Deel 2
: Mijn visioenen van het komende Universele Oordeel
Waarschuwing van de auteur: Vooraleer ik de beschrijving van
het visioen van het Universele Oordeel geef, wil ik de lezers eraan herinneren
dat dit visioen plaatsvond gedurende mijn lethargische slaap van negen dagen.
Dit visioen leek realistisch en zo beschrijf ik het. Deze slaap werd door een
machtige energie geïnspireerd, en toen ik wakker werd gedurende de droom,
besefte ik dat de episodes eerder werden uitgelegd door mijn metgezel die een
bewoner is van de Hemel. Ik wil mijn overtuigingen niet opdringen aan iemand,
maar ik geloof zeker dat hetgeen wat ik gezien heb staat te gebeuren. En als
mijn beschrijving ervoor zorgt dat iemand die twijfelt doet ontwaken, zal ik
oneindig gelukkig zijn te weten dat dit boek niet voor niets is geschreven.
1
Tekenen van het komende universele oordeel
Mijn metgezel keerde zich tot mij en zei dat het moment was
gekomen dat ik zou zien wat er ongetwijfeld zal gebeuren binnen een niet
nader bepaald aantal jaren. Na zijn woorden viel ik in een diepe slaap. Hoewel
ik reeds in een lethargische slaap was, sliep ik dieper. Gedurende deze slaap
was mijn metgezel opnieuw aanwezig en hij zei: De dag van het oordeel is
nabij, jij bent een levende getuige, kijk aandachtig en schrijf alles neer. Dat
zal er gebeuren in de dagen van het Universele Oordeel. De geest van het kwaad
zal het laatste sprankeltje geloof wegnemen van de mensheid, en hem vervullen
met nutteloze ijdelheden en hun gevoelens veranderen in harteloosheid. De
mensen zonder hoop zullen ontevreden zijn, geen vertrouwen in elkaar hebben, er
zal geen liefde zijn en degenen die de wereld regeren zullen omkomen. Kijk!
Ik zag een grote stad waarin er een grote oorlog plaatsvond.
De mensen vernietigden alles en doodden elkaar met meedogenloze haat. Opeens
weerklonk een verschrikkelijk gehuil, terwijl een grote aardbeving de aarde
deed beven. Er was veel tumult onder de mensen. Er woedde een heftige storm, de lucht was donker en al het lawaai
verstomde met het huilen van de wind. De mensen keken met verwarring naar de
grauwe lucht en ze werden stil met harten vol angst voor de verschrikkelijke
gebeurtenissen, terwijl de orkaan alles vernietigde in de straten en er
slachtoffers vielen. Het verschrikkelijke uur was aangebroken en veroorzaakte
angst in alle harten, terwijl de lucht rood werd als bloed, vol
bliksemschichten. Later verdween het rode kleur en zwarte wolken omhulden
alles. Een ondoordringbare duisternis viel neer, de sterren verloren hun licht.
Alles was mysterie en verschrikking.
Iedereen bleef bewegingsloos, de wind stopte en de
duisternis en de stilte waren beangstigen. Maar er was nog geen uur voorbij
toen de mensen vertrouwd waren met deze verstoorde natuur. Opnieuw hervatte het
leven op aarde zich. De restaurants, theaters en alle andere plaatsen van
amusement waren gevuld met wereldse menigten. Op de beurzen speculeerden ze
koortsachtig en vergaarden ze rijkdom om ze een uur later te verliezen. Overal
was er verdorvenheid, perversiteit en goddeloosheid. Enkel in de verlaten
kathedralen werden kerkelijke plechtigheden gehouden. Slachtoffers van ijdele
passies en bezigheden vergaten hun redding. In de straten was veel lawaai en
enkel in Gods tempels heerste een vrome en stille atmosfeer.
