Het lijden van Jezus : deel 1 : maaltijd in Betanië tot en met voetwassing
De successtory van het lijden van Jezus :
Het verhaal heb ik in rollen en gesprekken verdeeld om het verhaal echter te doen lijken. Het verhaal is gebaseerd op de visioenen van Anna Katarina Emmerich.
Jezus
Hij was groot en recht (1,80 m volgens de Lijkwade van
Turijn) en had een hoge, brede borst met sterkgespierde armen. Hij had lange
benen die gespierd waren door het vele rondtrekken. Hij had een lang,
ovaalvormig hoofd en rood-bruin haar. Zijn gezichtstrekken waren mooi en
indrukwekkend. Hij had een recht voorhoofd en een mooi gevormde neus en mond.
Hij had een ontwapenende blik en Zijn ogen waren straalden onschuld uit. Zelfs
zijn vijanden keken Hem met genoegen aan. Hij droeg zijn haar altijd met een
middenstreep. Het kwam tot in de nek. Zijn baard was niet lang maar puntig en
op zijn kin in twee gesplitst. Hij had een doordringende en beminnelijke
tenorstem.
Maaltijd in Betanië
Jezus en zijn leerlingen hielden hun laatste grote
maaltijd in Betanië, in het huis van Simon die door Jezus van zijn melaatsheid
werd genezen. Daar kwam Maria Magdalena terug naar Hem toe. Ze had een albasten
flesje kostbare nardusbalsem bij. Ze brak het flesje en goot het over zijn
hoofd leeg, terwijl Hij aan tafel aanlag. Ze zalfde Hem en uitte zo haar diepe
verering voor Jezus.
Leerlingen :
Waar was die verspilling van die balsem nu goed voor ? Want die had voor meer
dan driehonderd denariën kunnen verkocht worden. Dat geld kon aan de armen
gegeven worden.
Jezus
: Laat ze toch doen ! Waarom maken jullie het haar lastig ? Ze heeft een goed
werk aan Mij gedaan. Want de arme mensen blijven hier en je kunt voor hen
voortdurend iets goeds doen, maar Ik zal hier niet altijd blijven. Ze heeft
gedaan wat ze kon. Want toen ze die balsem over mijn lichaam goot, heeft ze
mijn lichaam gezalfd met het oog op mijn begrafenis. Ik verzeker jullie, waar
deze goede boodschap verkondigd wordt, daar zal men ook vertellen wat zij
gedaan heeft.
Daarna werd de voorbereiding op het paasmaal besproken
:
Leerlingen
: Heer, waar wilt U dat wij het paasmaal U voorbereiden ?
Jezus
(tegen Petrus en Joannes) : Bij het beklimmen van de berg Sion (Jeruzalem)
zullen jullie een man met een waterkruik ontmoeten. Jullie moeten hem volgen
tot in het huis waar het maal gepland is en hem zeggen : De Meester laat u
weten dat Zijn tijd nabij is; Hij verlangt het paasmaal bij U te houden. Daarna
zal hij jullie de eetzaal tonen, die tot dit doel is voorzien. Breng daar al
het nodige in gereedheid.
Judas Iskariot , een van de twaalf leerlingen, had
zich geërgerd aan de zalving van Jezus. Hij ging naar Jeruzalem om met de
hogepriesters over de uitlevering van Jezus te onderhandelen. Ze gaven hem
dertig zilverstukken. Van dan af zocht hij een gunstig moment om Hem in de
handen van de hogepriesters over te leveren.
Voorbereiding op het paasmaal
De apostelen gingen in Jeruzalem de Sionberg op. Daar
was een oud gebouw gelegen, dat door een binnenplein was omgeven. Daar vonden
ze de man en ze gaven hem Jezus boodschap door. Het gebouw of Cenakel was
eigendom van Jozef van Arimatea en Nikodemus. Zij verhuurden dit gebouw voor
feestgelegenheden. De zaal was gereserveerd door de man, maar hij wist nog niet
voor wie. Hij was verheugd toen hij vernam dat het voor de Heer was. De man,
Heli, was een vriend van Jezus. Hij liet de apostelen het feesthuis zien. Het
zag eruit als een tempel en bestond uit drie delen : de voorzaal, middenzaal en
het allerheiligste met een haard. In de haard konden paaslammeren gebraad en paasbroden
gebakken worden. Bovendien was er een bovenzaal en een benedenzaal. Jezus hield
het maal in de bovenzaal.
Daarna gingen de apostelen naar een zoon van Simeon.
Hij was een tempelbediende of leviet. Samen gingen ze naar de veemarkt. De
leviet koos vier paaslammeren eruit. Later werden de lammeren naar het Cenakel
gebracht. Petrus en Joannes gingen daarna verder de stad in en kochten nog
benodigdheden. Ze gingen een herberg binnen die onder het toezicht stond van
Serafia, die later Veronica zou genoemd worden. Ze kwamen gerei afhalen en
ontvingen hier ook de kelk die de Heer gebruikt voor de instelling van het
Laatste Avondmaal.
In Betanië nam Jezus van Zijn Moeder, zijn goede
vriend Lazarus en de Heilige Vrouwen. De Heilige Vrouwen waren allen vriendinnen
en familieleden van Zijn Moeder. Hij zei haar dat Hij Petrus en Joannes naar
Jeruzalem had gezonden om het paasmaal voor te bereiden. Hij zei aan Zijn
Moeder dat Petrus en Joannes Zijn boodschap omvatten : Petrus als het geloof en
Joannes als de liefde. Hij vertelde haar ook over het verraderlijk plan dat
Judas aan het voorbereiden was. Judas liep voortdurend bij de Farizeeën en
vertelde leugens bij de apostelen. Toen de Heer aan Zijn Moeder bekend maakte
wat Hem weldra zou overkomen smeekte zij Hem om toch met Hem te mogen sterven.
Maar Hij moedigde haar aan zich sterk te houden. Hij voorzegde haar dat Hij zou
verrijzen en op welke plaats Hij aan haar zou verschijnen. Toch bleef ze vol
verdriet en verzonken in een diepe ernst achter. De Heer bedankte haar als een
erkentelijke, liefhebbende Zoon voor haar liefde en zorgen. Hij legde zijn
rechterarm om haar en hield haar gedrukt aan Zijn hart.
Jezus ging met de negen apostelen (Petrus en Joannes
waren in het Cenakel) naar Jeruzalem. Hij sprak tot hen, dat Hij hen tot nog
toe had gevoed met zijn brood en wijn, maar dat Hij hun vandaag zijn vlees en
zijn bloed wilde geven. Alles wat Hij bezat wilde Hij hun nu geven en nalaten.
Zijn gezellen begrepen Hem niet; zij dachten dat Hij over het paaslam sprak.
Laatste avondmaal
Er waren drie gescheiden groepen in het Cenakel die
het paaslam aten. Ieder van die groepen bestond uit 12 man en was voorgezeten
door een 13de man als huisvader. Jezus at met de apostelen in de
grote middenzaal. Afzonderlijk waren Natanaël en Eliakim. Zij hadden elk een
groep van 12 man. Voor deze laatste twee groepen werden drie paaslammeren in de
tempel geslacht en besprenkeld. Het vierde paaslam werd in het Cenakel geslacht
en besprenkeld. Dit lam was bestemd voor Jezus en de 12 apostelen. In de
aanklachten kwam dit feit naar voor. De vijanden van Jezus voerden aan dat het
lam niet in de tempel was geslacht en daarom niet volgens de wetsregels was
gebeurd. Maar Nicodemus heeft dit dan met de geschriften weerlegd. Judas wist van
deze aparte slachting niets af omdat hij pas kort voor het eten van het paaslam
aankwam.
De slachting greep plaats in de voorzaal van het
Cenakel en Simeons zoon was er bij behulpzaam. De slachting werd bijgewoond
door de apostelen en leerlingen. Zij zongen de 118de psalm. Het lam
moest geslacht worden zoals in de tijd in Egypte. Het oude verbond werd
gesloten en er zou binnenkort een nieuwe tijd en een nieuw offer beginnen, die
zou voortduren tot het einde van de wereld. De leviet hield de kop van het lam
omhoog en Jezus stak een mes in de keel. Het bloed werd opgevangen in een kom.
De leviet ging hierna verder met de verdere slachting en bereiding. Jezus sopte
daarna met een hysoptwijg in de kom met bloed en tekende de twee stijlen van de
deur en het slot met het bloed en bevestigde de bloedige twijg op de bovenste
horizontale lat van de deur. Jezus zei dat de verderfengel hier voorbij zou
gaan zonder te doden. Zij zouden hier veilig en rustig kunnen bidden, wanneer
Hij, het ware Paaslam, geslacht zou zijn. De apostelen verbleven er na de
verrijzenis van Christus en wachtten op de helper dat Jezus hen had beloofd nl.
De Heilige Geest. Jezus wijdde het Cenakel tot een nieuwe tempel in. De
apostelen zongen psalmen. Al deze tijd bleven de deuren gesloten. De vier
geslachte dieren werden in de oven op een spit te braden geplaatst.
Toen het uur was aangebroken werden de tafels gedekt.
Ieder trok ceremoniekleren aan en ander schoeisel. De twee groepen trokken
naar de zijzalen en de Heer en de apostelen naar de hoofdzaal. De tafel van
Jezus zag er zo uit :
Jakobus de Mindere - Jakobus de Meerdere - Joannes - Jezus - Petrus - Andreas - Taddeüs
rechtover zittend :
Bartolomeüs - Tomas - Judas - Filippus - Matteüs - Matteüs - Simon
De apostelen hielden elk een staf vast en Jezus had
twee kleine ietwat gekromde staven kruisgewijs in zijn gordel voor Zijn borst
gestoken.
Allen hadden de armen omhooggeheven en zongen :
Gezegend zij de Heer, de God van Israël. Daarbij zongen ze nog een gebed. Nadien
gaf Jezus Petrus en Joannes elk een staf. Midden op tafel stond een schotel met
het paaslam. Op de schotel rond het paaslam lag knoflook. Er stonden verder nog
een schotel met paasgebraad, twee schalen met groene kruiden, een schaal
bittere kruiden, een schaal met latuw (geel-groen kruid) en een schaal met
bruinachtige saus. Als tafelborden gebruikte iedereen zich van ronde, dunne
broodkoeken. Hun tafelmessen waren van been.
Na het gebed legde de hofmeester het mes om het
paaslam voor te snijden bij Jezus op tafel. Hij zette ook een beker met wijn
voor Hem en uit een kan vulde hij zes bekers die elk tussen twee apostelen
stonden. Jezus zegende de wijn en dronk. De apostelen dronken met tweeën uit
één beker. De Heer sneed en verdeelde het paaslam en de apostelen reikten Hem
in de orde waarin zij geplaatst waren, hun broodkoek toe. Zij ontvingen elk hun
deel en aten het zeer haastig op. Met hun benen messen krabden zij het vlees
van de beenderen, die daarna verbrand werden.
Zij aten verder nog knoflook en groene kruiden die zij
in de saus doopten. Ze aten zeer haastig en rechtstaande, zoals voorgeschreven
door de Wet. Jezus brak ook één van de paasbroden. Een deel ervan legde Hij
terzijde en legde er een doek over. Het ander deel gaf Hij aan de apostelen. Zij
aten nu ook van de broodkoeken. Daarna bracht de hofmeester opnieuw een beker
wijn gebracht. Jezus dankte maar dronk er niet van.
Jezus : Neem en verdeel hem onder u, want Ik zeg u dat
Ik van nu af aan niet meer zal drinken van de vrucht van de wijnstok, totdat
het Rijk Gods komt.
Nadat ze per twee gedronken hadden, zongen ze. Dan bad
en leerde Jezus weer en daarop volgde nog een handwassing. Dan pas gingen zij
op hun plaatsen neerliggen. Alles gebeurde volgens de Joodse wetsvoorschriften.
Jezus heeft nog een ander lam in delen gesneden. Dit
paaslam droeg men naar Maria en de heilige vrouwen die in een zijgebouw hun
maal hielden.
Jezus was heel hartelijk, maar Hij werd overvallen
door ernst en weemoed.
Jezus
: Eén onder u zal Mij verraden, een wiens hand met Mij aan dezelfde tafel is.
Jezus deelde op dit ogenblik aan zijn kant een van de
kruiden rond. Judas, die schuin tegenover Hem aangelegen was, had Hij bevolen
de rest van het kruid aan de andere zijde van de tafel uit te delen. Hoewel
Jezus van een verrader sprak, waarover allen ten zeerste ontsteld waren, maakte
Hij Judas hierdoor niet aan de anderen bekend. Hij zei het op een wijze als was
het één van de twaalf die met Mij eten en drinken, een met wie Ik mijn brood
deel.
Jezus
: De Mensenzoon moet heengaan, zoals het geschreven staat over Hem, maar wee de
mens door wie Hij verraden wordt. Het was voor die mens beter geweest nooit te
zijn geboren.
Alle apostelen waren zeer ontsteld en zij vroegen de
een na de ander : Heer ! ben ik het ? Ze begrepen niet hoe iemand nu zoiets kon
doen. Joannes lag met zijn hoofd het dichtst bij Jezus borst en vroeg : Heer,
wie is het ? Maar door een toeval van handelingen werd het hem duidelijk wie
Jezus bedoelde.
Jezus had namelijk een stuk brood met latuw omwonden
en in de saus gedoopt en met grote liefde aan Judas gegeven. Judas vroeg daarop
juist om beleefd te blijven : Heer, ben ik het ? Jezus keek hem vriendelijk aan
en gaf hem een algemeen antwoord. Jezus gaf hem dit teken uit oprechte liefde
om hem te waarschuwen zonder hem aan anderen te verraden. Maar Judas was te
verbitterd en te toornig om deze reddende hand vast te grijpen.
Voetwassing
Ze stonden nu van tafel op en trokken hun gewone
kleren terug aan. Ondertussen ruimden de hofmeester en twee bedienden de
paastafel af. Daarna liet Jezus water in het voorportaal brengen. Jezus sprak
hun eerst nog over zijn Rijk, over zijn heengaan naar de Vader en hoe Hij hun
eerst alles zou nalaten wat Hij bezat. Vervolgens leerde Hij nog over
boetvaardigheid, het inzien en bekennen van zijn schuld, over het berouw, de
vergiffenis en de reiniging. Ieder kende zijn zonden en had er berouw over,
behalve Judas. Jezus legde zijn mantel af, schortte zijn kleed op en bond zich
een linnen doek om. Inmiddels geraakten de apostelen in een soort woordenstrijd
omtrent de vraag wie van hen de eerste plaats zou verkrijgen. Zij dachten nog
altijd dat Jezus bij zijn nakend vertrek een werelds Rijk zou stichten en zo de
wereld voor een voldongen feit zou stellen. Jezus maakte hun een verwijt van
hun twist en zei hun dat Hij gekomen was om te dienen. Jakobus de Mindere had
de waterzak vast en Joannes de kom waar het water in terecht kwam. Jezus goot
het water over de voeten van elke apostel en droogde ze dan af. Jezus waste de
voeten van alle apostelen. De Heer toonde Zijn oprechte liefde en
dienstbaarheid in deze daad.
Petrus
(protesterend) : Hoe Heer ? Wilt U mijn voeten wassen ?
Jezus
: Wat Ik doe, begrijp je nog niet, maar later zal het duidelijk voor je worden.
Simon, je bent zo begenadigd geweest om van mijn Vader te vernemen dat Ik de
Zoon ben van de levende God en dat Ik vandaar kom en daarheen terugkeer. Jij
alleen hebt dit inzicht gehad en uitgesproken en Ik wil op jou Mijn Kerk bouwen
en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Bovendien zal Mijn
macht bij jouw opvolgers blijven tot het einde van de wereld.
Jezus
(tot de andere apostelen) : Petrus zal Mijn plaats innemen, wanneer Ik van U
zal zijn weggegaan. Hij zal het bestuur van de Kerk waarnemen, de missionering regelen
en u uitzenden.
Petrus
: Maar Meester... Nooit zult U mijn voeten wassen !
Jezus
: Indien Ik uw voeten niet mag wassen, zul je geen deelname met Mij hebben.
Petrus
: Heer, was dan niet enkel mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd !
Jezus
: Wie een bad genomen heeft, is geheel rein en moet nog slechts zijn voeten
wassen. Zo is het ook met jullie, jullie zijn rein, maar niet allen. Hiermee
bedoelde Hij Judas. In zijn onderrichting had Jezus over de voetwassing
gesproken als over een reiniging van dagelijkse zonden. De voetwassing was een
teken en had een geestelijke kracht. Het was een soort absolutie van de
overgebleven zonden. In zijn ijver en liefde zag Petrus daarin niets anders dan
een te verregaande vernedering van zijn Meester. Maar hij wist nog niet dat de
Heer om hem te helpen en zalig te maken zich de volgende dag uit liefde zou
laten vernederen en kruisigen. Al de zonden zou Hij op zich nemen. Terwijl
Jezus de voeten van Judas reinigde, was Hij buitengewoon teder en vriendelijk. Hij
drukte zijn gezicht op Judas voeten en vermaande hem zacht en heimelijk zich
toch te bezinnen. Maar Judas merkte het niet op. Hij gaf een ontwijkend
antwoord, iets in de zin van : God behoede mij daarvoor.
Jezus knoopte aan zijn handeling een lering vast over
de nederigheid en zei dat degene die diende, de grootste was en hoe zij in het
vervolg elkanders dienaren moesten zijn.
Dienst aan God in woord (=
sacramenten) en gedachte (= bidden) :
We moeten ons
voorzien van verschillende instrumenten om God te kunnen dienen :
1.Het
vermogen
qHet intelligentie-vermogen
of ook
kennis, dit doet niet ter zake om God te kunnen dienen
qHet wijsheid-vermogen
wijsheid
en waarheden, dit komt van pas, maar is niet nodig om God te kunnen dienen
qHet ziel-vermogen
dit is
onzichtbaar. Iedereen heeft een ziel en dit is door God in de mens ingebakken.
De ziel is vergezelt van het geweten omzo de ziel niet teveel te belasten met zonden.
Dit is
het geestelijke deel van de mens die na de dood ofwel eeuwig te lijden door het
niet-volgen van God, ofwel blijft leven in geluk en bij God komt. Je komt bij
God of bij $atan. Het lichaam is de verpakking die rond de ziel werd gemaakt.
qHet hart-vermogen
Dit is
noodzakelijk om de liefde toe te laten. Je kunt bv. zeggen dat de liefde voor
je medemens uit de grond van je hart komt. Het hart bevat de emoties.
2.Maria
aanvaarden
qZij is de Middelares tussen God en de
mensen
qZij is Mede-verlosseres (samen met Jezus)
Zij
heeft hier op aarde ook haar Kruis opgenomen en in de hemel bidt zij altijd
samen met en voor ons.
qZet haar ook op de Troon, want Ze
verdient het
Zij is
een voorbeeld voor ons, net als Jezus.
3.Houding
tegenover God
qKleinheid tegenover Gods grootheid
qBerouw over eigen fouten en bereidheid
tot verandering en boetedoening
qJe lot in Gods grote hand leggen
4.Houding
tegenover Jezus, Gods Zoon
qEigen miserie op je schouders nemen en
verdragen
qRekenschap van geven dat er eens een
einde komt aan die miserie door Jezus hulp
qIn Zijn armen vallen (ook bij Maria) van
liefde voor Hem (Haar)
5.Tastbare
instrumenten
qRozenkrans
qTwee handen om te bidden
qSacramentaliën
qBijbel : vooral het Nieuwe Testament
q7 sacramenten : doopsel, eucharistie,
eerste communie en vormsel, huwelijk...
6.Karakter
qNederigheid tegenover God en je naaste,
maar ook geen slaafsheid
qBehulpzaamheid tegenover je naaste (=
dienstbaarheid)
qVriendelijkheid tegenover je naaste
qOptimisme
qVergevensgezindheid
qDe wil om jezelf aan te passen en te
verbeteren naar Gods Beeld
Dit verhaal heb ik eens geschreven in 2002 in de adventsperiode :
Zondag
ging ik de eucharistie volgen in de Sint Michiels kerk te Antwerpen. Het is
adventsperiode en ik ging enkele kaarsjes laten branden voor de beelden van de
heilige Theresia van Lisieux, Sint Pieter, Aartsengel Michael en het Heilig
Hart van Jezus Christus. Toen ik op mijn plaats was gaan zitten keek ik naar de
4 brandende kaarsen van de advent en ik begreep de boodschap.
Deze
vier voorbeelden heb je nodig om van je leven een christelijk leven te maken.
De eerste kaars is de Heilige Theresia van Lisieux. Zij leerde ons de kleine
weg naar God toe. Offer iedere dag de kleine of grotere taken op aan God. Vraag
Hem om jou te helpen. De taken die je wilt uit de weg gaan omdat je ze niet
graag doet offer je het eerst. Probeer iedere dag beter te worden in eigen
fouten te corrigeren, te voorkomen of te bestrijden. Met vallen en opstaan,
maar onvermoeibaar om er verder aan te werken.
Ga
de communicatie met God aan en spreek met Hem. Want kun je iemand een vriend
noemen als je er niet tegen wilt praten ? Daarbij onderschat je God als je
denkt dat Hij alleen in de eucharistie aanwezig is. Hij luistert altijd. Leg je
problemen en miserie in Zijn Handen. Vergeet je overwinningen op jezelf niet
te vermelden. Zo krijg je de moed om verder te doen. Vraag ook hulp voor
anderen die de weg zijn kwijtgeraakt. Bid voor hen. De mooiste gebeden zijn het
Onze Vader en het Wees Gegroet. Meer moet dat niet zijn. Denk ook aan Maria;
zij is de Moeder van God. Jezus ging trouwens in zijn openbaar leven ook
geregeld bij Zijn Moeder langs. Jezus is ook ons voorbeeld wat moederliefde
betreft. Wat Maria vraagt kan Jezus niet weigeren en zal Hij ook niet weigeren.
De
tweede kaars is van Petrus. Hij bezit de sleutels van de Hemel. We moeten onze
hemel verdienen op aarde. We moeten in ons leven God voor ogen houden. We
krijgen elk maar één kans. De enige kans. God moet centraal staan. Hij is het
waard. Denk vooral niet dat dit voor kloosterlingen alleen is. Ook gezinnen en
alleenstaanden moeten dit voor ogen houden. Jezus vraagt de eucharistieviering
te houden, elke dag te bidden en elke dag eens na te denken wat er beter kon en
dit bij te schaven.Voor gezinnen met kinderen moet in de opvoeding God centraal
staan, zodat zij ook een christelijk leven kunnen nastreven. Er moet een
opvoeding gegeven worden waar respect voor iedereen, rechtvaardigheid, liefde,
eerlijkheid, behulpzaamheid, offervaardigheid, enz.aan de orde zijn. Dit kun je
het best leren als je een voorbeeld neemt aan Jezus. Hij, die Zich opgeofferd
heeft uit liefde voor ons.
We
moeten uit onze begane fouten lessen trekken en ons verbeteren. Als we spijt
erover hebben moeten we ze opbiechten zodat de priester ze ons kan
kwijtschelden in Jezus Naam. Zo verpletteren we niet onder het gewicht van al
onze zonden die we hebben begaan. Dit laat ons toe om een nieuwe start te
nemen.
De
derde kaars is voor de Aartsengel Michael. Hij belichaamt de strijd tegen het
kwade. Keer op keer fluistert $atan ons bekoringen in het oor. Dat we doof
mogen blijven voor al zijn pogingen om ons af te leiden. Dat we onszelf niet
op de troon zetten in plaats van Jezus en Maria. Eigenliefde, egoïsme en
hoogmoed zijn de drijfveren die ons altijd doen falen. Hoe meer we deze
karaktertrekken vertonen, hoe meer we sterven. Je kunt perfect leven met een
omhulsel, ons lichaam, en toch al gestorven zijn in de ziel. Op die manier kan
Jezus je niet redden. Je moet de WIL tonen om te beteren en je moet WILLEN tot
Jezus komen in berouw over al je zonden. Het maakt echt niet uit welke zonden
je allemaal hebt begaan zolang je er maar spijt over hebt.
De
vierde kaars is voor Jezus Christus. Hij is onze Redder. We moeten in Hem
geloven. Hij die al onze begane en nog te begane zonden op Zijn Rug heeft
geladen en ervoor is gestorven. Door in Hem te geloven kun je Zijn Rijk
binnengaan. Je moet volhouden in je geloof, hoe moeilijk het ook moge zijn.
Uiteindelijk kun je tot in eeuwigheid bij Hem uitrusten en bekomen van alle
problemen, miserie enz. Hij is altijd bezorgd over al Zijn kinderen. Hij geeft
altijd zoveel meer dan hetgene wat je Hem vraagt. Het is altijd voor jouw
bestwil. Als je zelf eens nadenkt over wat je vraagt aan Hem, dan zul je
beseffen wat je zult krijgen en wat je niet zult krijgen. Het heeft
bijvoorbeeld geen zin om aan God het winnen van de Lotto te vragen, want dit
brengt je niet dichter bij God.
Als
je deze vier kaarsen, vier beelden en vier kanten van jouw christelijk leven
onthoudt dan kan je niet verdwalen. Blijf deze indachtig.
Iedereen heeft recht op vrijheid versus durf je hoofd niet uitsteken voor waarheid en je wordt geveld, volg altijd de grote massa anders ben je 'lastig'...
Iedereen heeft recht op een eigen mening versus het belachelijk maken van RK-geloof, het doen slikken van aangepaste 'waarden', wat in de kranten en op tv gezegd wordt is waarheid...
Iedereen heeft recht op democratie versus een regering die altijd bestaat uit dezelfde gezichten die gewoon van bevoegdheden veranderen, geld onder tafel, corruptie...
Iedereen heeft recht op een eigen woning versus villa's bouwen waar 4 mensen verblijven maar plaats hebben voor 20 mensen, buitenverblijven, 2 tot oneindig veel woningen in bezit, huisjesmelkers...
Iedereen heeft recht op voedsel en drank versus 4 keer per week op restaurant, vernietigen van groenten/fruit om de prijzen in de hoogte te jagen...
Iedereen heeft recht op kleding versus 4 kleerkasten die zelfs niet meer dicht kunnen, merkkleding is in dus : kopen maar, kledij die nog niet is gedragen weggooien...
Iedereen heeft recht op gezondheid versus borstvergrotingen op vrouwen die al een grote boezem hadden, bikini-lijn...
Iedereen heeft recht op werk versus zwartwerk die sociale zekerheid ondergraaft, levenslang werkloos blijven...
Iedereen heeft recht op hygiëne versus jacuzzi's, welness-centers...
Iedereen heeft recht op geld om in zijn levensonderhoud te voorzien versus peperdure wagens aanschaffen, meerdere auto's die maar in de garage blijven staan...
Iedereen heeft recht op Gods Dienst versus boeddhisme, islam, transcendente meditatie, satanisme, vrijmetselarij, new age...
God bestaat uit 3
verschillende Personen die één zijn :
- God, de Vader
- God, de Zoon
- God, de Heilige
Geest, de liefdesband tussen Jezus en Zijn Vader, die zo sterk was dat ze een
persoon op zich vormt
God de Vader over
Zijn Zoon Jezus Christus en over Zichzelf
Het is
verbazingwekkend voor een God, dat die een deel van Zichzelf vlees laat worden
voor de redding van Zijn schuldige schepselen. En die neerdaalt om Liefde te
brengen aan de met zonden bedekte planeet.
