proefde van het fruit en het smolt in de mond. Ik kon de smaak niet vergelijken met enig aards fruit. Toen zag ik veelkleurige lichtstralen die zilveren heldere watervallen weerspiegelden.

    “Dit is de verblijfplaats voor Heiligen,” zei mijn metgezel. Ik vroeg: “Zijn er verschillende graden van heiligheid die verschillende beloningen geven?” Hij antwoordde: “Ja, het leven hier verschilt evenzeer als het verschil van planeet tot planeet. Iedereen krijgt wat hij verdient en dat is voor eeuwig. Degenen die hun eeuwigheid hier doorbrengen zijn de Heiligen die geestelijke levens geleefd hebben op aarde en grote offers brachten, glorie gaven aan God door vele zielen te bekeren en veel goeds deden door hun voorbeeld en hun daden, en alle aardse pleziertjes en comfort minachtten. Door hen, verleent de Heer vergeving en bewerkt mirakels van genade aan allen die Zijn Wil aanroepen. Aan degenen op aarde die tot hen bidden, hen smeken om genaden en gunsten, die hun Feestdagen herinneren, verlenen ze hun wonderbaarlijke voorspraak.”

    We werden omgeven door zachte muziek van onzichtbare harpen, en de Heiligen bewogen zich voort zonder voetsporen na te laten. Hun bewegingen, gebaren en gezangen waren onvergetelijk. En opnieuw, zweefden de Engelen boven hen. O, dit is de Hemel met zijn mooie muziek. Ik ging een plaats binnen en zag een Heilige in diepe gedachten verzonken, zijn ogen waren op de ruimte gericht en mijn metgezel legde uit dat deze Heilige zijn gedachten tot een vriend op een andere wereld overbracht.

    We vertraagden en bereikten de top van een berg. Van dit waarnemingspunt hoorden we klokken van een kerk luiden. Ze gingen recht in je binnenste. Ik voelde deze geluiden zelfs in mijn ziel. Het kondigde het grote Feest van de vroege dageraad van Pasen aan. Het was gericht aan alle Engelen, Heiligen en het hele Universum. Ik keek rond en mijn metgezel zei: “Ik zal met de anderen moeten meegaan, je zult dus op jezelf moeten letten.” Plotseling werd ik uitgerust met een paar vleugels. Ik spreidde hen zachtjes en begon te vliegen. Ik genot van de goedheid van het eeuwig leven. Het Hemelse Koor zong het Evangelie van Leven van Onze Heer Jezus Christus en Zijn Verrijzenis.

    19-06-2017 om 01:33 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschap van Mario te Brindisi

    Boodschap van de Maagd van de Verzoening op maandag 5 juni 2017 aan Mario d’Ignazio in de Gezegende Tuin van de wijk Santa Teresa, Brindisi

     

    Terwijl we zongen zag ik een lichtflits verschijnen rechts van het altaar geplaatst aan de voorkant van de kapel van de verschijningen. In dit immense licht, wit en paradijselijk, verscheen de Hemelse Moeder. Zij was gekleed in het wit met een brede lange blauwe sjerp rond de taille. Zij was erg stralend, zeer vreugdevol. Haar sluier bewoog door een lichte wind, als om het onvermoeibare werk van Gods Geest te symboliseren dat blaast op de kleine kudde door Zijn Allerheiligste Bruid, een verandering brengend van hart en innerlijke genezing. De Heilige Moeder zei na zegening met het kruisteken:

     

    “Geloofd zij Jezus Christus.”

    Mario: “Nu en altijd.”

    "Lieve kinderen, Ik ben de Moeder van God en jullie tedere Moeder. Heb in jullie een brandend verlangen naar God. Moge God te allen tijde gewenst zijn. Laat jullie niet uiteendrijven door de corrupte en bedorven wereld. Wees in de Geest van de Allerhoogste, want de Heilige Geest is het Leven. Uw geloof zal de Poort van de Hemel openen voor jullie, heb dus een oneindig vertrouwen in Mijn Zoon Jezus, de Koning van de Vrede. Jezus is dicht bij jullie en vandaag is Hij bij Mij, zoals in elke maand juni."

    Jezus was in het blauw gekleed en na het water gezegend te hebben zei Hij:

    "Ik ben de Goede Herder, aanbid Mijn Heilig Hart van Liefde en zorg ervoor dat Zijn Goddelijke Vlam brandt in jullie om de kilte van de niet-liefde te vernietigen. Ontvang Mij in jullie Mijn kinderen."

    Mario: “De schoonheid van de Heilige Harten van Jezus en Maria is onbeschrijflijk. Hun verschijning laat een grote vrede en een diepe sereniteit na. Zij slagen erin om orde te brengen in de wanorde, het licht in de duisternis, liefde waar haat was. Laten wij  Jezus en Maria verwelkomen in ons leven, voel hen bijzonder heel dicht bij ons. Zie hen als reisgezellen, als ware geestelijke leiders. Zonder een echte gids, zal de wereld ons leiden. Laat je niet van de wijs brengen en afvallig worden door de corrupte en verdorven  wereld. De wereld is niet alleen corrupt, maar wil ook ons verderven. Dit doet ons denken aan een zin uit het Evangelie van Jezus: ‘Zij willen niet alleen niet gered worden, maar willen niet dat jij gered wordt.’ Daarom ondervinden we zo veel obstakels, zoveel tegenslagen; dat is waarom wij, die Jezus volgen, constant worden aangevallen.

    Degenen die ons aanvallen geloven niet in God en hebben geen geloof, houden niet van gebed, hebben Jezus nog niet ontmoet in hun leven, kunnen niet begrijpen waarom we in staat zijn om een sereen leven te leiden, een leven van kleine dingen op basis van dankbaarheid, broederlijke liefde, vergiffenis, barmhartigheid. Jezus en Maria hebben ons hun menselijkheid gegeven, een ware en volmaakte mensheid. Laten we hen nemen als model in ons leven. Laten we enkel en alleen luisteren naar hun zeer zoete, zeer barmhartige stem. Laten wij hen imiteren in de uitoefening van de christelijke deugden en hen vragen om te groeien, om ons geloof en ons vermogen om te beminnen te versterken.”

    Opmerking:  in de Gezegende Tuin, op het speciaal vervaardigde pad, was er vandaag een kruisweg op blote voeten op de scherpe, kleine stenen van de weg, ter ere van het Heilig Hart van Jezus en tot eerherstel voor de beledigingen aan de Heilige Drievuldigheid. De kruisweg is een vrome, devote praktijk ‘…vooral gewaardeerd door Mijn zoon en Mij, de Koningin van het Kostbaar Bloed.’ (Boodschap 8 oktober 2012)

     

    TOEWIJDING AAN JEZUS’ HART

    Uw Hart, o Jezus, is een plaats van vrede, het zoete toevluchtsoord in de beproevingen van het leven, het zekere pand van mijn verlossing.
    Ik wijd mezelf volledig aan U, zonder voorbehoud, voor altijd.
    Neem bezit, o Jezus, van mijn hart, van mijn hoofd, van mijn lichaam, van mijn ziel, van alles van mijzelf.

    Mijn zintuigen, mijn krachten, mijn gedachten en affecties zijn de Uwe.

    Ik geef alles aan U en ik offer alles aan U; alles behoort U toe.
    O Heer, ik wil U meer en meer beminnen, ik wil leven en sterven van liefde.
    O Jezus, dat elke daad van mij, elk woord van mij, elke hartenklop van mij, een akte van liefde is; dat de laatste adem een akte van zeer vurige en zeer pure liefde voor moge U zijn.

    18-06-2017 om 21:12 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chemtrails

    chemtrails in de lucht

    vliegtuigen die de chemische stoffen in de lucht sproeien

    Chemtrails

    Het algemene idee is dat er sprake is van het moedwillig verspreiden van bepaalde

     chemische stoffen in de atmosfeer vanuit straalvliegtuigen, waarbij de

     condensstrepen deze stoffen kunnen camoufleren. Chemicalien die worden

     genoemd zijn onder andere barium, aluminiumzouten, polymeervezels of thorium.

    Wat ook als reden wordt gegeven is het weerkaatsen van zonlicht zodat de CO2

     wordt beperkt.

    …Ook de gerenommeerde wetenschapper dr. Rosalie Bertell, winnaar van de  alternatieve Nobelprijs en voormalig adviseur van de Amerikaanse Nucleaire Regelgeving Commissie, bevestigde in haar boek ‘Oorlogswapen Planeet Aarde’ het bestaan van chemtrails, en uitte hier forse kritiek op omdat deze volgens haar worden gebruikt als biologische en chemische wapens tegen de mensheid, met als doel de omvang van de wereldbevolking sterk terug te dringen…

    Uit: Xandernieuws.punt.nl

    18-06-2017 om 01:50 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 4

    4 Satan beschrijft hoe hij de Antichrist zal zenden

    De oude man met de witte baard was alleen gaan zitten, maar ineens hoorde hij geweeklaag dat kwam van degenen die hij had verleid met zijn valse leerstellingen. Zijn gezicht werd somber, de rimpels tussen zijn ogen werden dieper en men kon hem diep zien nadenken over zijn zware misdaden die hij leek te herinneren uit zijn verleden. Nu, als hij in wanhoop zich al degenen voor de geest haalde die hij had weggelokt van de waarheid, goedheid en de liefde van God, was zijn lijden onbeschrijflijk. Satan richtte zijn blik op hem en de oude man keek naar hem met moed en onbezonnenheid. Hij keek recht naar Satan en ging naar zijn troon en sprak Satan aan: “Is dit werkelijk hoe je bestaat?” en Satan antwoordde: “Ja”, met een ironische grijnslach. De oude man vervolgde: “Waarom bevind je je altijd van eeuw tot eeuw in deze eeuwige vlammen en ben je op verwaande wijze vijandig tegen het hele universum en kwel je op wreedaardige wijze degenen die je hebben gediend met duivelse boosaardigheid?” Iedereen werd stil, niet wetend wat te verwachten. De oude man vervolgde: “Waarom toon je geen berouw en doe je niet het juiste. Waarom stop je niet met je boosaardigheid en word je niet terug goed?”

    Zijn sombere blik afwendend antwoordde Satan: “Omdat ik vervloekt ben.” Gedurende een korte pauze, terwijl Satan mijmerde, vervolgde de oude man: “Nu geloof ik niet alleen in je bestaan, maar ook dat je vervloekt bent. Voor jou zijn alle sterren verduisterd, is er geen zon in de lucht. Je hebt de aarde te schande gemaakt door de inwoners te verleiden tot zonde. Wat wil je doen in de toekomst? Blijven vernietigen of iets beter en meer respectabel creëren?”

    Satans gezicht klaarde op met intense haat en hij mompelde met een dreigende stem: “Ik zal de Antichrist naar de aarde sturen, en voor eeuwig zal ik tegen Hem vechten die mij vervloekte!” “De Antichrist?” vroeg de oude man verbaasd.

    “Ja, de Antichrist” antwoordde Satan, die straalde van haat als hij vervolgde: “Er zal een tijd komen op een bepaalde plaats die ik reeds heb aangeduid. Er zal een hoer komen die een dochter zal baren die meer pervers is dan zij, die op haar beurt een andere hoer zal baren en zo voort voor verschillende opeenvolgende generaties. In de laatste generatie zal er een vrouw geboren worden die zo pervers is dat ze het onsterfelijke benadert. Van deze zal hij voortkomen die de verdoemenis zal zijn van het hele menselijk ras. Hij zal de Antichrist zijn. Niemand zal zijn vader kennen omdat hij zal verwekt worden in een bovennatuurlijk dronken zijn. Op zijn geboorte zal ik bij hem zijn. Zijn moeder zal vele ongewone en onbegrijpelijke tekenen gedurende haar zwangerschap bemerken maar ik zal haar tot zwijgen brengen. Hij zal een man zijn van buitengewone intelligentie en van cultuur. Wanneer hij volwassen is zal hij een bevel ontvangen en hij zal aangemoedigd worden door mensen van zijn keuze. Ik zal hem immense rijkdom schenken en daardoor zal hij groot en machtig zijn. Gedurende een grote oorlog waarbij elke natie in de wereld zal betrokken zijn, zal de Antichrist een eenvoudige officier zijn. Maar door zijn moed en dapperheid zal hij in een korte tijd een briljante carrière uitbouwen en de hoogste positie bereiken. Hij zal van overwinning naar overwinning gaan en hij zal mateloos populair worden en hij zal de sympathie en het vertrouwen van de hele wereld winnen. Geen wapens zullen hem ooit treffen. Alles, schepen, vliegtuigen, legers enz. zullen overwinnen onder zijn orders. Ik zal hem de macht geven over het water, het vuur en alle natuurelementen. Hij zal de machten van al degenen die tegen hem zijn vernietigen en hen onderwerpen.”

    “Hij zal monarchen, dictators en presidenten onttronen en wie tegen hem is zal hij onderwerpen. Hij zal regeren over de wereld als de oppermachtige heer. (H. Johannes 5:43: “Maar Ik kwam in Mijn Vaders naam en niemand ontving Mij, maar als een ander komt in zijn eigen naam zullen jullie hem ontvangen.”) Ik zal hem de macht geven om mirakels te bewerken op een zodanige manier dat iedereen gelooft dat hij Christus zelf is. (2 Tess. 2:9-10: “Hij zal komen, en wanneer hij komt, met al Satan’s invloed om hem te helpen; zal er geen gebrek aan macht zijn, of aan valse tekenen en wonderen en zijn boosaardigheid zal de zielen bedriegen die verdoemd zijn. Ze zullen gestraft worden om niet in de waarheid te geloven die hen zou gered hebben. Daarom laat God toe dat er onder hen een bedrieglijke invloed heerst, zodat ze leugens geloven. Hij zal in het oordeel al degenen eruit gooien die de waarheid niet hebben geloofd, en hun plezier hadden in het slechte te doen.”) Hoewel ze zijn werken niet kunnen begrijpen, zal niemand hem durven bekritiseren, en zo zal ik door zijn daden het hele menselijk ras in verwarring brengen door nieuwe concepten en nieuwe filosofieën te introduceren die het Ware Geloof zullen tegenspreken. We zullen al de wetten van moraliteit vernietigen en tezamen met spot, heiligschennis en godslastering zullen we extreme veranderingen in nieuwe en vooruitstrevende ideeën teweeg brengen. Dat zal ervoor zorgen dat mannen en vrouwen zullen verlangen naar de meest geraffineerde verdorvenheid. We zullen ons verrijken in allerlei goddeloosheid.”

    “Gedurende de heerschappij van de Antichrist zullen mijn trouwe dienaren zelfs niet denken dat al dit veroorzaakt is door demonen, die de mensheid in verleiding zullen brengen om hun persoonlijkheid te verliezen en niet langer controle te hebben over hun eigen instincten. Om die reden zal goddeloosheid heersen en zullen we zeer hard moeten werken in deze periode, omdat elke aanroeping in gebed die aan Jezus Christus gericht is een ziel zal redden. Maar onze demonen zullen met veel meer inspanning aanvallen en met een ruime voorsprong en we zullen een meedogenloos leven creëren en we zullen alle mensen controleren en hen aanzetten om alles te vernietigen, vooral de tempels en de kerken. We zullen alle lichten ter ere van de Almachtige uitdoven.”

    “Wat heb ik een afkeer van degenen die bidden in kerken en ik ben afkerig van Missen en liturgische gezangen. Gedurende mijn heerschappij als Antichrist zal er enkel goddeloosheid en lijden zijn, zoals de wereld nog nooit sedert zijn bestaan heeft gezien. Dan zullen de mensen in wanhoop om niet te lijden, niet in waanzin te vervallen en geen vruchteloze hoop te koesteren, God de schuld geven van alle gebeurtenissen. Dit zal het hoogtepunt zijn van al mijn wensen. Dit zal mijn heerschappij zijn van eeuwige haat en goddeloosheid.” Zo bulderde Satan in zijn razernij.

    De oude man fronste zijn voorhoofd als zijn ogen met een vreemd licht schenen. “Nooit, nooit zal je het begrijpen!” zei hij tot Satan met een impulsieve onstuimigheid, “Nooit zal het kwade triomferen over het Licht. Boosaardigheid zal het nooit winnen tegenover goedheid. Ik was dwaas gedurende mijn leven maar nu geloof ik met heel mijn hart en ziel dat Jezus Christus zal overwinnen en je zal verpletteren. Jij die de heerser bent van deze duistere regionen.”

    Satan hoorde deze woorden, stond op en riep woedend: “Voor jouw onbezonnenheid, onverschrokkenheid en beledigende woorden in mijn bijzijn en koninkrijk zal je de meest afschuwelijke martelingen moeten ondergaan die ooit in de Hel waren. Maar weet dan mijn wetten, de duivelse wetten net hetzelfde zijn als de wetten van God. Wat ik heb verteld zal gebeuren net zoals ik heb voorspeld.” Dan zei hij met een overweldigend gebaar naar de grote hal, “Kijk hoeveel zondaar er nu bijeen zijn. Na de komst van de Antichrist zal het aantal vermenigvuldigd worden, er zullen er miljoenen zijn. Ik heb reeds nieuwe martelingen uitgevonden die gepast zijn voor elke zondaar.”

    Op dit moment verscheen een duistere figuur bij de oude man. Satan ging zitten. “Ik zal je niet fysiek martelen op dit moment, maar ik zal je terug naar de aarde sturen met een metgezel die je naar al de bijeenkomsten brengt. Je zult luisteren naar hun heiligschennende godslasteringen en hun dwalingen waar je zelf bent ingetrapt en je hebt pas nu berouw. Je zult proberen ze om te praten en hen te overtuigen van de dwalingen die je onder hen hebt verspreid . Doe je uiterste best doen om hen op het rechte pad te krijgen, maar ze zullen niet naar je luisteren. Je zult geen resultaten boeken. Dit zal je grootste berouw zijn. Je zult er voor een lange periode heen gaan en wanneer je volledig gefaald hebt, zal ik je naar een planeet sturen die bedekt is met een eeuwige zee, met in het midden een hoge rots is. Onder die rots zal je de zondaars zien, mijn trouwe dienaars, jouw ingewijden. Daar zal je hen voortdurend zien de Hel overspoelen, dank zij je dwalingen. Ga!” Hij strekte zijn hand majestatisch uit.

    De oude man die vergezeld was door zijn duistere schaduw keerde zich naar de uitgang met waardige en trage stappen en al de ogen waren op hem gericht in deze duivelse zaal. Hij was nauwelijks vertrokken toen een kleine en levendige demon op de troon van Satan klauterde en iets in zijn oor fluisterde. Dan zei Satan: “Ga maar verder.” Onmiddellijk tuimelde de demon in het zand van de arena en ging naar de groep zondaars die zich voor de troon bevonden en hij riep de andere demonen die de zondaars in het midden van de arena duwden met geroep en geschreeuw. Dan schoten ontelbare vlammen omhoog uit de aarde. Duizenden gekleurde heldere bollen vlogen in de lucht. Het was allemaal zo helder verlicht en mooi om te zien. De rest van de toeschouwers, zondaars en demonen, lieten een oorverdovend geroep horen en schel gefluit als een balletgroep van duizenden ballerina’s de arena binnen gingen. Allen waren hetzelfde gekleed in tutu’s, hun rug naakt en versierd met kransen van doornen, die hen ondraaglijke pijn bezorgde bij elke beweging.

    Droevig omringden ze Satan’s troon en voerden een plechtige en oude dans uit, die zeer nauwkeurig werd uitgevoerd. Het was onmogelijk om de betekenis van deze gecompliceerde passen te begrijpen. Op aarde waren ze ballerina’s die enkel leefden voor de pleziertjes van het leven. Ze vergaten dat er een geestelijk en eeuwig leven is waar elkeen verantwoordelijk wordt gesteld voor zijn zonden. Toen kwamen honderden ballerinas van een hogere klasse, dit waren de allerbeste ballerina’s die de wereld had voortgebracht. Ze waren in de Hel omdat ze meer van de vrijheid hadden geprofiteerd en ze waren van alle naties. Ze hadden zo’n droevige blikken die je zag in hun ogen en de plooien rond hun mond, die een diepe bitterheid verborgen. Dat onthulde meer dan woorden hoeveel ze leden. Ze hadden echter hun kunst niet vergeten. Ze dansten en zweefden lichtjes en gracieus zoals hemelse verschijningen. Ze raakten amper de vloer. Er was een duivels kabaal. Sommigen herinnerden zich hun vroeger succes met hun hoofden omhoog en met trots, anderen weenden daarentegen als ze dachten aan de goede tijden die voorgoed waren vervlogen. Van tijd tot tijd vormden ze prachtige figuren voor de troon van hun duistere heerser die toekeek met een boosaardige grijns zonder enige vreugde te tonen. Zijn demonen toonden dezelfde houding. De zondaars keken uitgeput naar wat ze zagen. Sommige zwakkere ballerina’s vielen uitgeput temidden van de dans en meedogenloze demonen sloegen in hun ontsierde gezichten. Ze knielden smekend om medelijden, maar het was tevergeefs. Satan had geen medelijden met hen en bleef dreigend kijken en grijnslachen, toen zijn demonen hen uit zijn zicht verdreef. Ze weenden en hinkten weg. Satan riep luid: “Er is geen vreugde, ik voel me somber!” Toen stond hij recht en sloeg met zijn enorme vleugels. Hij keek dreigend rond hem met onheilspellende razernij. Hij fronste zijn gezicht. Daarna kwamen insecten zoemend binnen om hem verstrooiing te brengen en hem te vermaken. Daarna werden ze vervangen door een mooi koor maar Satan was verzonken in sombere gedachten en lette niet op het gezang. Hij staarde in de verte. Dan stond het koor recht, hopend op applaus door de verschrikkelijke Satan, maar in de plaats doorboorden vurige pijlen hun borst. Toen kwamen er meer ballerina’s, tovenaars, clowns en acrobaten. Ze gaven hun beste komische en verbazingwekkende optredens. Eén kleine clown met rood kroeshaar trok mijn aandacht. Hij voerde een ingewikkelde act op en tuimelde neer met zijn verwrongen gezicht. Dat veroorzaakte gelach, maar ik kon zijn tragisch innerlijk lijden zien en ik voelde medelijden met hem, hij werd naar buiten geleid samen met de rest door een grijze demon.

    Er was geen vreugde, enkel schrik heerste er met het zingen en dansen. Temidden van gesnik en geweeklaag was alles zo gewelddadig en angstaanjagend. Dit hele vreemde spektakel was gemengd met verschrikkelijk lijden. Plotseling verschenen vreemde doorzichtige schepsels met lichtgevende groene ogen. Ze beten hier en daar de zondaars en zorgden ervoor dat ze ondraaglijke pijn leden. De zaal was vervuld van hun geroep en lijden, maar het was niet voldoende voor Satan. Satan wilde meer. Met een koninklijk gebaar van zijn hand beval hij de demonen met de vlammen van zijn ogen en onmiddellijk sprongen ze temidden van de zondaars en sloegen hen, mannen en vrouwen gelijk. Ze moesten een frivole gekke dans doen. Alles was zo in licht gebaad dat het de ogen verblindde. De vurige bollen kwamen neer op de menigte gekke dansers. Het was zoals rood heet metaal dat op hun lichamen viel. Uit de aarde kwamen vlammen omhoog die de zondaars omhulden, zoals slangen die rond hun lichamen kronkelen. Ik werd verdoofd door het lawaai, en dan kwam uit een onzichtbare scheur in de grote zaal zwavelwolken van rook die een dikke mist veroorzaakten. De lichten gingen uit en ik hoorde een geritsel die me deed rillen. Het was Satan die zijn gigantische vleugels had gespreid. Hij vloog over de hoofden van alle zondaars en demonen in de groene dikke mist. Hij vloog hoog terwijl hij triomfantelijk lachte en iets mompelde. Ik kon echter niet horen wat hij aan het zeggen was.

