Dit verhaal heb ik eens geschreven in 2002 in de adventsperiode :
Zondag
ging ik de eucharistie volgen in de Sint Michiels kerk te Antwerpen. Het is
adventsperiode en ik ging enkele kaarsjes laten branden voor de beelden van de
heilige Theresia van Lisieux, Sint Pieter, Aartsengel Michael en het Heilig
Hart van Jezus Christus. Toen ik op mijn plaats was gaan zitten keek ik naar de
4 brandende kaarsen van de advent en ik begreep de boodschap.
Deze
vier voorbeelden heb je nodig om van je leven een christelijk leven te maken.
De eerste kaars is de Heilige Theresia van Lisieux. Zij leerde ons de kleine
weg naar God toe. Offer iedere dag de kleine of grotere taken op aan God. Vraag
Hem om jou te helpen. De taken die je wilt uit de weg gaan omdat je ze niet
graag doet offer je het eerst. Probeer iedere dag beter te worden in eigen
fouten te corrigeren, te voorkomen of te bestrijden. Met vallen en opstaan,
maar onvermoeibaar om er verder aan te werken.
Ga
de communicatie met God aan en spreek met Hem. Want kun je iemand een vriend
noemen als je er niet tegen wilt praten ? Daarbij onderschat je God als je
denkt dat Hij alleen in de eucharistie aanwezig is. Hij luistert altijd. Leg je
problemen en miserie in Zijn Handen. Vergeet je overwinningen op jezelf niet
te vermelden. Zo krijg je de moed om verder te doen. Vraag ook hulp voor
anderen die de weg zijn kwijtgeraakt. Bid voor hen. De mooiste gebeden zijn het
Onze Vader en het Wees Gegroet. Meer moet dat niet zijn. Denk ook aan Maria;
zij is de Moeder van God. Jezus ging trouwens in zijn openbaar leven ook
geregeld bij Zijn Moeder langs. Jezus is ook ons voorbeeld wat moederliefde
betreft. Wat Maria vraagt kan Jezus niet weigeren en zal Hij ook niet weigeren.
De
tweede kaars is van Petrus. Hij bezit de sleutels van de Hemel. We moeten onze
hemel verdienen op aarde. We moeten in ons leven God voor ogen houden. We
krijgen elk maar één kans. De enige kans. God moet centraal staan. Hij is het
waard. Denk vooral niet dat dit voor kloosterlingen alleen is. Ook gezinnen en
alleenstaanden moeten dit voor ogen houden. Jezus vraagt de eucharistieviering
te houden, elke dag te bidden en elke dag eens na te denken wat er beter kon en
dit bij te schaven.Voor gezinnen met kinderen moet in de opvoeding God centraal
staan, zodat zij ook een christelijk leven kunnen nastreven. Er moet een
opvoeding gegeven worden waar respect voor iedereen, rechtvaardigheid, liefde,
eerlijkheid, behulpzaamheid, offervaardigheid, enz.aan de orde zijn. Dit kun je
het best leren als je een voorbeeld neemt aan Jezus. Hij, die Zich opgeofferd
heeft uit liefde voor ons.
We
moeten uit onze begane fouten lessen trekken en ons verbeteren. Als we spijt
erover hebben moeten we ze opbiechten zodat de priester ze ons kan
kwijtschelden in Jezus Naam. Zo verpletteren we niet onder het gewicht van al
onze zonden die we hebben begaan. Dit laat ons toe om een nieuwe start te
nemen.
De
derde kaars is voor de Aartsengel Michael. Hij belichaamt de strijd tegen het
kwade. Keer op keer fluistert $atan ons bekoringen in het oor. Dat we doof
mogen blijven voor al zijn pogingen om ons af te leiden. Dat we onszelf niet
op de troon zetten in plaats van Jezus en Maria. Eigenliefde, egoïsme en
hoogmoed zijn de drijfveren die ons altijd doen falen. Hoe meer we deze
karaktertrekken vertonen, hoe meer we sterven. Je kunt perfect leven met een
omhulsel, ons lichaam, en toch al gestorven zijn in de ziel. Op die manier kan
Jezus je niet redden. Je moet de WIL tonen om te beteren en je moet WILLEN tot
Jezus komen in berouw over al je zonden. Het maakt echt niet uit welke zonden
je allemaal hebt begaan zolang je er maar spijt over hebt.
De
vierde kaars is voor Jezus Christus. Hij is onze Redder. We moeten in Hem
geloven. Hij die al onze begane en nog te begane zonden op Zijn Rug heeft
geladen en ervoor is gestorven. Door in Hem te geloven kun je Zijn Rijk
binnengaan. Je moet volhouden in je geloof, hoe moeilijk het ook moge zijn.
Uiteindelijk kun je tot in eeuwigheid bij Hem uitrusten en bekomen van alle
problemen, miserie enz. Hij is altijd bezorgd over al Zijn kinderen. Hij geeft
altijd zoveel meer dan hetgene wat je Hem vraagt. Het is altijd voor jouw
bestwil. Als je zelf eens nadenkt over wat je vraagt aan Hem, dan zul je
beseffen wat je zult krijgen en wat je niet zult krijgen. Het heeft
bijvoorbeeld geen zin om aan God het winnen van de Lotto te vragen, want dit
brengt je niet dichter bij God.
Als
je deze vier kaarsen, vier beelden en vier kanten van jouw christelijk leven
onthoudt dan kan je niet verdwalen. Blijf deze indachtig.
|