Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    16-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn korte ervaring in de eeuwigheid en wat ik zag - deel 3

    Deel 3 : Tussen de sterren

    Na het Laatste Oordeel, wanneer Christus naar de Hemel opsteeg, werden de overblijvende boosaardige zondaars naar de Hel gedreven door de afschuwelijke geesten. De aarde was verwoest. We keken rond en waar eerst ze getooid was in een mooie natuur was ze nu een complete ruïne. Geen geluid, geen gezang van vogels, of geen lawaai van iets mechanisch weerklonk. Het lawaai van industrie, treinen, autos en vliegtuigen was gestopt. Nergens was er enig leven, juist een diepe stilte. We gingen een kasteel binnen dat een ruïne geworden was. Het was een prachtig kasteel geweest en nu waren enkel gebroken beelden en zuilen te zien, juwelen en geld waren verspreid. Mijn metgezel zei: “Boven, zijn geen van deze zaken noodzakelijk behalve de schoonheid van de ziel!” Toen zag ik miljoenen menselijke wezens, dieren en vogels, allen dood, opgestapeld de een op de ander, allen in staat van ontbinding en er was een enorme stank. We konden er niet langer blijven; toen stegen we op en verlieten de aarde.

    Op dat moment werd ik wakker. Ik had nog altijd de magnifieke visioenen van een tijdje geleden. Mijn metgezel was sereen en kalm. “Herinner je je waarover je juist gedroomd hebt?” “Ja” antwoordde ik, met een diepe innerlijke emotie. “Dan zal ik je de wonderen van de ruimte tonen.”

    Het was een stralende dag. We stegen langzaam op tot de aarde verdween in een donkere vlek. Plotseling nam een bovenmenselijke kracht ons op en draaiden we zo vlug rond dat ik draaierig werd. Ik trilde en in een kort moment bevonden we ons tussen de melkweg van sterren. “O Heer,” mompelde ik, “wat een snelle vlucht.” En mijn metgezel antwoordde: “Het zal zoals nu zijn als we van tijd tot tijd van de ene planeet naar de andere reizen.”

    De schittering van de zon verflauwde en alles rond ons had een vreemde straling die ons in staat stelde om alles te onderscheiden. Zo observeerden we alle sterren, maar niet met mensenogen, maar eerder met een geestelijk inzicht. Ik zag dat in plaats van willekeurig verspreid te zijn, de sterren zich netjes in groepen bevonden in de ruimte. Ik bemerkte ook een vurige damp rond sommige sterren die een immense hitte veroorzaakten. Sommige van de sterren hadden welbepaalde bewegingen, terwijl anderen onbeweeglijk bleven en klaar.

    Terwijl we langs deze grote prachtige planeten vlogen, zei mijn metgezel: “Zie, het hele universum! Zonder de almachtige geest van God zou niets van dit alles bestaan, noch wat we kunnen inbeelden. En de mens zal na zijn sterfelijk bestaan en zijn verblijf in de Hemel in staat zijn om de planeten te bezoeken op vreugdevolle feestdagen.” In de verte was er een zilveren bol, maar toen we de bol naderden werd de atmosfeer zeer koud. Woest en verlaten was zijn oppervlak en er groeide niets, het leek dood sinds mensenheugenis. De zeeën, de rivieren en meren, alles was bevroren met het hoogste waren piramiden van ijs.

    We rustten uit op een hoge bergtop en ik vroeg: “Smelten de sneeuw en het ijs hier?” “Nooit”, antwoordde hij, “het is de Wil van God dat alles hier eeuwig ijs is.” Rondom ons was alles desolaat. De schittering deed pijn aan mijn ogen in de droevige en stille tragedie zonder naam.

    Advies van de auteur: Sommige mensen zeggen: “Als God werkelijk barmhartig is zal Hij geen zielen van mensen martelen in de Hel voor alle eeuwigheid. Dikwijls hebben jullie, lieve lezers, deze woorden gezegd of gedacht, vergetend dat God Zelf neergedaald is vanuit de Hemel om zielen te redden van dit onheil. Hij kwam om ons de weg te tonen naar de glorierijke heerschappij van Zijn Koninkrijk met het Teken van het Kruis om Satan in verwarring te brengen. We moeten ons verder afvragen: “Waarom laat God het bestaan van Satan toe en waarom heeft Hij hem geschapen?”

