Rozenkrans
of Kroon tot de Goddelijke Barmhartigheid
bid dagelijks de Kroon - de priesters moeten ze de
zondaars als laatste redding aanbevelen - ontelbare genaden aan de zielen, die
hun vertrouwen in Gods Barmhartigheid stellen
Kruis : In de naam van de Vader en de Zoon en de
Heilige Geest. Amen.
1 ste kraal : Wordt eerst niet gebruikt. (later wel :
zie verder)
2 de kraal : het Onze Vader :
Onze
Vader, die in de hemelen zijt,
geheiligd
zij Uw Naam,
Uw
Rijk kome,
Uw
wil geschiede op Aarde als in de Hemel.
Geef
ons heden ons dagelijks brood,
en
vergeef ons onze schulden,
gelijk
ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en leid
ons niet in bekoring,
maar verlos
ons van het kwade.
Want van U
is het Koninkrijk,
en de kracht
en de heerlijkheid
in
eeuwigheid. Amen.
3 de kraal : het Weesgegroet :
Wees
gegroet Vrouwe van Alle Volkeren,
vol
van genade,
de
Heer is met U.
Gezegend
zijt Gij boven alle vrouwen,
en
gezegend is de Vrucht van Uw Hart : Jezus.
Heilige
Vrouwe van Alle Volkeren,
Moeder
Gods,
bid
voor ons, arme zondaars,
nu en
in het uur van onze dood. Amen.
4 de kraal : de Geloofsbelijdenis :
Ik
geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper
van Hemel en Aarde,
en in
Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die
ontvangen is van de Heilige Geest
en
geboren uit de Maagd Maria,
die
geleden heeft onder Pontius Pilatus,
gekruisigd
is en gestorven en begraven,
die
nedergedaald is ter helle,
de
derde dag verrezen uit de doden
die
opgevaren is ten hemel,
en
zit aan de rechterhand van God,
Zijn
almachtige Vader.
Van
daar zal Hij komen oordelen :
de
levenden en de doden.
Ik
geloof in de Heilige Geest,
de
heilige katholieke Kerk,
de
gemeenschap van de Heiligen,
de
vergiffenis van de zonden,
de
verrijzenis van het lichaam,
het
eeuwig leven. Amen.
5 de kraal en versierde kraal : Eeuwige Vader, ik
offer U op, het Lichaam
en
Bloed, de Ziel en de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze
Heer Jezus
Christus, tot vergeving van onze zonden en die van heel de wereld.
10 kleine kralen : Omwille van het bitter lijden van
Uw Zoon, wees
barmhartig
voor ons en voor heel de wereld.
1 ste grote kraal : Eeuwige Vader, ik offer U op, het
Lichaam en Bloed,
de Ziel en
de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer Jezus
Christus,
tot vergeving van onze zonden en die van heel de wereld.
10 kleine kralen : Omwille van het bitter lijden van
Uw Zoon, wees
barmhartig
voor ons en voor heel de wereld.
2 de grote kraal : Eeuwige Vader, ik offer U op, het
Lichaam en Bloed,
de Ziel en
de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer Jezus
Christus,
tot vergeving van onze zonden en die van heel de wereld.
10 - 3de grote kraal - 10 - 4 de grote
kraal - 10 : ga zo voort
Na de laatste 10 kleine kralen :
Op de 2de en 3 de en 4 de kraal (= driemaal) : Heilige God,
Heilige Almachtige God, Heilige eeuwige God, wees barmhartig voor ons en voor
heel de wereld.
Op de 1 ste kraal (zie begin) : O Bloed en Water, die
uit het Hart van Jezus vloeiden, als bron van Barmhartigheid voor ons, ik
vertrouw op U.
God wil de wereld redden; vandaar gaf Hij aan Zuster
Faustina de zending, de mensen op te wekken tot een onbegrensd vertrouwen in
Zijn oneindige Barmhartigheid.
Jezus
: Ik word verteerd door de vlammen van Mijn Barmhartigheid. Ik wil die
uitstorten in de harten van de mensen. Toch blijft het gebrek aan vertrouwen Mijn
ziel verscheuren, ondanks Mijn onuitputtelijke Liefde stelt men geen vertrouwen
in Mij.
Jezus
: De grootste zondaar heeft het meest recht om op Mijn Barmhartigheid zijn
vertrouwen te stellen. De ziel, die Mijn Barmhartigheid afsmeekt, schenkt Mij
een onuitsprekelijk genoegen. Ik zal haar genaden geven meer dan zij verwacht.
Een ziel, die haar toevlucht neemt tot Mijn Barmhartigheid en Mijn medelijden,
al was zij ook de grootste zondaar, kan Ik niet straffen. In Mijn onpeilbare en
ondoorgrondelijke Barmhartigheid, zoek Ik haar bekering.
Jezus
: Ik ben de Liefde en Barmhartigheid zelf. Doe alles wat in uw vermogen is om
de liefde tot Mijn Barmhartigheid te bevorderen. Ik zal aanvullen, wat U
ontbreekt. Spreek tot de wereld over Mijn Barmhartigheid. Laat allen weten dat
zij onuitputtelijk is. Dit alles is een teken, dat de laatste dagen naderen,
daarna komt de dag van Gerechtigheid. Laat hen hun toevlucht nemen tot de bron
van Mijn Barmhartigheid. Laat geen zondaar vrezen tot Mij te komen.
Jezus
: Weet dat Mijn Hart de Barmhartigheid zelf is. Vanuit deze zee van
Barmhartigheid vloeien stromen van genaden over heel de wereld. Geen ziel die
tot Mij komt, gaat van Mij heen zonder gesterkt te zijn. Alle ellenden
verdwijnen in Mijn Barmhartigheid en elke genade, die verlost of heiligt,
stroomt uit deze bron.
Jezus
: Ik wil, dat de priesters tot de zondige zielen over Mijn grote Barmhartigheid
zullen preken.
Jezus
: Zoals een moeder haar kind beschermt, zo bescherm Ik de zielen, die gedurende
hun leven het vertrouwen op Mijn Barmhartigheid zullen bevorderen en in het uur
van hun dood zal Ik niet hun Rechter, maar hun Zaligmaker zijn. In dat laatste
uur vindt de ziel om haar te beschutten alleen Mijn Barmhartigheid. Gelukkig de
ziel, die tijdens haar leven zich heeft gedompeld in de stroom van Mijn
Barmhartigheid, de gerechtigheid zal haar niet bereiken.
Jezus
: Het mensdom zal geen vrede vinden totdat het zich met vertrouwen wendt tot Mijn
Barmhartigheid. Nader tot Mijn Barmhartig Hart en Ik zal het een volledige
vrede schenken.
Op het feest van Marias Boodschap zag zij de
ontzagwekkende grootheid van Gods Majesteit en tegelijkertijd zijn oneindig
diepe afdaling tot de schepselen op de dag van de Menswording. Dan verscheen
haar Maria en sprak : Ik schonk de wereld de Verlosser, gij moet tot de wereld
in deze laatste tijden over de goddelijke Barmhartigheid spreken en hen op de
tweede komst voorbereiden. Hij zal komen niet als een Barmhartige Verlosser
maar als een rechtvaardige Rechter. Deze verschrikkelijke dag is vastgesteld.
Het is de dag van Gods Gerechtigheid. Spreek de mensen over de grote
Barmhartigheid van de Verlosser zolang het nog tijd van erbarmen is.
Bestaan van de hel :Ik, Zuster Faustina, ben op bevel van God in de afgrond van de hel
geweest om ervan te overtuigen dat de hel bestaat ! Het is een plaats van grote
folteringen en zeer uitgestrekt. Van alle folteringen die ik zag, is de
grootste het verlies van God... Ik zou gestorven zijn bij het zien van al die
pijnen, indien de Almacht mij niet had ondersteund ! Dat de zondaar weet dat
hij EEUWIG zal lijden door de zonden die hij heeft begaan. Ik schrijf dit op
bevel van God, zodat niemand zich zou verontschuldigen door de bewering dat
"de hel niet bestaat en dat er niemand is geweest".
Beeltenis van Jezus Hart met de stralen : Zuster Faustina moest een
beeltenis schilderen van de Heer Jezus en de aanroeping er bij voegen : JEZUS,
IK VERTROUW OP U. Het schietgebed hierbij is : "O Bloed en Water, dat als
een bron van Barmhartigheid voor ons uit het Hart van Jezus is gestroomd, ik
vertrouw op U." Jezus beloofde dat de ziel die deze beeltenis vereert,
niet verloren zal gaan. Hij belooft haar ook de overwinning op haar vijanden
reeds hier op aarde, maar vooral in het uur van de dood. Jezus zelf zal haar
verdedigen als Zijn eigen eer. Op de afbeelding staat Jezus Christus, die met Zijn
doorboorde linkerhand Zijn Hart aanraakt en met Zijn andere hand naar boven
wijst. Uit Zijn Hart komen rode en witte stralen. De Heer verklaarde haar wat
de twee stralen betekenen.
