IK DOE
OPNIEUW EEN OPROEP, HUISVADERS, DAT JULLIE HET GEBRUIK VAN TECHNOLOGIE IN
JULLIE HUISGEZIN CONTROLEREN!
7 JUNI 2017 3 :30 P.M DRINGENDE OPROEP VAN MARIA, MYSTIEKE ROOS AAN DE MENSHEID
Mijn kleine kinderen, dat de vrede van mijn Heer met jullie zij en dat mijn moederlijke
bescherming jullie altijd moge vergezellen.
Mijn kinderen, ik ben heel triestig en ik lijd heel veel door mijn kleintjes
die samenwonen, een overspelige relatie hebben of die relaties hebben buiten
het Sacrament van het Huwelijk, zoals de grote meerderheid van mijn jongeren.
Ik zeg dit als Moeder van de mensheid, als jullie niet jullie levenswijze
veranderen en niet terug de weg van zaligheid bewandelen, zullen velen onder
jullie niet terugkeren naar deze wereld na de Waarschuwing. Jullie zonde zal
jullie veroordeling zijn, als jullie er geen berouw over hebben en geen
eerherstel voor brengen. Weet dat bij jullie overgang naar de eeuwigheid het
oord waar jullie zullen eindigen de hel zal zijn, van daar zullen er weinig
zijn die terugkeren naar deze wereld.
Ik stort vele tranen voor mijn kleine kinderen, jullie weten niet hoeveel pijn
dat ik voel in mijn Hart door de doornen van onzuiverheid die jullie mij elke
dag doorboren door deze zonde. Jullie weten niet hoeveel pijn mijn Zoon lijdt als
hij jullie ziet het 6e gebod overtreden van Gods Wet. Het overgrote
deel van de mensheid zal verloren gaan door zijn losbandigheid en seksuele
onzuiverheid. De demon van de onzuiverheid voert vele jongeren, mannen en
vrouwen naar de hel; het is één van de zonden waardoor het meeste zielen
zichzelf veroordelen.
Ik doe jullie opnieuw een oproep, huisvaders, dat jullie het gebruik van
technologie in jullie huisgezin controleren. Mijn kinderen en mijn jongeren
maken slecht gebruik van deze technologie en laten zich er tegenwoordig door
manipuleren, vooral deze van de GSM en Smart phones, de computer en de tv.
Velen gebruiken het om te kijken naar pornografie en langs daar komt de demon
van de onzuiverheid binnen die hen naar de eeuwige dood brengt. Anderen
gebruiken het om zich te wagen in de wereld van het occultisme en leren er
tovenarij of spelen met een ouija-bord (glaasje draaien). Nog anderen gebruiken
het om te luisteren naar satanische metal-muziek. Dat alles leidt ertoe dat ze
zijn verwijderen van het gezin en van God. Ze dompelen zich onder in de
duisternis vanwaar ze niet meer eruit geraken als ze er niet mee stoppen.
Huisvaders, beperk het gebruik van deze technologie gedurende de nacht, omdat
velen van mijn kinderen en mijn jongeren niet slapen en blijven kijken naar hun
GSM en Smart phones, de computer of de tv. Ze kijken naar zaken waar ze niet
mogen naar kijken en luisteren naar zaken waar ze niet mogen naar luisteren! Ik
zeg jullie, huisvaders, de hemel is zeer bedroefd door de tolerantie van velen
onder jullie. Door zo verder te doen is het zeer zeker dat jullie verloren gaan
met jullie kinderen. In de hel is er een oord waar de gezinnen bij elkaar komen
die veroordeeld zijn door de tolerantie van vele ouders. De demon van de
technologie steelt de ziel van vele huisgezinnen.
Kleine kinderen, het overgrote deel van de huisgezinnen van tegenwoordig zijn
wereldse huisgezinnen geworden waar de Geest van God is vervangen door de
luciferiaanse technologie. Men bidt mijn Heilige Rozenkrans niet in vele
huisgezinnen en de gezinnen die tijd uittrekken voor het gebed zijn er weinig
tegenwoordig. Deze verwijdering van God is wat vele gezinnen naar de
geestelijke dood leidt. Huisvaders, herneem het gebed en bid mijn Heilige
Rozenkrans in jullie gezinnen zodat de demon van de technologie vlucht! Leer de
10 Geboden van God en breng ze in praktijk. Onderwijs ze aan jullie kinderen,
zodat jullie en zij ze niet blijven overtreden. Breng een goede morele en
geestelijke basis in praktijk zodat het geestelijk leven herboren wordt in
jullie gezinnen.
Dat de vrede van mijn Heer, in jullie huisgezinnen moge blijven.
Ik houd van jullie, je Moeder, Maria, Mystieke Roos.
Breng mijn boodschappen naar de hele mensheid, kleine kinderen van mijn hart.
Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 6 (einde)
6 De
auteur ging de Hemel binnen
En zo ging ik de Hemel binnen,
waar elke gemompel een gebed was en waar de hele atmosfeer gevuld was met
wierook. Hoe magnifiek, groot en lichtgevend was het. Uit alle richtingen
verlichte de Gods macht de heldere lichten die schenen op de inwoners van het
Paradijs die verenigd waren om het grandioze feest te vieren.
Ik was onder de indruk door de
bloemenkransen die de altaren versierden, met wierook ervoor die opsteeg en
aangenaam was voor God de Schepper. Wat een prachtig feest. De hoofden van de
vrouwelijke Heiligen waren in verschillende stijlen gekamd maar niet zoals op
aarde. Ze zagen er beminnelijk uit en geparfumeerd. Hun kledij was niet van
materiaal, maar van grote geurende bladeren die nog glinsterden met de dauw nog
op hen. Ik hoorde het geritsel van deze bladeren die zelfs nog kleine druppels
dauw op zich hadden. Anderen waren gekleed in fluweel, zoals de vleugels van
grote vlinders. Elk kleur stelde de verschillende verdiensten voor van verschillende
planeten. Sommige droegen lichtblauw, anderen licht groen, roze en lichtgeel,
lavendel enz. Het effect was schitterend want elke Heilige werd omringd door
een aura van zijn eigen kleur. Toen zag ik de mooie engelen die gekleed waren
in lichtblauw met witte vleugels. Ze zagen er eeuwig jong en blij uit.
De nacht viel rond ons zoals
een duistere sluier. Alle ogen keken omhoog met duidelijke verwachting als het
koor begon te zingen. Alles is in Christus en Christus is in allen. Het
gezang was zo harmonieus. Het was onbeschrijflijk. Allen wachtten in stilte met
hun armen gekruist over hun hart. In de verte kon men het geruis van vleugels
horen en duizenden engelen begonnen te zingen: Christus is verrezen. Al degenen
die aanwezig waren huilden zachtjes als het hymne luider werd en de Passie van
Christus herdacht. De Universele Kerk blies het Hymne van Pasen en allen verwachtten
met stille emotie voor het naderen van Christus.
Het gezang van de vogels
stopte en ook het engelenkoor. De duizenden geluiden in het woud hielden op.
Alles van de natuur wachtte met ingehouden adem op de Verrezen Christus. Het
vreugdevolle koor van de Cherubijnen van hoog in de hemel zong de eerste
melodie van Pasen. Hun kleine gouden vleugels fladderden en hun fijne kleine
hoofdjes bogen lichtjes terwijl ze de Verrezen Christus omringden. Hun stemmen
waren zo zacht en lieflijk dat men ze enkel als hemels kon beschouwen. Er waren
myriaden van deze Cherubijnen, hun fladderende vleugels en stemmen waren zo
verrukkelijk dat het onmogelijk is om te beschrijven. Ze vulden de ziel met zon
emotie dat men tegelijkertijd wilde wenen en zingen.
Dan leek Christus die meer
schitterde en meer glansde dan de zon, de hele omgeving te verlichten. Een
overvloed aan rozen omgaven de Cherubijnen die hun kleine armpjes uitstaken van
achter hun vleugels naar Christus. De blauwe ogen van Onze Lieve Heer
weerspiegelden zon tedere liefde dat ze straalden en Zijn gewaden gaven
lichtgevende stralen. De Geest van de Allerhoogste triomfeerde over zijn
vijanden en al de hemelse inwoners waren verheugd. Zijn gezicht was werkelijk
luisterrijk. Hun glimlachende gezichten begroetten hem met Heil voor onze
Glorierijke Redder met de hemelse muziek en trompetten ertussen. Het was
onbeschrijflijk. De muzieknoten waren volledig onbekend voor het menselijk oor
en de heiligheid ervan verhief de ziel met vrolijkheid. Hun enige verlangen was
glorie en dank te geven aan de Heer God. De koren wisselden af in antwoord op
de Cherubijnen. Dan plaatste de Allerheiligste Maagd Maria haar aan de voeten
van onze Redder. De H. Aartsengel Michael stond erbij en droeg een lichtgevend
kruis. Allen waren stil als de Aartsengel zijn stem liet horen en er precies
bliksemstralen voortkwamen. Hij zei: Christus is Verrezen en de miljoenen
zielen antwoordden Hij is werkelijk Verrezen. Alleluia! Er ging een Heilige mij
voorbij wiens verschijning met aan iemand deed denken die ik een lange tijd
geleden had gekend. Trillend van emotie luisterde ik naar de menigte van
stemmen die zongen: Christus is Verrezen, Alleluia! De Cherubijnen vlogen in
vreugdevol gejubel rond en zongen de gelukzaligheid van eeuwig leven. Het
gezang vervulde mij met vreugde en de Rechtvaardigen weten dat duizend jaar in
de Hemel gelijk is aan een dag. Men kon de harpen horen in het hele Hemels Hof,
vervuld van vreugdevolle lofzangen en lofprijzingen. Het hoogtepunt van het
grote Feest was de ontmoeting van vrienden en familieleden. Het was niet zoals
onze ontmoeting op aarde. Deze zuivere geesten hadden gevoelens die vibreerden
tot de andere ziel. Het Paradijs is doordrongen met deze heilige liefde en ik
zag dat een broer zijn zuster ontmoette in een atmosfeer die elektrisch was met
vibraties. Er waren geen woorden nodig, elke ziel was doorzichten en had niets
te verbergen. Als een vriend of
familielid een ander ontmoette, vermengden zich hun stralenkransen en straalden
ze meer en prezen ze eerst de Heer. Toen zag ik mannen en vrouwen van
verschillende naties en culturen anderen ontmoetten die lang geleden leefden en
hen voorgingen, toch voelden allen zich verenigd in de Heer. De hele omgeving
was stralend met lichtgevende stralen van liefde van de Schepper. Welke andere
liefde kan vergeleken worden met deze? God is liefde; Hij gaf dit grote
geschenk dat heilig is, verheven en buitenaards. Er waren hymnen van
lofprijzing als twee zielen elkaar ontmoetten, en toen vlogen ze weg in een
staat van extatische liefde en mijn metgezel zei: Zonder liefde zou de Hemel
niet perfect zijn. Degenen die liefhadden op aarde zullen verenigd zijn na de
dood. Ik zei hem: Je beloofde mij mijn ouders te laten zien op de grote
Feestdag, en hij antwoordde: Hoe komt het dat je hen niet gezien hebt? Kijk
daar zijn ze. Toen herkende ik mijn ouders en ik voelde een zodanige emotie,
tederheid en oneindige liefde voor hen, maar plotseling verdwenen ze. Ik keek
naar iedereen en ik bemerkte hoe gelukkig en intelligent ze waren. Niemand had
enige problemen of moest raad krijgen omdat God hen het licht gegeven had om
Zijn wetten te kennen en allen waren tevreden. Als God een bedelaar een
koninkrijk op aarde zou bieden, zou hij oprecht smeken om in de Hemel te
blijven met de hemelse vreugde. O, hoe mooi is het leven hierna. Als de hymnen
van zegening opstegen, sprak Christus met al de uitverkorenen, en niemand kwam
Zijn Heilige Persoon naderbij.
7 Voorspraak
van de Heilige Maagd voor de Levenden
Op dit moment sprak de Heilige
Maagd tot Haar Goddelijke Zoon met dit gebed: O Heer en Redder, een hele natie
van mensen zijn onder de heerschappij van de wrede vijand gevallen, tot wie
moeten ze smeken om bevrijding van deze ketenen. U alleen, O Christus, Redder,
kan het duistere en pijnlijke bestaan opheffen voor hen door Uw Genade en
Barmhartigheid. Red en bescherm hen, O Heer. Geef hen licht en leidt hen in hun
duistere dagen van slavernij. Geef clementie aan deze bannelingen. Bevrijd hen
van hun beproevingen. Ze smeken mij in hun hulpeloosheid. Uw grote
Barmhartigheid is grote dan hun fouten. Zo bad de Heilige Moeder Maria. Dan
knielde een Heilige die gekleed was in een gouden gewaad voor Christus en
strekte zijn armen uit en bad: O Heer, herinner Uw overwinnende Verrijzenis
op deze glansrijke dag en bevrijd de mensen die U toevertrouwt hebt aan mijn
zorg. Blaas nieuw leven in hun geloof en leid ze naar het ware geloof. Heer,
wees barmhartig voor mijn volk van Rusland die wenen. Ik was daar om te zien
hoe vurig ze Uw barmhartigheid aanroepen, behalve voor de paar goddelozen, O
Christus, Redder van de wereld, U bent almachtig, help mijn volk.
Ik was in bewondering toen ik
mijn soevereine Keizer zag bidden voor God, en hij voegde eraan toe: O Heer,
vergeef ons allen, we zijn Uw erfgenamen. Christus sprak toen over het eeuwig
leven en we luisterden aandachtig. De woorden van Onze Heer waren zo verheven
en diepgaand, dat in mijn aardse staat en beperking, ik het niet begreep. Mijn
ziel echter wel. Men kan niet luisteren naar Christus woorden zonder verheven
te worden. Dat was het mysterie op dit glorierijke Paasfeest. In al Haar glorie
nam onze Heilige Moeder, Haar plaats naast Haar Goddelijke Zoon. Mijn Keizer
zei toen: Uw Goddelijke Wil en Wijsheid zijn grote dan ik. Toen was er een
golf van enthousiasme over ons allen en Christus ging hoger. Maar waar? Een
mysterie! Dit mysterie kan niet opgelost worden, noch kan het oog zien waar God
vertoeft.
Christus steeg op en met Hem
Zijn Heilige Moeder. Wondermooi in haar majesteit. Ze verdwenen in deze zee van
licht, en de zaligen zongen: Glorie aan U, O oneindige Heer, Zon en adem van
het Paradijs. Uw zuiverheid verduistert nooit de adem van ons leven. We zien
door ons geestelijk zicht het universum van Uw Koninkrijk. Uw blik is als een
pijl dat iedere ziel doorboort en ons naar zijn bestemming voert. Uw eeuwige
schoonheid wordt weerspiegeld in het mirakel van elke ster, ontworpen door God
in Zijn oneindige Wijsheid. Het is de Heilige Orde van de Hemel.
Dit was het hymne dat gezongen
werd door de Engelenkoren als Christus hoger en hoger opsteeg tot Hij was
verdwenen in het Mysterie. Dan vlogen alle zaligen naar elkaar, kinderen naar
hun ouders, vrienden naar vrienden, mannen naar hun vrouw, en anderen daalden
neer naar de aarde om hun geliefden te bezoeken. Ik kan de natuur van dit extatisch
moment dat plaats vond niet beschrijven. Als de mensen zouden weten wat plaats
vind in de Hemel, zouden ze voortduren bidden om te mogen sterven, omdat de ene
vreugde de andere volgt zonder einde. Ik kreeg het grote privilege om de Hemel
te bezoeken.
Deel 6
: Besluit
Opeens voelde ik mij zwak en
ik had het gevoel zware kledij aan te hebben. Opnieuw was het een ruw wakker
worden in vergelijking met mijn lichte en hemelse gevoel. Ik bewoog mijn hoofd
en strekte mijn armen uit en voelde dat er een laken over mij lag. Ik was
verward toen ik mijn ogen opende en ik het witte plafond zag van de kamer en de
witte muren van het ziekenhuis in plaats van de Hemelse schoonheid. Mijn droom
was werkelijk beëindigd. Ik werd wakker na negen dagen lethargische slaap.
Vanuit Hankow (China) moest ik
naar de grote stad Shangai voor een dringende operatie. Op de oevers van de
rivier bevonden zich grote gebouwen waar de Europese en Chinese banken waren.
Luxe hotels waren opgetrokken om op het Keizerlijk Paleis te lijken en grote gebouwen
waren opgetrokken in de hoofdstraten. In de winkels lagen dure juwelen om
voorbijgangers te lokken. Er waren nachtclubs en restaurants, die de piek van
zinnelijk plezier bereikten, maar voor mij was het bedroevend om dit alles te
zien. Wat een miserie! Wat een onbeschrijflijke leegheid na de scènes die ik
had gezien! En ze wachten zeker op jullie, na jullie tocht op deze aarde. Mijn
enige spijt is dat ik zo beperkt ben in mijn uitdrukking van de schoonheid en
verrukking dat de Hemel is. Het is niet mogelijk om te omschrijven wat ik in
mijn ziel heb ervaren. Het was de sublieme schoonheid van de geestelijke
liefde. Het universum van de Schepper is zo uitgestrekt dat de grootste
overwinning van de natuur die de mens heeft bereikt maar een zandkorrel of een
druppel in de oceaan is.
En nu, gekomen bij de laatste
pagina van dit verhaal, zeg ik Adieu aan mijn vrienden en lezers en ik
herinner deze Heilige woorden: Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw heilige
Wil zal eeuwig geprezen zijn.
Over
de auteur
Fanny Moisseieva werd geboren
op 1 januari 1895 in een familie die patriottische gevoelens had voor de Tsaar
en hun land Rusland. Fanny Efimovna Moisseieva werd geboren in Celnocava en bracht
haar kindertijd door op het platteland, in het dorp Klin, in de provincie van
Moskou. Ze had een diepe liefde voor de natuur. Ze was diep gelovig en vroom
dat aangewakkerd werd door haar moeder die dikwijls in stilte bad.
Toen ze jong was speelde ze op
de velden waar ze kerkmuziek hoorde en dacht dat er een processie was, maar ze
realiseerde zich dat de melodie van boven vanuit de heldere hemel kwam. Ze
rende dikwijls naar huis om haar moeder dat te vertellen. Ze smeekte haar
ouders dikwijls om haar naar het klooster te laten gaan, maar het werd elke
keer geweigerd. Ze zagen dat hun dochter steeds vromer werd en ze beslisten om
er een einde aan te maken en haar te laten trouwen.
Gedurende de verschrikkelijke
dagen van het Bolsjewisme, onmiddellijk na de dood van haar vader, dat
plaatsvond in Kurok, gooiden de Bolsjewieken kokend water over haar moeder in
een aanval en haar laatste woorden waren: God zij geprezen.
De vader van Fanny kon
gepassioneerd voorlezen uit de levens van de Heiligen aan zijn kinderen en ze
zongen dikwijls psalmen. De kinderen werden verplicht te luisteren en te
bidden. De oom van haar vader was haar gids. Hij stierf een heilige dood. Fanny
was ongetwijfeld beïnvloed door haar religieuze familie sinds haar kindertijd
en dit droeg bij dat ze een spiritueel leven leidde. Ze had voor
verpleegkundige gestudeerd en werd een zuster van het Rode Kruis. Ze had een
grote liefde voor haar Vaderland en ze verzorgde de arme lijdende gewonden die
zo dapper voor de bevrijding van Rusland hadden gevochten en voor de Keizer.
Gedurende de Oorlogsjaren werkte ze aan de frontlinie en gedurende de
Burgeroorlog werkte ze onder Generaal Kolciak in Siberië in het Witte leger dat
vocht om het Kremlin en de kerken te beschermen tegen de heiligschennende
Communisten.
Ik herinnerde mij haar slechte
toestand toen ze langs de bevroren Baikal rivier werkte, waar de temperatuur 40
graden onder nul was. Gedurende haar opname in het ziekenhuis in Hankow (China)
gedurende het jaar 1928 kreeg ze een hartaanval die haar negen dagen in coma
deed belanden. Ze kreeg gedurende deze lange coma visioenen door haar immens
geloof en de eeuwige waarheden die direct van God kwamen. Omwille van die reden
moet men haar werk aandachtig lezen.
Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 5
1
Planeten van de Zielen van andere religies
Een stem zei tot mij: Word
wakker. Sta recht, Fanny, en schrijf op wat je allemaal ziet. Niemand dan de
Heer alleen kent het lot van elke mens. Maar de tijd is aangebroken om alle
harten te wekken die in een poel van zonde verkeren. Jij bent aangesteld en
uitverkoren om al wat je geopenbaard is niet als een droom te beschouwen. De
sluier is voor jou opgetild om je de eeuwige mysteries te laten zien. Ik zei: Het
kan zijn dat ik niet alles herinner. Maar de stem zei: Ik zal je op alle
manieren helpen. Ik werd wakker en opende mijn ogen en zag een mooie blauwe
lucht die onverklaarbaar uitgestrekt was. De tijd dat ik in de Hel had
doorgebracht had mijn ogen aangepast aan de duisternis. Hier verlichtten de
heldere stralen alles. Ik keek rond en dacht: Wat prachtig. Wat een geurige
lucht. Wat een tuin. Wat een mooie veelkleurige gewaden droegen de zielen.
Terwijl de engelen in de lucht zweefden, verschijnend en verdwijnend als ze
wilden. Het gras was groen en kondigde een eeuwige lente aan. De bloemen,
geurden als parfum. Er waren vele kleine paadjes om op te wandelen.
Waar ben ik? Is dit het
glorierijke Koninkrijk van de Hemel? Is dit het Koninkrijk van Engelenkoren,
van oneindige Heiligen, Cherubijnen en Serafijnen die buigen voor de
Koninklijke Troon?
Hier is de realisatie van al
mijn hoop. Prachtige rozen die in immense hoeveelheden tapijten vormden om op
te wandelen en bloemenkransen waren overal rond mij opgehangen. Mijn armen steken
langs hun delicate bloemblaadjes en zoete parfum. Beetje bij beetje klaarden
mijn gedachten op hoewel ik mijn verschrikkelijke ervaring van de Hel niet kon
vergeten. Toen ik wakker werd, verwelkomden ongekende zielen mij. Ze waren
licht als vlinders. Ze waren gekleed in veelkleurige gewaden en hun gezicht
weerspiegelde geluk en goedheid. Ze zeiden tot mij: Zuster, sta recht, het
Koninkrijk van de Hemelse Vader verwelkomt je, hier heerst Zijn Geest over alle
dingen. Je bent hier door Zijn Heilige Wil zodat de mens zich niet bezig houdt
met nutteloze zaken. Wanneer je terugkeert naar de aarde moet je alles wat je
hebt gezien meedelen aan anderen.
Deze hemelse taal was nieuw
voor mij, maar ik begreep het zoals het mijn moedertaal was. Ik stond trillend
recht van emotie omdat ik in de Hel was geweest en dan de genade kreeg om de
vervoering van de hemelse schepping aan te kondigen. Ik dronk samen met deze
mensen die me naar een fontein hadden gebracht. Ik vergat spoedig mijn angst en
de afschuwelijke nachtmerrie van de Hel. Het was alsof ik wakker werd uit een
angstaanjagende droom die men vergeet van zodra men klaar wakker is. Ik begon
te praten. Ik ben juist uit de Hel. Het is daar een eeuwige nacht. Geen
dageraad, geen licht, geen schemering, geen zon, geen blauwe lucht of witte
wolken. Er zijn geen bomen, geen fruit. Alles is er leeg, behalve duisternis,
vuur en heel veel lijden. En dan is er
ook de grootspraak van Satan om de Antichrist naar de aarde te sturen om de
mensen tot slaven te maken.
Ze zeiden: We bidden
ononderbroken tot de Heer God om het leven op aarde te beëindigen en dit is
Zijn antwoord: de tijd is nog niet rijp, laat de mens zijn leven verder leiden.
Ik vervolgde: In de Hel zag ik en ik werd onderbroken: Zeg niets meer, we
weten alles wat er in de Hel gebeurt, de kwellingen en het lijden die de
zondaars moeten ondergaan. Hier is het paradijs, vervuld van perfectie. Hier
heerst God glorievol temidden van mooi gezang van de Serafijnen en aan alle
kanten bloeien de bomen en de bloemen en rijpt het fruit. Enkel zijn vrome
zielen leven hier. De plaats waar de bron van licht sublieme gedachten
voortbrengt. De plaats waar het bronwater zo zuiver is. Daar waar
engelenvleugels werkelijk zilver zijn. Hier worden de Rechtvaardigen niet
gedwongen om iets te doen behalve te genieten van de wonderen van de schepping.
Bij de bron bevond zich een
kostbare steen, verschillend van degene die ik ooit had gezien op aarde. Het
was zo zwaar dat ik het nauwelijks kon optillen. Ik vroeg: Van wie is deze
kostbare steen? Is het veel waard? Zeker antwoordden ze. Het is van veel
waarde. Jullie aarde bezit geen dergelijke schat, noch de rijkdom om ze te
verwerven. Hier in de Hemel, geeft de Heer hen aan degenen die met Hem
samenleven. Als je je te zwak voelt, laat het op de grond liggen, niemand zal
er aan komen. Je bent nog maar pas wakker. Kijk verder en je zult nog veel
mooiere stenen zien dan deze. Hier is er niemand die ze koopt of verkoopt,
omdat er ontelbare schatten zijn en zodanig veel dat je als je hier langer
verblijft ze niet meer opmerkt. Onze grootste vreugde zijn de Feestdagen die ons
de kans geven naar verschillende planeten te vliegen waar we Gods glorierijke
schepping kunnen bewonderen. Op deze dagen mogen we onze geliefden bezoeken.
Enkel op Feestdagen kunnen ze onze ouders en vrienden zien.
Toen hoorde ik zeer mooie
muziek. Ik liet de kostbare steen vallen en ik volgde hen. Ik was omringd door
een Goddelijke geur van parfum. We stopten bij een waterval om het schitterende
panorama te bewonderen. En mijn metgezel voegde zich bij onze groep. Hij plaatste
een kroon van bloemen op mijn hoofd en zei: Hier is het eeuwig Lente Er waren
grote palmbladeren die wuifden in een lichte bries. Mijn metgezel toonde me de
wirwar van paadjes en verschillende voorwerpen die ik niet kan benoemen met
onze beperkte aardse taal. Kom zei hij, Ik zal je nu naar de andere planeten
meenemen. Dit zijn de planeten waar de zielen van andere religies zijn. Deze
die rechtvaardige en goede levens geleid hebben, in het Opperwezen geloofden en
Gods Wet praktiseerden leven hier. Ook heidenen die leefden volgens de
natuurwet en een rechtvaardig en goed leven leidden! Terwijl hij dit zei,
bereikten we een andere planeet, werkelijk mooi maar niet zo mooi als de
planeet van de Christenen. Er was meer woestijn. Het gezang van vogels was
merkbaar. Soms vlogen engelen hoog in de lucht die lofgezangen tot de Schepper
zongen.
(Nota : volgens het visioen
van de auteur worden de niet-Christenen die geloven in een Opperwezen en de Wet
van God naleven overeenkomstig beloond. Dit spreekt het Dogma van de Romeinse
Katholieke Kerk niet tegen. Dogma 16.6 zegt: De zielen van degenen die
stierven in staat van persoonlijke zware zonde gaan de Hel binnen. Dan mag men
aannemen dat de niet-Christenen die beloond zijn geworden geen doodzonde hebben
begaan. Om doodzonde te vermijden of zelfs de waarheden van de natuurwet te
weten is voor de mens die de in erfzonde gevallen natuur heeft, niet
gemakkelijk. Kijk naar de volgende dogmas. Dogma 5.5: Zonder de bijzondere
hulp van God, kan de gerechtvaardigde niet standhouden tot het einde in
rechtvaardiging. Dogma 5.6: De gerechtvaardigde is niet in staat gedurende
zijn hele leven zonde te vermijden, zelfs geen dagelijkse zonden, zonder het
bijzondere privilege van de genade van God.
Dogma 5.9: In de staat van
erfzonde, is het moreel onmogelijk voor de mens zonder bovennatuurlijke
Openbaring, gemakkelijk, en met absolute zekerheid, en zonder dwaling te weten
welke alle religieuze en morele waarheden er zijn in de natuurwet. Bemerk dat
de dogmas 5.5 en 5.6 verwijzen naar de Rechtvaardigen of die Christenen met
Heiligmakende Genade die de Heilige Geest hebben die hen begeleid. Ze kunnen
niet standhouden in Heiligmakende Genade of zonde vermijden zonder de
bijzondere hulp van God. OLVrouw vertelde aan Veronica Lueken van Bayside op 14
augustus 1979: Veroordeel je broeders en zusters niet die nog niet bekeerd
zijn. Want in Mijn Vaders Huis, en Mijn Zoon heeft het vele keren herhaald:
onthoud altijd, dat in Mijn Vaders Huis vele kamers zijn, in de betekenis van
geloofsovertuigingen. Maar de Eeuwige Vader heeft de zalige aanschouwing
gereserveerd voor de Romeinse Katholieken. Dit is zo bekrachtigd door de
Eeuwige Vader sinds het begin der tijden. Het is dus duidelijk dat Christenen
die gered zijn in staat zullen zijn om God te zien op een bovennatuurlijk
niveau. Terwijl de niet-Christenen die aan de bovenstaande voorwaarden voldoen,
niet in staat zullen zijn om God te zien, maar toch een natuurlijk gelukkig
leven zullen leiden na de dood. Dit verschil kan opgemaakt worden in Fannys
visioenen.)
