S.O.S. : Save Our Souls is een seincode van mensen,
die in een noodsituatie verkeren, bijstand en hulp te vragen. Red onze
zielen. Deze hulp is niet alleen in noodsituaties gevraagd, maar ook in het
leven van alledag. Ons leven is een aaneenschakeling van noodsituaties. God
wordt altijd vergeten en wij spelen altijd de baas. Tot we dan op het einde van
ons leven aankomen en inzien dat God het allerbelangrijkst was. Als we zolang
wachten om erachter te komen dat God ons doel in het leven moet zijn, dan kan
het kwaad allang geschied zijn en hebben we verkeerd gekozen. Red onze ziel :
dat vragen we dan in ons stervensuur, maar eigenlijk moeten we het iedere dag
aan God vragen. Niet alleen voor ons, maar voor alle mensen. Wij zijn te zwak,
lui, wispelturig, koppig, jaloers, schijnheilig (de rij is nog niet af) om
onszelf te kunnen redden. We zijn mensen van vlees en bloed, en een offer van
ons vragen vergt heel wat energie en inzet. Laten we maar toegeven, dat we Gods
hulp meer dan nodig hebben om ons op het rechte pad te houden. Hij moet ons in
gang duwen en ons de weg tonen. Wij moeten onze lauwheid en onverschilligheid
met de grond gelijk maken. Voor de mensen die nog twijfelen : er staat Save Our
Souls en niet Save Our Bodies of Save Our Money. Ons lichaam en onze aardse
bezittingen stellen niets voor, het is de ziel dat telt.
Er was eens een land waar allemaal slakken waren.
Ieder had een mooi gevormde schelp die ze als huis meedroegen. Toch was er een
slak die geen huisje had. De slak voelde zich depri omdat iedereen met haar
lachte als ze voor de zoveelste keer nat werd van de regen. De rest kon
natuurlijk altijd schuilen. De slak richtte haar bede tot de Hemel, zeggend dat
ze toch zo ongelukkig was. Ze geloofde ondanks haar miserie toch dat er een
oplossing uit de bus zou komen. De Schepper had toch een reden om haar geen
huisje te geven, niet ? Na een tijdje kwam er een duif recht uit de hemel en
die vloog nu permanent over de slak. Nu had de slak een echte vriend en een permanente
bescherming onder de vleugels. Wat waren die andere slakken nu jaloers, maar ze
durfden toch niet meer met haar spotten !
|