    Men mag niet vergeten dat Satan werd geschapen als een zuivere Engel, die pas later zich afscheidde van God op zijn eigen initiatief. Als zuivere geest is hij onsterfelijk. Zo was ook de mens, toen hij geboren was zuiver en zonder zonde. Toen hij opgroeide verwijderde hij zich verder van Gods geboden en weigerde om Zijn wil te doen. Uit vrije wil werd hij goddeloos en rebels. Zo’n wezen moet onvermijdelijk na zijn dood gestraft worden. Het staat geschreven in Matt. 25:41 “Hij zal dan zeggen aan degenen die zich aan Zijn linkerhand bevinden, op hun beurt, ga weg van Mij, jullie die verdoemd zijn tot het eeuwig vuur dat geschapen was voor de duivel en zijn engelen.”

    Ondanks deze geïnspireerde woorden van het Evangelie, geloven de goddelozen niet in het bestaan van de Hel, in tegenstelling tot de leerstellingen van Jezus Christus, die aan de mens werden gegeven om de mensen te beschermen tegen het lijden van de Hel. Volgens sommige sceptici is dit martelaarschap niet eeuwig. Maar we herinneren ons het Evangelie volgens de Hebr. 1:8: “En wat over de Zoon? Uw troon, O Heer, is standvastig voor eeuwig en altijd. De scepter van Uw koningschap is een staf die waarlijk regeert.” En opnieuw in het Boek Openbaring 20:10 ‘Waar zullen het beest en de valse profeet gekweld worden dag en nacht in de eeuwigheid.’

    Deel 4 : De Hel

    De Hel is afschuwelijk! De scheiding van God is angstaanjagend en deze scheiding is een bewust en fysiek lijden. “De worm dat hen daar opeet zal nooit doodgaan, het vuur wordt nooit gedoofd.” (Marc. 9:48) En in het Evangelie van de H. Matteus kan men lezen: “Terwijl de eigen zonen van dat koninkrijk in de duisternis worden geworpen, waar er geween en tandengeknars zal zijn.” Van de H. Lucas 16:26: “Er is een wijde kloof tussen ons en u, zodat er geen mogelijkheid bestaat, zelfs als men het zou willen, van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen.” De H. Lucas 16:19-23: “Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feestvierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag.

    Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken. Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis. In de onderwereld ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens schoot.” Nergens in het Evangelie is er vermeld dat na de verrijzenis van Christus, een bepaalde transformatie plaatsvond in de Hel.

    1 Hoe demonen zondaars in de Hel kwellen

    Toen verlieten we de koude en bevroren planeet en waren we getransporteerd in de ruimte naar een andere schitterende planeet die een onbekend fenomeen voortbracht. Ik begreep niet waarom, maar ik was in de war. Als we naderbij kwamen, verblindde de schittering mijn ogen. Ik voelde het warmer en warmer worden tot het bijna ondraaglijk heet werd. Uiteindelijk kwamen we aan en stonden we op de top van een berg. Het had een brede en uitgestrekte horizon. We konden vulkanen zien die vuur spuwden in grote hoeveelheden. Zwarte rook en vuur kwamen uit de scheuren en een rode hete en witgloeiende lava kwam eruit. Van het midden van de aarde vloeide lichtgevend vloeibaar metaal naar beneden langs de zijden tot in de onderste valleien. We waren omringd door duisternis. Voor enige uren was er een schotelvormig hemels lichaam zichtbaar bedekt met een dikke sluier die een flauw licht gaf. Op een korte periode volgde een lange nacht.

    Men kon hier en daar kleine verlichte jets zien met buitengewone snelheid, en dan plotseling zien verdwijnen. Ik voelde mij zeer somber en teleurgesteld. Ik kon geen vegetatie zien behalve hier en daar droge struiken zonder bladeren, (ze hadden een vreemde vorm) in de kloven en valleien. Aan de andere kan zag ik modderige stromen die traag vloeiden. Vanuit elke ooghoek was alles donker en desolaat, het leek op een woestijn. Dan stak mijn metgezel zijn arm uit om naar een diepere ravijn te wijzen en hij zei: “Kijk,” Ik richtte mijn blik naar waar hij wees en ik zag gestalten die vlug bewogen in het midden van een bijna ondoordringbare duisternis. We daalden neer tot bij de ravijn tot we een rotsachtig punt bereikten.

    “Al deze mensen zijn zondaars,” zei mijn metgezel. “Nu moet je je tussen hen begeven, zonder mij. Als er iets zou gebeuren met je, zelfs al ben je bang, bid niet, want dan zal je ernstig gestraft worden. Wees wijs en aanroep Gods naam niet, omdat in deze streek je gebeden niet worden gehoord.” “Waarom, waarom nooit?” zei ik. “Ik begrijp niet hoe gebeden een hindernis kunnen zijn.” Mijn metgezel antwoordde: “De hindernis bestaat in de genade van God die niet in zondaars binnendringt, mensen op aarde kunnen bijvoorbeeld niet praten met anderen vanop afstand zonder de hulp van een telefoon of radio. Zo is het ook met gebed. Zonder de genade van de Heilige Geest kan gebed God niet bereiken.” Toen verdween hij ineens.

