TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Onze trektocht door Australië, Nieuw Zeeland en ZO-Azië van 28 okt 2009 tot 4 april 2010
07-01-2010
07/01/2010 Blenheim Wineries
We rijden
naar Blenheim, das niet zover, tegen de middag zijn we geïnstalleerd op onze
nieuw campplaats. In deze platte streek is volgens onze Lonely Planet absoluut
niks te zien of te beleven. Uitgezonderd een uitgebreid gamma aan wineries die
je per fiets kan afgaan. Dit is dé wijnstreek van Nieuw Zeeland. Warm overdag,
koel s nachts. Daar heeft Ruth wel oren naar. De fietsen worden gehuurd en ik stippel
snel maar professioneel een route uit langs de mooiste en beste etablissementen.
De eerste is zon 10 km verder, al de andere liggen in de direkte omgeving. On
y va.
Wat is me dat, het platte land is
eigenlijk vals plat, de schaal van het plannetje in onze gids was ongetwijfeld
mis en de stijve bries wakkert nog verder aan eens we hem pal op kop hebben. Na 1,5 h bereiken we eindelijke onze eerste
Winerie, die bevindt zich op een heuvel. We lunchen er en proeven de rosé, de
bubbels en de pinot noir. Niks mis mee, al is de pinot noir wat stroef naar
onze smaak. Eens we de volgende winerie bereikt hebben bekomen we binnen op een
bank even van onze tocht. We krijgen spontaan twee grote glazen water
aangeboden. Zo fris zien we er dus nog uit.
Nooit goed beseft hoe ik na een
sportdag als gisteren nu plots in de tweede fase van deze triatlon ben geraakt.
Dat belooft voor morgen, 12 km waterval bergop zwemmen vrees ik.
De wijnen zelf
overtuigen niet. Naar onze mening zouden er richtlijnen moeten bestaan die de
naam wijn beschermen. Zoiets van: De zuurtegraad van wijn mag die van azijn
niet overschreiden of mocht dat toch niet lukken dat er dan een vermelding
gemaakt wordt in het genre van Met de
nodige voorzichtigheid te gebruiken bij marinades of Opgelet, brand gaten in
de sla(kom) ofGratis een doos Rennie
bij aankoop van zes flessen. We krijgen hoe langer hoe meer een grenzeloos
respect voor de wijnaankopers van Delhaize.Die mensen moeten een ijzeren maag hebben om het kaf van het koren te
scheiden.
Ik overdrijf
misschien lichtjes.
Te pap om moe
te zeggen, laat staan om tijdens de tocht om de haverklap halt te houden om de
camera uit de fietszakken te graven. De fotos zijn bijgevolg poverder dan
gemiddeld.
Fotos: lunch
in 1 van de wineries, fietsen, fietsen, fietsen en de orginele brievenbus van
de vorige camping
We rijden terug een stuk naar het
Westen richting Abel Tasman NP, om dan vandaaruit verder te kunnen afzakken
langs de westkust richting gletser. Het natuurpark is ons door verschillende
mensen aangeraden, dus we zijn benieuwd.
Onderweg pikken we nog 2 lifters op, een Oostenrijkse en nen Brit. Ze moeten
toevallig zon 100 km verder op onze route zijn, een geluksdag voor hen. We
worden onderweg entertained met allerlei filosofische mijmeringen van deze 2
wereldverbeteraars. Vreemd zelfbeeld hebben zon mensen altijd.
Als camping wagen we ons aan een gok
en nemen één waar we geen beoordeling van kunnen terugvinden, maar de naam
spreekt ons wel aan: Old MacDonald Farm, vlak aan het natuurpark en met lamas,
varkens etc op het terrein. Eya eya ho.
Het blijkt een goede gok, de camping
ligt tussen de groene heuvels, er is geen passerend verkeer en de plaatsen zijn
geweldig.
Voor het avondeten doen we nog een
kennismakingswandeling aan het begin van het park. Het is eb, het strand is
oneindig en zit vol watervogels.
Fotos: steltloper met visje in de
bek, een vogel die je aanvalt als je te dicht bij zijn nest komt (hebben we
ervaren), de krijsende geelbek, landschapsfoto
Onze namen
worden afgeroepen alsof we in groepen worden verdeeld bij een jeugdkamp. Met
dat verschil dat we een kapitein krijgen toegewezen, zo weten we in welke van
de 4 boten we moeten klimmen. Ja, zo gaat dat er aan toe bij de Abel Tasman
Watertaxi company. Je klimt effectief in de boten want die staan op trailors.
Eens de boot volgeladen is rijden de traktors via de weg naar het strand. Dat is irreëel. Je zit met zwemvesten aan
achter aan een traktor over het asfalt te tuffen. Eens op het strand worden de boten
achterwaarts vlot geduwd. Boer Spreeuw verandert van pet en voertuig en transformeert
in Captain Sparrow.Die brengt ons naar het midden vanhet Abel Tasman National Park waar we een
dagetappe stappen van de Abel Tasman Track. Dit is de populaire meerdaagse
trektocht die de volledige kustlijn van het park volgt. Detoegang tot dit park kan enkel per watertaxi,
er is geen enkele weg in dit park. Onderweg doen we enkele ommetjes en zien we vreemde
volgels die tot 15m diep kunnen duiken, een kleine pinguinsoort die nog veel
dieper kan en een zeehondenkolonie die wat liggen te zonnen op hun broedplaats.
Normaal moeten er hier in deze periode ook orkas te zien zijn, maar die zijn
dit jaar nog niet gespot.
Wearriveren bij Tonga bay, stropen onze broek
op en wandelen naar het strand. Dit is het startpunt van onze 4h durende
tocht.Het pad slingert voorbij
watervallen, over hangbruggen, langs wondermooie baaien,midden door het natuurgeweld de heuvels in en uit. Ruth zet er de beruchte militaire pas in en 3
h later staan we al aan ons oppikpunt zon 12 km verder. We lunchen en wachten
op het strand van Torrent Bay tot onze watertaxi verschijnt om ons terug naar
de ingang van het park te varen.
Na een douche dineren we in het enige
restaurant-café bij de ingang van het park. De maaltijd is erg verzorgd en
smaakt verrukkelijk na zon dag.