    Uiteindelijk trok de dikke mist op en ik kon duidelijk zien wat er gebeurde. De zondaars die opgehitst waren door extreme martelingen keerden zich tegen de demonen en er volgde een verschrikkelijk gevecht. Maar de meedogenloze demonen wonnen en de zondaars werden opnieuw geketend en gebonden, terwijl de demonen verheugd waren en meedogenloos wraak namen op hun gevangenen.

    Dit is hoe Satan zijn jaarlijks feest viert. Mijn zicht was weg en ik hoorde een verschrikkelijk gerommel in mijn hoofd, dan blies een wervelwind mij uit de grot. Het was een onbekende kracht.

    5 Hoe ziet het Vagevuur eruit?

    Ik weet niet hoe het gebeurd is, maar ik bevond mij temidden van een vlakte, zonder bomen, maar hier en daar waren sommige vreemd uitziende struiken en stenen die verschillend in grootte waren en overal verspreid lagen. De lucht was betrokken net zoals de omgeving. Er waren geen heuvels en geen rivieren, zo ver ik kon zien. Er waren geen vogels, dieren of insecten. Er waren talrijke mensen aanwezig. Sommige slenterden, sommigen zaten neer. Ze keken allen apathisch met een diepe nostalgie voor een langzame dood. Elk van hen had een geheim verlangen. Ik herkende in al deze mensen een bijzondere moed en verschillende melancholie. Ze zuchtten voor iets onbereikbaars. Deze nostalgie was voor God. Er hing een doodse stilte over hen. De atmosfeer was zeer heet, maar je kon er beter ademen dan in de Hel. Van tijd tot tijd kwam er een windvlaag van frisse lucht over hen.

    Plotseling zag ik een flauw licht boven en het werd mij duidelijk dat dit licht van God kwam. Het verlichtte iedereen, zelfs degenen die het verst verwijderd waren. O wat een oneindige vreugde en liefde dat op elk gezicht van de lijdenden en verdrukten te zien was. Ze stonden allemaal recht toen ze het licht overwogen met grote hoop. Ik begreep dat deze lichtstraal de gebeden waren die geofferd werden voor de overleden zielen. Deze gezegende lichtstraal duurde niet lang. Maar zelfs dat korte moment waren de arme lijdende zielen vervuld van hoop. Toen werd alles terug donker. De arme zielen bogen hun hoofd en rond hen waren er vreemde vuurtongen die uit de grond kwamen.

    Ik keek rond en toen verscheen mijn metgezel naast me. Hij was sereen, vriendelijk en minzaam, zoals ik hem gewoonlijk zie. Impulsief viel ik op mijn knieën, bevend van onverklaarbare vreugde en ik riep: “Als je maar eens wist hoeveel angst dat ik verdragen heb zonder jou!” En hij zei: “Ja, ik weet alles, maar praat nu niet, wees stil en heb vertrouwen in mij, je beschermer. Ik ben de hele tijd bij je geweest. Onthoud alles wat je hebt gezien. Het moet nog gebeuren. Het is soms noodzakelijk dat je alleen bent, zodat alles meer indruk op je maakt.

    “We zijn nu ver van de Hel en de verschrikkelijke spektakels zullen je niet meer bang maken.” “En nu,” antwoordde ik, “Mag ik God prijzen?” “Ja, je mag,” antwoordde hij. “O wat een angst voelde ik toen ik in de Hel was. Hoe kan ik niet willen geloven wat ik werkelijk zag?” Hij zei: “Wat je zag is een verschrikkelijke realiteit.”

    Toen verscheen er een Heilige die ik op het Laatste Oordeel heb gezien. Hij droeg een mijter die met diamanten was bezet. Hij was anders gekleed en zijn gezicht straalde van goedheid en genade. Hij boog naar een vrouw die door droevige gedachten was gekweld, en met een liefdevolle stem zei hij: “Houd moed, mijn kind, ik ben gekomen om je te helpen. Hoorde je het gebed niet gedurende de lichtstraal die over je kwam? Het was aan mij gericht ten gunste van jou en je weet wie er bad voor jou. Als gevolg daarvan heeft de Heer me toegestaan je te bevrijden. Kom en volg me naar je prachtige verblijfplaats in het Paradijs. “De ogen van de zondares werden vervuld van dankbaarheid en met een laatste traan op haar wangen knielde ze voor hem en zegende zichzelf met het Kruisteken en zei: “Hoe barmhartig is Gods goedheid om mij te vergeven, een miserabele zondares” en de Heilige zegende haar en zei: “Gods barmhartigheid is oneindig.” Hij begon op te stijgen en de vergeven zondares steeg op met hem, zoals een kleine wolk die verdwijnt na de regen. Toen zag ik een gouden straal van gebeden en een man die knielde met zijn oor tegen de grond omdat hij hoorde dat zijn vrienden voor hem aan het bidden waren.

    Daarna werden we naar de andere hemisfeer van de planeet gevoerd en we zagen een doorzichtige zee van vuur. Dit vuur was zo vreemd dat het niet kon vergeleken worden met enig vuur dat we op aarde kennen. Het maakt een diepe indruk op mij. Ik zag hele rijen van boze geesten in de lucht vliegen met de zielen van zondaars die rechtopstaand aan hun klauwen hingen. Sommige vielen uit hun greep op de grond, niet wetend waarom. De demonen keerden weer om naar hen te zoeken. Maar ze vonden ze niet en gingen dan weg om andere slachtoffers te zoeken. Ik vroeg mijn metgezel wat dit betekende, en hij antwoordde: “Sommige van deze zielen die achtergelaten werden op de oppervlakte van deze planeet zijn degenen die niet boosaardig genoeg zijn voor de Hel en niet goed genoeg voor de Hemel. De demonen komen hier onmiddellijk van de aarde op hun weg naar de Hel. Ze dragen de zielen van de zondaars, en ze zijn nog niet dood en sommigen ontsnappen aan de Hel en worden achtergelaten op deze planeet.” Ik was verbaasd dat deze zielen niet beseften dat de boze geesten over hun planeet vlogen. Ze konden ze zelfs niet zien. Ik hoorde geen hartverscheurend geweeklaag of geschreeuw. Ze leden zelfs niet veel van het vuur. Men kon enkel gezucht, verlangen en verdriet horen over hun voorbije zonden in de hoop op Gods barmhartigheid.

    We bleven over de mysterieuze planeet vliegen, waarvan de ene helft gehuld was in een doorzichtig vuur, en de andere helft gedomineerd was door verdriet. De grijze en dorre woestijn zorgde ervoor dat geen sterveling hier zou willen zijn. Toen middenin een sereen en plechtig gezang, zag ik de Heilige Maagd Maria komen, zo zuiver en helder, met een glimlach van hemelse schoonheid, omringd door de Aartsengelen die lichte kostbare sluiers droegen, wiens schitterend licht al de zielen zuiverden. Een zondaar die werd bevrijd door Haar voorspraak verscheen voor Haar en Ze zei tot hem: “Je ziel is gezuiverd door de tranen van je moeder. Ik ben voor jou gekomen om je naar het paradijs te leiden, waar God heerst in al Zijn Majesteit.”

    Mijn ziel begon te vibreren met kracht als ik Haar naderde. Ik viel op mijn knieën, en alle vrees en verdriet vergetend, zei ik: “O Heilige Moeder, neem me met je mee.” Ik mompelde in extase. Ze stemde toe, en ik begreep al Haar woorden als Ze tot mij sprak: “Wees kalm en slaap. Je zult wakker worden in de heerschappij van eeuwige glorie.” Ik sliep aan Haar voeten, en ik droomde dat de engelen mijn ziel droegen van deze droevige plaats naar de Hemel met gezangen en hymnen, naar het Hemelse Koninkrijk, waar de Heer glorierijk en eeuwig heerst.

    Deel 5 : Het prachtige Paradijs

    Matt. 23:13: “Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeërs, jullie hypocrieten die de deur van het koninkrijk van de Hemel in het gezicht van de mensen dichtdoen. Jullie zullen zelf niet binnengaan, maar jullie versperren de ingang voor de anderen die dit wel willen.”

    Opmerkingen van de auteur: Vele mensen zeggen dat na de dood er niets is. Geen geest, lichaam of zintuigen. Als het zo is, dan is er duisternis in ons midden. Maar ik vond niets in de Heilige Bijbel, daarom roep ik: “Weg met dwalingen.” Ik opende het Nieuwe Testament en voor mij stond in Lucas 20:34-36: “Jezus sprak tot hen: 'De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk gegeven, maar die waardig zijn gekeurd deel te krijgen aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven. Zij kunnen immers niet meer sterven, omdat zij gelijk engelen zijn.” En de engelen hebben zoals we ze kennen lichamen en gezichten en werden door mensen gezien en hebben gehoord dat ze spreken. Ik verwijs naar het Nieuwe Testament: H. Lucas 1:11-19 dat zegt: Er verscheen hem een engel des Heren, staande aan de rechterkant van het wierookaltaar. Toen Zacharias hem zag, ontstelde hij en werd door vrees bevangen. Maar de engel sprak tot hem: 'Vrees niet Zacharias, want uw bede is verhoord; uw vrouw Elisabeth zal u een zoon schenken, die gij Johannes moet noemen. Ge zult verheugd zijn en het uitjubelen en vele mensen zullen zich over zijn geboorte verblijden. Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer; wijn of sterke drank zal hij niet drinken, en nog in de schoot van zijn moeder zal hij meet de heilige Geest vervuld worden. Vele zonen van Israël zal hij terugbrengen tot de Heer, hun God. Hij zal voor Hem uitgaan met de geest en de kracht van Elia om de gezindheid van de vaderen te doen terugkeren in de kinderen en de ongehoorzamen te brengen tot de gesteltenis van de rechtvaardigen en zo voor de Heer een welbereid volk te vormen.' Maar Zacharias zei tot de engel: 'Hoe kan ik dat weten? Ik ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren.' De engel antwoordde hem: 'Ik ben Gabriël die voor Gods aangezicht staat, en ik ben gezonden om tot u te spreken en u deze blijde boodschap aan te kondigen. In hetzelfde hoofdstuk (v. 28) Een engel kwam en zei: “Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u! Gezegend zijt gij onder alle vrouwen.” En dezelfde engel Gabriel kondigde de geboorte van Jezus aan terwijl de herders hun schapen bewaakten. H. Lucas 2:9-12: Plotseling stond een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: 'Vreest niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.' 

    In Matt. 28:2-7: Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer. Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw. De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het leven scheen uit hen geweken. De engel sprak de vrouwen aan en zei: “Gij behoeft niet bevreesd te zijn; ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is niet hier. Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft; komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft. Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Dat had ik u te zeggen.”

    De vorm en de gestalte van Engelen zijn gekend. Ook de vorm en gestalte van mensen die zijn gestorven en in de eeuwigheid zijn kunnen door twee apostelen bevestigd worden. Mozes en Elia die met Jezus Christus zijn verschenen op de Berg Tabor en die spraken met Hem van Zijn naderende dood in Jeruzalem. (Lucas 9:31) Daarom vragen mensen die beweren dat er na de dood geen leven is, wat is de ziel? Na de dood is er niets—waar is het Paradijs? Het is op deze aarde zeggen ze.

    “In het Koninkrijk van Mijn Vader is er ruimte voor velen” (Johannes 14:2). En tot de dief die berouw toonde en gekruisigd was met Hem zei Hij: “Voorwaar Ik zeg u, deze dag nog zal je met Mij in het Paradijs zijn.” (Lucas 23:43) In de bergrede zei Hij: “Gezegend zijn de armen van geest want het Koninkrijk van de Hemel is van hen.” (Matt. 5:3) Opnieuw sprak OLHeer. Hij had het over de ziel en zei: “Wat voor nut heeft het voor een mens de hele wereld te winnen als dit ten koste gaat van het eigen leven?”. En in de brieven van de H. Paulus aan de Korintiers 5:35-36, ook 15:47-49. En zo lieve lezers, twijfelen jullie nog altijd nadat jullie al deze getuigenissen gehoord hebben in de Heilige Schrift dat de ziel niet bestaat?

    18-06-2017 om 00:29 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 3

    Deel 3 : Tussen de sterren

    Na het Laatste Oordeel, wanneer Christus naar de Hemel opsteeg, werden de overblijvende boosaardige zondaars naar de Hel gedreven door de afschuwelijke geesten. De aarde was verwoest. We keken rond en waar eerst ze getooid was in een mooie natuur was ze nu een complete ruïne. Geen geluid, geen gezang van vogels, of geen lawaai van iets mechanisch weerklonk. Het lawaai van industrie, treinen, autos en vliegtuigen was gestopt. Nergens was er enig leven, juist een diepe stilte. We gingen een kasteel binnen dat een ruïne geworden was. Het was een prachtig kasteel geweest en nu waren enkel gebroken beelden en zuilen te zien, juwelen en geld waren verspreid. Mijn metgezel zei: “Boven, zijn geen van deze zaken noodzakelijk behalve de schoonheid van de ziel!” Toen zag ik miljoenen menselijke wezens, dieren en vogels, allen dood, opgestapeld de een op de ander, allen in staat van ontbinding en er was een enorme stank. We konden er niet langer blijven; toen stegen we op en verlieten de aarde.

    Op dat moment werd ik wakker. Ik had nog altijd de magnifieke visioenen van een tijdje geleden. Mijn metgezel was sereen en kalm. “Herinner je je waarover je juist gedroomd hebt?” “Ja” antwoordde ik, met een diepe innerlijke emotie. “Dan zal ik je de wonderen van de ruimte tonen.”

    Het was een stralende dag. We stegen langzaam op tot de aarde verdween in een donkere vlek. Plotseling nam een bovenmenselijke kracht ons op en draaiden we zo vlug rond dat ik draaierig werd. Ik trilde en in een kort moment bevonden we ons tussen de melkweg van sterren. “O Heer,” mompelde ik, “wat een snelle vlucht.” En mijn metgezel antwoordde: “Het zal zoals nu zijn als we van tijd tot tijd van de ene planeet naar de andere reizen.”

    De schittering van de zon verflauwde en alles rond ons had een vreemde straling die ons in staat stelde om alles te onderscheiden. Zo observeerden we alle sterren, maar niet met mensenogen, maar eerder met een geestelijk inzicht. Ik zag dat in plaats van willekeurig verspreid te zijn, de sterren zich netjes in groepen bevonden in de ruimte. Ik bemerkte ook een vurige damp rond sommige sterren die een immense hitte veroorzaakten. Sommige van de sterren hadden welbepaalde bewegingen, terwijl anderen onbeweeglijk bleven en klaar.

    Terwijl we langs deze grote prachtige planeten vlogen, zei mijn metgezel: “Zie, het hele universum! Zonder de almachtige geest van God zou niets van dit alles bestaan, noch wat we kunnen inbeelden. En de mens zal na zijn sterfelijk bestaan en zijn verblijf in de Hemel in staat zijn om de planeten te bezoeken op vreugdevolle feestdagen.” In de verte was er een zilveren bol, maar toen we de bol naderden werd de atmosfeer zeer koud. Woest en verlaten was zijn oppervlak en er groeide niets, het leek dood sinds mensenheugenis. De zeeën, de rivieren en meren, alles was bevroren met het hoogste waren piramiden van ijs.

    We rustten uit op een hoge bergtop en ik vroeg: “Smelten de sneeuw en het ijs hier?” “Nooit”, antwoordde hij, “het is de Wil van God dat alles hier eeuwig ijs is.” Rondom ons was alles desolaat. De schittering deed pijn aan mijn ogen in de droevige en stille tragedie zonder naam.

    Advies van de auteur: Sommige mensen zeggen: “Als God werkelijk barmhartig is zal Hij geen zielen van mensen martelen in de Hel voor alle eeuwigheid. Dikwijls hebben jullie, lieve lezers, deze woorden gezegd of gedacht, vergetend dat God Zelf neergedaald is vanuit de Hemel om zielen te redden van dit onheil. Hij kwam om ons de weg te tonen naar de glorierijke heerschappij van Zijn Koninkrijk met het Teken van het Kruis om Satan in verwarring te brengen. We moeten ons verder afvragen: “Waarom laat God het bestaan van Satan toe en waarom heeft Hij hem geschapen?”

    Men mag niet vergeten dat Satan werd geschapen als een zuivere Engel, die pas later zich afscheidde van God op zijn eigen initiatief. Als zuivere geest is hij onsterfelijk. Zo was ook de mens, toen hij geboren was zuiver en zonder zonde. Toen hij opgroeide verwijderde hij zich verder van Gods geboden en weigerde om Zijn wil te doen. Uit vrije wil werd hij goddeloos en rebels. Zo’n wezen moet onvermijdelijk na zijn dood gestraft worden. Het staat geschreven in Matt. 25:41 “Hij zal dan zeggen aan degenen die zich aan Zijn linkerhand bevinden, op hun beurt, ga weg van Mij, jullie die verdoemd zijn tot het eeuwig vuur dat geschapen was voor de duivel en zijn engelen.”

    Ondanks deze geïnspireerde woorden van het Evangelie, geloven de goddelozen niet in het bestaan van de Hel, in tegenstelling tot de leerstellingen van Jezus Christus, die aan de mens werden gegeven om de mensen te beschermen tegen het lijden van de Hel. Volgens sommige sceptici is dit martelaarschap niet eeuwig. Maar we herinneren ons het Evangelie volgens de Hebr. 1:8: “En wat over de Zoon? Uw troon, O Heer, is standvastig voor eeuwig en altijd. De scepter van Uw koningschap is een staf die waarlijk regeert.” En opnieuw in het Boek Openbaring 20:10 ‘Waar zullen het beest en de valse profeet gekweld worden dag en nacht in de eeuwigheid.’

    Deel 4 : De Hel

    De Hel is afschuwelijk! De scheiding van God is angstaanjagend en deze scheiding is een bewust en fysiek lijden. “De worm dat hen daar opeet zal nooit doodgaan, het vuur wordt nooit gedoofd.” (Marc. 9:48) En in het Evangelie van de H. Matteus kan men lezen: “Terwijl de eigen zonen van dat koninkrijk in de duisternis worden geworpen, waar er geween en tandengeknars zal zijn.” Van de H. Lucas 16:26: “Er is een wijde kloof tussen ons en u, zodat er geen mogelijkheid bestaat, zelfs als men het zou willen, van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen.” De H. Lucas 16:19-23: “Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feestvierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag.

    Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken. Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis. In de onderwereld ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens schoot.” Nergens in het Evangelie is er vermeld dat na de verrijzenis van Christus, een bepaalde transformatie plaatsvond in de Hel.

    1 Hoe demonen zondaars in de Hel kwellen

    Toen verlieten we de koude en bevroren planeet en waren we getransporteerd in de ruimte naar een andere schitterende planeet die een onbekend fenomeen voortbracht. Ik begreep niet waarom, maar ik was in de war. Als we naderbij kwamen, verblindde de schittering mijn ogen. Ik voelde het warmer en warmer worden tot het bijna ondraaglijk heet werd. Uiteindelijk kwamen we aan en stonden we op de top van een berg. Het had een brede en uitgestrekte horizon. We konden vulkanen zien die vuur spuwden in grote hoeveelheden. Zwarte rook en vuur kwamen uit de scheuren en een rode hete en witgloeiende lava kwam eruit. Van het midden van de aarde vloeide lichtgevend vloeibaar metaal naar beneden langs de zijden tot in de onderste valleien. We waren omringd door duisternis. Voor enige uren was er een schotelvormig hemels lichaam zichtbaar bedekt met een dikke sluier die een flauw licht gaf. Op een korte periode volgde een lange nacht.

    Men kon hier en daar kleine verlichte jets zien met buitengewone snelheid, en dan plotseling zien verdwijnen. Ik voelde mij zeer somber en teleurgesteld. Ik kon geen vegetatie zien behalve hier en daar droge struiken zonder bladeren, (ze hadden een vreemde vorm) in de kloven en valleien. Aan de andere kan zag ik modderige stromen die traag vloeiden. Vanuit elke ooghoek was alles donker en desolaat, het leek op een woestijn. Dan stak mijn metgezel zijn arm uit om naar een diepere ravijn te wijzen en hij zei: “Kijk,” Ik richtte mijn blik naar waar hij wees en ik zag gestalten die vlug bewogen in het midden van een bijna ondoordringbare duisternis. We daalden neer tot bij de ravijn tot we een rotsachtig punt bereikten.

    “Al deze mensen zijn zondaars,” zei mijn metgezel. “Nu moet je je tussen hen begeven, zonder mij. Als er iets zou gebeuren met je, zelfs al ben je bang, bid niet, want dan zal je ernstig gestraft worden. Wees wijs en aanroep Gods naam niet, omdat in deze streek je gebeden niet worden gehoord.” “Waarom, waarom nooit?” zei ik. “Ik begrijp niet hoe gebeden een hindernis kunnen zijn.” Mijn metgezel antwoordde: “De hindernis bestaat in de genade van God die niet in zondaars binnendringt, mensen op aarde kunnen bijvoorbeeld niet praten met anderen vanop afstand zonder de hulp van een telefoon of radio. Zo is het ook met gebed. Zonder de genade van de Heilige Geest kan gebed God niet bereiken.” Toen verdween hij ineens.

    Ik ging naar beneden om alles van dichtbij te gaan bekijken. De zondaars waren wild aan het dansen. Ze dansten wanhopig alsof ze niet konden stoppen. Demonen dreven de mannen, vrouwen en ouderen bijeen om nog meer te dansen. Toen dreven ze hen naar een open plaats. Degenen die moe waren werden geslagen en in een zeer modderige poel geworpen. Ik verliet deze scène en ging nog meer naar beneden tot op een vlakte. Daar zag ik een uitgestrekte en hete woestijn en ook het verschrikkelijk dansen van de arme zondaars, die geen moment stopten, terwijl ze tranen huilden. Toen ik dichterbij was bemerkte ik boze geesten die dansten onder hen, spottend en zonder ophouden wild schreeuwden.

    Ze dwongen de arme zielen te dansen en ze riepen “Wees blij, blijer.” Hoe verschrikkelijk boosaardig en machtig waren deze boze geesten! De arme zondaars waren hopeloos. Ze waren vastgebonden aan elkaar met doornen en werden geslagen, gestampt, en er werden stenen naar hen gegooid en dan werden ze in de brandende lava geduwd. Ze moesten hun mond openen tot op het punt dat ze scheurden en er werd brandende lava ingegoten. Ze waren verblind met grind dat in hun gezicht werd gegooid en ze werden geslagen om hen sneller te doen gaan op stenen die scherp waren als scheermesjes, en andere gruwelen die te verschrikkelijk zijn om te beschrijven.

    Deze boosaardige geesten sprongen op hun rug en trokken aan hun vuil samengeklit haar dat voor geen eeuwen was gewassen. Als iemand probeerde om zich los te maken van de demon die hij droeg, was die door een andere vervangen, die erger was dan de eerste. O, wat een ondraaglijk lijden! Soms toonden deze afschuwelijke demonen hen hun ouders en geliefden, die ook in de Hel waren, en ze toonden hen hun wandaden op aarde waarvoor ze leden, en op zo’n manier dat ze nog meer leden.