    Ik ging naar beneden om alles van dichtbij te gaan bekijken. De zondaars waren wild aan het dansen. Ze dansten wanhopig alsof ze niet konden stoppen. Demonen dreven de mannen, vrouwen en ouderen bijeen om nog meer te dansen. Toen dreven ze hen naar een open plaats. Degenen die moe waren werden geslagen en in een zeer modderige poel geworpen. Ik verliet deze scène en ging nog meer naar beneden tot op een vlakte. Daar zag ik een uitgestrekte en hete woestijn en ook het verschrikkelijk dansen van de arme zondaars, die geen moment stopten, terwijl ze tranen huilden. Toen ik dichterbij was bemerkte ik boze geesten die dansten onder hen, spottend en zonder ophouden wild schreeuwden.

    Ze dwongen de arme zielen te dansen en ze riepen “Wees blij, blijer.” Hoe verschrikkelijk boosaardig en machtig waren deze boze geesten! De arme zondaars waren hopeloos. Ze waren vastgebonden aan elkaar met doornen en werden geslagen, gestampt, en er werden stenen naar hen gegooid en dan werden ze in de brandende lava geduwd. Ze moesten hun mond openen tot op het punt dat ze scheurden en er werd brandende lava ingegoten. Ze waren verblind met grind dat in hun gezicht werd gegooid en ze werden geslagen om hen sneller te doen gaan op stenen die scherp waren als scheermesjes, en andere gruwelen die te verschrikkelijk zijn om te beschrijven.

    Deze boosaardige geesten sprongen op hun rug en trokken aan hun vuil samengeklit haar dat voor geen eeuwen was gewassen. Als iemand probeerde om zich los te maken van de demon die hij droeg, was die door een andere vervangen, die erger was dan de eerste. O, wat een ondraaglijk lijden! Soms toonden deze afschuwelijke demonen hen hun ouders en geliefden, die ook in de Hel waren, en ze toonden hen hun wandaden op aarde waarvoor ze leden, en op zo’n manier dat ze nog meer leden.

    Ik verliet deze vreselijke scène temidden van sarcastisch gejoel van de demonen in deze hete woestijn, om verder op zoek te gaan. Ik kwam in een vallei vol stenen, waar afwisselend een sterke tornado en wervelwind wolken stof bliezen, zelfs de stenen optilden. De boze geesten waren op een grote menigte van zondaars aan het jagen die nauwelijks menselijk leken. Ze waren extreem mager en hun armen bengelden langs hun lichaam. Op hun gezichten kon je onverklaarbaar lijden zien. Gemarteld door dorst, sleepten ze zich in stilte voort met het stof. Overal hing een verschrikkelijke stank met zwarte wolken van stof die alles bedekten. Sommige zondaars waren heftig aan het vechten, hoewel ze de verschrikkelijke straf wisten die ze zouden krijgen. Ze waren reeds onverschillig voor alles, wetend dat in de Hel er geen hoop meer is.

    Ik was niet in staat om de hete verschroeiende stoffige wind nog langer te verdragen, daarom ging ik nog dieper naar beneden en bereikte een modderige poel waar onaards uitziende wezens pletsten, peddelden en van de dorst het dikke stinkende water opslorpten. Het vervulde me met afschuw om deze arme zondaars voortduren gemarteld te zien door woeste en perverse demonen rond zich. Met veel schrik stapte ik temidden van de scherpe stenen en ik bereikte uiteindelijk een rotsachtige plaats en ik ging neerzitten. Ik hoopte gered te worden door mijn metgezel. Plotseling werd ik opgeschrikt door een geheimzinnig tumult. Het klonk niet ver weg. Ik spitste mijn oren en ik hoorde erbarmelijk gezucht en geweeklaag. Ik keerde mij om en daar, op de bodem van een grote kloof waren uitgestrekte uitgeputte zondaars met hun ogen gericht op de ondoordringbare duisternis. Ze klaagden: “Altijd de duistere nacht, wanneer zullen we ooit het licht zien? Is het mogelijk dat er nooit een dageraad aanbreekt?” Ze herinnerden zich de zon en de lente, en ook de mooie tijden wanneer ze luilekker in de zon lagen zonder zorgen in de wereld.