Onze buren van South Carolinakomen gebroken de bar binnengestrompeld als
het al lang donker is. Ze hadden de wandeling tot aan de ingang van het park
verkeerd ingeschat. Ze hebben 6 h gewandeld over een traject van 11 km. Dat
lijkt me dan weer straf. Dan nog liever de militaire pas.
We blijven wat hangen want zodra beloven
ze hier live muziek. Inderdaad, wat later dan voorzien geefteen lokale reggae band het beste van zichzelf
en ze krijgen er wonderwel meteen de ambiance in. Voor zover dat mogelijk is
met reggae natuurlijk. Alle aanwezige rastakopkes deinen mee op de vibes, mogelijke
allemaal van dezelfde tribe als de bandleden. Door de bijhorende psychedelische spasmen gaan
de dreads alle kanten uit. Goe poeier hebben ze hier, in ons eten zat het toch
ni in.
Als we terugwandelen naar de camping
is het pikkedonker. We krijgen dan ook een sterrenhemel te zien zoals je die
alleen hier kan bewonderen. Prachtig.
Fotos: blauwe pinguin, luie zeehond, auto
te water, de natuur in Abel Tasman National Park
Er was regen
voorspeld voor zondag, en regenen heeft het gedaan. Gelukkig hadden we vandaag
vnl autorijden gepland, dus het deert ons niet zo.
Het begint
met een rustige bui, maar naarmate de dag vordert wordt het gordijn dikker en
dikker. Het water gutst op den duur uit de lucht, de landschappen worden nog mysterieuzer
met de mist en regenwolken rond de bergtoppen. Kleine kreken veranderen in
kolkende rivieren, de bergflanken worden langzaam omgetoverd tot 1 grote
waterval waar je onderdoor rijdt. Op verschillende plaatsen kunnen de diepe
grachten de watertoevloed niet meer aan en staat de weg volledig blank. We
komen dan ook niet zo snel vooruit maar het is zo indrukwekkend om te zien dat
we er niet van wakker liggen.
Pas tegen 15u
mindert de zondvloed een beetje, net als we aan de Pancakes aankomen. Dit is 1
van de Must-do attracties in NZ. De Pancakes zijn limestone rotsformaties die door
erosie gevormd zijn tot reusachtige stapels, hoe raad je het, pannenkoeken. Het
klinkt nogal pover maar het was knap om te zien. Onder de rotsformaties zie en
hoor je de zee beuken.
Het vervolg
van de kustroute tot in Greymouth loopt verder door dit majestueuze landschap,
langs de ene kant de beukende zee met grillige rotsen in het water en langs de
andere kant de groene heuvels waar het water van naar beneden gutst. De golven
van de zee zijn enorm, hier zou best wel eens de slotscène van Point Break
kunnen opgenomen zijn.
Fotos:
allemaal impressies van de Pancakes en omliggende natuur, huis met stevige
stroom water op de achtergrond (als die geen water in de kelder hebben, dan
weten we het ook nie meer)
We vervolgen
onze tocht langs de schitterende landschappen van de westkust. Onderweg zien we
regelmatig de sporen van de zondvloed van gisteren, blijkbaar toch meer water
naar beneden gekomen dan ze hier gewoon zijn. Op verschillende plaatsen is de
helft van de weg afgezet omdat er stukken berg naar beneden geschoven zijn. Als
je ziet hoeveel erosie er is, vragen wij ons af wie al dat zand terug naar
boven brengt. Tegen dit tempo zullen de bergen snel geschiedenis zijn.
We komen
uiteindelijk aan in Gletsjerland. De toppers hier zijn de Franz Josef en de Fox
gletsers. Nergens anders op deze breedtegraad liggen gletsers zo dicht bij de
oceaan. Naar mijn bescheiden mening is dat niet zóóó erg moeilijk, veel anders
dan water vind je immers niet op deze breedtegraad. Behalve hun ligging zijn ze
ook gekend om de snelheid waarmee ze verschuiven. In 1943 stortte er een
vliegtuig neer, waarvan ze de restanten 3,5 km verder vonden, aan het uiteinde
van de Franz Josef, zon 6 jaar later.
De gemiddelde snelheid van de Franz is 1,5m per dag, met uitschieters tot 5 m.
Dit zou 10x zo snel zijn als de gletsers in de Alpen. We ondervinden dat, als
je lang genoeg naar de gletser kijkt, het echt wel lijkt of het gigantisch
moster verder schuift
We
installeren ons in het dorp Fox Glacier Village en rijden daarna naar het
beginpunt van de wandeling om de gletser te bekijken. Daar wacht ons echter een
superteleurstelling, de wandeling is volledig afgesloten door de regen van de
voorbije dagen, het gevaar op vallende rotsen door instabiliteit is te groot.
Het enige dat we kunnen doen is de gletser vanop afstand aanschouwen. Wat een
pech, we hadden hier zon hoge verwachtingen over! Het ziet er ook niet naar
uit dat het probleem morgen verholpen zal zijn, de borden met de
wandelingindicaties worden door de rangers volledig verwijderd en vervangen
door een bord Track closed. We horen achteraf dat er op 10 dagen al meer
regen gevallen is dan ze normaal op een volledige maand krijgen, en er wordt
nog meer verwacht.
Een beetje
moedeloos stappen we terug in de auto en rijden dan maar naar de Franz Josef,
half verwachtend dat ons daar hetzelfde scenario staat te wachten. Hier hebben
we meer geluk, we kunnen het pad tot aan de gletser volgen. Al moeten we 3x tot
aan onze knieën door ijskoud gletserwater waden. Als je hier uitglijdt heb je
wel iets aan uw fiets. Maar we kunnen toch erg dichtbij komen en een goede
indruk krijgen. En dat zijn we ook; goed onder de indruk.
Ok, we hebben
de gletsjer nu al wel gezien, van beneden, maar hoe geraak je er nu op ?