    Ik verliet deze vreselijke scène temidden van sarcastisch gejoel van de demonen in deze hete woestijn, om verder op zoek te gaan. Ik kwam in een vallei vol stenen, waar afwisselend een sterke tornado en wervelwind wolken stof bliezen, zelfs de stenen optilden. De boze geesten waren op een grote menigte van zondaars aan het jagen die nauwelijks menselijk leken. Ze waren extreem mager en hun armen bengelden langs hun lichaam. Op hun gezichten kon je onverklaarbaar lijden zien. Gemarteld door dorst, sleepten ze zich in stilte voort met het stof. Overal hing een verschrikkelijke stank met zwarte wolken van stof die alles bedekten. Sommige zondaars waren heftig aan het vechten, hoewel ze de verschrikkelijke straf wisten die ze zouden krijgen. Ze waren reeds onverschillig voor alles, wetend dat in de Hel er geen hoop meer is.

    Ik was niet in staat om de hete verschroeiende stoffige wind nog langer te verdragen, daarom ging ik nog dieper naar beneden en bereikte een modderige poel waar onaards uitziende wezens pletsten, peddelden en van de dorst het dikke stinkende water opslorpten. Het vervulde me met afschuw om deze arme zondaars voortduren gemarteld te zien door woeste en perverse demonen rond zich. Met veel schrik stapte ik temidden van de scherpe stenen en ik bereikte uiteindelijk een rotsachtige plaats en ik ging neerzitten. Ik hoopte gered te worden door mijn metgezel. Plotseling werd ik opgeschrikt door een geheimzinnig tumult. Het klonk niet ver weg. Ik spitste mijn oren en ik hoorde erbarmelijk gezucht en geweeklaag. Ik keerde mij om en daar, op de bodem van een grote kloof waren uitgestrekte uitgeputte zondaars met hun ogen gericht op de ondoordringbare duisternis. Ze klaagden: “Altijd de duistere nacht, wanneer zullen we ooit het licht zien? Is het mogelijk dat er nooit een dageraad aanbreekt?” Ze herinnerden zich de zon en de lente, en ook de mooie tijden wanneer ze luilekker in de zon lagen zonder zorgen in de wereld.

    Dit zette anderen ertoe aan ook zo te denken, hoe kort de tijd ook was dat ze konden weeklagen over wat er geweest was, dit verlichtte enigszins hun eeuwig lijden. Men kon ontdekken uit hun gesprek dat het verleden hen altijd was bijgebleven, en levend aanwezig was. Maar de boosaardige geesten stonden hen nooit een onderbreking van hun lijden toe. Plotseling, achter de grote rotsen brandde een grote rode vlam die ervoor zorgde dat ze geen rust kenden. In de Hel is er geen rust. Ik ben degene die graag rust en stilte om me heen heeft en ik zou het niet langer kunnen uithouden. Zo’n gruwelijke scènes. Ik ging verder en kwam op een donkere vlakte. Ik kwam terug de boze geesten tegen die het in de gaten hielden als iemand voorbij kwam om hen meedogenloos te slaan. Van tijd tot tijd verlichtten tongen van vuur de dreigende duisternis.

    Toen hoorde ik treurig en melancholisch zingen, en toen ik naderbij kwam zag ik een groep aan de andere kant van de rotsen met hun grijze en bleke gezichten. Hun magere armen zonder enige kracht, waren een enorme rots van verschillende ton aan het duwen. Het was een nutteloze taak, dat ze gedwongen waren uit te voeren. Op hun hoofden was er een onophoudelijke regen van brandende sintels die uit de donkere wolken van rook vielen. Ik had een verschrikkelijk verlangen om deze plaats van gruwel te ontvluchten. Daarna hoorde ik een geklaag dat van beneden de aarde kwam. Voor mij was er een grote muur en ik stapte voorzichtig naar beneden. De doordringende stank van zwavel en de hete wind die de brandende rode sintels naar boven joeg maakten het ademen bijna onmogelijk.

    Hier zag ik andere ongelukkige zondaars zich haasten op zoek naar een druppel water om hun brandende mond af te koelen. De afschuwelijke geesten dwongen hen om harder te rennen en als er iemand viel, werd hij ongenadig geslagen tot hij recht stond en de rest volgde. Toen ik deze meelijwekkende scène zag verscheen mijn metgezel voor mij met zijn onweerstaanbare en prachtige stem “Was je bang?” vroeg hij en alles wat ik kon zeggen was: “Het is verschrikkelijk.” Toen zei hij “We zullen deze plaats verlaten en de andere planeten bezoeken!” We stegen vlug omhoog.

    De atmosfeer werd heter toen we een fonkelende en verlichte ster naderden. Op deze bol hing er een zeer dikke nevel en was het bijna stikheet. Het was er niet beter. De demonen trokken de zondaars naar verfijnde martelingen. Er heerste overal chaos en onbeschrijflijk angstaanjagend uitziende insecten kwelden de arme zielen die probeerden zich te verberging in de rotsachtige diepe grotten. Van zodra ze er terug uit kwamen werden ze geslagen en nagejaagd naar de brandende vuurzee en ze schreeuwden “O dood, waar ben je? O vriendelijke dood, waar ben je?” Er is geen dood, maar wezenlijkheid. Eeuwige vreugde voor de goeden en vromen, maar een eeuwige kwelling voor de goddelozen.

    2 Een jaarlijkse viering van demonen als herdenking van Satan’s opstand tegen God

    Nadat we dit alles hadden gezien daalden we neer in een enorme groot met grote rotsen aan de opening, waaruit het meest angstaanjagende lawaai kwam en een afschuwelijke stank die van de bokken kwam. Er waren een paar bomen zonder bladeren en erboven vlogen onbekende monsters die het aanblik nog dreigender maakten. “Satan viert zijn jaarlijks feest vanavond. Onthoud wat je ziet”, zei mijn metgezel. Ik zag hoe de grotten langzaam open gingen. Vanbinnen rezen vuurtongen op. Demonen sleepten sommige zondaars naar buiten. Zij waren de meest gewelddadige op aarde. Satan gaf maar aan bepaalde zondaars het bevel om mee te doen terwijl anderen eeuwen moesten wachten om toegelaten te worden. Dit festival wordt één keer per jaar gevierd om de tijd te herdenken toen Satan, die voorheen een goede Aartsengel was, de onbezonnenheid had om God tegen te spreken en te revolteren tegen Hem.

    Het is een manier om hem te verstrooien van de martelingen van zijn somber hels koninkrijk. Maar niets tempert zijn hoogmoed als hij zich het verlies van de eeuwige gelukzaligheid van de Hemel herinnert. Een mooie vrouw werd door een ongekende kracht uit één van de grotten geworpen met haar armen uitgestrekt en haar haar in vlammen. Haar donkerblauwe ogen, zoals saffieren schenen met monsterlijke boosaardigheid. Haar brandend rood haar was opgestoken op haar hoofd in de vorm van een ei. Ze gleed voort zoals een slang en met haar hoofd aan de ene kant, verborg ze zichzelf achter een rots. Uit de vlammen kwam een andere vrouw. Ze stapte naar voor, haar haar was gitzwart, haar ogen waren als brandende kolen. Majestatisch en langzaam kwam ze naar de eerste vrouw, en legde haar hand op haar hoofd. De eerste vrouw was gehurkt bij de rots en trilde door het snikken. Ze bleef daar.

    Uit een andere brandende grot kwam een oude man met een bochel en met wit haar, baard en harige wenkbrauwen. Hij wandelde langzaam naar de twee vrouwen en ik was verbaasd at de boze geesten wegbleven van hem. Hij hief zijn hoofd en keek rond met een sterke wil en zijn ogen drukten een intelligentie uit die ver boven het normale was. Hij boog zijn hoofd in stilte met zijn witte baard die zijn hele borst bedekte. Later, kwam een cirkel van demonen, allen woest met gebalde vuisten naar voor, en sloegen een oudere man. Hij was kort, dik, kaal en nogal robuust. De boze geesten sloegen en stampten razend op hem en riepen naar hem: “Jij die in niets geloofde, jij die dacht dat het leven op aarde alles was, jij die je land ruïneerde en iedereen martelde en doodde die je wou. Je dacht dat je je niet moest verantwoorden.

    Nu zie je dat het zo niet was. Satan zelf zal voor jou het meest wrede lijden bedenken. Nu zullen we je naar hem brengen.” Toen werd hij in een grote grot geduwd waaruit luid geschreeuw weerklonk en veel lawaai. Ik richtte mijn blik op de ingang net als de zondaars. Een andere zondaar kwam naast de kale man staan. Hij was groter dan normaal, met een lang dun gezicht en een zeer fijne neus, zijn kaken hingen neer. Uit de grot kwam er een menigte van onaardse en afschuwelijk uitziende schepsels. Ze kronkelden en bewogen zich verwrongen voort, voortgedreven door slagen. De oude man hief zijn hoofd en huiverde, terwijl de andere twee zondaars minachtend hun rug keerden.

    Op dat moment hoorde ik een flauw geluid, dat steeds luider weerklonk. Het was het flapperen van vleugels. Een grote zwerm gevleugelde demonen vloog naar de zondaars. Ze werden allen in de lucht meegenomen voor een tijdje, en werden dan in de gapende grot gegooid. Rond ons werd het een woestijn. We liepen een tijdje en plotseling stonden we voor een hoge vuurzuil. Ik dacht dat deze lichtbron ons wat vrede zou brengen, en ons zou laten vergeten dat er geen rust en stilte is in de Hel. We zagen een afgrond waaruit zwavelwolken kwamen van rode en zwarte rook met nauwelijks te onderscheiden schaduwen die hier en daar sprongen als de demonen hen uitdaagden. “Nu zal je opnieuw op je eentje moeten gaan,” zei mijn metgezel. “Wees moedig, maar als er iets onverwachts zou gebeuren, ben ik in de buurt.” Met deze woorden verdween hij.

    3 Satan kondigde bijzondere kwellingen aan voor sommige grote zondaars

    Ik keek naar de zondaars die voortdurend in de vlammen brandden maar niet verteerd werden door de vlammen. Het vuur in de Hel brandt en martelt zonder het wezen te doden. Vanuit de verte hoorde ik een koor van bergbewoners die aan het zingen waren en vanuit de diepte verscheen er een gat met een rotsachtige trap die zeer diep en duister was. Beneden zag ik zwakke schijnsels van licht. Toen ik naar beneden ging werd het gezang luider. Het leken vele stemmen te zijn maar ze zongen vals. Het vuur werd helder en meer intens. Na een eindeloos lange afdaling kwam ik op een verlaten vlakte met fantastische rotsformaties. Er waren veel silhouetten te zien. Menselijk, maar ik kan het niet onder woorden brengen. Aan de voet van deze bergen waren doornige braamstruiken zoals tentakels.

    Aan de linkerkant was een bosje zwart mos dat leek te bewegen alsof het aan het ademen was. Dan was er een scheur te zien in de nabijheid waar wat licht door scheen. Ik ging op onderzoek en vond een andere mysterieuze afdaling, waar bijna geen einde aan kwam. Toen ik bleef de trap naar beneden gaan kwam ik bij een brede straat uit met op het einde een deur. Hier werd het gezang luider als ik dichterbij kwam, onderbroken door nu en dan verdovend geschreeuw. Ik liep vlug naar het licht. Ik kwam in een immense hal met honderden deuren. In het midden was er een grote arena, zoals een circus. In het midden stond een prachtige troon, maar zeer donker en somber, met een zwarte koepel en wat leek op metalen platen aan het plafond. Rond de troon, bevonden zich luidruchtige onbeschrijflijk lelijke onmenselijke duivelse schepsels. Errond bevond zich een groot amfitheater voor de immense bijeenkomst van zondaars die keken naar de troon in de arena. Er waren ook grote zuilen van licht die de duistere omgeving verlichtten.

    Aan de linkerkant van de zwarte troon, half leunend aan de voet van de troon, zat een zeer mooie vrouw met glanzend koperrood haar. Ze was tenger en haar schoonheid leek op een standbeeld dat gecreëerd was door een kunstenaar. Aan de rechterkant van de troon was een ander vrouw met zwart haar en een trots voorkomen, haar donker haar leek op de zwarte troon, terwijl haar ogen leken vlammen van haat en boosaardigheid te zijn en ze keek minachtend naar de duizenden ogen die op haar gericht waren. Ze leek niet op een standbeeld maar was de beeltenis van een vrouw van koninklijke bloede gecreëerd door een onsterfelijke kunstenaar. Ik herkende de vrouw die uit de groten werd getrokken van de grotten voor het festival van Satan. De voorzijde van het amfitheater was gevuld met zondaars, geen normale zondaars, maar degenen die hun bestaan hadden bezoedeld met de meest verfoeilijke zonden, er was geen onderscheid van rang omdat hun zonden hen gelijkwaardig maakten.

    Ik zal ook de weerzinwekkende kale man en zijn discipel, die een typische Pool was en een echt menselijk beest. Dan was er de oude witharige man met de baard die uiterst bedroefd keek. Het leek alsof hij zich de woorden van het Evangelie herinnerde “Let op voor degenen die de kleinen aanstoot geven, het ware beter dat ze een molensteen rond hun nek hingen en in de zee geworpen werden.” En het leek dat enkel nu in de Hel deze woorden tot hun recht kwamen. Plotseling was er een grote aardbeving, gevolgd door bliksem en donder die de zuilen van licht meer glans gaven. Temidden van geweeklaag, gegrom en geklap van de demonen, en hun bloeddorstig geschreeuw, verscheen plotseling Satan, die het geschreeuw met een boosaardige glimlach aanzag.

    Voor de troon en temidden de vele rijen van zondaars, waren er degenen die zware zonden hadden gepleegd, beroemd waren en grote geleerden. Maar er was geen onderscheid in de Hel en ze trilden net als de anderen als alle ogen gericht waren op Satan. Satan stopte met glimlachen en ik vroeg mij af of hij menselijk leek. Hij was menselijk, en tegelijkertijd compleet anders en mysterieus. Zijn hele gezicht toonde zijn onafhankelijkheid en kracht, maar zijn gezicht was op geen enkel manier te vergelijken met iets. Hij was als een gigantisch standbeeld, gebruind en hij had een kromme neus tussen twee grote zwarte ogen die helder waren en vurig waren onder zijn dunne schuingebogen wenkbrauwen.

    Streng en gemeen ging hij in stilte op zijn troon zitten met op de top een rode vijfpuntige ster. Hij zal bewegingsloos zoals een bronzen standbeeld met zijn hoge vleugels die uitgespreid leken op zwart fluweel. Ze waren achteraan op zijn rug. Zijn neergeslagen mooie oogleden verborgen zijn ogen, maar zijn klassiek profiel verraadde zijn gekwelde gedachten. Op deze verjaardag die duizenden jaren was geleden, toen God Satan strafte door Hem uit de Hemel te verdrijven, was zijn uitdrukking vol kwelling. Hij herinnerde zichzelf als een goede Aartsengel  en een diepe frons kruiste zijn voorhoofd, terwijl zijn vleugels langzaam dichtvouwden achter hem, zoals een vlag na een storm. Dan hief Satan zijn oogleden op en ik zag zijn dreigende blik, van oceanen van boosaardigheid en haat als hij zijn ogen richtte op de menigte van toeschouwers. Wat een blik! Wat een perverse haat! Hij stond dan met zijn gigantische grootte recht, vol haat en trouweloosheid in zijn mysterieus wezen van zonde en goddeloosheid. Van alle hoeken heerste er stilte. Satan begon zijn speech die alle hoeken van de grote zaal bereikte.

    “Ik ben gekomen om jullie grotere kwellingen aan te kondigen” zei hij, met haat in zijn bulderende stem die elk oor verdoofde. “Ik zal jullie zo laten lijden dat wat voorbij is als niets leek en elk jaar zal het strenger zijn en eeuwig.” Opnieuw, waren zijn grote vleugels uitgespreid. Hoe immens schrikaanjagend was de grote Satan!

    Al de demonen die hem hoorden lachten en jouwden als ze meer pijn en martelingen werden beloofd. Maar de arme zondaars, die deze aankondiging hoorden zaten ineengedoken van angst en geweeklaag. De vlammen kwamen zoals een stortvloed van bloedrode kleur en zelfs de vijfpuntige ster was rood met al de rest. Satan ging opnieuw zitten en ik zag een menigte van boze geesten zich naar de mooie vrouw met het zwarte haar richten, en deden haar opstaan, wat ze deed met de woestheid van een gewond dier. Haar ogen waren vol haat maar ze veranderde plotseling haar uitdrukking als ze voor Satans troon liep, haar heupen wiegend en haar borsten vooruit met een gratieuze beweging  en persoonlijke charme.

    Satan lachte spottend en minachtend en zei tot haar: “Op aarde verleidde en onderwierp je mannen met je stem, je uiterlijk en je betovering en je gaf hen al het genot dat ze in je zochten, en boden je gouden juwelen en zelfs macht aan. Je zong voor hen zoals geen andere vrouw kon zingen voor hen en je gaf hen zoveel plezier. Je verkwanselde goud en rijkdom zonder een gedachte en je ging prat op je kortstondige schoonheid en glorie terwijl levend in prachtige paleizen. Je veroverde degenen waarop je je gedachten had gezet, en doodde degenen die je beu was zonder medelijden.”

    Met een gebaar van zijn grote handen, riep Satan de meest walgelijke van zijn demonen en zei : “Neem haar, streel haar zoveel je wilt.” En tot de vrouw zei hij: “Ga met hem, ik heb je niet nodig, maar ik zou het gevoel van je liefdevolle kus nog een keer willen hebben. Want dit hier zijn mijn voeten.” En Satan lachte met bittere haat, “Nooit” Zelfs met haar boze gedrag was ze mooi. “Nooit?” antwoordde Satan, die razend kwaad was. “Weet je niet dat mijn wil de grootste trots overwint?” Nadat hij deze woorden had gezegd droegen de boze geesten haar weg en wierpen haar aan de voeten van Satan en dwongen haar om ze te kussen, en dan namen ze haar mee naar het vuur en duwden haar ertegen. Ze was zwart gebrand van de ondraaglijke hitte en haar rebels ogen waren met haat gericht op Satan. Intussen knepen de andere demonen die rond de toon zaten de twee zondaars met een slechte reputatie, de kale en de Pool. Ze dwongen hen op hun knieën voor de voeten van Satan. Hij keek naar hen met schrikwekkende wreedheid.

    Satan zei: “Zie je de grote bijeenkomst van zondaars rond mijn troon? Voor ons zal jullie criminele leven herop gevoerd worden en het geeft me plezier op mijn feestdag. Satan gaf een teken en alles werd duister. Toen verscheen een scherm en allen zagen een grote oorlog. Men hoorde de explosie van bommen, het fluitend geluid van projectielen en het gekletter van machinegeweren. Generaals en officieren leidden hun troepen in de oorlog met moed. En daar was de kale zondaar. Satan bulderde: “Nu kunnen jullie allen zien de ontelbare misdaden die hij heeft gepleegd.” De scène veranderde plotseling maar het lawaai van de oorlog kon nog altijd gehoord worden. Op het scherm werd een open ruimte getoond voor een paleis dat gebouwd was met rode bakstenen en in het midden stond een zuil met bovenaan een standbeeld van een engel. Het hele plein stond vol mensen die het paleis bestormden.

    Dan werd de binnenkant van het paleis getoond. Het was prachtig en sereen. De relschoppers drongen het paleis binnen. Eén van de deuren werd bewaakt door jonge vrouwen die in wapenuitrusting gekleed waren en pistolen droegen. Ze vochten met enorme moed en verdedigden hun heersers binnenin. Meedogenloze mannen in uniform, zowel van de marine als het leger, droegen rode banden en gordels om hun rang te tonen. Ze drongen het paleis binnen en met verschrikkelijke godslasteringen namen ze de geweren uit de handen van de dappere jonge bewaaksters, en vergrepen zich aan hen al schreeuwend in een orgie: “Lang leve de vrijheid, lang leve onze chef.”

    Bij het zien van al deze gruwel en het horen van het bloedstollend geschreeuw, weende de kale zondaar aan de voeten van Satan. Dan kwam de duisternis op het scherm en de scène veranderde. Nu werd er een groep gevangenen getoond waaronder zich een dame van adel bevond, gevolgd door jonge meisjes die zich voor een man bevonden die op een stoel zat met een jonge kerel van ongeveer 14 jaar op zijn schoot. Hij droeg een legerkledij en hoge lederen botten. Zijn zachte, vriendelijke dromerige blik herinnerde mij eraan dat ik hem eerder had gezien. Ik herkende hem als mijn Keizer. Dan verdween deze scène uit het zicht. Dan werd op het scherm een zeer arme vrouw getoond, die zo dun was als een skelet. Ze stond in een arbeiderswoning met samengeklit haar en krankzinnigheid in haar ogen.

    Ze was iets aan het zoeken met bevende handen, toen er plotseling een baby begon te huilen in een wieg en de vrouw tilde de baby op en was wreedaardig aan het lachen. Ze wurgde de baby en gooide de dode baby in een kokende pot op het vuur. Ik was beangstigd door deze gruwelijke scène, maar ik realiseerde mij dat ze een kannibaal geworden was toen de hongersnood Rusland in zijn greep had.

    Deze gruwelijke scène werd gevolgd door een andere, die me eraan deed herinneren aan wat ik voordien gezien had in de Hel. Jonge en oude mijnwerkers, met droevige ogen werden tot onmenselijk zwaar werk gedwongen door wrede robuuste beestachtige bewakers die hen sloegen. Opnieuw realiseerde ik mij dat deze de beste officieren en kapiteins waren uit het Russische leger die streng werden gestraft voor hun grote patriottische liefde voor hun land. Dan verdween ook deze scène.

    Satan zat intussen op zijn troon, terwijl de kale zondaar, beefde van schrik en onverstaanbare nonsens aan het mompelen was. “Heb je gezien wat je deed gedurende je leven op aarde?” zei Satan, en de zondaar antwoordde met een lage stem “Ik heb het gezien.”. Satan schreeuwde woedend “Sla hem en houd hem dicht bij mij zodat we zijn handlangers kunnen zoeken”. Daarop tilden de demonen hem op en wierpen hem aan Satan’s voeten, die onmiddellijk hem stampen gaf. Dan keerde hij zich naar de Poolse man, die zijn ogen had gesloten. Satan riep hem “Kijk. Ik zal je een scène tonen om je te herinneren aan je daden.” Toen projecteerde hij een lange brede weg die geen einde leek te hebben op het scherm.

    Langs deze weg kwamen duizenden mannen, vrouwen en kinderen van alle lagen uit de maatschappij, waaronder bisschoppen, priesters, nonnen, generaals, professors en jonge officieren. Ze liepen zeer langzaam samen met arbeiders, soldaten en boeren. Sommigen hadden touwen rond hun nek en al deze martelaren liepen in stilte naar een onbekende bestemming. Plotseling gebeurde er iets buitengewoons. Al deze droevig kijkende mensen veranderden en gingen over in lichte geesten die elk een brandende kaars vasthielden. Een blauw licht omhulde hen en hun gezichten straalden geluk uit en hun lichamen werden lichtgevend. De hele weg werd bedekt met mooie buitengewone bloemen en deze tien duizenden zielen, strekten hun armen uit en werden naar de hemelse lichten boven hen geleid. De scène verdween en Satan schreeuwde: “Dit alles geschiedde door jouw handen. De martelingen en het lijden die je toebracht waren het middel waardoor ze naar de Hemel gingen. Terwijl je ze niet had gedood, zouden er velen in mijn koninkrijk gekomen zijn. Daarvoor zal ik mijn wraak op je uitwerken.”

    Voor de troon verscheen een weerzinwekkend monster met talrijke tentakels, die in alle richtingen grepen. Ze grepen de kale zondaar en zijn Poolse handlanger vast zoals een grote meedogenloze spin die een kleine aanvalt. Ze verdwenen allen uit het zicht. De andere zondaars waren angstig aan het wachten op hun vonnis. Spontaan kwam de mooie vrouw met het glanzende koperkleurige haar voor de troon van Satan staan. Ze gooide haar hoofd naar achter. Ze keek naar hem met ogen die een vurige smeking uitstraalden. Satan, die vol boosaardige ironie naar haar keek, zei: “Ik ken je verleden, je was een beroemde hoer, wiens schoonheid en intelligentie jong en oud aantrok, zonder onderscheid.