Jezus : De twee stralen betekenen Bloed
en Water. De witte straal symboliseert het water dat de zielen zuivert, de
rode straal betekent het bloed, dat het leven van de ziel is. Deze twee stralen
kwamen uit de diepte van Mijn liefdevolle erbarming, toen Mijn Hart in zijn
doodsstrijd aan het Kruis door een lans geopend werd.
Zuster Maria Faustina van
het Heilig Sacrament (25 augustus 1905 5 oktober 1938)
Zuster
Maria Faustina Kowalska is geboren op 25 augustus 1905 op een boerderij in het
Poolse dorpje Glocowiec, als derde van tien kinderen. Ze ontving de doopnaam:
"Helena". Haar ouders zijn Stanislaus en Marianne Kowalska. Ze zijn
arm, maar gelukkig. Als klein meisje valt Helena al op door haar eenvoudige
liefde tot de Heer en haar bekommernis om de armen. Als ze 3 jaar oud is, gaat
ze al naar school. Op haar zevende wist Helena al waar ze voor bestemd was.
Haar vrije tijd verdoet ze liever bij het Heilig Sacrament dan bij
speelkameraadjes. Ze biecht wekelijks, vast streng. Haar ouders worden kwaad
wanneer ze spreekt over de vreemde lichtverschijnselen die haar omringen.
Verzinsels, inbeeldingen. Ze proberen haar af te houden van de nachtelijke
gebedswaken waarmee ze voortdurend zichzelf tergt. Ze zien de vreemde
schittering niet in Helenas slaapkamer en die ervoor zorgt dat ze wakker
blijft.
In dit gezin is de hulp van Helena hard nodig. In 1921 ging zij op 16-jarige
leeftijd als dienstbode werken om haar ouders financieel bij te staan. Maar dan
verschijnt de lijdende Heer aan haar en vraagt of zij zich helemaal aan Hem wil
geven. Na een jaar gewerkt te hebben, maakt ze de
wens om naar het klooster te gaan aan vader en moeder bekend. Deze wordt
geweigerd. De Kowalski's zijn te gehecht aan hun lievelingsdochter. Helena
reist vervolgens in haar eentje, met de kleren die ze aanheeft en zonder hun
medeweten, naar Warschau. Bij talloze kloosters wordt ze afgewezen : geen geld
of ontwikkeling, een verwaarloosd uiterlijk, en bovendien nog een dienstmeisje
ook. Helena beschikt niet over de vereisten die indertijd van een intredende
jonge vrouw gevraagd werden. Toch komt ze uiteindelijk binnen bij de zusters
van O. L. Vrouw van Barmhartigheid. Helena treed op 1 augustus 1925 officieel
in het klooster in.
Als werkzuster vervult de jonge vrouw die bij haar
noviciaat op 30 april 1926 de kloosternaam Faustina ('gezegende') gekregen
heeft, verschillende taken. Tuinierster, portier, bakker en veel keukendienst.
Het eenvoudige, maar vrij zware werk, maakt haar gelukkig omdat ze het met
liefde voor de Heer doet. Intussen blijven haar bovennatuurlijke ontmoetingen
doorgaan. Op het feest van de
Onbevlekte Ontvangenis verscheen haar de H. Maagd, die haar mededeelde dat zij
op verlangen van God op een geheel andere wijze haar Moeder zou zijn en leerde
haar de weg naar volmaaktheid. Zij muntte vooral uit in de nederigheid, want
Maria had haar gezegd: "Nederigheid, nederigheid en nogmaals
nederigheid." Dikwijls genoot zij het gezelschap van engelen en verscheen
haar het Goddelijk Kind. Zij doorleefde het lijden van Christus alsof zij er
zelf bij tegenwoordig was en ontving verheven openbaringen omtrent het geheim
der Drieëenheid. Ze bad veel voor de zielen in het vagevuur, vaak stond God de
zielen toe haar hulp en verlichting te vragen en later haar bevrijding aan te
kondigen. Nog meer ging haar echter het lot der stervenden ter harte.
"Vandaag", schrijft ze, "zag ik Jezus in doodstrijd en Hij fluisterde
mij toe: Mijn dochter, help Mij de zielen van de zondaars te winnen. Ik begreep
hoe ik hen moest redden en bereidde mij voor op groter smarten. Mijn lijden
nam toe en ik voelde de wonden in mijn handen en voeten en zijde. Ik voelde de
haat van de zielevijand, maar hij kon mij geen kwaad berokkenen." Ze
ontvangt onzichtbare stigmata. Lijden is voor Faustina een genade. "Dikwijls",
schrijft ze, "had ik contact met de stervenden, soms met hen die op verre
afstand waren en door het gebed ontving ik voor hen de genade van het geloof in
Gods Barmhartigheid.
De eerste verschijning, die zuster Faustina
van Jezus mocht ontvangen, was te Plock (Polen) op 22 februari 1931. Zij
verhaalt als volgt:" Toen ik 's avonds in mijn cel was, aanschouwde ik
Jezus, gekleed in een wit gewaad. De rechterhand had Hij opgeheven om de Zegen
te geven, met de andere raakte Hij zijn kleed aan ter hoogte van Zijn Hart. Uit
het kleed, dat bij het Hart een weinig was geopend, schitterden twee
stralenbundels: de ene was rood, de andere wit. Stil schouwde ik op naar de
Heer. Mijn ziel was beangst, doch tevens opgetogen van vreugde. Na enkele
ogenblikken zei de Verlosser mij:" Vervaardig een beeld van Mij, gelijk
gij Mij nu aanschouwt met het onderschrift:" Jezus, ik vertrouw op U! Ik
wil dat dit beeld vereerd wordt, eerst in uw kapel en daarna in heel de
wereld." Ze is zo bevlogen
door Christus' woorden dat ze nog veel meer wil doen om zielen te redden.
"Ik voel dat ik helemaal in vuur en vlam sta. Ik zal alle kwaad bestrijden
met het wapen van de barmhartigheid. Ik trek door de wereld in haar lengte en
breedte en waag me tot aan haar uiterste grenzen en onherbergzaamste
landstreken om zielen te redden. (...) Ik wil dat ieder ziel de barmhartigheid
van God verheerlijkt, want ieder ervaart de uitwerkingen van die barmhartigheid
aan zichzelf."
Haar taak wordt het de barmhartigheid van Jezus over de hele wereld te
verbreiden. Alle priesters moeten verkondigen hoe groot de barmhartigheid van
Jezus is. Ook vraagt Jezus de bekering van de zondaars, zonder vrees mogen zij
tot Hem komen. Deze zending van de eenvoudige zuster Maria Faustina begon in
1931 en is nu wereldwijd van grote betekenis. De tweede zondag na Pasen wordt
de dag van de Goddelijke Barmhartigheid en in de hele Kerk gevierd.
Eind mei 1933 vertrekt zuster Faustina naar
Wilno. Daar onmoet ze de eerwaarde Sopocko die haar geestelijk leidsman wordt.
Na heel wat aarzelingen besluit deze de beeltenis van de barmhartige Jezus te
laten schilderen, maar hij wil weten wat de betekenis is van de witte en rode
lichtbundels die uit het Hart van de Heer stralen. Zuster Faustina ondervraagt
de goddelijke Meester en deze antwoordt: "Zij betekenen water en bloed.
Het water dat de zielen van schuld vrijspreekt, het bloed dat leven van de ziel
is. Zij vloeien uit Mijn op het Kruis doorboorde Hart. Deze stralen beschutten
de ziel tegen de toorn van Mijn Vader", d.w.z. tegen de terecht verdiende
straffen voor onze tekortkomingen. In opdracht van Jezus en
gesteund door pater Sopocko en de moeder-oversten van de verschillende
kloosters waar Faustina heen gestuurd wordt, begint zij in 1934 haar dagboek
met de mystieke ervaringen van het begin af aan op te schrijven. Het complete
werk zal uiteindelijk ongeveer 400 (gedrukte) bladzijden omvatten. Daarnaast
getuigt het van de mate waarop Faustina dag na dag, uur na uur, langzaam haar
lichaam ziet wegteren. Ze kent de waarde van het lijden: "We moeten de
gekruisigde Jezus in een lijdende ziel zien en niet een leegloper of een last
voor de gemeenschap. Een ziel die (...) lijdt, trekt meer zegeningen op het
hele klooster neer dan al de werkzusters." Zwarte gedaanten die Faustina
herkent als demonen, vallen haar aan en gillen dat ze moet ophouden met dit
werk omdat ze zielen aan hun heerschappij ontrukt. Vergeefs !
Op de zondag van het
Paasoctaaf in 1935 wordt het icoon met de beeltenis van Jezus met de rode en
witte stralenbundels uit Zijn Heilig Hart in het openbaar tentoongesteld in het
heiligdom van O.L.Vrouw van Ostra Brama en terstond manifesteert de goddelijke
Barmhartigheid zich door middel van talloze genaden van buitengewone
bekeringen.
Op vrijdag 8 december 1937
voelde Zuster Faustina sterk de nabijheid van God gedurende de H. Mis. Na de H.