In de
brochures lezen we dat je Helihikes op de gletsers kan doen. Je wordt met een
helikopter ergens op het ijs gedropt en loopt daar dan 2,5u onder begeleiding
rond. De uitstap kost een smak geld, maar we zijn hier maar 1 keer dus . Dat is
voor morgennamiddag. Fingers crossed dat het weer meezit, bij slecht weer
vertrekken ze niet, en als het te bewolkt is zijn de uitzichten natuurlijk ook
minder spectaculair.
Zoals de
laatste dagen wel meer voorkomt, kruipen we vroeg in onze camper, jullie zullen
ons wel niet geloven maar het is hier KOUD s nachts. Vanonder de warme dekens
en slaapzak zien we nog een 1/3 filmke voor we gaan slapen. Càptain Jack
Sparrow neemthet op tegen de Krak-hen.
Spannend.
De hemel is
volledig uitgeklaard, de eerste echt mooie dag dit jaar, als we de locals mogen
geloven. Dat belooft, hopelijk blijft dat zo want we gaan pas om 15h de lucht
in.De bewolking neemt lichtjes toe maar
lang niet voldoende om de uitstap af te gelasten. Wat een geluk want dit jaar
hebben ze nog niet veel uitstappen op de gletsjer kunnen aanbieden. De verhalen
doen de ronde dat sommige toeristen tevergeefseen week op de camping hebben gewacht op de standby lijsten.
Met een
vintage busje van minstens 50 jaar oud worden we naar de lokake heliport
gebracht. Ze verzekeren ons dat de helikopter van een recenter bouwjaar
is.We krijgen lederen
berg-hikingschoenen aangeboden en een korte veiligheidsintroductie hoe een
helikopter te benaderen. We worden gewogen, in groepen van max 6 pers opgedeeld
en dan begeven we ons naar de helikopters. Aan boord passen dan ook maximaal 6
passagiers (als je ze goed opvouwt toch). Eens iedereen een headset op heeft
gaan de deuren dicht en weg zijn we.
Dat gaat
verbazend zacht. We stijgen boven het dorpje uit en in geen tijd vliegen we
over de voet van de gletsjer. Meteen zien we ook waarom het wandelpad
afgelsoten werd. De overvloedige regen van de voorbije week heeft de rotsen
instabiel gemaakt en er zijn al tientallen rotsblokken naar beneden gekomen,
sommige met het formaat van een autobus. Eens we midden de gletsjer zijn neemt
de piloot even de vrijheid om enkele
hoogtepunten van de Fox glacier van dichtbij te tonen. Tot zover de aangename
vlucht. De piloot is er van overtuigd dat je pas echt een goed zicht hebt als
de machine minimum 90° kantelt, en dan nog eens andersom voor zij die langs de
andere kant zitten. Mijn maag plakt ongeveer tegen mijn amandelen en de fotos
zijn bewogen. Ruth houdt vnl haar ogen dicht. We landen zacht op het ijs, de landingsplaats
wordt aangegeven door één stokje van 50 cm hoog.
De gids wacht
ons daar op en verdeelt de stijgijzers die we onder onze bergschoenen moeten
gespen. We krijgen ook een wandelstok met een metalen pin onderaan. De gids legt
ons kort uit hoe we al dit gereedschap moeten gebruiken en dan vertrekken we op
onze tocht over een ijslaag die op dit punt zon 200 m dik is. We klauteren
over ijsheuvels, wringen ons door smalle sleuven, bewonderen staalblauwe ijsgrotten
langs de binnenkant, wat een ervaring! Het kleurenspel is indrukwekkend, het pure
witte ijs tegenover de helblauwe kleuren van het water, niet gemakkelijk voor
de fotograaf bij wisselende bewolking. Het rondomliggende landschap is al even
imposant, je voelt je maar heel nietig tussen al die grootse natuur. We zijn
ook verwonderd over de hoeveelheid water die over zon gletsjer stroomt, het
ding smelt gewoon heel de tijd. Onze Nepalese gids leert ons, meestal op
ludieke wijze, alles wat er te leren valt over een gletsjer en geeft ons ruim
de tijd om fotos te trekken. 2 Uur later wachten we in dekking op onze
helikopter voor de terugvlucht, die deze keer de hoogtepunten vermijdt en in
rechte lijn terugkeert.
De ervaring
was op zn minst uniek en elke euro waard!
Fotos: onze
gletsjeruitstap van take off tot landing
Ons doel voor
vandaag is Lake Wanaka, in het Mt Aspiring National Park, zon 300 km meer naar
het zuiden. Hiervoor moeten we door de Haast Pass, een bergketen waar nog maar
sinds ´64 een baan door loopt.
Al slingerend
rijden we door deze indrukwekkende pas, met zicht op sneeuwwitte toppen langs
alle kanten. We maken verschillende stops om wat natuurschoon van dichterbij te
bewonderen. Zo ook aan de Thunder Creek falls, waar het water, vooral na de
overvloedige regen, zoals de naam voorspelt, donderend naar beneden stort. Het
nadeel van scenic view-stopplaatsen is dat de meeste toeringbussen die ook
aandoen, dus een Japanner is nooit echt ver weg.
Bovenop de
pass stopt Mike voor wat hij denkt een solo-jonge deerne-liftster, maar ik had
de mannelijke collega allang gespot in het bos. Die truuk lukt dus nog steeds.
We kunnen ze zon 100km verder op hun tocht afzetten. Weeral een goede daad
gedaan voor vandaag.
De geplande
camping blijkt een wei te zijn die uitpuilt van het volk, we bedanken hiervoor,
hadden gelukkig niet gereserveerd en keren terug naar het dichtstbijzijnde dorp,
Wanaka. Het is een gezellig toeristisch centrum, dat vooral in de winter
hoogdagen kent als ski-oord. De views vanop deze camping zijn geweldig, we logeren
precies op een postkaart, midden tussen de besneeuwde bergtoppen met zicht op
het Wanaka-meer.
We hebben
geen fotos van de trip, we willen niet riskeren jullie te gaan vervelen met mooie
foto van een indrukwekkende waterval nr76. Bovendien zijn de uitzichten vaak
zo weids dat je dat niet op een foto vatten kan. We zijn ook geen Lord of the
Rings-kenners, maar we kunnen ons wel voorstellen dat ze hier inspiratie zijn
komen opdoen. Wederom indrukwekkend allemaal, telkens opnieuw. We vallen in
herhaling.