    Je was rijk in je paleis waar de meest befaamde aristocratie van je tijd vertoefde. Je leefde enkel voor materiële welstand en comfort. Je enige bezigheid was mannen verleiden met je boosaardigheid, hun levens verwoesten en hen onderwerpen als je slaven. Dit was je enige zorg. Je was sluw als een vos. Je uitspattingen, grilligheid en vernietiging van vele levens waren je grootste plezier. Maar helaas, nu zal je voor je zonden kruipen op je buik als een slang. Demonen zullen je eeuwig kwellen, nooit zal je in staat zijn te revolteren of te klagen.” “Wees mij genadig” schreeuwde ze met uitgestrekte armen als ze voor de voeten van Satan neerlag. Hij lachte spottend en beval een menigte van demonen om haar weg te voeren. Hij schiep er genoegen in haar te zien lijden.


      

     

    16-06-2017 om 22:41 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 2

    Deel 2 : Mijn visioenen van het komende Universele Oordeel

    Waarschuwing van de auteur: Vooraleer ik de beschrijving van het visioen van het Universele Oordeel geef, wil ik de lezers eraan herinneren dat dit visioen plaatsvond gedurende mijn lethargische slaap van negen dagen. Dit visioen leek realistisch en zo beschrijf ik het. Deze slaap werd door een machtige energie geïnspireerd, en toen ik wakker werd gedurende de droom, besefte ik dat de episodes eerder werden uitgelegd door mijn metgezel die een bewoner is van de Hemel. Ik wil mijn overtuigingen niet opdringen aan iemand, maar ik geloof zeker dat hetgeen wat ik gezien heb staat te gebeuren. En als mijn beschrijving ervoor zorgt dat iemand die twijfelt doet ontwaken, zal ik oneindig gelukkig zijn te weten dat dit boek niet voor niets is geschreven.

    1 Tekenen van het komende universele oordeel

    Mijn metgezel keerde zich tot mij en zei dat het moment was gekomen dat ik zou zien wat er  ongetwijfeld zal gebeuren binnen een niet nader bepaald aantal jaren. Na zijn woorden viel ik in een diepe slaap. Hoewel ik reeds in een lethargische slaap was, sliep ik dieper. Gedurende deze slaap was mijn metgezel opnieuw aanwezig en hij zei: “De dag van het oordeel is nabij, jij bent een levende getuige, kijk aandachtig en schrijf alles neer. Dat zal er gebeuren in de dagen van het Universele Oordeel. De geest van het kwaad zal het laatste sprankeltje geloof wegnemen van de mensheid, en hem vervullen met nutteloze ijdelheden en hun gevoelens veranderen in harteloosheid. De mensen zonder hoop zullen ontevreden zijn, geen vertrouwen in elkaar hebben, er zal geen liefde zijn en degenen die de wereld regeren zullen omkomen. Kijk!”

    Ik zag een grote stad waarin er een grote oorlog plaatsvond. De mensen vernietigden alles en doodden elkaar met meedogenloze haat. Opeens weerklonk een verschrikkelijk gehuil, terwijl een grote aardbeving de aarde deed beven. Er was veel tumult onder de mensen. Er woedde een heftige  storm, de lucht was donker en al het lawaai verstomde met het huilen van de wind. De mensen keken met verwarring naar de grauwe lucht en ze werden stil met harten vol angst voor de verschrikkelijke gebeurtenissen, terwijl de orkaan alles vernietigde in de straten en er slachtoffers vielen. Het verschrikkelijke uur was aangebroken en veroorzaakte angst in alle harten, terwijl de lucht rood werd als bloed, vol bliksemschichten. Later verdween het rode kleur en zwarte wolken omhulden alles. Een ondoordringbare duisternis viel neer, de sterren verloren hun licht. Alles was mysterie en verschrikking.

    Iedereen bleef bewegingsloos, de wind stopte en de duisternis en de stilte waren beangstigen. Maar er was nog geen uur voorbij toen de mensen vertrouwd waren met deze verstoorde natuur. Opnieuw hervatte het leven op aarde zich. De restaurants, theaters en alle andere plaatsen van amusement waren gevuld met wereldse menigten. Op de beurzen speculeerden ze koortsachtig en vergaarden ze rijkdom om ze een uur later te verliezen. Overal was er verdorvenheid, perversiteit en goddeloosheid. Enkel in de verlaten kathedralen werden kerkelijke plechtigheden gehouden. Slachtoffers van ijdele passies en bezigheden vergaten hun redding. In de straten was veel lawaai en enkel in Gods tempels heerste een vrome en stille atmosfeer.  

    Plotseling kwam er een bliksemschicht en de hele lucht werd gevuld met miljoenen vlammen, alles stond in brand. Elk gebouw brandde op alle plaatsen. De vlammen stegen op en de hele wereld was in een immens vuur gedompeld. De orkaan blies de mensen weg zoals veertjes. De mensen zochten tevergeefs om hulp als de enorme vlammen en wind de kinderen uit hun moeders armen rukten terwijl de moeders vol afschuw schreeuwden als hun kinderen in de wolken werden gedragen. Ik zag Christus de kinderen meenemen naar de Hemel als ze opstegen en niet meer konden gezien worden.

    Het waren kinderen van elk ras en kleur en allen zongen lofprijzingen tot God. Dan sloot Christus de poorten van de Hemel en een stroom van bloed viel op de aarde. Rivieren en zeeën werden bedekt door schuimende stromen van bloed die tegen alle boten en schepen beukten. Ze konden niet gered worden. Paleizen en huizen stortten ineen in alle delen van de wereld en men kon kreten om hulp horen. Uit de zee kwamen hoge golven die alle dijken, bruggen en kades vernietigden. Alle mensen van alle continenten werden tezamen geblazen door de orkaan en naar één plaats gebracht waar God zal neerdalen uit de Hemel voor het Grote Oordeel.

    Het grote onheil vermengde de mensen en hun taal niet. Allen werden verzameld in aparte groepen en nationaliteiten, elk had zijn eigen plaats.  

    2 De wereld onmiddellijk vóór het oordeel

    Op aarde viel er een grote stilte. Iedereen was vol verwachting voor wat er zou komen. Degenen die reeds geloofden, waren ervan overtuigd dat de dag van het oordeel was aangebroken. Temidden van de duisternis, die neerdaalde op de hele aarde, verlichtte vuur de mensen als ze zich in groepen verdeelden om te ontdekken wat elke persoon dacht en of ze de enige mensen op aarde waren die op die manier moesten wachten, maar het was tevergeefs omdat niemand het wist.

    Er waren overal dieven die temidden van vernietigde winkels de achtergelaten goederen doorzochten. De wijn vloeide als een rivier en het vuur laaide op zoals een orkaan. Degenen die geen angst hadden voor God bleven hun wellustig leven verderzetten. Overal konden de doordringende kreten, gehuil, obsceniteiten en geweeklaag gehoord worden. Achteraan in een kathedraal die in ruïnes was veranderd zong een dronken menigte wellustige goddeloze liederen en jonge charlatans, die bijna naakt waren bewogen op hun ritme. Goddeloosheid heerste overal, maar ze beseften geleidelijk aan hun lot. Allen voelden iets mysterieus naderen temidden van zoveel dwaasheid, en werden opeens somber. Enkel degenen die vroom en rechtvaardig waren in de ogen van God beefden niet van schrik, maar waren vervuld van vreugde en opluchting. Dan hoorde ik de stem van mijn metgezel zeggen : “Waarom ben je zo somber? Ik ben in de Hemel geweest al die tijd en daar is alles beschikt voor het opperste moment van Christus Heilig Besluit. Nu zal je het grote mysterie zien. Vrees niet, want dit is enkel een visioen en spoedig zal het daglicht de angstaanjagende en donkere nacht verdrijven.”

    Intussen bleven de orgies voortduren over al de plaatsen met geschreeuw van obsceniteiten en bewegende lichamen, gejoel en gehuil en alle soorten lawaai van geïmproviseerde en gestolen instrumenten die allen uitnodigden om te dansen. Dan weerklonk geruzie, godslasteringen, gelach en gehuil. Er waren maar weinig mensen die zich realiseerden dat dit hun laatste uur was. Plotseling blies een Boodschapper van de Allerhoogste de trompet.

    “Kom jullie allen, rechtvaardigen en verheug jullie, jullie beloning is gekomen,” en dan tot de anderen “maar jullie, zondaars die jullie leven hebben vergooid, weet dat het uur van jullie oordeel is gekomen.”

    Een huivering ging door hun hart en ze werden vervuld van berouw en smart, maar helaas, het was te laat door hun gebrek aan geloof. Alle ogen waren op de hemel gericht. De Aartsengel was majestatisch, verschrikkelijk en beangstigend en het geschal van zijn trompet was nog hoorbaar en bracht alle andere geluiden tot stilte. De dreigende Aartsengel verdween en de lucht leek opgehangen aan de aarde. Een tweede Aartsengel verscheen en hield de Bijbel in zijn handen en zei: “Het is volbracht.” Dan verscheen de derde Aartsengel en tussen de twee eerste verscheen een doorschijnende kelk gevuld met kostbaar bloed, het hoogtepunt van de heldere Dageraad. Het Verlossende Bloed van de Redder van de mensheid. Toen de sluier werd opgetild, verdwenen alle twijfels. Het is het grote mysterie van Gods Voorzienigheid nl. de liefde en verlossing van de mensheid. Van de glansrijke Kelk ontsprongen drie schitterende stralen in drie verschillende richtingen, en weinig mensen wisten wat het betekende.

    De derde Aartsengel met de Bijbel stond aan de ene zijde en de eerste Aartsengel met de trompet en uitgespreide vleugels zweefde erboven. Plotseling weerklonk mysterieus in de harten van de mensen een mooie zachte melodie. Ze kondigde de komst van Christus aan. Allen stonden te trillen. Gezichten die heiligheid uitstraalden verschenen in de wolken. Het waren de Heiligen die gekleed waren in schitterende gewaden die de zuivere lucht vulden. Mooie lofzangen van liefde weerklonken. Lofprijzingen werden gezongen voor de Heer, zo koninklijk, zacht en heilig en maar enkele harten werden verenigd in deze geest. Hoog in de lucht verscheen het Heilig symbool van het Kruis, het instrument van redding voor de rechtvaardigen, en eeuwige verdoemenis voor de opstandelingen. Temidden van erbarmelijk gezucht, waren degenen die de moed hadden om hun hoofd te buigen en hun oordeel af te wachten. De Engelenkoren, zoals enkel zij kunnen zingen, omringden het schitterende Kruis. Wat een prachtig zicht. Duizenden en duizenden vormden een groot wit aureool met het geruis van hun vleugels toen ze de lofgezangen aanhieven.

    Bij het weerklinken van de trompet, sloeg elk hart hevig van schrik als de Cherubijnen glorie zongen voor de Allerhoogste, de God van alle Schepping. De hemelse Koren verlichtten de hemelen, en de onsterfelijke wereld daalde neer op de mensheid, om beetje bij beetje alle harten bewust te maken. De smart ebde weg en het gezucht stopte. Plotseling hield het gezang op samen met het geruis van de vleugels, zelfs de atmosfeer was in rusttoestand, en opnieuw waren allen overmand door schrik. In deze verschrikkelijke stilte, durfde niemand te ademen. Dan daalde Christus, Onze Heer, met luister neer in glorie van de hemelen. Hij ontbrandde de harten van allen. Aanroepingen van God weerklonken in alle talen, en éénstemmig kwamen nieuwe lofliederen op ieders lippen. Christus onze Heer scheen luisterrijk als de zon hoog in de hemelen en de lofliederen stegen op naar Hem als golven. Dan werden de goeden opgetild om Christus in de lucht te ontmoeten en de verrezen doden zullen ons gezelschap houden. (1 Tess. 4:17)

    3 Verrijzenis uit de dood

    Christus werd omringd door de universele glorie, terwijl de mensen staarden naar zijn mooie, liefhebbende gelaat. Ze vergeleken het met de vele afbeeldingen die ze hadden gekend in de wereld. Hun respons was er één van grote liefde. Zijn gezicht was onnoembaar mooi en Zijn gouden stralenkrans versierde de lucht met zijn heilige aanwezigheid.

    De zielen van de doden drongen in de lichamen van hun begraving en degenen zonder begraafplaats kregen het beeld van hun leven voor ze stierven terug. De zeeën en oceanen gaven hun doden terug.

    Christus gaf elk een jonger wezen zoals de liefkozing van de zon in de lente leven geeft en energie aan de velden en tuinen. Hoe prachtig is het als God de wereld in zijn open armen drukt. Op de uitdrukkelijke wil van God wordt de hele mensheid terug tot leven gewekt van de lange slaap, zelfs als het eeuwen geleden is. Kijkend naar Christus weenden ze van vreugde. De bergen, heuvels en dalen waren volledig bedekt met de menigten, ze stonden zo dicht bijeen dat niemand een stap kon bewegen. Wanneer ze de grandioze verschijning zagen zongen ze allen mee met de hemelse koren. Lofliederen aan de opperste God van het universum. “Dank en lofprijzing aan de Verlosser van de mensheid, vandaag is Christus met ons.” Dan volgde er nog een stilte en Christus zei : “Ik ben hier vandaag bij jullie, zoals Ik beloofd heb, hoewel jullie Mij niet verwachtten.” Toen Hij een liefdevolle blik wierp op de menigten strekte Hij zijn armen uit en openbaarde de wonden van de nagels in Zijn handen. Zijn stem kwam over allen en Hij zei : “IK ZAL JULLIE NAAR HET EEUWIGDUREND KONINKRIJK VAN DE HEMEL LEIDEN IN NAAM VAN PURE LIEFDE.”  

    De rechtvaardigen stegen op uit de menigten en vormden een immens wit leger, elk op zijn eigen plaats en gingen naar de Hemel. De zondaars snikten van tranen en godslasteringen en bogen hun hof en knielden neer voor Christus. Ze waren zo talrijk, zo’n immense menigte en hun blinddoeken vielen af in angst als ze wachtten op de Goddelijke Wil. Ik keek rond. Wat een grandioos spektakel om naast de doden te staan. Ze hadden alle leeftijden en nationaliteiten, maar er waren geen kinderen. Volgens hun dood werden ze overgebracht naar hun voorziene bestemming. De immense menigte strekte zich uit tot aan de horizon en leek te verrijzen uit de horizon. Christus in al Zijn glorie stond stralend in het midden, degenen die het dichtst bij Hem waren, in de binnenste cirkels keken stralend en gelukkig. Boven alles scheen de Kerk met zijn drievoudige stralen. Mijn metgezel zei : “Kijk naar al degenen die verzameld zijn in de binnenste cirkels rond onze Heer, ze hebben dit meer verdiend door hun daden en deugden. Er is geen behoefte aan een belijdenis, omdat de almachtige en alwetende Heilige Geest elke heeft toegewezen aan zijn plaats volgens zijn verdiensten. Hoe zuiverder en heiliger hun leven op aarde, hoe dichter ze bij Christus zijn. Degenen die hun glorie bereikt hebben herinneren zich niets van hun voorbije zonden, enkel hun liefde en overweging van de Eeuwige God.”

    Nu wachten ze op de gerechtigheid van hun Schepper. De zondaars zijn vastgeklonken aan hun plaats en benijden degenen die het dichtst bij Christus zijn. Ze durven hun ogen niet op te slaan naar Hem die ze gedurende hun leven op aarde hebben afgewezen. Dan sprak Jezus: “Open jullie ogen, jullie blinden van hart en overweeg voor de laatste keer wat jullie hebben verloren voor alle eeuwigheid. Laat dit ingegrift zijn in jullie geheugen voor eeuwig en altijd. Jullie behouden jullie ogen, stem en haar, terwijl jullie lichamen de lelijkste vormen en onvolmaaktheden zullen aannemen volgens jullie boosaardige neigingen.” Hun tranen en geschreeuw waren nutteloos en als ik keek zag ik een wolk hen bedekken en Christus was niet meer zichtbaar voor hen. Ik vroeg mijn metgezel: “Hoe konden al deze verschillende personen begrijpen wat onze Heer tot hen zei?” En hij antwoordde : “Los van hun nationaliteit of moedertaal begrepen ze allen wat gezegd werd. In het Koninkrijk van de Hemel herinnert niemand zijn moedertaal, maar iedereen begrijpt één taal.

    4 Christus kondigde het oordeel aan

    Toen de menigten het zicht op Christus verloren, keek elke persoon rond naar de persoon naast hem en herkende oude bekenden. Het was een wonderbare scène van mensen van verschillende rassen uit verschillende streken in de wereld die hun aardse gewaden en sierraden droegen. Ze waren jong en oud, sommigen waren nog in de fleur van hun leven. De rijken droegen weelderige gewaden. En er waren koningen, keizers, directeurs, gouverneurs, kapiteins, soldaten, hovelingen, vrouwen van stand, boeren, dorpelingen, nonnen, broeders, talrijke zakenmensen en bedelaars. De ministers met dienaars en priesters. De zieken die bedekt waren met wonden samen met de gezonden. De mensen met bochels en de lammen, en niemand onderscheidde hen omwille van hun mismaaktheid, maar eerder om hun deugden. Dan zagen de menigten witte wolken die de apostelen en de profeten openbaarden. Ze hadden wit haar en baarden. Vanuit de hemel kwamen twee heiligen die gewaden droegen uit hun tijd en dood. De ene was groot en mager met een naakte torso, half bedekt met lamshuiden. Zijn lange zwarte haar, met een beetje grijs, kwam tot op zijn schouders.

    Zijn flitsende ogen en majestatische houding was heel impressionant. Hij hield in zijn hand een lange stok met vanboven een kruis. De andere was een Heilige die fel vereerd was in de wereld om zijn heiligheid en mirakels. Hij was gekleed in de gewaden va een Aartsbisschop en droeg een mijter bezet met edelstenen, op zijn borst stond een gouden kruis gevormd van diamanten. Juist naast hen, in een oceaan van licht verscheen de Koning der Koningen, bij de twee Heiligen. Hij werd door allen toegejuicht met kreten van overwinning en hij nam plaats temidden van de Heiligen. De Redder keerde zich tot de mensen en hief Zijn stralende handen op in een zegen en zei : “Gooi weg wat je hebt vergaard op aarde, het is niets dan stof, jullie hebben het niet nodig (Lucas 12:28). Richt jullie met vreugde op het nieuwe leven, waar er geen onenigheid en oorlogen meer zijn. Leef zoals broeders zonder haat, slechtheid en zonde. Van nu af zullen jullie gelukkig zijn, sereen en zacht als de Engelen. Er zal geen dood meer zijn, geen ziekte, en geen scheiding van degenen die je lief hebt.

    Jullie zullen altijd bij jullie gelijken zijn. Degenen van grotere perfectie zullen enkel gezien worden op grote Feestdagen. Van nu af zal er geen mismaaktheid of ziekte meer zijn, de ouden zullen niet te onderscheiden zijn van de jongeren, omdat jullie van dezelfde leeftijd zullen zijn zoals Ik was bij mijn dood, 33 jaar. (Ef. 4:13)

    “En van dit moment af zullen jullie behouden blijven als mijn erfenis, sinds jullie hebben gekozen om lief te hebben wat Ik liefheb.”

    De Verlosser hief Zijn armen op en een dikke wolk bedekte alles en de aarde veranderde, hoewel niemand bewoog, was de vernieuwing van hun gezichten en lichamen compleet. Ze waren vervuld van leven en vreugde en wensten elkaar geluk. De zieken en ouderen konden nauwelijks zichzelf herkennen. Er waren ontelbare Heiligen, hun lichamen werden omringd door een stralende aura van vele kleuren. Ze waren allen gekleed in grote wapperende gewaden, verschillend van deze van de wereld. Ze leken licht en zagen eruit als doorzichtige figuren, terwijl hun blik op de Redder was gericht. Intussen zond de Verlosser Zijn engelen om de Rechtvaardigen voor te gaan, door de lucht zwevend in grote cirkels naar de Hemel. De zondaars bleven op aarde en in hun nijd staarden ze naar de menigte die naar de Hemel vertrok.

    5 Bemiddeling door de Maagd Maria en de Heiligen

    Plotseling kon men van ver een groot gedonder horen. Een schare boze geesten zo dik als een rode mist kwamen dichterbij en de zondaars werden vervuld van schrik en begonnen te rennen, niet wetend waarheen. Ze riepen om hulp en sloegen elkaar neer. Vanuit de tegengestelde richting verscheen een enorme slang die bedekt was met stralende schubben, die duizenden van angstige gezichten optilde. Het vertegenwoordigde de duistere krachten van het kwaad die gevormd werden door zonden in de duistere regionen van de Hel. Boosaardige demonen riepen, brulden en duwden de zondaars tegen de ogen van de slang die hen doorboorde met stekels van zijn ogen. Vuur kwam uit zijn keel evenals een verschrikkelijke stank en rook. Dit waren de eeuwige kwellingen voor de zondaars van de aarde.

    In een ogenblik, kwam onverwachte redding van boven. Witte en mooie maagden omringden de Heilige Maagd en zongen harmonieus:

    U bent onder ons, O beminnelijke Maagd, van geestelijke schoonheid en liefde, glorievol, geprezen en gezegend bent U, Uw karakter is van een oneindige geestelijke schoonheid, nooit eerder gekend. Uw Goddelijk Kind omarmend, smeken wij U te luisteren naar onze droefheid. Bij Uw tranenvloed aan de voet van het kruis, smeken wij U, ons niet in de steek te laten, O Goddelijke Beschermster.

    Deze verschijning vervulde de zondaars met hoop.

    Dan naderde Zij haar Goddelijke Zoon en keek Hem triestig aan en zei in Haar zachte stem : “Vertel me, O Heer, waar zijn degenen waarvoor ik om vergeving smeekte?” “Hier zijn ze,” antwoordde Christus. De Engelen riepen hun namen en de zondaars openden hun lippen, en reeds door verstomming geslagen strekten ze hun armen uit naar Haar. “En tot jullie, die mijn Moeder liefhadden en Haar aanroepen hebben om Mijn Vergeving verleen Ik jullie vergiffenis.” Nauwelijks had Hij deze woorden gesproken wanneer degenen die vergeving hadden gekregen ten Hemel stegen en een cirkel vormden rond de prachtige Moeder van Christus, Haar gebaar volgend en knielend voor Haar Goddelijke Zoon en Hem dankend.

    Het gezicht van de Heilige Beschermster was stralend en vreugdevol als ze opstegen naar de Hemel.

    En de grote Profeet van het Christendom kwam naar voor en zijn hoofd buigend voor de Verlosser bad hij: “O Heer, U weet hoezeer ik zonde en ondeugden veroordeelde gedurende mijn leven op aarde. Nu op deze dag van het Laatste Oordeel smeek ik om vergeving door Uw milde barmhartigheid, voor degenen die U beledigd hebben. Deze zondaars, die Uw Goddelijke Gerechtigheid vrezen hebben smeekbeden gebeden, hebben mij op aarde vereert en zoeken nu Uw vergeving en clementie.”