Mijn heilige
Zoon, kwam om de krachten van het kwaad te verdelgen en het verdrag van
bondgenootschap en vrede tot stand te brengen tussen God en de mensen.
Nog altijd
beweegt Hij zich onder jullie en laat een voetspoor na van Zijn Liefde. Een
voetspoor dat slechts herkend en gevolgd wordt door de zuiveren en eerlijken
van hart. Vrede trekt de vredelievenden aan, Barmhartigheid de goeden,
Rechtvaardigheid de rechtvaardigen en Zuiverheid de reinen. Nog altijd komt Hij
en neemt jullie bij de hand en zegt :
Vrees niet want
Ik ben gekomen om te helpen
Waarom dan
angstig zijn bij zorgen en wanhopig bij moeilijkheden en tegenslagen ? Hij is
bij jullie ! Ik, de Vader, kan Hem niets weigeren, want Hij overtrof al Mijn
verlangens. Daarom ben Ik Hem een gepaste beloning verschuldigd.
Christenen,
kinderen van Mijn Zoon, die jullie tot de Genade heeft gebracht door Zijn offer
van Mens en God, denk toch even na uit welk noodlot Ik jullie heb getrokken heb
! Bemin Mij dus met een immense liefde en eveneens Mijn Woord dat kwam om
jullie het Leven te schenken. Als jullie geloven in Hem, zelfs wanneer jullie
dood zijn, dan zullen jullie tot het leven terugkeren.
Wanneer jullie
een atleet van Christus te voorschijn zien komen uit een mens van niets; als
jullie licht zien schitteren waar voordien duisternis was of een stem horen
klinken die in Gods naam verlichting brengt en onderwijst, zoek dan naar de
scheppende kracht van dit wonder.
Het is Mijn
kracht die, zoals weleer, een mens uit modder maakte, en nu uit de mens een
heilige (= voorbeeld van God) kan doen opstaan.
Nader tot Ons,
die jullie liefhebben. Breek onze Eenheid niet door slechts Eén te beminnen en
de Andere niet. Wij beminnen elkaar en zijn één door de liefde.
Jullie moeten de
Vader niet veronachtzamen omwille van Jezus. Jezus leert jullie Mij lief te
hebben. Bovendien leerde Hij aan jullie het volmaakte gebed tot Mij, Vader in
de Hemelen.
Jullie moeten ook
de Heilige Geest veronachtzamen omwille van Jezus. Jezus leerde jullie de
Heilige Geest lief te hebben. De Heilige Geest Die de verlichter zal zijn van
de onderwezen Waarheid.
Zonder de Vader
zouden jullie de Zoon niet hebben gehad noch de Geest zonder de Zoon. Zonder de
Geest hadden jullie het Woord niet begrepen en zonder begrip van het Woord
nooit als rechtschapenen Zijn uitspraken hebben kunnen volgen en zo het bezit
van de Vader veroveren.
Eén alleen is God
: Ikzelf en Diegene Die Ik gezonden heb. Hij Die mens werd uit Liefde.
Kijk naar Mijn
heilige en gehoorzame Zoon. Hij is dienaar uit liefde tot Mij die Zijn Vader
is. Hij is de Eeuwige en aan Mij gelijk. Hij is Degene die de bitterheid uit
Mijn hart verdreef en Mij de kinderen terugbracht die zich van Mij hadden
verwijderd. Mijn Geest is in Hem. Mijn heilige Geest omdat Ik één ben met Hem
die zich tot gezant heeft gemaakt van de gedachte van de Vader. Hij is Mijn
zachte, volmaakte Zoon, de Verwachte van de geslachten en de Redder van de
wereld.
Gerechtigheid en
Barmhartigheid bevinden zich in Hem. Hij die vervuld is van deugden en die
opgevoerd zijn tot volmaaktheid. Hij is zacht en heilig en Hij dringt Zich niet
op, schreeuwt niet, bedreigt noch verdrukt. De eeuwig Geofferde aan de Heer,
spreekt met de stem van Zijn Liefde, onderwijst door het voorbeeld te geven en
verlost door Zijn offer. Hij is de roepende stem die leidt naar de Waarheid en
er komt nooit een hard woord over de fouten van de mensen over Zijn lippen.
Hij heeft Zich
uit Mijn omhelzing losgerukt, om voor jullie ambassadeur te worden van Mijn
Wet. Hij heeft zichzelf opgeofferd omdat op het bondgenootschap tussen God en
de mensen een zegel zou staan die geen macht kan vernietigen nl. Zijn Bloed dat
als schitterende handtekening prijkt onder het verdrag van de verzoening.
Hij heeft Zijn
onverwoestbare Goddelijke macht, die niet werd vernietigd in Zijn nieuw
menselijk omhulsel gebruikt om jullie te laten regeren over : het kwaad,
ziekten en dood.
Hij gebruikte
Zijn Wijsheid om te verheffen. Hij maakte Zichzelf tot losgeld, tot weg en brug
om het jullie mogelijk te maken alle hinderpalen, die de weg naar de Hemel
versperren, uit de weg te ruimen. Hij wou een wegwijzer zijn voor jullie
eeuwige zaligheid.
Mijn hand moest
dan ook zwaarder neerkomen over Hem, de Onschuldige, omdat jullie vroegere,
tegenwoordige en toekomstige zonden ontelbaar zijn. Het aangeboden offer moest
dus evenredig zijn om ze uit te wissen. Jullie kunnen deze massa offers
onmogelijk kennen. Alleen Ik, God de Vader, ken het lijden van Mijn Goddelijk
Kind.
Sinds alle eeuwen
mengde zich, in de zaligheid van Zijn God-zijn, de onbeschrijflijke vloed van
Zijn angst en lijden. Onzeglijk Verdriet om de beledigingen die Zijn geliefde
Vader worden aangedaan. Onzeglijk Verdriet om de miskenning van het licht van
de Heilige Geest. Onzeglijk Verdriet om de beledigingen aan het Woord (= Jezus)
dat vruchteloos werd gesproken tot de mensen. Onzeglijk verdriet voor de zonden
die men begaat en als vuile voeten trappen op Zijn heilig Wezen. Onzeglijk
Verdriet om Zijn Offer dat Hij voor een groot deel van de mensen nutteloos
brengt.
Let niet alleen
op de geselslagen, doornen en nagels waarmee Mijn Zoon werd gefolterd gedurende
enkele uren, maar vooral op de geestelijke folteringen die jullie Hem doen
ondergaan door jullie weerstand aan Zijn smeekbeden. Jullie hebben een gebroken
geest waarin de boodschap die Mijn Zoon brengt, niet doordringt of wanneer zij
toch doordringt, onmiddellijk weer wegvloeit zoals een zeef. Jullie verliezen
meer en meer de liefde en op die manier meer en meer God zelf.
Tot Mijn
getrouwen en die van Mijn Zoon zeg Ik : Blijf Ons trouw en Ik zweer jullie dat
Ik jullie nabij zal blijven. Wees de verkondigers van Mijn Woord en getuigen
van de Gerechtigheid, Barmhartigheid en van Onze Heiligheid.
In dit leven
zullen jullie Ons bij jou hebben en in het andere leven zullen Wij bij jullie
zijn en jullie zullen de werken aanschouwen van Onze Godheid. Ik heb aan Mijn
Zoon elk oordeel toegekend om het kaf van het koren te scheiden en de lammetjes
te zegenen en bovendien de rammen te vervloeken. Wanneer Mijn Zoon zal komen en
de zuivering is geschied dan zullen jullie rond Hem staan, als kringen van
feestelijk licht rond het ontzettend en koninklijk Licht van de verrezen
Godmens. Jullie zullen Gods nieuwe volk zijn. Het eeuwige volk over wie Mijn
gezegende en allerheiligste Zoon zal regeren. Sterren en planeten zullen
lofzangen verkondigen want alles werd gemaakt tot troon voor het Slachtoffer,
voor de Held en de Heilige, waarop geen zondevlek kleeft en op wie de Vader
Zijn welbehagen heeft gesteld. Sterren en planeten zullen een tapijt vormen van
lichtbundels voor de Koning van de wereld, gevolgd door Zijn heiligen om binnen
te treden in het eeuwige Jeruzalem.
Jezus
geeft onderricht deel 1 Maria Valtorta
De Zoon, Jezus
Christus(= 2de persoon in de H. Drieëenheid)
Kunt je alles
realiseren ? Nog in dit leven ? Hebt je jezelf al afgevraagd of die
beweegredenen niet overwegend materialistisch zijn ? Besef je wel dat geluk en
liefde niet materialistisch zijn ? Besef vooral dat ze niet afhangen van een
materialistische instelling !
Zou de realisatie
van de materiële kant alleen, je perfect gelukkig
maken ? Een
eerlijk antwoord graag !
Wat staat de
realisatie van je materiële plannen in de weg ?
Zou je alles
laten vallen om dit materiële te bereiken ?
En als je dit
niet bereikt, zou je dan zwaar teleurgesteld zijn ?
Gedeprimeerd
misschien ? Het materiële blijft vergankelijk !
Heb je al eens
nagedacht dat de mooie dingen in het leven niet met geld te koop zijn ? Geef
toe dat datgene wat je echt zou willen, eigenlijk niet tastbaar is !
Wil je liefde en
geluk ? Denk je dit helemaal alleen te kunnen bereiken ? Al eens gedacht dat je
hulp nodig hebt om dit te kunnen verwezenlijken ? Er is hulp nodig van
hierboven ! Je moet zelf loskomen van het materiële en inzien dat dit
vergankelijk is !
Heb je jezelf al
eens afgevraagd waarom je hier op aarde werd gezet ? En wie je hier gezet heeft
? Zou je die Persoon willen kennen ? Die Persoon is God. Je bent hier op aarde
gezet met een goede reden. God bereid het beste voor om Zijn kinderen te
ontvangen. En om het beste te kunnen kiezen moet je het slechte kennen. Daarom
alleen staat God het lijden toe !
Geloof je dat God
alles kan en altijd het goede met jou voor heeft ? Zoniet, denk dan eens na
over de vele mensen die voor jou geleefd hebben en hun leven in Zijn Hand
gelegd hebben om te laten zien dat ze er rotsvast van overtuigd zijn dat God
het beste met hen voor heeft !
Met iedereen,
trouwens. Geloof je in leven na de dood ? Geloof je dat Gods Zoon teruggekeerd
is om ons te zeggen dat al wie in Hem gelooft bij Hem eeuwig mag leven en wonen
? Indien het antwoord neen is, denk eens goed na ! Denk nu na, want misschien is het morgen te laat. Je zult MOETEN kiezen en het
resultaat hangt volledig van jou af !
Ieder mens
heeft de plicht, God te eren, door Hem te aanbidden en te smeken, te danken en
te verzoenen. Voor ons christenen, die met Christus één geestelijk lichaam
uitmaken door de band van het H. Doopsel, heeft Jezus, onze Verlosser die
plicht eenvoudiger gemaakt, door aan zijn Kerk een eredienst te schenken, die
onder de zending van de Heilige Geest tot volle ontwikkeling is gekomen.
Bovendien stelde Hij personen aan, die als priester deze eredienst of liturgie officieel
zouden uitoefenen. Hij stelde zijn Apostelen aan om deze taak uit te voeren.
Zij stelden op hun beurt weer andere personen aan om zo de eredienst door te
geven.
Het
hoogtepunt van de liturgie is de Heilige eucharistieviering, die als offer aan
God wordt opgedragen voor en door de Kerk. Dit Offer, dat een voortzetting is
van Christus zelfopoffering op de Calvariëberg, wordt voltrokken door de
consecratie, waarbij Christus tegenwoordig is onder de gedaante van brood en
wijn, waardoor een geheimzinnige scheiding van Zijn Lichaam en Bloed wordt
voorgesteld. Hoewel Jezus Christus niet zichtbaar is, wordt Jezus toch het
echte Offerlam in dit heilig sacrament en is Hij de ware Hogepriester. De
aardse priester handelt enkel in de persoon van de Zaligmaker. Hij is nodig
opdat het Offer ook uitwendig waarneembaar moet zijn in een gemeenschap die uit
mensen bestaat die samenkomen en een band vormen rond de aanwezige Jezus
Christus. Zij vormen de Kerk. Zij vormt de Bruid met Jezus Christus als
Bruidegom. Hij heeft zijn leven voor zijn Bruid gegeven en blijft door de
eucharistieviering blijvend zijn leven geven.
Bovendien
moeten er bepaalde handelingen gesteld worden die Christus zelf niet kan
verrichten. Daarom vormt de priester de schakel tussen God en de mensen.
Het Heilig
Misoffer is het Offer van de gemeenschap. Elke gelovige treedt aan het altaar,
om door de bediening van de priester Christus aan de hemelse Vader op te
offeren. Elke gelovige biedt dus door de offering van Christus, het hoofd van
de Kerk, aan God een oneindige aanbidding en smeking, een oneindige dankzegging
en verzoening aan. Vandaar dat het bijwonen van de Heilige Eucharistieviering
de hoogste daad van Godsverering is,die een gelovige kan stellen. En hoe
inniger hij zich door en met de priester verenigt met het Heilig Misoffer, des
te inniger is zijn vereniging met Christus, des te aangenamer aan God zijn daad
van Godsverering en des te vruchtbaarder voor hem zelf. Deze vereniging wordt
op heel bijzonder wijze bevorderd, door de priester stap voor stap te volgen
bij de Offerhandeling, en door zich de gevoelens der Heilige Kerk eigen te
maken, zoals deze zijn neergelegd in de gebeden en lezingen, die het opdragend
der H. Mis vergezellen.
Reeds enkele jaren ben ik naast Gods Dienst bezig om naar antwoorden te
zoeken op vragen van : Waarom lijden ? De terroristische aanslagen in New York
op de Twin Towers hadden mij enorm geraakt. Ik weet nog altijd héél goed dat ik
in de zetel ben gaan zitten om het allemaal te vatten. Hoe konden zoveel
nutteloos omgekomen mensen verklaard worden ? Of beter : Waar moet je zoiets nu
een plaats geven in je geloof ? Ik moet zeggen dat ik in die periode
verpletterd was door die gebeurtenis. Het is zo moeilijk dat te verklaren dat
God dit toelaat...
Toch is de verklaring te vinden. De echte waarheid is dat de hoogste
laag die voor en achter de schermen de touwtjes in handen hebben ALLEMAAL
ILLUMINATI zijn. Illuminati zijn vrijmetselaars die de hoogste klasse uitmaken
: daar waar de beslissingen worden genomen die zowel in de States als over de
rest van de wereld impact hebben.
Ze zijn stinkend rijk, houden banken in hun hand, onderhouden relaties
met gelijkgezinden en vooral ze zijn SATANISCH. Het zijn een 300 tal families
waaronder de Rockefellers, de Rothschilds... Ze houden geheime bijeenkomsten en
in hun agenda staat steeds de globalisering over de hele wereld te bespoedigen.
Wat moet er dan gerealiseerd worden ? 1 wereldregering, 1 wereldbank, 1 religie
en vooral 1 leider.
Dit zullen ze HOE DAN OOK REALISEREN !!!!!!!!! Met of zonder jou !!!!!
Daarom is het héél belangrijk dat je KIEST VOOR GOD IN DE KWADE TIJDEN
DIE NOG KOMEN !!!!!!!!!
Het is spijtig dat te moeten zeggen, maar op dit moment helt de
weegschaal door voor Satan. Als je denkt dat dit fabeltjes zijn dan heb ik één
ding te zeggen.
DE ILLUMINATI HEBBEN BOMMEN IN DE ONDERSTE VERDIEPEN VAN DE TORENS
BEVESTIGD OM DE TWEE TOWERS ZEKER TE DOEN INVALLEN !
Waarom ? DE SLACHTOFFERS ZIJN GEVALLEN VOOR DE EREDIENST VAN DE
SATANISCHE ILLUMINATI !!! Dit was geweten door enkele van de kopstukken van de
CIA, die altijd zorgt voor de uitvoering van dit soort smerige, stinkende
zaken.
Als u mij niet gelooft, ga dan onmiddellijk naar de volgende website :
Ik wist dit al enige tijd, maar eigenlijk zou ik het niet willen weten. Achter
elke move is er wel kwaad te vinden. Hoe ver ze al staan is schokerend ! De
concentratiekampen zijn intrekklaar om alle tegenstanders van het schrikbewind
op te vangen en te doden.
Moeite, nog middelen zullen hierbij gespaard worden !!!! In Amerika
hebben ze nieuwe concentratiekampen gebouwd !!!!!!
De Antichrist (= Gods tegenstander) staat in de startblokken om zijn
entree te maken op het toneel. Mensen zullen NIETS meer zelf kunnen kopen
zonder chip. Een electronisch, micro-apparaatje die zal ingeplant worden in
je hand. Zeg niet dat Jezus op de kantlijn staat toe te kijken. Hij is al lang
bezig de Amerikanen te verwittigen doorheen verschillende zieners en
zieneressen vb. John Leary, Louise S. Tomkiel, Mary Jane Even,... Bij ons is
dit ook zo. Zieneressen zoals Hille Kok weten ook de gebeurtenissen.
In de States zullen de gelovige mensen naar schuilplaatsen worden
begeleid.
God heeft ons vrije wil gegeven. Het is aan ons om te kiezen : God of
Satan.
KIES NU NIET VERKEERD !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
LAAT JE GEEN CHIP INPLANTEN, ANDERS WORD JE BIJ DE BOKKEN GEREKEND !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
God weet hoeveel mensen er voor Hem zullen kiezen, maar je kunt je toch wel
inbeelden dat de grote massa al op voorhand verloren is. Alleen de rest die Gods
geboden volgt en resoluut kiest voor God, en het minder comfortabele leventje zullen
overleven.
Kortom lijden is door God niet gewild, het is de schuld van het Satansgebroed
!!!!!!!
Pater Pio heeft een stempel gedrukt op het christendom. Hij is vooral een heilige die
niet in de middeleeuwen leefde maar in modernere tijden.
Pater Pio werd op 25 mei 1887 te Pietrelcina (Italië, provincie
Benevento) geboren, als zoon van Grazio Forgione en Giuseppa de Nunzio. Bij
zijn H. Doopsel kreeg hij de naam Francesco. Toen hij 15 jaar oud was, trad hij
binnen in het noviciaat van de paters Kapucijnen te Morcone, waar hij op 22
januari 1903 ingekleed werd.
Op 10 augustus 1910 werd hij in de dom van Benevento priester gewijd.
Zijn eerste H.Mis vierde hij in de kerk waar hij gedoopt werd. Wegens zijn
zwakke gezondheid verbleef hij lange tijd thuis.
In Piëtrelcina ontving hij op 20 september 1910 de onzichtbare stigmata
en acht jaar later, op 20 september 1918 kreeg hij de zichtbare wonden van de
Heer. Dit gebeurde tijdens zijn dankzegging voor het Kruis in het koor van de
kleine kerk te San Giovanni Rotondo, na het opdragen van de H. Mis. Deze wonden
droeg hij gedurende 50 jaar in zijn lichaam.
Heel zijn leven wijdde hij aan zijn ambt als priester en biechtvader.
Hij stichtte de Gebedsgroepen en liet een ziekenhuis ter verzachting van het
lijden, Casa Sollievo della Sofferenza, bouwen. Hij stierf in geur van
heiligheid te S. Giovanni Rotondo op 23 september 1968. Hij werd heilig
verklaard op 16 juni 2002.
Uitspraken van Pater Pio
Denk eraan, dat de liefde de kern van de volmaaktheid is. Wie in de
liefde leeft, leeft in God, want God is liefde.
Bid en hoop, wind je niet op. De opwinding dient tot niets. God is
barmhartig en zal je gebed verhoren. De gebeden van de heiligen in de hemel en
van de rechtvaardige zielen op aarde zijn een parfum die nooit verloren gaat.
Heel je bestaan moet gericht zijn op Maria en Zij zal je leiden naar de
veilige haven van het eeuwige heil.
Zalig de ziel die de schoonheid bezit die God van haar verlangt. Zij
trekt niet alleen de aandacht van de Engelen maar ook die van Jezus.
Het kruis zal je niet verpletteren ! Wanneer de last te zwaar lijkt, zal
juist de kracht van het kruis je oprichten.
Zoek geen troost bij de mensen. Welke troost kunnen ze u geven ? Ga naar
het Tabernakel en stort uw hart uit voor Hem. Daar zult ge troost vinden.
Het hart en de armen van God openen zich wijder, naarmate we ons kleiner
maken door het vertrouwen.
Net als Maria moeten we dicht bij het kruis rust zoeken. Dan zal ons aan
troost niet ontbreken.
De Rozenkrans was mijn wapen.
Mijn verleden, Heer, vertrouw ik toe aan uw barmhartigheid, mijn heden
aan uw liefde, mijn toekomst aan uw Goddelijke Voorzienigheid.
Het leven van de christen is niets anders dan een voortdurende strijd
tegen zichzelf, en ontplooit zich slechts ten koste van het lijden.
God zond eens een Duif naar de aarde. De mensen wisten
niet dat God de Duif had gezonden en ze dachten : t Is niets speciaals. Gewoon
een vogel net zoals die vele anderen.
Sommigen wilden de Duif vangen om bij de rest van de
duiven te voegen. Als duivenmelker zouden ze dan proberen de Duif met een
kampioenschap mee te laten vliegen. En dan had je de mensen die de duif liever
dood dan levend hadden om ze in de kookpot gaar te stoven als cuisine du
chef.
In elk geval was de Duif nergens meer veilig. Op een
dag kwam de Duif aangevlogen en reed er juist een auto op de Duif toe. Met alle
gevolgen vandien. De Duif sloeg te pletter tegen de voorruit. En de Duif gaf de
geest... Nee, toch niet. Ze bleef versuft van de klap op het trottoir zitten. Vliegen
kon ze niet meer.
Er stapte juist een klein meisje voorbij met haar
mama. Het meisje liet de hand van haar moeder los en liep op de Duif toe. Kijk
eens mama, dit beestje is zo stil ! Het heeft waarschijnlijk pijn aan zijn
vleugel. Mag ik het duifje meenemen om te verzorgen ?
De moeder pruttelde nog tegen. Maar de magie tussen
kinderen en dieren haalt altijd de bovenhand. Ze zweeg en hielp de Duif
vasthouden. Bij de boodschappen namen ze een doos en zetten de stille, zwakke
Duif erin.
Thuisgekomen zetten ze de doos met de Duif in de
woonkamer. Kwestie om de gezondheidstoestand van de Duif op de voet te kunnen
volgen. De Duif at graankorrels en na enkele dagen was de Duif al een heel stuk
beter. En als dank voor de redding zorgde de Duif dat ze steeds in de buurt van
het meisje vloog. Vervang nu het meisje door ik en de Duif door de medemens
en verzorgen door helpen.
Ongeveer in het midden van de elfde
eeuw werd Godelieve geboren aan de Vlaamse kust, op het slot Landesvoorde in
het graafschap Boonen (= Boulogne in Frankrijk). Haar jeugd was als een sprookje.
Zowel de vader, Heer Heinfried, als de moeder, Vrouw Godiva, en al de mensen
die haar kenden koesterden een uitzonderlijke liefde voor het lieftallig
meisje. De kinderen van de lijfeigenen (= de slaven) moesten reeds zeer jong
van s ochtends tot s avonds op het veld werken. Zij kregen zelden of nooit
een lekker maal voorgeschoteld. Daarbij kwam nog dat zes nachts in kleine
povere hutjes moesten slapen. Godelieve daarentegen liep gekleed in mooie
kleedjes, snoepte aan fijne spijzen, verkeerde in ruime zalen in fijn, vrolijk
gezelschap of reed op een van de eigen paardjes door de lanen van het park.
Toch was Godelieve niet als zovele
welstellende kinderen : zij zag niet met minachting neer op de kinderen die
minder geluk hadden dan zij. Integendeel ! Zij voelde een innig medelijden met
alle arme stumperds en bovendien wou zij, zoals haar dat geleerd was, alle
mensen en vooral de noodlijdenden als broers en zusters in Christus beschouwen.
Zij wilde daadwerkelijk de christelijke naastenliefde beoefenen. Bij elke
gelegenheid bezocht de jonkvrouw de lijfeigenen om met raad en daad de mensen,
vooral de zieken, te troosten en te helpen. Iedere dag rond het middaguur trok
zij naar de keuken, haalde een vracht spijzen en ging ermee naar de slotpoort,
waar de armen al stonden te wachten om deze in ontvangst te nemen. De koks
lieten het meisje begaan en ook vader toonde begrip voor de edelmoedigheid van
zijn dochtertje. Er was immers toch genoeg.
Tot op zekere dag toen er hoge
gasten verwacht werden, een deel van de heerlijkste spijzen verdwenen was.
Reeds tweemaal was Godelieve van de keuken naar buiten gerend. De derde maal
stond plotseling haar vader voor haar met de hofmeester. De hoogachtige,
krenterige hofmeester was zich bij Godelieves vader gaan beklagen en had deze
ervan overtuigd, dat het zo niet verder kon. De tranen kwamen Godelieve in de
ogen toen zij de strenge blik van haar vader zag. Wat hield zij daar in die
schort verborgen ?
Gelaten opende Godelieve haar
voorschoot, maar grote God ! het waren geen geurende spijzen die te
voorschijn kwamen, maar wat droge houtspaanders. Stomverbaasd staarde Heer
Heinfried en de hofmeester naar de spaanders tot hij opeens begreep en ontroerd
zijn dochtertje omhelsde. Godelieve maakte zich zacht los en haastte zich met
haar vrachtje naar de poort waar zij weer dampende vleesbrokken en verse
druiven kon uitreiken.
Voor Godelieve vlogen de kinder- en
jeugdjaren vlug voorbij. Stilaan kwam de leeftijd waarop men de meisjes pleegde
uit te huwelijken. Bertolf, heer van Gistel, die gehoord had van de lieftallige
jonkvrouw van Landesvoorde en het wonder der spijzen, deed zijn
huwelijks-aanzoek en verwierf de toestemming van Godelieves ouders. Bertolf
was wel ruw van aard maar hij was adellijk, welstellend en invloedrijk.
Godelieve, die er steeds van gedroomd had als maagd haar leven toe te wijden
aan de Heer was niet gelukkig. Toen zij na het pralerig huwelijksfeest naar
Gistel moest vertrekken, besloot ze ieder offer te brengen dat de Heer van haar
verlangde.
Zij zou nog vele offers moeten
brengen. Reeds bij haar aankomst viel haar een ontzettende vernedering te
beurt. Moest gij daarom zo ver lopen, om zulke kraai hier binnen te brengen
?, verwelkomde Vrouw Izelinde haar zoon Bertolf en zijn jonge gade. Izelinde,
een feeks van een vrouw, slaagde erin Bertolf te bepraten. Vanaf de eerste dag
al verstootte hij zijn lieve, jonge echtgenote in plaats van haar met liefde te
omringen en haar bij te staan in de aanpassing aan het nieuw milieu waar ze
terecht kwam.
Godelieve werd als een assepoester
behandeld. Overal werd zij met harde, hatelijke woorden bejegend. Aan de
rijkgevulde tafels werd haar geen plaats gegund en zij moest als een gevangene
genoegen nemen met één broodje per dag. Toen men bemerkte dat zij alles met geduld
bleef verdragen en de helft van haar broodje nog wegschonk aan de armen, kreeg
Godelieve nog een half broodje. Daarnaast werd ze verplicht samen met een
dienstmeid de oogst op de akkers te vrijwaren tegen de kraaien. Maar
Godelieves geduld kende geen grenzen. Opgedragen aan God is het onbenulligste
werk verdienste-lijk.