    Dit zette anderen ertoe aan ook zo te denken, hoe kort de tijd ook was dat ze konden weeklagen over wat er geweest was, dit verlichtte enigszins hun eeuwig lijden. Men kon ontdekken uit hun gesprek dat het verleden hen altijd was bijgebleven, en levend aanwezig was. Maar de boosaardige geesten stonden hen nooit een onderbreking van hun lijden toe. Plotseling, achter de grote rotsen brandde een grote rode vlam die ervoor zorgde dat ze geen rust kenden. In de Hel is er geen rust. Ik ben degene die graag rust en stilte om me heen heeft en ik zou het niet langer kunnen uithouden. Zo’n gruwelijke scènes. Ik ging verder en kwam op een donkere vlakte. Ik kwam terug de boze geesten tegen die het in de gaten hielden als iemand voorbij kwam om hen meedogenloos te slaan. Van tijd tot tijd verlichtten tongen van vuur de dreigende duisternis.

    Toen hoorde ik treurig en melancholisch zingen, en toen ik naderbij kwam zag ik een groep aan de andere kant van de rotsen met hun grijze en bleke gezichten. Hun magere armen zonder enige kracht, waren een enorme rots van verschillende ton aan het duwen. Het was een nutteloze taak, dat ze gedwongen waren uit te voeren. Op hun hoofden was er een onophoudelijke regen van brandende sintels die uit de donkere wolken van rook vielen. Ik had een verschrikkelijk verlangen om deze plaats van gruwel te ontvluchten. Daarna hoorde ik een geklaag dat van beneden de aarde kwam. Voor mij was er een grote muur en ik stapte voorzichtig naar beneden. De doordringende stank van zwavel en de hete wind die de brandende rode sintels naar boven joeg maakten het ademen bijna onmogelijk.

    Hier zag ik andere ongelukkige zondaars zich haasten op zoek naar een druppel water om hun brandende mond af te koelen. De afschuwelijke geesten dwongen hen om harder te rennen en als er iemand viel, werd hij ongenadig geslagen tot hij recht stond en de rest volgde. Toen ik deze meelijwekkende scène zag verscheen mijn metgezel voor mij met zijn onweerstaanbare en prachtige stem “Was je bang?” vroeg hij en alles wat ik kon zeggen was: “Het is verschrikkelijk.” Toen zei hij “We zullen deze plaats verlaten en de andere planeten bezoeken!” We stegen vlug omhoog.

    De atmosfeer werd heter toen we een fonkelende en verlichte ster naderden. Op deze bol hing er een zeer dikke nevel en was het bijna stikheet. Het was er niet beter. De demonen trokken de zondaars naar verfijnde martelingen. Er heerste overal chaos en onbeschrijflijk angstaanjagend uitziende insecten kwelden de arme zielen die probeerden zich te verberging in de rotsachtige diepe grotten. Van zodra ze er terug uit kwamen werden ze geslagen en nagejaagd naar de brandende vuurzee en ze schreeuwden “O dood, waar ben je? O vriendelijke dood, waar ben je?” Er is geen dood, maar wezenlijkheid. Eeuwige vreugde voor de goeden en vromen, maar een eeuwige kwelling voor de goddelozen.

    2 Een jaarlijkse viering van demonen als herdenking van Satan’s opstand tegen God

    Nadat we dit alles hadden gezien daalden we neer in een enorme groot met grote rotsen aan de opening, waaruit het meest angstaanjagende lawaai kwam en een afschuwelijke stank die van de bokken kwam. Er waren een paar bomen zonder bladeren en erboven vlogen onbekende monsters die het aanblik nog dreigender maakten. “Satan viert zijn jaarlijks feest vanavond. Onthoud wat je ziet”, zei mijn metgezel. Ik zag hoe de grotten langzaam open gingen. Vanbinnen rezen vuurtongen op. Demonen sleepten sommige zondaars naar buiten. Zij waren de meest gewelddadige op aarde. Satan gaf maar aan bepaalde zondaars het bevel om mee te doen terwijl anderen eeuwen moesten wachten om toegelaten te worden. Dit festival wordt één keer per jaar gevierd om de tijd te herdenken toen Satan, die voorheen een goede Aartsengel was, de onbezonnenheid had om God tegen te spreken en te revolteren tegen Hem.

    Het is een manier om hem te verstrooien van de martelingen van zijn somber hels koninkrijk. Maar niets tempert zijn hoogmoed als hij zich het verlies van de eeuwige gelukzaligheid van de Hemel herinnert. Een mooie vrouw werd door een ongekende kracht uit één van de grotten geworpen met haar armen uitgestrekt en haar haar in vlammen. Haar donkerblauwe ogen, zoals saffieren schenen met monsterlijke boosaardigheid. Haar brandend rood haar was opgestoken op haar hoofd in de vorm van een ei. Ze gleed voort zoals een slang en met haar hoofd aan de ene kant, verborg ze zichzelf achter een rots. Uit de vlammen kwam een andere vrouw. Ze stapte naar voor, haar haar was gitzwart, haar ogen waren als brandende kolen. Majestatisch en langzaam kwam ze naar de eerste vrouw, en legde haar hand op haar hoofd. De eerste vrouw was gehurkt bij de rots en trilde door het snikken. Ze bleef daar.