    De trillende Profeet richtte zich tot Christus die antwoordde: “Ze hielden zich niet aan Mijn Geboden en bewust van hun zonden hebben ze zich tot u gericht om te vragen om redding, niettemin zijn die zondaars vergeven door gebed.” Volgend op deze verkondiging waren uitbundige kreten van vreugde te horen. De vergeven zondaars stegen op ten Hemel. Dan viel de grote Heilige op zijn knieën en smeekte om vergeving tot de Redder voor de zondaars die Hem nooit hadden gekend en toch rechtvaardige en goede levens hadden geleid. En Christus zei: “Ja, het zal voor degenen zijn waarvoor je smeekt. Degenen die het kwaad verwerpen en goede werken doen, beschuldig Ik niet dat ze de kennis van het Doopsel niet kennen, toch zijn ze samen met Mij, zelfs al waren ze afgescheiden van de Christenen. Aan hen allen verleen Ik vergiffenis.” Dan gingen een groot aantal van niet-Christen zielen die rechtvaardig en goed hadden geleefd, naar de Hemel door de voorspraak van de grote Heilige.

    En opnieuw, lichtte het gewelf van de Hemel op met het beeld van de Maagd Maria, die rijkelijk was versierd, en boog met een droevige blik. “Wat wilt U nu vragen?” vroeg de Zoon van God. En ze antwoordde: “Ik kom opnieuw om te smeken voor de kinderen van die moeders die rivieren van tranen hebben gehuild voor hun eigen kinderen.” En opnieuw werden een groot aantal droevige gezichten verheugd als ze vergeven werden door hun moeders gebeden en ten Hemel stegen.

    Intussen omringden een stralende schare van Heiligen, mannen en vrouwen Onze Heer met stalende gezichten, de ene na de andere voorspraak vragend voor de zondaars die hadden gebeden tot hen en hun ziel hadden toevertrouwd aan hen toen ze op aarde waren. Elke smeekbede werd in aanmerking genomen en een grote menigte steeg onder lofgezang en lichtheid op naar het Eeuwig Koninkrijk.

    De eerst gekozen Apostelen kwamen naar voor en knielden voor Christus om vergeving te vragen voor die zondaars die hen hadden aanroepen toen ze op aarde waren. En Christus zei: “Ik weiger deze genade niet aan mijn eerst gekozenen” en Hij keerde zich naar de zondaars die moedig de oude gebruiken hadden gevolgd en toegewijd waren aan hun voorsprekers zei Hij: “Ik vergeef jullie omdat jullie het ware geloof hebben aanvaard.” Na deze woorden vertrokken degenen die de nieuwe religie hadden geloofd en aanvaard, onder lofgezang naar de Hemel en volgden de 12 Apostelen.

    In de heldere blauwe lucht, bleef onze Heer Jezus Christus, stralend in een oneindig licht, toen Zijn Heilige Moeder huilend verscheen toen ze de resterende zondaars zag. Ze richtte zich tot Haar Goddelijke Zoon met trillende lippen. “U die de Almachtige bent, vergeef ze allen. Ze weten dat U rechtvaardig bent, en deze dag van Oordeel zou mooier zijn als het allemaal vreugdevol zou zijn. Herinner de dag van Uw Verrijzenis, U vergaf zelfs degenen in de diepste regionen van de Hel.” Jezus zei: “U oordeelt met de zachtheid van Uw ziel, maar kunnen deze goddeloze rebellen naast de goeden en de rechtvaardigen leven in het Paradijs, die Ik heb beloond?” De Maagd was stil, enkel haar gezicht smeekte om genade. Ze bleef heel stil, en toch smekend. En haar Goddelijke Zoon gaf toe aan Zijn eerbiedwaardige Moeder en vergaf de minst boosaardigen tussen de rebellen. Hij vertrok met Zijn Moeder naast Hem, gevolgd door een immense spiraal van jubelende zielen zoals de zachte parfum van wierook die van het altaar opstijgt met de stralende lucht recht naar de horizon zoals enkel Christus en Zijn Heilige Moeder dat konden.    

     

     

     

     

    15-06-2017 om 14:40 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 1

    Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag  - Fanny Moisseieva

    Voorwoord

    Vijf maanden zijn verstreken na mijn ervaring en ik had nog niet beslist hoe mijn visioenen te beschrijven. Ik had niet de kracht om het lijden dat ik doorstond in mijn tocht door de Hel van mij af te zetten. Ik heb al de verloren zielen voor mij gezien en dan de schoonheid van het Paradijs wat onvergelijkbaar is met iets op aarde. Tegelijkertijd zag ik al deze visioenen voor mij en kon ik ze niet vergeten. Integendeel, ze werden duidelijker naarmate de tijd verstreek. Op een nacht, voelde ik een aanwezigheid bij mijn kussen, ik probeerde om mijn zuster te roepen, die dicht bij mij aan het slapen was, maar mijn armen konden niet bewegen. Ik probeerde te roepen, maar het was tevergeefs, zo fluisterde ik een gebed. Dan hoorde ik dezelfde zachte stem van mijn hemelse metgezel die zei: “Waarom getuig je niet aan de mensen van wat je gezien hebt? Vrees God en lok Zijn toorn niet uit. Vanaf vandaag, moet je alles beginnen op te schrijven zodat het eeuwige bestaan kenbaar wordt gemaakt.”

    Deel 1 : Leven van de ziel na de dood van het lichaam

    Op bevel van dokter Tastari was ik verplicht in het ziekenhuis te blijven gedurende maart 1928 in een Katholiek Ziekenhuis in een stadje, Hankow, om te rusten. Op de vijfde dag van het verblijf kreeg ik een zeer pijnlijke hartaanval en verloor het bewustzijn. Toen ik terug op mijn positieven kwam smeekte ik de dokter om hulp. Hij kalmeerde mij met medicatie. Maar die avond kwam de verpleegster mij mijn avondmaal brengen en ik voelde dat ik mij niet meer kon bewegen. Het was net alsof ik dood was. Ze riep om de dokter van de nachtshift en hij onderzocht mij en verklaarde mij dood. Ik werd naar het mortuarium gebracht. Na gewassen te zijn werd ik op een tafel gelegd en bedekt met een laken. De Chinese bewaker had wat bloemen en legde ze bij mij. De volgende dag werd Dr Tastari op de hoogte gesteld van mijn dood en hij ging naar het mortuarium. Hij deed mijn oogleden omhoog en stelde vast dat ik niet dood was en hij beval dat ik in een warme ruimte zou geplaatst worden. Drie dagen gingen voorbij zonder dat mijn lichaam enig teken van verandering aangaf en dat betekende dat ik in een coma was.

    Deze toestand bleef 9 dagen duren. Ik kreeg geen voedsel en geen medicatie. Ik had geen hartslag en ik ademde traag.

    Om ongeveer 7 uur ’s avonds van de 10de dag werd ik wakker en strekte mijn armen en benen. Ik zag dat ik in een kleine kamer lag en nauwgezet in het oog werd gehouden door de medische staf. Ik voelde geen pijn en het was alsof ik wakker werd uit een normale slaap. Ik voelde mij echter zwak. Toen de bewakers mij zagen rechtzitten, haastten ze zich buiten mijn kamer. Ik wist niet wat er gebeurde en ik dacht dat er ergens een brand was. Daarom probeerde ik achter hen te lopen in de gang en omdat ik zo zwak was moest ik op een vensterbank leunen. Ik deed teken dat ik dorst had omdat ik mijn stem was verloren, maar niemand kwam me helpen. Ze keken eventjes naar mij vanachter de deur. Ik was zwak en voelde mij beven. Ik kon maar niet begrijpen waarom ze mij hadden verplaatst van de grote zaal naar een klein kamertje. Ik moet in een zeer diepe slaap geweest zijn. Het nieuws had de nachtzuster bereikt die mij zittend op de vensterbank vond. Dan werd de dokter op de hoogte gesteld en hij stopte mij in een warm bed om mijn conditie in het oog te houden. Door de genade van de Allerhoogste God werd ik niet levend begraven.

    De tijd verstreek en de dokter die bij mij was gebleven gedurende mijn hartaanval, vertrok. Ik was buiten gevaar en rustte. Dan overviel mij een vreemde slaperigheid en ik viel in slaap, maar je kon het niet echt een slaap noemen. Ik voelde niets meer. Het was alsof ik nog een ander lichaam had en ik werd bang.

    Ik had nooit zo’n vreemd gevoel gehad, mijn gedachten waren zoals de golven in een storm. Ik had geen controle meer over mijn lichaam en mijn armen waren verlamd. Ondanks dit alles probeerde ik te vechten voor mijn leven. Ik kon mij niet bewegen of zelfs maar ademen. Dit is het einde dacht ik, toen er plotseling een rilling over mijn rug kwam en ik voelde mij afgescheiden van mijn lichaam en het was alsof ik niet meer bestond.

    Ik weet niet meer hoelang dit duurde, terwijl ik mij in het midden van de zaal bevond. Omgevormd door een onbekende kracht in een licht en etherisch lichaam voelde ik mij bevrijd van al de kledij die ik droeg. Ik keek naar beneden en zag mezelf naakt staan. Dan keek ik rond en zag dat al de andere patiënten sliepen. Ik was beschaamd en keerde terug naar mijn bed. Maar tot mijn uiterste verbazing zag ik mijzelf onbeweeglijk liggen en als dood. Het verbaasde mij om mezelf te zien staan en tegelijkertijd onbeweeglijk in het bed te zien liggen.

    Ik besefte onmiddellijk dat ik een ander bestaan was begonnen en het woord “dood” leek zo stom en onwerkelijk. Ik voelde duidelijk dat de dood niet bestaat en dat het leven blijft duren en niet stopt. Mijn lichaam leek dood, maar ik was er helemaal niet rouwig om, ik had enkel de vrees en het medelijden met mijzelf van wat ik was geweest. Waar moet ik heen? Hoe zal ik mijn eeuwigheid doorbrengen? Ik voelde dat ik beter hoorde, en gevoelig was voor het minste geluid. Mijn zicht was doordringend. Ik zag alles in een nieuw licht, duidelijk zichtbaar.

    Ik zag door het raam stralende jonge mensen vliegen, gekleed in het wit en hun hoofden omringd door een gouden licht. Ze omringden mij – wachtend op iets. Op hetzelfde moment verscheen er een menigte van boosaardige geesten, afstotelijk en lelijk in de zaal. Op hun verwrongen lelijke gezichten was perversiteit af te lezen en ze vulden de zaal met hun rauwe gedrag. Met afschuw zal ik hun doordringende ogen die mij aanstaarden als ze op mij toekwamen. Ik schreeuwde van angst. Opeens werd de zaal gevuld met licht en iemand bedekte mij met een gewaad dat licht was en een zoete geur had. Ze namen mij bij de hand en hij zei: “Vrees niet, terwijl je bij mij bent, zullen ze je niets doen.” Ze waren reeds verdwenen van zodra het licht binnenkwam. De stem ging verder: “Je bent van onze familie. Ik ben gekomen om je de waarheid te tonen van wat er bestaat en wat er zal gebeuren.”

    1 Satan rebelleerde tegen God

    Dan daalden we neer als in glas. In een ogenblik verdween de stad en mijn metgezel zei: “Nu heb je gezien hoe het leven overgaat van de wereld tot het leven van de eeuwigheid, de zielen van de rechtvaardigen en deze van zondaars.” Ik zag hoe de duivels geesten streden voor de zielen van de arme, miserabele zondaars die beefden van schrik, terwijl de goede Engelen op een afstand bleven, staken de arme zielen hun armen uit naar hen, maar het was tevergeefs. Ik zag dat de Engelen temidden van lofliederen de zielen van de rechtvaardigen naar de Hemel brachten.

    “Waarom zijn er goede en goddeloze geesten in de wereld? vroeg ik aan mijn metgezel. En hij zei mij dat in het begin God de Geestenwereld schiep met onsterfelijke Engelen en ze een vrije wil gaf om gelukkig met Hem samen te leven of Hem in de steek lieten als ze wilden. Sommigen revolteerden tegen God met ondankbaarheid voor alles wat Hij gedaan had, dit wekte Gods toorn op en zo werden ze uitgedreven van Zijn aanwezigheid omdat ze het niet waard waren om de hemelse zaligheid met Hem te genieten. Hij vervloekte de Aartsengel die de revolte tegen Hem was gestart en noemde hem Duivel Satan.”

    Eens uit het Paradijs verdreven, verloren de gevallen Engelen hun heiligheid en namen een lelijke en afschuwelijke natuur aan en schuilden op verschillende planeten beroofd van Gods genade. Sommigen van de eeuwige vijanden van God vielen op aarde en ze begonnen ongehoorzaamheid en verderfelijkheid te onderwijzen aan al Gods schepselen. Ik vertel je de Goddelijke universele waarheid, God zag de moeilijkheden van de mensen op aarde, die volledig onder Satanische invloed stonden zonder hoop om ooit de Hemel binnen te komen. Daarom zond God Zijn Eniggeboren Zoon naar de aarde om het menselijk ras te redden. Hij was het Woord van de Onzichtbare God en de Heilige Geest, zoals de zon het licht en de warmte onzichtbaar maakt.

    2 Zondaars vrezen altijd de dood

    We kwamen in de nabijheid van een grote stad en een beetje later bevonden we ons in het huis van een stervende zondaar. Hij werd reeds drie dagen gekweld in zijn doodsstrijd en zijn ziel wilde zich niet afscheiden van zijn lichaam. Zonder enig medelijden voor de stervende man werd in de naaste kamer een feestje gegeven met godslasteringen en heiligschennissen. Ik zag een groep van verdrietige Engelen staan die hoopten dat de stervende man de genade van God zou aanroepen. Maar helaas, de hoop van de Engelen was tevergeefs. Ze verdwenen, en toen namen de boze geesten het helemaal over en mijn metgezel zei : “Het uur van de dood van deze zondaar is aangebroken. Geworteld in zonde, zoals hij, begrijpt hij de verschrikkelijke toestand niet waarin hij zich bevindt en denkt hij er niet aan waar zijn ziel heen zal gaan. Hij denkt enkel aan zichzelf. Altijd gehaast, altijd zoekend naar iets, nutteloze dromen najagend en alle soorten zonden plegend. Maar als hij over zijn zondig leven zou nagedacht hebben, zou hij weten dat het hem zou afscheiden van God. Nu sterft hij in zonde en neemt hij zijn ongehoorzaamheid en voortdurende opstandigheid tegen God mee.

    De zondaar stierf en fluisterde wat onverstaanbare woorden. Zijn ogen staarden ergens ver weg, niet wetend waarvoor hij in de wereld heeft geleefd. Plotseling zag ik een gruwelijke boze geest naderen en zei tot de zondaar met een boosaardige stem: “Jij bent van mij.” De stervende man huiverde en slaakte zijn laatste adem en alle leven was uit hem geweken. Hij was dood en de duivel vertrok met zijn ziel. Ik dacht aan dat moment toen ik op die ziel leek die juist afgescheiden was van zijn lichaam. Ik keek naar mijn handen en voeten en ze hadden enkel de lijfelijke vorm, maar van een substantie die onmerkbaar was voor een mens.

    Dan was er een complete stilte, de dronkaards binnen het huis stopten met praten, en naderden de dode man, ze riepen hem, maar hij was dood. Hun gezichten waren vervuld met een angstgevoel, ze verlieten het huis, en lieten de dode alleen. Ik vroeg aan mijn metgezel : “Waarom zijn de mensen bang van de dood, zelfs van een ouder of geliefde?” Hij antwoordde : “Omdat de dood voor alle mensen een verschrikkelijk en ondoordringbaar mysterie is. Als ze aan het moment van de dood denken, dan maakt de dood geen deel meer uit van deze wereld, en ze voelen instinctief aan dat zijn geest nog altijd aanwezig is bij zijn dood lichaam en ze vrezen dat de verschijning van zijn ziel hen zou beschuldigen. En zo vrezen ze de dood. Weinig mensen begrijpen het. En als de ziel van iemand onsterfelijk is vrezen ze dat ze geconfronteerd zullen worden met hun eigen zonden en hun eigen sterfelijkheid. Hetgeen onvermijdelijk is en zo denken ze aan hun verdiende straf.  En de vrees voor de dood is de vrees voor God.”

    “De goeden zijn in tegenstelling niet bang voor de dood omdat ze God liefhebben in hun hart. Nu zie je dat de ziel onsterfelijk is en blijft bestaan. Wat zijn degenen die de onsterfelijkheid van de ziel in twijfel trekken verkeerd. Aan de andere kant zijn verschijningen van de zielen van doden niet zeldzaam. Er zijn reeds vele verschijningen geweest van Heiligen en wonderen bewerkt door hen, om deze reden zouden ze in de onsterfelijkheid van de ziel moeten geloven. Kom, laten we het huis verlaten.”

    “Waarom is niet iedereen gelukkig in de wereld?” vroeg ik hem. “En waarom zijn er zeer rijke mensen en anderen die in schrijnende armoede verkeren?” en hij antwoordde : “Het leven op aarde is enkel een tijdelijke plaats en de hulpmiddelen die gegeven worden aan de mens moeten hem helpen in de wereld. In Zijn oneindige wijsheid heeft God de mens intelligentie en de wil om het goede of het slechte te kiezen gegeven. Daarvoor zal hij verantwoordelijk geacht worden. De rijken moeten niet bezorgd zijn om het Evangelie waarin wordt gezegd dat het moeilijker is voor een rijke man om in het paradijs te komen dan voor een kameel door het oog van de naald te komen.”

    Ongetwijfeld zijn de rijken meer verleid door zonde door pleziertjes en rijkdom die hen omringen. Zo worden de Geboden van de Schepper steeds meer genegeerd, in tegenstelling met de armen die niet aan die bekoring worden blootgesteld. Of de rijken nu goed en vroom zijn, en hun geloof praktiseren, is het zeker dat degenen die dankbaar zijn voor Gods mildheid goed ontvangen zullen worden in de Hemel. Zo was het ook met Abraham die overvloedig gezegend was met dienaren en schapen en al de goederen van zijn tijd. Hij genoot ervan en was ook de geboden getrouw. God was tevreden over hem en zegende hem, en begunstigde hem boven alle andere mensen, door hem de verschijning van de Heilige Drie-eenheid in de vorm van drie pelgrims te sturen.

    OLHeer Jezus Christus, zei in een van zijn parabels hoe de Engelen de arme en vrome Lazarus naar de boezen van Abraham brachten. God was zeer tevreden met Abraham want hij was een goed en deugdzaam man en hij werd ontvangen in het Koninkrijk van de Hemel. Maar door arm te zijn heb je ook niet automatisch toegang tot het Paradijs, tenzij de ene naastenliefde betoont tot zijn naasten. Dan kunnen ze de vreugde van de Hemel overwegen.

    3 Een ware wetenschapper is nooit een atheïst

    Terwijl we over een grote stad vlogen, merkte ik mensen op van verschillende nationaliteiten en verschillende kleuren en rassen. “Wat was de oorsprong van deze verscheidenheid van mensen?” en hij antwoordde: “Nadat God de drie koninkrijken van dieren, vogels en vissen had geschapen, schiep Hij naar Zijn eigen beeld en gelijkenis Adam en Eva. Van hun nageslacht werden verschillende delen van de wereld bevolkt. Sinds de schepping van de wereld hebben er veel veranderingen plaatsgevonden door Gods wil. Vele continenten gingen onder water en bepaalde gedeelten die in de zee lagen zijn gestegen naar de oppervlakte. Al deze veranderingen hadden een invloed op de mensen die in verschillende delen van de aarde leefden. Geleidelijk aan dachten sommigen dat ze de enige menselijke wezens waren op aarde. Gescheiden door zeeën en oceanen waren ze vergeten dat de anderen bestonden. Ook het klimaat veranderde en God maakte dat degenen die leefden in de tropen een donker kleur hadden. Of ze kregen een rood of geel kleur naargelang het klimaat waarin ze leefden. Er waren ook verschillen in hun ideeën en talen.  God wenste dat ze allen Hem zouden kennen en Hem gehoorzamen.”

    Toen we over een grote kathedraal vlogen bemerkte ik een lichtbunder van gouden licht die door de koepel kwam. “Wat is dit?” vroeg ik. Hij zei: “Het zijn gebeden die geofferd worden gedurende de verheffing van de geconsacreerde Hostie en de Heilige Wijn. Op het meest plechtige moment van de Mis stijgen de gebeden direct op naar de Heer en brengen veel goeds voor de zielen, waar God zo van houdt, naar beneden. Geen daden of woorden kunnen vergeleken worden met dat plechtige moment wanneer glorie en lofprijzing opstijgen naar de Heilige Drie-eenheid en gelijktijdig de levenden en de doden ten gunste komen.”

    “Als er een vrouw een man liefheeft dan wil ze natuurlijk alle goeds voor haar vriend. Maar we zijn onvolmaakt, en ongeacht hoeveel goeds we wensen voor onze vriend, vooral als hij of zij ver weg is, aanroepen we Gods genade, en God die vol goedheid is en liefde, zal het aan onze vriend toestaan. Het hangt af van de manier waarop we smeken om die genaden. God verleent hen door gebed, vooral geofferd bij de verheffing van de heilige Hostie en de heilige Wijn. Gebed leidt ons op het goede pad. Het bemoedigt ons en red ons. In feite is gebed onontbeerlijk voor de ziel. Het versterkt ons geloof en helpt ons in onze strijd tegen de tegenstander. Gebed roept op tot hoop en vertrouwen in God en de ogen van degenen die bidden, zien Gods goedheid in alles, overal.”

    “Degenen die niet bidden en streven naar gebed of hemelse zegeningen zijn beroofd van de Heilige Geest. Dan neemt de geest van het kwaad bezit van hem, en verblindt hem zodat de goedheid van genade niet binnendringt in hem. Hij verliest zijn eigen waardigheid, en brengt hem tot haat en angst voor een boze God. Hij vergeet of denkt nooit aan zijn dood noch aan het goddelijk oordeel. De boze geest verleidt mensen tot zijn wegen en het vermelden van God is hem onaangenaam. In dit geval denkt hij dat er geen God is en de wereld op zich volstaat. Geloof de atheïsten niet, laat hen in hun mening, maar weet dat ze de boze in de kaart spelen.”

    “Hele steden werden opgegraven, nadat ze werden begraven voor duizenden jaren. Dit bewijst dat God hen heeft gestraft voor hun ondankbaarheid, en hen tegelijkertijd Zijn almacht heeft laten zien.  Wetenschappers die de natuurwetten bestuderen, zijn verwonderd bij het zien van de grootsheid van de schepping. Ze zijn vervuld met ontzag na hun openbaring door de grootsheid van Gods almacht. Daarom is een ware wetenschapper nooit een atheïst. Hij onderzoekt met zijn begaafdheid alle bevindingen en erkent de grote Schepper met heel zijn hart en ziel. Wanneer God de ontwikkeling en intelligentie van degenen ziet die zoeken naar een betere kennis van dingen en een verbetering van hun kortstondig bestaan, zal Hij hun helpen in hun inspanningen met Zijn genade. Maar God wil ook de perfectie van hun zielen en hen naar een grotere waardering van Hem brengen Daarom zijn er mensen die tot een hoge graad van cultuur zijn gekomen, maar die zichzelf alle krediet geven. Ondankbare mensen die de Goddelijke hulp niet erkennen verdienen Gods toorn en straf. En God zal al hun ondernemingen vernietigen en een andere generatie toelaten om het te perfectioneren. Op die manier moet de mens zich realiseren dat er niets kan bereikt worden zonder God.”

    4 Lijden komt van God 

    Na een korte pauze vervolgde hij: “Er zijn nu bijvoorbeeld bepaalde mensen die ziekte en lijden ondergaan, die God in zijn goedheid toestaat voor de zuivering van hun zielen, vooral wanneer hun tocht in deze wereld bijna ten einde is. Velen zijn onwetend van het feit dat hun lijden van God komt. In Zijn voorzienigheid, echter, zou hij medelijden met hen hebben als ze Zijn medelijden en Zijn Heilige Naam zouden aanroepen. Hij verlangt de redding van allen. Elk teken en vermelding van de Naam van de Heer is een gebed en brengt de ziel nader tot God.