Plotseling kwam er een bliksemschicht en de hele lucht werd
gevuld met miljoenen vlammen, alles stond in brand. Elk gebouw brandde op alle
plaatsen. De vlammen stegen op en de hele wereld was in een immens vuur
gedompeld. De orkaan blies de mensen weg zoals veertjes. De mensen zochten
tevergeefs om hulp als de enorme vlammen en wind de kinderen uit hun moeders armen
rukten terwijl de moeders vol afschuw schreeuwden als hun kinderen in de wolken
werden gedragen. Ik zag Christus de kinderen meenemen naar de Hemel als ze
opstegen en niet meer konden gezien worden.
Het waren kinderen van elk ras en kleur en allen zongen
lofprijzingen tot God. Dan sloot Christus de poorten van de Hemel en een stroom
van bloed viel op de aarde. Rivieren en zeeën werden bedekt door schuimende
stromen van bloed die tegen alle boten en schepen beukten. Ze konden niet gered
worden. Paleizen en huizen stortten ineen in alle delen van de wereld en men
kon kreten om hulp horen. Uit de zee kwamen hoge golven die alle dijken,
bruggen en kades vernietigden. Alle mensen van alle continenten werden tezamen geblazen
door de orkaan en naar één plaats gebracht waar God zal neerdalen uit de Hemel
voor het Grote Oordeel.
Het grote onheil vermengde de mensen en hun taal niet.
Allen werden verzameld in aparte groepen en nationaliteiten, elk had zijn eigen
plaats.
2 De
wereld onmiddellijk vóór het oordeel
Op aarde viel er een grote stilte. Iedereen was vol
verwachting voor wat er zou komen. Degenen die reeds geloofden, waren ervan
overtuigd dat de dag van het oordeel was aangebroken. Temidden van de
duisternis, die neerdaalde op de hele aarde, verlichtte vuur de mensen als ze
zich in groepen verdeelden om te ontdekken wat elke persoon dacht en of ze de
enige mensen op aarde waren die op die manier moesten wachten, maar het was tevergeefs
omdat niemand het wist.
Er waren overal dieven die temidden van vernietigde winkels
de achtergelaten goederen doorzochten. De wijn vloeide als een rivier en het
vuur laaide op zoals een orkaan. Degenen die geen angst hadden voor God bleven
hun wellustig leven verderzetten. Overal konden de doordringende kreten,
gehuil, obsceniteiten en geweeklaag gehoord worden. Achteraan in een kathedraal
die in ruïnes was veranderd zong een dronken menigte wellustige goddeloze
liederen en jonge charlatans, die bijna naakt waren bewogen op hun ritme.
Goddeloosheid heerste overal, maar ze beseften geleidelijk aan hun lot. Allen
voelden iets mysterieus naderen temidden van zoveel dwaasheid, en werden opeens
somber. Enkel degenen die vroom en rechtvaardig waren in de ogen van God
beefden niet van schrik, maar waren vervuld van vreugde en opluchting. Dan
hoorde ik de stem van mijn metgezel zeggen : Waarom ben je zo somber? Ik ben
in de Hemel geweest al die tijd en daar is alles beschikt voor het opperste
moment van Christus Heilig Besluit. Nu zal je het grote mysterie zien. Vrees
niet, want dit is enkel een visioen en spoedig zal het daglicht de
angstaanjagende en donkere nacht verdrijven.
Intussen bleven de orgies voortduren over al de plaatsen
met geschreeuw van obsceniteiten en bewegende lichamen, gejoel en gehuil en
alle soorten lawaai van geïmproviseerde en gestolen instrumenten die allen
uitnodigden om te dansen. Dan weerklonk geruzie, godslasteringen, gelach en
gehuil. Er waren maar weinig mensen die zich realiseerden dat dit hun laatste
uur was. Plotseling blies een Boodschapper van de Allerhoogste de trompet.
Kom jullie allen, rechtvaardigen en verheug jullie, jullie
beloning is gekomen, en dan tot de anderen maar jullie, zondaars die jullie
leven hebben vergooid, weet dat het uur van jullie oordeel is gekomen.