Op zekere dag verlangde zij vurig de
H. Mis bij te wonen. Zij riep de kraaien bijeen in een schuur en slaagde erin
deze daar te houden tot zij weergekeerd was. Het dienstmeisje vertelde aan
iedereen die het wilde horen van welk wonder zij getuige was geweest, maar
Izelinde en Bertolf lieten zich niet vermurwen. Erger zelfs ! Stilaan kreeg in
Bertolfs satanische geest het plan vorm om zijn lieve gade te vermoorden.
Godelieve vluchtte naar haar vaders slot om Bertolf deze zware zonde te
besparen. De ruwe heer van Gistel, die bang was voor de wraak van de machtige
Heer Heinfried, veinsde echter berouw en beloofde beterschap zodat Godelieve
hoopvol terugkeerde.
Nu begon haar lijden pas goed. Op
zekere dag gaf Bertold twee knechten de opdracht Godelieve te vermoorden.
Terwijl Bertolf naar Brugge reisde om zijn onschuld te laten blijken werd
Godelieve door twee beulen gewurgd en daarna verdronken in het water van een
nabijgelegen moeras. Zo stierf Godelieve op 6 juli 1170 als een lam, zonder één
klacht...
Kort nadien hertrouwde Bertolf. Zijn
eerste kindje, Edith, werd blind geboren. Jaren later verscheen Godelieve aan
het meisje en schonk haar het licht in de ogen. Dat was de eerste wraak van
de martelares. Nog indrukwekkender was de tweede. Ongetwijfeld door haar gebed
bekeerde Bertolf zich, werd monnik in het klooster van St. Winocus te Bergen en
stierf pas na jarenlange boetedoening.
In 1181 leefde Franciscus als zoon van een rijke
lakenhandelaar in het stadje Assisië in Midden-Italië. Franciscus was een jonge
kerel die er van droomde te genieten van het leven. Daarvoor had hij veel geld
nodig. Overal is hij de eerste om gek te doen. Hij houdt ook van avontuur.
Daarom trekt hij met een andere ridder naar Beneden-Italië om er met de
pauselijke legers te vechten tegen de legers van het Duitse Rijk. Maar onderweg
wordt hij gevangen genomen. Zijn vader moet hem vrijkopen. Hij is 23 jaar jong,
heeft alles wat hij wenst, maar toch voelt hij zich niet gelukkig. Hij zit er
veel over te piekeren. In zijn eenzaamheid begint hij te bidden. Zijn roeping
wordt echter nog duidelijker tijdens een mis als hij het evangelie hoort voorlezen
dat handelt over totale armoede. Nu pas ontdekt hij Gods voorliefde voor de
armsten en voor hen die lijden.
Op een avond nodigde hij een hele groep armen en
sukkelaars uit zijn geboortedorp bij zich aan huis. Je kunt je voorstellen dat
ze onwennig keken naar de pracht en praal van dat huis. Maar vlug zijn ze
gerustgesteld en spreken met Franciscus over het werk, de onrechtvaardige
loonverdeling en het onrecht dat ze op alle gebieden ondergaan.
Zijn vader kan met die verkwisting van geld en goederen
van zijn zoon niet akkoord gaan. Hij is zo kwaad dat hij hem voor de rechtbank
van de bisschop laat komen. En de rechtbank besluit inderdaad dat Franciscus al
het weggegeven geld moet teruggeven. Daarop trekt hij zijn rijke kleren uit en
geeft ze aan zijn vader terug.
Hij is niet meer de jonge rijke van Assisië. In een
armoedige monnikenpij probeert jij de totale armoede te beoefenen. Hij begint
te prediken en te bedelen. Natuurlijk verwekt dat soms spot waar hij eens een
gevierde jongeling was.
Hij doorkruist zijn streek 17 jaar lang. Schoenen
bezit hij niet, geld evenmin. Nog anderen willen hem volgen en gaan met hem
leven. Met enkele gezellen sticht hij in 1208 zijn groep.
De minderbroeders, zo noemden zich de volgelingen
van Franciscus, zijn ook missionarissen geworden. Franciscus zelf reisde naar
Rome.
In 1224 werd Franciscus ziek en stierf na veel pijn
in 1226.
In mijn
kennissenkring heb ik zowel een lesbisch koppel als een homo koppel. Het zijn
allemaal toffe en lieve mensen. Ik zou ze niet willen missen.
Toch lees je dat Jezus en de hele hemel hun seksuele daden verafschuwen.
In een boodschap stond eens : Jezus : Veel homoseksuelen komen naar Mij en bidden dat hun relatie zou
lukken. Maar wat wil je dat Ik zeg ? Jezus zei hierover al in tegenwoordigheid van Maria aan een zieneres
(Veronica Lueken) : Weet je wat we met Sodom en Gomorra gedaan hebben ? We
hebben ze vernietigd !
Er zijn toch enkele punten die over homoseksualiteit moeten gezegd worden,
anders lijkt het erop dat ze zomaar kunnen verder leven zonder eens te denken
dat hun leven langer is dan dit leven. Een kerkelijk homohuwelijk is verboden,
niettegenstaande dit door sommige priesters wordt toegestaan. Maar wat wil je
als in de hoogste rangen in het Vaticaan homosexualiteit en pedofilie
voorkomen. Zij zitten niet bepaald te wachten om deze zaken te verbieden.
Als ze kinderen er willen bijsleuren dan wordt het misdadig ! Dus geen
draagmoederschap en geen adopties voor homoseksuele koppels. Ze zijn
verantwoordelijk voor hun eigen daden. Laten ze hun ding maar doen bij
soortgenoten, als dit hun keuze is ! De Amerikaanse Catherine Baxter werd door
Jezus 'rondgeleid' in de hel en zag dat alle homoseksuelen in het zwarte hart
van de hel terecht kwamen. Dolend in de extreme duisternis, alleen, liefdeloos,
om nog te zwijgen van alle andere straffen. Het is bitter om dragen, want ik
zou ze graag blijvend aan mijn zijde hebben.
Bovendien is er geen enkele eerlijke studie te vinden waaruit blijkt dat
homoseksualiteit in het DNA zit. In Amerika hebben de homogroeperingen studies
laten uitvoeren en hebben ze de studie rond het verplichte resultaat laten
uitvoeren. Het zat in het DNA. Niet dus. Jezus zei hierover aan Veronica
Lueken : Waar halen ze het ? Het is niet aangeboren. Neutrale psychiaters
zeiden dat familiale omstandigheden, de puberteit, de omgeving waar ze
opgroeiden, vrienden en vriendinnen, traumatische ervaringen de kern waren tot
het overgaan naar relaties van dezelfde sexe. Maar het is HUN KEUZE !
Hieronder
volgen uittreksels uit de boodschappen gegeven aan Veronica Lueken op
verschillende tijdstippen en doorgegeven voor publicatie aan een groot publiek.
Niet alleen bedoeld voor Amerika maar ook voor ons.
174 - HOMOSEXUALITY
"For this cause God delivered them up to shameful affections. For
their women have changed the natural use into that which is against
nature. And, in like manner, the men also, leaving the natural use of the
women, have burned in their lusts one towards another, men with men working
that which is filthy, and receiving in themselves the recompense which was due
to their error." - Romans 1:26-27
BLACK
CLOUD OVER AMERICA "In the days of Sodom,
so too were men giving themselves over to all the pleasures of the flesh:
eating, drinking, marrying, giving in marriage. All manner of sinful lusts are
being committed. Men shameful with men, women casting aside their role of
motherhood and lusting after women. As it was in the days of Sodom,
so now is this black cloud over America."
Our Lady of the Roses, July 14, 1979
"YOU
WILL BE SURELY DESTROYED" "As in Sodom and Gomorrah, mankind had gone down and given
itself over to satan. I ask you now, My children, to turn back from your road
to destruction, for you will be surely destroyed as was the time of Sodom and Gomorrah.
Homosexuality shall not be condoned. It is an abomination in the eyes of
the Eternal Father, and as such, is condemning many to hell." Jesus,
June 18, 1991
SODOM:
"WE DESTROYED IT" "And the great issue now of homosexuality in your country, that shall
be on the balance that Michael holds. Unless this balance is evened by
removing this evil from your country and bringing in just laws to prevent the
spread of homosexuality, you cannot be saved; your country cannot be
saved. Because I repeat again, as I have repeated in the past: When
a country has given itself over to immorality and all pleasures of the flesh,
and abominations of the flesh, then that country will fall! If you do not
believe Me, My children, I say: You will read your history books, and you
will find out that there was a Sodom and Gomorrah. And what
did We do to that abominable city, Sodom?
We destroyed it! And what did We do to Gomorrah? We destroyed it! And We
destroyed all who did not follow the plan for their redemption." Jesus,
November 1, 1985
LEADERS
LAX, CORRUPT "Homosexuality is rampant throughout your country and all of the
nations of the world. Your leaders are lax and corrupt. There are
very few voices with authority crying out against the sins that shall bring
destruction upon your nation and many nations of the world." Our Lady
of the Roses, July 14, 1979
"YOU
WILL BE REMOVED" "I am your God, and I say unto you: continue to change My Church
and you will fall! You will build a secular church, bringing in all--even
heretics, even homosexuals. All aberrations condemned by the Eternal
Father, you will permit in the name of humanism. Nay, no! I say
unto you as your God. You will be given a short reign, for I consider you
then an abomination, and as such you will be removed." Jesus, May 23,
1979
WOE
TO THE PASTORS "My children, can I bring you a message of joy when My heart is torn
by the murders and the loss of respect for your elders? Children against
parents, parents going about, running to and fro, marrying and giving in
marriage, living adulterously, consorting with evil, with homosexuals and
lesbians! What manner of life do you show for your children to make
example of? Woe to the parent that scandalizes his child. It is
better if that parent had died in his mother's womb! Woe to the pastors
that scandalize the children! They shall burn in an eternity of hell for
their deception!" Our Lady of the Roses, August 5, 1977
READ
YOUR BIBLES "Your word of homosexuality can be explained by the story of Sodom and Gomorrah.
Read in your Bibles or consult your clergy. Find yourselves, My children,
a humble, pious clergy. Many have fallen away from the Faith." Our
Lady of the Roses, October 6, 1992
PASTORS
HELD RESPONSIBLE "We hold the pastors of My Son's House, We hold them as being
responsible for the fall of the children. Be ye warned now, My children,
that woe to the man who has this responsibility upon his conscience and his
soul. Scandals have been brought into the lives of your children.
Perversion, homosexuality, immorality, perverted sex, My children-where shall
you stop but at the abyss!" Our Lady of the Roses, December 7, 1977
HOMOSEXUALITY
IN PRIESTHOOD "I will not stand for My priests who condone homosexuality and allow
it in My priesthood! I will not stand for My priests who allow the murder of
the unborn with their permissiveness! I will not stand by and allow My priesthood
to be destroyed!" Jesus, June 18, 1982
THEOLOGIANS "Immorality, homosexuality, and what do We hear now but permissiveness
in sex, even from the mouths of Our trained ones known as theologians?
Have you all lost your minds or your souls to satan? Human sexuality you
call it? Animal sexuality I call it! You fornicate like
animals. And why did the Father deem it necessary to intervene upon Sodom and Gomorrah?"
Jesus, November 21, 1977
AGAINST
NATURE "Homosexuality shall always be condemned, because it is against the
nature of man*; and it is a violation of all human morality, and shall
not be tolerated by the Eternal Father in the Trinity." Our Lady of the
Roses, October 5, 1985
*
"... tradition has always declared that 'homosexual acts are intrinsically
disordered.' They are contrary to the natural law." (Catechism of the
Catholic Church, #2357)
PRIESTS
UNDERMINING CHURCH "We see a church of man being built, a church that has no angels
guiding it, a church that is made, as the true Church of My Son is being
chipped away at, undermined by My Son's own priests! How dare you debase My
Son's heritage by allowing all evil to be condoned in His Church!
"You men who are formerly of the light an have
given yourselves to the darkness, you condone this foul act of homosexuality.
And why? As satan inspires you and directs you, you go about looking for
excuses for sin! You condone it with permissiveness! You have taken the
direction and the Commandments of your God and you re-evaluate! You take them to
your scholars who have heads of fog, and in your masterly, worldly way, you
delude those of less learning to believe, because of your high-sounding words
and theses, and all manner of scholarly knowledge; you delude those who do not
have the God-given knowledge to believe your rot! You even deny the truth of
what the Eternal Father did to Sodom and Gomorrah for the sin of
homosexuality.
"You who cry love your neighbor, do not twist the
truth and say that Sodom and Gomorrah fell because they were inhospitable!
Oh, no! I say unto you: hospitality had nothing at all to do with this. It was
a manner of degrading, debased sin, using a creation of the Father for vile
acts, animal acts, and far worse until your filth and pollution has entered
into the minds and souls of the young! You defilers of mankind, the skin shall
burn off of your bones soon!" Our Lady of the Roses, April 2, 1977
AN
ABOMINATION "Man shall not condone evil or rationalize sin. Homosexuality is an
abomination in the eyes of God and man! The Creator condemns those who do not
repent of this sin." Our Lady of the Roses, August 5, 1977
THE
OFFENDERS OF GOD "Laws are being made now to protect the offenders of God, the
homosexuals." - Our Lady of the Roses, June 18, 1993
SHALL
NEVER BE ACCEPTED "Homosexuality shall never be accepted. In the writings of the
good Fathers, My child and My children, you were made fully aware in the Old
and the New Testament of the Book of life and love, the Bible--you had been
made full aware of the dastardly acts of mankind, as men consort with
men. This shall not be accepted nor condoned by the Eternal Father even
if He has to send another plague upon you." Jesus, August 21,
1985
CONDEMNS
TO HELL "Homosexuality is a sin that condemns to hell! Lesbianism means
eternal damnation and banishment! Bestiality is the most foul and
heinous of crimes in the eyes of the Eternal Father. There shall be no
scientific excuse given! For each and everyone of you in mankind's reign
shall stand before the Eternal Father to be judged when you die upon earth,
when you leave your body. And what excuse will you give to Him if you do
not repent now of your sin? Do penance! His Heart is all forgiving
if you will do penance!" Our Lady of the Roses, August 4, 1979
"THAT
COUNTRY SHALL FALL" "How can a great country like the United States fall, you say, My
child? You ask Me in your heart. I read your heart. I will
tell you why. Because they have given themselves over to satan.
When a country has lost its morality and seeks the pleasures of the flesh,
giving over, themselves over, to all manner of abominations, like
homosexuality, and condoning this up the highest courts of the land, then that
country shall fall." Our Lady of the Roses, November 1, 1985
UNITED
STATES HELD RESPONSIBLE "I hold your country, My child, at fault because too few who are in
power in the government and the teachers from My Church on earth, too few are
willing to fight against the abomination of the homosexuality that is raging
throughout the United States, Canada, and the world. In no way will
homosexuality be accepted, for it means damnation and destruction." Jesus,
July 1, 1985
NOT
JUDGING "When a priest tells you that you do not have to speak up, out against
homosexuality, because you are judging another person, and you should love your
neighbor and therefore never set him up to be judged, you are not judging. If a
person is doing wrong, and you tell him in a kind manner, a charitable manner,
that they are committing a sin, and that they will lose their soul and go to
purgatory, or even hell, that is not judging. You are helping and loving your
neighbor. What is love?" Our Lady of the Roses, June 18, 1982
RAMPANT "Now I hear, I hear the prayers of many who call out for mercy because
they have the disease called AIDS. My child, make it known to them, in
writing, that this was a direct admonition by the Eternal Father for their
performing terrible acts of indecency upon earth that destroys the young souls
who follow them. I am talking, My child, about homosexuality. It is
rampant all over the earth." Our Lady of the Roses, June 18, 1990
CURE
FOR AIDS IF ... "I say again: if man will repent of his sin and discard the homosexual
life they're living, I will give them a cure for AIDS." Our Lady of the
Roses, June 18, 1990
AIDS
CURE: AS SOON AS ... "Now, My child, My Mother made it known to you about the AIDS
epidemic. There will be a cure for mankind as soon as We see the
legislative bodies and those politicians of the world, who are at this time
causing the abortions with their monies and their funding*, especially in the
United States--abortion is murder, and as such you shall all be condemned as
murderers at the time of your death unless you repent now of your sin!" Jesus,
June 18, 1990
*The
condition attached would be the enacting of legislation by the world's
politicians that would eliminate all funding of abortion.
SIN:
FORERUNNER OF WAR "For sin is always a forerunner for war, My children: murders,
persecutions, robberies, all manners of sins of the flesh, homosexuality,
lesbianism, perversion, sodomy. Sodom and Gomorrah fell for less
sins than you have committed now upon your earth. Noah took to the ark
and the world was in a better state spiritually than your world now; for you
have accepted a sophisticated manner of sin, based on man's reasoning and not
God's truth." Our Lady of the Roses, October 2, 1979
ANY
COUNTRY "Any country that allows homosexuals to roam and to seduce the young
shall be destroyed." Our Lady of the Roses, June 30, 1984
NEITHER
CHASTISE NOR CONDEMN "Red Hats, bishops, you go about earth oppressing the children of God,
but you neither chastise nor condemn the evil ones in your House, the
Church." Our Lady of the Roses, May 3, 1978
FALLEN
BISHOPS "Are you so blind that you do not recognize the acceleration of sin
among you? Murders abound, thievery, all manner of carnage, destruction of
young souls, abortion, homosexuality, condemned from the beginning of time by
the Eternal Father. Yet sin has become a way of life. Sin is condoned now, even
unto the highest judge of your land and your lands throughout the world. As you
have sown so shall you reap. Sin is death, not only of the spirit, but of the
body. Wars are a punishment for man's sin, his greed, his avarice. Pride and
arrogance is bringing down into hell mitres from My Son's House." Our
Lady of the Roses, August 14, 1981
Dit
gedeelte heb ik genomen uit het favoriete boekje van mijn vader. Een beduimeld,
oud, geel uitgeslagen, samengeplakt en nog uiteenvallend boekje over Guido Gezelle
en zijn Gedichten.
Op
1 mei 1830 werd Guido Gezelle te Brugge geboren als oudste zoon van Pieter Jan
Gezelle en Monica Devriese. Zijn vader was een rasechte Vlaming. Pier Jan die
geen Fransch en kan zei hij met trots over zichzelf. Mijn vader was nen
aardigaard (= een speciaal type) zei Guido later om aan te geven waar zijn
dichterlijke aanleg zijn oorsprong vond. Eveneens bepalend voor de aard van
zijn dichterschap waren de karaktertrekken die hij van zijn moeder had geërfd.
Zij was een ernstige, vrome tot beschouwen geneigde vrouw die wat levensschuw
was. Zij had haar stille weemoed in Gezelle overgebracht.
Toch
zullen de diepe teleurstellingen in zijn leven Gezelles zwaarmoedigheid wel in
de hand hebben gewerkt, maar ze moeten reeds aanwezig zijn geweest, want ook in
de gedichten uit de eerste gelukkige leraarsperiode is de zware ondertoon van
de melancholie te herkennen. Dat Gezelle de van vader en moeder geërfde
eigenschappen als tegengestelde krachten in zich voelde werken vindt men in verschillende
gedichten terug. Ook zijn reacties weerspiegelden nu eens een mensenschuwe
onzekerheid van optreden, en dan weer een koppigheid die vasthoudt aan het
eigen inzicht.
Gezelle
had het niet zo best getroffen : zijn vader die een bekwaam tuinman was, werd
door een algemene crisis getroffen en kwam op een steeds lagere trap van
welstand, en dat terwijl de zorgen voor het groeiend gezin toenamen. Gebrek aan
middelen, maar geen gebrek aan karakter bij deze door en door Vlaamse ouders. Ze
hadden een eenvoudige levenswijze : gehecht aan de familieband,
trouw aan de ingebakken tradities en bovenal doortrokken van het katholieke
geloof. Ook in zichzelf voelde Gezelle die waarden terug :
O
Lieden van te lande, vrienden al
die
k heel mijn leven lang beminnen zal
omdat
ik U het leven en
zoo
menig dingen schuldig ben,
die
niemand prijst dan hij die weet
wat
edele giften God den armen landman geeft !
Heel
zijn leven door zette Gezelle zijn krachten in om het Vlaamse volk besef van
eigenwaarde bij te brengen en om de aanwezige krachten tot een nieuwe bloei te
brengen. Kortom een herbloei van Vlaamse grootheid gekoppeld aan een herleving
van de Christelijke grootheid. Hierbij sloot Gezelle zich aan bij een sterk
streven in verschillende Europese landen naar de herleving van de Christelijke
Cultuur zoals in de Middeleeuwen.
De
volksschool die Guido in Brugge bezocht had nog een Noord-Nederlandse traditie.
En dit ondanks de breuk van 1830 tussen Noord en Zuid. Gezelle had er een
grondige afkeer van. Het onderwijs was primitief, maar de jongen, die een goed
verstand had, mocht verder studeren. Hij begon op College Den Dune in Brugge
zijn middelbare studies. De financiële moeilijkheden thuis maakten hier echter een
einde aan, maar Gezelle kon toch zijn studie verder zetten op het
klein-seminarie te Roeselare. Als tegenprestatie verrichtte hij
portiersdiensten. Dit stelde hem in staat om niettegenstaande de beslotenheid
van een streng gereglementeerd, verfranst instituut toch in contact te blijven
met het Vlaamse volk en de Vlaamse taal. Het was juist onder de eenvoudige
volksmensen dat de Vlaamse taal nog leefde. De hogere standen waren helemaal
verfranst. In die taal zoo zij uit de bronne vloeit, het herte en den mond des
volks, voelde hij het kloppend hart van Vlaanderen. Dan al begon hij vast te
leggen wat hij aan levend taalbezit te horen kreeg en ook zijn medeleerlingen schakelde
hij om woordjes te verzamelen. Dit portierswerk had echter ook zijn nadelige
kanten. Het slorpte veel van Gezelles studietijd op. Daarnaast zal het voor
Gezelle ook pijnlijk geweest zijn om tegelijkertijd leerling te zijn en
tegelijk ook bij het dienstpersoneel te horen. Daarbij werd hij ook nog geplaagd
met een onrust over zijn priesterroeping. Gelukkig wist zijn vader hem in eenvoudige
bewoording aan te moedigen : Stelt u in de handen van God gelijk de potaarde
in de handen van den pottebakker. Betrouwt vastelijk dat Hij van u een nuttig
vat zal maken voor hem en u zelve....
Van
1850 tot 1854 was Gezelle weer terug in Brugge, waar hij op het groot-seminarie
zijn laatste voorbereiding kreeg op het priesterschap. Het waren rustige jaren :
geen portierswerk en ook de onzekerheid over zijn roeping was verdwenen. Hij
had nu een regelmatig leven van studie en gebed. Hij kon zich nu concentreren
op zijn toekomstige taak : dichter en priester zijn. Een dubbele opdracht, maar
die door hem altijd als een onverbrekelijke eenheid in zijn roeping werd
beschouwd.
In
1854 werd Gezelle benoemd tot leraar aan hetzelfde klein-seminarie waar hij zijn
opleiding had gekregen. Boekhouden en Natuurlijke Historie behoorden tot de hem
opgedragen lessen, terwijl hij ook met het toezicht op de jongere leerlingen werd
belast. Met veel enthousiasme vatte hij zijn taak aan. Hij schakelde zelfs zijn
vader in voor het aanleggen van een tuin, waardoor hij zijn leerlingen praktijkgericht
onderwijs kon geven. Want dit is was een van de grondbeginselen van Gezelles
onderwijs : leer de jongens zelf waarnemen, activeer hun zelfwerkzaamheid. Nu
is dit een bekende methode, maar in die tijd was ze nieuw. Later paste hij zelfs
zijn methode toe op taalonderwijs.
Ondertussen
was hij hard aan het verder studeren. Homerus was misschien wel zijn meest
geliefde schrijver, maar daarnaast las hij ook andere klassieke auteurs en
bestudeerde de christelijke schrijvers van Oudheid en Middeleeuwen. Hij verdiepte zich ook in Duitse, Engelse,
Spaanse, Italiaanse en Scandinavische werken.
In
1857 kreeg hij de gelegenheid zijn verworven kennis door te geven. Hij werd
aangesteld als leraar van de poësisklas. De Latijnse themas en Franse redevoeringen
waren niet langer de saaie hoofdschotel in deze klas maar er werden werken
gelezen van Dante tot Shakespeare en van Juvenalis tot van Maerlant. Zo
onderging ook de begaafde leerling Hugo Verriest Gezelles lessen. Gezelle
spoorde de leerlingen aan hun eigen gevoelens en gedachten in de onvervangbare
moedertaal uit te drukken. De opgegeven opstelonderwerpen lagen binnen hun
belangstellingssfeer en er kwam al gauw een stroom van dichtwerk uit deze poësisklas
die, over het algemeen bijzonder talentvol was. Gezelle gaf het voorbeeld. Hij
verbeterde het werk van zijn leerlingen of vond hierin aanleiding tot het
schrijven van nieuwe gedichten. Er ontstond een vruchtbare wisselwerking tussen
de ontvankelijke klas en de bezielende meester. Toen in 1858 stierf een van
zijn leerlingen stierf, ging Gezelle met de hele klas de begrafenis bijwonen. Hij
was diep aangeslagen door dit gebeuren en in enkele dagen tijd had hij zijn
ontroering verwoord in zijn werk Kerkhofblommen.
Daarnaast
was hij ook al bezig geweest aan een uitgave van andere dichtwerken, die kort
daarna verscheen : Dichtoefeningen. Deze bundel werd opgedragen aan de
studenten van Roeselare en werd door hen enthousiast ontvangen. Buiten West-Vlaanderen
vond Gezelle nauwelijks gehoor. Toch vindt men in deze bundel het
oorspronkelijk geluid van Gezelle. Het is een wonder van frisheid naast de al
te traditionele poëzie van die dagen. Fris door de fijne zintuiglijke
waarneming die neergelegd is in een uiterst gevoelige taal.
Ook
voor Noord-Nederland was dit nieuw. Zij moesten nog wachten op de beweging van
de Tachtigers om te kunnen proeven van dit nieuw elan.
Ook
buiten de klas was Gezelles optreden totaal nieuw. Hij was voor de jongens
een vriend, die hen met goedheid en begrip benaderde. In een tijd dat de
afstand tussen leerling en leerkracht nog heel groot was, bewoog hij zich onder
de jongens bij hun sport en spel en opende zijn kamer voor wie zijn hart eens
wilde uitstorten, of in Gezelles boekenkast rondneuzen. Hij was altijd hartelijk,
maar streng als dit nodig was. Bovendien sprak, uit zijn omgang en drukke
briefwisseling met de jongens en uit de vele gedichtjes die hij voor zijn
kinderen schreef, zijn verlangen hun zielen te leiden naar God. Dit is steeds
zijn diepste bedoeling geweest.
Mocht ik met een dichtje
Uw herte
Winnen, t waar mij weerd
genoeg
dat ik dichtte en dachte
en werkte
s navonds late en s morgens
vroeg.
Maar ik zou dan weer
dat herte
dragen naar... gij weet ?...
Genoeg !
k Gev Hem wat ik win
en werke
s navonds late en s morgens
vroeg.