2
Planeten van de zielen van de Rechtvaardigen (Christenen die stierven in
Heiligmakende Genade)
Gedurende de vlucht bewonderde
ik de verschillende aspecten van hemelse wonderen. We zagen grote kometen met
lange vlammende staarten. Sommige hadden zelfs twee of drie staarten. Sommigen
gingen langzaam en anderen zo vlug dat ze een spoor van gouden vonken
achterlieten. In de diepten van de hemelen zagen we plotseling sterren die zich
verplaatsten uit de ruimte en dan naar het oneindige schoten. Sommigen alleen,
sommigen in groep, en duizenden die een gouden regen vormden. Er waren er die
zo helder waren dat ze onze ogen verblindden. Dit hele spektakel was zo
grandioos en zo onvoorstelbaar dat ik mij als een klein stipje voelde in dit
immense universum van Gods schepping. Mijn metgezel zei: Er is niets op aarde
vergelijkbaar met wat er te zien is na het leven.
De mens kan alle
natuurkrachten onderwerpen maar zal nooit enig idee van de mysteries van het
hiernamaals ontrafelen. Zie je deze lichtgevende stippen? Ze zijn de planeten
waarop eeuwigdurend leven bestaat. Nu zullen we naar de werelden vliegen waar
de zielen van de Christenen leven. Ze zijn een afzonderlijk immense ruimte en
ze zijn ontoegankelijk. We zetten onze vlucht voort in de ruimte tot we een
planeet tegenkwamen die vergelijkbaar was met de aarde van vorm, maar veel
kleiner. Wanneer we neerstreken bemerkte ik dat de bodem noch bruin, noch grijs
was, maar rood. Rivieren water vloeiden in alle richtingen op de vlakte, en er
waren ook vele meren. Alles was opnieuw verschillend, zelfs de lucht was gezond
en licht. Ik kon er goed ademen. Het water van de rivieren hadden een mooie
turkooise kleur.
Aan de horizon waren purperen
bergen. We kwamen dichter bij de gezegende inwoners van deze streek. Ze spraken
van een nieuwe vertegenwoordiger van het Paradijs die hen had verteld over de
grootsheid en glorie van de Heer, de Almachtige God, wiens alwetendheid en
majesteit hen de vreugde en de gaven van dit hemelse leven toestond. Geen
afstand was te groot en alles was toegankelijk. Ze genoten van alles tot hun
grote voldoening en niemand was ooit bang, omdat er geen vijanden waren. Omwille
van Zijn belofte, wachten we op de nieuwe Hemel en de nieuwe aarde waar de
rechtvaardigen leven. (Petrus 2:3-13).
Wanneer ze stopten met praten
hoorden we een melodieus heilig hymne. Ik keek met grote bewondering naar deze
heilige zielen, die in feite, zeer eenvoudig waren. Wanneer ik aan mijn
metgezel vroeg hoe men deze zaligheid kon bereiken zei hij: Ze toonden waardering
voor alles wat met hen gebeurde op aarde. We stegen op de top van de berg waar
we het panorama voor ons bewonderden. Wat een prachtig spektakel! Ruime
prairies versierd met verschillende bloemen en fruitbomen van wie de takken
neerhingen op de grond. Ze waren overvol met het meest overheerlijke fruit.
Gouden stralen van licht doordrongen de palmtakken in de bossen; hun zacht wiegende
takken bewogen in een zachte bries. Deze vruchten waren onbekend op aarde. Ze
smaakten zoals zoete wijn. Als ik rondkeek leek de natuur te zingen: Dit alles
is Gods beloning voor de rechtvaardigen.
Mijn metgezel zei: Nu dat ik
je de streek getoond heb waar de rechtvaardigen leven, moet je ook weten dat
hun zielen dikwijls onzichtbaar naar de aarde neerdalen op Feestdagen en dat ze
hun familie en vrienden bezoeken of hun eigen graf. Want ze worden dikwijls
vergeten door hun onverschillige verwanten die zelfs niet meer bidden voor hen
of hun graf niet meer bezoeken. Nu zal ik je meenemen naar de eeuwige
verblijfplaats waar je moeder verblijft.
3 De
plaats waar de moeder van de auteur verblijft
Nadat we het panorama hadden
bewonderd vlogen we naar de plaats waar mijn moeder verblijft. We bereikten het
in zo weinig tijd en het leek er groter dan de aarde. Het was middag, de lucht
was blauw met kleine witte wolkjes die voorbij zweefden. De bergtoppen
weerspiegelden zilver en goud van het zonlicht en er waren kostbare stenen van
verschillende kleuren die verspreid waren over de rotsen door een voorzienige
Hand. Ik hoorde het bruisen van watervallen en rivieren die uitmondden in talrijke
meren, die de wolken weerspiegelden. De omgeving was prachtig. Hier was er een
ononderbroken licht. De zon scheen de hele dag gevolgd door lichtgevende
schitterende sterren die een blauw licht verspreidden. We gingen langs een
breed pad die naar een mooie tuin leidde die omgeven was door een muur van cipressen.
In deze streek die geurde, was ik onder de indruk van de schoonheid en kleuren
van de bloemen. Ze waren opnieuw verschillend, sommige waren eenvoudig en
anderen magnifiek mooi. Geen aardse schilder zou ooit dit beeld kunnen
schilderen. Ze waren glorierijk en hun parfum vulde de lucht als ik vreugdevol ademde.
Het was duidelijk dat de
Heilige Geest deze harmonie voortbracht en onuitsprekelijk genot voor degenen
die deze eeuwige gelukzaligheid hadden bereikt. Er was schoonheid, vrede en
engelen zweefden rond zoals vlinders.
Uit het struikgewas hoorde ik de stem van mijn moeder. Ik ging er heen.
Ik wilde niets liever dan haar ontmoeten. Ik zag mijn moeder, stralender dan
ooit, groot en slank. Haar ogen waren hetzelfde als op aarde maar haar gezicht
had een verschillende uitdrukking. Ze zag er geraffineerd uit. Haar haar was
glanzend en op een verschillende manier gekamd. Haar huid was zacht en ze had
een heldere stralenkrans boven haar hoofd. Een aura scheen rond haar en ook
rond degenen die bij haar waren. Toen ze met hen sprak, luisterde ik enthousiast
naar haar woorden. O! Het was zo wonderbaarlijk om zijn eigen moeder te zien na
haar wrede dood in de handen van moordenaars.
Hoe wonderbaarlijk om haar in
het Paradijs te zien vol van deze extase en gelukzaligheid. Mijn ziel was
vervuld van vreugde toen ik haar zag. Ik bemerkte hoe haar ogen naar een groot
meer keken die eruit zag als het pallet van een kunstenaar. Het weerspiegelde
al de kleuren van de bloemen. Ik ging naar haar, overweldigd door bewondering.
Ik noemde haar Mama zoals in mijn kindertijd en terwijl ik tranen van vreugde
weende, kuste ik haar handen en mijn hart stopte met kloppen. Maar ze leek mijn
aanwezigheid niet te bemerken, maar ze bleef kijken naar het meer met een
serene glimlach. Ik kwam dichter en liet mijn gezicht rusten op haar borst en
zei: Mama, waarom ben je zo onverschillig voor mijn liefdevolle streling? Zeg
eens iets voor je dochter.
Maar ze was stil. Herken je
me niet? zei ik, en kuste de boord van haar gewaad en hield haar in mijn
omhelzing, maar zoals een mist verdween ze. Ik voelde mij zeer droevig en vroeg
mijn metgezel: Misschien herkent ze me niet meer? Hij antwoordde: Je bent
een aardbewoner, terwijl ze geheiligd is in het Paradijs. We zetten de tocht
verder in het azuren schemerlicht temidden van schitterende bloemen die werden
opgelicht door de aanwezigheid van God. De zon schijnt hier niet, enkel Gods
helderheid. Toen we verder reisden was ik bedroefd om de planeet waar mijn
moeder was te verlaten. Mijn metgezel zei: Wees niet bedroefd, nu zie je hoe
ze haar beloning heeft bereikt. We zullen haar opnieuw zien met je vader
wanneer we meedoen aan het grote festival van Pasen. Ik zal je nu een andere
planeet tonen van wiens pracht je meer zult verbaasd zijn. Omdat God in zijn
oneindige liefde heerst over alle schepselen, heeft Hij ook aan de dieren
gedacht voor wie Hij een plaats heeft gereserveerd na hun dood. Dit is de
planeet waar we naartoe gaan.
4
Planeet van de dieren
Geleidelijk aan bereikten we
deze planeet. Uit een hoog waarnemingspunt net voor we neerkwamen zagen we
groene prairies, dikke wouden, bergen, meren en rivieren. De zon scheen helder
en vogels zongen voor de glorie van hun Schepper. Het was zon vredevolle verblijfplaats
voor alle dieren. We zagen hanen kraaien en grote arenden met gespreide
vleugels en talrijke andere variëteiten van vogels. Op de grasvelden waren er
katten van alle soorten. Je hoorde het gekwaak van kikkers en vlinders
fladderden van bloem tot bloem met de bijen. Op het gouden zand waren er grote
krokodillen en in de opening van het woud stond de koning van alle dieren, de leeuw.
Honden blaften en zaten elkaar achterna in hun blijheid. Met hun plechtige
trage tred waren de grote olifanten. Wat een assortiment en variëteit van
dieren. Allen waren ze zeer gelukkig, zich koesterend in de glorie van God. Dat
is voor hen voorbereid na hun dood.
5
Planeten van de Heiligen
Er waren nog vele planeten te
bezoeken en daarom gingen we terug verder. Net boven ons bevond er zich een
mooie ster. Daar gingen we heen. Maar toen we er bijna waren verdween ze. We
drongen door een dikke damp die de atmosfeer koelde met zijn schaduw, en toen
zagen we zeer grote palmbomen met dik gebladerte die een vredevolle en
ongedwongen atmosfeer creëerde. Op de
palmbomen bevonden zich grote trossen met vreemd fruit, geurend en sappig die
zwaar doorhingen. Nu en dan zagen we dat de blauwe lucht zich versierde met
veelkleurige stralen die weerspiegelde op al de rest. Deze planeet was statiger
dan de anderen en er waren overvloedig veel schatten. De bergen waren bedekt
met goud en edelstenen die zo fonkelden dat ze de ogen verblindden. De
azuurblauwe meren waren als spiegels die de veelkleurige bloemen
weerspiegelden. We streken neer op een vlakte van bloemen en ik bemerkte hoe de
gouden takken van de fruitbomen de grond raakten met hun rijpe fruit. Ik
proefde van het fruit en het smolt in de mond. Ik kon de smaak niet vergelijken
met enig aards fruit. Toen zag ik veelkleurige lichtstralen die zilveren heldere
watervallen weerspiegelden.
Dit is de verblijfplaats voor
Heiligen, zei mijn metgezel. Ik vroeg: Zijn er verschillende graden van
heiligheid die verschillende beloningen geven? Hij antwoordde: Ja, het leven
hier verschilt evenzeer als het verschil van planeet tot planeet. Iedereen
krijgt wat hij verdient en dat is voor eeuwig. Degenen die hun eeuwigheid hier
doorbrengen zijn de Heiligen die geestelijke levens geleefd hebben op aarde en
grote offers brachten, glorie gaven aan God door vele zielen te bekeren en veel
goeds deden door hun voorbeeld en hun daden, en alle aardse pleziertjes en
comfort minachtten. Door hen, verleent de Heer vergeving en bewerkt mirakels
van genade aan allen die Zijn Wil aanroepen. Aan degenen op aarde die tot hen
bidden, hen smeken om genaden en gunsten, die hun Feestdagen herinneren,
verlenen ze hun wonderbaarlijke voorspraak.
We werden omgeven door zachte
muziek van onzichtbare harpen, en de Heiligen bewogen zich voort zonder
voetsporen na te laten. Hun bewegingen, gebaren en gezangen waren
onvergetelijk. En opnieuw, zweefden de Engelen boven hen. O, dit is de Hemel
met zijn mooie muziek. Ik ging een plaats binnen en zag een Heilige in diepe
gedachten verzonken, zijn ogen waren op de ruimte gericht en mijn metgezel
legde uit dat deze Heilige zijn gedachten tot een vriend op een andere wereld
overbracht.
We vertraagden en bereikten de
top van een berg. Van dit waarnemingspunt hoorden we klokken van een kerk
luiden. Ze gingen recht in je binnenste. Ik voelde deze geluiden zelfs in mijn
ziel. Het kondigde het grote Feest van de vroege dageraad van Pasen aan. Het
was gericht aan alle Engelen, Heiligen en het hele Universum. Ik keek rond en
mijn metgezel zei: Ik zal met de anderen moeten meegaan, je zult dus op jezelf
moeten letten. Plotseling werd ik uitgerust met een paar vleugels. Ik spreidde
hen zachtjes en begon te vliegen. Ik genot van de goedheid van het eeuwig
leven. Het Hemelse Koor zong het Evangelie van Leven van Onze Heer Jezus
Christus en Zijn Verrijzenis.
Boodschap
van de Maagd van de Verzoening op maandag 5 juni 2017 aan Mario dIgnazio in de
Gezegende Tuin van de wijk Santa Teresa, Brindisi
Terwijl we
zongen zag ik een lichtflits verschijnen rechts van het altaar geplaatst aan de
voorkant van de kapel van de verschijningen. In dit immense licht, wit en paradijselijk,
verscheen de Hemelse Moeder. Zij was gekleed in het wit met een brede lange
blauwe sjerp rond de taille. Zij was erg stralend, zeer vreugdevol. Haar sluier
bewoog door een lichte wind, als om het onvermoeibare werk van Gods Geest te
symboliseren dat blaast op de kleine kudde door Zijn Allerheiligste Bruid, een
verandering brengend van hart en innerlijke genezing. De Heilige Moeder zei na
zegening met het kruisteken:
Geloofd zij Jezus Christus.
Mario: Nu
en altijd.
"Lieve kinderen, Ik ben de Moeder van
God en jullie tedere Moeder. Heb in jullie een brandend verlangen naar God.
Moge God te allen tijde gewenst zijn. Laat jullie niet uiteendrijven door de
corrupte en bedorven wereld. Wees in de Geest van de Allerhoogste, want de
Heilige Geest is het Leven. Uw geloof zal de Poort van de Hemel openen voor
jullie, heb dus een oneindig vertrouwen in Mijn Zoon Jezus, de Koning van de
Vrede. Jezus is dicht bij jullie en vandaag is Hij bij Mij, zoals in elke maand
juni."
Jezus
was in het blauw gekleed en na het water gezegend te hebben zei Hij:
"Ik ben de Goede Herder, aanbid Mijn
Heilig Hart van Liefde en zorg ervoor dat Zijn Goddelijke Vlam brandt in jullie
om de kilte van de niet-liefde te vernietigen. Ontvang Mij in jullie Mijn
kinderen."
Mario: De
schoonheid van de Heilige Harten van Jezus en Maria is onbeschrijflijk. Hun
verschijning laat een grote vrede en een diepe sereniteit na. Zij slagen erin
om orde te brengen in de wanorde, het licht in de duisternis, liefde waar haat
was. Laten wij Jezus en Maria
verwelkomen in ons leven, voel hen bijzonder heel dicht bij ons. Zie hen als
reisgezellen, als ware geestelijke leiders. Zonder een echte gids, zal de
wereld ons leiden. Laat je niet van de wijs brengen en afvallig worden door de
corrupte en verdorven wereld. De wereld
is niet alleen corrupt, maar wil ook ons verderven. Dit doet ons denken aan een
zin uit het Evangelie van Jezus: Zij willen niet alleen niet gered worden,
maar willen niet dat jij gered wordt. Daarom ondervinden we zo veel obstakels,
zoveel tegenslagen; dat is waarom wij, die Jezus volgen, constant worden
aangevallen.
Degenen die
ons aanvallen geloven niet in God en hebben geen geloof, houden niet van gebed,
hebben Jezus nog niet ontmoet in hun leven, kunnen niet begrijpen waarom we in
staat zijn om een sereen leven te leiden, een leven van kleine dingen op basis
van dankbaarheid, broederlijke liefde, vergiffenis, barmhartigheid. Jezus en
Maria hebben ons hun menselijkheid gegeven, een ware en volmaakte mensheid.
Laten we hen nemen als model in ons leven. Laten we enkel en alleen luisteren
naar hun zeer zoete, zeer barmhartige stem. Laten wij hen imiteren in de
uitoefening van de christelijke deugden en hen vragen om te groeien, om ons
geloof en ons vermogen om te beminnen te versterken.
Opmerking: in de Gezegende Tuin, op het speciaal
vervaardigde pad, was er vandaag een kruisweg op blote voeten op de scherpe,
kleine stenen van de weg, ter ere van het Heilig Hart van Jezus en tot
eerherstel voor de beledigingen aan de Heilige Drievuldigheid. De kruisweg is
een vrome, devote praktijk vooral gewaardeerd door Mijn zoon en Mij, de
Koningin van het Kostbaar Bloed. (Boodschap 8 oktober 2012)
TOEWIJDING AAN JEZUS HART
Uw Hart, o Jezus, is een plaats van vrede,
het zoete toevluchtsoord in de beproevingen van het leven, het zekere pand van
mijn verlossing.
Ik wijd mezelf volledig aan U, zonder voorbehoud, voor altijd.
Neem bezit, o Jezus, van mijn hart, van mijn hoofd, van mijn lichaam, van mijn
ziel, van alles van mijzelf.
Mijn zintuigen, mijn krachten, mijn gedachten
en affecties zijn de Uwe.
Ik geef alles aan U en ik offer alles aan U;
alles behoort U toe.
O Heer, ik wil U meer en meer beminnen, ik wil leven en sterven van liefde.
O Jezus, dat elke daad van mij, elk woord van mij, elke hartenklop van mij, een
akte van liefde is; dat de laatste adem een akte van zeer vurige en zeer pure
liefde voor moge U zijn.
vliegtuigen die de chemische stoffen in de lucht sproeien
Chemtrails
Het algemene idee is dat er sprake is van het moedwillig verspreiden van bepaalde
chemische stoffen in de atmosfeer vanuit straalvliegtuigen, waarbij de
condensstrepen deze stoffen kunnen camoufleren. Chemicalien die worden
genoemd zijn onder andere barium, aluminiumzouten, polymeervezels of thorium.
Wat ook als reden wordt gegeven is het weerkaatsen van zonlicht zodat de CO2
wordt beperkt.
Ook de gerenommeerde
wetenschapper dr. Rosalie Bertell, winnaar van de alternatieve Nobelprijs en
voormalig adviseur van de AmerikaanseNucleaire
Regelgeving Commissie, bevestigde in haar boek Oorlogswapen Planeet Aarde het
bestaan van chemtrails, en uitte hier forse kritiek op omdat deze volgens haar
worden gebruikt als biologische en chemische wapens tegen de mensheid, met als
doel de omvang van de wereldbevolking sterk terug te dringen
Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 4
4
Satan beschrijft hoe hij de Antichrist zal zenden
De oude man met de witte baard was alleen gaan zitten, maar
ineens hoorde hij geweeklaag dat kwam van degenen die hij had verleid met zijn
valse leerstellingen. Zijn gezicht werd somber, de rimpels tussen zijn ogen
werden dieper en men kon hem diep zien nadenken over zijn zware misdaden die
hij leek te herinneren uit zijn verleden. Nu, als hij in wanhoop zich al
degenen voor de geest haalde die hij had weggelokt van de waarheid, goedheid en
de liefde van God, was zijn lijden onbeschrijflijk. Satan richtte zijn blik op
hem en de oude man keek naar hem met moed en onbezonnenheid. Hij keek recht
naar Satan en ging naar zijn troon en sprak Satan aan: Is dit werkelijk hoe je
bestaat? en Satan antwoordde: Ja, met een ironische grijnslach. De oude man
vervolgde: Waarom bevind je je altijd van eeuw tot eeuw in deze eeuwige
vlammen en ben je op verwaande wijze vijandig tegen het hele universum en kwel
je op wreedaardige wijze degenen die je hebben gediend met duivelse
boosaardigheid? Iedereen werd stil, niet wetend wat te verwachten. De oude man
vervolgde: Waarom toon je geen berouw en doe je niet het juiste. Waarom stop
je niet met je boosaardigheid en word je niet terug goed?
Zijn sombere blik afwendend antwoordde Satan: Omdat ik
vervloekt ben. Gedurende een korte pauze, terwijl Satan mijmerde, vervolgde de
oude man: Nu geloof ik niet alleen in je bestaan, maar ook dat je vervloekt
bent. Voor jou zijn alle sterren verduisterd, is er geen zon in de lucht. Je hebt
de aarde te schande gemaakt door de inwoners te verleiden tot zonde. Wat wil je
doen in de toekomst? Blijven vernietigen of iets beter en meer respectabel creëren?
Satans gezicht klaarde op met intense haat en hij mompelde
met een dreigende stem: Ik zal de Antichrist naar de aarde sturen, en voor
eeuwig zal ik tegen Hem vechten die mij vervloekte! De Antichrist? vroeg de
oude man verbaasd.
Ja, de Antichrist antwoordde Satan, die straalde van haat
als hij vervolgde: Er zal een tijd komen op een bepaalde plaats die ik reeds
heb aangeduid. Er zal een hoer komen die een dochter zal baren die meer pervers
is dan zij, die op haar beurt een andere hoer zal baren en zo voort voor
verschillende opeenvolgende generaties. In de laatste generatie zal er een
vrouw geboren worden die zo pervers is dat ze het onsterfelijke benadert. Van
deze zal hij voortkomen die de verdoemenis zal zijn van het hele menselijk ras.
Hij zal de Antichrist zijn. Niemand zal zijn vader kennen omdat hij zal verwekt
worden in een bovennatuurlijk dronken zijn. Op zijn geboorte zal ik bij hem
zijn. Zijn moeder zal vele ongewone en onbegrijpelijke tekenen gedurende haar
zwangerschap bemerken maar ik zal haar tot zwijgen brengen. Hij zal een man
zijn van buitengewone intelligentie en van cultuur. Wanneer hij volwassen is
zal hij een bevel ontvangen en hij zal aangemoedigd worden door mensen van zijn
keuze. Ik zal hem immense rijkdom schenken en daardoor zal hij groot en machtig
zijn. Gedurende een grote oorlog waarbij elke natie in de wereld zal betrokken
zijn, zal de Antichrist een eenvoudige officier zijn. Maar door zijn moed en
dapperheid zal hij in een korte tijd een briljante carrière uitbouwen en de
hoogste positie bereiken. Hij zal van overwinning naar overwinning gaan en hij
zal mateloos populair worden en hij zal de sympathie en het vertrouwen van de
hele wereld winnen. Geen wapens zullen hem ooit treffen. Alles, schepen,
vliegtuigen, legers enz. zullen overwinnen onder zijn orders. Ik zal hem de
macht geven over het water, het vuur en alle natuurelementen. Hij zal de
machten van al degenen die tegen hem zijn vernietigen en hen onderwerpen.
Hij zal monarchen, dictators en presidenten onttronen en
wie tegen hem is zal hij onderwerpen. Hij zal regeren over de wereld als de oppermachtige
heer. (H. Johannes 5:43: Maar Ik kwam in Mijn Vaders naam en niemand ontving Mij,
maar als een ander komt in zijn eigen naam zullen jullie hem ontvangen.) Ik
zal hem de macht geven om mirakels te bewerken op een zodanige manier dat
iedereen gelooft dat hij Christus zelf is. (2 Tess. 2:9-10: Hij zal komen, en
wanneer hij komt, met al Satans invloed om hem te helpen; zal er geen gebrek
aan macht zijn, of aan valse tekenen en wonderen en zijn boosaardigheid zal de
zielen bedriegen die verdoemd zijn. Ze zullen gestraft worden om niet in de
waarheid te geloven die hen zou gered hebben. Daarom laat God toe dat er onder
hen een bedrieglijke invloed heerst, zodat ze leugens geloven. Hij zal in het
oordeel al degenen eruit gooien die de waarheid niet hebben geloofd, en hun
plezier hadden in het slechte te doen.) Hoewel ze zijn werken niet kunnen
begrijpen, zal niemand hem durven bekritiseren, en zo zal ik door zijn daden
het hele menselijk ras in verwarring brengen door nieuwe concepten en nieuwe filosofieën
te introduceren die het Ware Geloof zullen tegenspreken. We zullen al de wetten
van moraliteit vernietigen en tezamen met spot, heiligschennis en godslastering
zullen we extreme veranderingen in nieuwe en vooruitstrevende ideeën teweeg
brengen. Dat zal ervoor zorgen dat mannen en vrouwen zullen verlangen naar de
meest geraffineerde verdorvenheid. We zullen ons verrijken in allerlei
goddeloosheid.
Gedurende de heerschappij van de Antichrist zullen mijn
trouwe dienaren zelfs niet denken dat al dit veroorzaakt is door demonen, die
de mensheid in verleiding zullen brengen om hun persoonlijkheid te verliezen en
niet langer controle te hebben over hun eigen instincten. Om die reden zal
goddeloosheid heersen en zullen we zeer hard moeten werken in deze periode,
omdat elke aanroeping in gebed die aan Jezus Christus gericht is een ziel zal
redden. Maar onze demonen zullen met veel meer inspanning aanvallen en met een
ruime voorsprong en we zullen een meedogenloos leven creëren en we zullen alle
mensen controleren en hen aanzetten om alles te vernietigen, vooral de tempels
en de kerken. We zullen alle lichten ter ere van de Almachtige uitdoven.
Wat heb ik een afkeer van degenen die bidden in kerken en
ik ben afkerig van Missen en liturgische gezangen. Gedurende mijn heerschappij
als Antichrist zal er enkel goddeloosheid en lijden zijn, zoals de wereld nog
nooit sedert zijn bestaan heeft gezien. Dan zullen de mensen in wanhoop om niet
te lijden, niet in waanzin te vervallen en geen vruchteloze hoop te koesteren,
God de schuld geven van alle gebeurtenissen. Dit zal het hoogtepunt zijn van al
mijn wensen. Dit zal mijn heerschappij zijn van eeuwige haat en goddeloosheid.
Zo bulderde Satan in zijn razernij.
De oude man fronste zijn voorhoofd als zijn ogen met een
vreemd licht schenen. Nooit, nooit zal je het begrijpen! zei hij tot Satan
met een impulsieve onstuimigheid, Nooit zal het kwade triomferen over het
Licht. Boosaardigheid zal het nooit winnen tegenover goedheid. Ik was dwaas
gedurende mijn leven maar nu geloof ik met heel mijn hart en ziel dat Jezus
Christus zal overwinnen en je zal verpletteren. Jij die de heerser bent van
deze duistere regionen.
Satan hoorde deze woorden, stond op en riep woedend: Voor
jouw onbezonnenheid, onverschrokkenheid en beledigende woorden in mijn bijzijn
en koninkrijk zal je de meest afschuwelijke martelingen moeten ondergaan die
ooit in de Hel waren. Maar weet dan mijn wetten, de duivelse wetten net
hetzelfde zijn als de wetten van God. Wat ik heb verteld zal gebeuren net zoals
ik heb voorspeld. Dan zei hij met een overweldigend gebaar naar de grote hal, Kijk
hoeveel zondaar er nu bijeen zijn. Na de komst van de Antichrist zal het aantal
vermenigvuldigd worden, er zullen er miljoenen zijn. Ik heb reeds nieuwe
martelingen uitgevonden die gepast zijn voor elke zondaar.
Op dit moment verscheen een duistere figuur bij de oude
man. Satan ging zitten. Ik zal je niet fysiek martelen op dit moment, maar ik
zal je terug naar de aarde sturen met een metgezel die je naar al de
bijeenkomsten brengt. Je zult luisteren naar hun heiligschennende
godslasteringen en hun dwalingen waar je zelf bent ingetrapt en je hebt pas nu
berouw. Je zult proberen ze om te praten en hen te overtuigen van de dwalingen
die je onder hen hebt verspreid . Doe je uiterste best doen om hen op het
rechte pad te krijgen, maar ze zullen niet naar je luisteren. Je zult geen
resultaten boeken. Dit zal je grootste berouw zijn. Je zult er voor een lange
periode heen gaan en wanneer je volledig gefaald hebt, zal ik je naar een
planeet sturen die bedekt is met een eeuwige zee, met in het midden een hoge
rots is. Onder die rots zal je de zondaars zien, mijn trouwe dienaars, jouw
ingewijden. Daar zal je hen voortdurend zien de Hel overspoelen, dank zij je
dwalingen. Ga! Hij strekte zijn hand majestatisch uit.
