Pater Pio heeft een stempel gedrukt op het christendom. Hij is vooral een heilige die
niet in de middeleeuwen leefde maar in modernere tijden.
Pater Pio werd op 25 mei 1887 te Pietrelcina (Italië, provincie
Benevento) geboren, als zoon van Grazio Forgione en Giuseppa de Nunzio. Bij
zijn H. Doopsel kreeg hij de naam Francesco. Toen hij 15 jaar oud was, trad hij
binnen in het noviciaat van de paters Kapucijnen te Morcone, waar hij op 22
januari 1903 ingekleed werd.
Op 10 augustus 1910 werd hij in de dom van Benevento priester gewijd.
Zijn eerste H.Mis vierde hij in de kerk waar hij gedoopt werd. Wegens zijn
zwakke gezondheid verbleef hij lange tijd thuis.
In Piëtrelcina ontving hij op 20 september 1910 de onzichtbare stigmata
en acht jaar later, op 20 september 1918 kreeg hij de zichtbare wonden van de
Heer. Dit gebeurde tijdens zijn dankzegging voor het Kruis in het koor van de
kleine kerk te San Giovanni Rotondo, na het opdragen van de H. Mis. Deze wonden
droeg hij gedurende 50 jaar in zijn lichaam.
Heel zijn leven wijdde hij aan zijn ambt als priester en biechtvader.
Hij stichtte de Gebedsgroepen en liet een ziekenhuis ter verzachting van het
lijden, Casa Sollievo della Sofferenza, bouwen. Hij stierf in geur van
heiligheid te S. Giovanni Rotondo op 23 september 1968. Hij werd heilig
verklaard op 16 juni 2002.
Uitspraken van Pater Pio
Denk eraan, dat de liefde de kern van de volmaaktheid is. Wie in de
liefde leeft, leeft in God, want God is liefde.
Bid en hoop, wind je niet op. De opwinding dient tot niets. God is
barmhartig en zal je gebed verhoren. De gebeden van de heiligen in de hemel en
van de rechtvaardige zielen op aarde zijn een parfum die nooit verloren gaat.
Heel je bestaan moet gericht zijn op Maria en Zij zal je leiden naar de
veilige haven van het eeuwige heil.
Zalig de ziel die de schoonheid bezit die God van haar verlangt. Zij
trekt niet alleen de aandacht van de Engelen maar ook die van Jezus.
Het kruis zal je niet verpletteren ! Wanneer de last te zwaar lijkt, zal
juist de kracht van het kruis je oprichten.
Zoek geen troost bij de mensen. Welke troost kunnen ze u geven ? Ga naar
het Tabernakel en stort uw hart uit voor Hem. Daar zult ge troost vinden.
Het hart en de armen van God openen zich wijder, naarmate we ons kleiner
maken door het vertrouwen.
Net als Maria moeten we dicht bij het kruis rust zoeken. Dan zal ons aan
troost niet ontbreken.
De Rozenkrans was mijn wapen.
Mijn verleden, Heer, vertrouw ik toe aan uw barmhartigheid, mijn heden
aan uw liefde, mijn toekomst aan uw Goddelijke Voorzienigheid.
Het leven van de christen is niets anders dan een voortdurende strijd
tegen zichzelf, en ontplooit zich slechts ten koste van het lijden.
|