    Uit een andere brandende grot kwam een oude man met een bochel en met wit haar, baard en harige wenkbrauwen. Hij wandelde langzaam naar de twee vrouwen en ik was verbaasd at de boze geesten wegbleven van hem. Hij hief zijn hoofd en keek rond met een sterke wil en zijn ogen drukten een intelligentie uit die ver boven het normale was. Hij boog zijn hoofd in stilte met zijn witte baard die zijn hele borst bedekte. Later, kwam een cirkel van demonen, allen woest met gebalde vuisten naar voor, en sloegen een oudere man. Hij was kort, dik, kaal en nogal robuust. De boze geesten sloegen en stampten razend op hem en riepen naar hem: “Jij die in niets geloofde, jij die dacht dat het leven op aarde alles was, jij die je land ruïneerde en iedereen martelde en doodde die je wou. Je dacht dat je je niet moest verantwoorden.

    Nu zie je dat het zo niet was. Satan zelf zal voor jou het meest wrede lijden bedenken. Nu zullen we je naar hem brengen.” Toen werd hij in een grote grot geduwd waaruit luid geschreeuw weerklonk en veel lawaai. Ik richtte mijn blik op de ingang net als de zondaars. Een andere zondaar kwam naast de kale man staan. Hij was groter dan normaal, met een lang dun gezicht en een zeer fijne neus, zijn kaken hingen neer. Uit de grot kwam er een menigte van onaardse en afschuwelijk uitziende schepsels. Ze kronkelden en bewogen zich verwrongen voort, voortgedreven door slagen. De oude man hief zijn hoofd en huiverde, terwijl de andere twee zondaars minachtend hun rug keerden.

    Op dat moment hoorde ik een flauw geluid, dat steeds luider weerklonk. Het was het flapperen van vleugels. Een grote zwerm gevleugelde demonen vloog naar de zondaars. Ze werden allen in de lucht meegenomen voor een tijdje, en werden dan in de gapende grot gegooid. Rond ons werd het een woestijn. We liepen een tijdje en plotseling stonden we voor een hoge vuurzuil. Ik dacht dat deze lichtbron ons wat vrede zou brengen, en ons zou laten vergeten dat er geen rust en stilte is in de Hel. We zagen een afgrond waaruit zwavelwolken kwamen van rode en zwarte rook met nauwelijks te onderscheiden schaduwen die hier en daar sprongen als de demonen hen uitdaagden. “Nu zal je opnieuw op je eentje moeten gaan,” zei mijn metgezel. “Wees moedig, maar als er iets onverwachts zou gebeuren, ben ik in de buurt.” Met deze woorden verdween hij.

    3 Satan kondigde bijzondere kwellingen aan voor sommige grote zondaars

    Ik keek naar de zondaars die voortdurend in de vlammen brandden maar niet verteerd werden door de vlammen. Het vuur in de Hel brandt en martelt zonder het wezen te doden. Vanuit de verte hoorde ik een koor van bergbewoners die aan het zingen waren en vanuit de diepte verscheen er een gat met een rotsachtige trap die zeer diep en duister was. Beneden zag ik zwakke schijnsels van licht. Toen ik naar beneden ging werd het gezang luider. Het leken vele stemmen te zijn maar ze zongen vals. Het vuur werd helder en meer intens. Na een eindeloos lange afdaling kwam ik op een verlaten vlakte met fantastische rotsformaties. Er waren veel silhouetten te zien. Menselijk, maar ik kan het niet onder woorden brengen. Aan de voet van deze bergen waren doornige braamstruiken zoals tentakels.

    Aan de linkerkant was een bosje zwart mos dat leek te bewegen alsof het aan het ademen was. Dan was er een scheur te zien in de nabijheid waar wat licht door scheen. Ik ging op onderzoek en vond een andere mysterieuze afdaling, waar bijna geen einde aan kwam. Toen ik bleef de trap naar beneden gaan kwam ik bij een brede straat uit met op het einde een deur. Hier werd het gezang luider als ik dichterbij kwam, onderbroken door nu en dan verdovend geschreeuw. Ik liep vlug naar het licht. Ik kwam in een immense hal met honderden deuren. In het midden was er een grote arena, zoals een circus. In het midden stond een prachtige troon, maar zeer donker en somber, met een zwarte koepel en wat leek op metalen platen aan het plafond. Rond de troon, bevonden zich luidruchtige onbeschrijflijk lelijke onmenselijke duivelse schepsels. Errond bevond zich een groot amfitheater voor de immense bijeenkomst van zondaars die keken naar de troon in de arena. Er waren ook grote zuilen van licht die de duistere omgeving verlichtten.