De oude man die vergezeld was door zijn duistere schaduw
keerde zich naar de uitgang met waardige en trage stappen en al de ogen waren
op hem gericht in deze duivelse zaal. Hij was nauwelijks vertrokken toen een
kleine en levendige demon op de troon van Satan klauterde en iets in zijn oor
fluisterde. Dan zei Satan: Ga maar verder. Onmiddellijk tuimelde de demon in
het zand van de arena en ging naar de groep zondaars die zich voor de troon
bevonden en hij riep de andere demonen die de zondaars in het midden van de
arena duwden met geroep en geschreeuw. Dan schoten ontelbare vlammen omhoog uit
de aarde. Duizenden gekleurde heldere bollen vlogen in de lucht. Het was
allemaal zo helder verlicht en mooi om te zien. De rest van de toeschouwers,
zondaars en demonen, lieten een oorverdovend geroep horen en schel gefluit als
een balletgroep van duizenden ballerinas de arena binnen gingen. Allen waren
hetzelfde gekleed in tutus, hun rug naakt en versierd met kransen van doornen,
die hen ondraaglijke pijn bezorgde bij elke beweging.
Droevig omringden ze Satans troon en voerden een plechtige
en oude dans uit, die zeer nauwkeurig werd uitgevoerd. Het was onmogelijk om de
betekenis van deze gecompliceerde passen te begrijpen. Op aarde waren ze
ballerinas die enkel leefden voor de pleziertjes van het leven. Ze vergaten
dat er een geestelijk en eeuwig leven is waar elkeen verantwoordelijk wordt
gesteld voor zijn zonden. Toen kwamen honderden ballerinas van een hogere
klasse, dit waren de allerbeste ballerinas die de wereld had voortgebracht. Ze
waren in de Hel omdat ze meer van de vrijheid hadden geprofiteerd en ze waren
van alle naties. Ze hadden zon droevige blikken die je zag in hun ogen en de
plooien rond hun mond, die een diepe bitterheid verborgen. Dat onthulde meer
dan woorden hoeveel ze leden. Ze hadden echter hun kunst niet vergeten. Ze
dansten en zweefden lichtjes en gracieus zoals hemelse verschijningen. Ze
raakten amper de vloer. Er was een duivels kabaal. Sommigen herinnerden zich
hun vroeger succes met hun hoofden omhoog en met trots, anderen weenden
daarentegen als ze dachten aan de goede tijden die voorgoed waren vervlogen.
Van tijd tot tijd vormden ze prachtige figuren voor de troon van hun duistere
heerser die toekeek met een boosaardige grijns zonder enige vreugde te tonen.
Zijn demonen toonden dezelfde houding. De zondaars keken uitgeput naar wat ze
zagen. Sommige zwakkere ballerinas vielen uitgeput temidden van de dans en
meedogenloze demonen sloegen in hun ontsierde gezichten. Ze knielden smekend om
medelijden, maar het was tevergeefs. Satan had geen medelijden met hen en bleef
dreigend kijken en grijnslachen, toen zijn demonen hen uit zijn zicht verdreef.
Ze weenden en hinkten weg. Satan riep luid: Er is geen vreugde, ik voel me
somber! Toen stond hij recht en sloeg met zijn enorme vleugels. Hij keek
dreigend rond hem met onheilspellende razernij. Hij fronste zijn gezicht.
Daarna kwamen insecten zoemend binnen om hem verstrooiing te brengen en hem te
vermaken. Daarna werden ze vervangen door een mooi koor maar Satan was
verzonken in sombere gedachten en lette niet op het gezang. Hij staarde in de
verte. Dan stond het koor recht, hopend op applaus door de verschrikkelijke Satan,
maar in de plaats doorboorden vurige pijlen hun borst. Toen kwamen er meer
ballerinas, tovenaars, clowns en acrobaten. Ze gaven hun beste komische en
verbazingwekkende optredens. Eén kleine clown met rood kroeshaar trok mijn
aandacht. Hij voerde een ingewikkelde act op en tuimelde neer met zijn
verwrongen gezicht. Dat veroorzaakte gelach, maar ik kon zijn tragisch
innerlijk lijden zien en ik voelde medelijden met hem, hij werd naar buiten
geleid samen met de rest door een grijze demon.
Er was geen vreugde, enkel schrik heerste er met het zingen
en dansen. Temidden van gesnik en geweeklaag was alles zo gewelddadig en
angstaanjagend. Dit hele vreemde spektakel was gemengd met verschrikkelijk
lijden. Plotseling verschenen vreemde doorzichtige schepsels met lichtgevende
groene ogen. Ze beten hier en daar de zondaars en zorgden ervoor dat ze
ondraaglijke pijn leden. De zaal was vervuld van hun geroep en lijden, maar het
was niet voldoende voor Satan. Satan wilde meer. Met een koninklijk gebaar van
zijn hand beval hij de demonen met de vlammen van zijn ogen en onmiddellijk
sprongen ze temidden van de zondaars en sloegen hen, mannen en vrouwen gelijk.
Ze moesten een frivole gekke dans doen. Alles was zo in licht gebaad dat het de
ogen verblindde. De vurige bollen kwamen neer op de menigte gekke dansers. Het
was zoals rood heet metaal dat op hun lichamen viel. Uit de aarde kwamen
vlammen omhoog die de zondaars omhulden, zoals slangen die rond hun lichamen kronkelen.
Ik werd verdoofd door het lawaai, en dan kwam uit een onzichtbare scheur in de
grote zaal zwavelwolken van rook die een dikke mist veroorzaakten. De lichten
gingen uit en ik hoorde een geritsel die me deed rillen. Het was Satan die zijn
gigantische vleugels had gespreid. Hij vloog over de hoofden van alle zondaars
en demonen in de groene dikke mist. Hij vloog hoog terwijl hij triomfantelijk
lachte en iets mompelde. Ik kon echter niet horen wat hij aan het zeggen was.
Uiteindelijk trok de dikke mist op en ik kon duidelijk zien
wat er gebeurde. De zondaars die opgehitst waren door extreme martelingen
keerden zich tegen de demonen en er volgde een verschrikkelijk gevecht. Maar de
meedogenloze demonen wonnen en de zondaars werden opnieuw geketend en gebonden,
terwijl de demonen verheugd waren en meedogenloos wraak namen op hun
gevangenen.
Dit is hoe Satan zijn jaarlijks feest viert. Mijn zicht was
weg en ik hoorde een verschrikkelijk gerommel in mijn hoofd, dan blies een
wervelwind mij uit de grot. Het was een onbekende kracht.
5 Hoe
ziet het Vagevuur eruit?
Ik weet niet hoe het gebeurd is, maar ik bevond mij
temidden van een vlakte, zonder bomen, maar hier en daar waren sommige vreemd
uitziende struiken en stenen die verschillend in grootte waren en overal
verspreid lagen. De lucht was betrokken net zoals de omgeving. Er waren geen
heuvels en geen rivieren, zo ver ik kon zien. Er waren geen vogels, dieren of
insecten. Er waren talrijke mensen aanwezig. Sommige slenterden, sommigen zaten
neer. Ze keken allen apathisch met een diepe nostalgie voor een langzame dood.
Elk van hen had een geheim verlangen. Ik herkende in al deze mensen een
bijzondere moed en verschillende melancholie. Ze zuchtten voor iets
onbereikbaars. Deze nostalgie was voor God. Er hing een doodse stilte over hen.
De atmosfeer was zeer heet, maar je kon er beter ademen dan in de Hel. Van tijd
tot tijd kwam er een windvlaag van frisse lucht over hen.
Plotseling zag ik een flauw licht boven en het werd mij
duidelijk dat dit licht van God kwam. Het verlichtte iedereen, zelfs degenen
die het verst verwijderd waren. O wat een oneindige vreugde en liefde dat op
elk gezicht van de lijdenden en verdrukten te zien was. Ze stonden allemaal
recht toen ze het licht overwogen met grote hoop. Ik begreep dat deze
lichtstraal de gebeden waren die geofferd werden voor de overleden zielen. Deze
gezegende lichtstraal duurde niet lang. Maar zelfs dat korte moment waren de arme
lijdende zielen vervuld van hoop. Toen werd alles terug donker. De arme zielen
bogen hun hoofd en rond hen waren er vreemde vuurtongen die uit de grond
kwamen.
Ik keek rond en toen verscheen mijn metgezel naast me. Hij
was sereen, vriendelijk en minzaam, zoals ik hem gewoonlijk zie. Impulsief viel
ik op mijn knieën, bevend van onverklaarbare vreugde en ik riep: Als je maar
eens wist hoeveel angst dat ik verdragen heb zonder jou! En hij zei: Ja, ik
weet alles, maar praat nu niet, wees stil en heb vertrouwen in mij, je
beschermer. Ik ben de hele tijd bij je geweest. Onthoud alles wat je hebt
gezien. Het moet nog gebeuren. Het is soms noodzakelijk dat je alleen bent,
zodat alles meer indruk op je maakt.
We zijn nu ver van de Hel en de verschrikkelijke
spektakels zullen je niet meer bang maken. En nu, antwoordde ik, Mag ik God
prijzen? Ja, je mag, antwoordde hij. O wat een angst voelde ik toen ik in
de Hel was. Hoe kan ik niet willen geloven wat ik werkelijk zag? Hij zei: Wat
je zag is een verschrikkelijke realiteit.
Toen verscheen er een Heilige die ik op het Laatste Oordeel
heb gezien. Hij droeg een mijter die met diamanten was bezet. Hij was anders
gekleed en zijn gezicht straalde van goedheid en genade. Hij boog naar een vrouw
die door droevige gedachten was gekweld, en met een liefdevolle stem zei hij: Houd
moed, mijn kind, ik ben gekomen om je te helpen. Hoorde je het gebed niet
gedurende de lichtstraal die over je kwam? Het was aan mij gericht ten gunste
van jou en je weet wie er bad voor jou. Als gevolg daarvan heeft de Heer me
toegestaan je te bevrijden. Kom en volg me naar je prachtige verblijfplaats in
het Paradijs. De ogen van de zondares werden vervuld van dankbaarheid en met
een laatste traan op haar wangen knielde ze voor hem en zegende zichzelf met
het Kruisteken en zei: Hoe barmhartig is Gods goedheid om mij te vergeven, een
miserabele zondares en de Heilige zegende haar en zei: Gods barmhartigheid is
oneindig. Hij begon op te stijgen en de vergeven zondares steeg op met hem,
zoals een kleine wolk die verdwijnt na de regen. Toen zag ik een gouden straal
van gebeden en een man die knielde met zijn oor tegen de grond omdat hij hoorde
dat zijn vrienden voor hem aan het bidden waren.
Daarna werden we naar de andere hemisfeer van de planeet
gevoerd en we zagen een doorzichtige zee van vuur. Dit vuur was zo vreemd dat
het niet kon vergeleken worden met enig vuur dat we op aarde kennen. Het maakt
een diepe indruk op mij. Ik zag hele rijen van boze geesten in de lucht vliegen
met de zielen van zondaars die rechtopstaand aan hun klauwen hingen. Sommige
vielen uit hun greep op de grond, niet wetend waarom. De demonen keerden weer
om naar hen te zoeken. Maar ze vonden ze niet en gingen dan weg om andere
slachtoffers te zoeken. Ik vroeg mijn metgezel wat dit betekende, en hij
antwoordde: Sommige van deze zielen die achtergelaten werden op de oppervlakte
van deze planeet zijn degenen die niet boosaardig genoeg zijn voor de Hel en
niet goed genoeg voor de Hemel. De demonen komen hier onmiddellijk van de aarde
op hun weg naar de Hel. Ze dragen de zielen van de zondaars, en ze zijn nog
niet dood en sommigen ontsnappen aan de Hel en worden achtergelaten op deze
planeet. Ik was verbaasd dat deze zielen niet beseften dat de boze geesten
over hun planeet vlogen. Ze konden ze zelfs niet zien. Ik hoorde geen
hartverscheurend geweeklaag of geschreeuw. Ze leden zelfs niet veel van het
vuur. Men kon enkel gezucht, verlangen en verdriet horen over hun voorbije
zonden in de hoop op Gods barmhartigheid.
We bleven over de mysterieuze planeet vliegen, waarvan de
ene helft gehuld was in een doorzichtig vuur, en de andere helft gedomineerd
was door verdriet. De grijze en dorre woestijn zorgde ervoor dat geen
sterveling hier zou willen zijn. Toen middenin een sereen en plechtig gezang,
zag ik de Heilige Maagd Maria komen, zo zuiver en helder, met een glimlach van
hemelse schoonheid, omringd door de Aartsengelen die lichte kostbare sluiers
droegen, wiens schitterend licht al de zielen zuiverden. Een zondaar die werd
bevrijd door Haar voorspraak verscheen voor Haar en Ze zei tot hem: Je ziel is
gezuiverd door de tranen van je moeder. Ik ben voor jou gekomen om je naar het
paradijs te leiden, waar God heerst in al Zijn Majesteit.
Mijn ziel begon te vibreren met kracht als ik Haar naderde.
Ik viel op mijn knieën, en alle vrees en verdriet vergetend, zei ik: O Heilige
Moeder, neem me met je mee. Ik mompelde in extase. Ze stemde toe, en ik
begreep al Haar woorden als Ze tot mij sprak: Wees kalm en slaap. Je zult
wakker worden in de heerschappij van eeuwige glorie. Ik sliep aan Haar voeten,
en ik droomde dat de engelen mijn ziel droegen van deze droevige plaats naar de
Hemel met gezangen en hymnen, naar het Hemelse Koninkrijk, waar de Heer
glorierijk en eeuwig heerst.
Deel 5
: Het prachtige Paradijs
Matt. 23:13: Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeërs,
jullie hypocrieten die de deur van het koninkrijk van de Hemel in het gezicht
van de mensen dichtdoen. Jullie zullen zelf niet binnengaan, maar jullie
versperren de ingang voor de anderen die dit wel willen.
Opmerkingen van de auteur: Vele mensen zeggen dat na de
dood er niets is. Geen geest, lichaam of zintuigen. Als het zo is, dan is er
duisternis in ons midden. Maar ik vond niets in de Heilige Bijbel, daarom roep
ik: Weg met dwalingen. Ik opende het Nieuwe Testament en voor mij stond in
Lucas 20:34-36: Jezus
sprak tot hen: 'De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk
gegeven,maar die waardig zijn gekeurd deel te krijgen aan de andere
wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten
huwelijk gegeven.Zij
kunnen immers niet meer sterven, omdat zij gelijk engelen zijn. En de engelen
hebben zoals we ze kennen lichamen en gezichten en werden door mensen gezien en
hebben gehoord dat ze spreken. Ik verwijs naar het Nieuwe Testament: H. Lucas
1:11-19 dat zegt: Er verscheen hem een engel des Heren, staande aan de
rechterkant van het wierookaltaar.Toen Zacharias hem zag, ontstelde hij en werd door vrees
bevangen.Maar de engel sprak tot hem: 'Vrees niet Zacharias, want uw
bede is verhoord; uw vrouw Elisabeth zal u een zoon schenken, die gij Johannes
moet noemen.Ge zult verheugd zijn en het uitjubelen en vele mensen zullen
zich over zijn geboorte verblijden. Hij zal groot
zijn in de ogen van de Heer; wijn of sterke drank zal hij niet drinken, en nog
in de schoot van zijn moeder zal hij meet de heilige Geest vervuld worden. Vele zonen van Israël zal hij terugbrengen tot de Heer, hun
God.
Hij zal voor Hem uitgaan met de geest en de kracht van Elia om de gezindheid
van de vaderen te doen terugkeren in de kinderen en de ongehoorzamen te brengen
tot de gesteltenis van de rechtvaardigen en zo voor de Heer een welbereid volk
te vormen.'Maar Zacharias zei tot de engel: 'Hoe kan ik dat weten? Ik
ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren.' De engel antwoordde
hem: 'Ik ben Gabriël die voor Gods aangezicht staat, en ik ben gezonden om tot
u te spreken en u deze blijde boodschap aan te kondigen.
In hetzelfde hoofdstuk (v. 28) Een engel kwam en zei: Verheug u, Begenadigde,
de Heer is met u! Gezegend zijt gij onder alle vrouwen. En dezelfde engel
Gabriel kondigde de geboorte van Jezus aan terwijl de herders hun schapen
bewaakten. H. Lucas 2:9-12: Plotseling stond een engel des Heren voor hen en
zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees
werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: 'Vreest niet, want
zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele
volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad
van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren
kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.'
In Matt. 28:2-7: Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en
een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en
zette zich daarop neer.Hij straalde als een bliksemschicht en zijn
kleed was wit als sneeuw.De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het
leven scheen uit hen geweken. De engel sprak de vrouwen aan en
zei: Gij behoeft niet bevreesd te zijn; ik weet dat gij Jezus zoekt, de
gekruisigde.Hij is niet hier. Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft;
komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft.Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen
van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Dat
had ik u te zeggen.
De
vorm en de gestalte van Engelen zijn gekend. Ook de vorm en gestalte van mensen
die zijn gestorven en in de eeuwigheid zijn kunnen door twee apostelen
bevestigd worden. Mozes en Elia die met Jezus Christus zijn verschenen op de
Berg Tabor en die spraken met Hem van Zijn naderende dood in Jeruzalem. (Lucas
9:31) Daarom vragen mensen die beweren dat er na de dood geen leven is, wat is
de ziel? Na de dood is er nietswaar is het Paradijs? Het is op deze aarde
zeggen ze.
In
het Koninkrijk van Mijn Vader is er ruimte voor velen (Johannes 14:2). En tot
de dief die berouw toonde en gekruisigd was met Hem zei Hij: Voorwaar Ik zeg
u, deze dag nog zal je met Mij in het Paradijs zijn. (Lucas 23:43) In de
bergrede zei Hij: Gezegend zijn de armen van geest want het Koninkrijk van de
Hemel is van hen. (Matt. 5:3) Opnieuw sprak OLHeer. Hij had het over de ziel
en zei: Wat voor nut heeft het voor een mens de hele wereld te winnen als dit
ten koste gaat van het eigen leven?. En in de brieven van de H. Paulus aan de
Korintiers 5:35-36, ook 15:47-49. En zo lieve lezers, twijfelen jullie nog
altijd nadat jullie al deze getuigenissen gehoord hebben in de Heilige Schrift
dat de ziel niet bestaat?
Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 3
Deel 3
: Tussen de sterren
Na het Laatste Oordeel, wanneer Christus naar de Hemel
opsteeg, werden de overblijvende boosaardige zondaars naar de Hel gedreven door
de afschuwelijke geesten. De aarde was verwoest. We keken rond en waar eerst ze
getooid was in een mooie natuur was ze nu een complete ruïne. Geen geluid, geen
gezang van vogels, of geen lawaai van iets mechanisch weerklonk. Het lawaai van
industrie, treinen, autos en vliegtuigen was gestopt. Nergens was er enig
leven, juist een diepe stilte. We gingen een kasteel binnen dat een ruïne
geworden was. Het was een prachtig kasteel geweest en nu waren enkel gebroken
beelden en zuilen te zien, juwelen en geld waren verspreid. Mijn metgezel zei: Boven,
zijn geen van deze zaken noodzakelijk behalve de schoonheid van de ziel! Toen
zag ik miljoenen menselijke wezens, dieren en vogels, allen dood, opgestapeld
de een op de ander, allen in staat van ontbinding en er was een enorme stank.
We konden er niet langer blijven; toen stegen we op en verlieten de aarde.
Op dat moment werd ik wakker. Ik had nog altijd de
magnifieke visioenen van een tijdje geleden. Mijn metgezel was sereen en kalm. Herinner
je je waarover je juist gedroomd hebt? Ja antwoordde ik, met een diepe
innerlijke emotie. Dan zal ik je de wonderen van de ruimte tonen.
Het was een stralende dag. We stegen langzaam op tot de
aarde verdween in een donkere vlek. Plotseling nam een bovenmenselijke kracht
ons op en draaiden we zo vlug rond dat ik draaierig werd. Ik trilde en in een
kort moment bevonden we ons tussen de melkweg van sterren. O Heer, mompelde
ik, wat een snelle vlucht. En mijn metgezel antwoordde: Het zal zoals nu
zijn als we van tijd tot tijd van de ene planeet naar de andere reizen.
De schittering van de zon verflauwde en alles rond ons had
een vreemde straling die ons in staat stelde om alles te onderscheiden. Zo
observeerden we alle sterren, maar niet met mensenogen, maar eerder met een
geestelijk inzicht. Ik zag dat in plaats van willekeurig verspreid te zijn, de
sterren zich netjes in groepen bevonden in de ruimte. Ik bemerkte ook een
vurige damp rond sommige sterren die een immense hitte veroorzaakten. Sommige
van de sterren hadden welbepaalde bewegingen, terwijl anderen onbeweeglijk bleven
en klaar.
Terwijl we langs deze grote prachtige planeten vlogen, zei
mijn metgezel: Zie, het hele universum! Zonder de almachtige geest van God zou
niets van dit alles bestaan, noch wat we kunnen inbeelden. En de mens zal na
zijn sterfelijk bestaan en zijn verblijf in de Hemel in staat zijn om de
planeten te bezoeken op vreugdevolle feestdagen. In de verte was er een
zilveren bol, maar toen we de bol naderden werd de atmosfeer zeer koud. Woest
en verlaten was zijn oppervlak en er groeide niets, het leek dood sinds
mensenheugenis. De zeeën, de rivieren en meren, alles was bevroren met het
hoogste waren piramiden van ijs.
We rustten uit op een hoge bergtop en ik vroeg: Smelten de
sneeuw en het ijs hier? Nooit, antwoordde hij, het is de Wil van God dat
alles hier eeuwig ijs is. Rondom ons was alles desolaat. De schittering deed
pijn aan mijn ogen in de droevige en stille tragedie zonder naam.
Advies van de auteur: Sommige mensen zeggen: Als God
werkelijk barmhartig is zal Hij geen zielen van mensen martelen in de Hel voor
alle eeuwigheid. Dikwijls hebben jullie, lieve lezers, deze woorden gezegd of
gedacht, vergetend dat God Zelf neergedaald is vanuit de Hemel om zielen te
redden van dit onheil. Hij kwam om ons de weg te tonen naar de glorierijke
heerschappij van Zijn Koninkrijk met het Teken van het Kruis om Satan in
verwarring te brengen. We moeten ons verder afvragen: Waarom laat God het
bestaan van Satan toe en waarom heeft Hij hem geschapen?
Men mag niet vergeten dat Satan werd geschapen als een
zuivere Engel, die pas later zich afscheidde van God op zijn eigen initiatief.
Als zuivere geest is hij onsterfelijk. Zo was ook de mens, toen hij geboren was
zuiver en zonder zonde. Toen hij opgroeide verwijderde hij zich verder van Gods
geboden en weigerde om Zijn wil te doen. Uit vrije wil werd hij goddeloos en
rebels. Zon wezen moet onvermijdelijk na zijn dood gestraft worden. Het staat
geschreven in Matt. 25:41 Hij zal dan zeggen aan degenen die zich aan Zijn
linkerhand bevinden, op hun beurt, ga weg van Mij, jullie die verdoemd zijn tot
het eeuwig vuur dat geschapen was voor de duivel en zijn engelen.
Ondanks deze geïnspireerde woorden van het Evangelie,
geloven de goddelozen niet in het bestaan van de Hel, in tegenstelling tot de
leerstellingen van Jezus Christus, die aan de mens werden gegeven om de mensen
te beschermen tegen het lijden van de Hel. Volgens sommige sceptici is dit
martelaarschap niet eeuwig. Maar we herinneren ons het Evangelie volgens de
Hebr. 1:8: En wat over de Zoon? Uw troon, O Heer, is standvastig voor eeuwig
en altijd. De scepter van Uw koningschap is een staf die waarlijk regeert. En
opnieuw in het Boek Openbaring 20:10 Waar zullen het beest en de valse profeet
gekweld worden dag en nacht in de eeuwigheid.
Deel 4
: De Hel
De Hel is afschuwelijk! De scheiding van God is
angstaanjagend en deze scheiding is een bewust en fysiek lijden. De worm dat
hen daar opeet zal nooit doodgaan, het vuur wordt nooit gedoofd. (Marc. 9:48)
En in het Evangelie van de H. Matteus kan men lezen: Terwijl de eigen zonen
van dat koninkrijk in de duisternis worden geworpen, waar er geween en
tandengeknars zal zijn. Van de H. Lucas 16:26: Er is een wijde kloof tussen
ons en u, zodat er geen mogelijkheid bestaat, zelfs als men het zou willen, van
hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen. De H. Lucas 16:19-23: Er
was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag
uitbundig feestvierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren
overdekt voor de poort lag.
Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de
rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken. Nu
gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham
werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis. In de
onderwereld ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre
Abraham, en Lazarus in diens schoot. Nergens in het Evangelie is er vermeld
dat na de verrijzenis van Christus, een bepaalde transformatie plaatsvond in de
Hel.
1 Hoe
demonen zondaars in de Hel kwellen
Toen verlieten we de koude en bevroren planeet en waren we
getransporteerd in de ruimte naar een andere schitterende planeet die een
onbekend fenomeen voortbracht. Ik begreep niet waarom, maar ik was in de war.
Als we naderbij kwamen, verblindde de schittering mijn ogen. Ik voelde het
warmer en warmer worden tot het bijna ondraaglijk heet werd. Uiteindelijk
kwamen we aan en stonden we op de top van een berg. Het had een brede en
uitgestrekte horizon. We konden vulkanen zien die vuur spuwden in grote
hoeveelheden. Zwarte rook en vuur kwamen uit de scheuren en een rode hete en witgloeiende
lava kwam eruit. Van het midden van de aarde vloeide lichtgevend vloeibaar
metaal naar beneden langs de zijden tot in de onderste valleien. We waren
omringd door duisternis. Voor enige uren was er een schotelvormig hemels
lichaam zichtbaar bedekt met een dikke sluier die een flauw licht gaf. Op een
korte periode volgde een lange nacht.
Men kon hier en daar kleine verlichte jets zien met
buitengewone snelheid, en dan plotseling zien verdwijnen. Ik voelde mij zeer
somber en teleurgesteld. Ik kon geen vegetatie zien behalve hier en daar droge
struiken zonder bladeren, (ze hadden een vreemde vorm) in de kloven en
valleien. Aan de andere kan zag ik modderige stromen die traag vloeiden. Vanuit
elke ooghoek was alles donker en desolaat, het leek op een woestijn. Dan stak
mijn metgezel zijn arm uit om naar een diepere ravijn te wijzen en hij zei: Kijk,
Ik richtte mijn blik naar waar hij wees en ik zag gestalten die vlug bewogen in
het midden van een bijna ondoordringbare duisternis. We daalden neer tot bij de
ravijn tot we een rotsachtig punt bereikten.
Al deze mensen zijn zondaars, zei mijn metgezel. Nu moet
je je tussen hen begeven, zonder mij. Als er iets zou gebeuren met je, zelfs al
ben je bang, bid niet, want dan zal je ernstig gestraft worden. Wees wijs en
aanroep Gods naam niet, omdat in deze streek je gebeden niet worden gehoord. Waarom,
waarom nooit? zei ik. Ik begrijp niet hoe gebeden een hindernis kunnen zijn.
Mijn metgezel antwoordde: De hindernis bestaat in de genade van God die niet
in zondaars binnendringt, mensen op aarde kunnen bijvoorbeeld niet praten met
anderen vanop afstand zonder de hulp van een telefoon of radio. Zo is het ook
met gebed. Zonder de genade van de Heilige Geest kan gebed God niet bereiken.
Toen verdween hij ineens.
Ik ging naar beneden om alles van dichtbij te gaan
bekijken. De zondaars waren wild aan het dansen. Ze dansten wanhopig alsof ze
niet konden stoppen. Demonen dreven de mannen, vrouwen en ouderen bijeen om nog
meer te dansen. Toen dreven ze hen naar een open plaats. Degenen die moe waren
werden geslagen en in een zeer modderige poel geworpen. Ik verliet deze scène
en ging nog meer naar beneden tot op een vlakte. Daar zag ik een uitgestrekte
en hete woestijn en ook het verschrikkelijk dansen van de arme zondaars, die
geen moment stopten, terwijl ze tranen huilden. Toen ik dichterbij was bemerkte
ik boze geesten die dansten onder hen, spottend en zonder ophouden wild
schreeuwden.
Ze dwongen de arme zielen te dansen en ze riepen Wees
blij, blijer. Hoe verschrikkelijk boosaardig en machtig waren deze boze
geesten! De arme zondaars waren hopeloos. Ze waren vastgebonden aan elkaar met
doornen en werden geslagen, gestampt, en er werden stenen naar hen gegooid en
dan werden ze in de brandende lava geduwd. Ze moesten hun mond openen tot op
het punt dat ze scheurden en er werd brandende lava ingegoten. Ze waren
verblind met grind dat in hun gezicht werd gegooid en ze werden geslagen om hen
sneller te doen gaan op stenen die scherp waren als scheermesjes, en andere
gruwelen die te verschrikkelijk zijn om te beschrijven.