Hij... Hij geeft mij voor
mijn werken,
s navonds late en s morgens
vroeg,
blijdschap, meer als ooit
mijn herte
vragen kon. Genoeg !
Genoeg !
Ondanks
het diepe inzicht van Gezelle en de zuiverheid van zijn bedoelingen, kwamen er
moeilijkheden rond zijn persoon. Door zijn oorspronkelijke wijze van lesgeven
hield hij niet altijd rekening met lesroosters, exameneisen en het speciale
tempo nodig voor zwakke leerlingen. Bovendien ontstond door zijn manier van
omgaan met de jongens, tegenover wie hij soms al te goed van vertrouwen was,
een gespannen sfeer. Zowel onder de docenten als onder de leerlingen, die al
gauw partij kozen voor of tegen Gezelle. De toestand werd onhoudbaar en de
overheid greep in door hem eerst zijn poësis-klas te ontnemen en hem kort
daarna in 1860 naar Brugge over te plaatsen. Die laatste maatregel trof de van
idealen vervulde Gezelle diep. Hij heeft het knagend verdriet heel zijn leven
meegedragen.
In
Brugge werd Gezelle medebestuurder van een Engelse kostschool en, als die
opgeheven werd, leraar van het Engelse seminarie. Hij bestudeerde hun katholiek
verleden en vond in Brugge Engelse vrienden, die zijn ideaal : herleving van
een Christelijke kunst, deelden.
Verschillende
oud-leerlingen van Roeselare onderhielden nog nauw contact met hem. Als enkelen
hem vroegen de in omloop zijnde gedichten te mogen uitgeven, stemde Gezelle in
met de uitgave van Gedichten, Gezangen en Gebeden. Deze bundel bevat vele gedichten
uit zijn gelukkige tijd en ook enkele uit zijn eerste Brugse jaren, met de weerslag
van de scheiding. Deze verzameling vond opnieuw een enthousiaste ontvangst in
eigen Westvlaamse kring. Daarbuiten werd hij echter fel aangevallen : enerzijds
om Gezelles ver doorgevoerd West-vlaams taalgebruik i.p.v. algemeen Vlaams en
anderzijds van liberale zijde om het religieuze karakter van zijn werk. Maar
Gezelle werkte voort als hekeldichter. Onder de naam Spoker mengde hij zich in
de politieke strijd van die dagen. Belangrijker was zijn werk als
volksopvoeder, wanneer hij in 1865 werd benoemd tot onderpastoor van de St.
Walburgakerk. Naast zijn drukke en trouw vervulde priesterlijke plichten, begon
hij aan de uitgave van een gezinsblad Rond den Heerd, waarin hij liturgische
onderwerpen en heiligenlevens behandelde, planten en dieren beschreef en een
rubriek had met oude volksgezegden en dergelijke. Gezelle werd de bezieler van
een grote groep medewerkers, maar hij was niet in staat het financieel beheer te
beredderen. Veel te veel werk kwam op hem alleen neer en bij al zijn
priesterlijk werk groeiden de zorgen voor het blad hem over het hoofd. Hij werd
ziek. Hij was helemaal niet meer tegen de moeilijkheden opgewassen en als hij
daarbij nog hoorde dat zijn dienstbode, die op zijn naam schulden had gemaakt, roddels
over hem verspreidde, gaf hij het op en vertrok. Dit was zijn tweede diepe
ontgoocheling.
Hij
vond zijn toevlucht bij een begrijpende vriend, de deken van Kortrijk. De deken
zorgde ervoor dat Gezelle daar in 1872 tot onderpastoor werd benoemd aan de
OLVrouwkerk. Het leek erop dat Gezelle voorgoed gaat zwijgen, diep gekwetst
door het leven. Toch was het de genezende kracht van zijn diep-beleefd
priesterschap, de hartelijkheid en het begrip van goede vrienden, van
regelmatig werk en voortdurende studie die er hem bovenop hielp. Bovendien was
het verblijf te Kortrijk, stad aan de Leie, stad van de Gulden Sporenslag, stad
met een rijk verleden een aangename verblijfplaats voor Gezelle. Hij werkte
door aan de culturele verheffing van zijn volk. Hij maakte veel gelegenheidsgedichten
in die tijd en in de loop der jaren werd hij de populaire volksdichter.
Maar
zijn diepste innerlijk bleef nog gesloten, ook al kwam hij in 1880 tot een
nieuwe uitgave : Liederen, Eerdichten et Reliqua. Het is een bonte verzameling,
waarin de Eerdichten (gelegenheidsdichten) het grootste deel vormen, naast
knappe vertalingen en geestelijke verhalen in dichtvorm. Ook deze keer vond
zijn werk geen waardering buiten West-Vlaanderen. Gezelle zette zijn taalstudie
verder en gaf een nieuw blad uit : Loquela of voor allen die hen gelegen laten
aan eigene Vlaamsche tale, als uitinge van eigen Vlaamsch wezen en leven. Met
een groep van medewerkers ging hij verder met woorden te verzamelen. Voor hem
waren oude woorden meer waard dan oude gesteenten. (Na zijn dood liet hij
150.000 woordverklaringen achter)
Daarnaast
werkte hij aan de vertaling van The Song of Hiawatha, het bekendste werk van
Longfellow. In deze vertaling komt de eigen woordkunst van Gezelle duidelijk
uit; het is werkelijk een herdichten. In de verfijnde taalnuancering overtrof
hij zelfs meermaals het oorspronkelijk werk.
Zo
geraakte Gezelle langzamerhand over zijn diepe inzinking heen. De waardering
voor zijn werk begon te groeien. De priesterlijke werkzaamheden werden
geleidelijk aan verlicht, waardoor hij meer tijd kreeg voor zijn letterkundig
werk. In deze periode begon Gezelles lyrisch dichterschap open te bloeien.
Zijn dichterschap was door de jaren en het gedragen leed gerijpt tot een diepere
menselijkheid. Dit droeg bij tot een groter kunstenaarschap. Een stroom van
gedichten brak los, die in 1893 onder de naam Tijdkrans gebundeld werden. Er
werd nog nog altijd kritiek geleverd, maar Gezelle kreeg een vurig verdediger
in August Vermeylen, die hem als de
grootmeester van de Vlaamse poëzie erkende. Ook in Noord-Nederland vond hij
waardering, niet in het minst door de lezingen die Pol de Mont hield om
Gezelles werk bekend te maken.
En
steeds rijker vloeiden de gedichten uit Gezelles pen. Het jaar 1896 werd een climax.
Hij schreef niet minder dan 87 gedichten in dit jaar, sommige in een ruk op het
papier gezet, zoals in zijn eerste dichtperiode, maar de meeste pas na een lang
wordingsproces, daarna nog met zorg herkastijd en herkleed, een moeizaam
proces dat zelfs deze taalvirtuoos deed zuchten : Men doet ook niet al dat men
wilt met de woorden !. Hij was niet langer tevreden met het bundelen van zijn
gedichten in een willekeurige opeenvolging. Hij zocht in de ordening van zijn
bundels naar een weergave van de ordening die men in heel de schepping
tegenkomt. In de bundels Tijdkrans en Rijmsnoer om en om het jaar uit 1897
komt dit tot uiting. In Rijmsnoer volgt hij de opeenvolging van de maanden en de
gang van de seizoenen. Intussen trok Gezelle zich steeds meer terug, zich
concentrerend op het geestelijk leven aan de hand van de mysticus Ruusbroec uit
de 14de eeuw.
Hij
kreeg bovendien van zijn overheid de eervolle opdracht om een vertaling te
schrijven van een theologisch werk. Het vergde veel van zijn energie en Gezelle
voelde zijn lichamelijke krachten afnemen. Wanneer hij zijn aanstelling vernam
tot geestelijk leidsman in een klooster van Engelse zusters te Brugge, (een
tweede eervolle uitverkiezing) verzuchtte hij : Een oude boom en wilt niet
verplant zijn. Maar Gezelle deed zoals altijd zonder tegenspraak wat van
hem verlangd werd, al viel het afscheid van Kortrijk hem zwaar.
Slechts
korte tijd was hij in zijn geboortestad terug als hij ziek werd. Zijn neef, de
priester Caesar Gezelle, was bij hem en hoorde zijn laatste woorden, waarin
Gezelle zijn eigenzelve tekent : Ik geloof dat ik altijd geleefd hebbe in
eenvoud en oprechtheid des harten en dat ontroerende : k Hoorde zo geerne
de vogelkens schuifelen !. Op 27 november 1899 stierf Gezelle.
De
gedichten die men in zijn nalatenschap vond, uit verschillende periodes
daterend, werden als Laatste Verzen uitgegeven (1901).
Naast
objectief beschrijvende natuurgedichten, treffend door een verfijnd picturale
visie en uitblinkend door hun enorme vormkracht, vindt men hier ook verzen
waarin Gezelles diepste innerlijk opengaat. Deze natuurdichter ontleent zijn
beelden veelal aan de natuur, zoals in het hoogtepunt van de laatste bundel en
tevens van zijn gehele werk : Ego Flos.
EGO FLOS
Ik ben een blomme
en bloeie voor uwe oogen,
geweldig zonnelicht,
dat, eeuwig onontaard,
mij, nietig schepselken,
in t leven wilt gedoogen
en, na dit leven, mij
het eeuwig leven spaart.
Ik ben een blomme
en doe des morgens open,
des avonds toe mijn blad,
om beurtelings, nadien,
wanneer gij, zonne, zult,
heropgestaan, mij nopen,
te ontwaken nog eens of
mijn hoofd den slaap te biên.
Mijn leven is
uw licht : mijn doen, mijn derven,
mijn hope, mijn geluk,
mijn eenigste en mijn al,
wat kan ik, zonder u,
als eeuwig, eeuwig sterven;
wat heb ik, zonder u,
dat ik beminnen zal ?
k Ben ver van u,
ofschoon gij, zoete bronne
van al dat leven is
of immer leven doet,
mij naast van al genaakt
en zendt, o lieve zonne,
tot in mijn diepste diep
uw aldoorgaanden gloed.
Haalt op, haalt af !...
ontbindt mijne aardsche boeien;
ontwortelt mij, ontdelft
mij !... Henen laat mij... laat
daar t altijd zomer is
en zonnelicht mij spoeien
en daar gij, eeuwige, ééne,
alschoone blomme, staat.
Laat alles zijn
voorbij, gedaan, verleden,
dat afscheid tusschen ons
en diepe kloven spant;
laat morgen, avond, al
dat heenmoet, henentreden,
laat uw oneindig licht
mij zien, in t Vaderland !
Dan zal ik voor ...
o neen, niet voor uwe oogen,
maar naast u, nevens u,
maar in u bloeien zaan;
zoo gij mij, schepselken,
in t leven wilt gedoogen;
zoo in uw eeuwig licht
me gij laat binnengaan.
17
november 1898
zaan = spoedig
Wie
Gezelle leest, wordt onmiddellijk getroffen door het eigen geluid, het oorspronkelijk
karakter van zijn toon en zijn visie. Al heeft de dichter de invloeden van vele
poëten in zich opgenomen en verwerkt, bij de eerste regels herkent men dadelijk
Gezelles vaste greep op ritme en rijm, het altijd afwisselend woordenpalet
waarmee hij zijn onderwerpen schildert, zijn eigen opmerkingsgeest, die steeds
weer iets vindt waar anderen nauwelijks aandacht aan schenken.
Maar
er is meer nodig om zo vruchtbaar te worden als hij. Gezelle zou nooit zoveel
prachtige gedichten geschreven hebben als hij niet voortdurend had geluisterd. Niet
alleen luisteren naar wat anderen hem leerden, maar ook luisteren naar al de
stille woorden die de geduldige opmerkzame verneemt in de wereld rondom hem.
Deze innerlijke openheid en ontvankelijkheid voor het schone en het goede in de
mensen en in de natuur wordt als het ware tastbaar in dat kleine gedichtje,
boordevol van geluid :
Als de
ziele luistert...
Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
t lijzigste gefluister
ook een taal en teeken heeft :
blâren van de boomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stroomen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken
t diep gedoken Woord zoo zoet...
als de ziele luistert !
1859
lijzigste
= zachtste, kouten met malkaar = babbelen met elkaar, wegelen = bewegen
Voor
de religieus gevormde mens wordt in dit gedichtje kenbaar hoe scherp Gezelle
het Woord, dat in zijn Almacht alles schiep, herkende in het leven en bewegen
van de dingen in de natuur. Maar iedereen kan opmerken hoe geduldig en
volhardend zijn observatie van de natuurverschijnselen en gebeurtenissen is
geweest om tot zulke nauwkeurige beschrijvingen te komen. Niet alleen om het
verschijnsel zelf brengt hij dat geduld en die aandacht op. Het is alsof hem
een innerlijke kracht steeds drijft om, in zijn gedichten, een gesprek te
voeren met datgene wat hij herkent als het wezen van de dingen in de natuur.
De
beschrijving van het vlindertje is hem aanleiding om op eigen wijze Augustinus
woord te vertolken : Ons hart is onrustig totdat het rust in God.
Kom e keer hier
Kom e keer hier,
fliefflodderke,vlindertje
k hebbe u, k hebbe u zoo lief !
Maar t
wipte, t wupte, t en wachtte niet,
en liet mij alleene zijn.
t Was wel
van dat lief fliefflodderke,
want, hadde ik het eens genaakt,aangeraakt
ik hadde t,
het lief fliefflodderke,
k en wete niet wat gemaakt :
geen hand
van nen mensche n mocht et ooit
genaken zijn lieve kleed,
of t was en
het wierd t fliefflodderke,
het was en het wierd hem leed ;
de hand van
die t miek alleene mag
t genaken en niet beschaân,niet beschadigen
de wind van
die t miek alleene mag
er, wandelen, over gaan.
Dus, wakker
en weg, fliefflodderken,
op planten en bloeiend gers,gras
alwaar dat u
God geschapen heeft,
alwaar dat t uw woning es !
En zoekt gij
nu, kind, een zin hierin,
t fliefflodderke, wie dat zij,
uw herte is
het, alderliefste mijn,hart
ai, wat zou het anders zijn !
God miek het
u, maakt dat God alleen
kan zeggen : Dit herte is mijn,dit hart is van Mij
zoo zal het,
en anders en zal t, o neen,(God)
het uw noch gelukkig zijn !niet
Zoo zong
hij, die lang en lusteloos
gezeten had, eenen dag,
wanneer hij,
op de eerste lenteroos,
het eerste fliefflodderken zag.
1860
Het
ruisend riet brengt hem tot de gelijkenis tussen deze plant en zijn eigen
gevoelige ziel die door de gebeurtenissen van het leven heen en weer wordt
bewogen.
O t
ruischen van het ranke riet
O ! t Ruischen van het
ranke riet !
o wist ik toch uw
droevig lied !
wanneer de wind voorbij
u voert
en buigend uwe halmen
roert,
gij buigt, ootmoedig
nijgend, neêr,
staat op en buigt
ootmoedig weër,
en zingt al buigen t
droevig lied,
dat ik beminne, o ranke
riet !
O ! t ruischen van het
ranke riet !
hoe dikwijls dikwijls
zat ik niet
nabij den stillen
waterboord,
alleen en van geen
mensch gestoord,
en lonkte t rimplend
water na,
en sloeg uw zwakke
stafjes ga,stengels
en luisterde op het
lieve lied,
dat gij mij zongt, o
ruischend riet !
O ! t ruischen van het
ranke riet !
hoe menig mensch
aanschouwt u niet
en hoort uw zingend harmonij,
doch luistert niet en
gaat voorbij !
voorbij alwaar hen t
herte jaagt,t hart
hen heen
Vroeger
kwamen degeboden geregeld voor in de
catechismus, in de 70 en 80- tiger jaren sporadisch nog eens en in de huidige
tijd niet meer. Nieuwe tijden, nieuwe wetten. Maar de 10 geboden zijn de
eeuwige wetten die God zelf in de stenen tafelen heeft gegrift en aan ons
gegeven. Deze wetten zijn de springplank naar echt geluk. Ze voorkomen chaos
door de mensen een leidraad te geven hoe ze moeten leven. Maria Valtorta was
een Italiaanse zieneres en God de Vader had haar een boodschap ingegeven over
de 10 geboden. Hij zei : Als het de aarde gegeven was langer te bestaan dan
zouden die geboden NOG GELDEN !
Kortom
: ze gelden dus nu en oneindig in de toekomst !
Trouwens
hoeveel eeuwen gelden die geboden al.
Deze
geboden zijn niet afhankelijk van de toestand van de maatschappij of opinie van
mensen. God moet zich niet aanpassen aan de wetten, maar wel de mensen. Zelfs
al zijn ze niet altijd gemakkelijk om toe te passen in deze tijd. Mensen kunnen
zich niet voorstellen dat er een verandering van maatschappij zal plaats
vinden. Denk eens na, in de tijd van Mozes heeft God 40 jaar lang zijn volk in
de woestijn rond gestuurd. Dat was omwille van hun hardnekkige zondige
neigingen. Toen werden de mensen ook direct gestraft voor zonden. In deze tijd
zijn over de hele wereld miljarden keer meer zonden en in ergere proporties dan
in Mozes tijd. Waarom dan denken dat God niet meer reageert en immuun is
geworden voor de poel des verderfs ? Jaren en jaren heeft Jezus er al op gewezen
dat het kaf en het koren zullen gescheiden worden voordat het laatste oordeel
plaats heeft. Er moet rekening gehouden worden met een duizendjarig tijdperk
van vrede ! Niet iedereen kan in dat tijdperk overgaan, enkel de
GODSGETROUWEN. Bid vooral om bijstand, want vooraleer dit tijdperk aanvangt
zullen enorm zware tijden aanbreken met veel leed.
God
vraagt niet liever dan dat je de communicatie terug opent. Hij wacht.
Een
klein kind loopt naar zn moeder en vader. Wel dan ? Ga terug naar je Vader en
Moeder. Zij wachten op jouw om je in hun armen te sluiten.
Hier zijn dan de 10 geboden :
1
Bovenal bemin 1 God :
Het
is familie God voor de vrienden. God bestaat uit 3 personen. Dit zijn ze :
God de Vader :
Kennen we Hem persoonlijk ? Nee.
MAAR :We kennen Hem wel van Zijn Schepping. Hij is
de grote Schepper die uit niets iets kan voortbrengen. Hij heeft zoveel
creaties gemaakt en maakt er nog zoveel, en zal er nog zoveel maken dat we ze
niet allemaal kennen. Vooral zijn levende creaties zijn zodanig fijn en
perfect gemaakt dat we er kunnen vanuit gaan dat Hij ze met veel liefde gemaakt
heeft. De creaties die we het best kennen zijn natuurlijk de mensen. Hij heeft
onze wil, ons verstand en kennis, ons geweten enz. gemaakt. Hij dringt zich
nooit aan ons op. Vraagt geen geld. Vraagt geen onderwerping. Hij laat ons
vrij om Hem beter te willen leren kennen.
We kennen Hem ook van de innige band
die Jezus met Zijn Vader had. Zoals Hij kon er niemand Zijn Vader beschrijven.
Hij leerde ons bidden tot de grote God die Zich zo nederig opstelt naar ons
nietige mensjes.
Wij mogen Hem zelfs Onze Vader
noemen. We mogen zelfs familielid worden bij de grote familie God. God de Vader
heeft zoveel plaats voor ons in Zijn Hart. We zijn allen uitgenodigd op Zijn
grote feest.
Waarom zouden we met tegenzin naar
God gaan ? Toch niet omwille van die enkele jaartjes vals geluk op aarde zeker
! Trouwens het feest is niet gepland in de Hemel, maar op AARDE !!!!!!!!!!!!!!
God de Zoon : Toen
we in de vroegste tijden, wanneer zelfs de tijd nog jong was, als God
wilden zijn, op aanraden van de Duivel heeft de Aartsengel Michaël ons
uit het Paradijs gezet. Verboden nog te betreden. Adam en Eva wilden zich
als schepselen boven de grote Schepper verheffen. God was echt
teleurgesteld in Zijn mensen. We vielen in een diepe afgrond van labeur,
ziekte en dood. Die miserie zou worden doorgegeven van generatie op
generatie. Toch bleef God medelijden tonen met ons en Hij zocht de
Aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob op en beloofde beterschap. Hij hielp
Mozes de Egyptenaren verschalken en hielp de Hebreeuwen door de Rode Zee
trekken. Hij zou voortaan als Jahweh onder hen wonen. Hij gaf hun 10
wetten op steen gegrift. In de woestijn trok Hij mee bij de Ark van het
Verbond waarin die stenen wetten zaten. Maar er kwam geen beterschap van
het volk uit. Ze waren koppig, eigenwijs en hoogmoedig. Hij zond nog vele
profeten, rechters en koningen om het volk hun fouten in te zien en hen
iedere keer weer uit te nodigen op Zijn grote feest. De Hebreeuwen stonden
de gezondenen iedere keer weer naar het leven. Toen zond Hij Zijn Zoon
Jezus door Maria. Hij gaf ons nog eens de kans om voor Hem te kiezen.
Wat deden we ? We kruisigden Jezus.
Maar Hij overwon het lijden en de dood. Jezus kwam terug om ons te vertellen
dat alle mensen die in God geloven voor eeuwig gered zullen zijn. Wat een
geschenk ! Bij de feesttafel mogen aanzitten.
God de Heilige Geest
: Degene die overal met ons is, de stuwende kracht, de energie die van een
lauwe christen een vurige aanhanger van God maakt. De energie die straalt
als X-rays door je hart.
Degene die je nooit van de familie
God mag scheiden. Degene die je nooit mag vergeten. Hij zorgt ervoor dat je
kunt opklimmen naar de zoektocht naar God en die God in al Zijn facetten doet
kennen en begrijpen.
2
Zweer niet ijdel, vloek noch spot :
Haal
God niet naar beneden om je wereldse zaakjes voor elkaar te zien komen. God is
groter dan dat !
Span
God niet voor je kar om geld en macht te verkrijgen.
God
is meer waard dan dat !
Als
iets mislukt of niet loopt als gepland, geef God daar de schuld niet van.
God
is perfect !
Spot
niet met God.
Je
zal niet met hem moeten spotten als je nog barmhartigheid van Hem verwacht.
3
Heilig steeds de dag des Heren :
God
heeft zes dagen gewerkt. Voor ons 6000 jaar. Op de zevende dag hield hij rust.
Voor ons is die dag de zondag. Op die dag ben je uitgenodigd op de
eucharistieviering om met Hem te communiceren. Een vriend wil je regelmatig
bezoeken. Dit is de zondag. Je mag niet werken op zondag omdat je dan je leven
moet overdenken. Een bezinning over hoever je nog van de Weg, de Waarheid en
het Leven verwijderd bent. Richt je antenne op God, verander en verbeter je om
terug op Gods weg te komen. Dan weet je ook voor morgen en de rest van de week
wat te doen. Als je geloof in de week onder nul zakt, moet je zeker de zevende
dag zorgen voor een zomerse dag.
4
Vader en moeder zult gij eren :
Zie
deze mensen als makers van je lichaam en beschermers van je ziel die je van God
gekregen hebt. In het geval dat ze hun taak niet goed vervuld hebben, zullen
zij daar verantwoording moeten voor afleggen. Probeer ze niet te haten !
Zij
zijn verantwoordelijk voor de christelijke opvoeding die ze je gegeven hebben.
Zij moeten uitleggen dat boven hen een Hemelse Vader en een Hemelse Moeder
bestaan : God en Maria. Als ze dit verzaken zijn zij verantwoording
verschuldigd tegenover God zelf. Zij moeten een onberispelijk voorbeeld zijn
voor de kinderen. Anders raken de kinderen op het verkeerde pad.
De
kinderen moeten respect tonen voor hun ouders. Zij moeten dikwijls optornen
tegen de vriendjes en vriendinnetjes die een kwalijke invloed uitoefenen op hun
zonen en/of dochters. In deze tijd is dit niet gemakkelijk.
En
vooral niet in deze huidige maatschappij !
Het
moet van beide kanten komen.
Algemeen
:
Geen
dumpen van oudere mensen in rusthuizen en andere verzorgingscentra.
Respect
voor de derde leeftijd.
5
Dood niet, geef geen ergernis :
Geen
abortus, geen euthanasie, geen zelfmoord, geen andere moorden.
Geen
ergernis : de zon gaat op voor iedereen, zelfs voor je vijanden. Laat je niet
meesleuren in een oog om oog, tand om tand-systeem. Geloof in een geweldloos
systeem. Sta niemands ontwikkeling in de weg. Overdenk dat niemand slapeloze
nachten en gepieker heeft over wat jij deed naar die persoon toe. In een
relatie : grijp je partner niet naar de keel, maar bewaar de vrede. Problemen
kunnen ook opgelost worden door met elkaar te praten.
6
Doe nooit wat onkuisheid is :
Er
is enkel seks mogelijk tussen man en vrouw. Dus geen holebi-cultuur omdat het
zo ingefluisterd is door $atan. Het is de ultieme poging om Gods kinderen naar
de verdoemenis te helpen. Jezus heeft al gezegd dat homoseksualiteit niet
aangeboren is en nog minder overdraagbaar. Man en vrouw zijn geschapen om
kinderen te kunnen voortbrengen voor God. Als ze nu hun daden stoppen dan
kunnen ze gered worden en binnen enkele tijd het tijdperk van vrede binnengaan.
Uiteindelijk blijft niemand in de onperfecte toestand dat hij nu is. Bovendien
is seks enkel en alleen toegelaten binnen het huwelijk. Dit is al eeuwen zo.
Dit blijft nog eeuwen zo. U kunt de geschiedenis van Aartshertog Albrecht en
Isabella zelf lezen. Op de dag van hun huwelijk bleven zij na de ceremonie de
rest van de nacht bidden voor het altaar in de Kerk. En dit was in die tijd zelfs heel
gebruikelijk.
Voorhuwelijkse
seks mag dus niet. In deze tijd is het moeilijk haalbaar, maar toch moeten deze
wetten worden toegepast. Er komt binnen enkele jaren een nieuw tijdperk. Dan
zal er niets buiten deze wetten zijn !
Seks
maakt relaties niet beter ! Het zit precies ingebakken dat door seks mirakels
gebeuren, maar dat is niet zo.
Paus
Benedictus 16 heeft gelijk over de hele lijn. Er mogen geen
voorbehoedsmiddelen gebruikt worden. Waarom ? Wel omdat ze veel gebruikt
worden voor seks buiten het huwelijk. Daarnaast is er nog het gebrek aan
respect voor elkaars lichaam. Zoveel mogelijk erecties en orgasmes, 1000 keer
per dag aan seks denken en liefst nog doen ook. Met gelijk wie, gelijk waar,
gelijk hoe.
Als
je minder droomt van seksuele prestaties ben je als ziek of abnormaal beschouwd.
Ook
voorbehoedsmiddelen gaan er definitief uit binnen 4 tot 5 jaar. Er zal een
verandering zijn van mentaliteit en de mensen zullen meer op geestelijk vlak
bezig zijn. Dichter naar God toe. Probeer een simpele oefening : denk er al
eens aan hoe dat zal zijn !
7
Vlucht het stelen en bedriegen :
Ook
lenen en niet teruggeven is stelen. Wees altijd ter goeder trouw, zelfs al is
de andere partij het niet.
8
Ook de achterklap en t liegen :
Niet
roddelen, want dat is zoals iemand een dolk in zijn rug planten.