    Aan de linkerkant van de zwarte troon, half leunend aan de voet van de troon, zat een zeer mooie vrouw met glanzend koperrood haar. Ze was tenger en haar schoonheid leek op een standbeeld dat gecreëerd was door een kunstenaar. Aan de rechterkant van de troon was een ander vrouw met zwart haar en een trots voorkomen, haar donker haar leek op de zwarte troon, terwijl haar ogen leken vlammen van haat en boosaardigheid te zijn en ze keek minachtend naar de duizenden ogen die op haar gericht waren. Ze leek niet op een standbeeld maar was de beeltenis van een vrouw van koninklijke bloede gecreëerd door een onsterfelijke kunstenaar. Ik herkende de vrouw die uit de groten werd getrokken van de grotten voor het festival van Satan. De voorzijde van het amfitheater was gevuld met zondaars, geen normale zondaars, maar degenen die hun bestaan hadden bezoedeld met de meest verfoeilijke zonden, er was geen onderscheid van rang omdat hun zonden hen gelijkwaardig maakten.

    Ik zal ook de weerzinwekkende kale man en zijn discipel, die een typische Pool was en een echt menselijk beest. Dan was er de oude witharige man met de baard die uiterst bedroefd keek. Het leek alsof hij zich de woorden van het Evangelie herinnerde “Let op voor degenen die de kleinen aanstoot geven, het ware beter dat ze een molensteen rond hun nek hingen en in de zee geworpen werden.” En het leek dat enkel nu in de Hel deze woorden tot hun recht kwamen. Plotseling was er een grote aardbeving, gevolgd door bliksem en donder die de zuilen van licht meer glans gaven. Temidden van geweeklaag, gegrom en geklap van de demonen, en hun bloeddorstig geschreeuw, verscheen plotseling Satan, die het geschreeuw met een boosaardige glimlach aanzag.

    Voor de troon en temidden de vele rijen van zondaars, waren er degenen die zware zonden hadden gepleegd, beroemd waren en grote geleerden. Maar er was geen onderscheid in de Hel en ze trilden net als de anderen als alle ogen gericht waren op Satan. Satan stopte met glimlachen en ik vroeg mij af of hij menselijk leek. Hij was menselijk, en tegelijkertijd compleet anders en mysterieus. Zijn hele gezicht toonde zijn onafhankelijkheid en kracht, maar zijn gezicht was op geen enkel manier te vergelijken met iets. Hij was als een gigantisch standbeeld, gebruind en hij had een kromme neus tussen twee grote zwarte ogen die helder waren en vurig waren onder zijn dunne schuingebogen wenkbrauwen.

    Streng en gemeen ging hij in stilte op zijn troon zitten met op de top een rode vijfpuntige ster. Hij zal bewegingsloos zoals een bronzen standbeeld met zijn hoge vleugels die uitgespreid leken op zwart fluweel. Ze waren achteraan op zijn rug. Zijn neergeslagen mooie oogleden verborgen zijn ogen, maar zijn klassiek profiel verraadde zijn gekwelde gedachten. Op deze verjaardag die duizenden jaren was geleden, toen God Satan strafte door Hem uit de Hemel te verdrijven, was zijn uitdrukking vol kwelling. Hij herinnerde zichzelf als een goede Aartsengel  en een diepe frons kruiste zijn voorhoofd, terwijl zijn vleugels langzaam dichtvouwden achter hem, zoals een vlag na een storm. Dan hief Satan zijn oogleden op en ik zag zijn dreigende blik, van oceanen van boosaardigheid en haat als hij zijn ogen richtte op de menigte van toeschouwers. Wat een blik! Wat een perverse haat! Hij stond dan met zijn gigantische grootte recht, vol haat en trouweloosheid in zijn mysterieus wezen van zonde en goddeloosheid. Van alle hoeken heerste er stilte. Satan begon zijn speech die alle hoeken van de grote zaal bereikte.

    “Ik ben gekomen om jullie grotere kwellingen aan te kondigen” zei hij, met haat in zijn bulderende stem die elk oor verdoofde. “Ik zal jullie zo laten lijden dat wat voorbij is als niets leek en elk jaar zal het strenger zijn en eeuwig.” Opnieuw, waren zijn grote vleugels uitgespreid. Hoe immens schrikaanjagend was de grote Satan!