    We moeten genereus zijn, naastenliefde betonen en aan de armen en behoeftigen geven, en ook bidden, omdat zonder gebed en goede werken geen redding is voor de ziel. Om deze reden zullen al degenen die de ongelukkigen kwellen gestraft worden. Als je iets wil doen, doe het, zonder anderen te verleiden. En geef God nooit de schuld voor tegenspoed die Hij in Zijn liefde voor je redding toestaat.” Ik vroeg: “Maar hoe kan een atheïst of agnosticus verlicht worden om Gods genade te ontvangen?” Hij zei: “Door verenigd te zijn met de Kerk die de trap is naar de Hemel. In haar zullen ze de genade vinden, omdat zij glorie geeft aan de Heer in al wat ze doet. Wanneer een atheïst een kerk binnengaat en zijn gedachten tot God richt en zegt : ‘Heer, toon me Uw wil, geef me geloof en ik zal gehoorzamen.’ Want OLHeer heeft gezegd: “Ik zal degenen die tot Mij komen niet wegzenden.” En geloof zal zijn hart vervullen en hij zal revolteren tegen zijn zonden. Hoe sterker hij revolteert hoe groter zijn geloof en begrip zullen zijn. Elke ziel op aarde is begiftigd met de kiem van geloof en de atheïst zal zo het geestelijke ontmoeten. Hij zal troost vinden in Jezus Christus en hij zal hoe langer hoe meer verheugd zijn naarmate hij dieper zoekt. Bewaar je geloof, plaats God in je hart. Ongeloof zal je schade berokkenen, het is een morele ziekte, ontvlucht het zoals de pest. Wat is een bestaan zonder Gods genade?

    Want zonder God is er geen troost, en klaag nooit over Gods gerechtigheid in Zijn schepping. Wie zijn wij om de Almachtige God te oordelen. We zouden elk moment onze hoofden moeten buigen in dankbaarheid. De boze geesten kennen Gods bestaan maar ze wensen te ongehoorzamen en kwaadwillig te blijven. Zeg nooit : “Het heeft zo moeten zijn.” Het lot bestaat niet, want als je leven was voorbeschikt, hoe kan God dan het goede beoordelen en je beloning geven of je straffen voor je overtredingen. Want de daden van de mens zijn het product van zijn eigen wil. Het leven is een strijd en we moeten Gods hulp op ieder moment inroepen. Hoeveel moeilijke problemen zijn er niet opgelost door Gods tussenkomst. Velen hebben dergelijke ervaringen en zouden dankbaar moeten zijn. Terwijl in andere gevallen als de mens zich in ongenade bevindt, moet hij een betere inspanning doen om Gods hulp in te roepen om het te overwinnen. Hij mag nooit wanhopen. De hulp komt eraan. Alles is geregeld door Gods universele wijsheid. Alle schepping komt voort uit de onovertroffen intelligentie van God en om deze reden werd de mens intelligentie gegeven om het grote werk van de schepping in te zien. De mens werd niet beroofd van dit inzicht.”

    “Er zijn gebeurtenissen in het leven van bepaalde mensen die een buitengewone betekenis hebben, wanneer ze de hand van God erin zien en voelen. Laat ons de profetie van de Gezalfde herinneren ‘Uit de wortel van David zal de Redder van de wereld geboren worden.’ Laat ons de profetie van het aardse leven van Jezus Christus herinneren. In de vervulling van deze profetieën ziet men het grote plan van God, en daarom zou het verkeerd zijn dit te vergelijken met het menselijk concept van de lotsbestemming. Het lot bestaat niet, dit woord en dit concept is een uitvinding van de mens. Het leven van elk van ons is gepland volgens zijn wil en zijn goede of slechte daden. De mens is de heer en meester van zijn eigen leven, en precies om die reden werd hij begiftigd met intelligentie. Daarom moet hij zich verantwoorden tot God voor alles dat hij gedaan heeft gedurende zijn leven op aarde.

    Wanneer hij lijdt voor zijn zonden, moet hij inzien dat de fout volledig bij hem ligt. Een andere grote fout is al de hulp die God geeft toeschrijven aan het lot, wanneer God bijvoorbeeld Zijn genade geeft aan degenen die vast geloven dat hij van hen houdt. De Goddelijke genade daalt altijd neer op de mensheid, maar vooral in de moeilijkste en pijnlijkste momenten, als iemand lijdt of dringend hulp behoeft. Het leven is een strijd en daarom moet de mens op beslissende momenten de hindernissen overwinnen die bedoeld zijn om hem te helpen bij de bevrediging van zijn verlangens. Wanneer de wil en de intelligentie van de mens niet in staat zijn om de gebeurtenissen in het leven aan te kunnen, en wanneer de mens niet in staat is te vechten of hij zich niet kan verdedigen, komt God te hulp op een wonderbaarlijke manier, die voor allen duidelijk te zien is. In het bijzonder, wanneer hij de verschrikking van een situatie ervaart die onoverkomelijk lijkt. Met sommige mensen gebeurt dit meer dan eens in het leven.”

    “Velen geloven dat huwelijken geregeld worden in de hemel, maar ik herhaal dat het lot niet bestaat, maar bepaalde huwelijken gebeuren door de wil van God. Sommige verbintenissen zijn de beloning voor een vroom leven en dan is het leven van het paar vredevol en gelukkig. Andere huwelijken zijn een beproeving en God oordeelt daardoor de sterkte of zwakte van de mens. Het lot bestaat niet, maar in het leven van elke mens zijn er echter perioden van geluk die verleend worden door de hemel. Dan ervaart hij vrede in zijn ziel, in zijn werk, in relaties met anderen en is hij succesvol in alle dingen die hij doet.”

    In sommige gevallen duurt dergelijk geluk niet lang en verandert het ten slechte, dikwijls wanneer men het het minst verwacht. De mens moet zijn wil hieraan aanpassen en het aanvaarden. Geluk bestaat, maar in het leven van ieder van elk is er ook tragiek en tegenspoed. De mens moet eraan denken dat deze perioden niet eeuwig duren. Om deze reden, moet de mens in tijden van beproeving zijn wil en geest dwingen om de tegenspoed te overwinnen, verlies de moed niet en wordt niet wanhopig. Verlies de kalmte niet. Onthoud dat de Goddelijke Wijsheid heerst over het hele universum. Elke traan, elke ongenade, elk lijden, elke vreugde is noodzakelijk voor God voor de realisatie ven de verlangens en ideeën van de mens. Al de scheppingen van God zijn de vrucht van een oneindig hogere intelligentie, daarom is het leven van de mens betekenisvol. In zijn leven zou de mens de uitdrukkelijke Wil van God moeten beseffen en dankbaar zijn. Zie de begaafdheid van de wereld zoals die geschapen is door God. Zo is ook het leven van de mens betekenisvol.

    15-06-2017 om 12:49 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verboden poorten

    Verboden poorten

    Tekenen en wonderen kondigen komst Antichrist aan 

    'Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!' (Mat.7:22-23, SV) 

    Met andere woorden: tekenen en wonderen, feitelijk het belangrijkste kenmerk van de moderne charismatische beweging, zijn beslist geen bewijzen dat God in deze kerken en samenkomsten aan het werk is, zelfs niet als ze in de 'Naam van Jezus' worden gedaan. Sterker nog: Paulus waarschuwt de gelovigen zelfs dat juist bedrieglijk echt lijkende 'krachten', tekenen en wonderen veelal van satan zijn en de komst van de Antichrist zullen aankondigen (2 Tessalonicenzen 2). Ook Jezus zei dat alleen een 'verdorven generatie' op zoek is naar tekenen (Lucas 11:29).

    Wereldwijd zijn op deze wijze vele miljoenen christenen ernstig misleid met volkomen onbijbelse tekenen en wonderen zoals valse (= veelal tijdelijke of gedeeltelijke) genezingen, nep-bevrijdingen van demonen, alle Bijbelse regels overtredende 'tongen'taal en vallen/lachen/springen/dansen/bevriezen en sinds kort zelfs kotsen 'in de geest'. Samen met de eerder genoemde valse theologiën zullen dit voor ware christenen duidelijke signalen zijn dat komst van de Antichrist en de Valse Profeet nabij is, en zullen zij daarom beseffen dat er nog maar weinig tijd is om te proberen om enorme aantallen medegelovigen alsnog uit het verblindende satanische vuur te rukken.
     

    Laatste fase teruggekeerde dagen van Noah aangebroken

    Niet alleen in de Bijbel, maar ook in geschriften van talloze oude culturen staat opgetekend hoe de 'goden' of 'gevallen engelen' zich ooit tegen de wil van God voortplantten met menselijke vrouwen. 

    In 1876 besprak de Engelse theoloog in zijn absolute meesterwerk Earth's Earliest Ages de profetie van Jezus Christus dat de eindtijd, de periode pal vóór Zijn terugkeer op Aarde, gekenmerkt zou worden door een herhaling van de 'dagen van Noach'. Pember zag in zijn eigen tijd de eerste signalen van het eerste teken, en kwam tot de conclusie dat het laatste, meest vreeswekkende teken een terugkeer van de 'geesten van de Nephilim' zou zijn. De razensnelle ontwikkelingen in de genetische, biologische en nanotechnologische wetenschappen wijzen er duidelijk op dat deze laatste fase van de teruggekeerde 'dagen van Noach' in onze tijd is aangebroken. (Claudia : In CERN willen de wetenschappers toegang hebben tot volgende dimensies om zo de poorten te openen voor de lage geesten en de terugkeer van de Nephilim.) 

    In Matteüs 24:37 zegt Jezus tegen Zijn discipelen dat het teken van Zijn komst en het einde van de wereld een herhaling van de dagen van Noach zou zijn. Het bijzondere van dit tijdperk is niet zozeer dat de mensen trouwden, aten, dronken en gewoon verder leefden alsof er niets aan de hand was (vers 38), alhoewel dat laatste gegeven inmiddels heel duidelijk zichtbaar is, ook onder veel christenen. De dagen van Noach werden echter vooral gekenmerkt door de aanwezigheid van de (geesten van) de Nephilim op Aarde (Genesis 6:4). 

    De verboden vermenging van de gevallen 'Wachters' met de mensheid

    De eerste komst op Aarde van de 'zonen Gods' (b'nai ha Elohim) of 'gevallen engelen', die in moderne taal wellicht 'aliens' of 'buitenaardsen' genoemd kunnen worden, wordt niet alleen in de Bijbel beschreven, maar ook in geschriften van talloze oude culturen zoals die van Egypte, Perzië, Assyrië, Babylonië en Sumerië. De Hebreeën noemden deze 'zonen Gods', die zich genetisch vermengden met de mensen (Genesis 6:4), Nephilim of 'Wachters'. 

    In apocriefe boeken zoals Henoch, Jubileeën, Baruch, Genesis Apocryphon, Philo, Josephus en Jasher wordt meer informatie gegeven over de tijd dat deze buitenaardse wezens op Aarde rondliepen. Zo was de reus Goliath een afstammeling van deze Nephilim, die op hun beurt de kinderen waren van de 'Wachters' en menselijke vrouwen. In 1 Henoch 10:3-8 veroordeelt God deze niet toegestane vermenging op de meest krachtige wijze: noch van de Wachters, noch van de Nephilim, noch van hun kinderen zal God ooit hun zonden vergeven. Zijn zijn voor eeuwig verdoemd: 

    'Denk ook aan de engelen die hun oorspronkelijke positie ontrouw werden en de hun toegewezen plaats verlieten: tot het oordeel op de grote dag houdt Hij hen met onverbreekbare (lett: 'eeuwige') boeien in de onderwereld (lett: 'duisternis') gevangen.' (Judas 1:6) 

    Volgens Henoch daalden 200 engelen af uit de 'hoge hemel' - de ruimte en/of een andere dimensie- en mengden zij hun eigen DNA met dat van de mensen. In Genesis 6:2 (Interlineaire Hebreeuwse Bijbel) staat dat deze (gevallen) engelen menselijke vrouwen als 'geschikte uitbreidingen' zagen. Omdat nooit eerder begrepen werd dat dit sloeg op de genetische vermenging van hemelse wezens met mensen, waardoor de eerste hun invloedssfeer tot in de zichtbare wereld konden uitbreiden, hebben alle Bijbels deze term foutief met 'schoon' of 'mooi' vertaald. Het ging de gevallen engelen echter niet om de uiterlijke schoonheid van vrouwen, maar om de mogelijkheid om zich via hen in fysieke toestand voort te planten. 

    In de Griekse versie van het Hebreeuwse Oude Testament (de Septuaginta) werd het woord 'Nephilim' vertaald met gegenes, wat zoiets als 'aards geborenen' betekent. Deze zelfde terminologie werd gebruikt in legendes over de Griekse Titanen en andere 'halfgoden' zoals Herculues, Achilles en Gilgamesh. In deze oude teksten werden deze halfgoden vaak vergezeld door wezens die half-mens en half-dier waren, zoals centauriërs, chimera's, furies, satyrs, nymphen en minotauriërs. Dit lijkt er op te wijzen dat de Wachters bij het creëren van de Nephilim niet alleen menselijk DNA veranderden, maar ook dat van dieren. 

    In de Bijbelboeken Jozua (10:13) en 2 Samuël (1:18) wordt verwezen naar het niet in de Bijbel opgenomen boek van Jasher, waarin het verhaal van de val van de Wachters wordt omschreven. Nadat de Wachters de mensen hebben ingewijd in de 'geheimen van de hemel' schrijft Jasher: 'Toen begonnen de mensenzonen de vermenging van dieren van één soort met andere (soorten) te leren, om op die manier de Heer te tarten.' (4:18) 

    Dit kan niet slaan op de natuurlijke vermenging van diersoorten (zoals paarden met ezels) onderling, omdat God dit immers Zelf in de Scheppingorde mogelijk had gemaakt. Om God te 'tarten' moesten de Wachters dus verboden grenzen overgaan, net zoals de moderne wetenschap dit inmiddels kan en ook daadwerkelijk doet: het vermengen van DNA met van nature niet onderling te kruisen diersoorten en zelfs met het DNA van mensen. 

    Wetenschap wil van mensen goden maken 

    De vraag rijst waarom de Wachters zulke enorme risico's namen, omdat het overschrijden van deze grenzen hun eeuwige verdoemenis door God zou kunnen opleveren (volgens Henoch gebeurde dit dus ook). Waren hun beweegredenen slechts gebaseerd op het God willen dwarszitten, of hadden ze diepere, verborgen motieven? In een volgend deel gaan we daar dieper op in, maar de volgende quotes geven al aan in welke richting u moet denken: 

    'Het zou fijn zijn een artilect, een god te zijn, een almachtig en alomtegewoordig wezen. Ik zou spoedig zo'n wezen kunnen zijn. Dat is geen onhaalbare droom... Alles wat ik hier kan doen is iets van de kracht van het 'religieuze' gevoel dat ik en anderen deze eeuw publiekelijk zullen maken, over te dragen.' (Professor Hugo de Garis, ontwerper van kunstmatige hersenen) 

    'Alle grenzen zijn te overschrijden. Alle grenzen die ons definiëren als menselijke wezens, grenzen tussen een menselijk wezen en een dier en tussen een menselijk wezen en een supermens of een god.' (Prof. Leon R. Kass, oud-voorzitter Presidentiële Raad voor Bio-ethiek) 

    'Ooit leefde er een niet-menselijk ras op aarde. Zij werden de Rephaim (Nephilim) genoemd, en waren genetische monsters, mutanten, wier einde de duisternis is, net zoals hun samenleving op aarde dit was (vernietigd door de Zondvloed). Zal het werk van het J. Craig Venter Instituut (dat een geheel nieuwe levensvorm creëerde dat de bijnaam 'Synthia' kreeg) leiden tot een nieuwe gruweldaad?' (Gary Stearman, Bijbelwetenschapper) 

    Midden in de teruggekeerde laatste dagen van Noach 

    In het Nieuwe Testament van de Bijbel lezen we dat er in de laatste dagen pal voor de terugkeer van Jezus Christus op aarde net zoals in de dagen van Noach opnieuw een sterke bovennatuurlijke invloed zal zijn, die buitengewoon krachtig en misleidend is (2 Timotëus 3:13). Het effect op de mensheid zal zó intens zijn dat zelfs het geïnstitutionaliseerde christendom ermee besmet en er soms zelfs van doordrenkt zal raken. 'Maar de Geest zegt nadrukkelijk dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren.'  (1 Timoteüs 4:1, NBV). 

    Als we kijken naar de huidige ontwikkelingen zien we duidelijk deze in de Bijbel voorzegde steeds snellere en sterker wordende toename van de invloed van demonen op zowel de maatschappij als op religieuze gemeenschappen. De uitingen van deze occulte bovennatuurlijk machten zien we onder andere terug in een grote maatschappelijke interesse voor het bovennatuurlijke (films, tv-series, New Age concepten en rituelen, etc.), in kerken die vooral gericht zijn op uiterlijke 'tekenen en wonderen' (o.a. vallen, lachen, springen, gillen, kotsen in de geest) en ook in de wetenschap en technologie, wier experts vastbesloten lijken om door middel van zaken zoals genetische manipulatie de droom van transhumanisten -namelijk een 'verbeterd', 'opgewaardeerd' en veranderd menselijk ras- al op korte termijn waar te maken. 

    Aangezien dit precies is wat de Wachters en de Nephilim deden in de tijd van Noach, lijkt de voorspelling van Henoch dat deze (geesten van de) Nephilim in de laatste jaren van de eindtijd nog éénmaal zouden terugkeren op Aarde, inmiddels uitgekomen. 

    Uit : De Verboden Poorten deel 4 van Xandernieuws.punt.nl

    14-06-2017 om 17:10 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boek van Enoch, het boek voor de laatste generatie

    Het Boek van Enoch, het boek voor de laatste generatie

    Genesis 5:24 Enoch richtte zijn schreden naar God; zo kwam het dat hij verdween, omdat God hem wegnam.

    Gedurende de strijd van de derde hemel, bedroog Satan, die later de val van Adam en Eva veroorzaakte, 1/3 van de engelen, en deed hen rebelleren tegen God. Lucifer en 1/3 van de engelen streden tegen Gods trouw gebleven engelen. Ze werden neergeslagen door Michael en de getrouwen.

    Later toen de mens zich begon te vermenigvuldigen op aarde, daalden Semjeza en 200 gevallen engelen neer uit de derde hemel en toen ze de dochters van de mensen zagen, hadden ze gemeenschap met hen. Enoch de Profeet, de zevende van Adam, begon zijn missie tegen de gevallen engelen.

    Enoch hoofdstuk 6: En het gebeurde dat toen de mensenkinderen talrijk geworden waren, dat er aan hen in die dagen mooie en bevallige dochters geboren werden. En de engelen, de kinderen van de hemel, zagen hen, verlangden naar hen, en zeiden tegen elkaar: ‘Kom, laat ons vrouwen kiezen vanuit de mensenkinderen en nageslacht bij hen verwekken.

    Genesis 6 : Toen de mensen talrijk begonnen te worden op de aardbodem en dochters kregen, zagen de zonen van God hoe mooi de dochters van de mensen waren, en zij kozen zich uit die dochters ieder een vrouw. Maar Jahwe zei: ‘Mijn levensgeest zal niet altijd bij de mens blijven, want hij is maar een nietig wezen; de duur van zijn leven zal 120 jaar bedragen. In die dagen – en ook nog daarna – leefden er reuzen op de aarde doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen die hun zonen hadden gebaard. Zij waren de befaamde geweldenaars van de oude tijd.

    Toen Jahwe zag hoezeer op de aarde de boosheid van de mensen was toegenomen en hoezeer de begeerte van hun hart de hele dag naar het kwade uitging, kreeg Hij spijt dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en Hij was er zeer verdrietig om. En Jahwe zei: `Ik ga de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem wegvagen, zowel de mens als het vee en de kruipende dieren en de vogels in de lucht, want het spijt Mij dat Ik ze gemaakt heb.' Alleen Noah vond genade in de ogen van Jahwe. 

    Er is een verboden boek dat eeuwenlang verloren was, die gevallen engelen bevat, bloeddorstige reuzen en een waarschuwing voor de hele mensheid. Het is een antiek geschrift vol met goddelijke geheimen, dromen en visioenen. En reis in de Hemel en in de Hel geleid door de engel Uriel. Het Boek van Enoch werd genoemd naar de man waarvan de Heilige Bijbel zegt: Hij wandelde met God.

    Genesis 5:22 Enoch leefde na de geboorte van Metuselah nog 300 jaar; hij richtte zijn schreden naar God, en hij kreeg zonen en dochters. Heel de levensduur van Enoch bedroeg 365 jaar. Enoch richtte zijn schreden naar God; zo kwam het dat hij verdween, omdat God hem wegnam.

    Het Boek van Enoch werd genoemd naar een man die maar genoemd werd in 1 zin in het Boek Genesis. We kennen maar 1 zin van informatie over hem. En toch bleef iemand stilstaan op die naam en dacht : ‘Als Enoch opgenomen werd in de hemel, wat heeft hij dan gezien.’ Voor vele Christenen uit de oudheid was het Boek van Enoch essentieel. Toch werd het boek niet opgenomen in de Christelijke Bijbel.

    Kelley C. Bautch : We weten niet waarom deze literatuur niet werd opgenomen in het Canon. Misschien was het omdat het een beschrijving gaf van de val van de rebellerende engelen en hun omgang met sterfelijken.

    Het Boek van Enoch begint met een waarschuwing tot de hele mensheid dat een goddelijk oordeel werd uitgesproken en dat een straf zal opgelegd worden. God vertelt Enoch dat alle leven op aarde zal vernietigd worden in een Zondvloed. En net zoals het verhaal in Genesis legt God de schuld van dit kwaad bij de zonen van God, engelen die gemeenschap hadden met de dochters van de mensen.

    Kelley : Deze engelen worden Wachters genoemd. Ze houden voortdurend de wacht en ze beslissen op een dag dat ongeveer 200 van hen zullen neerdalen op aarde. Ze wilden graag contact met de sterfelijke vrouwen.

    Het Boek van Enoch kan een poging geweest zijn om de mysterieuze reuzen, de zonen van God en dochters uit Genesis uit te leggen. Elke keer dat je het Boek Genesis leest zijn er alle soorten van onbeantwoorde vragen. Plotseling zijn er vlug een paar verzen van de geschiedenis van de Zondvloed over de reuzen die voortkomen van de zonen van God en de mensendochters. En je denkt : Stop, wacht eventjes, waar gaat dit allemaal over.

    Het Boek van Enoch biedt een verontrustend visioen van de val van de engelen die achter de aardse vrouwen aanzitten. En ze begonnen hen te benaderen en seks met hen te hebben. Ze leerden hen hekserij en toverspreuken. Ze werden zwanger en ze baarden grote reuzen wiens grootte 300 el was en toen de mensen hen niet langer konden voeden, keerden de reuzen zich tegen hen en ze verscheurden de mensheid.

    Kelley: Deze engelen gingen over de schreef, wat ze niet mochten doen omdat ze geestelijke wezens waren en zo moesten blijven. Ze kwamen op aarde en zorgden op aarde voor alle soorten problemen. Niet alleen deze reuzen die bloeddorstig waren en gewelddadig, maar ze leerden de mensen een waaier van verboden zaken. Ze leerden de mensen hoe wapens te maken.