Leugentjes
om bestwil is ook liegen.
9
Wees steeds kuis in uw gemoed :
Maak
van je hart geen moordkuil. Laat geen broeihaarden van haat, jaloersheid en
woede toe. Gun iemand het licht in de ogen. Ook geen negatieve gedachten of
doemdenkerij die leiden tot depressies.
Ark van Noah : De
schepping werd symbolisch gespaard door van alle diersoorten een mannelijk
en een vrouwelijk beestje op de boot te zetten.
God had een Verbond met Noah, dan
beloofde God ook dat hij nooit de mensheid zou vernietigen. Hij beloofde een
NIEUWE AARDE.
Verbond met Abraham
: de nakomelingen van Abraham zullen Gods volk zijn, Zijn uitverkoren
volk.
Ark van het Verbond
: Gods verbond met de Hebreeuwen : op stenen tafelen heeft God zijn
leefregels voor eeuwig vastgelegd nl. De 10 geboden. God beloofde Zijn
volk KANAAN of het Beloofde Land.
Verbond met Koning
David : uit de stam van David zou uiteindelijk Jezus geboren worden. Gods
uitverkoren Zoon.
Ark van Maria :
Jezus werd uit haar geboren. God gaat een verbintenis aan voor alle
volkeren. In Jezus en al zijn volgelingen belooft God een NIEUWE HEMEL en
een NIEUWE AARDE. God spreekt door Jezus over zijn leefregels die nu
verfijnd worden. Het gaat niet alleen over de 10 geboden, maar ook over de Wet van
Liefde in de Bergrede. Bemin God bovenal en je naaste als jezelf. Het is geen
wedstrijd om het meest in Gods achting te stijgen of een levensstijl die het
meest tot op het bot gaat. Geloof niet dat je daardoor dichter bij God komt. In
deze maatschappij is het waanzinnig om zoiets te proberen. Johannes de Doper
groeide op in de woestijn, ga je vooral niet meten met deze superatleten.
Verbond met jouw :
NU wordt de uitverkiezing gedaan van het kaf en het koren, de slechten en
de goeden, de verdwijnende partij en de blijvende partij. Dit is de
voorlopige schifting voor binnen te komen in het tijdperk van vrede. De
definitieve schifting gebeurt na die 1000 jaar. Dan is het definitief het
einde van de aarde. Alleen de Hemel en de Hel blijven over.
De apostelen werden door Jezus aangeduid om die taak
op zich te nemen. Ze gingen allemaal op pad na Pinksteren. Dan hadden ze de
Heilige Geest ontvangen. Jezus had de Helper naar hen toegezonden. Ze namen de
taak op zich om de boodschap over de wereldbol uit te dragen.
Zij prezen de katholieke Kerk aan : een
christengemeenschap van allemaal mensen die de boodschap van Jezus hadden
begrepen en naar Jezus voorbeeld zouden leven. Petrus was het hoofd van die
Kerk geworden toen Jezus teruggekeerd was naar Zijn Vader. Christenen moeten
nog altijd de boodschap uitdragen en laten zien hoe een christen naar Jezus
voorbeeld leeft. Ieder christen moet dit doen in zijn leven en op de plaats
waar hij zich bevindt op elk tijdstip. Gesterkt door de Heilige Geest die hij
door gebed over zich roept. Dat is het belangrijkste dat Jezus van ons verlangt
als we zijn voorbeeld al nastreven en beleven.
Iedereen
wordt uitgenodigd om mensen op te vangen in het net van Jezus en Zijn
Boodschap.
Welke mensen ? Iedereen.
Welke boodschap ? Dank God, respecteer Hem en bemin
Hem als de Gever van alle leven, ook het jouwe. God heeft iedere mens als Zijn
kind op aarde gezet, waaronder jij. Daaruit volgt dat je de mensen van over de
hele wereld mag aanvaarden als je broers en zussen. En vooral dat je hen dan
ook graag ziet, want we vormen één grote familie. Iedereen is uitgenodigd om
dit te geloven en dit in daden om te zetten. Dit is een leefregel voor alle
christenen. Mensen zijn echter niet onfeilbaar. Als mensen iets
mispeuteren kunnen ze ALTIJD bij God de Vader terecht. Hij wist al hun zonden
uit. Mensen moeten onderling elkanders fouten vergeven. Vergevingsgezindheid is
een tweede leefregel voor alle christenen.
Als je volgeling van God bent, dan kan de dood je niet
raken. Je leeft erna verder (ziel). Bovendien worden alle doorstane miserie en
lijden omgezet in geluk en liefde in Gods Koninkrijk. Deze boodschap is er een
van hoop ! Als mensen dit niet aanvaarden, dan vraag je aan God om bijstand en
kracht. Vraag Hem dat Hij de mensen die dit niet willen aannemen zou helpen,
zodat ze toch ooit in hun leven een ommekeer zouden maken naar God en Zijn hoopgevende
boodschap.
Als mensen weigeren om geholpen te worden, dan ligt de
bal in hun kamp. Maar persoonlijk zou ik toch graag hebben dat iemand me
duidelijk maakt dat ik verkeerd bezig ben, voor het definitief te laat is. Ze
zullen na een tijdje wel inzien dat Jezus Weg de enige, echte Weg en Waarheid
is en die leven geeft.
Het is geen geheim, maar de mensen staan er niet bij
stil dat Jezus een huwelijksverbond heeft met Zijn Bruid. Zijn Bruid is geen
persoon, maar een groep personen : een Familie. Jezus heeft deze Familie de
Kerk genoemd. Al deze personen die in deze Kerk leven, houden van Jezus.
Jezus is de Bruidegom. Jezus is zelfs voor deze Kerk gestorven op het kruis.
Hij heeft deze Kerk leven ingeblazen door Zijn liefde en lichaam door te geven
op het Laatste Avondmaal. In de eucharistie-viering herdenken we Zijn
liefdesdaad en beamen nog steeds dat Hij onze redding en ons leven is. Zonder
deze voortdurende herdenking en het nuttigen van de hostie, dat Zijn Lichaam en
Bloed voorstelt, duwen we Jezus redding van ons af. Dan scheiden we van onze
Bruidegom en behoren we niet langer tot de Bruid.
Zoals in een huwelijk moet de Bruid (wij) respect
hebben voor de Bruidegom (Jezus). We moeten tonen dat wij Hem graag zien. Het is
een monogaam huwelijk. De Bruidegom tolereert geen andere minnaars. De
Bruidegom (Jezus) beschermt ons tegen alle slechte bekoringen en invloeden.
Jezus zag de Bruid zo graag dat Hij voor haar is gestorven. Hij geeft ons Zichzelf door de eucharistieviering, om ervoor te zorgen dat we niet verder van Hem verwijderd raken. Hij zorgt ervoor dat wij niet
sterven en eeuwig met Hem verenigt zullen zijn, als we in Hem geloven.
Verbonden door een eeuwige band : Liefde. Als we iets mispeuterd hebben dan is
Jezus bereid ons te vergeven als een goede echtgenoot, op voorwaarde dat wij
Hem alles opbiechten en proberen beter te leven.
Jezus verrijst altijd in de eucharistie en de biecht.
Eens we terug in het dagelijkse leventje staan, dan wordt Jezus terug op het
kruis genageld. Mensen die de door Jezus ingestelde eucharistie en biecht nooit
bijwonen hebben Jezus zelfs nog nooit van Zijn Kruis afgenomen. Ze kloppen maar
spijkers in Zijn Lichaam, en nog spijkers, en nog spijkers en maar kloppen.
Er zijn meer spijkers dan lichaam.
Het ontvangen doopsel zou een start moeten zijn, maar
het betekent niets, als je de andere ingestelde sacramenten van Jezus niet
navolgt.
Het woord kerk komt van het Griekse woord kuriakon
of kurikon en betekent huis des Heren.
Vandaar komt dan ons Nederlands woordje kerk, maar ook Kirche (Duits) en Church
(Engels) zijn van datzelfde woord afgeleid.
In het Frans spreekt men van église, het Spaanse,
Italiaanse en Portugese woord lijkt erop en die woorden komen van het Latijnse
woord ecclesia, dat op zijn beurt van het Griekse woord ekklesia
komt, en dat betekent : volksvergadering.
Gaan we nog wat verder in het Grieks zoeken dan vinden we dat dit woord
afkomstig is van oproepen, uitroepen,
uitnodigen... We zijn heel dicht bij de betekenis van
gemeenschap, want dit is immers een groep mensen die uitgenodigd wordt om met elkaar het goede te doen...
In het Nieuwe Testament wordt kerk in de twee
betekenissen gebruikt : denk maar aan het gebouw, aan de plaats van alle
mensen die op de uitnodiging van Christus ingaan, samenkomen. Andere schrijvers
als bv. Paulus, denken aan de gemeenschap van mensen die proberen te leven
zoals Christus het gevraagd heeft.
Het ontstaan van de kerk :
Lucas, de schrijver van het derde evangelie, vertelt
in de Handelingen der Apostelen over het ontstaan en de uitbreiding van de
eerste Kerk.
Dat ontstaan is vrij eenvoudig na te vertellen : De
Geest van Jezus (Pinksterfeest) is bij ons, we kunnen ons niet meer wegstoppen,
we kunnen niets anders dan over die Jezus verder vertellen en volgens zijn wil
leven ! Dit is het getuigenis van de eerste apostelen en dit vertellen ze
verder aan allen die het horen willen. De groep mensen die door dit getuigenis
enthousiast worden, doen met de apostelen mee en er groeit een ganse
gemeenschap die hetzelfde wil : leven volgens de opdracht van Jezus. Dit is de
eerste kerk.
Nu is zon ontstaan zoals het hier staat, gemakkelijk
verteld. Het spreekt vanzelf dat die eerste kerkgemeenschap met wat problemen
af te rekenen had, maar ze hadden steun aan elkaar. Bovendien leefden ze in de volle overtuiging van de opdracht van Jezus. Dat gaf hen sterkte en moed.
De
beker van het leven kan gevuld zijn van velerlei kwaad, maar kan voor ons tot
een beker van zegening worden doordat Jezus de beker van Gods toorn in liefde
heeft leeggedronken. Jezus veranderde de beker van Gods toorn in een beker van
zegeningen. Dat is het mysterie van de Eucharistie : datgene wat we ondervonden
als een kwelling, kunnen we voortaan ondergaan als een zegening. Ons lijden kan
niet meer beschouwd worden als een goddelijke straf. Jezus maakte van het
lijden de weg naar een nieuw leven. Zijn bloed maar ook het onze, kan nu het
bloed worden van een martelaar, als getuige van een nieuw verbond, een nieuwe
communie, een nieuwe, met God verzoende gemeenschap.
Het
heffen van de beker betekent elkaar een zegening toewensen. Wanneer de beker
van lief en leed naar anderen wordt geheven met de wens op het leven, wordt
deze beker de beker van de zegeningen. Veel mensen ervaren hun leven door God
gekweld met ziekten, verliezen, gebreken en tegenspoed. Zij denken dat hun
beker geen enkele zegening bevat. Het is de beker van Gods toorn. Een beker die
alleen maar ellende brengt. Het is niet verwonderlijk dat niemand een hechte
band wenst met een wraakzuchtige God. Hier is geen enkele zegening te
bespeuren. Maar wanneer Jezus de avond voor zijn dood de beker in zijn handen
neemt, is dit niet de beker van de gramschap maar de beker van de zegeningen.
Het is de beker van een nieuw en eeuwigdurend verbond, de beker die ons
vere-nigt met God en met elkaar in een gemeenschap van liefde. Paulus schrijft
aan de inwoners van Korinte : Ik spreek tot verstandige mensen : vorm uw eigen
oordeel over wat ik ga zeggen. De beker van de zegening, die wij zegenen, geeft
ons gemeenschap met het bloed van Christus (1 Kor.10,15-16).
Het
enorme lijden van de mensheid kan gemakkelijk worden opgevat als een teken van
Gods toorn. Als een straf. En het wordt ook vaak zo opgevat. De psalmist zegt
zelfs : In de hand van de Heer dreigt een beker vol schuimende, bittere wijn;
Hij schenkt hem uit tot de droesem toe en de boze slurpt hem leeg tot de
laatste druppel (Ps 75, 9). En wij, kijkend naar de verschrikkingen die onze
wereld teisteren, zeggen : Hoe kan er een liefhebbende God zijn als dit
allemaal gebeurt ? Een God die mensen zoveel laat lijden, moet wel een wrede,
wraakzuchtige God zijn !
Jezus
echter nam al dit lijden op Zich en hief het op aan het kruis, niet als een
vloek, maar als een zegening. Jezus veranderde de beker van Gods toorn in een
beker van zegeningen. Dat is het mysterie van de Eucharistie. Jezus stierf voor
ons zodat wij konden leven. Hij vergoot zijn bloed voor ons zodat wij nieuw
leven konden vinden. Hij gaf Zichzelf weg voor ons, zodat wij konden leven in
gemeenschap. Hij werd voedsel en drank voor ons zodat wij voor het eeuwige
leven kunnen worden gevoed. Dat is ook wat Jezus bedoelde toen Hij de beker
hief en zei : Deze beker is het nieuwe verbond door mijn bloed; hij wordt voor
jullie leeggegoten (Lc.22, 20).
Wanneer
we de beker van ons leven heffen en in het besef van onze wederzijdse
kwetsbaarheid elkaars lijden en vreugde delen, kan het nieuwe verbond tussen
ons zichtbaar worden.
Twee
stenen kun je onmogelijk samen lijmen. De lijm dringt ertussen, wordt hard en
ze valt er van tussen. Je moet mortel maken en zo de ene steen op de andere
zetten. Zo krijg je een stevige constructie. Let wel : je moet wachten tot de
mortel droog is vooraleer die stenen stevig aaneen hangen.
Uitleg
: seks als lijm deugd niet. Er moet mortel van liefde zijn, anders komt er
niets goeds van het huwelijk voort. Het huwelijk vraagt een inbreng van beide
zijden, van man en vrouw. Dat duurt een tijd vooraleer je elkaar aanvoelt en
samenwerkt, maar eens de liefde diep vanbinnen geworteld is of mortel droog is
dan kan het huwelijk tegen de huwelijksperikelen.
Papier
dat vastgelijmd is aan plastiek neemt de vorm van de plastiek over. Verkeerd !
De inzet moet van beide kanten komen, en ongeveer evenveel. Met de mentaliteit
van meer geven dan nemen, en het nodige respect voor elkaar.
Het
is onmogelijk om een baksteen met mortel aan een houten kader aaneen te hangen.
God heeft man en vrouw geschapen om door hen kinderen te hebben. Elke
lichamelijke verpakking voorziet Hij van de nodige ziel. Met mensen van gelijke
sekse kan er niets voortkomen, en is zodoende tegen Gods bedoeling met de mens.
Vader
en moeder zitten aan de uiteinden aan tafel en jij, je broers en zussen recht
tegenover elkaar in het midden. Naast je is de plaats van je zus vrij. Je vader
wijst naar je en vraagt : Zeg Tom, waar is je zus ? Jullie zijn toch thuis
gekomen een uur geleden ? Ga je zus halen anders wordt het eten koud ! Dan ga
je toch je zus direct halen uit de tuin waar ze haar skeelers aan het zoeken
was. Je bent verantwoordelijk voor je directe naasten. Zo werkt dat ook bij
God. Je moet ze bijeen krijgen. Je moet je inzetten om ze bij God te krijgen.
Vooral je kinderen, je partner en je ouders zijn directe naasten. Je bent
verantwoordelijk voor hen. Je moet je uiterste best doen om ze naar God te
trekken. Als het niet lukt, dan moet je tenminste kunnen zeggen dat je
werkelijk alles gedaan hebt om hen bij te brengen dat God hun inzet, liefde,
genegenheid en kindschap nodig heeft. Verantwoordelijkheidszin is een heel
belangrijke eigenschap die veel ellende kan besparen. Als de hele wereld
gezonde verantwoordelijkheidszin zou hebben, dan zou er geen oorlog meer zijn.
Dan zouden er geen gebroken gezinnen meer zijn. Dan zouden er geen egoïstische
trekjes in jezelf meer over blijven.
Het
spreekt vanzelf dat iedere mens een eigen wil gekregen heeft en de mogelijkheid
om te kiezen. Als ze na die inspanningen nog altijd tegenwerken zorg dan dat je
zelf niet in een draaikolk geraakt. Het is beter alleen bij God te geraken, dan
nog eens iemand verliezen aan $atan.
Te
oordelen naar de opmars van psychologen, psychiaters en de nodige
anti-depressiva is er toch een gemis, soms door het spaak lopen van relaties,
ofwel door het gemis van ouderliefde, ofwel geweld die zich in allerlei
traumas kan uiten, of iets wat ze geen naam kunnen geven. Datgene waar mensen
geen etiket kunnen opkleven zal ik maar gemis aan liefde noemen of ouders die
gefaald hebben. Veelal lopen die situaties al in vorige generaties spaak. Het
is geen reïncarnatie maar ook weer de opvoeding van generatie op generatie die
in de kindertijd begint en die te wensen overlaat. Ouders vergeten dat ze met
pure en zuivere kinderen te maken hebben en niet met doortrapte schurken.
Kinderen kunnen geestelijk kapot gemaakt worden. En dat kan voor heel hun leven
zijn. Daarom is het gebod eer uw vader en uw moeder eigenlijk onvolledig en
moet er ook bij staan stimuleer uw kinderen om kinderen van God te worden.
Daarmee wordt bedoeld dat kinderen niet het product zijn van de vader en de
moeder maar van God. Vader en moeder
zijn voedstervader en voedstermoeder. Geloof maar dat God niet mild is met
ouders die hun opvoeding verkeerd hebben aangepakt.
Geloof
is niet altijd direct werkend zoals een geneesmiddel of een therapie, maar op
middellange tot lange termijn kunnen mensen veranderen door jouw geloof. De
daders kunnen zich meestal zelfs niet herinneren dat ze voor hun verandering
een hatelijker gedrag hadden. Geloof in de hulp van hierboven, alles in hun
handen leggen, verder bidden en Jezus ontmoeten in de eucharistie zorgen voor
veranderingen die je van jezelf uit niet kunt verwezenlijken. Je moet geduld
hebben. Dit kan spijtig genoeg niet in alle gevallen verwezenlijkt worden.
Bij
geweld in relaties en mishandeling kan men niet wachten, maar moet een directe
aanpak gestart worden. Er moeten geen doden, gewonden of geestelijk verknipte
mensen vallen ! Maar toch moet je zelfs als slachtoffer terug bij God
aankloppen ! Je zult zien dat de wonden helen en dat je terug zelfvertrouwen
krijgt.
Er
is een groot verschil in vormen van aards geluk :
1.Geld en macht zijn zeker schoolvoorbeelden bij uitstek om te
catalogeren bij aards geluk, deze zijn vluchtig als ether. Die worden door
God verafschuwd. Hij heeft er al eeuwen en eeuwen slechte ervaringen mee dat
mensen die daarvoor kiezen direct in de hel belanden. Zij kiezen niet voor
God. Deze zijn nooit combineerbaar met God. Uiteindelijk moet je kiezen.
Geld en macht zijn drijfveren die dikwijls achter
handelingen of zaken schuilen, zoals verder vermeld onder carrière.
2.Gezondheid is iets van onschatbare waarde, maar dikwijls
miskend door gezonde mensen.
3.Daarnaast heb je de gewone zaken waarnaar de mens verlangt :
·Liefde, gezinsgeluk, kinderen : deze vormen van geluk zijn
perfect te combineren met God. De mens is gecreëerd om kinderen te kunnen
hebben, een gezin te stichten, liefde te geven. Natuurlijk zijn er ook mensen
die gekozen hebben om een innige band te hebben met de familie God. Deze mensen
zijn bewonderenswaardig.
qWat betreft seks : er
moet een onderscheid gemaakt worden tussen seks met liefdeen seks enkel als daad. Als seks alleen
bekeken wordt als voldoening voor de eigen behoeften, dan kun je wel denken dat
God dat zo niet ziet ! Hij heeft het als een heilige daad beschouwd. Dat moet
zo blijven ! Mensen zijn niet geschapen om als konijnen op elkaar te zitten.
Het moet een daad blijven van levenscreatie gegeven door God. Hij zorgt voor de
levensadem en de ziel. De mens voor het lichaam. Het is de ultieme uiting van
liefde tussen twee mensen die zo groot is dat er een kind uit die daad
ontstaat. Nog nooit meegemaakt dat zon belangrijke daad aan de mens wordt
toevertrouwd. Uitzonderlijk ! Trouwens God zit ook zo ineen : De liefde tussen
God de Vader en God de Zoon is zo groot dat de Heilige Geest is ontstaan als
derde persoon in de God-eenheid.
Huisje, tuintje, autootje,
en andere materiële zaken : geloof maar dat deze zaken allemaal aards
zijn. Het zijn hulpmiddelen, geen hoofddoel op zich. Het is verkeerd als
je ze nastreeft zonder God te kennen. God gaat voor alles en iedereen. Dat
moet een duidelijk punt zijn. Voorbeeld : Een huis dient om te wonen en al
de gezinsleden erin op te bergen. Een villa van een kwart miljoen Euro of
meer is echt niet nodig. Als je op zondagmorgen in plaats van naar de
eucharistieviering te komen iedere keer de hond uitlaat, dan kun je toch
wel denken wat God ervan vindt ! God ziet alleen zoals een infrarood-foto
: enkel de ziel, de rest is bijzaak. Deze zijn goed te combineren met
God, maak alleen van die zaken geen afgoden.
Carrière : als de job dient om geld te verdienen om te kunnen leven
dan is dit niet verkeerd. Maar er zijn ook gevallen waar de carrière voor
het gezin komt, een reden om overspel te plegen of om zijn macht te kunnen
tonen. Of simpelweg om geld te hebben om zijn eigen toren van babel te
financieren. Je kunt wel raden wanneer God op de tweede of derde plaats
komt, of op geen enkele plaats meer.
Hemels
geluk :
Als
je eens bekijkt waar al de martelaren en heiligen voor gestorven zijn, dan kun
je toch niet beweren dat ze waanzinnig waren of onnozel of...
Zij
waren ervan overtuigd dat God bestaat en dat Jezus gekomen is om de poort naar
de Hemel open te zetten. Ook het geloof in Maria was voor velen een bijkomend
punt om hun leven voor in te zetten.
Nu
nog altijd komen christenen om in China, Afghanistan, Oeganda,... Dit is toch
niet omdat ze een droom najagen. Overal komen ontluikende christelijke kerken
op en dit in de meest onmogelijke en vijandige omstandigheden.
Zij
stellen het eeuwige Hemels geluk ver boven dat van een kortstondig leventje op
aarde. Dit leventje kan zelfs niet tippen aan dat Hemels geluk. Mensen denken
meestal dat het niet de moeite loont of dat het zinloos is dit na te streven of
dat het iets is voor na hun dood. Niets is minder waar. Dit Rijk is dichterbij
dan je denkt. Het is nog binnen de 4 5 jaar dat dit zal gerealiseerd worden
op DEZE AARDE. HET IS GEEN DROOM ! Jezus heeft dit ondertussen al ontelbare
keren herhaald voor de reeks zieners over de hele aardbol. Durf niet te
twijfelen aan wat Jezus zelf zegt ! Blijf in elk geval in God geloven zelfs al
wordt het moeilijk, zelfs al moet je jouw leven erbij inschieten ! Krasse taal,
maar het is de WAARHEID !
Barmhartige
Jezus, Uw goedheid is oneindig en Uw genaden zijn onuitputtelijk. Ik vertrouw
grenzeloos op Uw Barmhartigheid, die Uw werken overtreft. Ik wijd me geheel aan
U toe, om in de stralen van Uw genade en Uw Liefde te leven, die uit Uw Hart
aan het Kruis ontsproten zijn. Ik wil Uw Barmhartigheid verspreiden door de
geestelijke en lichamelijke werken van barmhartigheid en bijzonder de zondaars
bekeren, arme en bedroefde zielen troosten en steunen. Wilt U mij altijd
beschermen als Uw eigendom en eer, want ik vrees al mijn zwakheid en hoop op
alles van Uw oneindige Barmhartigheid. Dat de hele mensheid de onpeilbare
diepte van Uw Barmhartigheid mag erkennen, zodat ze al de hoop erop stelt en ze
in eeuwigheid prijst. Amen.
Gebed
gericht aan de Goddelijke Barmhartigheid
Ik
neem mijn toevlucht tot Uw Barmhartigheid, milde God, U alleen bent goed. Ondanks
mijn grote ellende en mijn talloze fouten heb ik vertrouwen in Uw
Barmhartigheid, omdat U de Vader van alle Barmhartigheid en alle troost bent.
Nog nooit heeft men gehoord - zelfs de hemel en de aarde kunnen het zich niet
herinneren - dat een ziel, vol vertrouwen op Uw Barmhartigheid, in de steek
gelaten werd.
O
God van medelijden, U alleen kunt mij van schuld vrijspreken. Ik vertrouw op U
dat U me niet zult verstoten, hoe vaak ik ook vol berouw naar Uw barmhartig
Hart vlucht. Daar wordt niemand afgewezen. Zelfs de grootste zondaar niet.
O
liefdevolle Verlosser, U hebt gezegd dat hemel en aarde eerder zouden vergaan,
dan dat een vertrouwende ziel op Uw Barmhartigheid ontgoocheld zou worden.
Zorg dat geen enkele ziel, die U nadert, zich weer van U verwijdert, zonder
vergiffenis, troost en nieuwe genaden te hebben bekomen. Amen.
Rozenkrans
of Kroon tot de Goddelijke Barmhartigheid
bid dagelijks de Kroon - de priesters moeten ze de
zondaars als laatste redding aanbevelen - ontelbare genaden aan de zielen, die
hun vertrouwen in Gods Barmhartigheid stellen
Kruis : In de naam van de Vader en de Zoon en de
Heilige Geest. Amen.
1 ste kraal : Wordt eerst niet gebruikt. (later wel :
zie verder)
2 de kraal : het Onze Vader :
Onze
Vader, die in de hemelen zijt,
geheiligd
zij Uw Naam,
Uw
Rijk kome,
Uw
wil geschiede op Aarde als in de Hemel.
Geef
ons heden ons dagelijks brood,
en
vergeef ons onze schulden,
gelijk
ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en leid
ons niet in bekoring,
maar verlos
ons van het kwade.
Want van U
is het Koninkrijk,
en de kracht
en de heerlijkheid
in
eeuwigheid. Amen.
3 de kraal : het Weesgegroet :
Wees
gegroet Vrouwe van Alle Volkeren,
vol
van genade,
de
Heer is met U.
Gezegend
zijt Gij boven alle vrouwen,
en
gezegend is de Vrucht van Uw Hart : Jezus.
Heilige
Vrouwe van Alle Volkeren,
Moeder
Gods,
bid
voor ons, arme zondaars,
nu en
in het uur van onze dood. Amen.
4 de kraal : de Geloofsbelijdenis :
Ik
geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper
van Hemel en Aarde,
en in
Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die
ontvangen is van de Heilige Geest
en
geboren uit de Maagd Maria,
die
geleden heeft onder Pontius Pilatus,
gekruisigd
is en gestorven en begraven,
die
nedergedaald is ter helle,
de
derde dag verrezen uit de doden
die
opgevaren is ten hemel,
en
zit aan de rechterhand van God,
Zijn
almachtige Vader.