Communie zag zij met een groot vertrouwen tot Hem op en vroeg Hem: "Jezus,
ik smeek U om uw oneindige Barmhartigheid, laat alle zielen die vandaag zullen
sterven voor het vuur van de hel gespaard blijven, zelfs al waren zij de
grootste zondaars. Het is vandaag vrijdag, de dag van uw bitter lijden op het Kruis.
Omdat uw Barmhartigheid oneindig is, zullen de engelen zich er niet over verbazen."
En de goddelijke Meester drukte haar inniger aan Zijn Goddelijk Hart en zei:
"Beminde dochter, gij begrijpt goed de afgrond van Mijn Barmhartigheid.
Weet, dat wat gij vraagt een grote gunst is, maar Ik zal doen wat gij
vraagt." In opdracht van haar geestelijke leider schreef zij een dagboek
in zes delen.
In februari 1938, enige
maanden voor haar dood, kreeg Maria Faustina een verschijning van de Heilige
Maagd Maria. Zij verscheen haar in een groot licht, gekleed in het wit en
omgord met een gouden ceintuur. Op Haar sluier droeg zij een gouden kroon. Op
Haar arm droeg Zij het Kind Jezus. De Heilige Maagd keek haar aan en zei: "Ik
ben de Moeder van het Priesterschap". Daarna legde Zij Haar Kind op de
grond neer, hief Haar rechterarm ten hemel op, keerde zich naar Maria Faustina
toe en zei: "Mijn God, zegen Polen, zegen de Priesters". Zij keerde
zich daarna tot de kloosterzuster en zei: "Zeg tegen de priesters, wat je
zojuist hebt gezien".
Tot aan het eind van haar leven heeft zuster Faustina werken van Barmhartigheid voor haar medemensen volbracht. Vanaf 1933 is ze door tbc aangetast. Haar meerderen zien niet onmiddellijk de ernst van het kwaad in dat de zuster in stilte verdraagt. In december 1936, terwijl de ziekte al ver is gevorderd, wordt ze naar het sanatorium gestuurd. Ze blijft daar vier maanden; vervolgens, in 1938, opnieuw vijf maanden. Ze bidt vurig voor de stervenden in haar omgeving waarin ze vaak bekeringen bewerkstelligt, zelfs onder menselijk gesproken wanhopige omstandigheden. Ze bidt tot hun intentie het "rozenhoedje voor de goddelijke Barmhartigheid" dat haar is geopenbaard op 14 september 1935.
Zuster Faustina overleed in geur van heiligheid op 5
oktober 1938 aan tuberculose in het moederhuis te Lagiewniki bij Krakau. Ze
verklaarde op het einde : "Alles wat ik gedaan heb, was
voor God en de zielen". Ze was toen 33 jaar oud. Net zo oud als haar
goddelijke Vriend, toen Hij aan het Kruis stierf. Haar feestdag wordt gevierd
op 5 oktober.
1.Joden zagen zichzelf als het
uitverkoren volk van God.
2.Het
Joodse leven was sterk door de wet bepaald.
In het Oude
Testament (= Joodse Thora) probeerde men de verhoudingtot Jahweh,
tot mensen en dingen zo volledig mogelijk vast te leggen.Als je die
wetten nauwlettend naleefde, dan pas was je een goed Jood.
voorbeeld : * reinheidsvoorschriften : geen zieken aanraken, niet metheidenen praten
* sabbatrust : geen zieken verzorgen op
sabbat
3. De echte leiders van het volk :
·Farizeeën : leken die zich apart
plaatsten om beter de Wet te kunnen dienen. Tegenover de gewone bevolking
gedroegen ze zich hooghartig en schijnheilig.
·Sadduceeën : zij voelden zich boven
het volk verheven. Ze hadden weinig contact met het volk. Ze hadden de Romeinen
graag. Uit hun groep kwamen de hogepriester (vb. Annas en Kajafas) en de leden
van de Hogeraad (=hoogste gerechtshof).
·Wetsgeleerden of schriftgeleerden :
godsgeleerden van die tijd, die als eretitel rabbi werden genoemd.
Volgorde
van de standen :1. Sadduceeën
2.
Wetsgeleerden
3.
Farizeeën
4.
VOLK
·Priesters en levieten : het
middelpunt van het godsdienstige leven was de tempel. Daar gingen vele inwoners
van Jeruzalem dagelijks bidden en de goede Israëliet wilde er elk jaar op
bedevaart gaan.
Priesterstand :1. Hogepriester
2. Priesters
: offers keuren, daarnaast hadden zeeen gewone job
3. Levieten : helpers
van de priesters
·Zeloten : ondergrondse
verzetsstrijders tegen de Romeinen. Zij ijverden voor hun land, volk en voor
hun God.
·Essenen : zij noemden zichzelf de
uitverkorenen, de heiligen, de kinderen van het licht. Zij wilden het
ideaal van de Wet ten volle beleven. Om dat te kunnen trokken ze zich uit het
openbare leven terug en leefden in gemeenschap (een soort kloosters). Daar was
alles afgestemd op de beleving van de Wet. Zij
waren fel gekant tegen de schijnheilige tempeldienst. Ze geloofden in het Rijk
van God.
4. Een wereld van onderdrukte mensen.
De Romeinen
heersten over de Joden. Er was voortdurend spanning tussen hen. Het joodse
volk droomde van vrijheid, maar was weerloos. De eigen koningen waren niet
beter en moordden naar hartelust. Het gewone volk kon alleen maar machteloos
toezien en buigen.
5. Een wereld van armoedige en uitgebuite mensen.
In het land
kwamen de tollenaars regelmatig aankloppen om de belastingop te eisen voor de Romeinen, die het geld
gebruikten om de mensen te onderdrukken. Wie teveel schulden had, kon vrouw en
kinderen als slaven zien verkocht worden en liep bovendien het risico zelf als
slaaf te koop te staan op de markt van een van de handelssteden van toen.
Ontelbaar waren ook de vele bedelaars, gehandicapten en zieken die probeerden
te leven van wat ze kregen. Groepen zwervende melaatsen trokken door het land
op zoek naar voedsel, maar ze mochten zelfs geen stad of dorp binnengaan.
Het is moeilijker te zeggen wat voordeel het mij al
gebracht heeft, dan te zeggen welk voordeel het u al gebracht heeft. Vroeger
zou ik woedend geworden zijn om een vuile streek die je met mij hebt
uitgehaald. Ik zou kwaad zijn geworden om een zoveelste leugen die je mij hebt
verteld. Ik zou jaloers geweest zijn op jou als je meer verdient, meer geluk
hebt, een goede gezondheid hebt of wat dan ook. Ik zou je waarschijnlijk
tegenwerken. Nu ben ik een overtuigd christen en bovendien ben ik nog altijd op
weg om een goed christen te zijn. Ik wil een betere persoon worden. Daarom geef
ik mensen nog kansen, zelfs als ze het verknallen. Ik ben nu niet meer jaloers
op anderen, omdat je tegenkantingen met beide handen moet aannemen als
levensles om nog een betere mens te worden. God laat deze toe om eruit te
leren. Ik weet nu dat iedereen een kind van God is en alle goedheid verdient.
En alle goede mensen komen later bij God samen. Bovendien trek ik door mijn
beter karakter meer mensen aan dan voordien. Daarom zult u het voordeel van christen zijn merken !
Als Jezus nog op aarde rondtrok, heeft Hij nooit één
letter aan het Oude Testament weggelaten of toegevoegd. Hij kende als goede
Jood alle gebruiken, alle wetteksten en het Oude Testament. Als er een fout
had ingestaan, dan had Hij het volk wel op attent gemaakt. Hij zou het
verbeterd hebben. Maar nee, integendeel, Hij zorgde voor verduidelijking van de
Tien Geboden en de wetteksten. Hij legde de nadruk erop dat de geboden er zijn
om God en de mensen graag te zien. Niet de inhoud aan banden leggen ten
voordele van de regeltjes. Hij stemde de Wet af op oneindig in tijd. Geen
modegrilletjes, maar voor iedereen en oneindig in tijd. Niet alleen voor de
Joden, maar voor alle mensen bestemd. Wat Hij niet fijn afgesteld heeft is het
scheppingsverhaal in Genesis. Blijkbaar is dit verhaal in zijn geheel goed voor
oneindig in tijd. Dus geen gezever over evolutietheorie, God schiep de wereld
in 7 dagen. (7000 jaar voor ons) Hij schiep Adam en Eva. Zij zijn niet van apen
afkomstig. Dit zou anders de grootste schande in de oneindige tijd zijn, ALS
dit zo zou zijn. Maar het is zo niet ! God heeft ons gelukkig daarvan gespaard
! Wetenschappers daarentegen zijn liever in de aap gelogeerd.
Pasen. Wolkenloze hemel. Verblindend wit licht.