    Stephen B. Reid : De goede engelen, degenen die niet in verleiding werden gebracht door deze mooie vrouwen gaan naar God en zeggen: Er wordt veel bloed vergoten dat veroorzaakt wordt door deze slechte engelen. Op een gegeven punt zegt God dat ze de leider van de gevallen engelen moeten binden en hem in een put werpen. Dit lijkt op hoe we van nucleaire afval moeten afgeraken in de 21ste eeuw. Je neemt het mee naar een deel van de wereld waar niemand leeft en je begraaft het zo diep als je kunt. Voor deze gemeenschap was een gevallen engel als nucleaire afval: gevaarlijk, vluchtig.

    Nadat de rebellerende engelen in de diepten van de aarde werden geworpen, had Enoch een visioen. De leider van de gevallen engelen Azazel smeekt Enoch om hun zaak te bepleiten voor God en hen los te laten uit de diepten van de aarde. De vraag om clementie wordt echter afgewezen.

    Stephen : Deze versie van de val van de engelen was heel populair in vroegere dagen en bleef populair voor de komende eeuwen. Wanneer we kijken naar Dante’s werk over de inferno komt het voornamelijk uit het Boek van Enoch. Wanneer we kijken naar verschillende passages uit het Nieuwe Testament lijkt Enoch een rol te spelen in Korintiers wanneer Paulus het heeft over vrouwen die hun haar bedekken zodat de engelen niet verleid worden. Dit gaat terug naar de gevallen engelen.

    Een andere episode vertelt over Uriel, een machtige engel die de zorg heeft over de Sterren, die Enoch’s gids wordt doorheen de hemelse rijken.

    Kelley : Uriel’s naam betekent ‘God is mijn licht’ en wanneer hij wordt beschreven in verband met God dan zit hij ten oosten van Gods troon. Dit is zeer interessant want de zon komt op in het oosten. Dat zet ons aan het denken dat hij op een of andere manier met de Zon of de sterren te maken heeft. Of met de hemellichamen die hun dagelijkse omwentelingen doen.

    En Uriel de heilige engel die de leider is van hen allen toonde mij hun posities en ik schreef hun positie neer.

    Stephen : En zo is er iets gaande met de sterren. Het kan teruggaan tot de rol van astrologie en de studie van sterren in het Perzische Keizerrijk dat nu een nieuw bewustzijn teweeg brengt dat constellaties niet enkel constellaties zijn. Ze hebben macht en door deze tocht door de hemel krijgt Enoch informatie en hij weet waar de machten zijn. En dat betekent dat je toegang hebt tot deze macht.

    Met zijn beschrijvingen van hemelse machten en de gruwelen die kwaadwilligen te wachten staat, en zelfs engelen, was Enoch een van de meest populaire boeken onder de eerste Christenen.

    We weten dat sommige eerste Christenen de geschriften van Enoch betrouwbaar vonden die openbaringen van God bevatten. Sommige mensen dachten dat, sommige invloedrijke mensen dachten dat, en daarom werden deze boeken gebruikt zoals andere boeken van de Bijbel. Het boek Openbaring verschijnt ook in het Nieuwe Testament. Maar het werd een beetje te vreemd bevonden voor de traditie. Toch werd het zonder twijfel veel gelezen en was het zeer populair.

    Wat gebeurde er toen Joshua en de natie Israel het land van Kanaan binnen gingen? Ze werden bevolen om elke man, vrouw en kind van bepaalde stammen uit te roeien. Het waren hybriden die de Nephilim (= reuzen) werden genoemd en ze waren enorm groot. Ze hadden ijzeren bedden die 15 m lang waren en 3 m breed. Men zei dat de Israelieten zoals sprinkhanen waren tegenover de Kanaanieten. Deze Nephilim waren de afstammelingen van zeer kwaadaardige geestelijke wezens. Ze waren blijkbaar de hoofdreden waarom God de Zonvloed zond. Satan kende de profetieen van iemand dat zou komen en die hem zou overwinnen. Hij wist dat de Messias een mens zou zijn. De Nephilim waren een poging om in de hele bloedlijn van de mensheid te infiltreren zodat de Messias geen volbloed mens zou zijn. En was het niet dat Noah en zijn familie gered werden zou het hele plan gewerkt hebben. Toen Abraham van God vernam dat het land van Kanaan zou gegeven worden aan hem, had Satan meer dan 400 jaar om de Nephilim in het land van Kanaan te plaatsen in een poging om het plan van God te dwarsbomen.

    Genesis 6:4 zegt ons dat er in die dagen – EN OOK NOG DAARNA – reuzen leefden op aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen die hun zonen hadden gebaard. Zij waren de befaamde geweldenaars van de oude tijd.

    Het was dan dat Joshua de opdracht kreeg om de stammen van Kanaan uit te roeien omdat er veel reuzen waren. Enakieten, Refaieten en een deel van de Amorieten waren reuzen. Hebron was de hoofdplaats van de reuzen.

    De Hebreeen verwezen naar de Engelen als de beney ha’elohim of de Zonen van God. De Bijbel zegt dat deze engelen aanwezig waren gedurende de schepping van de hemelen en de aarde. Als geestelijke wezens kunnen ze de vorm van een mens aannemen zoals Jezus. Wanneer de engelen de vorm van vlees aannemen worden ze onderhevig aan de verleidingen en driften van de mens.

    Het verhaal in het Boek van Enoch

    God zond 200 engelen naar de aarde in de dagen van Jered en ze daalden neer op de top van de berg Hermon. Zij noemden het de berg Hermon. Ze vielen in zonde zoals alle engelen die uit de hemel werden geworpen.

    Enoch hoofdstuk 6 : Semjeza, die hun leider was zei tegen de engelen : ‘Ik ben bang dat gij niet werkelijk met deze daad zult instemmen, en ik alleen de straf voor een grote zonde zal moeten dragen’. En zij allen antwoordden hem en zeiden: ‘Laat ons allen met een eed zweren, en ons onder wederzijds toezicht allen aan elkaar binden om dit plan niet te verlaten, maar het uit te voeren’. Toen zwoeren zij gezamenlijk en verbonden zich eraan door er wederzijds op toe te zien.’ En ze namen zichzelf vrouwen, en ieder koos er een voor zich, en zij begonnen in hen te gaan en zich met hen te verontreinigen.

    En dit zijn de namen van hun leiders: Semjeza, hun leider,Areklba, Rameël, Kokablel, Tamlel, Ramlel, Danel, Ezekweël. Barekwijal, Azazel, Armaros, Baterel, Ananel, Zakwiël, Samzepeël, Saterel, Tural, Jomjael, Sariël.

    Deze engelen zoals alle engelen waren onderscheiden door hun schepping en zo kwam het dat ze de mens verschillende zaken leerden.

    Enoch hoofdstuk 8 : Azazel leerde de mensen zwaarden te maken, en messen, en schilden, en borstplaten, en deed hen de metalen van de aarde kennen en de kunst om hen te bewerken, en armbanden en ornamenten, en het gebruik van antimoon, en het verfraaien van de oogleden, en allerlei soorten kostbare gesteenten, en elke kleurvloeistof. En er kwam veel goddeloosheid op, en zij gaven zich over aan verkrachtingen, en zij werden tot dwaling geleid en werden verdorven in al hun wegen. Semjeza onderwees banspreuken en wortelinsnijdingen, Armaros het opheffen van banspreuken, Barakwijal onderwees astrologie, Kokablel de constellaties, Ezekweël de kennis van de wolken, Arakwiël de tekenen van de aarde, Samsiël de tekenen van de zon, en Sariël de baan van de maan.

    Enoch hoofdstuk 7 :De mensenvrouwen werden zwanger en zij baarden grote reuzen, wier grootte 300 el was; dezen verorberden alles wat de mensen voortbrachten. En toen de mensen ze niet langer konden onderhouden, keerden de reuzen zich tegen hen en aten mensen op. En zij begonnen te zondigen tegen, vogels, en dieren, en reptielen, en vissen en eenieder de ander zijn vlees te eten, en het bloed te drinken.

    Enoch hoofdstuk 9 : En in die tijd keken, Michaël, Uriël, Rafael, en Gabriël, vanuit de hemel neer en zagen het vele bloed dat op de aarde vergoten werd. En zij zeiden tegen elkaar: ‘De aarde die zonder bewoner gemaakt is schreeuwt het uit met de stem van hun hulpgeroep tot aan de hemelpoorten. En nu tot u lieden, gij heiligen van de hemel, de zielen van de mens doen hun beklag, zeggende: “Breng onze zaak voor de Allerhoogste”.

    En zij zeiden tot de Heer der tijden: ‘Heer der heren, God der goden, Koning der koningen, en God der tijden, de troon van Uw heerlijkheid staat tot in alle generaties der tijden, en Uw naam heilig en verheerlijkt en gezegend tot in alle tijden! U heeft alle dingen gemaakt, en macht over alle dingen heeft U; en alle dingen zijn naakt en open voor uw aangezicht, en U ziet alle dingen, en niets kan zich voor U verbergen. U ziet wat Azazel gedaan heeft, die elke onrechtvaardigheid op aarde onderwezen heeft en de eeuwige geheimen die bewaard werden in de hemel, die mensen nastreefden om te leren, en Semjeza, die U autoriteit gegeven hebt om het gezag te dragen over zijn metgezellen.

    En zij zijn naar de dochters van de mens op aarde gegaan, en hebben geslapen met de vrouwen, en hebben zich verontreinigd, en hen allerlei soorten zonden geopenbaard. En de vrouwen hebben reuzen gebaard, en de gehele aarde is daarop vervuld geraakt van bloed en onrechtvaardigheid. En zie, de zielen van degenen die gestorven zijn roepen en vragen om gehoor tot aan de hemelpoorten, en hun weeklachten zijn opgestegen, en kunnen niet ophouden vanwege de wetteloze daden die op aarde gedaan worden. En U weet alle dingen voordat ze gaan gebeuren, en U ziet deze dingen en U ondergaat het, en U zegt ons niet wat wij ten aanzien ervan moeten doen’.

    Enoch hoofdstuk 10 : Daarna zei de Allerhoogste, de Heilige en Verhevene sprak, en zond Uriël, naar de zoon van Lamech, en zei tot hem: ‘Ga naar Noach en zeg hem in mijn naam: “Verberg jezelf!” en openbaar hem het einde dat nadert, dat de gehele aarde vernietigd zal worden, en er een zondvloed gaat komen over de gehele aarde, die alles wat op aarde is zal vernietigen. En geef hem dan aanwijzingen, zodat hij kan ontkomen en zijn zaad gespaard mag blijven voor alle generaties van de wereld’. En wederom zei de Heer tot Rafaël: ‘Bind Azazel bij handen en voeten, en werp hem in de duisternis: en maak een opening in de woestijn, die in Dudael is, en werp hem daarin. En plaats boven hem ruige en scherpe rotsen, en bedek hem met duisternis, en laat hem daar voor alle tijden verblijven, en bedek zijn aangezicht, zodat hij het licht niet kan zien.

    En op de dag van het grote oordeel zal hij in het vuur geworpen worden. En genees de aarde die de engelen verdorven hebben, en verkondig de genezing van de aarde, opdat zij de pestilentie kunnen helen, en dat alle mensenkinderen niet zullen wegkwijnen door al de geheime dingen de de Wachters ontsluierd en aan hun zonen onderwezen hebben. En de gehele aarde is verdorven geworden door de werken die Azazel heeft onderwezen; schrijf hem alle zonde toe’. En tot Gabriël zei de Heer: ‘Trek op tegen de bastaards en de verworpenen, en tegen de kinderen der verkrachting, en vernietig de kinderen der verkrachting en de kinderen van de Wachters vanuit het midden der mensen en veroorzaak het dat zij weggaan; zend hen de een tegen de ander, zodat zij elkaar zullen vernietigen in de strijd, want zij zullen geen lengte van dagen hebben.

    En geen verzoek dat zij u zullen doen zal hun vaders ter wille van hen toegestaan worden: want zij hopen een leven tot in tijden te hebben en dat elk van hen 500 jaar zal leven’. En de Heer zei tegen Michael: ‘Ga, bind Semjeza en zijn metgezellen, die zich met vrouwen hebben verenigd, zodat zij zich met hen hebben bevlekt in al hun onreinheid. En wanneer hun zonen elkaar hebben afgeslacht, en zij de vernietiging van hun geliefden hebben gezien, bind hen dan vast voor zeventig generaties in de dagen der aarde, tot op de dag van hun oordeel en bestemming, totdat het oordeel dat voor alle tijden is wordt volbracht. In die dagen zullen ze naar de afgrond van vuur worden weggeleid: en naar de pijniging en de gevangenis waarin ze voor alle tijden opgesloten zullen worden.

    En wie dan ook veroordeeld en vernietigd zal worden zal van dan af aan tezamen met hen gebonden worden tot aan het einde van alle generaties. En vernietig al de geesten van de verworpene en de kinderen van de Wachters, omdat zij de mensheid slecht gemaakt hebben. Vernietig alle slechtheid van de oppervlakte der aarde en laat elk slecht werk tot een einde komen, en laat de inplanting van rechtvaardigheid en waarheid tevoorschijn komen, en het zal een zegen betekenen; de werken van rechtvaardigheid en waarheid zullen van dan af aan in waarheid en vreugde gezaaid worden.

    Later koos God een herdersjongen, David om een overblijvende reus neer te slaan. De overblijfselen van deze reuzen werden gevonden op elk continent over de hele wereld.

    14-06-2017 om 16:50 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschap van Mario te Brindisi

    Donderdag 25 mei 2017, getuigenis van Mario d’Ignazio in Forchheim, Friedrich-Ludwig-Jahn-Strasse 10 in Duitsland

    Tijdens het rozenkransgebed verscheen Onze Heer Jezus Christus. Jezus verscheen gekleed in blauw. Hij had een ciborie vol met heel witte Hosties. Jezus gaf mij de Heilige Communie en Hij zei:

    "Mijn Zegen van Koning en Verlosser is op jou en op al degenen die naar hier zijn gekomen om te luisteren naar jou, jonge dienaar van Mijn Heilig Hart! Ontvang Mijn Goddelijke Eucharistie en wees Mijn trouwe volgeling in de verheerlijking van Mijn Heilig Aangezicht."

    Na de verschijning van Jezus verscheen de Heilige Moeder vergezeld door de H. Jeanne d’Arc, de patroonheilige van het Werk van de Verzoening. Zij verscheen na een regen van rode, gele en witte rozen. Veel engelen omringden Haar. De Madonna zei:

    "Lieve kinderen, Ik, de Koningin van de maand mei, de Koningin van de Rozen, daal hier neer uit het heilig Paradijs om jullie Mijn vrede en Mijn vreugde te geven.
    Jullie gezichten stralen van Goddelijk Licht, het Licht van Mijn Onbevlekt Hart, innig verenigd met het Heilig Hart van Christus.

    Ik nodig jullie uit om altijd naar Mij te luisteren, elke dag, elk uur en moment van jullie leven! Er is veel dorheid in de zielen en slechts Mijn liefde kan jullie genezen van deze verwoestende geestelijke dorheid waar elk sentiment ontbreekt.  

    Vandaag zendt de Vader Mij naar jullie om nogmaals te zeggen dat er vele rozenkransen nodig zijn om de haat uit te roeien bij de mens."

    De H. Jeanne d'Arc was stil en glimlachte naar ons allemaal. Zij droeg een havannakleurige tuniek. De Madonna zegende allen met het kruisteken eer Zij verdween.

    Zaterdag 27 mei 2017, getuigenis van Mario d’Ignazio in Attersee, Kirchenstrasse, Oostenrijk.

    "Mijn zoon, Mijn Heilig Lichaam geeft het ware leven, geeft frisheid aan de ziel die Mij aanbidt, geeft goddelijke en eeuwige vrede aan degene die Mij volgt in heilige volharding.
    Jouw getuigenis over Mij is krachtig voor de vernietiging van de valse, ketterse Kerk die Mijn Moeder en Haar oproepen niet aanvaardt, die iedere manifestatie van de Hemel veroordeelt. Ontvang nu, Mijn dierbare, Mijn Heilig Lichaam en leef voor Mij, jouw enige Heerser en Meester!"
     

    Mario: Onze Heer was helemaal gekleed in het blauw en had een gouden kroon op Zijn hoofd. Na de komst van Jezus daalde de Koningin van de Hemel neer met grote macht en oneindige luister. De Heilige Maagd verscheen helemaal in het wit met een blauwe mantel bedekt met fonkelende sterren. Zij zei: 

    "Ik ben hier. Ik ben de Moeder van het Goddelijk Woord, jullie lieve en liefdevolle Moeder, rijk aan barmhartigheid en mededogen, de Moeder van de verstrooide mensheid! Mijn kinderen, aanvaard Mijn vrede om altijd in de liefde van God te leven.
    Lieve kinderen, Ik kom tot jullie om jullie op te roepen het heilig Evangelie van het glorierijke en zegevierende Lam intensief te beleven, de heilige Eucharistie te aanbidden en de verering van de verenigde Heilige Harten te beoefenen.
    Oostenrijk heeft dringend gebed nodig, nood aan boetedoening, daarom vraag Ik jullie om elke donderdag gedurende de maand juni de Rozenkrans tot de Hemelse Vader, de Vader-Rozenkrans, te bidden voor deze intentie: de bekering van deze getroffen natie door Lucifer. Veel demonen zijn opgestegen uit de hel en kwellen de zielen van Mijn ware vereerders  en gewijden door zwarte zielen die zich vrijwillig aan de Boze hebben overgeleverd tot hun eeuwig verderf. Blijf waakzaam, dommel niet in.  Het is tijd om de laatste strijd te voeren en met Mijn moederlijke hulp te overwinnen. Blijf vastgeklampt aan Mijn Rozenkrans, Mijn geprefereerd gebed van de bevrijding van verleidingen! Dank de Allerheiligste Drie-eenheid, die Mij toestond naar deze bijeenkomst van lof en verheerlijking van de Goddelijke Naam van Jezus te komen!" 

    DE  VADER - ROZENKRANS 

    Gebruik hierbij de gewone rozenkrans. Vanaf het kruisje tot de medaille bid men de gebeden zoals bij de rozenhoedjes. Bid op de tussenkralen een Weesgegroet en op de tientjes de Onze Vaders. 

    O, God, kom ons te hulp. Heer, haast U ons te helpen.

    V. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
    A. zoals het was in het begin, en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.  Amen.

    Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op en aan U geef ik mij. Vader, ik hou van U, ik prijs en loof U, Uw Naam zij verheerlijkt in de wereld.

    1e Geheim: De triomf van de Vader in de tuin van Eden

    Wij overwegen de triomf van de Vader in de tuin van Eden, toen Hij na de zonde van Adam en Eva de komst van de Redder beloofde. Toen sprak God, de Heer tot de slang: "Omdat je dat hebt gedaan, ben je vervloekt onder alle dieren van het veld. Op je buik zal je kruipen en stof eten alle dagen van je leven. Ik zal vijandschap wekken tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en haar kroost; dit zal u de kop verpletteren, maar gij zult loeren naar zijn hiel." (Gen. 3,14-15) 

    1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader ...

    Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef ik mij.

    Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij.  Amen. 

    2e Geheim: De triomf van de Vader op het ogenblik van het “FIAT” van Maria tijdens de verkondiging van de Engel Gabriël
    Wij overwegen de triomf van de Vader op het ogenblik van het FIAT van Maria tijdens de verkondiging van de Engel Gabriël. Toen sprak de engel tot Haar: "Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie, gij zult in Uw schoot ontvangen, en een Zoon baren; en gij zult Hem Jezus noemen. Hij zal groot zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven; Hij zal koning zijn over het huis van Jacob in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde komen." Nu sprak Maria: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw Woord." (Lc. 1,30).
     

    1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader ...

    Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef ik mij.

    Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij.  Amen.

    3e Geheim: De triomf van de Vader in de tuin van Gethsemane, toen Hij Zijn hele Macht aan de Zoon schonk

    Bij het derde tientje overwegen wij de triomf van de Vader in de tuin van Gethsemane, toen Hij Zijn hele Macht aan de Zoon schonk. Jezus bad: “Vader, indien het Uw wil is, neem deze kelk van Mij weg. Maar niet Mijn, maar Uw wil geschiede.” Toen verscheen Hem een engel uit de hemel, die Hem sterkte. En door doodsangst bevangen, bad Hij nog vuriger en zijn zweet droop als bloeddruppels neer op de grond. (Lc. 22,42-44) Toen kwam Hij bij zijn leerlingen terug, en sprak tot hen: Slaapt nu voort, en rust uit; ziet het uur is genaderd, waarop de Mensenzoon zal worden overgeleverd in de handen van de zondaars. Sta op, laten we gaan; zie, hij die Mij verraadt is nabij.” (Mt. 26,45-46). Hij trad naar voren, en sprak tot hen: Wie zoekt gij? Men antwoordde Hem: "Jezus van Nazareth". Jezus zei hen: "Ik ben het". Maar toen Hij hun zeide: ‘Ik ben het”, deinsden ze terug en vielen ter aarde. (Joh. 18,4-6) 

    1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader ... 

    Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef ik mij.

    Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij.  Amen. 

    4e Geheim: De triomf van de Vader op het ogenblik van het bijzonder oordeel
    Wij overwegen de triomf van de Vader op het ogenblik van het bijzonder oordeel. De Vader zag hem reeds van verre komen en had medelijden met hem. Hij liep zijn zoon tegemoet en viel hem om zijn hals en overlaadde hem met kussen. De vader zei tot zijn knechten: Gauw, haal het beste kleed en trekt het hem aan; doe hem een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten. Laat we eten en vrolijk zijn. Want mijn zoon hier was dood en is levend geworden.” (Lc. 15,20-24).
     

    1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader ...

    Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef ik mij. Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij.  Amen. 

    5e Geheim: De triomf van de Vader bij het laatste Oordeel
    Wij overwegen de triomf van de Vader bij het laatste Oordeel. Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen; ook de zee bestond niet meer. En de heilige Stad, het Nieuw Jeruzalem, zag ik neerdalen van God uit de hemel, toegerust als een bruid, die voor haar man is getooid. En ik hoorde van de Troon een machtige stem, die sprak: "Zie, de Woonstede Gods bij de mensen: Hij zal Zijn tent bij hen spannen. Zij zullen Zijn volk zijn, Hij: God met hen! Elke traan wist Hij weg uit hun ogen; En nooit zal de dood er meer zijn, Geen rouw, geen geween en geen smart; Want het vroegere is voorbij! (Apoc. 21,1-4)

    1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader ...

    Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef ik mij.

    Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij.  Amen. 

    Zondag 28 mei 2017, getuigenis van Mario d’Ignazio in St. Leonhard am Frost, Loosdorferd Strasse 15, Oostenrijk.

    De Onbevlekte Maagd verscheen helemaal in het wit gekleed met een blauwe strik in Haar taille. Ze was vol van vreugde en glimlachte. De H. Michael en de H. Jeanne d'Arc waren bij Haar om ons te zegenen! 

    "Mijn kinderen, de Onbevlekte Ontvangenis is hier om de komst van het glorierijke Koninkrijk van Jezus te verkondigen. Niemand verwacht meer de terugkeer van Mijn Zoon maar Hij zal wederkeren en de wereld met gerechtigheid oordelen. Verheug jullie met Mij want jullie die Mij volgen zullen van Gods toorn gered worden. 

    Bid elke dag in de familie de heilige Rozenkrans. Vertrouw jullie jonge mensen toe aan Mij en Ik zal hen behoeden voor de tegenstander. Mario, de ‘Kleine van de Eik’, komt volgens de Goddelijke Wil naar jullie en is bereid om jullie Mijn onderrichtingen door te geven, die door de groten en de atheïsten worden gehaat. Blijf in vrede en in het Licht van het Heilig Hart van Jezus!"

