Ontstaan van het woord kerk :
Het woord kerk komt van het Griekse woord kuriakon
of kurikon en betekent huis des Heren.
Vandaar komt dan ons Nederlands woordje kerk, maar ook Kirche (Duits) en Church
(Engels) zijn van datzelfde woord afgeleid.
In het Frans spreekt men van église, het Spaanse,
Italiaanse en Portugese woord lijkt erop en die woorden komen van het Latijnse
woord ecclesia, dat op zijn beurt van het Griekse woord ekklesia
komt, en dat betekent : volksvergadering.
Gaan we nog wat verder in het Grieks zoeken dan vinden we dat dit woord
afkomstig is van oproepen, uitroepen,
uitnodigen... We zijn heel dicht bij de betekenis van
gemeenschap, want dit is immers een groep mensen die uitgenodigd wordt om met elkaar het goede te doen...
In het Nieuwe Testament wordt kerk in de twee
betekenissen gebruikt : denk maar aan het gebouw, aan de plaats van alle
mensen die op de uitnodiging van Christus ingaan, samenkomen. Andere schrijvers
als bv. Paulus, denken aan de gemeenschap van mensen die proberen te leven
zoals Christus het gevraagd heeft.
Het ontstaan van de kerk :
Lucas, de schrijver van het derde evangelie, vertelt
in de Handelingen der Apostelen over het ontstaan en de uitbreiding van de
eerste Kerk.
Dat ontstaan is vrij eenvoudig na te vertellen : De
Geest van Jezus (Pinksterfeest) is bij ons, we kunnen ons niet meer wegstoppen,
we kunnen niets anders dan over die Jezus verder vertellen en volgens zijn wil
leven ! Dit is het getuigenis van de eerste apostelen en dit vertellen ze
verder aan allen die het horen willen. De groep mensen die door dit getuigenis
enthousiast worden, doen met de apostelen mee en er groeit een ganse
gemeenschap die hetzelfde wil : leven volgens de opdracht van Jezus. Dit is de
eerste kerk.
Nu is zon ontstaan zoals het hier staat, gemakkelijk
verteld. Het spreekt vanzelf dat die eerste kerkgemeenschap met wat problemen
af te rekenen had, maar ze hadden steun aan elkaar. Bovendien leefden ze in de volle overtuiging van de opdracht van Jezus. Dat gaf hen sterkte en moed.
|