Alles, de hele Schepping ademt Jezus overwinning uit. Gedaan met angst, pijn,
lijden, twijfel... Een langverwachte gebeurtenis die werkelijkheid wordt. Hoop
wordt werkelijkheid. Zie je wel, het is geen droom ! Laat de overweldigende
Liefde maar komen. Geen Kruis met nagels, maar een boom met takken en groene
bladeren. Liefde die het uitschreeuwt van blijheid en vreugde. Ons hart voelen
we groeien. Nu weten we wat liefde echt betekent. Als U in ons niet had
geloofd, dan was U voor ons niet gestorven. Dat geeft ons de moed om aan
onszelf te werken. U bent op het kruis genageld om al onze zonden definitief te
delgen. Als dank moeten wij meer ons best doen en volharden om uit onze fouten
te leren en ze te vermijden. U hebt ons gezegd dat het ons zeker lukt, als we
ons ervoor inspannen. U kent ons beter dan wie ook. U laat ons nooit in de
steek ondanks onze zwakheid. U laat niemand in de steek wat er ook is verkeerd
gelopen. U geeft glans aan ons menszijn. U geeft ons vleugels. U geeft en geeft en geeft en geeft en geeft, wordt
nooit moe te geven. Hartelijk dank. We moeten ons niet meer verstoppen achter
grote rotsen omdat we ons schamen mens te zijn. U hebt de mens geheiligd en
opgericht zodat we ons terug onder het zonlicht kunnen begeven. Zonder dat we
Gods rechtvaardige toorn in onze nek voelen. U helpt onze zondige aard
veranderen zodat we dichter bij God de Vader kunnen komen. We leggen onze
kleine handjes in Uw grote hand. U kent onze naam. U weet wie we zijn. We
kunnen zwaaien naar onze dierbare mensen die al vertrokken zijn naar hun
definitieve bestemming. We moeten ons geen zorgen meer maken over hen. Ons
lichaam is enkel verpakking, bij U zijn we terug gezond en volledig.
Jeanne d' Arc. Er komen zweetdruppels onder haar maliënkolder
vandaan. Het vaandel hangt terug tegen de stok aan. God heeft gewonnen. Ze
heeft een bovenaardse blik in de ogen. Dezelfde blik als die in de ogen van de
Romeinse christenen die de leeuwen langzaam maar zeker op hen zagen afkomen. God, vergeef de beulen. Laat het vlug afgelopen zijn.
Onze Vader die in de hemel zijt, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede. Een hartverscheurende schreeuw van een moeder. Waarom
doet het geen pijn als de jongen probeert zijn ingewanden in zijn lichaam te
houden ? Gods Geest maakt in deze ogenblikken zijn volgelingen
onoverwinnelijk. Pijn en lijden deren hem niet. Ze vertrekken naar het Beloofde
Land. Juist naar de overkant van de Jordaan. Gevoel van passie, geen spoor van fatalisme. Voor de
ongelovigen : dwaze zelfmoordenaars. Een reality-tv show om de leegte en de
decadentie van de Romeinse burgers op te vullen. Het Romeinse Rijk op zijn
hoogtepunt. Men snakte naar de nieuwtjes van de glorievolle
veldslagen en de opkomende helden. Een waanzinnige keizer erbovenop die Rome
samenhoudt van de roddel. Wie zet zijn gesetteld bestaan op het spel voor een
geheime tot ondergrondse activiteiten gedwongen sekte die is overgewaaid van
Jeruzalem ? Gestart door een rebel Jezus genaamd.
Wie zet zijn leven van jonge Franse boerendochter op
het spel om het Franse leger te gaan aanvoeren in Gods Naam, in godsnaam. In
een woelige tijd waar een leven niets waard is en legers elkaar bekampen om
grond en macht. Een tijd waar visioenen geïnterpreteerd worden als hekserij.
Een tijd waar men zijn vijanden voor de inquisitie kan brengen met als reden
hekserij. Wie zal zijn luxe-leventje opzij zetten om volgens Jezus principes
te gaan leven ?
Een kleine oude vrouw gehuld in een wit gewaad met op
het einde van de stofblauwe strepen. Twee
handen onder de brede mouwen vandaan komend. Ze verraden haar hoge leeftijd
maar tonen haar werkend en biddend leven. Ze heeft groeven in haar gezicht,
opgelopen door de vele jaren vechten in de frontlinie. Dezelfde glans in haar
ogen die van haar een passionele vrouw maken. Met een passie voor God die ze
weervindt in de hulpbehoevende, arme, lijdende mens. Ze kan nu uitrusten na een
zwaar en goedgevuld leven. Velen zetten haar werk nu verder.
Zoals gewoonlijk proberen boze tongen deze
gepassioneerde mensen in een ongunstig daglicht te stellen. En als het om
overleden personen gaat, hoor je dat soort van mensen het luidst.
Hoe is het mogelijk dat de zee is teruggevloeid na de
kruisiging van Jezus en Zijn glorievolle Verrijzenis. Jeruzalem bleef blind en
doof voor de smeekbede van Jezus om zich toch terug naar God te keren en hun
leven te veranderen. Te verbeteren. Ze verdronken in hun eigen leefregels die
mijlenver afstonden van de geest waarin de Tien geboden en wetten aan Mozes
werden meegegeven voor het woestijnvolk die op de dool was.
Bent u bereid om Jezus te volgen ? Ook als u uit uw
luie zetel moet komen ?
Deze generatie in deze tijd puilt uit van decadentie.
God is al lankmoedig genoeg geweest. Het is de bedoeling dat er nog een paar
mensen overblijven die bij God willen wonen. Als u op de rooster werd gelegd
door andersgelovigen zou u dan nog voor Jezus Christus kiezen ? Als Hij
gemarteld, geslagen, bespuwd werd en een doornenkroon kreeg opgezet en als
dieptepunt op het kruis werd geslagen voor ons heeft Hij geen ogenblik
getwijfeld om voor ons te kiezen, voor ons leven te geven. Denk daaraan.
S.O.S. : Save Our Souls is een seincode van mensen,
die in een noodsituatie verkeren, bijstand en hulp te vragen. Red onze
zielen. Deze hulp is niet alleen in noodsituaties gevraagd, maar ook in het
leven van alledag. Ons leven is een aaneenschakeling van noodsituaties. God
wordt altijd vergeten en wij spelen altijd de baas. Tot we dan op het einde van
ons leven aankomen en inzien dat God het allerbelangrijkst was. Als we zolang
wachten om erachter te komen dat God ons doel in het leven moet zijn, dan kan
het kwaad allang geschied zijn en hebben we verkeerd gekozen. Red onze ziel :
dat vragen we dan in ons stervensuur, maar eigenlijk moeten we het iedere dag
aan God vragen. Niet alleen voor ons, maar voor alle mensen. Wij zijn te zwak,
lui, wispelturig, koppig, jaloers, schijnheilig (de rij is nog niet af) om
onszelf te kunnen redden. We zijn mensen van vlees en bloed, en een offer van
ons vragen vergt heel wat energie en inzet. Laten we maar toegeven, dat we Gods
hulp meer dan nodig hebben om ons op het rechte pad te houden. Hij moet ons in
gang duwen en ons de weg tonen. Wij moeten onze lauwheid en onverschilligheid
met de grond gelijk maken. Voor de mensen die nog twijfelen : er staat Save Our
Souls en niet Save Our Bodies of Save Our Money. Ons lichaam en onze aardse
bezittingen stellen niets voor, het is de ziel dat telt.
Er was eens een land waar allemaal slakken waren.
Ieder had een mooi gevormde schelp die ze als huis meedroegen. Toch was er een
slak die geen huisje had. De slak voelde zich depri omdat iedereen met haar
lachte als ze voor de zoveelste keer nat werd van de regen. De rest kon
natuurlijk altijd schuilen. De slak richtte haar bede tot de Hemel, zeggend dat
ze toch zo ongelukkig was. Ze geloofde ondanks haar miserie toch dat er een
oplossing uit de bus zou komen. De Schepper had toch een reden om haar geen
huisje te geven, niet ? Na een tijdje kwam er een duif recht uit de hemel en
die vloog nu permanent over de slak. Nu had de slak een echte vriend en een permanente
bescherming onder de vleugels. Wat waren die andere slakken nu jaloers, maar ze
durfden toch niet meer met haar spotten !
Een
reporter vroeg aan een bewoner :Is uw
huis beschermd ?
Bewoner : Ewel, Menier, iek goan oe dat es vertelle...
Ik heb een grote brandverzekering afgesloten met de inboedel erbij. Bovendien
heb ik een alarminstallatie en een bewegingsdetector met alle nodige cameras
laten installeren. We hebben onze hond Blackie die de buurt bijeen blaft als er
een inbreker zou komen. t Is een Dobberman.Geloef et moar, komde te diecht
dan zoet ie oew hend afbeite. We hebben overal thermopan en nog eens zware
rolluiken. Dat ies al iet !
Antwoord : Toch
niet ! Zelfs al hebben ze een slotwal, muren van 2 meter dik, pinnekes-draad,
landmijnen,... dan nog is hun huis niet beschermd !
Waarom ?
Jezus heeft in verschillende boodschappen (Veronica Lueken, Hille Kok en er
zullen zeker nog boodschappen zijn) gezegd dat er boven ALLE uit-en ingangen
een GEZEGEND kruisje met Jezus gekruisigde lichaam (ofwel corpus genoemd) moet hangen.