Deze boosaardige geesten sprongen op hun rug en trokken aan
hun vuil samengeklit haar dat voor geen eeuwen was gewassen. Als iemand
probeerde om zich los te maken van de demon die hij droeg, was die door een andere
vervangen, die erger was dan de eerste. O, wat een ondraaglijk lijden! Soms
toonden deze afschuwelijke demonen hen hun ouders en geliefden, die ook in de
Hel waren, en ze toonden hen hun wandaden op aarde waarvoor ze leden, en op zon
manier dat ze nog meer leden.
Ik verliet deze vreselijke scène temidden van sarcastisch
gejoel van de demonen in deze hete woestijn, om verder op zoek te gaan. Ik kwam
in een vallei vol stenen, waar afwisselend een sterke tornado en wervelwind
wolken stof bliezen, zelfs de stenen optilden. De boze geesten waren op een
grote menigte van zondaars aan het jagen die nauwelijks menselijk leken. Ze
waren extreem mager en hun armen bengelden langs hun lichaam. Op hun gezichten
kon je onverklaarbaar lijden zien. Gemarteld door dorst, sleepten ze zich in
stilte voort met het stof. Overal hing een verschrikkelijke stank met zwarte
wolken van stof die alles bedekten. Sommige zondaars waren heftig aan het vechten,
hoewel ze de verschrikkelijke straf wisten die ze zouden krijgen. Ze waren
reeds onverschillig voor alles, wetend dat in de Hel er geen hoop meer is.
Ik was niet in staat om de hete verschroeiende stoffige
wind nog langer te verdragen, daarom ging ik nog dieper naar beneden en
bereikte een modderige poel waar onaards uitziende wezens pletsten, peddelden
en van de dorst het dikke stinkende water opslorpten. Het vervulde me met
afschuw om deze arme zondaars voortduren gemarteld te zien door woeste en
perverse demonen rond zich. Met veel schrik stapte ik temidden van de scherpe
stenen en ik bereikte uiteindelijk een rotsachtige plaats en ik ging
neerzitten. Ik hoopte gered te worden door mijn metgezel. Plotseling werd ik
opgeschrikt door een geheimzinnig tumult. Het klonk niet ver weg. Ik spitste
mijn oren en ik hoorde erbarmelijk gezucht en geweeklaag. Ik keerde mij om en
daar, op de bodem van een grote kloof waren uitgestrekte uitgeputte zondaars
met hun ogen gericht op de ondoordringbare duisternis. Ze klaagden: Altijd de
duistere nacht, wanneer zullen we ooit het licht zien? Is het mogelijk dat er
nooit een dageraad aanbreekt? Ze herinnerden zich de zon en de lente, en ook
de mooie tijden wanneer ze luilekker in de zon lagen zonder zorgen in de
wereld.
Dit zette anderen ertoe aan ook zo te denken, hoe kort de
tijd ook was dat ze konden weeklagen over wat er geweest was, dit verlichtte
enigszins hun eeuwig lijden. Men kon ontdekken uit hun gesprek dat het verleden
hen altijd was bijgebleven, en levend aanwezig was. Maar de boosaardige geesten
stonden hen nooit een onderbreking van hun lijden toe. Plotseling, achter de
grote rotsen brandde een grote rode vlam die ervoor zorgde dat ze geen rust
kenden. In de Hel is er geen rust. Ik ben degene die graag rust en stilte om me
heen heeft en ik zou het niet langer kunnen uithouden. Zon gruwelijke scènes.
Ik ging verder en kwam op een donkere vlakte. Ik kwam terug de boze geesten
tegen die het in de gaten hielden als iemand voorbij kwam om hen meedogenloos
te slaan. Van tijd tot tijd verlichtten tongen van vuur de dreigende
duisternis.
Toen hoorde ik treurig en melancholisch zingen, en toen ik
naderbij kwam zag ik een groep aan de andere kant van de rotsen met hun grijze
en bleke gezichten. Hun magere armen zonder enige kracht, waren een enorme rots
van verschillende ton aan het duwen. Het was een nutteloze taak, dat ze
gedwongen waren uit te voeren. Op hun hoofden was er een onophoudelijke regen
van brandende sintels die uit de donkere wolken van rook vielen. Ik had een
verschrikkelijk verlangen om deze plaats van gruwel te ontvluchten. Daarna
hoorde ik een geklaag dat van beneden de aarde kwam. Voor mij was er een grote
muur en ik stapte voorzichtig naar beneden. De doordringende stank van zwavel
en de hete wind die de brandende rode sintels naar boven joeg maakten het
ademen bijna onmogelijk.
Hier zag ik andere ongelukkige zondaars zich haasten op
zoek naar een druppel water om hun brandende mond af te koelen. De
afschuwelijke geesten dwongen hen om harder te rennen en als er iemand viel,
werd hij ongenadig geslagen tot hij recht stond en de rest volgde. Toen ik deze
meelijwekkende scène zag verscheen mijn metgezel voor mij met zijn
onweerstaanbare en prachtige stem Was je bang? vroeg hij en alles wat ik kon
zeggen was: Het is verschrikkelijk. Toen zei hij We zullen deze plaats
verlaten en de andere planeten bezoeken! We stegen vlug omhoog.
De atmosfeer werd heter toen we een fonkelende en verlichte
ster naderden. Op deze bol hing er een zeer dikke nevel en was het bijna
stikheet. Het was er niet beter. De demonen trokken de zondaars naar verfijnde
martelingen. Er heerste overal chaos en onbeschrijflijk angstaanjagend
uitziende insecten kwelden de arme zielen die probeerden zich te verberging in
de rotsachtige diepe grotten. Van zodra ze er terug uit kwamen werden ze
geslagen en nagejaagd naar de brandende vuurzee en ze schreeuwden O dood, waar
ben je? O vriendelijke dood, waar ben je? Er is geen dood, maar wezenlijkheid.
Eeuwige vreugde voor de goeden en vromen, maar een eeuwige kwelling voor de
goddelozen.
2 Een
jaarlijkse viering van demonen als herdenking van Satans opstand tegen God
Nadat we dit alles hadden gezien daalden we neer in een
enorme groot met grote rotsen aan de opening, waaruit het meest angstaanjagende
lawaai kwam en een afschuwelijke stank die van de bokken kwam. Er waren een
paar bomen zonder bladeren en erboven vlogen onbekende monsters die het aanblik
nog dreigender maakten. Satan viert zijn jaarlijks feest vanavond. Onthoud wat
je ziet, zei mijn metgezel. Ik zag hoe de grotten langzaam open gingen.
Vanbinnen rezen vuurtongen op. Demonen sleepten sommige zondaars naar buiten.
Zij waren de meest gewelddadige op aarde. Satan gaf maar aan bepaalde zondaars
het bevel om mee te doen terwijl anderen eeuwen moesten wachten om toegelaten
te worden. Dit festival wordt één keer per jaar gevierd om de tijd te herdenken
toen Satan, die voorheen een goede Aartsengel was, de onbezonnenheid had om God
tegen te spreken en te revolteren tegen Hem.
Het is een manier om hem te verstrooien van de martelingen
van zijn somber hels koninkrijk. Maar niets tempert zijn hoogmoed als hij zich het
verlies van de eeuwige gelukzaligheid van de Hemel herinnert. Een mooie vrouw
werd door een ongekende kracht uit één van de grotten geworpen met haar armen
uitgestrekt en haar haar in vlammen. Haar donkerblauwe ogen, zoals saffieren
schenen met monsterlijke boosaardigheid. Haar brandend rood haar was opgestoken
op haar hoofd in de vorm van een ei. Ze gleed voort zoals een slang en met haar
hoofd aan de ene kant, verborg ze zichzelf achter een rots. Uit de vlammen kwam
een andere vrouw. Ze stapte naar voor, haar haar was gitzwart, haar ogen waren
als brandende kolen. Majestatisch en langzaam kwam ze naar de eerste vrouw, en
legde haar hand op haar hoofd. De eerste vrouw was gehurkt bij de rots en
trilde door het snikken. Ze bleef daar.
Uit een andere brandende grot kwam een oude man met een
bochel en met wit haar, baard en harige wenkbrauwen. Hij wandelde langzaam naar
de twee vrouwen en ik was verbaasd at de boze geesten wegbleven van hem. Hij
hief zijn hoofd en keek rond met een sterke wil en zijn ogen drukten een
intelligentie uit die ver boven het normale was. Hij boog zijn hoofd in stilte
met zijn witte baard die zijn hele borst bedekte. Later, kwam een cirkel van
demonen, allen woest met gebalde vuisten naar voor, en sloegen een oudere man.
Hij was kort, dik, kaal en nogal robuust. De boze geesten sloegen en stampten
razend op hem en riepen naar hem: Jij die in niets geloofde, jij die dacht dat
het leven op aarde alles was, jij die je land ruïneerde en iedereen martelde en
doodde die je wou. Je dacht dat je je niet moest verantwoorden.
Nu zie je dat het zo niet was. Satan zelf zal voor jou het
meest wrede lijden bedenken. Nu zullen we je naar hem brengen. Toen werd hij
in een grote grot geduwd waaruit luid geschreeuw weerklonk en veel lawaai. Ik
richtte mijn blik op de ingang net als de zondaars. Een andere zondaar kwam naast
de kale man staan. Hij was groter dan normaal, met een lang dun gezicht en een
zeer fijne neus, zijn kaken hingen neer. Uit de grot kwam er een menigte van
onaardse en afschuwelijk uitziende schepsels. Ze kronkelden en bewogen zich
verwrongen voort, voortgedreven door slagen. De oude man hief zijn hoofd en
huiverde, terwijl de andere twee zondaars minachtend hun rug keerden.
Op dat moment hoorde ik een flauw geluid, dat steeds luider
weerklonk. Het was het flapperen van vleugels. Een grote zwerm gevleugelde
demonen vloog naar de zondaars. Ze werden allen in de lucht meegenomen voor een
tijdje, en werden dan in de gapende grot gegooid. Rond ons werd het een
woestijn. We liepen een tijdje en plotseling stonden we voor een hoge vuurzuil.
Ik dacht dat deze lichtbron ons wat vrede zou brengen, en ons zou laten
vergeten dat er geen rust en stilte is in de Hel. We zagen een afgrond waaruit
zwavelwolken kwamen van rode en zwarte rook met nauwelijks te onderscheiden
schaduwen die hier en daar sprongen als de demonen hen uitdaagden. Nu zal je
opnieuw op je eentje moeten gaan, zei mijn metgezel. Wees moedig, maar als er
iets onverwachts zou gebeuren, ben ik in de buurt. Met deze woorden verdween hij.
3
Satan kondigde bijzondere kwellingen aan voor sommige grote zondaars
Ik keek naar de zondaars die voortdurend in de vlammen
brandden maar niet verteerd werden door de vlammen. Het vuur in de Hel brandt
en martelt zonder het wezen te doden. Vanuit de verte hoorde ik een koor van
bergbewoners die aan het zingen waren en vanuit de diepte verscheen er een gat
met een rotsachtige trap die zeer diep en duister was. Beneden zag ik zwakke
schijnsels van licht. Toen ik naar beneden ging werd het gezang luider. Het
leken vele stemmen te zijn maar ze zongen vals. Het vuur werd helder en meer
intens. Na een eindeloos lange afdaling kwam ik op een verlaten vlakte met
fantastische rotsformaties. Er waren veel silhouetten te zien. Menselijk, maar
ik kan het niet onder woorden brengen. Aan de voet van deze bergen waren
doornige braamstruiken zoals tentakels.
Aan de linkerkant was een bosje zwart mos dat leek te
bewegen alsof het aan het ademen was. Dan was er een scheur te zien in de
nabijheid waar wat licht door scheen. Ik ging op onderzoek en vond een andere
mysterieuze afdaling, waar bijna geen einde aan kwam. Toen ik bleef de trap naar
beneden gaan kwam ik bij een brede straat uit met op het einde een deur. Hier werd
het gezang luider als ik dichterbij kwam, onderbroken door nu en dan verdovend
geschreeuw. Ik liep vlug naar het licht. Ik kwam in een immense hal met
honderden deuren. In het midden was er een grote arena, zoals een circus. In
het midden stond een prachtige troon, maar zeer donker en somber, met een
zwarte koepel en wat leek op metalen platen aan het plafond. Rond de troon, bevonden
zich luidruchtige onbeschrijflijk lelijke onmenselijke duivelse schepsels.
Errond bevond zich een groot amfitheater voor de immense bijeenkomst van
zondaars die keken naar de troon in de arena. Er waren ook grote zuilen van
licht die de duistere omgeving verlichtten.
Aan de linkerkant van de zwarte troon, half leunend aan de
voet van de troon, zat een zeer mooie vrouw met glanzend koperrood haar. Ze was
tenger en haar schoonheid leek op een standbeeld dat gecreëerd was door een
kunstenaar. Aan de rechterkant van de troon was een ander vrouw met zwart haar
en een trots voorkomen, haar donker haar leek op de zwarte troon, terwijl haar
ogen leken vlammen van haat en boosaardigheid te zijn en ze keek minachtend
naar de duizenden ogen die op haar gericht waren. Ze leek niet op een
standbeeld maar was de beeltenis van een vrouw van koninklijke bloede gecreëerd
door een onsterfelijke kunstenaar. Ik herkende de vrouw die uit de groten werd
getrokken van de grotten voor het festival van Satan. De voorzijde van het
amfitheater was gevuld met zondaars, geen normale zondaars, maar degenen die
hun bestaan hadden bezoedeld met de meest verfoeilijke zonden, er was geen
onderscheid van rang omdat hun zonden hen gelijkwaardig maakten.
Ik zal ook de weerzinwekkende kale man en zijn discipel,
die een typische Pool was en een echt menselijk beest. Dan was er de oude
witharige man met de baard die uiterst bedroefd keek. Het leek alsof hij zich de
woorden van het Evangelie herinnerde Let op voor degenen die de kleinen
aanstoot geven, het ware beter dat ze een molensteen rond hun nek hingen en in
de zee geworpen werden. En het leek dat enkel nu in de Hel deze woorden tot
hun recht kwamen. Plotseling was er een grote aardbeving, gevolgd door bliksem
en donder die de zuilen van licht meer glans gaven. Temidden van geweeklaag,
gegrom en geklap van de demonen, en hun bloeddorstig geschreeuw, verscheen
plotseling Satan, die het geschreeuw met een boosaardige glimlach aanzag.
Voor de troon en temidden de vele rijen van zondaars, waren
er degenen die zware zonden hadden gepleegd, beroemd waren en grote geleerden.
Maar er was geen onderscheid in de Hel en ze trilden net als de anderen als
alle ogen gericht waren op Satan. Satan stopte met glimlachen en ik vroeg mij
af of hij menselijk leek. Hij was menselijk, en tegelijkertijd compleet anders
en mysterieus. Zijn hele gezicht toonde zijn onafhankelijkheid en kracht, maar
zijn gezicht was op geen enkel manier te vergelijken met iets. Hij was als een
gigantisch standbeeld, gebruind en hij had een kromme neus tussen twee grote
zwarte ogen die helder waren en vurig waren onder zijn dunne schuingebogen
wenkbrauwen.
Streng en gemeen ging hij in stilte op zijn troon zitten
met op de top een rode vijfpuntige ster. Hij zal bewegingsloos zoals een
bronzen standbeeld met zijn hoge vleugels die uitgespreid leken op zwart
fluweel. Ze waren achteraan op zijn rug. Zijn neergeslagen mooie oogleden
verborgen zijn ogen, maar zijn klassiek profiel verraadde zijn gekwelde
gedachten. Op deze verjaardag die duizenden jaren was geleden, toen God Satan
strafte door Hem uit de Hemel te verdrijven, was zijn uitdrukking vol kwelling.
Hij herinnerde zichzelf als een goede Aartsengel en een diepe frons kruiste zijn voorhoofd,
terwijl zijn vleugels langzaam dichtvouwden achter hem, zoals een vlag na een
storm. Dan hief Satan zijn oogleden op en ik zag zijn dreigende blik, van
oceanen van boosaardigheid en haat als hij zijn ogen richtte op de menigte van
toeschouwers. Wat een blik! Wat een perverse haat! Hij stond dan met zijn
gigantische grootte recht, vol haat en trouweloosheid in zijn mysterieus wezen
van zonde en goddeloosheid. Van alle hoeken heerste er stilte. Satan begon zijn
speech die alle hoeken van de grote zaal bereikte.
Ik ben gekomen om jullie grotere kwellingen aan te
kondigen zei hij, met haat in zijn bulderende stem die elk oor verdoofde. Ik
zal jullie zo laten lijden dat wat voorbij is als niets leek en elk jaar zal
het strenger zijn en eeuwig. Opnieuw, waren zijn grote vleugels uitgespreid.
Hoe immens schrikaanjagend was de grote Satan!
Al de demonen die hem hoorden lachten en jouwden als ze
meer pijn en martelingen werden beloofd. Maar de arme zondaars, die deze
aankondiging hoorden zaten ineengedoken van angst en geweeklaag. De vlammen
kwamen zoals een stortvloed van bloedrode kleur en zelfs de vijfpuntige ster
was rood met al de rest. Satan ging opnieuw zitten en ik zag een menigte van
boze geesten zich naar de mooie vrouw met het zwarte haar richten, en deden
haar opstaan, wat ze deed met de woestheid van een gewond dier. Haar ogen waren
vol haat maar ze veranderde plotseling haar uitdrukking als ze voor Satans
troon liep, haar heupen wiegend en haar borsten vooruit met een gratieuze
beweging en persoonlijke charme.
Satan lachte spottend en minachtend en zei tot haar: Op
aarde verleidde en onderwierp je mannen met je stem, je uiterlijk en je
betovering en je gaf hen al het genot dat ze in je zochten, en boden je gouden
juwelen en zelfs macht aan. Je zong voor hen zoals geen andere vrouw kon zingen
voor hen en je gaf hen zoveel plezier. Je verkwanselde goud en rijkdom zonder
een gedachte en je ging prat op je kortstondige schoonheid en glorie terwijl
levend in prachtige paleizen. Je veroverde degenen waarop je je gedachten had
gezet, en doodde degenen die je beu was zonder medelijden.
Met een gebaar van zijn grote handen, riep Satan de meest
walgelijke van zijn demonen en zei : Neem haar, streel haar zoveel je wilt.
En tot de vrouw zei hij: Ga met hem, ik heb je niet nodig, maar ik zou het
gevoel van je liefdevolle kus nog een keer willen hebben. Want dit hier zijn
mijn voeten. En Satan lachte met bittere haat, Nooit Zelfs met haar boze
gedrag was ze mooi. Nooit? antwoordde Satan, die razend kwaad was. Weet je
niet dat mijn wil de grootste trots overwint? Nadat hij deze woorden had
gezegd droegen de boze geesten haar weg en wierpen haar aan de voeten van Satan
en dwongen haar om ze te kussen, en dan namen ze haar mee naar het vuur en
duwden haar ertegen. Ze was zwart gebrand van de ondraaglijke hitte en haar
rebels ogen waren met haat gericht op Satan. Intussen knepen de andere demonen
die rond de toon zaten de twee zondaars met een slechte reputatie, de kale en
de Pool. Ze dwongen hen op hun knieën voor de voeten van Satan. Hij keek naar
hen met schrikwekkende wreedheid.
Satan zei: Zie je de grote bijeenkomst van zondaars rond
mijn troon? Voor ons zal jullie criminele leven herop gevoerd worden en het
geeft me plezier op mijn feestdag. Satan gaf een teken en alles werd duister.
Toen verscheen een scherm en allen zagen een grote oorlog. Men hoorde de
explosie van bommen, het fluitend geluid van projectielen en het gekletter van
machinegeweren. Generaals en officieren leidden hun troepen in de oorlog met
moed. En daar was de kale zondaar. Satan bulderde: Nu kunnen jullie allen zien
de ontelbare misdaden die hij heeft gepleegd. De scène veranderde plotseling
maar het lawaai van de oorlog kon nog altijd gehoord worden. Op het scherm werd
een open ruimte getoond voor een paleis dat gebouwd was met rode bakstenen en
in het midden stond een zuil met bovenaan een standbeeld van een engel. Het
hele plein stond vol mensen die het paleis bestormden.
Dan werd de binnenkant van het paleis getoond. Het was
prachtig en sereen. De relschoppers drongen het paleis binnen. Eén van de
deuren werd bewaakt door jonge vrouwen die in wapenuitrusting gekleed waren en
pistolen droegen. Ze vochten met enorme moed en verdedigden hun heersers
binnenin. Meedogenloze mannen in uniform, zowel van de marine als het leger,
droegen rode banden en gordels om hun rang te tonen. Ze drongen het paleis
binnen en met verschrikkelijke godslasteringen namen ze de geweren uit de
handen van de dappere jonge bewaaksters, en vergrepen zich aan hen al
schreeuwend in een orgie: Lang leve de vrijheid, lang leve onze chef.
Bij het zien van al deze gruwel en het horen van het
bloedstollend geschreeuw, weende de kale zondaar aan de voeten van Satan. Dan
kwam de duisternis op het scherm en de scène veranderde. Nu werd er een groep
gevangenen getoond waaronder zich een dame van adel bevond, gevolgd door jonge
meisjes die zich voor een man bevonden die op een stoel zat met een jonge kerel
van ongeveer 14 jaar op zijn schoot. Hij droeg een legerkledij en hoge lederen
botten. Zijn zachte, vriendelijke dromerige blik herinnerde mij eraan dat ik
hem eerder had gezien. Ik herkende hem als mijn Keizer. Dan verdween deze scène
uit het zicht. Dan werd op het scherm een zeer arme vrouw getoond, die zo dun
was als een skelet. Ze stond in een arbeiderswoning met samengeklit haar en
krankzinnigheid in haar ogen.
Ze was iets aan het zoeken met bevende handen, toen er
plotseling een baby begon te huilen in een wieg en de vrouw tilde de baby op en
was wreedaardig aan het lachen. Ze wurgde de baby en gooide de dode baby in een
kokende pot op het vuur. Ik was beangstigd door deze gruwelijke scène, maar ik
realiseerde mij dat ze een kannibaal geworden was toen de hongersnood Rusland
in zijn greep had.
Deze gruwelijke scène werd gevolgd door een andere, die me
eraan deed herinneren aan wat ik voordien gezien had in de Hel. Jonge en oude
mijnwerkers, met droevige ogen werden tot onmenselijk zwaar werk gedwongen door
wrede robuuste beestachtige bewakers die hen sloegen. Opnieuw realiseerde ik
mij dat deze de beste officieren en kapiteins waren uit het Russische leger die
streng werden gestraft voor hun grote patriottische liefde voor hun land. Dan
verdween ook deze scène.
Satan zat intussen op zijn troon, terwijl de kale zondaar, beefde
van schrik en onverstaanbare nonsens aan het mompelen was. Heb je gezien wat
je deed gedurende je leven op aarde? zei Satan, en de zondaar antwoordde met
een lage stem Ik heb het gezien.. Satan schreeuwde woedend Sla hem en houd
hem dicht bij mij zodat we zijn handlangers kunnen zoeken. Daarop tilden de
demonen hem op en wierpen hem aan Satans voeten, die onmiddellijk hem stampen
gaf. Dan keerde hij zich naar de Poolse man, die zijn ogen had gesloten. Satan
riep hem Kijk. Ik zal je een scène tonen om je te herinneren aan je daden.
Toen projecteerde hij een lange brede weg die geen einde leek te hebben op het
scherm.
Langs deze weg kwamen duizenden mannen, vrouwen en kinderen
van alle lagen uit de maatschappij, waaronder bisschoppen, priesters, nonnen,
generaals, professors en jonge officieren. Ze liepen zeer langzaam samen met
arbeiders, soldaten en boeren. Sommigen hadden touwen rond hun nek en al deze
martelaren liepen in stilte naar een onbekende bestemming. Plotseling gebeurde
er iets buitengewoons. Al deze droevig kijkende mensen veranderden en gingen
over in lichte geesten die elk een brandende kaars vasthielden. Een blauw licht
omhulde hen en hun gezichten straalden geluk uit en hun lichamen werden
lichtgevend. De hele weg werd bedekt met mooie buitengewone bloemen en deze
tien duizenden zielen, strekten hun armen uit en werden naar de hemelse lichten
boven hen geleid. De scène verdween en Satan schreeuwde: Dit alles geschiedde door
jouw handen. De martelingen en het lijden die je toebracht waren het middel
waardoor ze naar de Hemel gingen. Terwijl je ze niet had gedood, zouden er
velen in mijn koninkrijk gekomen zijn. Daarvoor zal ik mijn wraak op je
uitwerken.
Voor de troon verscheen een weerzinwekkend monster met
talrijke tentakels, die in alle richtingen grepen. Ze grepen de kale zondaar en
zijn Poolse handlanger vast zoals een grote meedogenloze spin die een kleine
aanvalt. Ze verdwenen allen uit het zicht. De andere zondaars waren angstig aan
het wachten op hun vonnis. Spontaan kwam de mooie vrouw met het glanzende
koperkleurige haar voor de troon van Satan staan. Ze gooide haar hoofd naar
achter. Ze keek naar hem met ogen die een vurige smeking uitstraalden. Satan,
die vol boosaardige ironie naar haar keek, zei: Ik ken je verleden, je was een
beroemde hoer, wiens schoonheid en intelligentie jong en oud aantrok, zonder
onderscheid.
Je was rijk in je paleis waar de meest befaamde
aristocratie van je tijd vertoefde. Je leefde enkel voor materiële welstand en
comfort. Je enige bezigheid was mannen verleiden met je boosaardigheid, hun
levens verwoesten en hen onderwerpen als je slaven. Dit was je enige zorg. Je
was sluw als een vos. Je uitspattingen, grilligheid en vernietiging van vele
levens waren je grootste plezier. Maar helaas, nu zal je voor je zonden kruipen
op je buik als een slang. Demonen zullen je eeuwig kwellen, nooit zal je in
staat zijn te revolteren of te klagen. Wees mij genadig schreeuwde ze met
uitgestrekte armen als ze voor de voeten van Satan neerlag. Hij lachte spottend
en beval een menigte van demonen om haar weg te voeren. Hij schiep er genoegen
in haar te zien lijden.
Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 2
Deel 2
: Mijn visioenen van het komende Universele Oordeel
Waarschuwing van de auteur: Vooraleer ik de beschrijving van
het visioen van het Universele Oordeel geef, wil ik de lezers eraan herinneren
dat dit visioen plaatsvond gedurende mijn lethargische slaap van negen dagen.
Dit visioen leek realistisch en zo beschrijf ik het. Deze slaap werd door een
machtige energie geïnspireerd, en toen ik wakker werd gedurende de droom,
besefte ik dat de episodes eerder werden uitgelegd door mijn metgezel die een
bewoner is van de Hemel. Ik wil mijn overtuigingen niet opdringen aan iemand,
maar ik geloof zeker dat hetgeen wat ik gezien heb staat te gebeuren. En als
mijn beschrijving ervoor zorgt dat iemand die twijfelt doet ontwaken, zal ik
oneindig gelukkig zijn te weten dat dit boek niet voor niets is geschreven.
1
Tekenen van het komende universele oordeel
Mijn metgezel keerde zich tot mij en zei dat het moment was
gekomen dat ik zou zien wat er ongetwijfeld zal gebeuren binnen een niet
nader bepaald aantal jaren. Na zijn woorden viel ik in een diepe slaap. Hoewel
ik reeds in een lethargische slaap was, sliep ik dieper. Gedurende deze slaap
was mijn metgezel opnieuw aanwezig en hij zei: De dag van het oordeel is
nabij, jij bent een levende getuige, kijk aandachtig en schrijf alles neer. Dat
zal er gebeuren in de dagen van het Universele Oordeel. De geest van het kwaad
zal het laatste sprankeltje geloof wegnemen van de mensheid, en hem vervullen
met nutteloze ijdelheden en hun gevoelens veranderen in harteloosheid. De
mensen zonder hoop zullen ontevreden zijn, geen vertrouwen in elkaar hebben, er
zal geen liefde zijn en degenen die de wereld regeren zullen omkomen. Kijk!
Ik zag een grote stad waarin er een grote oorlog plaatsvond.
De mensen vernietigden alles en doodden elkaar met meedogenloze haat. Opeens
weerklonk een verschrikkelijk gehuil, terwijl een grote aardbeving de aarde
deed beven. Er was veel tumult onder de mensen. Er woedde een heftige storm, de lucht was donker en al het lawaai
verstomde met het huilen van de wind. De mensen keken met verwarring naar de
grauwe lucht en ze werden stil met harten vol angst voor de verschrikkelijke
gebeurtenissen, terwijl de orkaan alles vernietigde in de straten en er
slachtoffers vielen. Het verschrikkelijke uur was aangebroken en veroorzaakte
angst in alle harten, terwijl de lucht rood werd als bloed, vol
bliksemschichten. Later verdween het rode kleur en zwarte wolken omhulden
alles. Een ondoordringbare duisternis viel neer, de sterren verloren hun licht.
Alles was mysterie en verschrikking.