    Al de demonen die hem hoorden lachten en jouwden als ze meer pijn en martelingen werden beloofd. Maar de arme zondaars, die deze aankondiging hoorden zaten ineengedoken van angst en geweeklaag. De vlammen kwamen zoals een stortvloed van bloedrode kleur en zelfs de vijfpuntige ster was rood met al de rest. Satan ging opnieuw zitten en ik zag een menigte van boze geesten zich naar de mooie vrouw met het zwarte haar richten, en deden haar opstaan, wat ze deed met de woestheid van een gewond dier. Haar ogen waren vol haat maar ze veranderde plotseling haar uitdrukking als ze voor Satans troon liep, haar heupen wiegend en haar borsten vooruit met een gratieuze beweging  en persoonlijke charme.

    Satan lachte spottend en minachtend en zei tot haar: “Op aarde verleidde en onderwierp je mannen met je stem, je uiterlijk en je betovering en je gaf hen al het genot dat ze in je zochten, en boden je gouden juwelen en zelfs macht aan. Je zong voor hen zoals geen andere vrouw kon zingen voor hen en je gaf hen zoveel plezier. Je verkwanselde goud en rijkdom zonder een gedachte en je ging prat op je kortstondige schoonheid en glorie terwijl levend in prachtige paleizen. Je veroverde degenen waarop je je gedachten had gezet, en doodde degenen die je beu was zonder medelijden.”

    Met een gebaar van zijn grote handen, riep Satan de meest walgelijke van zijn demonen en zei : “Neem haar, streel haar zoveel je wilt.” En tot de vrouw zei hij: “Ga met hem, ik heb je niet nodig, maar ik zou het gevoel van je liefdevolle kus nog een keer willen hebben. Want dit hier zijn mijn voeten.” En Satan lachte met bittere haat, “Nooit” Zelfs met haar boze gedrag was ze mooi. “Nooit?” antwoordde Satan, die razend kwaad was. “Weet je niet dat mijn wil de grootste trots overwint?” Nadat hij deze woorden had gezegd droegen de boze geesten haar weg en wierpen haar aan de voeten van Satan en dwongen haar om ze te kussen, en dan namen ze haar mee naar het vuur en duwden haar ertegen. Ze was zwart gebrand van de ondraaglijke hitte en haar rebels ogen waren met haat gericht op Satan. Intussen knepen de andere demonen die rond de toon zaten de twee zondaars met een slechte reputatie, de kale en de Pool. Ze dwongen hen op hun knieën voor de voeten van Satan. Hij keek naar hen met schrikwekkende wreedheid.

    Satan zei: “Zie je de grote bijeenkomst van zondaars rond mijn troon? Voor ons zal jullie criminele leven herop gevoerd worden en het geeft me plezier op mijn feestdag. Satan gaf een teken en alles werd duister. Toen verscheen een scherm en allen zagen een grote oorlog. Men hoorde de explosie van bommen, het fluitend geluid van projectielen en het gekletter van machinegeweren. Generaals en officieren leidden hun troepen in de oorlog met moed. En daar was de kale zondaar. Satan bulderde: “Nu kunnen jullie allen zien de ontelbare misdaden die hij heeft gepleegd.” De scène veranderde plotseling maar het lawaai van de oorlog kon nog altijd gehoord worden. Op het scherm werd een open ruimte getoond voor een paleis dat gebouwd was met rode bakstenen en in het midden stond een zuil met bovenaan een standbeeld van een engel. Het hele plein stond vol mensen die het paleis bestormden.

    Dan werd de binnenkant van het paleis getoond. Het was prachtig en sereen. De relschoppers drongen het paleis binnen. Eén van de deuren werd bewaakt door jonge vrouwen die in wapenuitrusting gekleed waren en pistolen droegen. Ze vochten met enorme moed en verdedigden hun heersers binnenin. Meedogenloze mannen in uniform, zowel van de marine als het leger, droegen rode banden en gordels om hun rang te tonen. Ze drongen het paleis binnen en met verschrikkelijke godslasteringen namen ze de geweren uit de handen van de dappere jonge bewaaksters, en vergrepen zich aan hen al schreeuwend in een orgie: “Lang leve de vrijheid, lang leve onze chef.”

    Bij het zien van al deze gruwel en het horen van het bloedstollend geschreeuw, weende de kale zondaar aan de voeten van Satan. Dan kwam de duisternis op het scherm en de scène veranderde. Nu werd er een groep gevangenen getoond waaronder zich een dame van adel bevond, gevolgd door jonge meisjes die zich voor een man bevonden die op een stoel zat met een jonge kerel van ongeveer 14 jaar op zijn schoot. Hij droeg een legerkledij en hoge lederen botten. Zijn zachte, vriendelijke dromerige blik herinnerde mij eraan dat ik hem eerder had gezien. Ik herkende hem als mijn Keizer. Dan verdween deze scène uit het zicht. Dan werd op het scherm een zeer arme vrouw getoond, die zo dun was als een skelet. Ze stond in een arbeiderswoning met samengeklit haar en krankzinnigheid in haar ogen.