Dit is een
ongelofelijke kleine moeite maar die levens redt.
Before you close your eyes, demanding, you better ask yourself : Did I choose something I could regret ? Did I do something I should regret ?
Als je je ogen sluit, in plaats van iets te vragen, zou je je beter eerst niet afvragen of je een keuze hebt gemaakt waarover je spijt zou kunnen hebben ? of dat je iets hebt gedaan waar je spijt zou over moeten hebben ?
Refr. Is this the place I used to call fatherland ? Is this the place I used to know as fatherland ?
Is dit de plaats die ik vaderland noemde ? Is dit de plaats die ik kende als mijn vaderland ?
The silence is illusion, stay awake ! I hear your children crying The cowards ask themselves : Did I choose something I could regret ? Did I do something I should regret ?
De stilte is illusie, blijf alert ! Ik hoor jullie kinderen huilen. De lafaards vragen zich af : heb ik voor iets gekozen waar ik spijt over zou kunnen hebben ? heb ik iets gedaan waar ik spijt over zou moeten hebben ?
Dit liedje werd geschreven voor degenen die in Duitsland Hitler hebben getolereerd en geholpen. Toch zijn keuzes en daden iets waar mensen verantwoordelijk voor zijn. Dus regelmatig je keuzes en daden afwegen hoever ze van Gods rechte weg afwijken en terugkeren de rechte weg op !
Een jongen en een meisje stonden op de luchthaven en zij vertrok voor een studiereis. Het afscheid was gekomen en zij vroeg : Vind je me mooi ? En de jongen antwoordde : Nee... Ze stond perplex en vroeg verder : Wil je voor altijd bij me zijn ? En de jongen antwoorde terug : Nee... Ze keek hem doordringend aan, maar hij keek niet naar haar. Zij vroeg echt teleurgesteld : Ga je me missen ? En de jongen antwoordde opnieuw : Nee... Het meisje kon bijna haar tranen niet bedwingen en de jongen pakte ze heel dicht en zei : Ik vind je verrukkelijk en ik wil voor eeuwig bij je zijn. Ik ga gewoon dood zonder jou. Ze wilde nog eens horen of het wel gemeend was en vroeg : Hou je van me met heel je hart ? En de jongen antwoordde : Nee, jij bent m'n hart !
1 moord met voorbedachte rade (ook : abortus, euthanasie, zelfmoord, medelijdenmoord) Medelijdenmoord zoals bij Terry Schiavo is dus niet toegelaten, water en voedsel toedienen moet in stand worden gehouden. Dat betekent dus geen machines stilleggen. 2 homoseksualiteit (waarbij nooit moet met de vinger gewezen worden, het is persoon die zelf kiest - trouwens ieder heeft genoeg aan zijn eigen fouten) 3 verdrukking van de armen 4 geen loon naar werk geven
Homes and
lives were saved from
fire, riots, terrorism, earthquakes, hurricanes, tornadoes, storms, etc...
One
apartment out of 30 was saved from a fiery destruction. Why?
March 26, 1996
Dear Our Lady of the Roses Shrine,
I have been going to Bayside for the
Anniversary of Our Lady of the Roses, Mary, Help of Mothers, since June of 1989.
I would like to share with you a personal experience during this last weekend.
Last Sunday, March 24, 1996, at 3:00 A.M., there was a big fire on #601
OFarrell, the building where I live, but I was not there. I slept at my
sisters place in South San Francisco, because the night before, we had a vigil
over at Cora Tugades place.
When I went back to my apartment
yesterday, Monday, March 25, 1996, with my older sister, and Fr. Sergio Santos,
O.F.M., a Franciscan priest who was with us at Bayside during the Silver
Anniversary of the apparitions of Our Lady of the Roses, Mary, Help of Mothers,
the maintenance man came running to meet and said: Your apartment is intact,
but all around you is disaster! When I saw your apartment, the first thought
that came to my mind was last week when you asked me to put a crucifix on top of
your door, and I was thinking, maybe that did it! My reply was: Of course
that was the reason! Would you want to put one on your door, too? His answer
was: Ill think of that.
When I went up to my floor, this I saw,
with my sister and Fr. Sergio Santos, O.P.M.:
I live on the third floor, Apt. 310:
intact, except for some wet clothes. The burned carpet stopped at my door! Fr.
Santos only said this is really a miracle. I could not say anything; I only
felt very strong goose flesh. I have been telling my friends that in Bayside,
the Blessed Mother keeps reminding us in all Her apparitions to put a crucifix
outside our front and back doors.
This is my testimony:
SOLEDAD ISABEL REYES
Dit artikel komt uit de website van de boodschappen van Bayside - Veronica Lueken
Er zijn al veel mensen die stukken overgenomen hebben
uit de New Age-beweging. Eén ervan is de meditatie-technieken overnemen met als
reden zo kun je beter jezelf leeg maken om God beter te vinden en te
begrijpen. Dit is het stomste antwoord dat je maar kunt bedenken !
God is oneindig en overal. Je moet geen onnozele
trucjes toepassen om bij God te komen. Meestal worden die trucjes de hoofdzaak
en God bereiken de bijzaak. Je wordt er nooit beter van. God is christelijk en
blijft christelijk. Hij staat boven elke vorm van meditatie.
Meditatietechnieken maken het bidden NIET BETER, wat zen-mannen en
boeddha-freaks ook mogen beweren. Bovendien kun je God nooit helemaal
doorgronden, daarvoor is Hij te groot. God vraagt aan iedereen wat in hun
bereik ligt. God is voor iedereen bereikbaar.
God vraagt geen leeggemaakte mensen, maar mensen vol
van emotie en warrig van meegemaakte ervaringen, drukte van alledag, ook
problemen horen daarbij. God heeft mensen geschapen om dat mee te kunnen maken.
Hij wil geen lege mensen, maar volle. Hij hoopt op veel verscheidenheid van
mensen. Klagers, optimisten, humoristen, depressieven, mensen die van een klein
probleem een kanjer van een probleem maken, vertellende mensen, mensen die
anderen voortduwen, enz. Iedereen is verschillend. Daar houdt Hij juist van.
Het is misschien een stom voorbeeld, maar Hij heeft niet alleen vissen
geschapen, maar ook zoogdieren en vogels... Bovendien wil God de door de Duivel aangedane miserie van iedereen
ongedaan maken, als je maar naar Hem toekomt !
De beste manier om afleiding te vermijden is met Hem
te praten, dan heb je geen tijd meer om af te dwalen. En als de dingen rond je
in jouw hoofd blijven spoken, spreek dan met God erover. Tot ze uitgepraat
zijn. Je krijgt het gevoel terug dat Hij met je bezig is en dat Hij luistert.
Hij luistert ALTIJD, zelfs al krijg je geen antwoord. Je zult wel merken dat
Hij heeft geluisterd doorheen toevallige situaties die je meemaakt, door de
juiste mensen rond je te zetten enz. Problemen zullen op korte of middellange
termijn wel opgelost geraken en problemen van lange duur zullen niet zo zwaar meer
op de maag liggen en draaglijker worden. Want God zet altijd een raam open als
de deur achter je dichtvalt.
Als je een periode hebt dat de communicatie met God
wat aan het verwateren is, specialisten noemen dit een dorre periode, maak er
dan geen hopeloos probleem van. Het is een menselijk probleem. God maakt er
geen probleem van. Hij ziet je daarom niet minder graag. Hij wil het allerbeste
voor jou. Blijf ondertussen wel de eucharistieviering bijwonen. Zo krijg je de
noodzakelijke goddelijke voeding binnen. Probeer terug met God contact te
zoeken van zodra je er terug klaar voor bent. Tijd met God doorbrengen, pratend
of biddend of zelfs zingend of zwijgend en nadenkend, is altijd goed
doorgebrachte tijd. Die tijd is nooit zinloos.
Belangrijk : de rozenkrans wordt aanbevolen door Maria en Jezus als middel tot
overdenking of meditatie over de hoofdpunten in het christelijk geloof nl.
het leven van Maria en Jezus, de eeuwige Trooster (= Heilige Geest), de relatie
tot God de Vader.
Anno 200 jaar voor Christus. Inderdaad, het is een
verhaal uit het Oude Testament. Toen was Jezus nog niet geboren. De mensen
hadden de volheid van Gods barmhartigheid nog niet ervaren. Dat kwam met de
geboorte van Jezus. Het verhaal is een beetje aangepast om de hoofdzaken en
lessen beter naar voor te doen komen. Uiteindelijk wisten de mensen nog niets
over Gods voorziene heilsplan met de mensen. Nu moeten mensen die lijden vooral
opkijken naar Jezus. Zijn leven ging niet over rozen. Op het einde werd Hij
zelfs aan het kruis genageld. Zijn lijdensweg is een toonbeeld voor de lijdende
mens.
Op de meeting buiten de aarde
Satan was aanwezig. Hij was jaloers, zoals altijd,
omdat hij Jobs ziel niet kon afnemen van God. Hij gooide het dossier op tafel.
Satan
: Zeg God, het is niet moeilijk dat hij zo aan U plakt : geluk schijnt hem in
de ogen. Natuurlijk dat hij U voortdurend dankt. Hoe zou het ook anders kunnen.
Ik had zelf niet anders verwacht. Maar wacht, ik zal hem eens zn geluk
afpakken ! Zien of hij dan nog altijd achter U loopt !
God
: Wedden van niet ? Maar ach, je weet dat Ik niet wed. Ik ben zeker van mijn
zaak : hij blijft trouw aan Mij !
Satan
: Ja ja, allemaal praatjes !
Op aarde
Job was een rijke burger, maar hij had een gouden
hart. Hij deelde van zijn rijkdom mee aan degenen die in zijn familiebedrijf
van pottenbakkerij werkten. Hij was enorm gastvrij. Hij hielp zijn medeburgers
waar hij kon. Hij had zn geld al werkend verdiend. Zn vrouw en kinderen
hadden een goede vader aan hem. Tot het noodlot toesloeg : Jobs pottenbakkerij
brandde af. Zijn pottenbakkerij, waar hij al zijn werk had ingestoken.
Bovendien werden zijn kamelen gestolen. Toch maakte Job God geen verwijten en
verdroeg de tegenslagen.
Terug op de meeting
Satan ijsbeerde door de kantoorruimte.
Satan
: Het is nog altijd hetzelfde ! Maar laat hem eens ziek worden !
Wedden dat hij anders piept ?
God
: Toch niet.
Satan
: Wees toch niet zo voorspellend !
God
: Sorry, zo ben Ik !
Op aarde
Job werd nu door melaatsheid getroffen. Hij probeerde
in het begin geen verwijten aan Gods adres te maken, maar de mensen in zijn
omgeving zetten hem onder druk. Zn vrouw noemde hem een idioot. Zijn vrienden
(Jona, Jelle, Jozua) kwamen op bezoek om hem te troosten, maar Job vervloekte
zichzelf en de dag dat hij was geboren. Waarom moest uitgerekend juist hem nu
zoiets overkomen !
Jona
: Jij, die ons altijd aanmoedigde om te blijven geloven als het geluk ons de
rug toekeerde... Zou je jouw eigen raad eens niet opvolgen ?
Blijf in God geloven en leg je leven in Zijn handen.
Hij is de Redder.
Job
: Ja, ja, dat Hij me maar hoop geeft ! Ik heb nu eens recht van klagen. Probeer
me niet op te monteren. Ik ben verloren, moedeloos,... Dat de dood mij maar
vlug komt halen, niets heeft nog zin !
Jelle
: Wat een onzin ! God is rechtvaardig en beloont loon naar werken. Je weet dat
zonden worden bestraft. Hou je aan God vast en je zult je geluk wel
terugvinden.
Job
: Je hebt gelijk. God is oneindig veel groter dan een simpele mens. Al wat Hij
vraagt gebeurt. Je kunt niet van God winnen. Wat ik wil, is van geen tel. Ik
heb niet gezondigd. Ik heb recht van spreken, want ik ben onschuldig. Moet Ik
Hem dan nog smeken om genade, zelfs al heb ik niets misdaan ?
Hij doet mij pijn, en ik weet niet waarom ! Zie je,
het maakt geen verschil of je nu zondigt of niet, Hij treft je toch. Bovendien
ben ik bang om te lijden en af te zien. Zelfs jullie denken dat ik veel
gezondigd heb, en het is gelogen.
God, zeg, praat tegen mij en zeg me wat ik misdaan heb
! Ben je van plan om mij te vernietigen ?
Jozua
: Nu ga je echt te ver ! Jij verzet je tegen God ! Ik ben zeker dat God je
rekenschap vraagt over hetgeen je al mispeuterd hebt. Je moet niet denken dat
je kunt ontkomen aan God of je verbergen voor God. Doe geen kwaad meer en strek
je armen naar God uit !
Job
: Is dat nu jullie uitleg ? Stop met raad te geven, want ik hoef jullie raad
niet ! Jullie staan niet in mijn schoenen, hoe kun je dan zoiets zeggen. Ik
weet zeker dat God geen ongeluk geeft aan iemand die rechtvaardig leeft. Ik wil
alleen vragen waarom Hij me nog slechter dan een vijand van God behandelt. Als
ik iets misdaan heb, moet Hij het me zeggen !
Jona
: Door zo te reageren, raak je verder van God verwijderd ! Is Gods troost niet
voldoende ?
Job
: God heeft gezien dat ik geen zonden begaan heb. Hij zal me wel verdedigen. Ik
ben onschuldig ! Ik verdien beter dan dat ! Ik zal in elk geval genoeg erover
zagen tegen Hem !
Jelle
: Goed wordt met goed vergolden en kwaad met kwaad.
Job
: Mooie vrienden zijn jullie ! Ik heb het al gezegd, ik heb geen kwaad gedaan.
Jullie zouden beter naar me luisteren in plaats van mij te beschuldigen ?
Iedereen heeft me de rug toegekeerd. Ergens weet ik dat ik twijfel aan God en
dat de fout bij mij ligt. Maar ik smeek om recht en dat Hij mij mijn geluk
teruggeeft. Ik weet dat Hij mij terug zal helpen. Jullie zeggen : hij zal al
die miserie wel verdiend hebben, stelletje leugenaars !
Jozua
: Luister Job, je heb je liederlijke leventje wel gehad. Als je de men-sen uitgeperst
hebt om rijkdom te vergaren, dan kun je wel denken dat die vreugde maar van
korte duur is. Je had zeker nooit geld genoeg ? En je liefhebberijtjes kwamen
zeker voor Gods Dienst ? Het is niet moeilijk dat je dan zo door ongeluk wordt
getroffen !
Job
: En nu beschuldigen jullie mij ook nog van onrecht gedaan te hebben ?
Leugenaars, jaloerse mensen !!! Jullie wensen mij
ongeluk toe ! Mensen die God niet kennen of niet willen kennen hebben het ook
goed, net als degene die God midden in hun leven stellen. Goddelozen krijgen
ook geluk, net als de Godlievende mensen ! God kijkt niet naar de persoon aan
wie Hij geeft, want Hij geeft aan iedereen. De zon komt op voor de goeden
alsook voor de slechten.
Jona
: En toch blijf ik erbij : je zult wel veel kwaad op je kerfstok hebben, dat
God je zo treft. Sluit vrede met God !
Job
: Ik zou willen weten wat Hij eigenlijk wil. Als hij me verder duwt, zal Hij me
toch niets ten laste kunnen leggen. In tegenstelling tot wat jullie beweren,
ben ik onschuldig. Waarom weet God het tijdstip alleen en mogen zijn vrienden
het tijdstip niet weten wanneer Hij ingrijpt ? Ik kan het Hem zelfs niet
vragen, want Hij laat zich niet zien.
Jelle
: Zeg nu zelf : kan een mens rechtvaardig en onschuldig zijn tegenover God ?
God is machtig en Hij zal de mens wel dwingen tot een vredesverdrag met Hem.
Denk eraan : je bent en blijft een simpele aardworm !
Job
: Ik word er zo moe van : Ik ben onschuldig. Ik lieg niet. Ik blijf volhouden
dat ik onschuldig ben en dit niet heb verdiend. Als dit met mij gebeurt, wat
krijgt een zondaar dan op zijn boterham...
Vroeger had ik een leuke tijd, toen God nog over mij
waakte en mij niet in mijn ongeluk liet lopen. Hij maakte mij gelukkig en tot
hetgene wat ik was. Hij zette mij aan om niet aan mijzelf te denken, maar aan
anderen. Ik respecteerde God en vermeed het kwade op te zoeken. Mijn situatie
is nu grondig veranderd : iedereen is nu tegen mij. God antwoordt niet als ik
om hulp roep. Ik kan mijzelf niets verwijten.
Nu kwam een godminnende profeet hem opzoeken, als zijn
vrienden terug naar huis waren. Zijn naam was Eli.
Eli
: Wel Job, toen je me jouw verhaal vertelde, was ik er ondersteboven van. Niet
in de goede zin, maar wel in de kwade zin. Meen je nu echt in je recht te zijn
bij God ? In elk geval jouw drie vrienden moet je niet meer binnen laten, want
ze hebben een heel slechte invloed op je. Ze beschuldigen je nog voor dingen
die je niet gedaan hebt. Nu geef ik je een hoop argumenten, zodat je nog eens
over je standpunt zou nadenken. Je zult een ander mens worden. Ik garandeer het
je ! Denk eraan :
God is groter dan de mens. Wie denk je wel dat je bent
?
God houdt niet op met tegen jou te spreken, maar
luister je eigenlijk wel ?
Of doe je wat je graag doet : je eigen zin ?
God wil de mens waarschuwen voor de afgrijselijke
hoogmoed. Ik noem dit het IK BEN syndroom. Moeilijk uit te roeien ! God kan
dit zo genezen, maar je moet mee willen werken !