Van
daar zal Hij komen oordelen :
de
levenden en de doden.
Ik
geloof in de Heilige Geest,
de
heilige katholieke Kerk,
de
gemeenschap van de Heiligen,
de
vergiffenis van de zonden,
de
verrijzenis van het lichaam,
het
eeuwig leven. Amen.
5 de kraal en versierde kraal : Eeuwige Vader, ik
offer U op, het Lichaam
en
Bloed, de Ziel en de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze
Heer Jezus
Christus, tot vergeving van onze zonden en die van heel de wereld.
10 kleine kralen : Omwille van het bitter lijden van
Uw Zoon, wees
barmhartig
voor ons en voor heel de wereld.
1 ste grote kraal : Eeuwige Vader, ik offer U op, het
Lichaam en Bloed,
de Ziel en
de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer Jezus
Christus,
tot vergeving van onze zonden en die van heel de wereld.
10 kleine kralen : Omwille van het bitter lijden van
Uw Zoon, wees
barmhartig
voor ons en voor heel de wereld.
2 de grote kraal : Eeuwige Vader, ik offer U op, het
Lichaam en Bloed,
de Ziel en
de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer Jezus
Christus,
tot vergeving van onze zonden en die van heel de wereld.
10 - 3de grote kraal - 10 - 4 de grote
kraal - 10 : ga zo voort
Na de laatste 10 kleine kralen :
Op de 2de en 3 de en 4 de kraal (= driemaal) : Heilige God,
Heilige Almachtige God, Heilige eeuwige God, wees barmhartig voor ons en voor
heel de wereld.
Op de 1 ste kraal (zie begin) : O Bloed en Water, die
uit het Hart van Jezus vloeiden, als bron van Barmhartigheid voor ons, ik
vertrouw op U.
God wil de wereld redden; vandaar gaf Hij aan Zuster
Faustina de zending, de mensen op te wekken tot een onbegrensd vertrouwen in
Zijn oneindige Barmhartigheid.
Jezus
: Ik word verteerd door de vlammen van Mijn Barmhartigheid. Ik wil die
uitstorten in de harten van de mensen. Toch blijft het gebrek aan vertrouwen Mijn
ziel verscheuren, ondanks Mijn onuitputtelijke Liefde stelt men geen vertrouwen
in Mij.
Jezus
: De grootste zondaar heeft het meest recht om op Mijn Barmhartigheid zijn
vertrouwen te stellen. De ziel, die Mijn Barmhartigheid afsmeekt, schenkt Mij
een onuitsprekelijk genoegen. Ik zal haar genaden geven meer dan zij verwacht.
Een ziel, die haar toevlucht neemt tot Mijn Barmhartigheid en Mijn medelijden,
al was zij ook de grootste zondaar, kan Ik niet straffen. In Mijn onpeilbare en
ondoorgrondelijke Barmhartigheid, zoek Ik haar bekering.
Jezus
: Ik ben de Liefde en Barmhartigheid zelf. Doe alles wat in uw vermogen is om
de liefde tot Mijn Barmhartigheid te bevorderen. Ik zal aanvullen, wat U
ontbreekt. Spreek tot de wereld over Mijn Barmhartigheid. Laat allen weten dat
zij onuitputtelijk is. Dit alles is een teken, dat de laatste dagen naderen,
daarna komt de dag van Gerechtigheid. Laat hen hun toevlucht nemen tot de bron
van Mijn Barmhartigheid. Laat geen zondaar vrezen tot Mij te komen.
Jezus
: Weet dat Mijn Hart de Barmhartigheid zelf is. Vanuit deze zee van
Barmhartigheid vloeien stromen van genaden over heel de wereld. Geen ziel die
tot Mij komt, gaat van Mij heen zonder gesterkt te zijn. Alle ellenden
verdwijnen in Mijn Barmhartigheid en elke genade, die verlost of heiligt,
stroomt uit deze bron.
Jezus
: Ik wil, dat de priesters tot de zondige zielen over Mijn grote Barmhartigheid
zullen preken.
Jezus
: Zoals een moeder haar kind beschermt, zo bescherm Ik de zielen, die gedurende
hun leven het vertrouwen op Mijn Barmhartigheid zullen bevorderen en in het uur
van hun dood zal Ik niet hun Rechter, maar hun Zaligmaker zijn. In dat laatste
uur vindt de ziel om haar te beschutten alleen Mijn Barmhartigheid. Gelukkig de
ziel, die tijdens haar leven zich heeft gedompeld in de stroom van Mijn
Barmhartigheid, de gerechtigheid zal haar niet bereiken.
Jezus
: Het mensdom zal geen vrede vinden totdat het zich met vertrouwen wendt tot Mijn
Barmhartigheid. Nader tot Mijn Barmhartig Hart en Ik zal het een volledige
vrede schenken.
Op het feest van Marias Boodschap zag zij de
ontzagwekkende grootheid van Gods Majesteit en tegelijkertijd zijn oneindig
diepe afdaling tot de schepselen op de dag van de Menswording. Dan verscheen
haar Maria en sprak : Ik schonk de wereld de Verlosser, gij moet tot de wereld
in deze laatste tijden over de goddelijke Barmhartigheid spreken en hen op de
tweede komst voorbereiden. Hij zal komen niet als een Barmhartige Verlosser
maar als een rechtvaardige Rechter. Deze verschrikkelijke dag is vastgesteld.
Het is de dag van Gods Gerechtigheid. Spreek de mensen over de grote
Barmhartigheid van de Verlosser zolang het nog tijd van erbarmen is.
Bestaan van de hel :Ik, Zuster Faustina, ben op bevel van God in de afgrond van de hel
geweest om ervan te overtuigen dat de hel bestaat ! Het is een plaats van grote
folteringen en zeer uitgestrekt. Van alle folteringen die ik zag, is de
grootste het verlies van God... Ik zou gestorven zijn bij het zien van al die
pijnen, indien de Almacht mij niet had ondersteund ! Dat de zondaar weet dat
hij EEUWIG zal lijden door de zonden die hij heeft begaan. Ik schrijf dit op
bevel van God, zodat niemand zich zou verontschuldigen door de bewering dat
"de hel niet bestaat en dat er niemand is geweest".
Beeltenis van Jezus Hart met de stralen : Zuster Faustina moest een
beeltenis schilderen van de Heer Jezus en de aanroeping er bij voegen : JEZUS,
IK VERTROUW OP U. Het schietgebed hierbij is : "O Bloed en Water, dat als
een bron van Barmhartigheid voor ons uit het Hart van Jezus is gestroomd, ik
vertrouw op U." Jezus beloofde dat de ziel die deze beeltenis vereert,
niet verloren zal gaan. Hij belooft haar ook de overwinning op haar vijanden
reeds hier op aarde, maar vooral in het uur van de dood. Jezus zelf zal haar
verdedigen als Zijn eigen eer. Op de afbeelding staat Jezus Christus, die met Zijn
doorboorde linkerhand Zijn Hart aanraakt en met Zijn andere hand naar boven
wijst. Uit Zijn Hart komen rode en witte stralen. De Heer verklaarde haar wat
de twee stralen betekenen.
Jezus : De twee stralen betekenen Bloed
en Water. De witte straal symboliseert het water dat de zielen zuivert, de
rode straal betekent het bloed, dat het leven van de ziel is. Deze twee stralen
kwamen uit de diepte van Mijn liefdevolle erbarming, toen Mijn Hart in zijn
doodsstrijd aan het Kruis door een lans geopend werd.
Zuster Maria Faustina van
het Heilig Sacrament (25 augustus 1905 5 oktober 1938)
Zuster
Maria Faustina Kowalska is geboren op 25 augustus 1905 op een boerderij in het
Poolse dorpje Glocowiec, als derde van tien kinderen. Ze ontving de doopnaam:
"Helena". Haar ouders zijn Stanislaus en Marianne Kowalska. Ze zijn
arm, maar gelukkig. Als klein meisje valt Helena al op door haar eenvoudige
liefde tot de Heer en haar bekommernis om de armen. Als ze 3 jaar oud is, gaat
ze al naar school. Op haar zevende wist Helena al waar ze voor bestemd was.
Haar vrije tijd verdoet ze liever bij het Heilig Sacrament dan bij
speelkameraadjes. Ze biecht wekelijks, vast streng. Haar ouders worden kwaad
wanneer ze spreekt over de vreemde lichtverschijnselen die haar omringen.
Verzinsels, inbeeldingen. Ze proberen haar af te houden van de nachtelijke
gebedswaken waarmee ze voortdurend zichzelf tergt. Ze zien de vreemde
schittering niet in Helenas slaapkamer en die ervoor zorgt dat ze wakker
blijft.
In dit gezin is de hulp van Helena hard nodig. In 1921 ging zij op 16-jarige
leeftijd als dienstbode werken om haar ouders financieel bij te staan. Maar dan
verschijnt de lijdende Heer aan haar en vraagt of zij zich helemaal aan Hem wil
geven. Na een jaar gewerkt te hebben, maakt ze de
wens om naar het klooster te gaan aan vader en moeder bekend. Deze wordt
geweigerd. De Kowalski's zijn te gehecht aan hun lievelingsdochter. Helena
reist vervolgens in haar eentje, met de kleren die ze aanheeft en zonder hun
medeweten, naar Warschau. Bij talloze kloosters wordt ze afgewezen : geen geld
of ontwikkeling, een verwaarloosd uiterlijk, en bovendien nog een dienstmeisje
ook. Helena beschikt niet over de vereisten die indertijd van een intredende
jonge vrouw gevraagd werden. Toch komt ze uiteindelijk binnen bij de zusters
van O. L. Vrouw van Barmhartigheid. Helena treed op 1 augustus 1925 officieel
in het klooster in.
Als werkzuster vervult de jonge vrouw die bij haar
noviciaat op 30 april 1926 de kloosternaam Faustina ('gezegende') gekregen
heeft, verschillende taken. Tuinierster, portier, bakker en veel keukendienst.
Het eenvoudige, maar vrij zware werk, maakt haar gelukkig omdat ze het met
liefde voor de Heer doet. Intussen blijven haar bovennatuurlijke ontmoetingen
doorgaan. Op het feest van de
Onbevlekte Ontvangenis verscheen haar de H. Maagd, die haar mededeelde dat zij
op verlangen van God op een geheel andere wijze haar Moeder zou zijn en leerde
haar de weg naar volmaaktheid. Zij muntte vooral uit in de nederigheid, want
Maria had haar gezegd: "Nederigheid, nederigheid en nogmaals
nederigheid." Dikwijls genoot zij het gezelschap van engelen en verscheen
haar het Goddelijk Kind. Zij doorleefde het lijden van Christus alsof zij er
zelf bij tegenwoordig was en ontving verheven openbaringen omtrent het geheim
der Drieëenheid. Ze bad veel voor de zielen in het vagevuur, vaak stond God de
zielen toe haar hulp en verlichting te vragen en later haar bevrijding aan te
kondigen. Nog meer ging haar echter het lot der stervenden ter harte.
"Vandaag", schrijft ze, "zag ik Jezus in doodstrijd en Hij fluisterde
mij toe: Mijn dochter, help Mij de zielen van de zondaars te winnen. Ik begreep
hoe ik hen moest redden en bereidde mij voor op groter smarten. Mijn lijden
nam toe en ik voelde de wonden in mijn handen en voeten en zijde. Ik voelde de
haat van de zielevijand, maar hij kon mij geen kwaad berokkenen." Ze
ontvangt onzichtbare stigmata. Lijden is voor Faustina een genade. "Dikwijls",
schrijft ze, "had ik contact met de stervenden, soms met hen die op verre
afstand waren en door het gebed ontving ik voor hen de genade van het geloof in
Gods Barmhartigheid.
De eerste verschijning, die zuster Faustina
van Jezus mocht ontvangen, was te Plock (Polen) op 22 februari 1931. Zij
verhaalt als volgt:" Toen ik 's avonds in mijn cel was, aanschouwde ik
Jezus, gekleed in een wit gewaad. De rechterhand had Hij opgeheven om de Zegen
te geven, met de andere raakte Hij zijn kleed aan ter hoogte van Zijn Hart. Uit
het kleed, dat bij het Hart een weinig was geopend, schitterden twee
stralenbundels: de ene was rood, de andere wit. Stil schouwde ik op naar de
Heer. Mijn ziel was beangst, doch tevens opgetogen van vreugde. Na enkele
ogenblikken zei de Verlosser mij:" Vervaardig een beeld van Mij, gelijk
gij Mij nu aanschouwt met het onderschrift:" Jezus, ik vertrouw op U! Ik
wil dat dit beeld vereerd wordt, eerst in uw kapel en daarna in heel de
wereld." Ze is zo bevlogen
door Christus' woorden dat ze nog veel meer wil doen om zielen te redden.
"Ik voel dat ik helemaal in vuur en vlam sta. Ik zal alle kwaad bestrijden
met het wapen van de barmhartigheid. Ik trek door de wereld in haar lengte en
breedte en waag me tot aan haar uiterste grenzen en onherbergzaamste
landstreken om zielen te redden. (...) Ik wil dat ieder ziel de barmhartigheid
van God verheerlijkt, want ieder ervaart de uitwerkingen van die barmhartigheid
aan zichzelf."
Haar taak wordt het de barmhartigheid van Jezus over de hele wereld te
verbreiden. Alle priesters moeten verkondigen hoe groot de barmhartigheid van
Jezus is. Ook vraagt Jezus de bekering van de zondaars, zonder vrees mogen zij
tot Hem komen. Deze zending van de eenvoudige zuster Maria Faustina begon in
1931 en is nu wereldwijd van grote betekenis. De tweede zondag na Pasen wordt
de dag van de Goddelijke Barmhartigheid en in de hele Kerk gevierd.
Eind mei 1933 vertrekt zuster Faustina naar
Wilno. Daar onmoet ze de eerwaarde Sopocko die haar geestelijk leidsman wordt.
Na heel wat aarzelingen besluit deze de beeltenis van de barmhartige Jezus te
laten schilderen, maar hij wil weten wat de betekenis is van de witte en rode
lichtbundels die uit het Hart van de Heer stralen. Zuster Faustina ondervraagt
de goddelijke Meester en deze antwoordt: "Zij betekenen water en bloed.
Het water dat de zielen van schuld vrijspreekt, het bloed dat leven van de ziel
is. Zij vloeien uit Mijn op het Kruis doorboorde Hart. Deze stralen beschutten
de ziel tegen de toorn van Mijn Vader", d.w.z. tegen de terecht verdiende
straffen voor onze tekortkomingen. In opdracht van Jezus en
gesteund door pater Sopocko en de moeder-oversten van de verschillende
kloosters waar Faustina heen gestuurd wordt, begint zij in 1934 haar dagboek
met de mystieke ervaringen van het begin af aan op te schrijven. Het complete
werk zal uiteindelijk ongeveer 400 (gedrukte) bladzijden omvatten. Daarnaast
getuigt het van de mate waarop Faustina dag na dag, uur na uur, langzaam haar
lichaam ziet wegteren. Ze kent de waarde van het lijden: "We moeten de
gekruisigde Jezus in een lijdende ziel zien en niet een leegloper of een last
voor de gemeenschap. Een ziel die (...) lijdt, trekt meer zegeningen op het
hele klooster neer dan al de werkzusters." Zwarte gedaanten die Faustina
herkent als demonen, vallen haar aan en gillen dat ze moet ophouden met dit
werk omdat ze zielen aan hun heerschappij ontrukt. Vergeefs !
Op de zondag van het
Paasoctaaf in 1935 wordt het icoon met de beeltenis van Jezus met de rode en
witte stralenbundels uit Zijn Heilig Hart in het openbaar tentoongesteld in het
heiligdom van O.L.Vrouw van Ostra Brama en terstond manifesteert de goddelijke
Barmhartigheid zich door middel van talloze genaden van buitengewone
bekeringen.
Op vrijdag 8 december 1937
voelde Zuster Faustina sterk de nabijheid van God gedurende de H. Mis. Na de H.
Communie zag zij met een groot vertrouwen tot Hem op en vroeg Hem: "Jezus,
ik smeek U om uw oneindige Barmhartigheid, laat alle zielen die vandaag zullen
sterven voor het vuur van de hel gespaard blijven, zelfs al waren zij de
grootste zondaars. Het is vandaag vrijdag, de dag van uw bitter lijden op het Kruis.
Omdat uw Barmhartigheid oneindig is, zullen de engelen zich er niet over verbazen."
En de goddelijke Meester drukte haar inniger aan Zijn Goddelijk Hart en zei:
"Beminde dochter, gij begrijpt goed de afgrond van Mijn Barmhartigheid.
Weet, dat wat gij vraagt een grote gunst is, maar Ik zal doen wat gij
vraagt." In opdracht van haar geestelijke leider schreef zij een dagboek
in zes delen.
In februari 1938, enige
maanden voor haar dood, kreeg Maria Faustina een verschijning van de Heilige
Maagd Maria. Zij verscheen haar in een groot licht, gekleed in het wit en
omgord met een gouden ceintuur. Op Haar sluier droeg zij een gouden kroon. Op
Haar arm droeg Zij het Kind Jezus. De Heilige Maagd keek haar aan en zei: "Ik
ben de Moeder van het Priesterschap". Daarna legde Zij Haar Kind op de
grond neer, hief Haar rechterarm ten hemel op, keerde zich naar Maria Faustina
toe en zei: "Mijn God, zegen Polen, zegen de Priesters". Zij keerde
zich daarna tot de kloosterzuster en zei: "Zeg tegen de priesters, wat je
zojuist hebt gezien".
Tot aan het eind van haar leven heeft zuster Faustina werken van Barmhartigheid voor haar medemensen volbracht. Vanaf 1933 is ze door tbc aangetast. Haar meerderen zien niet onmiddellijk de ernst van het kwaad in dat de zuster in stilte verdraagt. In december 1936, terwijl de ziekte al ver is gevorderd, wordt ze naar het sanatorium gestuurd. Ze blijft daar vier maanden; vervolgens, in 1938, opnieuw vijf maanden. Ze bidt vurig voor de stervenden in haar omgeving waarin ze vaak bekeringen bewerkstelligt, zelfs onder menselijk gesproken wanhopige omstandigheden. Ze bidt tot hun intentie het "rozenhoedje voor de goddelijke Barmhartigheid" dat haar is geopenbaard op 14 september 1935.
Zuster Faustina overleed in geur van heiligheid op 5
oktober 1938 aan tuberculose in het moederhuis te Lagiewniki bij Krakau. Ze
verklaarde op het einde : "Alles wat ik gedaan heb, was
voor God en de zielen". Ze was toen 33 jaar oud. Net zo oud als haar
goddelijke Vriend, toen Hij aan het Kruis stierf. Haar feestdag wordt gevierd
op 5 oktober.
1.Joden zagen zichzelf als het
uitverkoren volk van God.
2.Het
Joodse leven was sterk door de wet bepaald.
In het Oude
Testament (= Joodse Thora) probeerde men de verhoudingtot Jahweh,
tot mensen en dingen zo volledig mogelijk vast te leggen.Als je die
wetten nauwlettend naleefde, dan pas was je een goed Jood.
voorbeeld : * reinheidsvoorschriften : geen zieken aanraken, niet metheidenen praten
* sabbatrust : geen zieken verzorgen op
sabbat
3. De echte leiders van het volk :
·Farizeeën : leken die zich apart
plaatsten om beter de Wet te kunnen dienen. Tegenover de gewone bevolking
gedroegen ze zich hooghartig en schijnheilig.
·Sadduceeën : zij voelden zich boven
het volk verheven. Ze hadden weinig contact met het volk. Ze hadden de Romeinen
graag. Uit hun groep kwamen de hogepriester (vb. Annas en Kajafas) en de leden
van de Hogeraad (=hoogste gerechtshof).
·Wetsgeleerden of schriftgeleerden :
godsgeleerden van die tijd, die als eretitel rabbi werden genoemd.
Volgorde
van de standen :1. Sadduceeën
2.
Wetsgeleerden
3.
Farizeeën
4.
VOLK
·Priesters en levieten : het
middelpunt van het godsdienstige leven was de tempel. Daar gingen vele inwoners
van Jeruzalem dagelijks bidden en de goede Israëliet wilde er elk jaar op
bedevaart gaan.
Priesterstand :1. Hogepriester
2. Priesters
: offers keuren, daarnaast hadden zeeen gewone job
3. Levieten : helpers
van de priesters
·Zeloten : ondergrondse
verzetsstrijders tegen de Romeinen. Zij ijverden voor hun land, volk en voor
hun God.
·Essenen : zij noemden zichzelf de
uitverkorenen, de heiligen, de kinderen van het licht. Zij wilden het
ideaal van de Wet ten volle beleven. Om dat te kunnen trokken ze zich uit het
openbare leven terug en leefden in gemeenschap (een soort kloosters). Daar was
alles afgestemd op de beleving van de Wet. Zij
waren fel gekant tegen de schijnheilige tempeldienst. Ze geloofden in het Rijk
van God.
4. Een wereld van onderdrukte mensen.
De Romeinen
heersten over de Joden. Er was voortdurend spanning tussen hen. Het joodse
volk droomde van vrijheid, maar was weerloos. De eigen koningen waren niet
beter en moordden naar hartelust. Het gewone volk kon alleen maar machteloos
toezien en buigen.
5. Een wereld van armoedige en uitgebuite mensen.
In het land
kwamen de tollenaars regelmatig aankloppen om de belastingop te eisen voor de Romeinen, die het geld
gebruikten om de mensen te onderdrukken. Wie teveel schulden had, kon vrouw en
kinderen als slaven zien verkocht worden en liep bovendien het risico zelf als
slaaf te koop te staan op de markt van een van de handelssteden van toen.
Ontelbaar waren ook de vele bedelaars, gehandicapten en zieken die probeerden
te leven van wat ze kregen. Groepen zwervende melaatsen trokken door het land
op zoek naar voedsel, maar ze mochten zelfs geen stad of dorp binnengaan.
Het is moeilijker te zeggen wat voordeel het mij al
gebracht heeft, dan te zeggen welk voordeel het u al gebracht heeft. Vroeger
zou ik woedend geworden zijn om een vuile streek die je met mij hebt
uitgehaald. Ik zou kwaad zijn geworden om een zoveelste leugen die je mij hebt
verteld. Ik zou jaloers geweest zijn op jou als je meer verdient, meer geluk
hebt, een goede gezondheid hebt of wat dan ook. Ik zou je waarschijnlijk
tegenwerken. Nu ben ik een overtuigd christen en bovendien ben ik nog altijd op
weg om een goed christen te zijn. Ik wil een betere persoon worden. Daarom geef
ik mensen nog kansen, zelfs als ze het verknallen. Ik ben nu niet meer jaloers
op anderen, omdat je tegenkantingen met beide handen moet aannemen als
levensles om nog een betere mens te worden. God laat deze toe om eruit te
leren. Ik weet nu dat iedereen een kind van God is en alle goedheid verdient.
En alle goede mensen komen later bij God samen. Bovendien trek ik door mijn
beter karakter meer mensen aan dan voordien. Daarom zult u het voordeel van christen zijn merken !
Als Jezus nog op aarde rondtrok, heeft Hij nooit één
letter aan het Oude Testament weggelaten of toegevoegd. Hij kende als goede
Jood alle gebruiken, alle wetteksten en het Oude Testament. Als er een fout
had ingestaan, dan had Hij het volk wel op attent gemaakt. Hij zou het
verbeterd hebben. Maar nee, integendeel, Hij zorgde voor verduidelijking van de
Tien Geboden en de wetteksten. Hij legde de nadruk erop dat de geboden er zijn
om God en de mensen graag te zien. Niet de inhoud aan banden leggen ten
voordele van de regeltjes. Hij stemde de Wet af op oneindig in tijd. Geen
modegrilletjes, maar voor iedereen en oneindig in tijd. Niet alleen voor de
Joden, maar voor alle mensen bestemd. Wat Hij niet fijn afgesteld heeft is het
scheppingsverhaal in Genesis. Blijkbaar is dit verhaal in zijn geheel goed voor
oneindig in tijd. Dus geen gezever over evolutietheorie, God schiep de wereld
in 7 dagen. (7000 jaar voor ons) Hij schiep Adam en Eva. Zij zijn niet van apen
afkomstig. Dit zou anders de grootste schande in de oneindige tijd zijn, ALS
dit zo zou zijn. Maar het is zo niet ! God heeft ons gelukkig daarvan gespaard
! Wetenschappers daarentegen zijn liever in de aap gelogeerd.
Pasen. Wolkenloze hemel. Verblindend wit licht.
Alles, de hele Schepping ademt Jezus overwinning uit. Gedaan met angst, pijn,
lijden, twijfel... Een langverwachte gebeurtenis die werkelijkheid wordt. Hoop
wordt werkelijkheid. Zie je wel, het is geen droom ! Laat de overweldigende
Liefde maar komen. Geen Kruis met nagels, maar een boom met takken en groene
bladeren. Liefde die het uitschreeuwt van blijheid en vreugde. Ons hart voelen
we groeien. Nu weten we wat liefde echt betekent. Als U in ons niet had
geloofd, dan was U voor ons niet gestorven. Dat geeft ons de moed om aan
onszelf te werken. U bent op het kruis genageld om al onze zonden definitief te
delgen. Als dank moeten wij meer ons best doen en volharden om uit onze fouten
te leren en ze te vermijden. U hebt ons gezegd dat het ons zeker lukt, als we
ons ervoor inspannen. U kent ons beter dan wie ook. U laat ons nooit in de
steek ondanks onze zwakheid. U laat niemand in de steek wat er ook is verkeerd
gelopen. U geeft glans aan ons menszijn. U geeft ons vleugels. U geeft en geeft en geeft en geeft en geeft, wordt
nooit moe te geven. Hartelijk dank. We moeten ons niet meer verstoppen achter
grote rotsen omdat we ons schamen mens te zijn. U hebt de mens geheiligd en
opgericht zodat we ons terug onder het zonlicht kunnen begeven. Zonder dat we
Gods rechtvaardige toorn in onze nek voelen. U helpt onze zondige aard
veranderen zodat we dichter bij God de Vader kunnen komen. We leggen onze
kleine handjes in Uw grote hand. U kent onze naam. U weet wie we zijn. We
kunnen zwaaien naar onze dierbare mensen die al vertrokken zijn naar hun
definitieve bestemming. We moeten ons geen zorgen meer maken over hen. Ons
lichaam is enkel verpakking, bij U zijn we terug gezond en volledig.
Jeanne d' Arc. Er komen zweetdruppels onder haar maliënkolder
vandaan. Het vaandel hangt terug tegen de stok aan. God heeft gewonnen. Ze
heeft een bovenaardse blik in de ogen. Dezelfde blik als die in de ogen van de
Romeinse christenen die de leeuwen langzaam maar zeker op hen zagen afkomen. God, vergeef de beulen. Laat het vlug afgelopen zijn.
Onze Vader die in de hemel zijt, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede. Een hartverscheurende schreeuw van een moeder. Waarom
doet het geen pijn als de jongen probeert zijn ingewanden in zijn lichaam te
houden ? Gods Geest maakt in deze ogenblikken zijn volgelingen
onoverwinnelijk. Pijn en lijden deren hem niet. Ze vertrekken naar het Beloofde
Land. Juist naar de overkant van de Jordaan. Gevoel van passie, geen spoor van fatalisme. Voor de
ongelovigen : dwaze zelfmoordenaars. Een reality-tv show om de leegte en de
decadentie van de Romeinse burgers op te vullen. Het Romeinse Rijk op zijn
hoogtepunt. Men snakte naar de nieuwtjes van de glorievolle
veldslagen en de opkomende helden. Een waanzinnige keizer erbovenop die Rome
samenhoudt van de roddel. Wie zet zijn gesetteld bestaan op het spel voor een
geheime tot ondergrondse activiteiten gedwongen sekte die is overgewaaid van
Jeruzalem ? Gestart door een rebel Jezus genaamd.