    Ze was iets aan het zoeken met bevende handen, toen er plotseling een baby begon te huilen in een wieg en de vrouw tilde de baby op en was wreedaardig aan het lachen. Ze wurgde de baby en gooide de dode baby in een kokende pot op het vuur. Ik was beangstigd door deze gruwelijke scène, maar ik realiseerde mij dat ze een kannibaal geworden was toen de hongersnood Rusland in zijn greep had.

    Deze gruwelijke scène werd gevolgd door een andere, die me eraan deed herinneren aan wat ik voordien gezien had in de Hel. Jonge en oude mijnwerkers, met droevige ogen werden tot onmenselijk zwaar werk gedwongen door wrede robuuste beestachtige bewakers die hen sloegen. Opnieuw realiseerde ik mij dat deze de beste officieren en kapiteins waren uit het Russische leger die streng werden gestraft voor hun grote patriottische liefde voor hun land. Dan verdween ook deze scène.

    Satan zat intussen op zijn troon, terwijl de kale zondaar, beefde van schrik en onverstaanbare nonsens aan het mompelen was. “Heb je gezien wat je deed gedurende je leven op aarde?” zei Satan, en de zondaar antwoordde met een lage stem “Ik heb het gezien.”. Satan schreeuwde woedend “Sla hem en houd hem dicht bij mij zodat we zijn handlangers kunnen zoeken”. Daarop tilden de demonen hem op en wierpen hem aan Satan’s voeten, die onmiddellijk hem stampen gaf. Dan keerde hij zich naar de Poolse man, die zijn ogen had gesloten. Satan riep hem “Kijk. Ik zal je een scène tonen om je te herinneren aan je daden.” Toen projecteerde hij een lange brede weg die geen einde leek te hebben op het scherm.

    Langs deze weg kwamen duizenden mannen, vrouwen en kinderen van alle lagen uit de maatschappij, waaronder bisschoppen, priesters, nonnen, generaals, professors en jonge officieren. Ze liepen zeer langzaam samen met arbeiders, soldaten en boeren. Sommigen hadden touwen rond hun nek en al deze martelaren liepen in stilte naar een onbekende bestemming. Plotseling gebeurde er iets buitengewoons. Al deze droevig kijkende mensen veranderden en gingen over in lichte geesten die elk een brandende kaars vasthielden. Een blauw licht omhulde hen en hun gezichten straalden geluk uit en hun lichamen werden lichtgevend. De hele weg werd bedekt met mooie buitengewone bloemen en deze tien duizenden zielen, strekten hun armen uit en werden naar de hemelse lichten boven hen geleid. De scène verdween en Satan schreeuwde: “Dit alles geschiedde door jouw handen. De martelingen en het lijden die je toebracht waren het middel waardoor ze naar de Hemel gingen. Terwijl je ze niet had gedood, zouden er velen in mijn koninkrijk gekomen zijn. Daarvoor zal ik mijn wraak op je uitwerken.”

    Voor de troon verscheen een weerzinwekkend monster met talrijke tentakels, die in alle richtingen grepen. Ze grepen de kale zondaar en zijn Poolse handlanger vast zoals een grote meedogenloze spin die een kleine aanvalt. Ze verdwenen allen uit het zicht. De andere zondaars waren angstig aan het wachten op hun vonnis. Spontaan kwam de mooie vrouw met het glanzende koperkleurige haar voor de troon van Satan staan. Ze gooide haar hoofd naar achter. Ze keek naar hem met ogen die een vurige smeking uitstraalden. Satan, die vol boosaardige ironie naar haar keek, zei: “Ik ken je verleden, je was een beroemde hoer, wiens schoonheid en intelligentie jong en oud aantrok, zonder onderscheid.

    Je was rijk in je paleis waar de meest befaamde aristocratie van je tijd vertoefde. Je leefde enkel voor materiële welstand en comfort. Je enige bezigheid was mannen verleiden met je boosaardigheid, hun levens verwoesten en hen onderwerpen als je slaven. Dit was je enige zorg. Je was sluw als een vos. Je uitspattingen, grilligheid en vernietiging van vele levens waren je grootste plezier. Maar helaas, nu zal je voor je zonden kruipen op je buik als een slang. Demonen zullen je eeuwig kwellen, nooit zal je in staat zijn te revolteren of te klagen.” “Wees mij genadig” schreeuwde ze met uitgestrekte armen als ze voor de voeten van Satan neerlag. Hij lachte spottend en beval een menigte van demonen om haar weg te voeren. Hij schiep er genoegen in haar te zien lijden.


      

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs