4
Satan beschrijft hoe hij de Antichrist zal zenden
De oude man met de witte baard was alleen gaan zitten, maar
ineens hoorde hij geweeklaag dat kwam van degenen die hij had verleid met zijn
valse leerstellingen. Zijn gezicht werd somber, de rimpels tussen zijn ogen
werden dieper en men kon hem diep zien nadenken over zijn zware misdaden die
hij leek te herinneren uit zijn verleden. Nu, als hij in wanhoop zich al
degenen voor de geest haalde die hij had weggelokt van de waarheid, goedheid en
de liefde van God, was zijn lijden onbeschrijflijk. Satan richtte zijn blik op
hem en de oude man keek naar hem met moed en onbezonnenheid. Hij keek recht
naar Satan en ging naar zijn troon en sprak Satan aan: Is dit werkelijk hoe je
bestaat? en Satan antwoordde: Ja, met een ironische grijnslach. De oude man
vervolgde: Waarom bevind je je altijd van eeuw tot eeuw in deze eeuwige
vlammen en ben je op verwaande wijze vijandig tegen het hele universum en kwel
je op wreedaardige wijze degenen die je hebben gediend met duivelse
boosaardigheid? Iedereen werd stil, niet wetend wat te verwachten. De oude man
vervolgde: Waarom toon je geen berouw en doe je niet het juiste. Waarom stop
je niet met je boosaardigheid en word je niet terug goed?
Zijn sombere blik afwendend antwoordde Satan: Omdat ik
vervloekt ben. Gedurende een korte pauze, terwijl Satan mijmerde, vervolgde de
oude man: Nu geloof ik niet alleen in je bestaan, maar ook dat je vervloekt
bent. Voor jou zijn alle sterren verduisterd, is er geen zon in de lucht. Je hebt
de aarde te schande gemaakt door de inwoners te verleiden tot zonde. Wat wil je
doen in de toekomst? Blijven vernietigen of iets beter en meer respectabel creëren?
Satans gezicht klaarde op met intense haat en hij mompelde
met een dreigende stem: Ik zal de Antichrist naar de aarde sturen, en voor
eeuwig zal ik tegen Hem vechten die mij vervloekte! De Antichrist? vroeg de
oude man verbaasd.
Ja, de Antichrist antwoordde Satan, die straalde van haat
als hij vervolgde: Er zal een tijd komen op een bepaalde plaats die ik reeds
heb aangeduid. Er zal een hoer komen die een dochter zal baren die meer pervers
is dan zij, die op haar beurt een andere hoer zal baren en zo voort voor
verschillende opeenvolgende generaties. In de laatste generatie zal er een
vrouw geboren worden die zo pervers is dat ze het onsterfelijke benadert. Van
deze zal hij voortkomen die de verdoemenis zal zijn van het hele menselijk ras.
Hij zal de Antichrist zijn. Niemand zal zijn vader kennen omdat hij zal verwekt
worden in een bovennatuurlijk dronken zijn. Op zijn geboorte zal ik bij hem
zijn. Zijn moeder zal vele ongewone en onbegrijpelijke tekenen gedurende haar
zwangerschap bemerken maar ik zal haar tot zwijgen brengen. Hij zal een man
zijn van buitengewone intelligentie en van cultuur. Wanneer hij volwassen is
zal hij een bevel ontvangen en hij zal aangemoedigd worden door mensen van zijn
keuze. Ik zal hem immense rijkdom schenken en daardoor zal hij groot en machtig
zijn. Gedurende een grote oorlog waarbij elke natie in de wereld zal betrokken
zijn, zal de Antichrist een eenvoudige officier zijn. Maar door zijn moed en
dapperheid zal hij in een korte tijd een briljante carrière uitbouwen en de
hoogste positie bereiken. Hij zal van overwinning naar overwinning gaan en hij
zal mateloos populair worden en hij zal de sympathie en het vertrouwen van de
hele wereld winnen. Geen wapens zullen hem ooit treffen. Alles, schepen,
vliegtuigen, legers enz. zullen overwinnen onder zijn orders. Ik zal hem de
macht geven over het water, het vuur en alle natuurelementen. Hij zal de
machten van al degenen die tegen hem zijn vernietigen en hen onderwerpen.
Hij zal monarchen, dictators en presidenten onttronen en
wie tegen hem is zal hij onderwerpen. Hij zal regeren over de wereld als de oppermachtige
heer. (H. Johannes 5:43: Maar Ik kwam in Mijn Vaders naam en niemand ontving Mij,
maar als een ander komt in zijn eigen naam zullen jullie hem ontvangen.) Ik
zal hem de macht geven om mirakels te bewerken op een zodanige manier dat
iedereen gelooft dat hij Christus zelf is. (2 Tess. 2:9-10: Hij zal komen, en
wanneer hij komt, met al Satans invloed om hem te helpen; zal er geen gebrek
aan macht zijn, of aan valse tekenen en wonderen en zijn boosaardigheid zal de
zielen bedriegen die verdoemd zijn. Ze zullen gestraft worden om niet in de
waarheid te geloven die hen zou gered hebben. Daarom laat God toe dat er onder
hen een bedrieglijke invloed heerst, zodat ze leugens geloven. Hij zal in het
oordeel al degenen eruit gooien die de waarheid niet hebben geloofd, en hun
plezier hadden in het slechte te doen.) Hoewel ze zijn werken niet kunnen
begrijpen, zal niemand hem durven bekritiseren, en zo zal ik door zijn daden
het hele menselijk ras in verwarring brengen door nieuwe concepten en nieuwe filosofieën
te introduceren die het Ware Geloof zullen tegenspreken. We zullen al de wetten
van moraliteit vernietigen en tezamen met spot, heiligschennis en godslastering
zullen we extreme veranderingen in nieuwe en vooruitstrevende ideeën teweeg
brengen. Dat zal ervoor zorgen dat mannen en vrouwen zullen verlangen naar de
meest geraffineerde verdorvenheid. We zullen ons verrijken in allerlei
goddeloosheid.
Gedurende de heerschappij van de Antichrist zullen mijn
trouwe dienaren zelfs niet denken dat al dit veroorzaakt is door demonen, die
de mensheid in verleiding zullen brengen om hun persoonlijkheid te verliezen en
niet langer controle te hebben over hun eigen instincten. Om die reden zal
goddeloosheid heersen en zullen we zeer hard moeten werken in deze periode,
omdat elke aanroeping in gebed die aan Jezus Christus gericht is een ziel zal
redden. Maar onze demonen zullen met veel meer inspanning aanvallen en met een
ruime voorsprong en we zullen een meedogenloos leven creëren en we zullen alle
mensen controleren en hen aanzetten om alles te vernietigen, vooral de tempels
en de kerken. We zullen alle lichten ter ere van de Almachtige uitdoven.
Wat heb ik een afkeer van degenen die bidden in kerken en
ik ben afkerig van Missen en liturgische gezangen. Gedurende mijn heerschappij
als Antichrist zal er enkel goddeloosheid en lijden zijn, zoals de wereld nog
nooit sedert zijn bestaan heeft gezien. Dan zullen de mensen in wanhoop om niet
te lijden, niet in waanzin te vervallen en geen vruchteloze hoop te koesteren,
God de schuld geven van alle gebeurtenissen. Dit zal het hoogtepunt zijn van al
mijn wensen. Dit zal mijn heerschappij zijn van eeuwige haat en goddeloosheid.
Zo bulderde Satan in zijn razernij.
De oude man fronste zijn voorhoofd als zijn ogen met een
vreemd licht schenen. Nooit, nooit zal je het begrijpen! zei hij tot Satan
met een impulsieve onstuimigheid, Nooit zal het kwade triomferen over het
Licht. Boosaardigheid zal het nooit winnen tegenover goedheid. Ik was dwaas
gedurende mijn leven maar nu geloof ik met heel mijn hart en ziel dat Jezus
Christus zal overwinnen en je zal verpletteren. Jij die de heerser bent van
deze duistere regionen.