God is oneindig barmhartig en laat de mens nog toe om
in zijn eigen gekozen ongeluk te lopen. Hij doet er echt alles aan om je te
waarschuwen voor de eeuwige hel. Hij vindt genade zelfs in de moordenaar die op
het laatst schreeuwt dat hij berouw heeft over zijn daad en dat hij alles had
willen veranderen ten goede. Bovendien straft God altijd minder dan de mens
eigenlijk verdient. Hij houdt de godlievende mens vast, dat hij niet in de
oneindige afgrond valt. Hij schenkt de mens telkens weer het leven en de
liefde. Je moet niet bij de pakken blijven zitten, maar je moet altijd terug in
Gods gunst willen komen. Hij houdt van jou, hou ook van Hem.
God behandelt iedereen gelijk. God is rechtvaardig.
Hij heeft de rechtvaardigheid uitgevonden. Hij is de Maker ervan. Zijn leuze
is : loon naar werken, vergelding naar daden, maar Hij is rechtvaardig. En denk
niet dat Hij je niet hoort of ziet. God is God : voor Hem is er niets
verborgen, ook het onzichtbare niet. Je kunt voor Hem niet vluchten en al je
daden zijn bekend voor Hem ! Al de klachten die over de lippen van armen,
verstotenen, zieken, getraumatiseerden, enz. laten Hem niet onverschillig. Hij
zal de tekortkomingen die mensen geleden hebben ruimschoots weer goed maken.
God wil alleen maar aantonen dat de mensen hun zonden talrijk zijn en variëren
volgens grootte. En dat ongeacht hun ellende dat ze meemaken. Hij vraagt :
keer het kwade de rug toe. Uiteindelijk zal de balans voor iedereen worden
opgemaakt en de schuldigen gaan naar de hel, de onschuldigen gaan naar de hemel
voor altijd. En in de hemel krijgen zij oneindig veel geluk en welzijn. Degene die
naar de hel gaan, zijn degenen die nooit geluisterd hebben. Zij gaan dood en
weten nog altijd niet waarom.
Vergeet niet : als je zondigt, dan wordt God er niet
slechter van. Ook niet als je rechtvaardig bent. Maar wel je medemensen. Zij
worden onmiddellijk getroffen. En omdat God graag alle mensen ziet, tref je Hem
indirect. Hij zal wel de nodige maatregelen op tijd treffen. God luistert ook
niet naar gejammer van klagers die God niet zien staan of naar hoogmoedigen of
naar verontwaardigingen die worden geuit.
Aan God moet je NOOIT twijfelen ! Hij is Degene die
altijd woord houdt.
Koester dus nooit wrok tegen God. Blijf bidden. Lijden
is een reddingslijn voor hen die lijden, een terechtwijzende stem. Je moet het
lijden eigenlijk met twee handen aannemen. Het betekent dat je lessen uit dat
lijden moet trekken om dichter bij God te komen. En weet je wie je doet lijden
? Het kwade natuurlijk oftewel Satan. Probeer je lijden te verdragen. God weet
wat Hij doet ! Denk vooral niet dat je de enige persoon bent die afziet.
Iedereen heeft wel zere plekken. Probeer daarom niet altijd een rechtszaak
tegen God aan te spannen. Je kent al je rechten, maar ook je plichten ? Zoals
Hem en zijn werken eren en vol eerbied te zijn voor Hem, de eeuwige Gever.
Laten we eerlijk zijn : Hij kent ons, maar wij kennen
Hem niet !
Wij kunnen Hem met ons kleine verstand niet begrijpen.
Hij is oneindig groot en toch laat Hij ons, ondankbaren, in leven. Hij zit
achter de hele Schepping. De Onzichtbare en toch Aanwezige. Zonder Hem leven we
niet meer. Kijk maar eens rond je.
Nog iets ?
Job
: Wat je zegt is de waarheid !
Op kantoor
God
: Wel wel, Job maakt nogal kabaal ! Hij wil Mij uitdagen, maar toch is hij niet
slecht van inborst. Hij is tenminste eerlijk. Dat kan ik van zijn drie vrienden
niet zeggen. Hij twijfelt, zoals alle mensen wel eens doen. Ik zal eens
poolshoogte gaan nemen.
Op aarde
God gaat naar de aarde en spreekt door de wind.
God
: Zeg nu eens, Job. Ben Ik je ooit tegengekomen als Ik de hemellichamen en de
aarde schiep ? Stond je aan de deur te kijken bij de invoering van de dood ?
Maak jij licht ? Kun je de natuur besturen ? Ik ben voorzienig voor al mijn
schepselen, jij ook ? Heb je er nog iets aan toe te voegen ?
Job
(nederig) : Nee, ik ben nietig.
God
: Ga je Me schuldig verklaren, om er zelf beter van te worden ? Deze
tegenslagen waren als les bedoeld. Ik moet jou toch niet aanbidden, als je zelf
nog niets hebt gepresteerd in vergelijking met Mij ? Ik moet alles besturen,
jij slechts jezelf.
Job
(voelt zich slecht vanbinnen) : Ik geef mij over. U kunt echt alles. Onze
kortzichtigheid staat Uw planning in de weg. Het was zo niet bedoeld. Ik heb er
spijt van. Ik sprak over zaken waar ik geen verstand van had. Ik kende U alleen
van horen zeggen, maar nu zie ik U met eigen ogen. Ik weet zeker dat U altijd
bij mij bent en dat U het beste met me voor hebt.
God
(tot de drie vrienden) : Zeg mannekes, jullie hebben Me afgeschilderd als
iemand die tiranniek regeert en de mensen onderwerpt. Ik kijk wel degelijk
naar hetgeen jullie aan het uitspoken zijn. Je moet er wel bij zeggen dat Ik
jullie de vrije keus laat om Mij te volgen naar permanent geluk en welzijn of
jullie Satan volgen om eeuwig verdoemd te zijn. Zelfs dan respecteer Ik jullie
keuze. Bovendien mogen jullie altijd aan Mij twijfelen. Ik hoop alleen dat
jullie mijn barmhartigheid en liefde verkiezen als definitieve keuze. Jullie
zien toch ook dat mijn hele Schepping met jullie erbij, vol liefde geschapen is
? Ik wil niets liever dan dat iedereen gelukkig is ! Miserie heb Ik niet gewild
! Uiteindelijk weten jullie wel dat Adam en Eva Satan en alle miserie over hen
hebben geroepen door Mij niet te willen gehoorzamen en Mij te willen zijn.
Job kreeg al zijn bezittingen terug en ook zijn
gezondheid. Bovendien was God zo barmhartig dat Job het dubbele van zijn
bezittingen ontving. God zegende zijn familie en ook zijn nakomelingen. Zij
geloofden nu allemaal rotsvast in God doorheen alle voorspoed en tegenspoed.
Job leefde nog heel lang en kon zijn achterkleinkinderen nog zien opgroeien.
Job bleef de eerlijke en oprechte man als weleer.
Op kantoor
Satan (razend
kwaad): OK, U hebt gewonnen. Maar
ik geef mij nog niet gewonnen !
Hij sloeg de deur achter zich dicht en God bleef nog
een eindje in zijn kantoor zitten.
God
(lachend) : Je hebt nog niets gezien, Satan ! Mijn Zoon zal alle mensen
definitief komen redden van alle miserie. De mensen kunnen het nog niet weten,
want Mijn Zoon is nog niet op aarde geboren en Zijn Moeder Maria ook nog niet.
Hij zal sterven om de fouten van Adam en Eva recht te
trekken. Dan zullen allen die in Ons geloven gered worden en leven tot in
eeuwigheid.
Aan mijn overleden vader Roger - 3 nov 2003 - tot weerziens !
uit mijn hart :
Hoe
konden we in die eerste dagen toen de zon en de maan nog nieuw waren, zo
onnadenkend zijn om U, God, opzij te schuiven. U hebt ons de schepping
toevertrouwd. U bent Degene die ons altijd opvangt. U bent Barmhartigheid en
Liefde. Sindsdien hebben we dood en verderf over ons geroepen. Veel werken en
ploeteren voor onze boterham. Ziekte, tegenslag, miserie, en vooral die
onmenselijke eenzaamheid verpletteren ons. Als U ons stilzwijgend laat doen,
drijft ons dat tot wanhoop.
En
toch ! Als we denken dat U veraf bent, bent U altijd dichter dan we denken.
Jezus, Uw Zoon heeft Zijn liefde en Uw liefde voor ons, arme zondaars, getoond.
Meer zelfs, Hij kwam na Zijn dood op het Kruis terug, om ons te zeggen dat Uw
liefde onoverwinnelijk is. Hij zei ons dat Hij plaatsen voor ons reserveert in
Uw Rijk. Daar waar geen ziekte of dood ons kan treffen, maar waar eeuwig geluk
te vinden is. Dichtbij de vele godlievende mensen, die ons zijn voorgegaan.
Daar zijn we nooit meer alleen. Nooit meer !
Pa,
je bent een van die godlievende mensen die de boodschap van Jezus heeft
begrepen, nagevolgd en doorgegeven. Het maakt mij gelukkig te weten dat je nu
dicht bij God bent. Jouw plaats is gereserveerd. Je bent voor mijn ma een goede
echtgenoot geweest. We konden op je rekenen als een rots in de branding. Een
vuurtoren voor een schip in de storm. Je was geen vlotte prater, maar je
aanwezigheid sprak boekdelen.