Een huivering ging door hun hart en ze werden vervuld van
berouw en smart, maar helaas, het was te laat door hun gebrek aan geloof. Alle
ogen waren op de hemel gericht. De Aartsengel was majestatisch, verschrikkelijk
en beangstigend en het geschal van zijn trompet was nog hoorbaar en bracht alle
andere geluiden tot stilte. De dreigende Aartsengel verdween en de lucht leek
opgehangen aan de aarde. Een tweede Aartsengel verscheen en hield de Bijbel in
zijn handen en zei: Het is volbracht. Dan verscheen de derde Aartsengel en
tussen de twee eerste verscheen een doorschijnende kelk gevuld met kostbaar
bloed, het hoogtepunt van de heldere Dageraad. Het Verlossende Bloed van de
Redder van de mensheid. Toen de sluier werd opgetild, verdwenen alle twijfels.
Het is het grote mysterie van Gods Voorzienigheid nl. de liefde en verlossing
van de mensheid. Van de glansrijke Kelk ontsprongen drie schitterende stralen
in drie verschillende richtingen, en weinig mensen wisten wat het betekende.
De derde Aartsengel met de Bijbel stond aan de ene zijde en
de eerste Aartsengel met de trompet en uitgespreide vleugels zweefde erboven.
Plotseling weerklonk mysterieus in de harten van de mensen een mooie zachte
melodie. Ze kondigde de komst van Christus aan. Allen stonden te trillen.
Gezichten die heiligheid uitstraalden verschenen in de wolken. Het waren de
Heiligen die gekleed waren in schitterende gewaden die de zuivere lucht vulden.
Mooie lofzangen van liefde weerklonken. Lofprijzingen werden gezongen voor de
Heer, zo koninklijk, zacht en heilig en maar enkele harten werden verenigd in
deze geest. Hoog in de lucht verscheen het Heilig symbool van het Kruis, het
instrument van redding voor de rechtvaardigen, en eeuwige verdoemenis voor de
opstandelingen. Temidden van erbarmelijk gezucht, waren degenen die de moed
hadden om hun hoofd te buigen en hun oordeel af te wachten. De Engelenkoren,
zoals enkel zij kunnen zingen, omringden het schitterende Kruis. Wat een
prachtig zicht. Duizenden en duizenden vormden een groot wit aureool met het
geruis van hun vleugels toen ze de lofgezangen aanhieven.
Bij het weerklinken van de trompet, sloeg elk hart hevig
van schrik als de Cherubijnen glorie zongen voor de Allerhoogste, de God van
alle Schepping. De hemelse Koren verlichtten de hemelen, en de onsterfelijke
wereld daalde neer op de mensheid, om beetje bij beetje alle harten bewust te
maken. De smart ebde weg en het gezucht stopte. Plotseling hield het gezang op
samen met het geruis van de vleugels, zelfs de atmosfeer was in rusttoestand,
en opnieuw waren allen overmand door schrik. In deze verschrikkelijke stilte,
durfde niemand te ademen. Dan daalde Christus, Onze Heer, met luister neer in
glorie van de hemelen. Hij ontbrandde de harten van allen. Aanroepingen van God
weerklonken in alle talen, en éénstemmig kwamen nieuwe lofliederen op ieders
lippen. Christus onze Heer scheen luisterrijk als de zon hoog in de hemelen en
de lofliederen stegen op naar Hem als golven. Dan werden de goeden opgetild om
Christus in de lucht te ontmoeten en de verrezen doden zullen ons gezelschap
houden. (1 Tess. 4:17)
3
Verrijzenis uit de dood
Christus werd omringd door de universele glorie, terwijl de
mensen staarden naar zijn mooie, liefhebbende gelaat. Ze vergeleken het met de
vele afbeeldingen die ze hadden gekend in de wereld. Hun respons was er één van
grote liefde. Zijn gezicht was onnoembaar mooi en Zijn gouden stralenkrans
versierde de lucht met zijn heilige aanwezigheid.
De zielen van de doden drongen in de lichamen van hun
begraving en degenen zonder begraafplaats kregen het beeld van hun leven voor
ze stierven terug. De zeeën en oceanen gaven hun doden terug.
Christus gaf elk een jonger wezen zoals de liefkozing van
de zon in de lente leven geeft en energie aan de velden en tuinen. Hoe prachtig
is het als God de wereld in zijn open armen drukt. Op de uitdrukkelijke wil van
God wordt de hele mensheid terug tot leven gewekt van de lange slaap, zelfs als
het eeuwen geleden is. Kijkend naar Christus weenden ze van vreugde. De bergen,
heuvels en dalen waren volledig bedekt met de menigten, ze stonden zo dicht
bijeen dat niemand een stap kon bewegen. Wanneer ze de grandioze verschijning
zagen zongen ze allen mee met de hemelse koren. Lofliederen aan de opperste God
van het universum. Dank en lofprijzing aan de Verlosser van de mensheid,
vandaag is Christus met ons. Dan volgde er nog een stilte en Christus zei : Ik
ben hier vandaag bij jullie, zoals Ik beloofd heb, hoewel jullie Mij niet
verwachtten. Toen Hij een liefdevolle blik wierp op de menigten strekte Hij
zijn armen uit en openbaarde de wonden van de nagels in Zijn handen. Zijn stem
kwam over allen en Hij zei : IK ZAL JULLIE NAAR HET EEUWIGDUREND KONINKRIJK
VAN DE HEMEL LEIDEN IN NAAM VAN PURE LIEFDE.
De rechtvaardigen stegen op uit de menigten en vormden een
immens wit leger, elk op zijn eigen plaats en gingen naar de Hemel. De zondaars
snikten van tranen en godslasteringen en bogen hun hof en knielden neer voor
Christus. Ze waren zo talrijk, zon immense menigte en hun blinddoeken vielen
af in angst als ze wachtten op de Goddelijke Wil. Ik keek rond. Wat een
grandioos spektakel om naast de doden te staan. Ze hadden alle leeftijden en
nationaliteiten, maar er waren geen kinderen. Volgens hun dood werden ze
overgebracht naar hun voorziene bestemming. De immense menigte strekte zich uit
tot aan de horizon en leek te verrijzen uit de horizon. Christus in al Zijn
glorie stond stralend in het midden, degenen die het dichtst bij Hem waren, in
de binnenste cirkels keken stralend en gelukkig. Boven alles scheen de Kerk met
zijn drievoudige stralen. Mijn metgezel zei : Kijk naar al degenen die
verzameld zijn in de binnenste cirkels rond onze Heer, ze hebben dit meer
verdiend door hun daden en deugden. Er is geen behoefte aan een belijdenis,
omdat de almachtige en alwetende Heilige Geest elke heeft toegewezen aan zijn
plaats volgens zijn verdiensten. Hoe zuiverder en heiliger hun leven op aarde,
hoe dichter ze bij Christus zijn. Degenen die hun glorie bereikt hebben
herinneren zich niets van hun voorbije zonden, enkel hun liefde en overweging
van de Eeuwige God.
Nu wachten ze op de gerechtigheid van hun Schepper. De
zondaars zijn vastgeklonken aan hun plaats en benijden degenen die het dichtst
bij Christus zijn. Ze durven hun ogen niet op te slaan naar Hem die ze gedurende
hun leven op aarde hebben afgewezen. Dan sprak Jezus: Open jullie ogen, jullie
blinden van hart en overweeg voor de laatste keer wat jullie hebben verloren
voor alle eeuwigheid. Laat dit ingegrift zijn in jullie geheugen voor eeuwig en
altijd. Jullie behouden jullie ogen, stem en haar, terwijl jullie lichamen de
lelijkste vormen en onvolmaaktheden zullen aannemen volgens jullie boosaardige
neigingen. Hun tranen en geschreeuw waren nutteloos en als ik keek zag ik een
wolk hen bedekken en Christus was niet meer zichtbaar voor hen. Ik vroeg mijn
metgezel: Hoe konden al deze verschillende personen begrijpen wat onze Heer
tot hen zei? En hij antwoordde : Los van hun nationaliteit of moedertaal
begrepen ze allen wat gezegd werd. In het Koninkrijk van de Hemel herinnert
niemand zijn moedertaal, maar iedereen begrijpt één taal.
4
Christus kondigde het oordeel aan
Toen de menigten het zicht op Christus verloren, keek elke
persoon rond naar de persoon naast hem en herkende oude bekenden. Het was een
wonderbare scène van mensen van verschillende rassen uit verschillende streken
in de wereld die hun aardse gewaden en sierraden droegen. Ze waren jong en oud,
sommigen waren nog in de fleur van hun leven. De rijken droegen weelderige
gewaden. En er waren koningen, keizers, directeurs, gouverneurs, kapiteins,
soldaten, hovelingen, vrouwen van stand, boeren, dorpelingen, nonnen, broeders,
talrijke zakenmensen en bedelaars. De ministers met dienaars en priesters. De
zieken die bedekt waren met wonden samen met de gezonden. De mensen met bochels
en de lammen, en niemand onderscheidde hen omwille van hun mismaaktheid, maar
eerder om hun deugden. Dan zagen de menigten witte wolken die de apostelen en
de profeten openbaarden. Ze hadden wit haar en baarden. Vanuit de hemel kwamen
twee heiligen die gewaden droegen uit hun tijd en dood. De ene was groot en
mager met een naakte torso, half bedekt met lamshuiden. Zijn lange zwarte haar,
met een beetje grijs, kwam tot op zijn schouders.
Zijn flitsende ogen en majestatische houding was heel
impressionant. Hij hield in zijn hand een lange stok met vanboven een kruis. De
andere was een Heilige die fel vereerd was in de wereld om zijn heiligheid en
mirakels. Hij was gekleed in de gewaden va een Aartsbisschop en droeg een
mijter bezet met edelstenen, op zijn borst stond een gouden kruis gevormd van
diamanten. Juist naast hen, in een oceaan van licht verscheen de Koning der
Koningen, bij de twee Heiligen. Hij werd door allen toegejuicht met kreten van
overwinning en hij nam plaats temidden van de Heiligen. De Redder keerde zich
tot de mensen en hief Zijn stralende handen op in een zegen en zei : Gooi weg
wat je hebt vergaard op aarde, het is niets dan stof, jullie hebben het niet
nodig (Lucas 12:28). Richt jullie met vreugde op het nieuwe leven, waar er geen
onenigheid en oorlogen meer zijn. Leef zoals broeders zonder haat, slechtheid
en zonde. Van nu af zullen jullie gelukkig zijn, sereen en zacht als de
Engelen. Er zal geen dood meer zijn, geen ziekte, en geen scheiding van degenen
die je lief hebt.
Jullie zullen altijd bij jullie gelijken zijn. Degenen van
grotere perfectie zullen enkel gezien worden op grote Feestdagen. Van nu af zal
er geen mismaaktheid of ziekte meer zijn, de ouden zullen niet te onderscheiden
zijn van de jongeren, omdat jullie van dezelfde leeftijd zullen zijn zoals Ik
was bij mijn dood, 33 jaar. (Ef. 4:13)
En van dit moment af zullen jullie behouden blijven als
mijn erfenis, sinds jullie hebben gekozen om lief te hebben wat Ik liefheb.
De Verlosser hief Zijn armen op en een dikke wolk bedekte
alles en de aarde veranderde, hoewel niemand bewoog, was de vernieuwing van hun
gezichten en lichamen compleet. Ze waren vervuld van leven en vreugde en
wensten elkaar geluk. De zieken en ouderen konden nauwelijks zichzelf
herkennen. Er waren ontelbare Heiligen, hun lichamen werden omringd door een
stralende aura van vele kleuren. Ze waren allen gekleed in grote wapperende
gewaden, verschillend van deze van de wereld. Ze leken licht en zagen eruit als
doorzichtige figuren, terwijl hun blik op de Redder was gericht. Intussen zond
de Verlosser Zijn engelen om de Rechtvaardigen voor te gaan, door de lucht
zwevend in grote cirkels naar de Hemel. De zondaars bleven op aarde en in hun
nijd staarden ze naar de menigte die naar de Hemel vertrok.
5
Bemiddeling door de Maagd Maria en de Heiligen
Plotseling kon men van ver een groot gedonder horen. Een
schare boze geesten zo dik als een rode mist kwamen dichterbij en de zondaars
werden vervuld van schrik en begonnen te rennen, niet wetend waarheen. Ze
riepen om hulp en sloegen elkaar neer. Vanuit de tegengestelde richting
verscheen een enorme slang die bedekt was met stralende schubben, die duizenden
van angstige gezichten optilde. Het vertegenwoordigde de duistere krachten van
het kwaad die gevormd werden door zonden in de duistere regionen van de Hel.
Boosaardige demonen riepen, brulden en duwden de zondaars tegen de ogen van de
slang die hen doorboorde met stekels van zijn ogen. Vuur kwam uit zijn keel
evenals een verschrikkelijke stank en rook. Dit waren de eeuwige kwellingen
voor de zondaars van de aarde.
In een ogenblik, kwam onverwachte redding van boven. Witte
en mooie maagden omringden de Heilige Maagd en zongen harmonieus:
U bent onder ons, O beminnelijke Maagd, van geestelijke
schoonheid en liefde, glorievol, geprezen en gezegend bent U, Uw karakter is
van een oneindige geestelijke schoonheid, nooit eerder gekend. Uw Goddelijk
Kind omarmend, smeken wij U te luisteren naar onze droefheid. Bij Uw
tranenvloed aan de voet van het kruis, smeken wij U, ons niet in de steek te
laten, O Goddelijke Beschermster.
Deze verschijning vervulde de zondaars met hoop.
Dan naderde Zij haar Goddelijke Zoon en keek Hem triestig
aan en zei in Haar zachte stem : Vertel me, O Heer, waar zijn degenen waarvoor
ik om vergeving smeekte? Hier zijn ze, antwoordde Christus. De Engelen
riepen hun namen en de zondaars openden hun lippen, en reeds door verstomming
geslagen strekten ze hun armen uit naar Haar. En tot jullie, die mijn Moeder
liefhadden en Haar aanroepen hebben om Mijn Vergeving verleen Ik jullie
vergiffenis. Nauwelijks had Hij deze woorden gesproken wanneer degenen die
vergeving hadden gekregen ten Hemel stegen en een cirkel vormden rond de
prachtige Moeder van Christus, Haar gebaar volgend en knielend voor Haar
Goddelijke Zoon en Hem dankend.
Het gezicht van de Heilige Beschermster was stralend en
vreugdevol als ze opstegen naar de Hemel.
En de grote Profeet van het Christendom kwam naar voor en
zijn hoofd buigend voor de Verlosser bad hij: O Heer, U weet hoezeer ik zonde
en ondeugden veroordeelde gedurende mijn leven op aarde. Nu op deze dag van het
Laatste Oordeel smeek ik om vergeving door Uw milde barmhartigheid, voor
degenen die U beledigd hebben. Deze zondaars, die Uw Goddelijke Gerechtigheid
vrezen hebben smeekbeden gebeden, hebben mij op aarde vereert en zoeken nu Uw
vergeving en clementie.
De trillende Profeet richtte zich tot Christus die
antwoordde: Ze hielden zich niet aan Mijn Geboden en bewust van hun zonden
hebben ze zich tot u gericht om te vragen om redding, niettemin zijn die zondaars
vergeven door gebed. Volgend op deze verkondiging waren uitbundige kreten van
vreugde te horen. De vergeven zondaars stegen op ten Hemel. Dan viel de grote
Heilige op zijn knieën en smeekte om vergeving tot de Redder voor de zondaars
die Hem nooit hadden gekend en toch rechtvaardige en goede levens hadden
geleid. En Christus zei: Ja, het zal voor degenen zijn waarvoor je smeekt. Degenen
die het kwaad verwerpen en goede werken doen, beschuldig Ik niet dat ze de
kennis van het Doopsel niet kennen, toch zijn ze samen met Mij, zelfs al waren
ze afgescheiden van de Christenen. Aan hen allen verleen Ik vergiffenis. Dan
gingen een groot aantal van niet-Christen zielen die rechtvaardig en goed
hadden geleefd, naar de Hemel door de voorspraak van de grote Heilige.
En opnieuw, lichtte het gewelf van de Hemel op met het
beeld van de Maagd Maria, die rijkelijk was versierd, en boog met een droevige blik.
Wat wilt U nu vragen? vroeg de Zoon van God. En ze antwoordde: Ik kom
opnieuw om te smeken voor de kinderen van die moeders die rivieren van tranen
hebben gehuild voor hun eigen kinderen. En opnieuw werden een groot aantal
droevige gezichten verheugd als ze vergeven werden door hun moeders gebeden en
ten Hemel stegen.
Intussen omringden een stralende schare van Heiligen,
mannen en vrouwen Onze Heer met stalende gezichten, de ene na de andere
voorspraak vragend voor de zondaars die hadden gebeden tot hen en hun ziel
hadden toevertrouwd aan hen toen ze op aarde waren. Elke smeekbede werd in
aanmerking genomen en een grote menigte steeg onder lofgezang en lichtheid op
naar het Eeuwig Koninkrijk.
De eerst gekozen Apostelen kwamen naar voor en knielden
voor Christus om vergeving te vragen voor die zondaars die hen hadden aanroepen
toen ze op aarde waren. En Christus zei: Ik weiger deze genade niet aan mijn
eerst gekozenen en Hij keerde zich naar de zondaars die moedig de oude
gebruiken hadden gevolgd en toegewijd waren aan hun voorsprekers zei Hij: Ik
vergeef jullie omdat jullie het ware geloof hebben aanvaard. Na deze woorden
vertrokken degenen die de nieuwe religie hadden geloofd en aanvaard, onder
lofgezang naar de Hemel en volgden de 12 Apostelen.
In de heldere blauwe lucht, bleef onze Heer Jezus Christus,
stralend in een oneindig licht, toen Zijn Heilige Moeder huilend verscheen toen
ze de resterende zondaars zag. Ze richtte zich tot Haar Goddelijke Zoon met
trillende lippen. U die de Almachtige bent, vergeef ze allen. Ze weten dat U
rechtvaardig bent, en deze dag van Oordeel zou mooier zijn als het allemaal
vreugdevol zou zijn. Herinner de dag van Uw Verrijzenis, U vergaf zelfs degenen
in de diepste regionen van de Hel. Jezus zei: U oordeelt met de zachtheid van
Uw ziel, maar kunnen deze goddeloze rebellen naast de goeden en de
rechtvaardigen leven in het Paradijs, die Ik heb beloond? De Maagd was stil,
enkel haar gezicht smeekte om genade. Ze bleef heel stil, en toch smekend. En
haar Goddelijke Zoon gaf toe aan Zijn eerbiedwaardige Moeder en vergaf de minst
boosaardigen tussen de rebellen. Hij vertrok met Zijn Moeder naast Hem, gevolgd
door een immense spiraal van jubelende zielen zoals de zachte parfum van
wierook die van het altaar opstijgt met de stralende lucht recht naar de
horizon zoals enkel Christus en Zijn Heilige Moeder dat konden.
|