Wie zet zijn leven van jonge Franse boerendochter op
het spel om het Franse leger te gaan aanvoeren in Gods Naam, in godsnaam. In
een woelige tijd waar een leven niets waard is en legers elkaar bekampen om
grond en macht. Een tijd waar visioenen geïnterpreteerd worden als hekserij.
Een tijd waar men zijn vijanden voor de inquisitie kan brengen met als reden
hekserij. Wie zal zijn luxe-leventje opzij zetten om volgens Jezus principes
te gaan leven ?
Een kleine oude vrouw gehuld in een wit gewaad met op
het einde van de stofblauwe strepen. Twee
handen onder de brede mouwen vandaan komend. Ze verraden haar hoge leeftijd
maar tonen haar werkend en biddend leven. Ze heeft groeven in haar gezicht,
opgelopen door de vele jaren vechten in de frontlinie. Dezelfde glans in haar
ogen die van haar een passionele vrouw maken. Met een passie voor God die ze
weervindt in de hulpbehoevende, arme, lijdende mens. Ze kan nu uitrusten na een
zwaar en goedgevuld leven. Velen zetten haar werk nu verder.
Zoals gewoonlijk proberen boze tongen deze
gepassioneerde mensen in een ongunstig daglicht te stellen. En als het om
overleden personen gaat, hoor je dat soort van mensen het luidst.
Hoe is het mogelijk dat de zee is teruggevloeid na de
kruisiging van Jezus en Zijn glorievolle Verrijzenis. Jeruzalem bleef blind en
doof voor de smeekbede van Jezus om zich toch terug naar God te keren en hun
leven te veranderen. Te verbeteren. Ze verdronken in hun eigen leefregels die
mijlenver afstonden van de geest waarin de Tien geboden en wetten aan Mozes
werden meegegeven voor het woestijnvolk die op de dool was.
Bent u bereid om Jezus te volgen ? Ook als u uit uw
luie zetel moet komen ?
Deze generatie in deze tijd puilt uit van decadentie.
God is al lankmoedig genoeg geweest. Het is de bedoeling dat er nog een paar
mensen overblijven die bij God willen wonen. Als u op de rooster werd gelegd
door andersgelovigen zou u dan nog voor Jezus Christus kiezen ? Als Hij
gemarteld, geslagen, bespuwd werd en een doornenkroon kreeg opgezet en als
dieptepunt op het kruis werd geslagen voor ons heeft Hij geen ogenblik
getwijfeld om voor ons te kiezen, voor ons leven te geven. Denk daaraan.
S.O.S. : Save Our Souls is een seincode van mensen,
die in een noodsituatie verkeren, bijstand en hulp te vragen. Red onze
zielen. Deze hulp is niet alleen in noodsituaties gevraagd, maar ook in het
leven van alledag. Ons leven is een aaneenschakeling van noodsituaties. God
wordt altijd vergeten en wij spelen altijd de baas. Tot we dan op het einde van
ons leven aankomen en inzien dat God het allerbelangrijkst was. Als we zolang
wachten om erachter te komen dat God ons doel in het leven moet zijn, dan kan
het kwaad allang geschied zijn en hebben we verkeerd gekozen. Red onze ziel :
dat vragen we dan in ons stervensuur, maar eigenlijk moeten we het iedere dag
aan God vragen. Niet alleen voor ons, maar voor alle mensen. Wij zijn te zwak,
lui, wispelturig, koppig, jaloers, schijnheilig (de rij is nog niet af) om
onszelf te kunnen redden. We zijn mensen van vlees en bloed, en een offer van
ons vragen vergt heel wat energie en inzet. Laten we maar toegeven, dat we Gods
hulp meer dan nodig hebben om ons op het rechte pad te houden. Hij moet ons in
gang duwen en ons de weg tonen. Wij moeten onze lauwheid en onverschilligheid
met de grond gelijk maken. Voor de mensen die nog twijfelen : er staat Save Our
Souls en niet Save Our Bodies of Save Our Money. Ons lichaam en onze aardse
bezittingen stellen niets voor, het is de ziel dat telt.
Er was eens een land waar allemaal slakken waren.
Ieder had een mooi gevormde schelp die ze als huis meedroegen. Toch was er een
slak die geen huisje had. De slak voelde zich depri omdat iedereen met haar
lachte als ze voor de zoveelste keer nat werd van de regen. De rest kon
natuurlijk altijd schuilen. De slak richtte haar bede tot de Hemel, zeggend dat
ze toch zo ongelukkig was. Ze geloofde ondanks haar miserie toch dat er een
oplossing uit de bus zou komen. De Schepper had toch een reden om haar geen
huisje te geven, niet ? Na een tijdje kwam er een duif recht uit de hemel en
die vloog nu permanent over de slak. Nu had de slak een echte vriend en een permanente
bescherming onder de vleugels. Wat waren die andere slakken nu jaloers, maar ze
durfden toch niet meer met haar spotten !
Een
reporter vroeg aan een bewoner :Is uw
huis beschermd ?
Bewoner : Ewel, Menier, iek goan oe dat es vertelle...
Ik heb een grote brandverzekering afgesloten met de inboedel erbij. Bovendien
heb ik een alarminstallatie en een bewegingsdetector met alle nodige cameras
laten installeren. We hebben onze hond Blackie die de buurt bijeen blaft als er
een inbreker zou komen. t Is een Dobberman.Geloef et moar, komde te diecht
dan zoet ie oew hend afbeite. We hebben overal thermopan en nog eens zware
rolluiken. Dat ies al iet !
Antwoord : Toch
niet ! Zelfs al hebben ze een slotwal, muren van 2 meter dik, pinnekes-draad,
landmijnen,... dan nog is hun huis niet beschermd !
Waarom ?
Jezus heeft in verschillende boodschappen (Veronica Lueken, Hille Kok en er
zullen zeker nog boodschappen zijn) gezegd dat er boven ALLE uit-en ingangen
een GEZEGEND kruisje met Jezus gekruisigde lichaam (ofwel corpus genoemd) moet hangen.
Dit is een
ongelofelijke kleine moeite maar die levens redt.
Before you close your eyes, demanding, you better ask yourself : Did I choose something I could regret ? Did I do something I should regret ?
Als je je ogen sluit, in plaats van iets te vragen, zou je je beter eerst niet afvragen of je een keuze hebt gemaakt waarover je spijt zou kunnen hebben ? of dat je iets hebt gedaan waar je spijt zou over moeten hebben ?
Refr. Is this the place I used to call fatherland ? Is this the place I used to know as fatherland ?
Is dit de plaats die ik vaderland noemde ? Is dit de plaats die ik kende als mijn vaderland ?
The silence is illusion, stay awake ! I hear your children crying The cowards ask themselves : Did I choose something I could regret ? Did I do something I should regret ?
De stilte is illusie, blijf alert ! Ik hoor jullie kinderen huilen. De lafaards vragen zich af : heb ik voor iets gekozen waar ik spijt over zou kunnen hebben ? heb ik iets gedaan waar ik spijt over zou moeten hebben ?
Dit liedje werd geschreven voor degenen die in Duitsland Hitler hebben getolereerd en geholpen. Toch zijn keuzes en daden iets waar mensen verantwoordelijk voor zijn. Dus regelmatig je keuzes en daden afwegen hoever ze van Gods rechte weg afwijken en terugkeren de rechte weg op !
Een jongen en een meisje stonden op de luchthaven en zij vertrok voor een studiereis. Het afscheid was gekomen en zij vroeg : Vind je me mooi ? En de jongen antwoordde : Nee... Ze stond perplex en vroeg verder : Wil je voor altijd bij me zijn ? En de jongen antwoorde terug : Nee... Ze keek hem doordringend aan, maar hij keek niet naar haar. Zij vroeg echt teleurgesteld : Ga je me missen ? En de jongen antwoordde opnieuw : Nee... Het meisje kon bijna haar tranen niet bedwingen en de jongen pakte ze heel dicht en zei : Ik vind je verrukkelijk en ik wil voor eeuwig bij je zijn. Ik ga gewoon dood zonder jou. Ze wilde nog eens horen of het wel gemeend was en vroeg : Hou je van me met heel je hart ? En de jongen antwoordde : Nee, jij bent m'n hart !
1 moord met voorbedachte rade (ook : abortus, euthanasie, zelfmoord, medelijdenmoord) Medelijdenmoord zoals bij Terry Schiavo is dus niet toegelaten, water en voedsel toedienen moet in stand worden gehouden. Dat betekent dus geen machines stilleggen. 2 homoseksualiteit (waarbij nooit moet met de vinger gewezen worden, het is persoon die zelf kiest - trouwens ieder heeft genoeg aan zijn eigen fouten) 3 verdrukking van de armen 4 geen loon naar werk geven
Homes and
lives were saved from
fire, riots, terrorism, earthquakes, hurricanes, tornadoes, storms, etc...
One
apartment out of 30 was saved from a fiery destruction. Why?
March 26, 1996
Dear Our Lady of the Roses Shrine,
I have been going to Bayside for the
Anniversary of Our Lady of the Roses, Mary, Help of Mothers, since June of 1989.
I would like to share with you a personal experience during this last weekend.
Last Sunday, March 24, 1996, at 3:00 A.M., there was a big fire on #601
OFarrell, the building where I live, but I was not there. I slept at my
sisters place in South San Francisco, because the night before, we had a vigil
over at Cora Tugades place.
When I went back to my apartment
yesterday, Monday, March 25, 1996, with my older sister, and Fr. Sergio Santos,
O.F.M., a Franciscan priest who was with us at Bayside during the Silver
Anniversary of the apparitions of Our Lady of the Roses, Mary, Help of Mothers,
the maintenance man came running to meet and said: Your apartment is intact,
but all around you is disaster! When I saw your apartment, the first thought
that came to my mind was last week when you asked me to put a crucifix on top of
your door, and I was thinking, maybe that did it! My reply was: Of course
that was the reason! Would you want to put one on your door, too? His answer
was: Ill think of that.
When I went up to my floor, this I saw,
with my sister and Fr. Sergio Santos, O.P.M.:
I live on the third floor, Apt. 310:
intact, except for some wet clothes. The burned carpet stopped at my door! Fr.
Santos only said this is really a miracle. I could not say anything; I only
felt very strong goose flesh. I have been telling my friends that in Bayside,
the Blessed Mother keeps reminding us in all Her apparitions to put a crucifix
outside our front and back doors.
This is my testimony:
SOLEDAD ISABEL REYES
Dit artikel komt uit de website van de boodschappen van Bayside - Veronica Lueken
Er zijn al veel mensen die stukken overgenomen hebben
uit de New Age-beweging. Eén ervan is de meditatie-technieken overnemen met als
reden zo kun je beter jezelf leeg maken om God beter te vinden en te
begrijpen. Dit is het stomste antwoord dat je maar kunt bedenken !
God is oneindig en overal. Je moet geen onnozele
trucjes toepassen om bij God te komen. Meestal worden die trucjes de hoofdzaak
en God bereiken de bijzaak. Je wordt er nooit beter van. God is christelijk en
blijft christelijk. Hij staat boven elke vorm van meditatie.
Meditatietechnieken maken het bidden NIET BETER, wat zen-mannen en
boeddha-freaks ook mogen beweren. Bovendien kun je God nooit helemaal
doorgronden, daarvoor is Hij te groot. God vraagt aan iedereen wat in hun
bereik ligt. God is voor iedereen bereikbaar.
God vraagt geen leeggemaakte mensen, maar mensen vol
van emotie en warrig van meegemaakte ervaringen, drukte van alledag, ook
problemen horen daarbij. God heeft mensen geschapen om dat mee te kunnen maken.
Hij wil geen lege mensen, maar volle. Hij hoopt op veel verscheidenheid van
mensen. Klagers, optimisten, humoristen, depressieven, mensen die van een klein
probleem een kanjer van een probleem maken, vertellende mensen, mensen die
anderen voortduwen, enz. Iedereen is verschillend. Daar houdt Hij juist van.
Het is misschien een stom voorbeeld, maar Hij heeft niet alleen vissen
geschapen, maar ook zoogdieren en vogels... Bovendien wil God de door de Duivel aangedane miserie van iedereen
ongedaan maken, als je maar naar Hem toekomt !
De beste manier om afleiding te vermijden is met Hem
te praten, dan heb je geen tijd meer om af te dwalen. En als de dingen rond je
in jouw hoofd blijven spoken, spreek dan met God erover. Tot ze uitgepraat
zijn. Je krijgt het gevoel terug dat Hij met je bezig is en dat Hij luistert.
Hij luistert ALTIJD, zelfs al krijg je geen antwoord. Je zult wel merken dat
Hij heeft geluisterd doorheen toevallige situaties die je meemaakt, door de
juiste mensen rond je te zetten enz. Problemen zullen op korte of middellange
termijn wel opgelost geraken en problemen van lange duur zullen niet zo zwaar meer
op de maag liggen en draaglijker worden. Want God zet altijd een raam open als
de deur achter je dichtvalt.
Als je een periode hebt dat de communicatie met God
wat aan het verwateren is, specialisten noemen dit een dorre periode, maak er
dan geen hopeloos probleem van. Het is een menselijk probleem. God maakt er
geen probleem van. Hij ziet je daarom niet minder graag. Hij wil het allerbeste
voor jou. Blijf ondertussen wel de eucharistieviering bijwonen. Zo krijg je de
noodzakelijke goddelijke voeding binnen. Probeer terug met God contact te
zoeken van zodra je er terug klaar voor bent. Tijd met God doorbrengen, pratend
of biddend of zelfs zingend of zwijgend en nadenkend, is altijd goed
doorgebrachte tijd. Die tijd is nooit zinloos.
Belangrijk : de rozenkrans wordt aanbevolen door Maria en Jezus als middel tot
overdenking of meditatie over de hoofdpunten in het christelijk geloof nl.
het leven van Maria en Jezus, de eeuwige Trooster (= Heilige Geest), de relatie
tot God de Vader.
Anno 200 jaar voor Christus. Inderdaad, het is een
verhaal uit het Oude Testament. Toen was Jezus nog niet geboren. De mensen
hadden de volheid van Gods barmhartigheid nog niet ervaren. Dat kwam met de
geboorte van Jezus. Het verhaal is een beetje aangepast om de hoofdzaken en
lessen beter naar voor te doen komen. Uiteindelijk wisten de mensen nog niets
over Gods voorziene heilsplan met de mensen. Nu moeten mensen die lijden vooral
opkijken naar Jezus. Zijn leven ging niet over rozen. Op het einde werd Hij
zelfs aan het kruis genageld. Zijn lijdensweg is een toonbeeld voor de lijdende
mens.
Op de meeting buiten de aarde
Satan was aanwezig. Hij was jaloers, zoals altijd,
omdat hij Jobs ziel niet kon afnemen van God. Hij gooide het dossier op tafel.
Satan
: Zeg God, het is niet moeilijk dat hij zo aan U plakt : geluk schijnt hem in
de ogen. Natuurlijk dat hij U voortdurend dankt. Hoe zou het ook anders kunnen.
Ik had zelf niet anders verwacht. Maar wacht, ik zal hem eens zn geluk
afpakken ! Zien of hij dan nog altijd achter U loopt !
God
: Wedden van niet ? Maar ach, je weet dat Ik niet wed. Ik ben zeker van mijn
zaak : hij blijft trouw aan Mij !
Satan
: Ja ja, allemaal praatjes !
Op aarde
Job was een rijke burger, maar hij had een gouden
hart. Hij deelde van zijn rijkdom mee aan degenen die in zijn familiebedrijf
van pottenbakkerij werkten. Hij was enorm gastvrij. Hij hielp zijn medeburgers
waar hij kon. Hij had zn geld al werkend verdiend. Zn vrouw en kinderen
hadden een goede vader aan hem. Tot het noodlot toesloeg : Jobs pottenbakkerij
brandde af. Zijn pottenbakkerij, waar hij al zijn werk had ingestoken.
Bovendien werden zijn kamelen gestolen. Toch maakte Job God geen verwijten en
verdroeg de tegenslagen.
Terug op de meeting
Satan ijsbeerde door de kantoorruimte.
Satan
: Het is nog altijd hetzelfde ! Maar laat hem eens ziek worden !
Wedden dat hij anders piept ?
God
: Toch niet.
Satan
: Wees toch niet zo voorspellend !
God
: Sorry, zo ben Ik !
Op aarde
Job werd nu door melaatsheid getroffen. Hij probeerde
in het begin geen verwijten aan Gods adres te maken, maar de mensen in zijn
omgeving zetten hem onder druk. Zn vrouw noemde hem een idioot. Zijn vrienden
(Jona, Jelle, Jozua) kwamen op bezoek om hem te troosten, maar Job vervloekte
zichzelf en de dag dat hij was geboren. Waarom moest uitgerekend juist hem nu
zoiets overkomen !
Jona
: Jij, die ons altijd aanmoedigde om te blijven geloven als het geluk ons de
rug toekeerde... Zou je jouw eigen raad eens niet opvolgen ?
Blijf in God geloven en leg je leven in Zijn handen.
Hij is de Redder.
Job
: Ja, ja, dat Hij me maar hoop geeft ! Ik heb nu eens recht van klagen. Probeer
me niet op te monteren. Ik ben verloren, moedeloos,... Dat de dood mij maar
vlug komt halen, niets heeft nog zin !
Jelle
: Wat een onzin ! God is rechtvaardig en beloont loon naar werken. Je weet dat
zonden worden bestraft. Hou je aan God vast en je zult je geluk wel
terugvinden.
Job
: Je hebt gelijk. God is oneindig veel groter dan een simpele mens. Al wat Hij
vraagt gebeurt. Je kunt niet van God winnen. Wat ik wil, is van geen tel. Ik
heb niet gezondigd. Ik heb recht van spreken, want ik ben onschuldig. Moet Ik
Hem dan nog smeken om genade, zelfs al heb ik niets misdaan ?
Hij doet mij pijn, en ik weet niet waarom ! Zie je,
het maakt geen verschil of je nu zondigt of niet, Hij treft je toch. Bovendien
ben ik bang om te lijden en af te zien. Zelfs jullie denken dat ik veel
gezondigd heb, en het is gelogen.
God, zeg, praat tegen mij en zeg me wat ik misdaan heb
! Ben je van plan om mij te vernietigen ?
Jozua
: Nu ga je echt te ver ! Jij verzet je tegen God ! Ik ben zeker dat God je
rekenschap vraagt over hetgeen je al mispeuterd hebt. Je moet niet denken dat
je kunt ontkomen aan God of je verbergen voor God. Doe geen kwaad meer en strek
je armen naar God uit !
Job
: Is dat nu jullie uitleg ? Stop met raad te geven, want ik hoef jullie raad
niet ! Jullie staan niet in mijn schoenen, hoe kun je dan zoiets zeggen. Ik
weet zeker dat God geen ongeluk geeft aan iemand die rechtvaardig leeft. Ik wil
alleen vragen waarom Hij me nog slechter dan een vijand van God behandelt. Als
ik iets misdaan heb, moet Hij het me zeggen !
Jona
: Door zo te reageren, raak je verder van God verwijderd ! Is Gods troost niet
voldoende ?
Job
: God heeft gezien dat ik geen zonden begaan heb. Hij zal me wel verdedigen. Ik
ben onschuldig ! Ik verdien beter dan dat ! Ik zal in elk geval genoeg erover
zagen tegen Hem !
Jelle
: Goed wordt met goed vergolden en kwaad met kwaad.
Job
: Mooie vrienden zijn jullie ! Ik heb het al gezegd, ik heb geen kwaad gedaan.
Jullie zouden beter naar me luisteren in plaats van mij te beschuldigen ?
Iedereen heeft me de rug toegekeerd. Ergens weet ik dat ik twijfel aan God en
dat de fout bij mij ligt. Maar ik smeek om recht en dat Hij mij mijn geluk
teruggeeft. Ik weet dat Hij mij terug zal helpen. Jullie zeggen : hij zal al
die miserie wel verdiend hebben, stelletje leugenaars !
Jozua
: Luister Job, je heb je liederlijke leventje wel gehad. Als je de men-sen uitgeperst
hebt om rijkdom te vergaren, dan kun je wel denken dat die vreugde maar van
korte duur is. Je had zeker nooit geld genoeg ? En je liefhebberijtjes kwamen
zeker voor Gods Dienst ? Het is niet moeilijk dat je dan zo door ongeluk wordt
getroffen !
Job
: En nu beschuldigen jullie mij ook nog van onrecht gedaan te hebben ?
Leugenaars, jaloerse mensen !!! Jullie wensen mij
ongeluk toe ! Mensen die God niet kennen of niet willen kennen hebben het ook
goed, net als degene die God midden in hun leven stellen. Goddelozen krijgen
ook geluk, net als de Godlievende mensen ! God kijkt niet naar de persoon aan
wie Hij geeft, want Hij geeft aan iedereen. De zon komt op voor de goeden
alsook voor de slechten.
Jona
: En toch blijf ik erbij : je zult wel veel kwaad op je kerfstok hebben, dat
God je zo treft. Sluit vrede met God !
Job
: Ik zou willen weten wat Hij eigenlijk wil. Als hij me verder duwt, zal Hij me
toch niets ten laste kunnen leggen. In tegenstelling tot wat jullie beweren,
ben ik onschuldig. Waarom weet God het tijdstip alleen en mogen zijn vrienden
het tijdstip niet weten wanneer Hij ingrijpt ? Ik kan het Hem zelfs niet
vragen, want Hij laat zich niet zien.
Jelle
: Zeg nu zelf : kan een mens rechtvaardig en onschuldig zijn tegenover God ?
God is machtig en Hij zal de mens wel dwingen tot een vredesverdrag met Hem.
Denk eraan : je bent en blijft een simpele aardworm !
Job
: Ik word er zo moe van : Ik ben onschuldig. Ik lieg niet. Ik blijf volhouden
dat ik onschuldig ben en dit niet heb verdiend. Als dit met mij gebeurt, wat
krijgt een zondaar dan op zijn boterham...
Vroeger had ik een leuke tijd, toen God nog over mij
waakte en mij niet in mijn ongeluk liet lopen. Hij maakte mij gelukkig en tot
hetgene wat ik was. Hij zette mij aan om niet aan mijzelf te denken, maar aan
anderen. Ik respecteerde God en vermeed het kwade op te zoeken. Mijn situatie
is nu grondig veranderd : iedereen is nu tegen mij. God antwoordt niet als ik
om hulp roep. Ik kan mijzelf niets verwijten.
Nu kwam een godminnende profeet hem opzoeken, als zijn
vrienden terug naar huis waren. Zijn naam was Eli.
Eli
: Wel Job, toen je me jouw verhaal vertelde, was ik er ondersteboven van. Niet
in de goede zin, maar wel in de kwade zin. Meen je nu echt in je recht te zijn
bij God ? In elk geval jouw drie vrienden moet je niet meer binnen laten, want
ze hebben een heel slechte invloed op je. Ze beschuldigen je nog voor dingen
die je niet gedaan hebt. Nu geef ik je een hoop argumenten, zodat je nog eens
over je standpunt zou nadenken. Je zult een ander mens worden. Ik garandeer het
je ! Denk eraan :
God is groter dan de mens. Wie denk je wel dat je bent
?
God houdt niet op met tegen jou te spreken, maar
luister je eigenlijk wel ?
Of doe je wat je graag doet : je eigen zin ?
God wil de mens waarschuwen voor de afgrijselijke
hoogmoed. Ik noem dit het IK BEN syndroom. Moeilijk uit te roeien ! God kan
dit zo genezen, maar je moet mee willen werken !
God is oneindig barmhartig en laat de mens nog toe om
in zijn eigen gekozen ongeluk te lopen. Hij doet er echt alles aan om je te
waarschuwen voor de eeuwige hel. Hij vindt genade zelfs in de moordenaar die op
het laatst schreeuwt dat hij berouw heeft over zijn daad en dat hij alles had
willen veranderen ten goede. Bovendien straft God altijd minder dan de mens
eigenlijk verdient. Hij houdt de godlievende mens vast, dat hij niet in de
oneindige afgrond valt. Hij schenkt de mens telkens weer het leven en de
liefde. Je moet niet bij de pakken blijven zitten, maar je moet altijd terug in
Gods gunst willen komen. Hij houdt van jou, hou ook van Hem.
God behandelt iedereen gelijk. God is rechtvaardig.
Hij heeft de rechtvaardigheid uitgevonden. Hij is de Maker ervan. Zijn leuze
is : loon naar werken, vergelding naar daden, maar Hij is rechtvaardig. En denk
niet dat Hij je niet hoort of ziet. God is God : voor Hem is er niets
verborgen, ook het onzichtbare niet. Je kunt voor Hem niet vluchten en al je
daden zijn bekend voor Hem ! Al de klachten die over de lippen van armen,
verstotenen, zieken, getraumatiseerden, enz. laten Hem niet onverschillig. Hij
zal de tekortkomingen die mensen geleden hebben ruimschoots weer goed maken.
God wil alleen maar aantonen dat de mensen hun zonden talrijk zijn en variëren
volgens grootte. En dat ongeacht hun ellende dat ze meemaken. Hij vraagt :
keer het kwade de rug toe. Uiteindelijk zal de balans voor iedereen worden
opgemaakt en de schuldigen gaan naar de hel, de onschuldigen gaan naar de hemel
voor altijd. En in de hemel krijgen zij oneindig veel geluk en welzijn. Degene die
naar de hel gaan, zijn degenen die nooit geluisterd hebben. Zij gaan dood en
weten nog altijd niet waarom.
Vergeet niet : als je zondigt, dan wordt God er niet
slechter van. Ook niet als je rechtvaardig bent. Maar wel je medemensen. Zij
worden onmiddellijk getroffen. En omdat God graag alle mensen ziet, tref je Hem
indirect. Hij zal wel de nodige maatregelen op tijd treffen. God luistert ook
niet naar gejammer van klagers die God niet zien staan of naar hoogmoedigen of
naar verontwaardigingen die worden geuit.
Aan God moet je NOOIT twijfelen ! Hij is Degene die
altijd woord houdt.
Koester dus nooit wrok tegen God. Blijf bidden. Lijden
is een reddingslijn voor hen die lijden, een terechtwijzende stem. Je moet het
lijden eigenlijk met twee handen aannemen. Het betekent dat je lessen uit dat
lijden moet trekken om dichter bij God te komen. En weet je wie je doet lijden
? Het kwade natuurlijk oftewel Satan. Probeer je lijden te verdragen. God weet
wat Hij doet ! Denk vooral niet dat je de enige persoon bent die afziet.
Iedereen heeft wel zere plekken. Probeer daarom niet altijd een rechtszaak
tegen God aan te spannen. Je kent al je rechten, maar ook je plichten ? Zoals
Hem en zijn werken eren en vol eerbied te zijn voor Hem, de eeuwige Gever.
Laten we eerlijk zijn : Hij kent ons, maar wij kennen
Hem niet !
Wij kunnen Hem met ons kleine verstand niet begrijpen.