Pa,
als ik klein was zag ik God in jou. Nu zie ik jou in God. Je glimlacht. Je bent
voor ons te vroeg op jouw afspraak met God, maar we weten dat je liefst vroeg
vertrekt om zeker op tijd te zijn. Doe een goed woordje voor ons.
De
kruismedaille of gewoonweg de medaille van Sint Benedictus is de oudste
medaille in de Kerk. Ze is over de hele wereld bekend als een kostbare
sacramentalie. Door de zegening en het gebed van de Kerk heeft die medaille
een wonderbare macht om te helpen in vele noden naar ziel en lichaam en vooral
tegen de boze invloed van de duivel.
Oorsprong
De
oorsprong van deze medaille ligt bij de Heilige Benedictus. Hij werd te Nurcia
in Umbrië (Italië) geboren in 480. Hij was de tweelingbroer van de Heilige
Scholastica. Zijn ouders behoorden vermoedelijk tot de landadel en stuurden
hem, zoals alle edele jongelingen van zijn tijd, naar Rome om te studeren. Rome
kende destijds een woelige tijd met de moord op keizer Valentinus IIIen de ondergang van het Romeinse Rijk. In de
tijd dat Benedictus naar Rome trok, was er een dubbelverkiezing van roomse
bisschoppen met een politieke strijd errond. Benedictus was diep teleurgesteld
in deze wereldlijke omgeving en hij maakte zijn studie niet af. Hij verliet
bovendien zijn familie, vrienden en bekenden, wereldse genoegens en
rijkdommen. Hij wil God in de eenzaamheid van een grot in Subiaco gaan dienen.
Geregeld bezochten priesters en herders hem voor onderricht. Naderhand verliet
Benedictus de Sacro Speco-grot in Subiaco en vestigde zich met enkele
leerlingen in Monte Cassino. Daar ging hij zich vestigen op een bergtop in een
bergachtig landschap. Later werd er de beroemde Benedictus abdij gesticht die
zowat de hele berg in beslag neemt. Op deze plaats schreef Benedictus de Regel
van Benedictus. In een klooster aan de voet van de Monte Cassino woonde zijn
zuster Scholastica, die hem eenmaal per jaar bezocht. Kort nadat zij overleed,
in 547, stierf ook Benedictus, op Witte Donderdag 21 maart 547. Al in 589 is
er sprake van een Benedictijnenklooster in Rome.
De
abdij van Monte Cassino, werd de bakermat van de wereldvermaarde
Benedictijnerorde, die aan de Kerk en de beschaving duizenden Heiligen en
geleerden geschonken heeft (en die West-Europa grotendeels hebben gekerstend
in de jaren 800-1100).
Op
24 oktober 1964 werd Sint Benedictus aangesteld tot Patroon van Europa door
Paus Paulus VI, bij zijn bezoek aan de abdij van Monte Cassino ter gelegenheid
van het congres van alle abten. Zijn stichtingen en zijn beroemde Regel hebben
hem tot Aartsvader der monniken van het Westen doen erkennen.
De boodschap van de medaille
St.
Benedictus had een grote verering voor het Heilig Kruis van onze Heiland. Door
middel van deze godsvrucht bewerkte hij veel wonderen, verjaagde duivels of deed
hun boosheid teniet. Hij leerde de gelovigen een grote eerbied hebben voor het
teken van onze verlossing : het Kruis.
En ook om dit kruis te gebruiken tegen onze drie vijanden : de duivel, de
wereld en het vlees. Deze gewijde medaille op zich dragen, is reeds een
stilzwijgend gebed, een smeekbede om bescherming door de Hemel. Het is ook een
getuigenis van ons geloof in de Gekruisigde Christus en in de machtige
voorspraak van St. Benedictus.
De
medaille moet vooral een liefdevol teken zijn van onze gehechtheid aan God en
van onze wil om zijn heilige geboden te onderhouden.
Voorzijde :
Op deze zijde vindt men het KRUIS (=
onze verlossing).
Op de balken van het Kruis staan de
letters gegrift :
rechtop C.S.S.M.L. en horizontaal
N.D.S.M.D.
Dit zijn de beginletters van een
Latijns gebed tegen de duivel :
CRUXSACRASITMIHILUX Het Kruis zij voor mij
een licht.
NONDRACOSITMIHIDUXDe duivel zij nooit mijn
gids.
Tussen de armen van het Kruis staan
de letters C.S.P.B.
CRUXSANCTIPATRISBENEDICTI Het Kruis van de Heilige
Vader Benedictus.
Bovenaan het Kruis staat PAX of
VREDE (= onze godsvrucht tot het Heilig Kruis).
Rondom de beginletters V.R.S.
N.S.M.V. S.M.Q.L. I.V.B.
VADERETROSATANASWijk terug Satan.
NUNQUAMSUADE MIHIVANASGeef
mij geen ijdele gedachten in.
SUNTMALAQUAELIBASt
Is kwaad dat ge aanbiedt.
IPSEVENENUMBIBASDrink zelf uw
vergif !
Achterzijde :
Op deze zijde vindt men de
afbeelding van St. Benedictus, die een Kruis in de ene hand houdt en zijn
Heilige Regel in de andere.
Aan beide zijden van St. Benedictus
staat : Kruis van de Heilige Vader Benedictus. Aan zijn voeten staan de woorden
: Van op de Heilige Berg Cassino 1880. In 1880, op de 1400ste
verjaardag van St. Benedictus geboorte, werden door de Heilige Stoel speciale
jubileumaflaten verleend aan deze Medaille.
In de rand van de medaille staat
vermeld : Mogen wij in het uur van onze dood door zijn tegenwoordigheid
beschermd worden.
St. Benedictus is ook de patroon van
de stervenden. Hij zelf stierf een heilige dood. Hij stierf in de kerk van de
abdij, voor het Allerheiligste, rechtop staande, de armen uitgespreid in gebed,
omringd en ondersteund door zijn monniken.
De
medaille van St. Benedictus bezit een zeer grote macht tegen de duivel en zijn
bekoringen. Ze is zeer krachtig tegen duivelse invloeden en tot genezing van
alle geestelijke en lichamelijke kwalen die daar het gevolg van zijn.
De
medaille is zeer doeltreffend voor de bekering van zondaars en sinds meer dan
1000 jaar wordt ze gebruikt tegen natuurrampen op het land en ter zee. Zij
beschermt ons tegen allerlei ongelukken en gevaren. Bovendien beschermt ze
zowel mens als dier tegen besmettelijke ziekten. De medaille verzekert ons op
bijzondere wijze van de bescherming en voorspraak van St. Benedictus in het uur
van onze dood. Iedere priester kan de medaille wijden volgens de speciale
zegenformule uit het Romeins Rituale.
Dit is gericht aan de medische wereld : stop de experimenten op mensen, laat hen menswaardig sterven. Als de dood in zicht is moeten de witte stofjassen dit niet uitstellen voor hun eigen gewin en dat van het ziekenhuis !
Dit aan de mensen : aanvaard de dood en zie dit niet als een eindpunt, maar veeleer als een beginpunt !
Veel mensen hebben nog altijd geen grote taart met
de grote kers erbovenop gekregen. Leg je leven in Gods handen en vertrouw erop
dat Hij het beste met je voor heeft. Bij God kan 1 + 1 ook 1,5 of 3 zijn. God
rekent met andere maatstaven. En vooral, je zult je grote taart met grote kers
erbovenop wel krijgen. Zo groot dat je er niet meer over kunt kijken. Zeur niet
alle dagen waar die taart blijft, anders is het geen verrassing meer ! En als
je de kers niet lust, dan is er ook nog aardbei, kiwi, ananas...
We gebruiken tegenwoordig snelbouwstenen om onze
Toren van Babel zo hoog mogelijk te bouwen. Vergeet niet dat God de
natuurverschijnselen in de hand heeft om de Toren met de grond gelijk te maken.
En deze keer zal het kaf echt wel van het koren gescheiden worden. Na al die
genade die Hij aan ons betoont heeft, en nog betoont, komt nu de tijd om degene
die ze dankbaar aanvaarden, te scheiden van degenen die geen oren hebben om te
horen, geen ogen hebben om te zien, geen verstand om te verstaan en geen mond
om te spreken.
Waarom zijn mensen altijd geïnteresseerd in de
blikken kroon. Ze doen werkelijk de gekste toeren om dat blikken spul op hun
hoofd te kunnen zetten. Ze verkopen hun lichaam, hun ziel, hun medemensen,
zelfs de mensen rondom hen waar ze zogezegd het meest van houden. Respect,
trouw, liefde en andere goede waarden hebben ze verkocht om hun blikken kroon
te kopen. Het briefje dat ze in hun handen houden waarop staat : Als je in
Jezus gelooft tot het einde heb je recht op een gouden kroon, een gouden troon,
een groot kasteel, lieve mensen rond je, tafels en tafels en tafels vruchten,
lekkere wijn en een land zo groot dat je er niet buiten kunt... hebben ze
verfrommeld.