    13-06-2017 om 17:16 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Hel

    These Last Days News – 4 augustus 2016

    De werkelijkheid van de hel: verhalen van personen die de hel hebben bezocht en verschijningen van de Vervloekten

    "Jullie hebben maar twee laatste lotsbestemmingen: Hemel en Hel. Je moet weten dat satan zal proberen de realiteit van zijn koninkrijk, de hel uit te vegen voor jullie. Als hij een schijnvertoning van zijn bestaan onder jullie maakt, zal hij jullie bedriegen zodat jullie zullen zondigen en je verwijderen van het Licht. En als jullie je afkeren van het Licht dan keren jullie je ook af van het eeuwig leven in het Koninkrijk van jullie Vader, de Allerhoogste God in de Hemel." – OLVrouw, 1 februari 1975

    Een van de grootste gevaren van deze eeuw, en een van grote triomfen van Satan is het groeiende ongeloof in het bestaan van de Hel. Voor velen is de Hel een fabeltje, een mythe en een voorbijgestreefd overblijfsel van het Oude Testament. Door valse leerstellingen, het verafgoden van plezier en het zelf, en een afwijzing van de eeuwige straf voor ernstig wangedrag terwijl Jezus een God van liefde en goedheid is, heeft velen ertoe aangezet de Hel te verwerpen, samen met de vrees voor zonde. Als er dan toch geen Hel is, waarom dan bezorgd zijn over zonde? Helaas vergeten ze dat "Ik, de Heer verander niet" (Malachi 3:6). De Hel is niet opeens in rook opgegaan omdat we het zouden willen. Wat is satan listig in deze tijden. Hij strikt de mens in zijn web van leugen dat de Hel niet bestaat. Maar uit liefde voor Jezus en jullie onsterfelijke ziel, laat jullie niet bedriegen. De Hel, de eeuwige straf voor zware zonden, bestaat. De Schrift, de Kerk en de getuigenissen van vele heiligen bevestigen alle dat de Hel realiteit is – een nooit eindigende realiteit voor de zielen die er moeten verblijven met Satan en al de andere verdoemden, omdat ze door hun vrije wil en keuze God verwierpen hier op aarde en zich voor altijd hebben buitengesloten voor nauw contact met Hem.

    De Bijbel en de Hel

    Er zijn meer dan dertig referenties naar het bestaan van de Hel in het Oude Testament alleen. Bijvoorbeeld : Ps 114:3 "De smart van de dood heeft me omgeven: en het gevaar van de Hel heeft me gevonden”. Judit 16:17 "Wee de naties die zich keren tegen mijn volk; De almachtige Heer zal hen straffen op de dag van het oordeel, aan vuur en wormen zal Hij hun vlees prijsgeven; van pijn zullen ze huilen tot in eeuwigheid." Jesaja 65:5 " `Blijf waar gij zijt, raak mij niet aan, want ik ben te heilig voor u.' Dat alles is rook in mijn neus, en vuur dat altijd door brandt. Deut 32:22 " Het vuur van mijn toorn ontbrandt, dringt door tot de diepten van het dodenrijk, verzengt de aarde en al wat er groeit, en verteert de grondvesten der bergen." Prediker 21:10 "De schare van zondaars is zoals vlas dat opeengestapeld is, en hen wacht het vuur." Job 20:17,22,26 "Hij zal gestraft voor al wat hij deed, en toch zal hij niet verteerd worden...hij zal branden en valt elk ongeluk op hem... De glans van zijn schatten wordt verduisterd, een heimelijk vuur vreet alles aan, verslindt wat in zijn tent nog over was.” 

    In het Nieuwe Testament spreekt Jezus meer over de Hel dan van de Hemel. Matt 5:22 "Maar Ik zeg u: Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht. En wie tot zijn broeder zegt: raka, zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin, en wie zegt dwaas, zal strafbaar zijn met het vuur van de hel." Matt 13:41-42 " De Mensenzoon zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Rijk bijeenbrengen allen die tot zonde verleiden en ongerechtigheid bedrijven om hen in de vuuroven te werpen, waar geween zal zijn en tandengeknars.”  Marcus 9:43 “Dreigt uw hand u aanstoot te geven, hak ze af; het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het onblusbaar vuur.”

    Een omschrijving van het laatste oordeel in het Boek Openbaring maakt het duidelijk: Openb 20:12-15 “En ik kon de doden, groot en klein, voor de troon zien staan. En de boeken werden geopend. Nog een ander boek werd geopend, het boek des levens. En de doden werden geoordeeld naar hun daden, zoals die in de boeken beschreven stonden. En de zee gaf haar doden terug, en de dood en de onderwereld gaven hun doden terug, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn daden. Toen werden dood en onderwereld in de vuurpoel geworpen. Dit is de tweede dood, de poel van vuur. En ieder wiens naam niet stond in het boek des levens, werd geworpen in de poel van vuur.”

    Jezus beschrijft in Matteus het laatste oordeel als Hij de schapen van de bokken. Matt 25:41,46 “En tot die aan zijn linkerhand (bokken) zal Hij dan zeggen: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten... En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwig leven.” Jezus Christus kon het niet duidelijker zeggen dan dat elk van ons, door onze keuzes en gedrag, eeuwige straf riskeert na de dood – Hel.

    Verschijningen van de verdoemden van de Hel

    In Hoofdstuk 16 van Lucas, vertelt Jezus een parabel over de Hel. Een rijke man die gestorven was en in de Hel God smeekt om de arme man Lazarus die naar de Hemel ging, te sturen naar zijn vijf broers met de boodschap dat de Hel echt bestaat. God antwoordt : “Als ze niet luisteren naar Mozes en de profeten, zal geen een overtuigd zijn als iemand uit de doden opstaat." Maar God is zo barmhartig dat Hij toegelaten heeft dat bepaalde verdoemden in de Hel naar de aarde terugkeren om aan anderen te getuigen dat er werkelijk een plaats van eeuwig lijden is – de Hel – voor degenen die God en Zijn geboden niet gehoorzamen. Er zijn vele voorbeelden die gedocumenteerd zijn in de analen van private openbaringen.

    Waarschuwingen van de Hel in de 20ste eeuw

    In deze eeuw alleen was het aantal personen die uitverkoren waren door God om te getuigen van de realiteit van de Hel groter dan alle voorgaande eeuwen tezamen. Het is duidelijk dat God in Zijn Goddelijke Barmhartigheid ons steeds meer bevestigingen van de realiteit geeft, nu onze wereld zich verder verwijdert van geloof in zonde en straf voor zonde.

    De H. Faustina kreeg de Hel te zien

    Zuster Faustina, die heilig werd verklaard op 30 april 2000, was een Poolse non die de Hel te zien kreeg in 1936. Er is een beschrijving in haar Dagboek (741): "Vandaag, werd ik door een engel naar de afgrond van de Hel gebracht. Het is een plaats van hevige martelingen. Hoe enorm groot is de Hel! Ik zag verschillende martelingen : de eerste marteling in de Hel is het verlies van God. De tweede is eeuwige wroeging van het geweten. De derde is dat de omstandigheden nooit zullen veranderen. De vierde is het vuur dat de ziel binnendringt zonder het te verteren-een verschrikkelijk lijden omdat het een puur geestelijk vuur is dat ontstoken is door Gods woede. De vijfde is een voortdurende duisternis en een verschrikkelijke stank waarbij je bijna flauw valt. Ondanks de duisternis zien de duivels en de zielen van de verdoemden elkaar en al het kwaad van anderen en dat van zichzelf. De zesde marteling is de voortdurende nabijheid van Satan. De zevende is de afschuwelijke wanhoop, haat voor God, vervloekingen en godslasteringen. Dit zijn de martelingen die door al de verdoemden worden geleden, maar dat is niet het einde van het lijden. Er zijn bijzondere martelingen die voor bepaalde zielen zijn. Dit zijn de martelingen van de zintuigen. Elke ziel ondergaat verschrikkelijk en onbeschrijflijk lijden, dat verband houdt met de manier waarop de ziel heeft gezondigd. Er zijn spelonken en putten van marteling waar de ene gruwel verschilt van de andere. Ik zou gestorven zijn bij het zien van deze martelingen als God mij niet had ondersteund. Laat de zondaar weten dat hij eeuwig zal gemarteld worden in die zintuigen die hij gebruikte om te zondigen. Ik schrijf dit op omdat God het zo wil, zodat geen enkele ziel een excuus heeft en zegt dat er geen hel is, of dat niemand er ooit is geweest, zodat niemand kan zeggen hoe het er is. Ik, Zuster Faustina, heeft door het bevel van God, de afgrond van de Hel bezocht zodat ik de zielen erover kan vertellen en getuigen van zijn bestaan. De duivels waren vol haat tegenover mij, maar ze moesten mij gehoorzamen op bevel van God. Wat ik heb opgeschreven is maar een schaduw van de dingen die ik heb gezien. Maar ik kon 1 ding vaststellen : dat de meesten van de zielen die daar verblijven, degenen zijn die niet geloofden dat er een Hel is. Wanneer ik bijkwam kon ik moeilijk bekomen van angst. Wat lijden de zielen daar afschuwelijk! Nu bid ik nog vuriger voor de bekering van de zondaars. Ik smeek onafgebroken om Gods genade voor hen. O mijn Jezus, ik zou liever in doodstrijd zijn tot het einde van de wereld, temidden van het grootste lijden, dan U te beledigen door de kleinste zonde.

    Zuster Josefa Menendez’s Beschrijving van de Hel

    Een van de grootste mystica van deze eeuw was Zuster Josefa Menendez die stierf in 1923 toen ze 33 was. Deze jonge Spaanse zuster, die een kort leven van groot lijden had, kreeg openbaringen in haar leven die vermeld staan in De Weg van Goddelijke Liefde. Meer dan eens werd ze naar de Hel gebracht om te getuigen van de Hel en het lijden te ervaren. Zuster Josefa schreef weinig over de Hel, en deed het enkel om tegemoet te komen aan de wensen van OLHeer. Zuster Josefa verbleef herhaaldelijk op wat zij beschreef als de grootste kwelling van de Hel nl. het onvermogen om lief te hebben. Een van deze verdoemde zielen schreeuwde uit: “Dit is mijn marteling...dat ik wil liefhebben en het niet kan. Er is hier niets dan haat en wanhoop. Als een van ons een daad van liefde kon doen…Maar we kunnen niet, we leven van haat en boosaardigheid." (23 maart 1922)

    Ze schreef ook dat deze ongelukkige zielen zichzelf beschuldigden: "Sommigen schreeuwen omwille van hun handen. Misschien waren ze dieven, want ze zeggen: 'Waar is ons deel nu?' ...vervloekte handen…Anderen vervloeken hun tong, hun ogen…wat hun zonden veroorzaakte... 'Nu, O lichaam, betaal je de prijs van de pleziertjes die je jezelf toestond!...en je deed het uit vrije wil...'" (2 april 1922).

    "Ik zag verschillende zielen in de Hel vallen, en onder hen was een kind van 15, die haar ouders vervloekte omdat ze haar niet hadden geleerd om God te vrezen en dat er een Hel is. Haar leven was kort, zei ze, maar vol zonde, ze had zich overgegeven aan haar lichaam en passies..." (22 maart 1923).

    "Mijn ziel viel in een afgrond, en de bodem kon niet gezien worden, want ze is immense… Dan werd ik in een van de brandende grotten geduwd en samengedrukt zoals tussen brandende planken en scherpe nagels en hete ijzers leken in mijn vlees geduwd te worden. Het voelde alsof ze mijn tong wilden uittrekken, maar niet konden. Deze marteling bezorgde mijn zo’n pijn dat mijn ogen leken uit hun oogkassen te komen. Ik denk dat het was omdat het vuur brandt, brandt...geen vingernagel ontsnapt aan de verschrikkelijke kwellingen, en men kan zelfs geen vinger verroeren om wat verlichting. Geluiden van verwarring en godslastering stoppen geen moment. Een ziekmakende stank tast alles aan, het is zoals het branden van rottend vlees, gemengd met pek en zwavel... een mengeling die met niets op aarde kan vergeleken worden... hoewel deze martelingen afschuwelijk waren, zouden ze draaglijk zijn als de ziel in vrede zou zijn, maar de ziel lijdt onbeschrijflijk... Al wat ik geschreven heb is maar een schaduw van wat de ziel lijdt, want er zijn geen woorden voor." (4 september 1922).

    "Vandaag zal ik een groot aantal mensen die in de brandende put vielen… ze leken wereldsgezind te zijn en een demon tierde: 'De wereld is rijp voor mij… Ik weet dat de beste manier om macht over de zielen te hebben, hun verlangen naar plezier is… Plaats mij op de eerste plaats…voor al de rest… geen nederigheid voor mij! Maar laat mij genieten… Dit soort dingen verzekeren mij de overwinning… en ze vallen gegarandeerd in de Hel." (4 oktober 1923)

    "Vannacht werd ik naar een plaats gebracht waar alles donker was… Er bevonden zich zeven of acht mensen rond mij; ik kon hen enkel zien door de vlammen van het vuur. Ze zaten neer en waren samen aan het praten. De ene zei: 'We moeten zeer voorzichtig zijn dat het niet uitkomt, want we kunnen gemakkelijk ontdekt worden.'

    "De duivel antwoordde: 'Creëer onbezorgdheid in hen, maar houd je op de achtergrond, zodat je niet gevonden wordt… geleidelijk aan worden ze harteloos, en je zult hen kunnen overhalen om het slechte te doen. Verleid ze tot ambitie, tot egoïsme, tot rijkdom vergaren zonder ervoor te werken. Verleid ze tot liefde voor plezier. Laat verdorvenheid hen verblinden… En de rest dring je binnen in hun hart…je kent hun zwakheden en je werkt onvermoeibaar en zonder medelijden dat ze naar plezier snakken. Laat ze zich volproppen met voedsel! Het maakt het gemakkelijker voor ons… Laat ze doorgaan met hun plezier. Liefde voor plezier is de deur waardoor je hen kunt bereiken' " (3 februari 1923).

    De Kinderen van Fatima kregen de Hel te zien

    In 1917, gedurende Wereldoorlog I, verscheen de Heilige Maagd Maria aan drie kinderen te Fatima, Portugal op de 13de van de maanden mei tot oktober. Gedurende haar verschijning op 13 juli 1917 toonde ze aan deze drie jonge kinderen een visioen van de Hel. Lucia vertelde hierover : de Heilige Maagd opende haar handen en stralen van licht leken de aarde te doordringen en we zagen een vuurzee. In deze vuurzee bevonden zich demonen en zielen in menselijke vorm, zoals brandende kolen, helemaal zwartgeblakerd of glanzend brons die ronddoolden in de vuurzee, nu eens in de lucht getild door vlammen die uit hun lichaam kwamen samen met grote wolken van rook, dan weer in de hoge vlammen vallend zoals vonken, temidden van kreten van pijn en wanhoop, die ons met afschuw vervulden en ons deden beven van schrik. Men kon de demonen onderscheiden door hun afgrijselijke uitzicht dat leek op een onbekend dier, zwart en doorzichtig als brandende kolen. We waren bang en we keken naar de OLVrouw alsof we smeekten om hulp. Ze zei: "Jullie hebben de Hel gezien waar de zielen van arme zondaars heengaan. Daarom moeten jullie als jullie de rozenkrans bidden na elk mysterie bidden: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, red on van het vuur van de Hel en leid alle zielen naar de Hemel vooral degenen die Uw barmhartigheid het meest nodig hebben." Na dit visioen, leidden de kinderen levens van offers en boetedoening voor zondaars zodat de zondaars zich zouden bekeren en gered zijn van het vuur van de Hel.

    Een jongen dat opstond uit de Dood door de H. Don Bosco

    Een 15-jarige jongen in Turijn was stervende. Hij riep om Don Bosco maar de heilige kon er niet op tijd geraken. Een andere priester nam de biecht af en de jongen stierf. Wanneer Don Bosco terug in Turijn was, ging hij onmiddellijk naar de jongen. Wanneer ze hem zeiden dat de jongen dood was, zei hij dat het maar "een misverstand" was. Na een moment van gebed in de kamer van het dode kind, riep Don Bosco plotseling uit: "Karel! Sta op!" Tot verbazing van al de aanwezigen opende de jongen zijn ogen en zat recht. Toen hij Don Bosco zag lichtten zijn ogen op.

    "Vader, ik zou nu in de Hel zijn!" snikte de jongen. "Twee weken geleden was ik met een slechte metgezel die me deed zondigen en op mijn laatste biecht was ik bang om alles te vertellen… O, ik kom net uit een afschuwelijke droom! Ik droomde dat ik op de rand stond van een grote vuurhaard omringd door duivels. Ze stonden op het punt me in de vlammen te gooien toen een mooie Dame verscheen en hen stopte. ‘Er is nog hoop voor jou, Karel,’ vertelde ze mij. 'Je bent nog niet veroordeeld!' Op dat moment hoorde ik dat je me riep. O Don Bosco! Wat een vreugde je terug te zien! Wil je alsjeblieft mijn biecht horen?"

    Na zijn biecht gehoord te hebben, zei Don Bosco tot de jongen, "Karel, nu dat de poorten van de Hemel zich openen voor jou, zou je liever naar daar gaan of bij ons blijven?" De jongen kreeg tranen in de ogen. "Don Bosco", zei hij, "ik zou liever naar de Hemel gaan." De rouwenden waren verbaasd te zien hoe Karel terug in de kussens viel en zijn ogen sloot, en in stilte stierf.

    De Oude Generaal en de Graaf

    In Rusland waren een Graaf die de Militaire Gouverneur van Moskou was en de andere Generaal, kort voor de militaire campagne tussen Napoleon en Rusland in 1812 bij elkaar en spotten over het bestaan van God, het leven na de dood en de Hel. Ze maakten spottend een “plechtige belofte”: als er een Hel was zou de eerste de andere ervan op de hoogte brengen. Een paar weken later vertrok de Generaal naar het front. Op een morgen terwijl de Graaf nog in bed lag, verscheen de Generaal plotseling voor hem, bleek en met zijn rechterhand op zijn borst en verklaarde: "Wat gaan we nu doen? Er is een Hel en ik ben daar beland! Wat gaan we nu doen?" Toen verdween hij. De Graaf rende naar zijn vrienden, en legde uit wat er juist was gebeurd. Twee weken, kreeg hij te horen in Moskou dat de Generaal was gestorven in de strijd- op dezelfde dag en op hetzelfde uur dat hij verschenen was aan de Graaf. Hij had zijn woord gehouden: de Hel bestaat.

    De Jonge Edelman en Zijn Maîtresse

    In Londen gedurende de winter van 1847-1848 bevond zich een rijke jonge weduwe in een onwettige relatie met een jonge Edelman. Op een nacht toen ze in slaap viel, scheen een licht onder de deur. Tot haar verbazing ging de deur traag open en zag ze de jonge Edelman. Hij nam haar linkerpols vast en siste : “Er is een Hel”. De pijn aan haar pols was zo groot dat ze het bewustzijn verloor. Toen ze bijkwam had ze een ernstige brandwonde. Ook het tapijt vertoonde brandplekken waar zijn voetstappen waren geweest. De volgende dag vernam ze dat de man in dronken toestand was gevonden en was gestorven in de armen van zijn dienaar. Ze leefde de rest van haar leven met een litteken als herinnering.

    De Jonge Hoeren

    Rome, 1873. Een prostituee sterft op een nacht in het lokale hospitaal. Een van haar medewerksters in het bordeel schreeuwt het uit en maakt de hele buurt wakker. Waarom? Omdat haar vriendin in het hospitaal plotseling was verschenen in vlammen en verklaarde dat ze verdoemd was! Bij dageraad verliet de arme vrouw het bordeel. Het nieuws werd bekend in heel Rome. Maar zoals altijd luisterden de wijzen en lachten de dwazen.

    Openbaringen van de H. Teresa van Avila, Mystica, en een van de Kerkleraars

    "Terwijl ik op een dag aan het bidden was, bevond ik mij, zonder te weten hoe, in de Hel. Het was de Wil van OLHeer dat ik de plaats zou zien die de duivels hadden voorbereid voor mij en die ik had verdiend door mijn zonden. Het duurde maar een moment, maar het lijkt onmogelijk dat ik dit ooit zal vergeten zelfs al leef ik lang.

    "De ingang leek een lange smalle weg te zijn, heel donker. De grond leek overspoeld door water en het was modderig. Het was er smerig en er kwam een allesdoordringende stank naar boven. Er zat allerlei ongedierte. Op het eind was er een grot in de rots en ik werd erin opgesloten.

    "Wat ik toen voelde valt niet te beschrijven. Mijn lichamelijk lijden werd ondraaglijk. Ik heb veel pijn gekend in mijn leven maar deze door satan waren niet te beschrijven. Vooral toen ik zag dat er geen eind aan zou komen. Maar dit lijden was niet te vergelijken met de angst in mijn ziel, een gevoel van beklemming, en een acute pijn die gepaard ging met wanhoop en wreedheid. Het was alsof mijn ziel zichzelf verscheurde. Ik kan dat innerlijke vuur of die wanhoop niet beschrijven. Ze ging alle kwelling en pijn te boven. Ik kon niet zien wat mij kwelde, maar ik voelde mij in brand staan en in stukken gereten.

    Op die plaats kon ik noch zitten noch neerliggen omdat er geen ruimte was. Ik werd in deze holte geplaatst in de rots. Ik werd door de rots omgeven aan alle kanten. Ik kon niet ademen. Er was geen licht, alleen een dikke duisternis. Ik begrijp niet hoe het mogelijk is. Hoewel er geen licht was, kon ik toch alles dat pijn veroorzaakte zien.

    OLHeer liet me op dat moment niet meer van de Hel zien. Maar nadien had ik een visioen waarin ik de straf zag van bepaalde zonden. Ze waren afschuwelijk om naar te kijken. Maar ik kon de pijn niet voelen. In het voorgaande visioen liet OLHeer me werkelijk deze kwellingen voelen en de geestelijke pijn. Het was door de grote barmhartigheid van OLHeer dat ik de pijn niet voelde. Maar Hij liet me de plaatsen zien waar duivels het vlees verscheurden met roodgloeiende tangen.

    Het was dat visioen dat me vervulde met grote smart om zovele verloren zielen te zien, vooral Lutheranen – want ze waren ooit leden van de Kerk door het Doopsel – en ze gaven me het vurig verlangen naar de redding van zielen. Ik begrijp niet hoe we zo kalm kunnen blijven als we zien dat Satan zovele zielen dagelijks wegvoert…

    Beste mede-Christenen, Vader Lombardi verklaarde in zijn publiek debat met de Italiaanse leider van de Communisten Velio Spano in Cagliara op 4 december 1948: "Ik ben ontstelt door de gedachte als je zo verder doet, je veroordeelt zult worden tot de Hel." Spano antwoordde, "Ik geloof niet in de Hel." Vader Lombardi zei hierop, "Precies, en als je zo verder doet zul je veroordeeld worden. Want om te voorkomen dat je veroordeeld wordt moet je in de Hel geloven." De Hel is een realiteit dat gemakkelijk vergeten raakt in deze goddeloze en apathische maatschappij. Een reden te meer waarom we moeten vrezen voor onze redding en dat we alles in het werk moeten stellen om een van de uitverkorenen te zijn. De H. Leonardus van Port Maurice zei, "Om gered te worden voor de eeuwigheid, om niet vervloekt te zijn, moet je alle inspanningen doen om het laatste te vermijden en te zorgen dat je gered wordt." Laat je leven niet voorbijgaan voor het te laat is. Richt je op het redden van je ziel met uitsluiting van alle andere dingen, anders zul je je in het eeuwig vuur bevinden na je oordeel. O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden! Red ons van het vuur van de Hel!