Nadat ik de dode blaren van de bomen had samen geharkt en uit luiheid ze in een gegraven kuil had gedumpt, keek ik nog eens rond. Ik ging bij de uitlopers van de klimop staan. Ik zag 2 lieveheersbeestjes. De ene zat op een klimopblad helemaal in 't midden waar de stengel begon. De tweede zat op de rand van een ander klimopblad. Deze laatste nam ik in mijn hand. De zwarte pootjes kwamen vanonder de carrosserie die rood was met zwarte stippen. Een traditioneel model, dus. Hij begon m'n hele hand rond te lopen zodat ik m'n hand een paar keer moest draaien om te zien wat hij deed. Daarna liet ik hem van mijn duim verder lopen op het blad van een kleine beuk in de buurt. M'n nieuwsgierigheid was gewekt. Ik bleef het beestje volgen. Hij liep het blad af op de rand. Totdat hij een ander blad zag aan de overkant. Dit blad was ongeveer 2 cm van hem verwijderd. Hij strekte zijn zwarte pootjes naar het blad uit, maar moest telkens noodgedwongen zijn pootjes terugzetten. Hij was het blijkbaar moe. Hij bleef dan maar op de rand stil zitten. Ik stond mij af te vragen of ik het beestje zou helpen. Het zou hem zeker niet lukken zonder zijn vleugels te gebruiken. Dan dacht ik : dit is nu precies wat een mens doormaakt. Hij kan het ook niet alleen, al zegt hij van wel. God 'moet' ons helpen. Of beter : wij moeten al biddend vragen aan God om ons te helpen. Dat Hij zo barmhartig wil zijn om voor ons het beste te kiezen, hetgene wat goed is voor onze ziel en ons lichaam. De poging op de twee blaren bij elkaar te brengen was mislukt. De kever vertrouwde het niet dat opeens alles zo simpel was en dat zijn wens werd vervuld. Dan speelde ik voor God en nam de kever in mijn hand en zette hem op het andere blad. Op het andere blad aangekomen liepen zijn vlugge pootjes de rand van het blad af en hij verdween aan de groene horizon toen hij de andere kant van het blad ging verkennen. Dit is het verhaaltje van ons lieveheersbeestje. (de andere liet ik maar slapen op z'n klimopblad...)