Iedereen bleef bewegingsloos, de wind stopte en de
duisternis en de stilte waren beangstigen. Maar er was nog geen uur voorbij
toen de mensen vertrouwd waren met deze verstoorde natuur. Opnieuw hervatte het
leven op aarde zich. De restaurants, theaters en alle andere plaatsen van
amusement waren gevuld met wereldse menigten. Op de beurzen speculeerden ze
koortsachtig en vergaarden ze rijkdom om ze een uur later te verliezen. Overal
was er verdorvenheid, perversiteit en goddeloosheid. Enkel in de verlaten
kathedralen werden kerkelijke plechtigheden gehouden. Slachtoffers van ijdele
passies en bezigheden vergaten hun redding. In de straten was veel lawaai en
enkel in Gods tempels heerste een vrome en stille atmosfeer.
Plotseling kwam er een bliksemschicht en de hele lucht werd
gevuld met miljoenen vlammen, alles stond in brand. Elk gebouw brandde op alle
plaatsen. De vlammen stegen op en de hele wereld was in een immens vuur
gedompeld. De orkaan blies de mensen weg zoals veertjes. De mensen zochten
tevergeefs om hulp als de enorme vlammen en wind de kinderen uit hun moeders armen
rukten terwijl de moeders vol afschuw schreeuwden als hun kinderen in de wolken
werden gedragen. Ik zag Christus de kinderen meenemen naar de Hemel als ze
opstegen en niet meer konden gezien worden.
Het waren kinderen van elk ras en kleur en allen zongen
lofprijzingen tot God. Dan sloot Christus de poorten van de Hemel en een stroom
van bloed viel op de aarde. Rivieren en zeeën werden bedekt door schuimende
stromen van bloed die tegen alle boten en schepen beukten. Ze konden niet gered
worden. Paleizen en huizen stortten ineen in alle delen van de wereld en men
kon kreten om hulp horen. Uit de zee kwamen hoge golven die alle dijken,
bruggen en kades vernietigden. Alle mensen van alle continenten werden tezamen geblazen
door de orkaan en naar één plaats gebracht waar God zal neerdalen uit de Hemel
voor het Grote Oordeel.
Het grote onheil vermengde de mensen en hun taal niet.
Allen werden verzameld in aparte groepen en nationaliteiten, elk had zijn eigen
plaats.
2 De
wereld onmiddellijk vóór het oordeel
Op aarde viel er een grote stilte. Iedereen was vol
verwachting voor wat er zou komen. Degenen die reeds geloofden, waren ervan
overtuigd dat de dag van het oordeel was aangebroken. Temidden van de
duisternis, die neerdaalde op de hele aarde, verlichtte vuur de mensen als ze
zich in groepen verdeelden om te ontdekken wat elke persoon dacht en of ze de
enige mensen op aarde waren die op die manier moesten wachten, maar het was tevergeefs
omdat niemand het wist.
Er waren overal dieven die temidden van vernietigde winkels
de achtergelaten goederen doorzochten. De wijn vloeide als een rivier en het
vuur laaide op zoals een orkaan. Degenen die geen angst hadden voor God bleven
hun wellustig leven verderzetten. Overal konden de doordringende kreten,
gehuil, obsceniteiten en geweeklaag gehoord worden. Achteraan in een kathedraal
die in ruïnes was veranderd zong een dronken menigte wellustige goddeloze
liederen en jonge charlatans, die bijna naakt waren bewogen op hun ritme.
Goddeloosheid heerste overal, maar ze beseften geleidelijk aan hun lot. Allen
voelden iets mysterieus naderen temidden van zoveel dwaasheid, en werden opeens
somber. Enkel degenen die vroom en rechtvaardig waren in de ogen van God
beefden niet van schrik, maar waren vervuld van vreugde en opluchting. Dan
hoorde ik de stem van mijn metgezel zeggen : Waarom ben je zo somber? Ik ben
in de Hemel geweest al die tijd en daar is alles beschikt voor het opperste
moment van Christus Heilig Besluit. Nu zal je het grote mysterie zien. Vrees
niet, want dit is enkel een visioen en spoedig zal het daglicht de
angstaanjagende en donkere nacht verdrijven.
Intussen bleven de orgies voortduren over al de plaatsen
met geschreeuw van obsceniteiten en bewegende lichamen, gejoel en gehuil en
alle soorten lawaai van geïmproviseerde en gestolen instrumenten die allen
uitnodigden om te dansen. Dan weerklonk geruzie, godslasteringen, gelach en
gehuil. Er waren maar weinig mensen die zich realiseerden dat dit hun laatste
uur was. Plotseling blies een Boodschapper van de Allerhoogste de trompet.
Kom jullie allen, rechtvaardigen en verheug jullie, jullie
beloning is gekomen, en dan tot de anderen maar jullie, zondaars die jullie
leven hebben vergooid, weet dat het uur van jullie oordeel is gekomen.
Een huivering ging door hun hart en ze werden vervuld van
berouw en smart, maar helaas, het was te laat door hun gebrek aan geloof. Alle
ogen waren op de hemel gericht. De Aartsengel was majestatisch, verschrikkelijk
en beangstigend en het geschal van zijn trompet was nog hoorbaar en bracht alle
andere geluiden tot stilte. De dreigende Aartsengel verdween en de lucht leek
opgehangen aan de aarde. Een tweede Aartsengel verscheen en hield de Bijbel in
zijn handen en zei: Het is volbracht. Dan verscheen de derde Aartsengel en
tussen de twee eerste verscheen een doorschijnende kelk gevuld met kostbaar
bloed, het hoogtepunt van de heldere Dageraad. Het Verlossende Bloed van de
Redder van de mensheid. Toen de sluier werd opgetild, verdwenen alle twijfels.
Het is het grote mysterie van Gods Voorzienigheid nl. de liefde en verlossing
van de mensheid. Van de glansrijke Kelk ontsprongen drie schitterende stralen
in drie verschillende richtingen, en weinig mensen wisten wat het betekende.
De derde Aartsengel met de Bijbel stond aan de ene zijde en
de eerste Aartsengel met de trompet en uitgespreide vleugels zweefde erboven.
Plotseling weerklonk mysterieus in de harten van de mensen een mooie zachte
melodie. Ze kondigde de komst van Christus aan. Allen stonden te trillen.
Gezichten die heiligheid uitstraalden verschenen in de wolken. Het waren de
Heiligen die gekleed waren in schitterende gewaden die de zuivere lucht vulden.
Mooie lofzangen van liefde weerklonken. Lofprijzingen werden gezongen voor de
Heer, zo koninklijk, zacht en heilig en maar enkele harten werden verenigd in
deze geest. Hoog in de lucht verscheen het Heilig symbool van het Kruis, het
instrument van redding voor de rechtvaardigen, en eeuwige verdoemenis voor de
opstandelingen. Temidden van erbarmelijk gezucht, waren degenen die de moed
hadden om hun hoofd te buigen en hun oordeel af te wachten. De Engelenkoren,
zoals enkel zij kunnen zingen, omringden het schitterende Kruis. Wat een
prachtig zicht. Duizenden en duizenden vormden een groot wit aureool met het
geruis van hun vleugels toen ze de lofgezangen aanhieven.
Bij het weerklinken van de trompet, sloeg elk hart hevig
van schrik als de Cherubijnen glorie zongen voor de Allerhoogste, de God van
alle Schepping. De hemelse Koren verlichtten de hemelen, en de onsterfelijke
wereld daalde neer op de mensheid, om beetje bij beetje alle harten bewust te
maken. De smart ebde weg en het gezucht stopte. Plotseling hield het gezang op
samen met het geruis van de vleugels, zelfs de atmosfeer was in rusttoestand,
en opnieuw waren allen overmand door schrik. In deze verschrikkelijke stilte,
durfde niemand te ademen. Dan daalde Christus, Onze Heer, met luister neer in
glorie van de hemelen. Hij ontbrandde de harten van allen. Aanroepingen van God
weerklonken in alle talen, en éénstemmig kwamen nieuwe lofliederen op ieders
lippen. Christus onze Heer scheen luisterrijk als de zon hoog in de hemelen en
de lofliederen stegen op naar Hem als golven. Dan werden de goeden opgetild om
Christus in de lucht te ontmoeten en de verrezen doden zullen ons gezelschap
houden. (1 Tess. 4:17)
3
Verrijzenis uit de dood
Christus werd omringd door de universele glorie, terwijl de
mensen staarden naar zijn mooie, liefhebbende gelaat. Ze vergeleken het met de
vele afbeeldingen die ze hadden gekend in de wereld. Hun respons was er één van
grote liefde. Zijn gezicht was onnoembaar mooi en Zijn gouden stralenkrans
versierde de lucht met zijn heilige aanwezigheid.
De zielen van de doden drongen in de lichamen van hun
begraving en degenen zonder begraafplaats kregen het beeld van hun leven voor
ze stierven terug. De zeeën en oceanen gaven hun doden terug.
Christus gaf elk een jonger wezen zoals de liefkozing van
de zon in de lente leven geeft en energie aan de velden en tuinen. Hoe prachtig
is het als God de wereld in zijn open armen drukt. Op de uitdrukkelijke wil van
God wordt de hele mensheid terug tot leven gewekt van de lange slaap, zelfs als
het eeuwen geleden is. Kijkend naar Christus weenden ze van vreugde. De bergen,
heuvels en dalen waren volledig bedekt met de menigten, ze stonden zo dicht
bijeen dat niemand een stap kon bewegen. Wanneer ze de grandioze verschijning
zagen zongen ze allen mee met de hemelse koren. Lofliederen aan de opperste God
van het universum. Dank en lofprijzing aan de Verlosser van de mensheid,
vandaag is Christus met ons. Dan volgde er nog een stilte en Christus zei : Ik
ben hier vandaag bij jullie, zoals Ik beloofd heb, hoewel jullie Mij niet
verwachtten. Toen Hij een liefdevolle blik wierp op de menigten strekte Hij
zijn armen uit en openbaarde de wonden van de nagels in Zijn handen. Zijn stem
kwam over allen en Hij zei : IK ZAL JULLIE NAAR HET EEUWIGDUREND KONINKRIJK
VAN DE HEMEL LEIDEN IN NAAM VAN PURE LIEFDE.
De rechtvaardigen stegen op uit de menigten en vormden een
immens wit leger, elk op zijn eigen plaats en gingen naar de Hemel. De zondaars
snikten van tranen en godslasteringen en bogen hun hof en knielden neer voor
Christus. Ze waren zo talrijk, zon immense menigte en hun blinddoeken vielen
af in angst als ze wachtten op de Goddelijke Wil. Ik keek rond. Wat een
grandioos spektakel om naast de doden te staan. Ze hadden alle leeftijden en
nationaliteiten, maar er waren geen kinderen. Volgens hun dood werden ze
overgebracht naar hun voorziene bestemming. De immense menigte strekte zich uit
tot aan de horizon en leek te verrijzen uit de horizon. Christus in al Zijn
glorie stond stralend in het midden, degenen die het dichtst bij Hem waren, in
de binnenste cirkels keken stralend en gelukkig. Boven alles scheen de Kerk met
zijn drievoudige stralen. Mijn metgezel zei : Kijk naar al degenen die
verzameld zijn in de binnenste cirkels rond onze Heer, ze hebben dit meer
verdiend door hun daden en deugden. Er is geen behoefte aan een belijdenis,
omdat de almachtige en alwetende Heilige Geest elke heeft toegewezen aan zijn
plaats volgens zijn verdiensten. Hoe zuiverder en heiliger hun leven op aarde,
hoe dichter ze bij Christus zijn. Degenen die hun glorie bereikt hebben
herinneren zich niets van hun voorbije zonden, enkel hun liefde en overweging
van de Eeuwige God.
Nu wachten ze op de gerechtigheid van hun Schepper. De
zondaars zijn vastgeklonken aan hun plaats en benijden degenen die het dichtst
bij Christus zijn. Ze durven hun ogen niet op te slaan naar Hem die ze gedurende
hun leven op aarde hebben afgewezen. Dan sprak Jezus: Open jullie ogen, jullie
blinden van hart en overweeg voor de laatste keer wat jullie hebben verloren
voor alle eeuwigheid. Laat dit ingegrift zijn in jullie geheugen voor eeuwig en
altijd. Jullie behouden jullie ogen, stem en haar, terwijl jullie lichamen de
lelijkste vormen en onvolmaaktheden zullen aannemen volgens jullie boosaardige
neigingen. Hun tranen en geschreeuw waren nutteloos en als ik keek zag ik een
wolk hen bedekken en Christus was niet meer zichtbaar voor hen. Ik vroeg mijn
metgezel: Hoe konden al deze verschillende personen begrijpen wat onze Heer
tot hen zei? En hij antwoordde : Los van hun nationaliteit of moedertaal
begrepen ze allen wat gezegd werd. In het Koninkrijk van de Hemel herinnert
niemand zijn moedertaal, maar iedereen begrijpt één taal.
4
Christus kondigde het oordeel aan
Toen de menigten het zicht op Christus verloren, keek elke
persoon rond naar de persoon naast hem en herkende oude bekenden. Het was een
wonderbare scène van mensen van verschillende rassen uit verschillende streken
in de wereld die hun aardse gewaden en sierraden droegen. Ze waren jong en oud,
sommigen waren nog in de fleur van hun leven. De rijken droegen weelderige
gewaden. En er waren koningen, keizers, directeurs, gouverneurs, kapiteins,
soldaten, hovelingen, vrouwen van stand, boeren, dorpelingen, nonnen, broeders,
talrijke zakenmensen en bedelaars. De ministers met dienaars en priesters. De
zieken die bedekt waren met wonden samen met de gezonden. De mensen met bochels
en de lammen, en niemand onderscheidde hen omwille van hun mismaaktheid, maar
eerder om hun deugden. Dan zagen de menigten witte wolken die de apostelen en
de profeten openbaarden. Ze hadden wit haar en baarden. Vanuit de hemel kwamen
twee heiligen die gewaden droegen uit hun tijd en dood. De ene was groot en
mager met een naakte torso, half bedekt met lamshuiden. Zijn lange zwarte haar,
met een beetje grijs, kwam tot op zijn schouders.
Zijn flitsende ogen en majestatische houding was heel
impressionant. Hij hield in zijn hand een lange stok met vanboven een kruis. De
andere was een Heilige die fel vereerd was in de wereld om zijn heiligheid en
mirakels. Hij was gekleed in de gewaden va een Aartsbisschop en droeg een
mijter bezet met edelstenen, op zijn borst stond een gouden kruis gevormd van
diamanten. Juist naast hen, in een oceaan van licht verscheen de Koning der
Koningen, bij de twee Heiligen. Hij werd door allen toegejuicht met kreten van
overwinning en hij nam plaats temidden van de Heiligen. De Redder keerde zich
tot de mensen en hief Zijn stralende handen op in een zegen en zei : Gooi weg
wat je hebt vergaard op aarde, het is niets dan stof, jullie hebben het niet
nodig (Lucas 12:28). Richt jullie met vreugde op het nieuwe leven, waar er geen
onenigheid en oorlogen meer zijn. Leef zoals broeders zonder haat, slechtheid
en zonde. Van nu af zullen jullie gelukkig zijn, sereen en zacht als de
Engelen. Er zal geen dood meer zijn, geen ziekte, en geen scheiding van degenen
die je lief hebt.
Jullie zullen altijd bij jullie gelijken zijn. Degenen van
grotere perfectie zullen enkel gezien worden op grote Feestdagen. Van nu af zal
er geen mismaaktheid of ziekte meer zijn, de ouden zullen niet te onderscheiden
zijn van de jongeren, omdat jullie van dezelfde leeftijd zullen zijn zoals Ik
was bij mijn dood, 33 jaar. (Ef. 4:13)
En van dit moment af zullen jullie behouden blijven als
mijn erfenis, sinds jullie hebben gekozen om lief te hebben wat Ik liefheb.
De Verlosser hief Zijn armen op en een dikke wolk bedekte
alles en de aarde veranderde, hoewel niemand bewoog, was de vernieuwing van hun
gezichten en lichamen compleet. Ze waren vervuld van leven en vreugde en
wensten elkaar geluk. De zieken en ouderen konden nauwelijks zichzelf
herkennen. Er waren ontelbare Heiligen, hun lichamen werden omringd door een
stralende aura van vele kleuren. Ze waren allen gekleed in grote wapperende
gewaden, verschillend van deze van de wereld. Ze leken licht en zagen eruit als
doorzichtige figuren, terwijl hun blik op de Redder was gericht. Intussen zond
de Verlosser Zijn engelen om de Rechtvaardigen voor te gaan, door de lucht
zwevend in grote cirkels naar de Hemel. De zondaars bleven op aarde en in hun
nijd staarden ze naar de menigte die naar de Hemel vertrok.
5
Bemiddeling door de Maagd Maria en de Heiligen
Plotseling kon men van ver een groot gedonder horen. Een
schare boze geesten zo dik als een rode mist kwamen dichterbij en de zondaars
werden vervuld van schrik en begonnen te rennen, niet wetend waarheen. Ze
riepen om hulp en sloegen elkaar neer. Vanuit de tegengestelde richting
verscheen een enorme slang die bedekt was met stralende schubben, die duizenden
van angstige gezichten optilde. Het vertegenwoordigde de duistere krachten van
het kwaad die gevormd werden door zonden in de duistere regionen van de Hel.
Boosaardige demonen riepen, brulden en duwden de zondaars tegen de ogen van de
slang die hen doorboorde met stekels van zijn ogen. Vuur kwam uit zijn keel
evenals een verschrikkelijke stank en rook. Dit waren de eeuwige kwellingen
voor de zondaars van de aarde.
In een ogenblik, kwam onverwachte redding van boven. Witte
en mooie maagden omringden de Heilige Maagd en zongen harmonieus:
U bent onder ons, O beminnelijke Maagd, van geestelijke
schoonheid en liefde, glorievol, geprezen en gezegend bent U, Uw karakter is
van een oneindige geestelijke schoonheid, nooit eerder gekend. Uw Goddelijk
Kind omarmend, smeken wij U te luisteren naar onze droefheid. Bij Uw
tranenvloed aan de voet van het kruis, smeken wij U, ons niet in de steek te
laten, O Goddelijke Beschermster.
Deze verschijning vervulde de zondaars met hoop.
Dan naderde Zij haar Goddelijke Zoon en keek Hem triestig
aan en zei in Haar zachte stem : Vertel me, O Heer, waar zijn degenen waarvoor
ik om vergeving smeekte? Hier zijn ze, antwoordde Christus. De Engelen
riepen hun namen en de zondaars openden hun lippen, en reeds door verstomming
geslagen strekten ze hun armen uit naar Haar. En tot jullie, die mijn Moeder
liefhadden en Haar aanroepen hebben om Mijn Vergeving verleen Ik jullie
vergiffenis. Nauwelijks had Hij deze woorden gesproken wanneer degenen die
vergeving hadden gekregen ten Hemel stegen en een cirkel vormden rond de
prachtige Moeder van Christus, Haar gebaar volgend en knielend voor Haar
Goddelijke Zoon en Hem dankend.
Het gezicht van de Heilige Beschermster was stralend en
vreugdevol als ze opstegen naar de Hemel.
En de grote Profeet van het Christendom kwam naar voor en
zijn hoofd buigend voor de Verlosser bad hij: O Heer, U weet hoezeer ik zonde
en ondeugden veroordeelde gedurende mijn leven op aarde. Nu op deze dag van het
Laatste Oordeel smeek ik om vergeving door Uw milde barmhartigheid, voor
degenen die U beledigd hebben. Deze zondaars, die Uw Goddelijke Gerechtigheid
vrezen hebben smeekbeden gebeden, hebben mij op aarde vereert en zoeken nu Uw
vergeving en clementie.
De trillende Profeet richtte zich tot Christus die
antwoordde: Ze hielden zich niet aan Mijn Geboden en bewust van hun zonden
hebben ze zich tot u gericht om te vragen om redding, niettemin zijn die zondaars
vergeven door gebed. Volgend op deze verkondiging waren uitbundige kreten van
vreugde te horen. De vergeven zondaars stegen op ten Hemel. Dan viel de grote
Heilige op zijn knieën en smeekte om vergeving tot de Redder voor de zondaars
die Hem nooit hadden gekend en toch rechtvaardige en goede levens hadden
geleid. En Christus zei: Ja, het zal voor degenen zijn waarvoor je smeekt. Degenen
die het kwaad verwerpen en goede werken doen, beschuldig Ik niet dat ze de
kennis van het Doopsel niet kennen, toch zijn ze samen met Mij, zelfs al waren
ze afgescheiden van de Christenen. Aan hen allen verleen Ik vergiffenis. Dan
gingen een groot aantal van niet-Christen zielen die rechtvaardig en goed
hadden geleefd, naar de Hemel door de voorspraak van de grote Heilige.
En opnieuw, lichtte het gewelf van de Hemel op met het
beeld van de Maagd Maria, die rijkelijk was versierd, en boog met een droevige blik.
Wat wilt U nu vragen? vroeg de Zoon van God. En ze antwoordde: Ik kom
opnieuw om te smeken voor de kinderen van die moeders die rivieren van tranen
hebben gehuild voor hun eigen kinderen. En opnieuw werden een groot aantal
droevige gezichten verheugd als ze vergeven werden door hun moeders gebeden en
ten Hemel stegen.
Intussen omringden een stralende schare van Heiligen,
mannen en vrouwen Onze Heer met stalende gezichten, de ene na de andere
voorspraak vragend voor de zondaars die hadden gebeden tot hen en hun ziel
hadden toevertrouwd aan hen toen ze op aarde waren. Elke smeekbede werd in
aanmerking genomen en een grote menigte steeg onder lofgezang en lichtheid op
naar het Eeuwig Koninkrijk.
De eerst gekozen Apostelen kwamen naar voor en knielden
voor Christus om vergeving te vragen voor die zondaars die hen hadden aanroepen
toen ze op aarde waren. En Christus zei: Ik weiger deze genade niet aan mijn
eerst gekozenen en Hij keerde zich naar de zondaars die moedig de oude
gebruiken hadden gevolgd en toegewijd waren aan hun voorsprekers zei Hij: Ik
vergeef jullie omdat jullie het ware geloof hebben aanvaard. Na deze woorden
vertrokken degenen die de nieuwe religie hadden geloofd en aanvaard, onder
lofgezang naar de Hemel en volgden de 12 Apostelen.
In de heldere blauwe lucht, bleef onze Heer Jezus Christus,
stralend in een oneindig licht, toen Zijn Heilige Moeder huilend verscheen toen
ze de resterende zondaars zag. Ze richtte zich tot Haar Goddelijke Zoon met
trillende lippen. U die de Almachtige bent, vergeef ze allen. Ze weten dat U
rechtvaardig bent, en deze dag van Oordeel zou mooier zijn als het allemaal
vreugdevol zou zijn. Herinner de dag van Uw Verrijzenis, U vergaf zelfs degenen
in de diepste regionen van de Hel. Jezus zei: U oordeelt met de zachtheid van
Uw ziel, maar kunnen deze goddeloze rebellen naast de goeden en de
rechtvaardigen leven in het Paradijs, die Ik heb beloond? De Maagd was stil,
enkel haar gezicht smeekte om genade. Ze bleef heel stil, en toch smekend. En
haar Goddelijke Zoon gaf toe aan Zijn eerbiedwaardige Moeder en vergaf de minst
boosaardigen tussen de rebellen. Hij vertrok met Zijn Moeder naast Hem, gevolgd
door een immense spiraal van jubelende zielen zoals de zachte parfum van
wierook die van het altaar opstijgt met de stralende lucht recht naar de
horizon zoals enkel Christus en Zijn Heilige Moeder dat konden.
Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 1
Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik
zag - Fanny Moisseieva
Voorwoord
Vijf maanden
zijn verstreken na mijn ervaring en ik had nog niet beslist hoe mijn visioenen
te beschrijven. Ik had niet de kracht om het lijden dat ik doorstond in mijn
tocht door de Hel van mij af te zetten. Ik heb al de verloren zielen voor mij
gezien en dan de schoonheid van het Paradijs wat onvergelijkbaar is met iets op
aarde. Tegelijkertijd zag ik al deze visioenen voor mij en kon ik ze niet
vergeten. Integendeel, ze werden duidelijker naarmate de tijd verstreek. Op een
nacht, voelde ik een aanwezigheid bij mijn kussen, ik probeerde om mijn zuster
te roepen, die dicht bij mij aan het slapen was, maar mijn armen konden niet
bewegen. Ik probeerde te roepen, maar het was tevergeefs, zo fluisterde ik een
gebed. Dan hoorde ik dezelfde zachte stem van mijn hemelse metgezel die zei: Waarom
getuig je niet aan de mensen van wat je gezien hebt? Vrees God en lok Zijn
toorn niet uit. Vanaf vandaag, moet je alles beginnen op te schrijven zodat het
eeuwige bestaan kenbaar wordt gemaakt.
Deel 1
: Leven van de ziel na de dood van het lichaam
Op bevel van dokter Tastari was ik verplicht in het
ziekenhuis te blijven gedurende maart 1928 in een Katholiek Ziekenhuis in een
stadje, Hankow, om te rusten. Op de vijfde dag van het verblijf kreeg ik een
zeer pijnlijke hartaanval en verloor het bewustzijn. Toen ik terug op mijn
positieven kwam smeekte ik de dokter om hulp. Hij kalmeerde mij met medicatie.
Maar die avond kwam de verpleegster mij mijn avondmaal brengen en ik voelde dat
ik mij niet meer kon bewegen. Het was net alsof ik dood was. Ze riep om de
dokter van de nachtshift en hij onderzocht mij en verklaarde mij dood. Ik werd
naar het mortuarium gebracht. Na gewassen te zijn werd ik op een tafel gelegd
en bedekt met een laken. De Chinese bewaker had wat bloemen en legde ze bij
mij. De volgende dag werd Dr Tastari op de hoogte gesteld van mijn dood en hij
ging naar het mortuarium. Hij deed mijn oogleden omhoog en stelde vast dat ik
niet dood was en hij beval dat ik in een warme ruimte zou geplaatst worden.
Drie dagen gingen voorbij zonder dat mijn lichaam enig teken van verandering
aangaf en dat betekende dat ik in een coma was.
Deze toestand bleef 9 dagen duren. Ik kreeg geen voedsel en
geen medicatie. Ik had geen hartslag en ik ademde traag.
Om ongeveer 7 uur s avonds van de 10de dag werd
ik wakker en strekte mijn armen en benen. Ik zag dat ik in een kleine kamer lag
en nauwgezet in het oog werd gehouden door de medische staf. Ik voelde geen pijn
en het was alsof ik wakker werd uit een normale slaap. Ik voelde mij echter
zwak. Toen de bewakers mij zagen rechtzitten, haastten ze zich buiten mijn
kamer. Ik wist niet wat er gebeurde en ik dacht dat er ergens een brand was.
Daarom probeerde ik achter hen te lopen in de gang en omdat ik zo zwak was
moest ik op een vensterbank leunen. Ik deed teken dat ik dorst had omdat ik
mijn stem was verloren, maar niemand kwam me helpen. Ze keken eventjes naar mij
vanachter de deur. Ik was zwak en voelde mij beven. Ik kon maar niet begrijpen
waarom ze mij hadden verplaatst van de grote zaal naar een klein kamertje. Ik
moet in een zeer diepe slaap geweest zijn. Het nieuws had de nachtzuster
bereikt die mij zittend op de vensterbank vond. Dan werd de dokter op de hoogte
gesteld en hij stopte mij in een warm bed om mijn conditie in het oog te
houden. Door de genade van de Allerhoogste God werd ik niet levend begraven.
De tijd verstreek en de dokter die bij mij was gebleven
gedurende mijn hartaanval, vertrok. Ik was buiten gevaar en rustte. Dan
overviel mij een vreemde slaperigheid en ik viel in slaap, maar je kon het niet
echt een slaap noemen. Ik voelde niets meer. Het was alsof ik nog een ander
lichaam had en ik werd bang.
Ik had nooit zon vreemd gevoel gehad, mijn gedachten waren
zoals de golven in een storm. Ik had geen controle meer over mijn lichaam en
mijn armen waren verlamd. Ondanks dit alles probeerde ik te vechten voor mijn
leven. Ik kon mij niet bewegen of zelfs maar ademen. Dit is het einde dacht ik,
toen er plotseling een rilling over mijn rug kwam en ik voelde mij afgescheiden
van mijn lichaam en het was alsof ik niet meer bestond.
Ik weet niet meer hoelang dit duurde, terwijl ik mij in het
midden van de zaal bevond. Omgevormd door een onbekende kracht in een licht en
etherisch lichaam voelde ik mij bevrijd van al de kledij die ik droeg. Ik keek
naar beneden en zag mezelf naakt staan. Dan keek ik rond en zag dat al de
andere patiënten sliepen. Ik was beschaamd en keerde terug naar mijn bed. Maar
tot mijn uiterste verbazing zag ik mijzelf onbeweeglijk liggen en als dood. Het
verbaasde mij om mezelf te zien staan en tegelijkertijd onbeweeglijk in het bed
te zien liggen.
Ik besefte onmiddellijk dat ik een ander bestaan was
begonnen en het woord dood leek zo stom en onwerkelijk. Ik voelde duidelijk
dat de dood niet bestaat en dat het leven blijft duren en niet stopt. Mijn
lichaam leek dood, maar ik was er helemaal niet rouwig om, ik had enkel de
vrees en het medelijden met mijzelf van wat ik was geweest. Waar moet ik heen?
Hoe zal ik mijn eeuwigheid doorbrengen? Ik voelde dat ik beter hoorde, en
gevoelig was voor het minste geluid. Mijn zicht was doordringend. Ik zag alles
in een nieuw licht, duidelijk zichtbaar.
Ik zag door het raam stralende jonge mensen vliegen,
gekleed in het wit en hun hoofden omringd door een gouden licht. Ze omringden
mij wachtend op iets. Op hetzelfde moment verscheen er een menigte van
boosaardige geesten, afstotelijk en lelijk in de zaal. Op hun verwrongen
lelijke gezichten was perversiteit af te lezen en ze vulden de zaal met hun
rauwe gedrag. Met afschuw zal ik hun doordringende ogen die mij aanstaarden als
ze op mij toekwamen. Ik schreeuwde van angst. Opeens werd de zaal gevuld met
licht en iemand bedekte mij met een gewaad dat licht was en een zoete geur had.
Ze namen mij bij de hand en hij zei: Vrees niet, terwijl je bij mij bent,
zullen ze je niets doen. Ze waren reeds verdwenen van zodra het licht
binnenkwam. De stem ging verder: Je bent van onze familie. Ik ben gekomen om je
de waarheid te tonen van wat er bestaat en wat er zal gebeuren.
1
Satan rebelleerde tegen God
Dan daalden we neer als in glas. In een ogenblik verdween
de stad en mijn metgezel zei: Nu heb je gezien hoe het leven overgaat van de
wereld tot het leven van de eeuwigheid, de zielen van de rechtvaardigen en deze
van zondaars. Ik zag hoe de duivels geesten streden voor de zielen van de
arme, miserabele zondaars die beefden van schrik, terwijl de goede Engelen op
een afstand bleven, staken de arme zielen hun armen uit naar hen, maar het was
tevergeefs. Ik zag dat de Engelen temidden van lofliederen de zielen van de
rechtvaardigen naar de Hemel brachten.
Waarom zijn er goede en goddeloze geesten in de wereld?
vroeg ik aan mijn metgezel. En hij zei mij dat in het begin God de
Geestenwereld schiep met onsterfelijke Engelen en ze een vrije wil gaf om
gelukkig met Hem samen te leven of Hem in de steek lieten als ze wilden.
Sommigen revolteerden tegen God met ondankbaarheid voor alles wat Hij gedaan
had, dit wekte Gods toorn op en zo werden ze uitgedreven van Zijn aanwezigheid
omdat ze het niet waard waren om de hemelse zaligheid met Hem te genieten. Hij
vervloekte de Aartsengel die de revolte tegen Hem was gestart en noemde hem
Duivel Satan.
Eens uit het Paradijs verdreven, verloren de gevallen
Engelen hun heiligheid en namen een lelijke en afschuwelijke natuur aan en
schuilden op verschillende planeten beroofd van Gods genade. Sommigen van de
eeuwige vijanden van God vielen op aarde en ze begonnen ongehoorzaamheid en
verderfelijkheid te onderwijzen aan al Gods schepselen. Ik vertel je de
Goddelijke universele waarheid, God zag de moeilijkheden van de mensen op
aarde, die volledig onder Satanische invloed stonden zonder hoop om ooit de
Hemel binnen te komen. Daarom zond God Zijn Eniggeboren Zoon naar de aarde om
het menselijk ras te redden. Hij was het Woord van de Onzichtbare God en de
Heilige Geest, zoals de zon het licht en de warmte onzichtbaar maakt.
2
Zondaars vrezen altijd de dood
We kwamen in de nabijheid van een grote stad en een beetje
later bevonden we ons in het huis van een stervende zondaar. Hij werd reeds
drie dagen gekweld in zijn doodsstrijd en zijn ziel wilde zich niet afscheiden
van zijn lichaam. Zonder enig medelijden voor de stervende man werd in de
naaste kamer een feestje gegeven met godslasteringen en heiligschennissen. Ik
zag een groep van verdrietige Engelen staan die hoopten dat de stervende man de
genade van God zou aanroepen. Maar helaas, de hoop van de Engelen was
tevergeefs. Ze verdwenen, en toen namen de boze geesten het helemaal over en
mijn metgezel zei : Het uur van de dood van deze zondaar is aangebroken.
Geworteld in zonde, zoals hij, begrijpt hij de verschrikkelijke toestand niet
waarin hij zich bevindt en denkt hij er niet aan waar zijn ziel heen zal gaan.
Hij denkt enkel aan zichzelf. Altijd gehaast, altijd zoekend naar iets,
nutteloze dromen najagend en alle soorten zonden plegend. Maar als hij over
zijn zondig leven zou nagedacht hebben, zou hij weten dat het hem zou
afscheiden van God. Nu sterft hij in zonde en neemt hij zijn ongehoorzaamheid
en voortdurende opstandigheid tegen God mee.
De zondaar stierf en fluisterde wat onverstaanbare woorden.
Zijn ogen staarden ergens ver weg, niet wetend waarvoor hij in de wereld heeft
geleefd. Plotseling zag ik een gruwelijke boze geest naderen en zei tot de
zondaar met een boosaardige stem: Jij bent van mij. De stervende man huiverde
en slaakte zijn laatste adem en alle leven was uit hem geweken. Hij was dood en
de duivel vertrok met zijn ziel. Ik dacht aan dat moment toen ik op die ziel
leek die juist afgescheiden was van zijn lichaam. Ik keek naar mijn handen en
voeten en ze hadden enkel de lijfelijke vorm, maar van een substantie die
onmerkbaar was voor een mens.
Dan was er een complete stilte, de dronkaards binnen het
huis stopten met praten, en naderden de dode man, ze riepen hem, maar hij was
dood. Hun gezichten waren vervuld met een angstgevoel, ze verlieten het huis,
en lieten de dode alleen. Ik vroeg aan mijn metgezel : Waarom zijn de mensen
bang van de dood, zelfs van een ouder of geliefde? Hij antwoordde : Omdat de
dood voor alle mensen een verschrikkelijk en ondoordringbaar mysterie is. Als
ze aan het moment van de dood denken, dan maakt de dood geen deel meer uit van
deze wereld, en ze voelen instinctief aan dat zijn geest nog altijd aanwezig is
bij zijn dood lichaam en ze vrezen dat de verschijning van zijn ziel hen zou
beschuldigen. En zo vrezen ze de dood. Weinig mensen begrijpen het. En als de
ziel van iemand onsterfelijk is vrezen ze dat ze geconfronteerd zullen worden
met hun eigen zonden en hun eigen sterfelijkheid. Hetgeen onvermijdelijk is en
zo denken ze aan hun verdiende straf. En
de vrees voor de dood is de vrees voor God.
De goeden zijn in tegenstelling niet bang voor de dood
omdat ze God liefhebben in hun hart. Nu zie je dat de ziel onsterfelijk is en
blijft bestaan. Wat zijn degenen die de onsterfelijkheid van de ziel in twijfel
trekken verkeerd. Aan de andere kant zijn verschijningen van de zielen van
doden niet zeldzaam. Er zijn reeds vele verschijningen geweest van Heiligen en
wonderen bewerkt door hen, om deze reden zouden ze in de onsterfelijkheid van
de ziel moeten geloven. Kom, laten we het huis verlaten.
Waarom is niet iedereen gelukkig in de wereld? vroeg ik
hem. En waarom zijn er zeer rijke mensen en anderen die in schrijnende armoede
verkeren? en hij antwoordde : Het leven op aarde is enkel een tijdelijke
plaats en de hulpmiddelen die gegeven worden aan de mens moeten hem helpen in
de wereld. In Zijn oneindige wijsheid heeft God de mens intelligentie en de wil
om het goede of het slechte te kiezen gegeven. Daarvoor zal hij
verantwoordelijk geacht worden. De rijken moeten niet bezorgd zijn om het
Evangelie waarin wordt gezegd dat het moeilijker is voor een rijke man om in
het paradijs te komen dan voor een kameel door het oog van de naald te komen.
Ongetwijfeld zijn de rijken meer verleid door zonde door
pleziertjes en rijkdom die hen omringen. Zo worden de Geboden van de Schepper
steeds meer genegeerd, in tegenstelling met de armen die niet aan die bekoring
worden blootgesteld. Of de rijken nu goed en vroom zijn, en hun geloof
praktiseren, is het zeker dat degenen die dankbaar zijn voor Gods mildheid goed
ontvangen zullen worden in de Hemel. Zo was het ook met Abraham die overvloedig
gezegend was met dienaren en schapen en al de goederen van zijn tijd. Hij
genoot ervan en was ook de geboden getrouw. God was tevreden over hem en
zegende hem, en begunstigde hem boven alle andere mensen, door hem de verschijning
van de Heilige Drie-eenheid in de vorm van drie pelgrims te sturen.
OLHeer Jezus Christus, zei in een van zijn parabels hoe de
Engelen de arme en vrome Lazarus naar de boezen van Abraham brachten. God was
zeer tevreden met Abraham want hij was een goed en deugdzaam man en hij werd
ontvangen in het Koninkrijk van de Hemel. Maar door arm te zijn heb je ook niet
automatisch toegang tot het Paradijs, tenzij de ene naastenliefde betoont tot
zijn naasten. Dan kunnen ze de vreugde van de Hemel overwegen.
3 Een
ware wetenschapper is nooit een atheïst
Terwijl we over een grote stad vlogen, merkte ik mensen op
van verschillende nationaliteiten en verschillende kleuren en rassen. Wat was
de oorsprong van deze verscheidenheid van mensen? en hij antwoordde: Nadat
God de drie koninkrijken van dieren, vogels en vissen had geschapen, schiep Hij
naar Zijn eigen beeld en gelijkenis Adam en Eva. Van hun nageslacht werden
verschillende delen van de wereld bevolkt. Sinds de schepping van de wereld hebben
er veel veranderingen plaatsgevonden door Gods wil. Vele continenten gingen
onder water en bepaalde gedeelten die in de zee lagen zijn gestegen naar de
oppervlakte. Al deze veranderingen hadden een invloed op de mensen die in
verschillende delen van de aarde leefden. Geleidelijk aan dachten sommigen dat
ze de enige menselijke wezens waren op aarde. Gescheiden door zeeën en oceanen
waren ze vergeten dat de anderen bestonden. Ook het klimaat veranderde en God
maakte dat degenen die leefden in de tropen een donker kleur hadden. Of ze
kregen een rood of geel kleur naargelang het klimaat waarin ze leefden. Er
waren ook verschillen in hun ideeën en talen.
God wenste dat ze allen Hem zouden kennen en Hem gehoorzamen.
Toen we over een grote kathedraal vlogen bemerkte ik een lichtbunder
van gouden licht die door de koepel kwam. Wat is dit? vroeg ik. Hij zei: Het
zijn gebeden die geofferd worden gedurende de verheffing van de geconsacreerde
Hostie en de Heilige Wijn. Op het meest plechtige moment van de Mis stijgen de
gebeden direct op naar de Heer en brengen veel goeds voor de zielen, waar God
zo van houdt, naar beneden. Geen daden of woorden kunnen vergeleken worden met
dat plechtige moment wanneer glorie en lofprijzing opstijgen naar de Heilige
Drie-eenheid en gelijktijdig de levenden en de doden ten gunste komen.
Als er een vrouw een man liefheeft dan wil ze natuurlijk
alle goeds voor haar vriend. Maar we zijn onvolmaakt, en ongeacht hoeveel goeds
we wensen voor onze vriend, vooral als hij of zij ver weg is, aanroepen we Gods
genade, en God die vol goedheid is en liefde, zal het aan onze vriend toestaan.
Het hangt af van de manier waarop we smeken om die genaden. God verleent hen
door gebed, vooral geofferd bij de verheffing van de heilige Hostie en de
heilige Wijn. Gebed leidt ons op het goede pad. Het bemoedigt ons en red ons.
In feite is gebed onontbeerlijk voor de ziel. Het versterkt ons geloof en helpt
ons in onze strijd tegen de tegenstander. Gebed roept op tot hoop en vertrouwen
in God en de ogen van degenen die bidden, zien Gods goedheid in alles, overal.
Degenen die niet bidden en streven naar gebed of hemelse
zegeningen zijn beroofd van de Heilige Geest. Dan neemt de geest van het kwaad
bezit van hem, en verblindt hem zodat de goedheid van genade niet binnendringt
in hem. Hij verliest zijn eigen waardigheid, en brengt hem tot haat en angst
voor een boze God. Hij vergeet of denkt nooit aan zijn dood noch aan het
goddelijk oordeel. De boze geest verleidt mensen tot zijn wegen en het
vermelden van God is hem onaangenaam. In dit geval denkt hij dat er geen God is
en de wereld op zich volstaat. Geloof de atheïsten niet, laat hen in hun
mening, maar weet dat ze de boze in de kaart spelen.
Hele steden werden opgegraven, nadat ze werden begraven
voor duizenden jaren. Dit bewijst dat God hen heeft gestraft voor hun
ondankbaarheid, en hen tegelijkertijd Zijn almacht heeft laten zien. Wetenschappers die de natuurwetten
bestuderen, zijn verwonderd bij het zien van de grootsheid van de schepping. Ze
zijn vervuld met ontzag na hun openbaring door de grootsheid van Gods almacht.
Daarom is een ware wetenschapper nooit een atheïst. Hij onderzoekt met zijn
begaafdheid alle bevindingen en erkent de grote Schepper met heel zijn hart en
ziel. Wanneer God de ontwikkeling en intelligentie van degenen ziet die zoeken
naar een betere kennis van dingen en een verbetering van hun kortstondig
bestaan, zal Hij hun helpen in hun inspanningen met Zijn genade. Maar God wil
ook de perfectie van hun zielen en hen naar een grotere waardering van Hem
brengen Daarom zijn er mensen die tot een hoge graad van cultuur zijn gekomen,
maar die zichzelf alle krediet geven. Ondankbare mensen die de Goddelijke hulp
niet erkennen verdienen Gods toorn en straf. En God zal al hun ondernemingen
vernietigen en een andere generatie toelaten om het te perfectioneren. Op die
manier moet de mens zich realiseren dat er niets kan bereikt worden zonder
God.
4
Lijden komt van God
Na een korte pauze vervolgde hij: Er zijn nu bijvoorbeeld
bepaalde mensen die ziekte en lijden ondergaan, die God in zijn goedheid
toestaat voor de zuivering van hun zielen, vooral wanneer hun tocht in deze
wereld bijna ten einde is. Velen zijn onwetend van het feit dat hun lijden van
God komt. In Zijn voorzienigheid, echter, zou hij medelijden met hen hebben als
ze Zijn medelijden en Zijn Heilige Naam zouden aanroepen. Hij verlangt de
redding van allen. Elk teken en vermelding van de Naam van de Heer is een gebed
en brengt de ziel nader tot God.
We moeten genereus zijn, naastenliefde betonen en aan de
armen en behoeftigen geven, en ook bidden, omdat zonder gebed en goede werken
geen redding is voor de ziel. Om deze reden zullen al degenen die de ongelukkigen
kwellen gestraft worden. Als je iets wil doen, doe het, zonder anderen te
verleiden. En geef God nooit de schuld voor tegenspoed die Hij in Zijn liefde
voor je redding toestaat. Ik vroeg: Maar hoe kan een atheïst of agnosticus
verlicht worden om Gods genade te ontvangen? Hij zei: Door verenigd te zijn
met de Kerk die de trap is naar de Hemel. In haar zullen ze de genade vinden,
omdat zij glorie geeft aan de Heer in al wat ze doet. Wanneer een atheïst een
kerk binnengaat en zijn gedachten tot God richt en zegt : Heer, toon me Uw
wil, geef me geloof en ik zal gehoorzamen. Want OLHeer heeft gezegd: Ik zal
degenen die tot Mij komen niet wegzenden. En geloof zal zijn hart vervullen en
hij zal revolteren tegen zijn zonden. Hoe sterker hij revolteert hoe groter
zijn geloof en begrip zullen zijn. Elke ziel op aarde is begiftigd met de kiem
van geloof en de atheïst zal zo het geestelijke ontmoeten. Hij zal troost
vinden in Jezus Christus en hij zal hoe langer hoe meer verheugd zijn naarmate
hij dieper zoekt. Bewaar je geloof, plaats God in je hart. Ongeloof zal je
schade berokkenen, het is een morele ziekte, ontvlucht het zoals de pest. Wat
is een bestaan zonder Gods genade?
Want zonder God is er geen troost, en klaag nooit over Gods
gerechtigheid in Zijn schepping. Wie zijn wij om de Almachtige God te oordelen.
We zouden elk moment onze hoofden moeten buigen in dankbaarheid. De boze
geesten kennen Gods bestaan maar ze wensen te ongehoorzamen en kwaadwillig te
blijven. Zeg nooit : Het heeft zo moeten zijn. Het lot bestaat niet, want als
je leven was voorbeschikt, hoe kan God dan het goede beoordelen en je beloning
geven of je straffen voor je overtredingen. Want de daden van de mens zijn het
product van zijn eigen wil. Het leven is een strijd en we moeten Gods hulp op
ieder moment inroepen. Hoeveel moeilijke problemen zijn er niet opgelost door
Gods tussenkomst. Velen hebben dergelijke ervaringen en zouden dankbaar moeten
zijn. Terwijl in andere gevallen als de mens zich in ongenade bevindt, moet hij
een betere inspanning doen om Gods hulp in te roepen om het te overwinnen. Hij
mag nooit wanhopen. De hulp komt eraan. Alles is geregeld door Gods universele
wijsheid. Alle schepping komt voort uit de onovertroffen intelligentie van God
en om deze reden werd de mens intelligentie gegeven om het grote werk van de
schepping in te zien. De mens werd niet beroofd van dit inzicht.
Er zijn gebeurtenissen in het leven van bepaalde mensen
die een buitengewone betekenis hebben, wanneer ze de hand van God erin zien en
voelen. Laat ons de profetie van de Gezalfde herinneren Uit de wortel van
David zal de Redder van de wereld geboren worden. Laat ons de profetie van het
aardse leven van Jezus Christus herinneren. In de vervulling van deze profetieën
ziet men het grote plan van God, en daarom zou het verkeerd zijn dit te
vergelijken met het menselijk concept van de lotsbestemming. Het lot bestaat
niet, dit woord en dit concept is een uitvinding van de mens. Het leven van elk
van ons is gepland volgens zijn wil en zijn goede of slechte daden. De mens is
de heer en meester van zijn eigen leven, en precies om die reden werd hij
begiftigd met intelligentie. Daarom moet hij zich verantwoorden tot God voor
alles dat hij gedaan heeft gedurende zijn leven op aarde.
Wanneer hij lijdt voor zijn zonden, moet hij inzien dat de
fout volledig bij hem ligt. Een andere grote fout is al de hulp die God geeft
toeschrijven aan het lot, wanneer God bijvoorbeeld Zijn genade geeft aan
degenen die vast geloven dat hij van hen houdt. De Goddelijke genade daalt altijd
neer op de mensheid, maar vooral in de moeilijkste en pijnlijkste momenten, als
iemand lijdt of dringend hulp behoeft. Het leven is een strijd en daarom moet
de mens op beslissende momenten de hindernissen overwinnen die bedoeld zijn om
hem te helpen bij de bevrediging van zijn verlangens. Wanneer de wil en de
intelligentie van de mens niet in staat zijn om de gebeurtenissen in het leven
aan te kunnen, en wanneer de mens niet in staat is te vechten of hij zich niet
kan verdedigen, komt God te hulp op een wonderbaarlijke manier, die voor allen
duidelijk te zien is. In het bijzonder, wanneer hij de verschrikking van een
situatie ervaart die onoverkomelijk lijkt. Met sommige mensen gebeurt dit meer
dan eens in het leven.
Velen geloven dat huwelijken geregeld worden in de hemel,
maar ik herhaal dat het lot niet bestaat, maar bepaalde huwelijken gebeuren
door de wil van God. Sommige verbintenissen zijn de beloning voor een vroom
leven en dan is het leven van het paar vredevol en gelukkig. Andere huwelijken
zijn een beproeving en God oordeelt daardoor de sterkte of zwakte van de mens.
Het lot bestaat niet, maar in het leven van elke mens zijn er echter perioden
van geluk die verleend worden door de hemel. Dan ervaart hij vrede in zijn ziel,
in zijn werk, in relaties met anderen en is hij succesvol in alle dingen die
hij doet.
In sommige gevallen duurt dergelijk geluk niet lang en
verandert het ten slechte, dikwijls wanneer men het het minst verwacht. De mens
moet zijn wil hieraan aanpassen en het aanvaarden. Geluk bestaat, maar in het
leven van ieder van elk is er ook tragiek en tegenspoed. De mens moet eraan
denken dat deze perioden niet eeuwig duren. Om deze reden, moet de mens in
tijden van beproeving zijn wil en geest dwingen om de tegenspoed te overwinnen,
verlies de moed niet en wordt niet wanhopig. Verlies de kalmte niet. Onthoud
dat de Goddelijke Wijsheid heerst over het hele universum. Elke traan, elke
ongenade, elk lijden, elke vreugde is noodzakelijk voor God voor de realisatie
ven de verlangens en ideeën van de mens. Al de scheppingen van God zijn de
vrucht van een oneindig hogere intelligentie, daarom is het leven van de mens betekenisvol.
In zijn leven zou de mens de uitdrukkelijke Wil van God moeten beseffen en
dankbaar zijn. Zie de begaafdheid van de wereld zoals die geschapen is door
God. Zo is ook het leven van de mens betekenisvol.
'Velen
zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam
geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten
gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg
van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!' (Mat.7:22-23, SV)
Met
andere woorden: tekenen en wonderen, feitelijk het belangrijkste kenmerk van de
moderne charismatische beweging, zijn beslist geen bewijzen dat God in deze
kerken en samenkomsten aan het werk is, zelfs niet als ze in de 'Naam van
Jezus' worden gedaan. Sterker nog: Paulus waarschuwt de gelovigen zelfs dat
juist bedrieglijk echt lijkende 'krachten', tekenen en wonderen veelal van
satan zijn en de komst van de Antichrist zullen aankondigen (2 Tessalonicenzen
2). Ook Jezus zei dat alleen een 'verdorven generatie' op zoek
is naar tekenen (Lucas 11:29).
Wereldwijd zijn op deze wijze vele miljoenen christenen ernstig misleid met
volkomen onbijbelse tekenen en wonderen zoals valse (= veelal tijdelijke of
gedeeltelijke) genezingen, nep-bevrijdingen van demonen, alle Bijbelse regels
overtredende 'tongen'taal en vallen/lachen/springen/dansen/bevriezen en sinds
kort zelfs kotsen 'in de geest'. Samen met de eerder genoemde valse theologiën
zullen dit voor ware christenen duidelijke signalen zijn dat komst van de
Antichrist en de Valse Profeet nabij is, en zullen zij daarom beseffen dat er
nog maar weinig tijd is om te proberen om enorme aantallen medegelovigen alsnog
uit het verblindende satanische vuur te rukken.
Laatste fase teruggekeerde dagen van Noah aangebroken
Niet
alleen in de Bijbel, maar ook in geschriften van talloze oude culturen staat
opgetekend hoe de 'goden' of 'gevallen engelen' zich ooit tegen de wil van God
voortplantten met menselijke vrouwen.
In 1876
besprak de Engelse theoloog in zijn absolute meesterwerk Earth's
Earliest Ages de profetie van Jezus Christus dat de eindtijd, de
periode pal vóór Zijn terugkeer op Aarde, gekenmerkt zou worden door een
herhaling van de 'dagen van Noach'. Pember zag in zijn eigen tijd de eerste
signalen van het eerste teken, en kwam tot de conclusie dat het laatste, meest
vreeswekkende teken een terugkeer van de 'geesten van de Nephilim' zou zijn. De
razensnelle ontwikkelingen in de genetische, biologische en nanotechnologische
wetenschappen wijzen er duidelijk op dat deze laatste fase van de teruggekeerde
'dagen van Noach' in onze tijd is aangebroken. (Claudia : In CERN willen de
wetenschappers toegang hebben tot volgende dimensies om zo de poorten te openen
voor de lage geesten en de terugkeer van de Nephilim.)
In
Matteüs 24:37 zegt Jezus tegen Zijn discipelen dat het teken van Zijn komst en
het einde van de wereld een herhaling van de dagen van Noach zou zijn. Het
bijzondere van dit tijdperk is niet zozeer dat de mensen trouwden, aten,
dronken en gewoon verder leefden alsof er niets aan de hand was (vers 38),
alhoewel dat laatste gegeven inmiddels heel duidelijk zichtbaar is, ook onder
veel christenen. De dagen van Noach werden echter vooral gekenmerkt door de
aanwezigheid van de (geesten van) de Nephilim op Aarde (Genesis 6:4).
De
verboden vermenging van de gevallen 'Wachters' met de mensheid
De eerste
komst op Aarde van de 'zonen Gods' (b'nai ha Elohim) of 'gevallen
engelen', die in moderne taal wellicht 'aliens' of 'buitenaardsen' genoemd
kunnen worden, wordt niet alleen in de Bijbel beschreven, maar ook in
geschriften van talloze oude culturen zoals die van Egypte, Perzië, Assyrië,
Babylonië en Sumerië. De Hebreeën noemden deze 'zonen Gods', die zich genetisch
vermengden met de mensen (Genesis 6:4), Nephilim of 'Wachters'.
In
apocriefe boeken zoals Henoch, Jubileeën, Baruch, Genesis Apocryphon, Philo,
Josephus en Jasher wordt meer informatie gegeven over de tijd dat deze buitenaardse
wezens op Aarde rondliepen. Zo was de reus Goliath een afstammeling van deze
Nephilim, die op hun beurt de kinderen waren van de 'Wachters' en menselijke
vrouwen. In 1 Henoch 10:3-8 veroordeelt God deze niet toegestane vermenging op
de meest krachtige wijze: noch van de Wachters, noch van de Nephilim, noch van
hun kinderen zal God ooit hun zonden vergeven. Zijn zijn voor eeuwig verdoemd:
'Denk ook
aan de engelen die hun oorspronkelijke positie ontrouw werden en de hun
toegewezen plaats verlieten: tot het oordeel op de grote dag houdt Hij hen met
onverbreekbare (lett:
'eeuwige') boeien in de onderwereld (lett: 'duisternis') gevangen.' (Judas
1:6)
Volgens
Henoch daalden 200 engelen af uit de 'hoge hemel' - de ruimte en/of een andere
dimensie- en mengden zij hun eigen DNA met dat van de mensen. In Genesis 6:2
(Interlineaire Hebreeuwse Bijbel) staat dat deze (gevallen) engelen menselijke
vrouwen als 'geschikte uitbreidingen' zagen. Omdat nooit eerder begrepen werd
dat dit sloeg op de genetische vermenging van hemelse wezens met mensen,
waardoor de eerste hun invloedssfeer tot in de zichtbare wereld konden
uitbreiden, hebben alle Bijbels deze term foutief met 'schoon' of 'mooi'
vertaald. Het ging de gevallen engelen echter niet om de uiterlijke schoonheid
van vrouwen, maar om de mogelijkheid om zich via hen in fysieke toestand voort
te planten.
In de
Griekse versie van het Hebreeuwse Oude Testament (de Septuaginta) werd het
woord 'Nephilim' vertaald met gegenes, wat zoiets als 'aards
geborenen' betekent. Deze zelfde terminologie werd gebruikt in legendes over de
Griekse Titanen en andere 'halfgoden' zoals Herculues, Achilles en Gilgamesh.
In deze oude teksten werden deze halfgoden vaak vergezeld door wezens die
half-mens en half-dier waren, zoals centauriërs, chimera's, furies, satyrs,
nymphen en minotauriërs. Dit lijkt er op te wijzen dat de Wachters bij het
creëren van de Nephilim niet alleen menselijk DNA veranderden, maar ook dat van
dieren.
In de
Bijbelboeken Jozua (10:13) en 2 Samuël (1:18) wordt verwezen naar het niet in
de Bijbel opgenomen boek van Jasher, waarin het verhaal van de val van de
Wachters wordt omschreven. Nadat de Wachters de mensen hebben ingewijd in de
'geheimen van de hemel' schrijft Jasher: 'Toen begonnen de mensenzonen
de vermenging van dieren van één soort met andere (soorten) te
leren, om op die manier de Heer te tarten.' (4:18)
Dit kan
niet slaan op de natuurlijke vermenging van diersoorten (zoals paarden met
ezels) onderling, omdat God dit immers Zelf in de Scheppingorde mogelijk had
gemaakt. Om God te 'tarten' moesten de Wachters dus verboden grenzen overgaan,
net zoals de moderne wetenschap dit inmiddels kan en ook daadwerkelijk doet:
het vermengen van DNA met van nature niet onderling te kruisen diersoorten en
zelfs met het DNA van mensen.
Wetenschap
wil van mensen goden maken
De vraag
rijst waarom de Wachters zulke enorme risico's namen, omdat het overschrijden
van deze grenzen hun eeuwige verdoemenis door God zou kunnen opleveren (volgens
Henoch gebeurde dit dus ook). Waren hun beweegredenen slechts gebaseerd op het
God willen dwarszitten, of hadden ze diepere, verborgen motieven? In een
volgend deel gaan we daar dieper op in, maar de volgende quotes geven al aan in
welke richting u moet denken:
'Het zou
fijn zijn een artilect, een god te zijn, een almachtig en alomtegewoordig
wezen. Ik zou spoedig zo'n wezen kunnen zijn. Dat is geen onhaalbare droom...
Alles wat ik hier kan doen is iets van de kracht van het 'religieuze' gevoel
dat ik en anderen deze eeuw publiekelijk zullen maken, over te dragen.' (Professor Hugo de Garis,
ontwerper van kunstmatige hersenen)
'Alle
grenzen zijn te overschrijden. Alle grenzen die ons definiëren als menselijke
wezens, grenzen tussen een menselijk wezen en een dier en tussen een menselijk
wezen en een supermens of een god.' (Prof. Leon R. Kass, oud-voorzitter
Presidentiële Raad voor Bio-ethiek)
'Ooit
leefde er een niet-menselijk ras op aarde. Zij werden de Rephaim (Nephilim)
genoemd, en waren genetische monsters, mutanten, wier einde de duisternis is,
net zoals hun samenleving op aarde dit was (vernietigd door de Zondvloed). Zal
het werk van het J. Craig Venter Instituut (dat een geheel nieuwe levensvorm
creëerde dat de bijnaam 'Synthia' kreeg) leiden tot een nieuwe gruweldaad?' (Gary
Stearman, Bijbelwetenschapper)
Midden in
de teruggekeerde laatste dagen van Noach
In het
Nieuwe Testament van de Bijbel lezen we dat er in de laatste dagen pal voor de
terugkeer van Jezus Christus op aarde net zoals in de dagen van Noach opnieuw
een sterke bovennatuurlijke invloed zal zijn, die buitengewoon krachtig en
misleidend is (2 Timotëus 3:13). Het effect op de mensheid zal zó intens zijn
dat zelfs het geïnstitutionaliseerde christendom ermee besmet en er soms zelfs
van doordrenkt zal raken. 'Maar de Geest zegt nadrukkelijk dat in de
eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar
dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren.' (1 Timoteüs 4:1,
NBV).
Als we
kijken naar de huidige ontwikkelingen zien we duidelijk deze in de Bijbel
voorzegde steeds snellere en sterker wordende toename van de invloed van
demonen op zowel de maatschappij als op religieuze gemeenschappen. De uitingen
van deze occulte bovennatuurlijk machten zien we onder andere terug in een
grote maatschappelijke interesse voor het bovennatuurlijke (films, tv-series,
New Age concepten en rituelen, etc.), in kerken die vooral gericht zijn op
uiterlijke 'tekenen en wonderen' (o.a. vallen, lachen, springen, gillen, kotsen
in de geest) en ook in de wetenschap en technologie, wier experts vastbesloten
lijken om door middel van zaken zoals genetische manipulatie de droom van
transhumanisten -namelijk een 'verbeterd', 'opgewaardeerd' en veranderd
menselijk ras- al op korte termijn waar te maken.
Aangezien
dit precies is wat de Wachters en de Nephilim deden in de tijd van Noach, lijkt
de voorspelling van Henoch dat deze (geesten van de) Nephilim in de laatste
jaren van de eindtijd nog éénmaal zouden terugkeren op Aarde, inmiddels
uitgekomen.
Uit : De
Verboden Poorten deel 4 van Xandernieuws.punt.nl
Boek van Enoch, het boek voor de laatste generatie
Het
Boek van Enoch, het boek voor de laatste generatie
Genesis 5:24 Enoch richtte zijn schreden naar God; zo kwam
het dat hij verdween, omdat God hem wegnam.
Gedurende de strijd van de derde hemel, bedroog Satan, die
later de val van Adam en Eva veroorzaakte, 1/3 van de engelen, en deed hen
rebelleren tegen God. Lucifer en 1/3 van de engelen streden tegen Gods trouw
gebleven engelen. Ze werden neergeslagen door Michael en de getrouwen.
Later toen de mens zich begon te vermenigvuldigen op aarde,
daalden Semjeza en 200 gevallen engelen neer uit de derde hemel en toen ze de
dochters van de mensen zagen, hadden ze gemeenschap met hen. Enoch de Profeet,
de zevende van Adam, begon zijn missie tegen de gevallen engelen.
Enoch hoofdstuk 6: En het gebeurde dat toen de
mensenkinderen talrijk geworden waren, dat er aan hen in die dagen mooie en
bevallige dochters geboren werden. En de engelen, de kinderen van de hemel,
zagen hen, verlangden naar hen, en zeiden tegen elkaar: Kom, laat ons vrouwen
kiezen vanuit de mensenkinderen en nageslacht bij hen verwekken.
Genesis 6 : Toen de mensen talrijk begonnen te worden op de
aardbodem en dochters kregen,zagen de zonen van God hoe mooi de dochters van
de mensen waren, en zij kozen zich uit die dochters ieder een vrouw. Maar Jahwe
zei: Mijn levensgeest zal niet altijd bij de mens blijven, want hij is maar
een nietig wezen; de duur van zijn leven zal 120 jaar bedragen. In die dagen
en ook nog daarna leefden er reuzen op de aarde doordat de zonen van God
gemeenschap hadden gehad met de dochters van de mensen die hun zonen hadden
gebaard. Zij waren de befaamde geweldenaars van de oude tijd.
Toen
Jahwe zag hoezeer op de aarde de boosheid van de mensen was toegenomen en
hoezeer de begeerte van hun hart de hele dag naar het kwade uitging, kreeg Hij
spijt dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en Hij was er zeer verdrietig
om. En Jahwe zei: `Ik ga de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem
wegvagen, zowel de mens als het vee en de kruipende dieren en de vogels in de
lucht, want het spijt Mij dat Ik ze gemaakt heb.'Alleen Noah vond genade in de ogen van Jahwe.
Er is een verboden boek dat eeuwenlang verloren was, die
gevallen engelen bevat, bloeddorstige reuzen en een waarschuwing voor de hele
mensheid. Het is een antiek geschrift vol met goddelijke geheimen, dromen en
visioenen. En reis in de Hemel en in de Hel geleid door de engel Uriel. Het
Boek van Enoch werd genoemd naar de man waarvan de Heilige Bijbel zegt: Hij
wandelde met God.
Genesis 5:22 Enoch leefde na de geboorte van Metuselah nog
300 jaar; hij richtte zijn schreden naar God, en hij kreeg zonen en dochters.
Heel de levensduur van Enoch bedroeg 365 jaar. Enoch richtte zijn schreden naar
God; zo kwam het dat hij verdween, omdat God hem wegnam.
Het Boek van Enoch werd genoemd naar een man die maar genoemd
werd in 1 zin in het Boek Genesis. We kennen maar 1 zin van informatie over
hem. En toch bleef iemand stilstaan op die naam en dacht : Als Enoch opgenomen
werd in de hemel, wat heeft hij dan gezien. Voor vele Christenen uit de
oudheid was het Boek van Enoch essentieel. Toch werd het boek niet opgenomen in
de Christelijke Bijbel.
Kelley C. Bautch : We weten niet waarom deze literatuur niet
werd opgenomen in het Canon. Misschien was het omdat het een beschrijving gaf
van de val van de rebellerende engelen en hun omgang met sterfelijken.
Het Boek van Enoch begint met een waarschuwing tot de hele
mensheid dat een goddelijk oordeel werd uitgesproken en dat een straf zal
opgelegd worden. God vertelt Enoch dat alle leven op aarde zal vernietigd
worden in een Zondvloed. En net zoals het verhaal in Genesis legt God de schuld
van dit kwaad bij de zonen van God, engelen die gemeenschap hadden met de
dochters van de mensen.
Kelley : Deze engelen worden Wachters genoemd. Ze houden
voortdurend de wacht en ze beslissen op een dag dat ongeveer 200 van hen zullen
neerdalen op aarde. Ze wilden graag contact met de sterfelijke vrouwen.
Het Boek van Enoch kan een poging geweest zijn om de
mysterieuze reuzen, de zonen van God en dochters uit Genesis uit te leggen.
Elke keer dat je het Boek Genesis leest zijn er alle soorten van onbeantwoorde
vragen. Plotseling zijn er vlug een paar verzen van de geschiedenis van de
Zondvloed over de reuzen die voortkomen van de zonen van God en de
mensendochters. En je denkt : Stop, wacht eventjes, waar gaat dit allemaal
over.
Het Boek van Enoch biedt een verontrustend visioen van de val
van de engelen die achter de aardse vrouwen aanzitten. En ze begonnen hen te
benaderen en seks met hen te hebben. Ze leerden hen hekserij en toverspreuken.
Ze werden zwanger en ze baarden grote reuzen wiens grootte 300 el was en toen
de mensen hen niet langer konden voeden, keerden de reuzen zich tegen hen en ze
verscheurden de mensheid.
Kelley: Deze engelen gingen over de schreef, wat ze niet
mochten doen omdat ze geestelijke wezens waren en zo moesten blijven. Ze kwamen
op aarde en zorgden op aarde voor alle soorten problemen. Niet alleen deze
reuzen die bloeddorstig waren en gewelddadig, maar ze leerden de mensen een
waaier van verboden zaken. Ze leerden de mensen hoe wapens te maken.
Stephen B. Reid : De goede engelen, degenen die niet in
verleiding werden gebracht door deze mooie vrouwen gaan naar God en zeggen: Er
wordt veel bloed vergoten dat veroorzaakt wordt door deze slechte engelen. Op
een gegeven punt zegt God dat ze de leider van de gevallen engelen moeten
binden en hem in een put werpen. Dit lijkt op hoe we van nucleaire afval moeten
afgeraken in de 21ste eeuw. Je neemt het mee naar een deel van de wereld waar
niemand leeft en je begraaft het zo diep als je kunt. Voor deze gemeenschap was
een gevallen engel als nucleaire afval: gevaarlijk, vluchtig.
Nadat de rebellerende engelen in de diepten van de aarde
werden geworpen, had Enoch een visioen. De leider van de gevallen engelen
Azazel smeekt Enoch om hun zaak te bepleiten voor God en hen los te laten uit
de diepten van de aarde. De vraag om clementie wordt echter afgewezen.
Stephen : Deze versie van de val van de engelen was heel
populair in vroegere dagen en bleef populair voor de komende eeuwen. Wanneer we
kijken naar Dantes werk over de inferno komt het voornamelijk uit het Boek van
Enoch. Wanneer we kijken naar verschillende passages uit het Nieuwe Testament
lijkt Enoch een rol te spelen in Korintiers wanneer Paulus het heeft over
vrouwen die hun haar bedekken zodat de engelen niet verleid worden. Dit gaat
terug naar de gevallen engelen.
Een andere episode vertelt over Uriel, een machtige engel die
de zorg heeft over de Sterren, die Enochs gids wordt doorheen de hemelse
rijken.
Kelley : Uriels naam betekent God is mijn licht en wanneer
hij wordt beschreven in verband met God dan zit hij ten oosten van Gods troon.
Dit is zeer interessant want de zon komt op in het oosten. Dat zet ons aan het
denken dat hij op een of andere manier met de Zon of de sterren te maken heeft.
Of met de hemellichamen die hun dagelijkse omwentelingen doen.
En Uriel de heilige engel die de leider is van hen allen
toonde mij hun posities en ik schreef hun positie neer.
Stephen : En zo is er iets gaande met de sterren. Het kan
teruggaan tot de rol van astrologie en de studie van sterren in het Perzische
Keizerrijk dat nu een nieuw bewustzijn teweeg brengt dat constellaties niet
enkel constellaties zijn. Ze hebben macht en door deze tocht door de hemel
krijgt Enoch informatie en hij weet waar de machten zijn. En dat betekent dat
je toegang hebt tot deze macht.
Met zijn beschrijvingen van hemelse machten en de gruwelen
die kwaadwilligen te wachten staat, en zelfs engelen, was Enoch een van de
meest populaire boeken onder de eerste Christenen.
We weten dat sommige eerste Christenen de geschriften van
Enoch betrouwbaar vonden die openbaringen van God bevatten. Sommige mensen
dachten dat, sommige invloedrijke mensen dachten dat, en daarom werden deze
boeken gebruikt zoals andere boeken van de Bijbel. Het boek Openbaring
verschijnt ook in het Nieuwe Testament. Maar het werd een beetje te vreemd
bevonden voor de traditie. Toch werd het zonder twijfel veel gelezen en was het
zeer populair.
Wat gebeurde er toen Joshua en de natie Israel het land van
Kanaan binnen gingen? Ze werden bevolen om elke man, vrouw en kind van bepaalde
stammen uit te roeien. Het waren hybriden die de Nephilim (= reuzen) werden
genoemd en ze waren enorm groot. Ze hadden ijzeren bedden die 15 m lang waren
en 3 m breed. Men zei dat de Israelieten zoals sprinkhanen waren tegenover de
Kanaanieten. Deze Nephilim waren de afstammelingen van zeer kwaadaardige
geestelijke wezens. Ze waren blijkbaar de hoofdreden waarom God de Zonvloed
zond. Satan kende de profetieen van iemand dat zou komen en die hem zou
overwinnen. Hij wist dat de Messias een mens zou zijn. De Nephilim waren een
poging om in de hele bloedlijn van de mensheid te infiltreren zodat de Messias
geen volbloed mens zou zijn. En was het niet dat Noah en zijn familie gered
werden zou het hele plan gewerkt hebben. Toen Abraham van God vernam dat het
land van Kanaan zou gegeven worden aan hem, had Satan meer dan 400 jaar om de
Nephilim in het land van Kanaan te plaatsen in een poging om het plan van God
te dwarsbomen.
Genesis 6:4 zegt ons dat er in die dagen EN OOK NOG DAARNA
reuzen leefden op aarde, doordat de zonen van God gemeenschap hadden gehad
met de dochters van de mensen die hun zonen hadden gebaard. Zij waren de
befaamde geweldenaars van de oude tijd.
Het was dan dat Joshua de opdracht kreeg om de stammen van
Kanaan uit te roeien omdat er veel reuzen waren. Enakieten, Refaieten en een
deel van de Amorieten waren reuzen. Hebron was de hoofdplaats van de reuzen.
De Hebreeen verwezen naar de Engelen als de beney haelohim
of de Zonen van God. De Bijbel zegt dat deze engelen aanwezig waren gedurende
de schepping van de hemelen en de aarde. Als geestelijke wezens kunnen ze de
vorm van een mens aannemen zoals Jezus. Wanneer de engelen de vorm van vlees
aannemen worden ze onderhevig aan de verleidingen en driften van de mens.
Het verhaal in het Boek van Enoch
God zond 200 engelen naar de aarde in de dagen van Jered en
ze daalden neer op de top van de berg Hermon. Zij noemden het de berg Hermon. Ze
vielen in zonde zoals alle engelen die uit de hemel werden geworpen.
Enoch hoofdstuk 6 : Semjeza, die hun leider was zei tegen de
engelen : Ik ben bang dat gij niet werkelijk met deze daad zult instemmen, en
ik alleen de straf voor een grote zonde zal moeten dragen. En zij allen
antwoordden hem en zeiden: Laat ons allen met een eed zweren, en ons onder
wederzijds toezicht allen aan elkaar binden om dit plan niet te verlaten, maar
het uit te voeren. Toen zwoeren zij gezamenlijk en verbonden zich eraan door
er wederzijds op toe te zien. En ze namen zichzelf vrouwen, en ieder koos er
een voor zich, en zij begonnen in hen te gaan en zich met hen te
verontreinigen.
En dit zijn de namen van hun leiders: Semjeza, hun
leider,Areklba, Rameël, Kokablel, Tamlel, Ramlel, Danel, Ezekweël. Barekwijal,
Azazel, Armaros, Baterel, Ananel, Zakwiël, Samzepeël, Saterel, Tural, Jomjael,
Sariël.
Deze engelen zoals alle engelen waren onderscheiden door hun
schepping en zo kwam het dat ze de mens verschillende zaken leerden.
Enoch hoofdstuk 8 : Azazel leerde de mensen zwaarden te
maken, en messen, en schilden, en borstplaten, en deed hen de metalen van de
aarde kennen en de kunst om hen te bewerken, en armbanden en ornamenten, en het
gebruik van antimoon, en het verfraaien van de oogleden, en allerlei soorten
kostbare gesteenten, en elke kleurvloeistof. En er kwam veel goddeloosheid op,
en zij gaven zich over aan verkrachtingen, en zij werden tot dwaling geleid en
werden verdorven in al hun wegen. Semjeza onderwees banspreuken en
wortelinsnijdingen, Armaros het opheffen van banspreuken, Barakwijal onderwees
astrologie, Kokablel de constellaties, Ezekweël de kennis van de wolken,
Arakwiël de tekenen van de aarde, Samsiël de tekenen van de zon, en Sariël de
baan van de maan.
Enoch hoofdstuk 7 :De mensenvrouwen werden zwanger en zij
baarden grote reuzen, wier grootte 300 el was; dezen verorberden alles wat de
mensen voortbrachten. En toen de mensen ze niet langer konden onderhouden,
keerden de reuzen zich tegen hen en aten mensen op. En zij begonnen te zondigen
tegen, vogels, en dieren, en reptielen, en vissen en eenieder de ander zijn
vlees te eten, en het bloed te drinken.
Enoch hoofdstuk 9 : En in die tijd keken, Michaël, Uriël,
Rafael, en Gabriël, vanuit de hemel neer en zagen het vele bloed dat op de
aarde vergoten werd. En zij zeiden tegen elkaar: De aarde die zonder bewoner
gemaakt is schreeuwt het uit met de stem van hun hulpgeroep tot aan de
hemelpoorten. En nu tot u lieden, gij heiligen van de hemel, de zielen van de
mens doen hun beklag, zeggende: Breng onze zaak voor de Allerhoogste.
En zij zeiden tot de Heer der tijden: Heer der heren, God
der goden, Koning der koningen, en God der tijden, de troon van Uw heerlijkheid
staat tot in alle generaties der tijden, en Uw naam heilig en verheerlijkt en
gezegend tot in alle tijden! U heeft alle dingen gemaakt, en macht over alle
dingen heeft U; en alle dingen zijn naakt en open voor uw aangezicht, en U ziet
alle dingen, en niets kan zich voor U verbergen. U ziet wat Azazel gedaan
heeft, die elke onrechtvaardigheid op aarde onderwezen heeft en de eeuwige
geheimen die bewaard werden in de hemel, die mensen nastreefden om te leren, en
Semjeza, die U autoriteit gegeven hebt om het gezag te dragen over zijn
metgezellen.
En zij zijn naar de dochters van de mens op aarde gegaan, en
hebben geslapen met de vrouwen, en hebben zich verontreinigd, en hen allerlei
soorten zonden geopenbaard. En de vrouwen hebben reuzen gebaard, en de gehele
aarde is daarop vervuld geraakt van bloed en onrechtvaardigheid. En zie, de
zielen van degenen die gestorven zijn roepen en vragen om gehoor tot aan de
hemelpoorten, en hun weeklachten zijn opgestegen, en kunnen niet ophouden
vanwege de wetteloze daden die op aarde gedaan worden. En U weet alle dingen
voordat ze gaan gebeuren, en U ziet deze dingen en U ondergaat het, en U zegt
ons niet wat wij ten aanzien ervan moeten doen.
Enoch hoofdstuk 10 : Daarna zei de Allerhoogste, de Heilige
en Verhevene sprak, en zond Uriël, naar de zoon van Lamech, en zei tot hem: Ga
naar Noach en zeg hem in mijn naam: Verberg jezelf! en openbaar hem het einde
dat nadert, dat de gehele aarde vernietigd zal worden, en er een zondvloed gaat
komen over de gehele aarde, die alles wat op aarde is zal vernietigen. En geef
hem dan aanwijzingen, zodat hij kan ontkomen en zijn zaad gespaard mag blijven
voor alle generaties van de wereld. En wederom zei de Heer tot Rafaël: Bind
Azazel bij handen en voeten, en werp hem in de duisternis: en maak een opening
in de woestijn, die in Dudael is, en werp hem daarin. En plaats boven hem ruige
en scherpe rotsen, en bedek hem met duisternis, en laat hem daar voor alle
tijden verblijven, en bedek zijn aangezicht, zodat hij het licht niet kan zien.
En op de dag van het grote oordeel zal hij in het vuur
geworpen worden. En genees de aarde die de engelen verdorven hebben, en
verkondig de genezing van de aarde, opdat zij de pestilentie kunnen helen, en
dat alle mensenkinderen niet zullen wegkwijnen door al de geheime dingen de de
Wachters ontsluierd en aan hun zonen onderwezen hebben. En de gehele aarde is
verdorven geworden door de werken die Azazel heeft onderwezen; schrijf hem alle
zonde toe. En tot Gabriël zei de Heer: Trek op tegen de bastaards en de
verworpenen, en tegen de kinderen der verkrachting, en vernietig de kinderen
der verkrachting en de kinderen van de Wachters vanuit het midden der mensen en
veroorzaak het dat zij weggaan; zend hen de een tegen de ander, zodat zij elkaar
zullen vernietigen in de strijd, want zij zullen geen lengte van dagen hebben.
En geen verzoek dat zij u zullen doen zal hun vaders ter
wille van hen toegestaan worden: want zij hopen een leven tot in tijden te
hebben en dat elk van hen 500 jaar zal leven. En de Heer zei tegen Michael:
Ga, bind Semjeza en zijn metgezellen, die zich met vrouwen hebben verenigd,
zodat zij zich met hen hebben bevlekt in al hun onreinheid. En wanneer hun
zonen elkaar hebben afgeslacht, en zij de vernietiging van hun geliefden hebben
gezien, bind hen dan vast voor zeventig generaties in de dagen der aarde, tot
op de dag van hun oordeel en bestemming, totdat het oordeel dat voor alle
tijden is wordt volbracht. In die dagen zullen ze naar de afgrond van vuur
worden weggeleid: en naar de pijniging en de gevangenis waarin ze voor alle
tijden opgesloten zullen worden.
En wie dan ook veroordeeld en vernietigd zal worden zal van
dan af aan tezamen met hen gebonden worden tot aan het einde van alle
generaties. En vernietig al de geesten van de verworpene en de kinderen van de
Wachters, omdat zij de mensheid slecht gemaakt hebben. Vernietig alle
slechtheid van de oppervlakte der aarde en laat elk slecht werk tot een einde
komen, en laat de inplanting van rechtvaardigheid en waarheid tevoorschijn
komen, en het zal een zegen betekenen; de werken van rechtvaardigheid en
waarheid zullen van dan af aan in waarheid en vreugde gezaaid worden.
Later koos God een herdersjongen, David om een overblijvende
reus neer te slaan. De overblijfselen van deze reuzen werden gevonden op elk
continent over de hele wereld.
Donderdag 25 mei 2017, getuigenis van Mario
dIgnazio in Forchheim, Friedrich-Ludwig-Jahn-Strasse 10 in Duitsland
Tijdens het
rozenkransgebed verscheen Onze Heer Jezus Christus. Jezus verscheen gekleed in
blauw. Hij had een ciborie vol met heel witte Hosties. Jezus gaf mij de Heilige Communie en Hij zei:
"Mijn Zegen van Koning en Verlosser is op jou en op
al degenen die naar hier zijn gekomen om te luisteren naar jou, jonge dienaar
van Mijn Heilig Hart! Ontvang Mijn Goddelijke Eucharistie en wees Mijn trouwe
volgeling in de verheerlijking van Mijn Heilig Aangezicht."
Na de verschijning van
Jezus verscheen de Heilige Moeder vergezeld door de H. Jeanne dArc, de
patroonheilige van het Werk van de Verzoening. Zij verscheen na een regen van
rode, gele en witte rozen. Veel engelen omringden
Haar. De Madonna zei:
"Lieve kinderen, Ik, de Koningin van de maand mei,
de Koningin van de Rozen, daal hier neer uit het heilig Paradijs om jullie Mijn
vrede en Mijn vreugde te geven.
Jullie gezichten stralen van Goddelijk Licht, het Licht van Mijn Onbevlekt
Hart, innig verenigd met het Heilig Hart van Christus.
Ik nodig jullie uit om altijd naar Mij te luisteren, elke
dag, elk uur en moment van jullie leven! Er is veel dorheid in de zielen en
slechts Mijn liefde kan jullie genezen van deze verwoestende geestelijke
dorheid waar elk sentiment ontbreekt.
Vandaag zendt de Vader Mij naar jullie om nogmaals te
zeggen dat er vele rozenkransen nodig zijn om de haat uit te roeien bij de
mens."
De H. Jeanne d'Arc was
stil en glimlachte naar ons allemaal. Zij droeg een havannakleurige tuniek. De
Madonna zegende allen met het kruisteken eer Zij verdween.
Zaterdag
27 mei 2017, getuigenis van Mario dIgnazio in Attersee, Kirchenstrasse,
Oostenrijk.
"Mijn zoon, Mijn Heilig Lichaam geeft het ware
leven, geeft frisheid aan de ziel die Mij aanbidt, geeft goddelijke en eeuwige
vrede aan degene die Mij volgt in heilige volharding.
Jouw getuigenis over Mij is krachtig voor de vernietiging van de valse,
ketterse Kerk die Mijn Moeder en Haar oproepen niet aanvaardt, die iedere
manifestatie van de Hemel veroordeelt. Ontvang nu, Mijn dierbare, Mijn Heilig
Lichaam en leef voor Mij, jouw enige Heerser en Meester!"
Mario:
Onze Heer was helemaal gekleed in het blauw en had een gouden kroon op Zijn
hoofd. Na de komst van Jezus daalde de Koningin van de Hemel neer met grote macht
en oneindige luister. De Heilige Maagd verscheen helemaal in het wit met een
blauwe mantel bedekt met fonkelende sterren. Zij zei:
"Ik ben hier. Ik ben de Moeder van het Goddelijk
Woord, jullie lieve en liefdevolle Moeder, rijk aan barmhartigheid en
mededogen, de Moeder van de verstrooide mensheid! Mijn kinderen, aanvaard Mijn
vrede om altijd in de liefde van God te leven.
Lieve kinderen, Ik kom tot jullie om jullie op te roepen het heilig Evangelie
van het glorierijke en zegevierende Lam intensief te beleven, de heilige
Eucharistie te aanbidden en de verering van de verenigde Heilige Harten te beoefenen. Oostenrijk heeft dringend gebed nodig, nood aan boetedoening,
daarom vraag Ik jullie om elke donderdag gedurende de maand juni de Rozenkrans tot
de Hemelse Vader, de Vader-Rozenkrans, te bidden voor deze intentie: de bekering
van deze getroffen natie door Lucifer. Veel demonen zijn opgestegen uit de hel
en kwellen de zielen van Mijn ware vereerders en gewijden door zwarte zielen die zich vrijwillig
aan de Boze hebben overgeleverd tot hun eeuwig verderf. Blijf waakzaam, dommel
niet in. Het is tijd om de laatste
strijd te voeren en met Mijn moederlijke hulp te overwinnen. Blijf vastgeklampt
aan Mijn Rozenkrans, Mijn geprefereerd gebed van de bevrijding van
verleidingen! Dank de Allerheiligste Drie-eenheid, die Mij toestond naar deze
bijeenkomst van lof en verheerlijking van de Goddelijke Naam van Jezus te
komen!"
DE VADER - ROZENKRANS
Gebruik
hierbij de gewone rozenkrans. Vanaf het kruisje tot de medaille bid men de
gebeden zoals bij de rozenhoedjes. Bid op de tussenkralen een Weesgegroet
en op de tientjes de Onze Vaders.
O, God, kom ons te hulp. Heer, haast U ons te helpen.
V. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
A. zoals het was in het begin, en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op en aan U geef
ik mij. Vader, ik hou van U, ik prijs en loof U, Uw Naam zij verheerlijkt in de
wereld.
1e Geheim:De triomf van de
Vader in de tuin van Eden
Wij overwegen de triomf van de Vader in de tuin van Eden, toen Hij na de zonde
van Adam en Eva de komst van de Redder beloofde. Toen sprak God, de Heer tot de
slang: "Omdat je dat hebt gedaan, ben je vervloekt onder alle dieren van
het veld. Op je buik zal je kruipen en stof eten alle dagen van je leven. Ik
zal vijandschap wekken tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en haar kroost;
dit zal u de kop verpletteren, maar gij zult loeren naar zijn hiel." (Gen.
3,14-15)
1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader
...
Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef
ik mij.
Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de
Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur
mij. Amen.
2e Geheim: De triomf van de Vader op
het ogenblik van het FIAT van Maria tijdens de verkondiging van de Engel
Gabriël
Wij overwegen de triomf van de Vader op het ogenblik van het FIAT van Maria
tijdens de verkondiging van de Engel Gabriël. Toen sprak de engel tot Haar:
"Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie, gij zult
in Uw schoot ontvangen, en een Zoon baren; en gij zult Hem Jezus noemen. Hij
zal groot zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God de Heer zal Hem
de troon van zijn vader David geven; Hij zal koning zijn over het huis van
Jacob in eeuwigheid en aan zijn koningschap zal geen einde komen." Nu
sprak Maria: "Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw
Woord." (Lc. 1,30).
1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader
...
Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef
ik mij.
Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de
Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur
mij. Amen.
3e Geheim: De triomf van de Vader in
de tuin van Gethsemane, toen Hij Zijn hele Macht aan de Zoon schonk
Bij het derde tientje overwegen wij de triomf van de Vader in de tuin van Gethsemane,
toen Hij Zijn hele Macht aan de Zoon schonk. Jezus bad: Vader, indien het Uw
wil is, neem deze kelk van Mij weg. Maar niet Mijn, maar Uw wil geschiede.
Toen verscheen Hem een engel uit de hemel, die Hem sterkte. En door doodsangst
bevangen, bad Hij nog vuriger en zijn zweet droop als bloeddruppels neer op de
grond. (Lc. 22,42-44) Toen kwam Hij bij zijn leerlingen terug, en sprak tot
hen: Slaapt nu voort, en rust uit; ziet het uur is genaderd, waarop de
Mensenzoon zal worden overgeleverd in de handen van de zondaars. Sta op, laten
we gaan; zie, hij die Mij verraadt is nabij. (Mt. 26,45-46). Hij trad naar
voren, en sprak tot hen: Wie zoekt gij? Men antwoordde Hem: "Jezus van
Nazareth". Jezus zei hen: "Ik ben het". Maar toen Hij hun zeide:
Ik ben het, deinsden ze terug en vielen ter aarde. (Joh. 18,4-6)
1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader
...
Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef
ik mij.
Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de
Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur
mij. Amen.
4e Geheim: De triomf van de Vader op
het ogenblik van het bijzonder oordeel
Wij overwegen de triomf van de Vader op het ogenblik van het bijzonder oordeel.
De Vader zag hem reeds van verre komen en had medelijden met hem. Hij liep zijn
zoon tegemoet en viel hem om zijn hals en overlaadde hem met kussen. De vader
zei tot zijn knechten: Gauw, haal het beste kleed en trekt het hem aan; doe hem
een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten. Laat we eten en vrolijk
zijn. Want mijn zoon hier was dood en is levend geworden. (Lc. 15,20-24).
1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader
...
Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef
ik mij. Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de Goddelijke
Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur mij.
Amen.
5e Geheim: De triomf van de Vader bij
het laatste Oordeel
Wij overwegen de triomf van de Vader bij het laatste Oordeel. Toen zag ik een
nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde waren
verdwenen; ook de zee bestond niet meer. En de heilige Stad, het Nieuw Jeruzalem,
zag ik neerdalen van God uit de hemel, toegerust als een bruid, die voor haar
man is getooid. En ik hoorde van de Troon een machtige stem, die
sprak: "Zie, de Woonstede Gods bij de mensen: Hij zal Zijn tent bij
hen spannen. Zij zullen Zijn volk zijn, Hij: God met hen! Elke traan wist Hij
weg uit hun ogen; En nooit zal de dood er meer zijn, Geen rouw, geen geween en
geen smart; Want het vroegere is voorbij! (Apoc. 21,1-4)
1 Wees gegroet, 10 Onzevaders, Eer aan de Vader
...
Vader, mijn goede Vader, U offer ik mij op, en aan U geef
ik mij.
Engel van God, die mijn bewaarder zijt en aan wie de
Goddelijke Goedheid mij heeft toevertrouwd, verlicht, bewaar, geleid en bestuur
mij. Amen.
Zondag
28 mei 2017, getuigenis van Mario dIgnazio in St. Leonhard am Frost, Loosdorferd
Strasse 15, Oostenrijk.
De
Onbevlekte Maagd verscheen helemaal in het wit gekleed met een blauwe strik in
Haar taille. Ze was vol van vreugde en glimlachte. De H. Michael en de H.
Jeanne d'Arc waren bij Haar om ons te zegenen!
"Mijn kinderen, de Onbevlekte Ontvangenis is hier om
de komst van het glorierijke Koninkrijk van Jezus te verkondigen. Niemand
verwacht meer de terugkeer van Mijn Zoon maar Hij zal wederkeren en de wereld
met gerechtigheid oordelen. Verheug jullie met Mij want jullie die Mij volgen
zullen van Gods toorn gered worden.
Bid elke dag in de familie de heilige Rozenkrans.
Vertrouw jullie jonge mensen toe aan Mij en Ik zal hen behoeden voor de
tegenstander. Mario, de Kleine van de Eik, komt volgens de Goddelijke Wil naar
jullie en is bereid om jullie Mijn onderrichtingen door te geven, die door de
groten en de atheïsten worden gehaat. Blijf in vrede en in het Licht van het
Heilig Hart van Jezus!"
De
werkelijkheid van de hel: verhalen van personen die de hel hebben bezocht en
verschijningen van de Vervloekten
"Jullie
hebben maar twee laatste lotsbestemmingen: Hemel en Hel. Je moet weten dat
satan zal proberen de realiteit van zijn koninkrijk, de hel uit te vegen voor
jullie. Als hij een schijnvertoning van zijn bestaan onder jullie maakt, zal
hij jullie bedriegen zodat jullie zullen zondigen en je verwijderen van het
Licht. En als jullie je afkeren van het Licht dan keren jullie je ook af van
het eeuwig leven in het Koninkrijk van jullie Vader, de Allerhoogste God in de
Hemel." OLVrouw,
1 februari 1975
Een van
de grootste gevaren van deze eeuw, en een van grote triomfen van Satan is het
groeiende ongeloof in het bestaan van de Hel. Voor velen is de Hel een
fabeltje, een mythe en een voorbijgestreefd overblijfsel van het Oude
Testament. Door valse leerstellingen, het verafgoden van plezier en het zelf,
en een afwijzing van de eeuwige straf voor ernstig wangedrag terwijl Jezus een
God van liefde en goedheid is, heeft velen ertoe aangezet de Hel te verwerpen,
samen met de vrees voor zonde. Als er dan toch geen Hel is, waarom dan bezorgd
zijn over zonde? Helaas vergeten ze dat "Ik, de Heer verander niet"
(Malachi 3:6). De Hel is niet opeens in rook opgegaan omdat we het zouden
willen. Wat is satan listig in deze tijden. Hij strikt de mens in zijn web van
leugen dat de Hel niet bestaat. Maar uit liefde voor Jezus en jullie
onsterfelijke ziel, laat jullie niet bedriegen. De Hel, de eeuwige straf voor
zware zonden, bestaat. De Schrift, de Kerk en de getuigenissen van vele
heiligen bevestigen alle dat de Hel realiteit is een nooit eindigende
realiteit voor de zielen die er moeten verblijven met Satan en al de andere
verdoemden, omdat ze door hun vrije wil en keuze God verwierpen hier op aarde
en zich voor altijd hebben buitengesloten voor nauw contact met Hem.
De Bijbel en de Hel
Er zijn meer dan dertig referenties naar het bestaan van de
Hel in het Oude Testament alleen. Bijvoorbeeld : Ps 114:3 "De smart van de
dood heeft me omgeven: en het gevaar van de Hel heeft me gevonden. Judit 16:17
"Wee de naties die zich keren tegen mijn volk; De almachtige
Heer zal hen straffen op de dag van het oordeel, aan vuur en wormen zal Hij hun
vlees prijsgeven; van pijn zullen ze huilen tot in eeuwigheid." Jesaja 65:5 "
`Blijf waar gij zijt, raak mij niet aan, want ik ben te heilig voor u.' Dat
alles is rook in mijn neus, en vuur dat altijd door brandt. Deut 32:22 "Het vuur van mijn toorn
ontbrandt, dringt door tot de diepten van het dodenrijk, verzengt de aarde en
al wat er groeit, en verteert de grondvesten der bergen." Prediker 21:10 "De
schare van zondaars is zoals vlas dat opeengestapeld is, en hen wacht het vuur."
Job 20:17,22,26 "Hij zal gestraft voor al wat hij deed, en toch zal hij
niet verteerd worden...hij zal branden en valt elk ongeluk op hem...De glans van zijn schatten
wordt verduisterd, een heimelijk vuur vreet alles aan, verslindt wat in zijn
tent nog over was.
In het Nieuwe
Testament spreekt Jezus meer over de Hel dan van de Hemel. Matt 5:22 "Maar
Ik zeg u: Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het
gerecht. En wie tot zijn broeder zegt: raka, zal strafbaar zijn voor het
Sanhedrin, en wie zegt dwaas, zal strafbaar zijn met het vuur van de hel." Matt 13:41-42 "De Mensenzoon zal zijn engelen
uitzenden en zij zullen uit zijn Rijk bijeenbrengen allen die tot zonde
verleiden en ongerechtigheid bedrijven om
hen in de vuuroven te werpen, waar geween zal zijn en tandengeknars.Marcus 9:43 Dreigt
uw hand u aanstoot te geven, hak ze af; het is beter voor u verminkt het leven
binnen te gaan dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het
onblusbaar vuur.
Een
omschrijving van het laatste oordeel in het Boek Openbaring maakt het
duidelijk: Openb 20:12-15 En ik kon de doden,
groot en klein, voor de troon zien staan. En de boeken werden geopend. Nog een
ander boek werd geopend, het boek des levens. En de doden werden geoordeeld
naar hun daden, zoals die in de boeken beschreven stonden.En de
zee gaf haar doden terug, en de dood en de onderwereld gaven hun doden terug,
en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn daden.Toen
werden dood en onderwereld in de vuurpoel geworpen. Dit is de tweede dood, de
poel van vuur.En ieder wiens naam niet stond in het boek des levens, werd
geworpen in de poel van vuur.
Jezus beschrijft in Matteus
het laatste oordeel als Hij de schapen van de bokken. Matt 25:41,46 En
tot die aan zijn linkerhand (bokken) zal Hij dan zeggen: Gaat weg van Mij,
vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten... En dezen zullen
heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwig leven.
Jezus Christus kon het niet duidelijker zeggen dan dat elk van ons, door onze
keuzes en gedrag, eeuwige straf riskeert na de dood Hel.
Verschijningen van de verdoemden van de Hel
In Hoofdstuk
16 van Lucas, vertelt Jezus een parabel over de Hel. Een rijke man die
gestorven was en in de Hel God smeekt om de arme man Lazarus die naar de Hemel
ging, te sturen naar zijn vijf broers met de boodschap dat de Hel echt bestaat.
God antwoordt : Als ze niet luisteren naar Mozes en de profeten, zal geen een
overtuigd zijn als iemand uit de doden opstaat." Maar God is zo barmhartig
dat Hij toegelaten heeft dat bepaalde verdoemden in de Hel naar de aarde
terugkeren om aan anderen te getuigen dat er werkelijk een plaats van eeuwig
lijden is de Hel voor degenen die God en Zijn geboden niet gehoorzamen. Er
zijn vele voorbeelden die gedocumenteerd zijn in de analen van private
openbaringen.
Waarschuwingen van de Hel in de 20ste eeuw
In deze
eeuw alleen was het aantal personen die uitverkoren waren door God om te
getuigen van de realiteit van de Hel groter dan alle voorgaande eeuwen tezamen.
Het is duidelijk dat God in Zijn Goddelijke Barmhartigheid ons steeds meer
bevestigingen van de realiteit geeft, nu onze wereld zich verder verwijdert van
geloof in zonde en straf voor zonde.
De H. Faustina kreeg de Hel te
zien
Zuster Faustina,
die heilig werd verklaard op 30 april 2000, was een Poolse non die de Hel te
zien kreeg in 1936. Er is een beschrijving in haar Dagboek (741): "Vandaag,
werd ik door een engel naar de afgrond van de Hel gebracht. Het is een plaats
van hevige martelingen. Hoe enorm groot is de Hel! Ik zag verschillende
martelingen : de eerste marteling in de Hel is het verlies van God. De tweede
is eeuwige wroeging van het geweten. De derde is dat de omstandigheden nooit
zullen veranderen. De vierde is het vuur dat de ziel binnendringt zonder het te
verteren-een verschrikkelijk lijden omdat het een puur geestelijk vuur is dat
ontstoken is door Gods woede. De vijfde is een voortdurende duisternis en een
verschrikkelijke stank waarbij je bijna flauw valt. Ondanks de duisternis zien
de duivels en de zielen van de verdoemden elkaar en al het kwaad van anderen en
dat van zichzelf. De zesde marteling is de voortdurende nabijheid van Satan. De
zevende is de afschuwelijke wanhoop, haat voor God, vervloekingen en godslasteringen.
Dit zijn de martelingen die door al de verdoemden worden geleden, maar dat is
niet het einde van het lijden. Er zijn bijzondere martelingen die voor bepaalde
zielen zijn. Dit zijn de martelingen van de zintuigen. Elke ziel ondergaat
verschrikkelijk en onbeschrijflijk lijden, dat verband houdt met de manier
waarop de ziel heeft gezondigd. Er zijn spelonken en putten van marteling waar
de ene gruwel verschilt van de andere. Ik zou gestorven zijn bij het zien van
deze martelingen als God mij niet had ondersteund. Laat de zondaar weten dat
hij eeuwig zal gemarteld worden in die zintuigen die hij gebruikte om te
zondigen. Ik schrijf dit op omdat God het zo wil, zodat geen enkele ziel een
excuus heeft en zegt dat er geen hel is, of dat niemand er ooit is geweest,
zodat niemand kan zeggen hoe het er is. Ik, Zuster Faustina, heeft door het
bevel van God, de afgrond van de Hel bezocht zodat ik de zielen erover kan
vertellen en getuigen van zijn bestaan. De duivels waren vol haat tegenover
mij, maar ze moesten mij gehoorzamen op bevel van God. Wat ik heb opgeschreven
is maar een schaduw van de dingen die ik heb gezien. Maar ik kon 1 ding
vaststellen : dat de meesten van de zielen die daar verblijven, degenen zijn
die niet geloofden dat er een Hel is. Wanneer ik bijkwam kon ik moeilijk
bekomen van angst. Wat lijden de zielen daar afschuwelijk! Nu bid ik nog
vuriger voor de bekering van de zondaars. Ik smeek onafgebroken om Gods genade
voor hen. O mijn Jezus, ik zou liever in doodstrijd zijn tot het einde van de
wereld, temidden van het grootste lijden, dan U te beledigen door de kleinste
zonde.
Zuster Josefa Menendezs Beschrijving van de Hel
Een van
de grootste mystica van deze eeuw was Zuster Josefa Menendez die stierf in 1923
toen ze 33 was. Deze jonge Spaanse zuster, die een kort leven van groot lijden
had, kreeg openbaringen in haar leven die vermeld staan in De Weg van
Goddelijke Liefde. Meer dan eens werd ze naar de Hel gebracht om te getuigen
van de Hel en het lijden te ervaren. Zuster Josefa schreef weinig over de Hel,
en deed het enkel om tegemoet te komen aan de wensen van OLHeer. Zuster Josefa verbleef
herhaaldelijk op wat zij beschreef als de grootste kwelling van de Hel nl. het
onvermogen om lief te hebben. Een van deze verdoemde zielen schreeuwde uit: Dit
is mijn marteling...dat ik wil liefhebben en het niet kan. Er is hier niets dan
haat en wanhoop. Als een van ons een daad van liefde kon doen Maar we kunnen
niet, we leven van haat en boosaardigheid." (23 maart 1922)
Ze
schreef ook dat deze ongelukkige zielen zichzelf beschuldigden: "Sommigen
schreeuwen omwille van hun handen. Misschien waren ze dieven, want ze zeggen:
'Waar is ons deel nu?' ...vervloekte handen Anderen vervloeken hun tong, hun
ogen wat hun zonden veroorzaakte... 'Nu, O lichaam, betaal je de prijs van de
pleziertjes die je jezelf toestond!...en je deed het uit vrije wil...'" (2
april 1922).
"Ik
zag verschillende zielen in de Hel vallen, en onder hen was een kind van 15,
die haar ouders vervloekte omdat ze haar niet hadden geleerd om God te vrezen
en dat er een Hel is. Haar leven was kort, zei ze, maar vol zonde, ze had zich
overgegeven aan haar lichaam en passies..." (22 maart 1923).
"Mijn
ziel viel in een afgrond, en de bodem kon niet gezien worden, want ze is
immense Dan werd ik in een van de brandende grotten geduwd en samengedrukt
zoals tussen brandende planken en scherpe nagels en hete ijzers leken in mijn
vlees geduwd te worden. Het voelde alsof ze mijn tong wilden uittrekken, maar
niet konden. Deze marteling bezorgde mijn zon pijn dat mijn ogen leken uit hun
oogkassen te komen. Ik denk dat het was omdat het vuur brandt, brandt...geen
vingernagel ontsnapt aan de verschrikkelijke kwellingen, en men kan zelfs geen
vinger verroeren om wat verlichting. Geluiden van verwarring en godslastering
stoppen geen moment. Een ziekmakende stank tast alles aan, het is zoals het
branden van rottend vlees, gemengd met pek en zwavel... een mengeling die met
niets op aarde kan vergeleken worden... hoewel deze martelingen afschuwelijk
waren, zouden ze draaglijk zijn als de ziel in vrede zou zijn, maar de ziel
lijdt onbeschrijflijk... Al wat ik geschreven heb is maar een schaduw van wat
de ziel lijdt, want er zijn geen woorden voor." (4 september 1922).
"Vandaag
zal ik een groot aantal mensen die in de brandende put vielen ze leken
wereldsgezind te zijn en een demon tierde: 'De wereld is rijp voor mij Ik weet
dat de beste manier om macht over de zielen te hebben, hun verlangen naar
plezier is Plaats mij op de eerste plaats voor al de rest geen nederigheid
voor mij! Maar laat mij genieten Dit soort dingen verzekeren mij de
overwinning en ze vallen gegarandeerd in de Hel." (4 oktober 1923)
"Vannacht
werd ik naar een plaats gebracht waar alles donker was Er bevonden zich zeven
of acht mensen rond mij; ik kon hen enkel zien door de vlammen van het vuur. Ze
zaten neer en waren samen aan het praten. De ene zei: 'We moeten zeer
voorzichtig zijn dat het niet uitkomt, want we kunnen gemakkelijk ontdekt
worden.'
"De
duivel antwoordde: 'Creëer onbezorgdheid in hen, maar houd je op de
achtergrond, zodat je niet gevonden wordt geleidelijk aan worden ze harteloos,
en je zult hen kunnen overhalen om het slechte te doen. Verleid ze tot ambitie,
tot egoïsme, tot rijkdom vergaren zonder ervoor te werken. Verleid ze tot
liefde voor plezier. Laat verdorvenheid hen verblinden En de rest dring je
binnen in hun hart je kent hun zwakheden en je werkt onvermoeibaar en zonder
medelijden dat ze naar plezier snakken. Laat ze zich volproppen met voedsel!
Het maakt het gemakkelijker voor ons Laat ze doorgaan met hun plezier. Liefde
voor plezier is de deur waardoor je hen kunt bereiken' " (3 februari
1923).
De Kinderen van Fatima kregen de Hel te zien
In 1917, gedurende
Wereldoorlog I, verscheen de Heilige Maagd Maria aan drie kinderen te Fatima,
Portugal op de 13de van de maanden mei tot oktober. Gedurende haar verschijning
op 13 juli 1917 toonde ze aan deze drie jonge kinderen een visioen van de Hel.
Lucia vertelde hierover : de Heilige Maagd opende haar handen en stralen van licht
leken de aarde te doordringen en we zagen een vuurzee. In deze vuurzee bevonden
zich demonen en zielen in menselijke vorm, zoals brandende kolen, helemaal
zwartgeblakerd of glanzend brons die ronddoolden in de vuurzee, nu eens in de
lucht getild door vlammen die uit hun lichaam kwamen samen met grote wolken van
rook, dan weer in de hoge vlammen vallend zoals vonken, temidden van kreten van
pijn en wanhoop, die ons met afschuw vervulden en ons deden beven van schrik.
Men kon de demonen onderscheiden door hun afgrijselijke uitzicht dat leek op een
onbekend dier, zwart en doorzichtig als brandende kolen. We waren bang en we
keken naar de OLVrouw alsof we smeekten om hulp. Ze zei: "Jullie hebben de
Hel gezien waar de zielen van arme zondaars heengaan. Daarom moeten jullie als
jullie de rozenkrans bidden na elk mysterie bidden: O mijn Jezus, vergeef ons
onze zonden, red on van het vuur van de Hel en leid alle zielen naar de Hemel
vooral degenen die Uw barmhartigheid het meest nodig hebben." Na dit
visioen, leidden de kinderen levens van offers en boetedoening voor zondaars
zodat de zondaars zich zouden bekeren en gered zijn van het vuur van de Hel.
Een jongen dat opstond uit de Dood door de H. Don
Bosco
Een
15-jarige jongen in Turijn was stervende. Hij riep om Don Bosco maar de heilige
kon er niet op tijd geraken. Een andere priester nam de biecht af en de jongen
stierf. Wanneer Don Bosco terug in Turijn was, ging hij onmiddellijk naar de
jongen. Wanneer ze hem zeiden dat de jongen dood was, zei hij dat het maar "een
misverstand" was. Na een moment van gebed in de kamer van het dode kind,
riep Don Bosco plotseling uit: "Karel! Sta op!" Tot verbazing van al
de aanwezigen opende de jongen zijn ogen en zat recht. Toen hij Don Bosco zag
lichtten zijn ogen op.
"Vader,
ik zou nu in de Hel zijn!" snikte de jongen. "Twee weken geleden was
ik met een slechte metgezel die me deed zondigen en op mijn laatste biecht was
ik bang om alles te vertellen O, ik kom net uit een afschuwelijke droom! Ik
droomde dat ik op de rand stond van een grote vuurhaard omringd door duivels.
Ze stonden op het punt me in de vlammen te gooien toen een mooie Dame verscheen
en hen stopte. Er is nog hoop voor jou, Karel, vertelde ze mij. 'Je bent nog
niet veroordeeld!' Op dat moment hoorde ik dat je me riep. O Don Bosco! Wat een
vreugde je terug te zien! Wil je alsjeblieft mijn biecht horen?"
Na zijn
biecht gehoord te hebben, zei Don Bosco tot de jongen, "Karel, nu dat de
poorten van de Hemel zich openen voor jou, zou je liever naar daar gaan of bij
ons blijven?" De jongen kreeg tranen in de ogen. "Don Bosco",
zei hij, "ik zou liever naar de Hemel gaan." De rouwenden waren
verbaasd te zien hoe Karel terug in de kussens viel en zijn ogen sloot, en in
stilte stierf.
De Oude Generaal en de Graaf
In Rusland
waren een Graaf die de Militaire Gouverneur van Moskou was en de andere
Generaal, kort voor de militaire campagne tussen Napoleon en Rusland in 1812
bij elkaar en spotten over het bestaan van God, het leven na de dood en de Hel.
Ze maakten spottend een plechtige belofte: als er een Hel was zou de eerste
de andere ervan op de hoogte brengen. Een paar weken later vertrok de Generaal
naar het front. Op een morgen terwijl de Graaf nog in bed lag, verscheen de
Generaal plotseling voor hem, bleek en met zijn rechterhand op zijn borst en
verklaarde: "Wat gaan we nu doen? Er is een Hel en ik ben daar beland! Wat
gaan we nu doen?" Toen verdween hij. De Graaf rende naar zijn vrienden, en
legde uit wat er juist was gebeurd. Twee weken, kreeg hij te horen in Moskou
dat de Generaal was gestorven in de strijd- op dezelfde dag en op hetzelfde uur
dat hij verschenen was aan de Graaf. Hij had zijn woord gehouden: de Hel
bestaat.
De Jonge Edelman en Zijn Maîtresse
In Londen
gedurende de winter van 1847-1848 bevond zich een rijke jonge weduwe in een
onwettige relatie met een jonge Edelman. Op een nacht toen ze in slaap viel,
scheen een licht onder de deur. Tot haar verbazing ging de deur traag open en
zag ze de jonge Edelman. Hij nam haar linkerpols vast en siste : Er is een
Hel. De pijn aan haar pols was zo groot dat ze het bewustzijn verloor. Toen ze
bijkwam had ze een ernstige brandwonde. Ook het tapijt vertoonde brandplekken
waar zijn voetstappen waren geweest. De volgende dag vernam ze dat de man in
dronken toestand was gevonden en was gestorven in de armen van zijn dienaar. Ze
leefde de rest van haar leven met een litteken als herinnering.
De Jonge Hoeren
Rome,
1873. Een prostituee sterft op een nacht in het lokale hospitaal. Een van haar
medewerksters in het bordeel schreeuwt het uit en maakt de hele buurt wakker.
Waarom? Omdat haar vriendin in het hospitaal plotseling was verschenen in
vlammen en verklaarde dat ze verdoemd was! Bij dageraad verliet de arme vrouw
het bordeel. Het nieuws werd bekend in heel Rome. Maar zoals altijd luisterden
de wijzen en lachten de dwazen.
Openbaringen van de H. Teresa van Avila, Mystica,
en een van de Kerkleraars
"Terwijl
ik op een dag aan het bidden was, bevond ik mij, zonder te weten hoe, in de
Hel. Het was de Wil van OLHeer dat ik de plaats zou zien die de duivels hadden
voorbereid voor mij en die ik had verdiend door mijn zonden. Het duurde maar
een moment, maar het lijkt onmogelijk dat ik dit ooit zal vergeten zelfs al
leef ik lang.
"De
ingang leek een lange smalle weg te zijn, heel donker. De grond leek overspoeld
door water en het was modderig. Het was er smerig en er kwam een
allesdoordringende stank naar boven. Er zat allerlei ongedierte. Op het eind
was er een grot in de rots en ik werd erin opgesloten.
"Wat
ik toen voelde valt niet te beschrijven. Mijn lichamelijk lijden werd
ondraaglijk. Ik heb veel pijn gekend in mijn leven maar deze door satan waren niet
te beschrijven. Vooral toen ik zag dat er geen eind aan zou komen. Maar dit
lijden was niet te vergelijken met de angst in mijn ziel, een gevoel van
beklemming, en een acute pijn die gepaard ging met wanhoop en wreedheid. Het
was alsof mijn ziel zichzelf verscheurde. Ik kan dat innerlijke vuur of die
wanhoop niet beschrijven. Ze ging alle kwelling en pijn te boven. Ik kon niet
zien wat mij kwelde, maar ik voelde mij in brand staan en in stukken gereten.
Op die
plaats kon ik noch zitten noch neerliggen omdat er geen ruimte was. Ik werd in
deze holte geplaatst in de rots. Ik werd door de rots omgeven aan alle kanten.
Ik kon niet ademen. Er was geen licht, alleen een dikke duisternis. Ik begrijp
niet hoe het mogelijk is. Hoewel er geen licht was, kon ik toch alles dat pijn
veroorzaakte zien.
OLHeer
liet me op dat moment niet meer van de Hel zien. Maar nadien had ik een visioen
waarin ik de straf zag van bepaalde zonden. Ze waren afschuwelijk om naar te
kijken. Maar ik kon de pijn niet voelen. In het voorgaande visioen liet OLHeer
me werkelijk deze kwellingen voelen en de geestelijke pijn. Het was door de
grote barmhartigheid van OLHeer dat ik de pijn niet voelde. Maar Hij liet me de
plaatsen zien waar duivels het vlees verscheurden met roodgloeiende tangen.
Het was
dat visioen dat me vervulde met grote smart om zovele verloren zielen te zien,
vooral Lutheranen want ze waren ooit leden van de Kerk door het Doopsel en
ze gaven me het vurig verlangen naar de redding van zielen. Ik begrijp niet hoe
we zo kalm kunnen blijven als we zien dat Satan zovele zielen dagelijks
wegvoert
Beste
mede-Christenen, Vader Lombardi verklaarde in zijn publiek debat met de
Italiaanse leider van de Communisten Velio Spano in Cagliara op 4 december
1948: "Ik ben ontstelt door de gedachte als je zo verder doet, je
veroordeelt zult worden tot de Hel." Spano antwoordde, "Ik geloof
niet in de Hel." Vader Lombardi zei hierop, "Precies, en als je zo
verder doet zul je veroordeeld worden. Want om te voorkomen dat je veroordeeld
wordt moet je in de Hel geloven." De Hel is een realiteit dat gemakkelijk
vergeten raakt in deze goddeloze en apathische maatschappij. Een reden te meer
waarom we moeten vrezen voor onze redding en dat we alles in het werk moeten
stellen om een van de uitverkorenen te zijn. De H. Leonardus van Port Maurice
zei, "Om gered te worden voor de eeuwigheid, om niet vervloekt te zijn,
moet je alle inspanningen doen om het laatste te vermijden en te zorgen dat je
gered wordt." Laat je leven niet voorbijgaan voor het te laat is.
Richt je op het redden van je ziel met uitsluiting van alle andere dingen,
anders zul je je in het eeuwig vuur bevinden na je oordeel. O mijn Jezus,
vergeef ons onze zonden! Red ons van het vuur van de Hel!