Hij is oneindig groot en toch laat Hij ons, ondankbaren, in leven. Hij zit
achter de hele Schepping. De Onzichtbare en toch Aanwezige. Zonder Hem leven we
niet meer. Kijk maar eens rond je.
Nog iets ?
Job
: Wat je zegt is de waarheid !
Op kantoor
God
: Wel wel, Job maakt nogal kabaal ! Hij wil Mij uitdagen, maar toch is hij niet
slecht van inborst. Hij is tenminste eerlijk. Dat kan ik van zijn drie vrienden
niet zeggen. Hij twijfelt, zoals alle mensen wel eens doen. Ik zal eens
poolshoogte gaan nemen.
Op aarde
God gaat naar de aarde en spreekt door de wind.
God
: Zeg nu eens, Job. Ben Ik je ooit tegengekomen als Ik de hemellichamen en de
aarde schiep ? Stond je aan de deur te kijken bij de invoering van de dood ?
Maak jij licht ? Kun je de natuur besturen ? Ik ben voorzienig voor al mijn
schepselen, jij ook ? Heb je er nog iets aan toe te voegen ?
Job
(nederig) : Nee, ik ben nietig.
God
: Ga je Me schuldig verklaren, om er zelf beter van te worden ? Deze
tegenslagen waren als les bedoeld. Ik moet jou toch niet aanbidden, als je zelf
nog niets hebt gepresteerd in vergelijking met Mij ? Ik moet alles besturen,
jij slechts jezelf.
Job
(voelt zich slecht vanbinnen) : Ik geef mij over. U kunt echt alles. Onze
kortzichtigheid staat Uw planning in de weg. Het was zo niet bedoeld. Ik heb er
spijt van. Ik sprak over zaken waar ik geen verstand van had. Ik kende U alleen
van horen zeggen, maar nu zie ik U met eigen ogen. Ik weet zeker dat U altijd
bij mij bent en dat U het beste met me voor hebt.
God
(tot de drie vrienden) : Zeg mannekes, jullie hebben Me afgeschilderd als
iemand die tiranniek regeert en de mensen onderwerpt. Ik kijk wel degelijk
naar hetgeen jullie aan het uitspoken zijn. Je moet er wel bij zeggen dat Ik
jullie de vrije keus laat om Mij te volgen naar permanent geluk en welzijn of
jullie Satan volgen om eeuwig verdoemd te zijn. Zelfs dan respecteer Ik jullie
keuze. Bovendien mogen jullie altijd aan Mij twijfelen. Ik hoop alleen dat
jullie mijn barmhartigheid en liefde verkiezen als definitieve keuze. Jullie
zien toch ook dat mijn hele Schepping met jullie erbij, vol liefde geschapen is
? Ik wil niets liever dan dat iedereen gelukkig is ! Miserie heb Ik niet gewild
! Uiteindelijk weten jullie wel dat Adam en Eva Satan en alle miserie over hen
hebben geroepen door Mij niet te willen gehoorzamen en Mij te willen zijn.
Job kreeg al zijn bezittingen terug en ook zijn
gezondheid. Bovendien was God zo barmhartig dat Job het dubbele van zijn
bezittingen ontving. God zegende zijn familie en ook zijn nakomelingen. Zij
geloofden nu allemaal rotsvast in God doorheen alle voorspoed en tegenspoed.
Job leefde nog heel lang en kon zijn achterkleinkinderen nog zien opgroeien.
Job bleef de eerlijke en oprechte man als weleer.
Op kantoor
Satan (razend
kwaad): OK, U hebt gewonnen. Maar
ik geef mij nog niet gewonnen !
Hij sloeg de deur achter zich dicht en God bleef nog
een eindje in zijn kantoor zitten.
God
(lachend) : Je hebt nog niets gezien, Satan ! Mijn Zoon zal alle mensen
definitief komen redden van alle miserie. De mensen kunnen het nog niet weten,
want Mijn Zoon is nog niet op aarde geboren en Zijn Moeder Maria ook nog niet.
Hij zal sterven om de fouten van Adam en Eva recht te
trekken. Dan zullen allen die in Ons geloven gered worden en leven tot in
eeuwigheid.
Aan mijn overleden vader Roger - 3 nov 2003 - tot weerziens !
uit mijn hart :
Hoe
konden we in die eerste dagen toen de zon en de maan nog nieuw waren, zo
onnadenkend zijn om U, God, opzij te schuiven. U hebt ons de schepping
toevertrouwd. U bent Degene die ons altijd opvangt. U bent Barmhartigheid en
Liefde. Sindsdien hebben we dood en verderf over ons geroepen. Veel werken en
ploeteren voor onze boterham. Ziekte, tegenslag, miserie, en vooral die
onmenselijke eenzaamheid verpletteren ons. Als U ons stilzwijgend laat doen,
drijft ons dat tot wanhoop.
En
toch ! Als we denken dat U veraf bent, bent U altijd dichter dan we denken.
Jezus, Uw Zoon heeft Zijn liefde en Uw liefde voor ons, arme zondaars, getoond.
Meer zelfs, Hij kwam na Zijn dood op het Kruis terug, om ons te zeggen dat Uw
liefde onoverwinnelijk is. Hij zei ons dat Hij plaatsen voor ons reserveert in
Uw Rijk. Daar waar geen ziekte of dood ons kan treffen, maar waar eeuwig geluk
te vinden is. Dichtbij de vele godlievende mensen, die ons zijn voorgegaan.
Daar zijn we nooit meer alleen. Nooit meer !
Pa,
je bent een van die godlievende mensen die de boodschap van Jezus heeft
begrepen, nagevolgd en doorgegeven. Het maakt mij gelukkig te weten dat je nu
dicht bij God bent. Jouw plaats is gereserveerd. Je bent voor mijn ma een goede
echtgenoot geweest. We konden op je rekenen als een rots in de branding. Een
vuurtoren voor een schip in de storm. Je was geen vlotte prater, maar je
aanwezigheid sprak boekdelen.
Pa,
als ik klein was zag ik God in jou. Nu zie ik jou in God. Je glimlacht. Je bent
voor ons te vroeg op jouw afspraak met God, maar we weten dat je liefst vroeg
vertrekt om zeker op tijd te zijn. Doe een goed woordje voor ons.
De
kruismedaille of gewoonweg de medaille van Sint Benedictus is de oudste
medaille in de Kerk. Ze is over de hele wereld bekend als een kostbare
sacramentalie. Door de zegening en het gebed van de Kerk heeft die medaille
een wonderbare macht om te helpen in vele noden naar ziel en lichaam en vooral
tegen de boze invloed van de duivel.
Oorsprong
De
oorsprong van deze medaille ligt bij de Heilige Benedictus. Hij werd te Nurcia
in Umbrië (Italië) geboren in 480. Hij was de tweelingbroer van de Heilige
Scholastica. Zijn ouders behoorden vermoedelijk tot de landadel en stuurden
hem, zoals alle edele jongelingen van zijn tijd, naar Rome om te studeren. Rome
kende destijds een woelige tijd met de moord op keizer Valentinus IIIen de ondergang van het Romeinse Rijk. In de
tijd dat Benedictus naar Rome trok, was er een dubbelverkiezing van roomse
bisschoppen met een politieke strijd errond. Benedictus was diep teleurgesteld
in deze wereldlijke omgeving en hij maakte zijn studie niet af. Hij verliet
bovendien zijn familie, vrienden en bekenden, wereldse genoegens en
rijkdommen. Hij wil God in de eenzaamheid van een grot in Subiaco gaan dienen.
Geregeld bezochten priesters en herders hem voor onderricht. Naderhand verliet
Benedictus de Sacro Speco-grot in Subiaco en vestigde zich met enkele
leerlingen in Monte Cassino. Daar ging hij zich vestigen op een bergtop in een
bergachtig landschap. Later werd er de beroemde Benedictus abdij gesticht die
zowat de hele berg in beslag neemt. Op deze plaats schreef Benedictus de Regel
van Benedictus. In een klooster aan de voet van de Monte Cassino woonde zijn
zuster Scholastica, die hem eenmaal per jaar bezocht. Kort nadat zij overleed,
in 547, stierf ook Benedictus, op Witte Donderdag 21 maart 547. Al in 589 is
er sprake van een Benedictijnenklooster in Rome.
De
abdij van Monte Cassino, werd de bakermat van de wereldvermaarde
Benedictijnerorde, die aan de Kerk en de beschaving duizenden Heiligen en
geleerden geschonken heeft (en die West-Europa grotendeels hebben gekerstend
in de jaren 800-1100).
Op
24 oktober 1964 werd Sint Benedictus aangesteld tot Patroon van Europa door
Paus Paulus VI, bij zijn bezoek aan de abdij van Monte Cassino ter gelegenheid
van het congres van alle abten. Zijn stichtingen en zijn beroemde Regel hebben
hem tot Aartsvader der monniken van het Westen doen erkennen.
De boodschap van de medaille
St.
Benedictus had een grote verering voor het Heilig Kruis van onze Heiland. Door
middel van deze godsvrucht bewerkte hij veel wonderen, verjaagde duivels of deed
hun boosheid teniet. Hij leerde de gelovigen een grote eerbied hebben voor het
teken van onze verlossing : het Kruis.
En ook om dit kruis te gebruiken tegen onze drie vijanden : de duivel, de
wereld en het vlees. Deze gewijde medaille op zich dragen, is reeds een
stilzwijgend gebed, een smeekbede om bescherming door de Hemel. Het is ook een
getuigenis van ons geloof in de Gekruisigde Christus en in de machtige
voorspraak van St. Benedictus.
De
medaille moet vooral een liefdevol teken zijn van onze gehechtheid aan God en
van onze wil om zijn heilige geboden te onderhouden.
Voorzijde :
Op deze zijde vindt men het KRUIS (=
onze verlossing).
Op de balken van het Kruis staan de
letters gegrift :
rechtop C.S.S.M.L. en horizontaal
N.D.S.M.D.
Dit zijn de beginletters van een
Latijns gebed tegen de duivel :
CRUXSACRASITMIHILUX Het Kruis zij voor mij
een licht.
NONDRACOSITMIHIDUXDe duivel zij nooit mijn
gids.
Tussen de armen van het Kruis staan
de letters C.S.P.B.
CRUXSANCTIPATRISBENEDICTI Het Kruis van de Heilige
Vader Benedictus.
Bovenaan het Kruis staat PAX of
VREDE (= onze godsvrucht tot het Heilig Kruis).
Rondom de beginletters V.R.S.
N.S.M.V. S.M.Q.L. I.V.B.
VADERETROSATANASWijk terug Satan.
NUNQUAMSUADE MIHIVANASGeef
mij geen ijdele gedachten in.
SUNTMALAQUAELIBASt
Is kwaad dat ge aanbiedt.
IPSEVENENUMBIBASDrink zelf uw
vergif !
Achterzijde :
Op deze zijde vindt men de
afbeelding van St. Benedictus, die een Kruis in de ene hand houdt en zijn
Heilige Regel in de andere.
Aan beide zijden van St. Benedictus
staat : Kruis van de Heilige Vader Benedictus. Aan zijn voeten staan de woorden
: Van op de Heilige Berg Cassino 1880. In 1880, op de 1400ste
verjaardag van St. Benedictus geboorte, werden door de Heilige Stoel speciale
jubileumaflaten verleend aan deze Medaille.
In de rand van de medaille staat
vermeld : Mogen wij in het uur van onze dood door zijn tegenwoordigheid
beschermd worden.
St. Benedictus is ook de patroon van
de stervenden. Hij zelf stierf een heilige dood. Hij stierf in de kerk van de
abdij, voor het Allerheiligste, rechtop staande, de armen uitgespreid in gebed,
omringd en ondersteund door zijn monniken.
De
medaille van St. Benedictus bezit een zeer grote macht tegen de duivel en zijn
bekoringen. Ze is zeer krachtig tegen duivelse invloeden en tot genezing van
alle geestelijke en lichamelijke kwalen die daar het gevolg van zijn.
De
medaille is zeer doeltreffend voor de bekering van zondaars en sinds meer dan
1000 jaar wordt ze gebruikt tegen natuurrampen op het land en ter zee. Zij
beschermt ons tegen allerlei ongelukken en gevaren. Bovendien beschermt ze
zowel mens als dier tegen besmettelijke ziekten. De medaille verzekert ons op
bijzondere wijze van de bescherming en voorspraak van St. Benedictus in het uur
van onze dood. Iedere priester kan de medaille wijden volgens de speciale
zegenformule uit het Romeins Rituale.
Dit is gericht aan de medische wereld : stop de experimenten op mensen, laat hen menswaardig sterven. Als de dood in zicht is moeten de witte stofjassen dit niet uitstellen voor hun eigen gewin en dat van het ziekenhuis !
Dit aan de mensen : aanvaard de dood en zie dit niet als een eindpunt, maar veeleer als een beginpunt !
Veel mensen hebben nog altijd geen grote taart met
de grote kers erbovenop gekregen. Leg je leven in Gods handen en vertrouw erop
dat Hij het beste met je voor heeft. Bij God kan 1 + 1 ook 1,5 of 3 zijn. God
rekent met andere maatstaven. En vooral, je zult je grote taart met grote kers
erbovenop wel krijgen. Zo groot dat je er niet meer over kunt kijken. Zeur niet
alle dagen waar die taart blijft, anders is het geen verrassing meer ! En als
je de kers niet lust, dan is er ook nog aardbei, kiwi, ananas...
We gebruiken tegenwoordig snelbouwstenen om onze
Toren van Babel zo hoog mogelijk te bouwen. Vergeet niet dat God de
natuurverschijnselen in de hand heeft om de Toren met de grond gelijk te maken.
En deze keer zal het kaf echt wel van het koren gescheiden worden. Na al die
genade die Hij aan ons betoont heeft, en nog betoont, komt nu de tijd om degene
die ze dankbaar aanvaarden, te scheiden van degenen die geen oren hebben om te
horen, geen ogen hebben om te zien, geen verstand om te verstaan en geen mond
om te spreken.
Waarom zijn mensen altijd geïnteresseerd in de
blikken kroon. Ze doen werkelijk de gekste toeren om dat blikken spul op hun
hoofd te kunnen zetten. Ze verkopen hun lichaam, hun ziel, hun medemensen,
zelfs de mensen rondom hen waar ze zogezegd het meest van houden. Respect,
trouw, liefde en andere goede waarden hebben ze verkocht om hun blikken kroon
te kopen. Het briefje dat ze in hun handen houden waarop staat : Als je in
Jezus gelooft tot het einde heb je recht op een gouden kroon, een gouden troon,
een groot kasteel, lieve mensen rond je, tafels en tafels en tafels vruchten,
lekkere wijn en een land zo groot dat je er niet buiten kunt... hebben ze
verfrommeld.
·Koppigheid : Mensen kun je niets aanleren. Zelfs al geef je
hen goede raad dan luisteren ze nog maar half. Ze willen alles zelf
ondervinden, zelfs al loopt het slecht af. Een ezel stoot zich geen tweemaal
aan dezelfde steen, een mens wel, oneindig veel keer.
·Eigenwijs zijn : Enkel hun visie telt. Ze blijven kleven aan
hun normale levensstijl zonder God, zoals een luis op een pels.
·Hoogmoedig : Ze hebben niemands hulp nodig, ze kunnen het
wel alleen. God hebben ze allerminst nodig. Het kan hun niet schelen dat er in
hun leven ook minder prettige momenten kunnen zijn. Zolang alles goed loopt
doen ze zo verder.
Daarbij
komen nog de externe factoren : DRANG : mensen kunnen het waarom niet eens
omschrijven het geeft hen een gevoel van veiligheid, een vals gevoel
·Drang om erbij te horen + hang naar macht en prestige.
·Middel of uiteindelijk doel : Geld
Resultaat
:
·God hebben de mensen niet nodig. Als ze Hem nodig hebben dan
vragen ze of ze de lotto kunnen winnen of dat ze directeur willen worden. Het
is praktisch een persoonlijke Jezus te hebben die slaafs handelt naar hun
grillen.
·Als hun plannetjes verkeerd lopen dan gaan ze naar een
kaartenlegger of een waarzegster.
·Ze spotten met de Kerk.
·Ze vallen als bijen op de honing van Boeddhisme en andere
New Age. Ze laten zich meeslepen in reïncarnatie-leugens. Zo moeten ze geen
confrontatie met zichzelf aangaan. Dit is een leer die op zoek is naar het
innerlijk en die vooropstelt dat er niets moet veranderd worden in de persoon.
Alleen medelijden hebben met de andere mensen. Het maakt niets uit of je
zondigt. Je moet toch niet biechten. Er is toch geen God.
Er zal ook nooit iemand zijn om je
te helpen in nood. Er is leven na leven niemand om je te helpen. Prettig
vooruitzicht ! Hoeveel voordelen van christen zijn moeten er nog opgesomd
worden om deze leugens van het Boeddhisme in te zien ?
·Ze hebben nog nooit van de 10 geboden gehoord, laat staan ze
toegepast.
·Als ze mentaal ziek zijn gaan ze naar psychologen of laten
ze zich een volle schoendoos pillen voorschrijven.
·Ze zijn bang voor een gewetensonderzoek en denken dat de
schuld bij anderen ligt terwijl ze minstens voor de helft medeverantwoordelijk
zijn voor hun stommiteiten en zonden.
·Als ze teveel miserie hebben geven ze God de schuld, maar
eigenlijk kennen ze Hem niet. Ze gaan nooit naar de eucharistie, biechten nooit
en weten niet waarom ze ooit gedoopt werden. Omwille van de traditie, zeker ?
Zij geloven zeker niet in een helpende, barmhartige God. Ze willen Hem niet
eens kennen.
·Stel dat ik nu zou geloven, hoeveel gaat me dat opbrengen ?
·Geloven is voor nonnekes en pastoors.
·Ze geven hun kinderen geen godsdienstbagage mee. Ze kunnen
meestal nog niet eens het goede voorbeeld geven. Ze zijn met zichzelf bezig.
Grootouders moeten toch niet de taak van de ouders op zich nemen !
Kinderen hebben is leuk, maar kunnen
ze die kinderen een goede opvoeding geven ?
Wie
zou je achter zn veren moeten zitten om te verbeteren ? Hoe moet je die
maatstaven bepalen ? Moet je kijken naar rijkdom, naar huidskleur, naar roem en
eer, naar geslacht, naar woonplaats, naar de plaats in de maatschappij ? Neen,
dit doet niets ter zake. God kijkt naar het innerlijke, de daden die uit het
innerlijke komen en het geloof dat je in God stelt.Die daden moeten stroken met Jezusleer. Voor
de mensen die nog nooit van God gehoord hebben zal een regeling getroffen
worden. God is niet voor niets Liefde en Barmhartigheid. Maar in onze streken
geldt dit christendom al zo lang dat het hier uitgesloten is om God niet te
kunnen kennen. Hier geldt : leeft hij of zij naar Gods Wetten ? God zal Zijn
wil en Zijn wetten nog één keer bekend maken voor IEDEREEN op deze aardbol en
er zal permanent een wit kruis in de lucht verschijnen. Niemand zal kunnen
zeggen dat ze nog nooit van God gehoord hebben. De keuze zal aan iedereen
gegeven worden om te kiezen voor God. Er zullen nog altijd genoeg mensen zijn
die verder doen met zondigen. Van 6 miljard mensen gaan ongeveer 600 miljoen
mensen overblijven. Dit is niet Gods wil, maar de wil van de mensen die niet
voor God hebben gekozen ! Dit is de waarheid ! Maria en Jezus zijn wanhopig van
die dwaze en koppige mensen. Jezus die het mensdom bij de creatie heeft gezien
en die zoveel voor de mensen doet ! God de Vader gaf ons zelfs vanuit de
drieëenheid Maria als onze Moeder. Als je jouw dierbare kinderen voor je ogen
ziet verzwolgen worden door het kwaad, zou je dan als moeder niet gek worden
van verdriet ?
Bedenkingen : splitsen van iets groter,
van een geheel
valt uiteen en zal altijd van een GROTER stuk
naar KLEINERE stukken zijn = een verlies
God wil
door het huwelijk 2 zielen tot 1 ziel brengen.
Reden tot
scheiding :
* overspel
: in Mozes tijd : een scheidingsbrief afgeven, maar in Jezus tijd : niet scheiden
wat God verbonden heeft
* fysiek
geweld : uiteen gaan (maar niet scheiden)
Uit :
bezetenheid (priester huis laten zegenen)
Drank
Drugs, pillen
Materiële perikelen enz.
Wat kan het
slachtoffer doen : vooral BIDDEN en EUCHARISTIE bijwonen +
sacramentaliën
dragen
* Andere
verslavingen vb. Gokverslaving...
uiteen gaan
(maar niet scheiden)
Slachtoffer
kan bidden en eucharistie bijwonen.
BELANGRIJK
:
Het
slachtoffer moet ALTIJD de intentie hebben om de situatie te willen veranderen
+ Gods hulp inroepen.
* dwangmatig
liegen : indien het niet meer te harden is en jezelf en andere mensen het
slachtoffer worden ook weer uiteengaan. (maar niet scheiden)
* ziekte :
depressie, zelfmoordneigingen, chizofrenie, coma
Indien het
niet meer te harden is en jezelf en andere personen het slachtoffer worden :
uiteengaan (maar niet scheiden)
Kortom :
het is niet omdat de ene partij het huwelijk verknalt dat de andere partij moet
volgen. Geloof maar dat bidden bergen verzet. Je moet alleen volhouden.
Verder over huwelijk : Ook
geestelijken gaan een huwelijk aan, maar dan met God. (het celibaat is juist
ingesteld opdat zij meer tijd zouden hebben voor God en de medemens)
De ziel van
de priester wordt geraakt door God : komt altijd opnieuw tot uiting in de
eucharistie. (ook in andere sacramenten, maar in het biezonder in de
eucharistieviering)
Jezus
huwelijk met de Kerk : De Kerk
werd geraakt door Jezus.
Marias
huwelijk met de Heilige Geest : De ziel van
Maria werd geraakt door de H. Geest.
Huwelijk
tussen twee personen : Deze
bestaat uit een bol met twee helften : de ene helft is de ziel van de man en de
andere helft is de ziel van de vrouw. Allebei even groot. De bol wordt geraakt
door God. De gift van
Liefde moet de bekroning vormen. De taak in het huwelijk is voor man en vrouw
verschillend, maar ieder heeft
op aarde echter dezelfde levenstaak : naar God toegroeien. Ook in de Hemel
wordt er nog gegroeid in Liefde. Je ziet God daar naar Zijn Beeld, hier op
aarde zie je God door een mist.
MAAR : op
aarde gaat het groeien naar God veel sneller dan in de Hemel. Er worden door
God veel genadegaven geschonken (door de Heilige Geest) in ruil voor
voorbeeldig (dit wil niet zeggen dat je heldhaftig moet zijn) gedrag.
Wat helpt ? Zelfopoffering
Bidden
Boetedoening - biecht
Ontvangen van
sacramenten (= mijlpalen in iemands leven die
geen afscheid van God moeten
betekenen)
Bij abortus : de levensvonk die gepaard gaat met de inplanting
van de ziel in de mens komt van GOD. Dit gebeurt op het moment van de
conceptie. Door liefdesenergie schept God ons leven tesamen met de vleselijke verpakking
of lichaam door onze ouders gemaakt.
STOP ABORTUS WANT GOD IS HEEL VERONTWAARDIGD OP DIT PUNT !
Als er jaarlijks ongeveer 60 miljoen abortussen zijn over de hele wereld
verspreid kun je Zijn reactie niet kwalijk nemen.
Bij euthanasie : God, die zelf levensenergie is heeft onze levens in
handen. Voor God heeft ALLE LEVEN zin. God heeft een ingewikkeld systeem in het
universum waarbij alle liefdesenergie wordt gebruikt, ook liefde die tevergeefs
is. Deze liefde dient niet enkel voor levende mensen maar ook voor mensen die
terecht zijn gekomen in het vagevuur en zelfs in de Hel. Daarom moet elk leven
geleefd worden. God ALLEEN beslist als enige hoelang een leven duurt. Het is
geen eigendomsrecht van de mens. Bovendien is Gods Barmhartigheid enorm. Alle
opgedane lijden wordt in de Hemel vergoed in overtreffende mate. Dit is geen
geloof, maar een FEIT.
Wat lijden betreft : lijden is een liefdesoffer en moet op deze manier
geleefd worden. God wil geen lijden, maar in de Hemel is alles geleefd en is er
geen zon vlugge verandering als resultaat van een leerproces meer mogelijk. Alle
verandering moet hier op aarde gebeuren. Dit is de snelste weg. Je moet hier op
deze aarde voor God kiezen, desnoods door lijden.
Gods Zoon Jezus is deze levenswijze dramatisch komen leven als
voorbeeld. Je moet bij wijze van spreken je kruis opnemen (lijden en miserie)
iedere dag van je leven. Dit kun je maar door vallen en opstaan leren. Het zijn
rozen met doornen. Je hebt zicht op de Hemel (een glimp) en de weg erheen moet
je zelf aan werken. Je moet op de rechte weg blijven. Dit leven is maar een
tussenstop.
Bovendien moeten we niet naar Jezus wijzen, want Hij (= onze Schepper)
is aan het kruis gestorven.
Nadat ik de dode blaren van de bomen had samen geharkt en uit luiheid ze in een gegraven kuil had gedumpt, keek ik nog eens rond. Ik ging bij de uitlopers van de klimop staan. Ik zag 2 lieveheersbeestjes. De ene zat op een klimopblad helemaal in 't midden waar de stengel begon. De tweede zat op de rand van een ander klimopblad. Deze laatste nam ik in mijn hand. De zwarte pootjes kwamen vanonder de carrosserie die rood was met zwarte stippen. Een traditioneel model, dus. Hij begon m'n hele hand rond te lopen zodat ik m'n hand een paar keer moest draaien om te zien wat hij deed. Daarna liet ik hem van mijn duim verder lopen op het blad van een kleine beuk in de buurt. M'n nieuwsgierigheid was gewekt. Ik bleef het beestje volgen. Hij liep het blad af op de rand. Totdat hij een ander blad zag aan de overkant. Dit blad was ongeveer 2 cm van hem verwijderd. Hij strekte zijn zwarte pootjes naar het blad uit, maar moest telkens noodgedwongen zijn pootjes terugzetten. Hij was het blijkbaar moe. Hij bleef dan maar op de rand stil zitten. Ik stond mij af te vragen of ik het beestje zou helpen. Het zou hem zeker niet lukken zonder zijn vleugels te gebruiken. Dan dacht ik : dit is nu precies wat een mens doormaakt. Hij kan het ook niet alleen, al zegt hij van wel. God 'moet' ons helpen. Of beter : wij moeten al biddend vragen aan God om ons te helpen. Dat Hij zo barmhartig wil zijn om voor ons het beste te kiezen, hetgene wat goed is voor onze ziel en ons lichaam. De poging op de twee blaren bij elkaar te brengen was mislukt. De kever vertrouwde het niet dat opeens alles zo simpel was en dat zijn wens werd vervuld. Dan speelde ik voor God en nam de kever in mijn hand en zette hem op het andere blad. Op het andere blad aangekomen liepen zijn vlugge pootjes de rand van het blad af en hij verdween aan de groene horizon toen hij de andere kant van het blad ging verkennen. Dit is het verhaaltje van ons lieveheersbeestje. (de andere liet ik maar slapen op z'n klimopblad...)