Satan hoorde deze woorden, stond op en riep woedend: Voor
jouw onbezonnenheid, onverschrokkenheid en beledigende woorden in mijn bijzijn
en koninkrijk zal je de meest afschuwelijke martelingen moeten ondergaan die
ooit in de Hel waren. Maar weet dan mijn wetten, de duivelse wetten net
hetzelfde zijn als de wetten van God. Wat ik heb verteld zal gebeuren net zoals
ik heb voorspeld. Dan zei hij met een overweldigend gebaar naar de grote hal, Kijk
hoeveel zondaar er nu bijeen zijn. Na de komst van de Antichrist zal het aantal
vermenigvuldigd worden, er zullen er miljoenen zijn. Ik heb reeds nieuwe
martelingen uitgevonden die gepast zijn voor elke zondaar.
Op dit moment verscheen een duistere figuur bij de oude
man. Satan ging zitten. Ik zal je niet fysiek martelen op dit moment, maar ik
zal je terug naar de aarde sturen met een metgezel die je naar al de
bijeenkomsten brengt. Je zult luisteren naar hun heiligschennende
godslasteringen en hun dwalingen waar je zelf bent ingetrapt en je hebt pas nu
berouw. Je zult proberen ze om te praten en hen te overtuigen van de dwalingen
die je onder hen hebt verspreid . Doe je uiterste best doen om hen op het
rechte pad te krijgen, maar ze zullen niet naar je luisteren. Je zult geen
resultaten boeken. Dit zal je grootste berouw zijn. Je zult er voor een lange
periode heen gaan en wanneer je volledig gefaald hebt, zal ik je naar een
planeet sturen die bedekt is met een eeuwige zee, met in het midden een hoge
rots is. Onder die rots zal je de zondaars zien, mijn trouwe dienaars, jouw
ingewijden. Daar zal je hen voortdurend zien de Hel overspoelen, dank zij je
dwalingen. Ga! Hij strekte zijn hand majestatisch uit.
De oude man die vergezeld was door zijn duistere schaduw
keerde zich naar de uitgang met waardige en trage stappen en al de ogen waren
op hem gericht in deze duivelse zaal. Hij was nauwelijks vertrokken toen een
kleine en levendige demon op de troon van Satan klauterde en iets in zijn oor
fluisterde. Dan zei Satan: Ga maar verder. Onmiddellijk tuimelde de demon in
het zand van de arena en ging naar de groep zondaars die zich voor de troon
bevonden en hij riep de andere demonen die de zondaars in het midden van de
arena duwden met geroep en geschreeuw. Dan schoten ontelbare vlammen omhoog uit
de aarde. Duizenden gekleurde heldere bollen vlogen in de lucht. Het was
allemaal zo helder verlicht en mooi om te zien. De rest van de toeschouwers,
zondaars en demonen, lieten een oorverdovend geroep horen en schel gefluit als
een balletgroep van duizenden ballerinas de arena binnen gingen. Allen waren
hetzelfde gekleed in tutus, hun rug naakt en versierd met kransen van doornen,
die hen ondraaglijke pijn bezorgde bij elke beweging.
Droevig omringden ze Satans troon en voerden een plechtige
en oude dans uit, die zeer nauwkeurig werd uitgevoerd. Het was onmogelijk om de
betekenis van deze gecompliceerde passen te begrijpen. Op aarde waren ze
ballerinas die enkel leefden voor de pleziertjes van het leven. Ze vergaten
dat er een geestelijk en eeuwig leven is waar elkeen verantwoordelijk wordt
gesteld voor zijn zonden. Toen kwamen honderden ballerinas van een hogere
klasse, dit waren de allerbeste ballerinas die de wereld had voortgebracht. Ze
waren in de Hel omdat ze meer van de vrijheid hadden geprofiteerd en ze waren
van alle naties. Ze hadden zon droevige blikken die je zag in hun ogen en de
plooien rond hun mond, die een diepe bitterheid verborgen. Dat onthulde meer
dan woorden hoeveel ze leden. Ze hadden echter hun kunst niet vergeten. Ze
dansten en zweefden lichtjes en gracieus zoals hemelse verschijningen. Ze
raakten amper de vloer. Er was een duivels kabaal. Sommigen herinnerden zich
hun vroeger succes met hun hoofden omhoog en met trots, anderen weenden
daarentegen als ze dachten aan de goede tijden die voorgoed waren vervlogen.
Van tijd tot tijd vormden ze prachtige figuren voor de troon van hun duistere
heerser die toekeek met een boosaardige grijns zonder enige vreugde te tonen.
Zijn demonen toonden dezelfde houding. De zondaars keken uitgeput naar wat ze
zagen. Sommige zwakkere ballerinas vielen uitgeput temidden van de dans en
meedogenloze demonen sloegen in hun ontsierde gezichten. Ze knielden smekend om
medelijden, maar het was tevergeefs. Satan had geen medelijden met hen en bleef
dreigend kijken en grijnslachen, toen zijn demonen hen uit zijn zicht verdreef.
Ze weenden en hinkten weg. Satan riep luid: Er is geen vreugde, ik voel me
somber! Toen stond hij recht en sloeg met zijn enorme vleugels. Hij keek
dreigend rond hem met onheilspellende razernij. Hij fronste zijn gezicht.
Daarna kwamen insecten zoemend binnen om hem verstrooiing te brengen en hem te
vermaken. Daarna werden ze vervangen door een mooi koor maar Satan was
verzonken in sombere gedachten en lette niet op het gezang. Hij staarde in de
verte. Dan stond het koor recht, hopend op applaus door de verschrikkelijke Satan,
maar in de plaats doorboorden vurige pijlen hun borst. Toen kwamen er meer
ballerinas, tovenaars, clowns en acrobaten. Ze gaven hun beste komische en
verbazingwekkende optredens. Eén kleine clown met rood kroeshaar trok mijn
aandacht. Hij voerde een ingewikkelde act op en tuimelde neer met zijn
verwrongen gezicht. Dat veroorzaakte gelach, maar ik kon zijn tragisch
innerlijk lijden zien en ik voelde medelijden met hem, hij werd naar buiten
geleid samen met de rest door een grijze demon.
Er was geen vreugde, enkel schrik heerste er met het zingen
en dansen. Temidden van gesnik en geweeklaag was alles zo gewelddadig en
angstaanjagend. Dit hele vreemde spektakel was gemengd met verschrikkelijk
lijden. Plotseling verschenen vreemde doorzichtige schepsels met lichtgevende
groene ogen. Ze beten hier en daar de zondaars en zorgden ervoor dat ze
ondraaglijke pijn leden. De zaal was vervuld van hun geroep en lijden, maar het
was niet voldoende voor Satan. Satan wilde meer. Met een koninklijk gebaar van
zijn hand beval hij de demonen met de vlammen van zijn ogen en onmiddellijk
sprongen ze temidden van de zondaars en sloegen hen, mannen en vrouwen gelijk.
Ze moesten een frivole gekke dans doen. Alles was zo in licht gebaad dat het de
ogen verblindde. De vurige bollen kwamen neer op de menigte gekke dansers. Het
was zoals rood heet metaal dat op hun lichamen viel. Uit de aarde kwamen
vlammen omhoog die de zondaars omhulden, zoals slangen die rond hun lichamen kronkelen.
Ik werd verdoofd door het lawaai, en dan kwam uit een onzichtbare scheur in de
grote zaal zwavelwolken van rook die een dikke mist veroorzaakten. De lichten
gingen uit en ik hoorde een geritsel die me deed rillen. Het was Satan die zijn
gigantische vleugels had gespreid. Hij vloog over de hoofden van alle zondaars
en demonen in de groene dikke mist. Hij vloog hoog terwijl hij triomfantelijk
lachte en iets mompelde. Ik kon echter niet horen wat hij aan het zeggen was.
Uiteindelijk trok de dikke mist op en ik kon duidelijk zien
wat er gebeurde. De zondaars die opgehitst waren door extreme martelingen
keerden zich tegen de demonen en er volgde een verschrikkelijk gevecht. Maar de
meedogenloze demonen wonnen en de zondaars werden opnieuw geketend en gebonden,
terwijl de demonen verheugd waren en meedogenloos wraak namen op hun
gevangenen.
Dit is hoe Satan zijn jaarlijks feest viert. Mijn zicht was
weg en ik hoorde een verschrikkelijk gerommel in mijn hoofd, dan blies een
wervelwind mij uit de grot. Het was een onbekende kracht.
5 Hoe
ziet het Vagevuur eruit?
Ik weet niet hoe het gebeurd is, maar ik bevond mij
temidden van een vlakte, zonder bomen, maar hier en daar waren sommige vreemd
uitziende struiken en stenen die verschillend in grootte waren en overal
verspreid lagen. De lucht was betrokken net zoals de omgeving. Er waren geen
heuvels en geen rivieren, zo ver ik kon zien. Er waren geen vogels, dieren of
insecten. Er waren talrijke mensen aanwezig. Sommige slenterden, sommigen zaten
neer. Ze keken allen apathisch met een diepe nostalgie voor een langzame dood.
Elk van hen had een geheim verlangen. Ik herkende in al deze mensen een
bijzondere moed en verschillende melancholie. Ze zuchtten voor iets
onbereikbaars. Deze nostalgie was voor God. Er hing een doodse stilte over hen.
De atmosfeer was zeer heet, maar je kon er beter ademen dan in de Hel. Van tijd
tot tijd kwam er een windvlaag van frisse lucht over hen.
Plotseling zag ik een flauw licht boven en het werd mij
duidelijk dat dit licht van God kwam. Het verlichtte iedereen, zelfs degenen
die het verst verwijderd waren. O wat een oneindige vreugde en liefde dat op
elk gezicht van de lijdenden en verdrukten te zien was. Ze stonden allemaal
recht toen ze het licht overwogen met grote hoop. Ik begreep dat deze
lichtstraal de gebeden waren die geofferd werden voor de overleden zielen. Deze
gezegende lichtstraal duurde niet lang. Maar zelfs dat korte moment waren de arme
lijdende zielen vervuld van hoop. Toen werd alles terug donker. De arme zielen
bogen hun hoofd en rond hen waren er vreemde vuurtongen die uit de grond
kwamen.
Ik keek rond en toen verscheen mijn metgezel naast me. Hij
was sereen, vriendelijk en minzaam, zoals ik hem gewoonlijk zie. Impulsief viel
ik op mijn knieën, bevend van onverklaarbare vreugde en ik riep: Als je maar
eens wist hoeveel angst dat ik verdragen heb zonder jou! En hij zei: Ja, ik
weet alles, maar praat nu niet, wees stil en heb vertrouwen in mij, je
beschermer. Ik ben de hele tijd bij je geweest. Onthoud alles wat je hebt
gezien. Het moet nog gebeuren. Het is soms noodzakelijk dat je alleen bent,
zodat alles meer indruk op je maakt.
We zijn nu ver van de Hel en de verschrikkelijke
spektakels zullen je niet meer bang maken. En nu, antwoordde ik, Mag ik God
prijzen? Ja, je mag, antwoordde hij. O wat een angst voelde ik toen ik in
de Hel was. Hoe kan ik niet willen geloven wat ik werkelijk zag? Hij zei: Wat
je zag is een verschrikkelijke realiteit.
Toen verscheen er een Heilige die ik op het Laatste Oordeel
heb gezien. Hij droeg een mijter die met diamanten was bezet. Hij was anders
gekleed en zijn gezicht straalde van goedheid en genade. Hij boog naar een vrouw
die door droevige gedachten was gekweld, en met een liefdevolle stem zei hij: Houd
moed, mijn kind, ik ben gekomen om je te helpen. Hoorde je het gebed niet
gedurende de lichtstraal die over je kwam? Het was aan mij gericht ten gunste
van jou en je weet wie er bad voor jou. Als gevolg daarvan heeft de Heer me
toegestaan je te bevrijden. Kom en volg me naar je prachtige verblijfplaats in
het Paradijs. De ogen van de zondares werden vervuld van dankbaarheid en met
een laatste traan op haar wangen knielde ze voor hem en zegende zichzelf met
het Kruisteken en zei: Hoe barmhartig is Gods goedheid om mij te vergeven, een
miserabele zondares en de Heilige zegende haar en zei: Gods barmhartigheid is
oneindig. Hij begon op te stijgen en de vergeven zondares steeg op met hem,
zoals een kleine wolk die verdwijnt na de regen. Toen zag ik een gouden straal
van gebeden en een man die knielde met zijn oor tegen de grond omdat hij hoorde
dat zijn vrienden voor hem aan het bidden waren.
Daarna werden we naar de andere hemisfeer van de planeet
gevoerd en we zagen een doorzichtige zee van vuur. Dit vuur was zo vreemd dat
het niet kon vergeleken worden met enig vuur dat we op aarde kennen. Het maakt
een diepe indruk op mij. Ik zag hele rijen van boze geesten in de lucht vliegen
met de zielen van zondaars die rechtopstaand aan hun klauwen hingen. Sommige
vielen uit hun greep op de grond, niet wetend waarom. De demonen keerden weer
om naar hen te zoeken. Maar ze vonden ze niet en gingen dan weg om andere
slachtoffers te zoeken. Ik vroeg mijn metgezel wat dit betekende, en hij
antwoordde: Sommige van deze zielen die achtergelaten werden op de oppervlakte
van deze planeet zijn degenen die niet boosaardig genoeg zijn voor de Hel en
niet goed genoeg voor de Hemel. De demonen komen hier onmiddellijk van de aarde
op hun weg naar de Hel. Ze dragen de zielen van de zondaars, en ze zijn nog
niet dood en sommigen ontsnappen aan de Hel en worden achtergelaten op deze
planeet. Ik was verbaasd dat deze zielen niet beseften dat de boze geesten
over hun planeet vlogen. Ze konden ze zelfs niet zien. Ik hoorde geen
hartverscheurend geweeklaag of geschreeuw. Ze leden zelfs niet veel van het
vuur. Men kon enkel gezucht, verlangen en verdriet horen over hun voorbije
zonden in de hoop op Gods barmhartigheid.
We bleven over de mysterieuze planeet vliegen, waarvan de
ene helft gehuld was in een doorzichtig vuur, en de andere helft gedomineerd
was door verdriet. De grijze en dorre woestijn zorgde ervoor dat geen
sterveling hier zou willen zijn. Toen middenin een sereen en plechtig gezang,
zag ik de Heilige Maagd Maria komen, zo zuiver en helder, met een glimlach van
hemelse schoonheid, omringd door de Aartsengelen die lichte kostbare sluiers
droegen, wiens schitterend licht al de zielen zuiverden. Een zondaar die werd
bevrijd door Haar voorspraak verscheen voor Haar en Ze zei tot hem: Je ziel is
gezuiverd door de tranen van je moeder. Ik ben voor jou gekomen om je naar het
paradijs te leiden, waar God heerst in al Zijn Majesteit.
Mijn ziel begon te vibreren met kracht als ik Haar naderde.
Ik viel op mijn knieën, en alle vrees en verdriet vergetend, zei ik: O Heilige
Moeder, neem me met je mee. Ik mompelde in extase. Ze stemde toe, en ik
begreep al Haar woorden als Ze tot mij sprak: Wees kalm en slaap. Je zult
wakker worden in de heerschappij van eeuwige glorie. Ik sliep aan Haar voeten,
en ik droomde dat de engelen mijn ziel droegen van deze droevige plaats naar de
Hemel met gezangen en hymnen, naar het Hemelse Koninkrijk, waar de Heer
glorierijk en eeuwig heerst.
Deel 5
: Het prachtige Paradijs
Matt. 23:13: Wee jullie, schriftgeleerden en Farizeeërs,
jullie hypocrieten die de deur van het koninkrijk van de Hemel in het gezicht
van de mensen dichtdoen. Jullie zullen zelf niet binnengaan, maar jullie
versperren de ingang voor de anderen die dit wel willen.
Opmerkingen van de auteur: Vele mensen zeggen dat na de
dood er niets is. Geen geest, lichaam of zintuigen. Als het zo is, dan is er
duisternis in ons midden. Maar ik vond niets in de Heilige Bijbel, daarom roep
ik: Weg met dwalingen. Ik opende het Nieuwe Testament en voor mij stond in
Lucas 20:34-36: Jezus
sprak tot hen: 'De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk
gegeven, maar die waardig zijn gekeurd deel te krijgen aan de andere
wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten
huwelijk gegeven. Zij
kunnen immers niet meer sterven, omdat zij gelijk engelen zijn. En de engelen
hebben zoals we ze kennen lichamen en gezichten en werden door mensen gezien en
hebben gehoord dat ze spreken. Ik verwijs naar het Nieuwe Testament: H. Lucas
1:11-19 dat zegt: Er verscheen hem een engel des Heren, staande aan de
rechterkant van het wierookaltaar. Toen Zacharias hem zag, ontstelde hij en werd door vrees
bevangen. Maar de engel sprak tot hem: 'Vrees niet Zacharias, want uw
bede is verhoord; uw vrouw Elisabeth zal u een zoon schenken, die gij Johannes
moet noemen. Ge zult verheugd zijn en het uitjubelen en vele mensen zullen
zich over zijn geboorte verblijden. Hij zal groot
zijn in de ogen van de Heer; wijn of sterke drank zal hij niet drinken, en nog
in de schoot van zijn moeder zal hij meet de heilige Geest vervuld worden. Vele zonen van Israël zal hij terugbrengen tot de Heer, hun
God.
Hij zal voor Hem uitgaan met de geest en de kracht van Elia om de gezindheid
van de vaderen te doen terugkeren in de kinderen en de ongehoorzamen te brengen
tot de gesteltenis van de rechtvaardigen en zo voor de Heer een welbereid volk
te vormen.' Maar Zacharias zei tot de engel: 'Hoe kan ik dat weten? Ik
ben oud en ook mijn vrouw is reeds op jaren.' De engel antwoordde
hem: 'Ik ben Gabriël die voor Gods aangezicht staat, en ik ben gezonden om tot
u te spreken en u deze blijde boodschap aan te kondigen.
In hetzelfde hoofdstuk (v. 28) Een engel kwam en zei: Verheug u, Begenadigde,
de Heer is met u! Gezegend zijt gij onder alle vrouwen. En dezelfde engel
Gabriel kondigde de geboorte van Jezus aan terwijl de herders hun schapen
bewaakten. H. Lucas 2:9-12: Plotseling stond een engel des Heren voor hen en
zij werden omstraald door de glorie des Heren, zodat zij door grote vrees
werden bevangen. Maar de engel sprak tot hen: 'Vreest niet, want
zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele
volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad
van David. En dit zal voor u een teken zijn: gij zult het pasgeboren
kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.'
In Matt. 28:2-7: Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en
een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en
zette zich daarop neer. Hij straalde als een bliksemschicht en zijn
kleed was wit als sneeuw. De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het
leven scheen uit hen geweken. De engel sprak de vrouwen aan en
zei: Gij behoeft niet bevreesd te zijn; ik weet dat gij Jezus zoekt, de
gekruisigde. Hij is niet hier. Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft;
komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft. Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: Hij is verrezen
van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Dat
had ik u te zeggen.
De
vorm en de gestalte van Engelen zijn gekend. Ook de vorm en gestalte van mensen
die zijn gestorven en in de eeuwigheid zijn kunnen door twee apostelen
bevestigd worden. Mozes en Elia die met Jezus Christus zijn verschenen op de
Berg Tabor en die spraken met Hem van Zijn naderende dood in Jeruzalem. (Lucas
9:31) Daarom vragen mensen die beweren dat er na de dood geen leven is, wat is
de ziel? Na de dood is er nietswaar is het Paradijs? Het is op deze aarde
zeggen ze.
In
het Koninkrijk van Mijn Vader is er ruimte voor velen (Johannes 14:2). En tot
de dief die berouw toonde en gekruisigd was met Hem zei Hij: Voorwaar Ik zeg
u, deze dag nog zal je met Mij in het Paradijs zijn. (Lucas 23:43) In de
bergrede zei Hij: Gezegend zijn de armen van geest want het Koninkrijk van de
Hemel is van hen. (Matt. 5:3) Opnieuw sprak OLHeer. Hij had het over de ziel
en zei: Wat voor nut heeft het voor een mens de hele wereld te winnen als dit
ten koste gaat van het eigen leven?. En in de brieven van de H. Paulus aan de
Korintiers 5:35-36, ook 15:47-49. En zo lieve lezers, twijfelen jullie nog
altijd nadat jullie al deze getuigenissen gehoord hebben in de Heilige Schrift
dat de ziel niet bestaat?
|