Onze planning
voor vandaag loopt een beetje in t honderd. De wandeling die we in het
natuurpark wilden doen, begint aan het einde van een 34km lange gravelweg, daar
kunnen we niet aan. Daarenboven is het weer niet echt wandelgeschikt, het
regent, dus we cancellen de wandeling maar volledig.
Mike is
tevreden, hij kan zich een paar uur volledig wijden aan zijn nieuwe hobby,
kakuros oplossen. Na een paar uur vind ik het welletjes en wandelen we het
dorpscentrum in, voor het eerst sinds lang gaan we shoppen!! Niet dat we echt
veel kunnen kopen want er is geen plaats in de bagage, maar t is vooral de
idee die telt. Mike koopt een leuke T-shirt als souvenir (opschrift: If a man
speaks deep in the NZ forest and there is no woman to hear him, is he still
wrong?, snap ik niet) en ik een nieuwe dagrugzak, een topmodel. De bodemnaad
van de vorige is gelost en das redelijk onpraktisch als je gaat wandelen.
En dit is
veruit het meest indrukwekkende wat we vandaag gepresteerd hebben, morgen doen
we terug iets spannends, beloofd!
Na ons
ontbijt maken we ons langzaam klaar om te vertrekken. Ervaring leert ons dat ze
het hier niet te nauw nemen met de verplichte uitchecktijd van 10am. Voor we
buitenrijden houden we nog even halt aan de dump point om onze watertank te
vullen en de grey-watertank te ledigen. Aan de overkant van de weg merk ik twee
lifsters op. Ze willen naar Queenstown, dat kan, dat ligt op onze route. (Geen
wederhelften in de bosjes deze keer) De twee meiden uit de states gaan daar
bungee-jumpen. Oh ja, did it, done it, bought the T-shirt. Heb er
eerlijkheidshalve wel bij verteld dat ik sindsdien hoogtevrees ontwikkeld heb.
Ze waren er al minder gerust in.
De GPS kiest
een weg waar we volgens de kaart niet overmogen met een huurwagen. We begrijpen
niet direct waarom en rijden toch door. De route is zo mogelijk nog mooier dan
al de voorgaande. Nieuw-Zeeland is een paradijs voor wie graag met de wagen
rijdt. Je mag hier wel maar maximaal 100, maar dat stoort voor geen moment.
Achter elke bocht is er een nieuw wauw moment. Bovendien zijn de banen maar één
baanvak breed. De bruggen worden afwisselend gebruikt door meegaand en
aankomend verkeer.
We lunchen in
Queenstown, een gezellig stadje dat bulkt van de toeristische adventure
activiteiten. Tof. Wij rijden verder tot aan de visitor centre van onze
eindbestemming: Te Anau. Dat ligt aan de Sounds. Gigantische landengtes of
bergtoppen die langzaam overgaan in de oceaan en alzo kilometerslange fjorden
creëeren. Een immens natuurparkwaar je
maar 1 weg hebt tot aan de Milford Sounds. Alle anderen zijn onbereikbaar, niet
via auto, bus, watertaxi, niks. Met uitzondering van de Doubtful Sounds, daar
kan je bij als je meegaat op een georganiseerde tour. Je vaart dan eerst een
stuk over Lake Manapouri, dan 20 km over land met de bus waarbij je aan Deep
Cove komt en dan kan je beginnen aan de cruise op de Doubtful Sounds. Klinkt
allemaal toch sprookjesachtig, niet?Meteen hebben we een koers voor de volgende dagen. Morgen met de wagen
naar Milford Sounds. Die route moet wreed de moeite zijn. Op den duur verwacht
je niets anders meer. En overmorgen mee op een georganiseerde daguitstap naar
de afgelegen Doubtful Sound. Je kan de Sounds ook doen met georganiseerde
overnight cruises maar die zijn vrijwel onbetaalbaar. Bovendien hebben we al
onze camper om in te slapen.
Ok, misschien
niet zon spannende dag gehad als beloofd, maar de volgende dagen zien er weer
veelbelovend uit. Hopelijk komt de zon erdoor, dat maakt mooiere fotos. Al is
die kans hier erg klein, hier valt gemiddeld8000 mm regen per jaar. Dat is, hou je vast, 10X zoveel als in midden
België.
Na ons
ontbijt maken we ons langzaam klaar om te vertrekken. Jaja , met opzet want in
de visitor center werd ons aangeraden niet aan de Milford Road te beginnen
tussen 7 en 11. Dan zijn alle touringbussen onderweg voor hun dagtochten en is
het er erg druk. De Milford Road is een weg van 120 km die dood loopt in de
Milford Sounds. Toch is het één van de boeiendste banen van Nieuw Zeeland. Langs
de hele route kan je korte wandelingen doen die je een perfect idee geven van
het Fjordland National Park. Vooral de tweede helft is onverantwoord mooi. Je
moet zowaar een ijzeren karakter hebben om je ogen op de weg te houden. We
rijden tussen steile flanken die +1500 m boven ons uitstijgen waarvan 10
tallen-watervallen naar beneden storten. Elke bocht die we nemen creëert een
nieuw wauw moment. Zonder twijfel één van de, zo niet de mooiste weg die we al
bereden hebben. En we hebben er al heel wat indrukwekkende op onze palmares
staan.
Zon 25 km
voor Milford kunnen we de berg niet meer over en moeten we door een tunnel. De
tunnel is maar gemaakt voor verkeer in 1 richting, met lichten wordt het
verkeer wisselend geregeld, met een interval van 15 min. We vinden het absoluut
niet erg, de uitzichten zijn onvergetelijk. De laatste 25 km gaan stijl naar
beneden tot op zeeniveau. Met al onze stops tussendoor is het 15u tegen dat we
Milford bereiken. Hoewel het s morgens bij ons vertrek zwaarbewolkt was, is de
zon er ondertussen volledig doorgekomen en de uitzichten op Milford Sound zijn
prachtig. We laten deze kans niet liggen en kunnen nog net mee met de boot van
15.25u voor een 2u durende rondvaart door de sound. Stel u voor dat we morgen
slecht weer hebben, dan hebben we niks gezien.
De rondvaart
door de Sound is geweldig, we gaan van de ene waterval naar (al dan niet door)
de volgende en de bergen met sneeuwwitte toppen rijzen uit de zee naar boven.
Machtig om te zien. We komen hier te weten dat Captain Cook tot 2x toe voorbij
deze Sound is gevaren, zonder de ingang te vinden, pas 50 jaar later wordt hij
ontdekt. Eens op de Tasman Sea begrijpen we ook waarom, zelfs van vlakbij kan
je niet zien dat er een ingang is tussen de rotsen.
Helemaal overdonderd
van al deze natuurpracht beginnen we aan de terugtocht, waarbij we de stukken
die op de heenweg nog in de wolken zaten er nu nog als extra bovenop krijgen.
Het was
wederom een dag om nooit te vergeten!
Fotos: Lake
Gunn, Ruth duwt een boomstam in 2, vingerhoedskruid (sommige weiden zijn violet
van de verschillende tinten van deze plant), impressie van een Deense meermin
bij de Marian Falls, spelen in de sneeuw (zo zien jullie maar, we denken aan
jullie), de Milford Sound
Deze Sound
had Capt Coock wel opgemerkt. Hij vroeg zich echter af of hij wel terug weg zou
geraken gezien de stevige inlandse bries die hier altijd aanwezig is bij mooi
weer. Dat gaf meteen de naam Doubtful Sound. Hoewel dit eigenlijk fout is, want
de Doubtful is een fjord omdat hij ontstaan is uit een hyperactieve gletsjer.
Een Sound ontstaat uit een rivier. De enige echte sound in Nieuw-Zeeland is
die in Marlborough, in het noorden van het Zuidereiland. Om de verwarring compleet
te maken ligt het hier vol sounds in Fjordland. Enfin,we leren weer bij.
Het is weer
een prachtige dag, hoe langer hoe meer beseffen we dat we ongelooflijk veel
geluk hebben met het weer. Veel mensen waar we mee praten doen het eiland in
omgekeerde richting en komen van de ene regenzone in de andere. De touringbus
pikt ons op aan de camping en we rijden naar Lake Manapouri waar we overstappen
in een bootje tot aan een waterkrachtcentrale. Deze is 170m diep in een grot
uitgehouwen en kan voldoende energie opwekken om het hele Zuidereiland van
stroom te voorzien. Daarna rijden we met de bus tot aan Deep Cove, waar we in
boot nr2 (gelukkig een iets grotere) worden overgeladen voor de rondvaart op de
Doubtful Sounds.
Volgens Lonely Planet is deze indrukwekkender
dan de Milford en vooral minder toeristisch. Dat laatste is zeker waar, we
komen maar 1 andere boot tegen en voor de rest zijn we alleen. Je geraakt hier
gewoon ook niet op eigen houtje, dus dat maakt het wel speciaal. We zien ook
zeehonden en zelfs dolfijnen die nieuwsgierig dichterbij komen gezwommen.
Maar of deze nu echt indrukwekkender
is? Wij zijn er niet helemaal uit, Milford leek ons hoger en ruiger, maar dat
was natuurlijk de eerste fjord die we zagen ln elk geval, doubtful.
Fotos: zicht tijdens ons ontbijt,
eerste zicht op Doubtful Sound, Ruth in de Sound, landschappen vanop de boot,
luie kajakers, kolonie mooie zeehonden (ge moet ze es ruiken ), De wolken
rollen snel binnen op plekjes waar we een half uur geleden nog waren,
Dolfijnen, indrukwekkende waterval nr76, rendieren transport.
Om de
doorsteek naar de oostkust te maken kiezen we voor de alternatieve (langere en
mooiere) route via het uiterste Zuiden van NZ. De bijzonder goed uitgeruste
visitor centres hebben ook hierover een gratis brochure met alle
bezienswaardigheden langs deze route. Zo bezichtigen we een historische hangbrug
(gebouwd in 1899, jawel) en passeren we een surfers-dorp. Voor de lunch stoppen
we aan het Beach House in Riverton. Lonely Planet is hier heel lyrisch over en
vindt het een must om op een zonnige, warme dag op het terras te eten. In de
andere 90% van de gevallen kan je binnen van het zeezicht genieten. Gewoon om
maar weer aan te tonen dat we chance hebben met het weer, want we lunchen
gezellig buiten
Later op de
dag bereiken we de Catlins, een gebied met glooiende weilanden, oude bossen en
ruige kustlijn. We zien schapen, schapen schapen. Van die dikke wollige
gevallen die dringend geschoren moeten worden, of pasgeschorenen, met zwarte
kop of met witte, enfin in alle geuren en kleuren, maten en gewichten. Onze
campingkeuze valt wat tegen. De toilet heeft wat weg van een groot uitgevallen
aanplakpaal met een gat in de grond, naar de douche zijn we zelfs niet gaan
kijken. We vermoeden een waterton in een boom geknoopt of iets dergelijks. We
rijden dus nog wat verder en komen aan bij een kleine familiecamping. Onze
achterburen zijn Vlamingen uit Leuven dus das gezellig. Dat doet onze
Belgen-teller weer wat stijgen. Op de Milford Sound-cruise kwamen we ook nog
een man uit Beringen tegen. En allemaal maar zagen en klagen over het weer, en
wij maar content zijn.
Al gauw
ontdekken we dat de camping wel wat last van beestjes heeft. Eerst kunnen we de
deur nauwelijks laten openstaan omdat er heel der zwermen hommels binnendringen.
Als de avond valt komen de sandflies in actie en moeten we ons volledig insmeren.
Morgen dan toch maar verder.
We beginnen
de dag met een wandeling naar de McLean Waterfalls, die vlak aan onze camping
liggen. De wandeling loopt door een mooi stuk regenwoud, de watervallen zelf
zijn mooier dan verwacht. De navigator
van dienst heeft een korte maar felle discussie met de dame in het
GPS-bakjeen leidt ons aanvankelijk 20
min terug westwaarts.Uiteindelijk werken
we verder oostwaarts de rest van de bezienswaardigheden af. We stoppen aan de
Catedral Coves, dit zijn grotten vlak aan de zee die je enkel met laag tij kan
bezoeken, en gaan zeehonden knuppelen op Nugget Point. Neen, dat kan natuurlijk niet want hier vind
je geen zeehonden. De schattige fur coat seals zijn eigenlijk zeeleeuwen. De beroemde
Yellow Eye Pinguins krijgen we hier niet te zien, die waren al gaan vissen op
volle zee. Tegen dan hebben we het zo wel allemaal gezien en rijden we in 1
stuk door naar Dunedin. Morgen gaan we deze stad bezoeken, het kan niet altijd
natuur zijn.
Onze camping
ligt aan een rivier buiten de stad, en dankzij onze maandenlange ervaring zijn
we hier goed op tijd om nog keuze te hebben uit een aantal mooie plekken.
De Southern
Scenic Route en Catlins zijn een leuk alternatief voor de anders redelijk saaie
weg naar het Oosten, maar de landschappen zijn nauwelijks indrukwekkender dan
een mooie Ardeense heuvel of een prachtige vallei in de Moezel.Het zou ook normvervaging kunnen zijn
Fotos: regenwoud
op weg naar de waterval, de McLean waterval, Ruth duwt wéér een boom uiteen,
Catedral caves en een volwassen zeewier
Het is mistig en regenachtig, maar dat
weerhoudt ons niet om naar Dunedin-centrum af te zakken, met als eerste
attractie de botaniken hof. Die is mooi aangelegd en wordt duidelijk goed
onderhouden, overal zien we jobstudenten op hun knieën onkruid wieden of
gazonboordsels knippen.
Van daaruit lopen we verder naar het
commerciële centrum via de studentenwijken. Dunedin heeft de oudste
universiteit van Nieuw-Zeeland, maar deze tijd van t jaar is daar niet heel
veel van te merken, t is natuurlijk zomervakantie.
In de Scottish Shop slaan we alvast
een blikken voorraad Haggis in en we gaan ook even dag zeggen tegen Robert
Burns op het centrale plein. Man, laat die hier op zijn kop kakken.
Tegen 15u hebben we het zo wel gezien
en staan we toch wel net toevallig voor de cinema. We krijgen een fikse korting
met onze Jeugdhuizen-lidkaart en brengen de rest van de namiddag door in het
gezelschap van Mr Holmes & Dr Watson. Misschien niet de beste keuze gezien
het creatief oud-Engelse taalgebruik en het gebrek aan ondertiteling. Maar we
denken dat we de clue toch wel hebben gesnapt. Its elementary, dear Watson.
Op de terugweg drinken we een pint in
het smalste café van het universum (vinden ze toch van zichzelf), bestaande uit
een voorgevel van 3m breed en daarnaast een overdekte gang van nog es 2m.
Binnen is er eigenlijk geen plaats voor tafels en je bestelt aan het raam in de
voorgevel.
Fotos: The man himself, De blue
oyster bar (Police Academy 1 ), het hotel van Robbie, het smalste café
Vanuit
Dunedin doen we een kleine omweg om een albatros-kolonie te gaan bezichtigen.
De weg ernaartoe is weer spectaculair en brengt ons helemaal tot het uiteinde
van het Otago-schiereiland, ten Z-Westen van Dunedin. Voor we echter een
albatros kunnen spotten, botsen we op een hoge afsluiting en een visitor
centre, waar we 20/man toegangsgeld moeten betalen om door te mogen lopen naar
de kolonie, en dan heb je nog niet eens de zekerheid dat je een albatros te
zien krijgt. Het mogen dan indrukwekkende beesten zijn, dat hebben we voor geen
enkele volgel over. Dit is typisch N-Zeeland, voor alles vragen ze inkom en
soms gewoon absurde prijzen. We stellen ons dan maar tevreden met aalschovers
en meeuwen.
Op de
terugweg geraakt de GPS (de elektronische deze keer) in de war en stuurt ons
over de High Cliff Road. Dit spreekt tot de verbeelding en de weg doet zijn
naam eer aan. Waar we voorheen vnl door de mist en wolken reden, stijgen we er
nu boven uit en krijgen we indrukwekkende uitzichten op de baai van Dunedin,
tussen de wolken- en mistflarden door. We schieten weer van geen kanten op want
elke bocht is opnieuw geschikt voor een panoramische foto. Danku madam van de
GPS voor deze kleine detour.
We stoppen
nog een keer in Oamaru om de ijskast vol te laden voor de komende 3 dagen en
draaien dan het binnenland in, richting Mt Cook, de hoogste top van het eiland
die afklokt op 3754m. De planten veranderen al snel in een meer dorre alpine-begroeiing
dan wat we tot nu al gezien hebben. De regen blijft duidelijk voornamelijk aan
de westkant van de Southern Alps hangen. Dor is natuurlijk nog altijd relatief,
elk Australische koe zou stikjaloers zijn op de sappige grassen.
De laatste
camping (anex visitor centre, anex helicopter centre) voor Mt Cook ligt in het
Glentanner dal en biedt ons al een prachtig voorproefje van de met sneeuw
bedekte toppen. We hebben geluk, later op de avond breekt de zon door en komt
Mt Cook even piepen, en er worden dan ook enthousiast fotos gemaakt. Lang niet
iedereen die hier komt krijgt die kans. We hebben ook een goed uitzicht op het
Pukaki meer, dat net zoals de andere meren hier een heel vreemde kleur heeft,
veroorzaakt door afzetsel van een gletsjer die door de vallei geschoven is. Het
water is melkachtig,en als de zon erdoor komt, turquoise-blauw.
Als alle
andere campers stoppen met manoeuvreren en zich binnen installeren voor hun TV,
genieten wij buiten van een glas wijn en van de absolute stilte die hier
heerst, op het geruis van watervallen na. Meer moet dat niet zijn
Fotos:
panoramische zichten vanop onze camping op oa Mt Cook, koeien naast de High
Cliff Road in Dunedin, de albatros-kolonie zit ergens onder de vuurtoren maar
konden we dus niet zien, Mt Cook met zijn punt in de zon.
Gewapend met een wandelkaart rijden we
tot het einde van de weg, waar Mt Cook Village ligt. Onderweg zien we
landschappen die Peter Jackson best wel eens in een film zou kunnen gebruiken.
De wolken hangen laag over de donkere bergkammen en geven het geheel een surreëel
karakter.
Eigenlijk
staan we hier in vogelvlucht op amper 20 km afstand van de Fox Glacier, waar we
10 dagen geleden op gewandeld hebben. Er is echter geen enkele directe weg over
de bergen. De kortste is over de Haast Pass, minstens 500 km om.
Wandeling nr
1, de Hooker Valley track,begint aan
het einde van de Hooker valley Road. Ze loopt door de Hooker Valley, langs de
Hooker Hut tot aan de uitlopers van de Hooker gletser, met mooie uitzichten op de
Mt Cook en andere bergen. De weersvoorspellingen zijn niet zo denderend, dus we
vertrekken voorzien van regenjassen, sjaals en fleecen. De bergtoppen zitten
allemaal achter de wolken en het ziet er niet naar uit dat dit snel gaat
veranderen. Maar niet getreurd, het regent niet en de temperatuur is perfect om
te wandelen. We waren al gewaarschuwd dat de Hooker Valley Track heel populair
is, maar treintje lopen met een bus Japanners, nee, dat hadden we niet
verwacht. Ok Scotty, Warp Factor 10, oftewel de inmiddels beruchte Ruth-wandelmodus
wordt ingeschakeld en al snel verdwijnt de menigte achter ons. Het wandelpad
slingert over een rotsige ondergrond de bergen in. We gaan twee hangbruggen
over en komen uiteindelijk aan het finale uitkijkpunt bij lake u raadt het nooit, juist Hooker. Dat is heel
bijzonder omdat de afgebroken gletsjerstukken als gigantische ijsbergen
ronddrijven op dit meer. Je verwacht elk moment een ijsbeer tegen het lijf te
lopen.
Terug zoals
we gekomen waren, halverwege de nest blozende Aziaten ontwijken, en we zijn
terug bij ons vertrekpunt. We lunchen in de enige lokale bar en besluiten nog
even een kijkje te gaan nemen aan de voet van de Tasman Glacier. De langste
gletsjer van het land. Hiervoor moeten we zon 10km over unsealed road welke
niet toegelaten is voor rental-cars. Dat doen we lekker toch. Onze bus hotst en
botst over de gravel tot aan het carpark. Dat staat zoals verwacht natuurlijk
vol rental cars. De stouteriken! Hier is niet veel te zien maar er zijn twee
korte wandelingen van minder dan een uur die wel mooie uitzichten beloven. De
eerste gaat naar de blue lakes. Drie kleine groene! meertjes die perfect
geschikt zijn om te zwemmen. De volgende gaat tot aan lake Tasman, ongetwijfeld
minder geschikt om te zwemmen want ook hier drijven hele ijsbergen. En jongens,
please, stop nu eens met die Global Warming. Hierdoor smelt er ongeveer elke
jaar 0,5% gletsjer weg en moeten we een heel eind verder en hoger klauteren
alvorens we van de spectaculaire uitzichten kunnen genieten. Als je al de ganse
ochtend Chinezen getraiterd hebt kruipt dat in uw knoken.Mijn benen zijn nu wellicht klaar om het
Belgisch Wit-Blauw keurmerk te ontvangen.
Eens terug op
de camping zien we met eigen ogen hoe een regenboog echt uit een pot goud,
eeuhh turquoise, komt, ongelooflijk.
Fotos:
zichten tijdens de Hooker wandeling, op lake Hooker en Hooker glacier. Extra bloemekes
voor de tante, regenboog, panoramas van lake Hooker en lake Tasman
We verlaten
het NZ-hooggebergte en rijden naar Lake Tekapo. Dat rijden is hier steeds een
plezier. We kunnen bovendien de I-pod aansluiten op de autoradio. Dat maakt dat
we vaak hele stukken luidkeels zitten mee te zingen terwijl we door het
landschap zoeven. Probeer dat maar eens op een bus. We maken een ommetje en we
komen schor en hees aan bij de zalmkwekerij. Voor een kleine bijdrage mag je
daar jezelf rondleiden en krijg je visvoer mee. Doen we. De vissen versmachten
elkaar telkens we een beetje korrel in het water werpen. Als je hier invalt ben
je vast in een mum van tijd een been kwijt, lijkt me. De vissen worden opgevist
met een klein net en dan met een fikste tik op de kop in een eeuwige slaap
gemept. Naar eigen zeggen is de zalm hier van een ongeëvenaarde kwaliteit. We
laten ons verleiden en kopen twee filetkes, ze zijn nog warm Verder naar Tekapo.
We checken in
op onze camping met alweer een sprookjesachtig decor. Dat is hier niet zo heel
moeilijk. Je zal je camping hier al verdraaid goed moeten misplaatsen om niet
van een fabuleus uitzicht te kunnen genieten. We lunchen in een lokaal Jappans
restaurant waarvan onze reisgids vertelt dat de Sashimi daar bereid wordt met
de eerdergenoemde zalm. Het lost onze hooggespannen verwachtingen in en het
smaakt heerlijk.
Lake Tekapo
staat verder bekend om de uiterst zuivere lucht. De zuiverste van dit halfrond
volgens kenners. Toch komen we hier nog Aziaten tegen met een monddoekje. Erg
vreemd. Waarschijnlijk zijn die mensen reeds vergroeid met het kleinnood of
willen ze niet riskeren om in shock te geraken bij het inademen van zoveel pure
lucht. Ik betwijfel of ze het doen om de lucht hier niet te bezoedelen.
Als s avonds
de camping volloopt met zware dieselmotoren is de zuivere lucht enigszins ver
zoek.
Door de
zuivere lucht en het ontbreken van een grote stad in de nabijheid is Lake
Tekapo ook bekend om zijn zeer heldere sterrenhemel. Boven op de berg staat er
een sterrenwacht. Tegen dat we ons realiseren dat het een heldere nacht gaat
worden, zijn alle stargazing tours al volgeboekt. Dan maar sterrenkijken vanop
de camping. De maan speelt echter in ons nadeel en om 23u houden we het voor
bekeken.
Traditiegetrouw
herdenken de vrienden (de slechtste toch) elk jaar de Schotse poëet Robert
Burns. Elk excuus is natuurlijk goed genoeg om een avond whisky-proeverij te
doen, maar toch heeft deze Robert Burns Night steeds iets bijzonder. Eerst eten
we een stukje Haggis met onverbeterlijke rapen waarna iedereen zelf een stukje
Burns voordraagt en wat dan telkens met een teug Schots goud wordt
doorgespoeld. De Schotse tongval betert dan ook naarmate de avond vordert. Dit
jaar kan ik er uiteraard niet bij zijn, maar ik beloofde skypegewijs toch even
binnen te vallen om mijn poëtische bijdrage ten berde te brengen. Dat was
bijzonder leuk, al die gezichten nog eens terug zien, net alsof ik er even bij
was. Al kijken de mensen hier wel een beetje vreemd op als je hier op de
camping een gedicht van 1788 staat op te dragen voor een laptop met een glas
Whisky in de hand. Dat je dan vervolgens triomfantelijk naar binnenkiepert om
11h smorgens. Van een stevig ontbijt gesproken. De dag is goed ingezet. Klaar
voor een stevige wandeling.
We vertrekken
van op de camping naar de Mt John Observatory. Zoals elke zichzelf
respecterende sterrenwacht hebben ze ook deze bovenop de heuvel geplaatst. In
een half uur tijd klimmen we minstens 300m. Het buitengewoon ontbijt was
misschien toch niet zon allerbest idee. Drijfnat komen we boven aan terwijl
het niet eens zo warm is. Hier hebben we een impressionant 360° zicht over het
meer en de bergen tegen de horizon aan. We zien hoe de wolken over de tegenoverliggende
bergkam het meer in rollen en in een
kwartier tijd de hele regio bedekken. Via de weides dalen we terug tot aan het
meer en zo verder tot aan de camping. Weinig bloemen gezien. Het is blijkbaar
niet het ideale klimaat voor weelderige bloemenweides. Mooi tochtje trouwens,
bovendien waren we hier bijna gans alleen en dat maakt dat we de stilte hier dan
echt kunnen horen.
Fotos:wolken die binnerollen, schuchter vogeltje
met rood borstje ?, bloemen voor de tante, panoramas van tijdens de wandeling.
Gisterenavond
zijn we er achter gekomen dat we mogelijk een klein visum-probleem hebben met
onze reis naar Thailand. We hebben er namelijk geen. In principe hebben we dat
ook niet nodig want we verblijven minder dan 30 dagen in Thailand. Dat hadden
we vooraf wel opgezocht. Wat is dan wel de mogelijke adder onder het gras ? We
vliegen nl op Bangkok en vertrekken terug uit Bangkok zon 64 dagen later.
Probeer nu maar eens de autoriteiten te overtuigen dat je de rechtschapen intenties
hebt om door te reizen naar Laos-Vietnam-Cambodja. We hebben immers geen enkele
reservatie op zak. Vermoedelijk is er voor elke oplossing een probleem. Dus
zijn we alvast aan het mailen geslagen met het consulaat van Thailand (in
Berchem) en naar ons reisbureau waar we de vluchten boekten om een idee te
krijgen van grootorde van de mogelijke problemen die ons hierbij te wachten
staan. En, als het even kan, wat kunnen we doen om die te vermijden, want Worst
Case scenario laat Qantas ons niet vertrekken zonder geldig visum. Dat zijn echter
doom-scenarios en zover zijn we nog niet. Vandaag is het prachtig weer en doen
we gewoon niks. Niks toeristisch wil dat zeggen. We vullen onze dag met kakuros,
adokus, mussen africhten en aperitieven. De drankvoorraad moet immers op. Het
mooie weer maakt het wat te warm om bergop te klauteren (hoort mij bezig, t zal
in Thailand nog heel wat warmer zijn, als wer geraken tenminste) en ideaal om
de wasvoorraad te vernieuwen.
De gasfles
van onze camper is leeg, dat kan al eens gebeuren na 4 weken intensief gebruik.
De fles opnieuw laten vullen voor 1 maaltijd lijkt ons belachelijk. Er is wel
een campkitchen maar dat is struggle for life in het topseizoen, de blauwe
walmen van verbrand eten zijn niet te harden en in de mist vind je je eigen
potten nauwelijks terug. We nemen het onzekere voor het zeker en gaan uit eten.
Morgen moeten
we de camper immers terug binnenbrengen en verblijven we in de YHA van
Christchurch. Donderdag vliegen we als alles meezit naar Bangkok. De blog wordt
echt nog een spannende thriller zo. Allé voor ons toch. U leest morgen toch
verder voor alweer een spannend avontuur
We pakken in,
gaan vluchtig door de camper, en rijden naar Christchurch. Dat gaat trager dan
normaal, waarschijnlijk omdat we de laatste nostalgische rit met de camper niet
te snel willen laten voorbijgaan. We zeggen nog een paar keer wauw voor de mooie
landschappen en ademen nog wat extra propere lucht in, kwestie van wat reserve
te hebben voor in Bangkok.
Inchecken in
de YHA, dat blijft eigenlijk altijd wel een beetje afzetterij. Onze kamer is
twee bij twee en er passen net twee bedden in, als we onze bagage erin duwen
gaat de deur nimmer open. Gelukkig zijn we een camper gewend en niet
claustrofobisch aangelegd. t Is wel netjes. Ok bagage gedropt, nu nog naar de
carwash en dan de camper terugbrengen. De carwash is van het volautomatische
type waarbij er een boog met faciliteiten heen en weer over het stilstaande
voertuig gaat. We geloven niet dat dit ontworpen is voor campervans , maar
volgens de infoborden vallen we binnen de maximum dimensies. De metalen boog
passert op milimeters van de spiegels. Chance, stelt u maar eens voor . Het inleveren van de wagen gaat zoals verwacht
vlotjes, we worden weeral in het NL verder geholpen door een Hollandse en wat
later komt er nog een Lierenaar bijstaan en hun taxi brengt ons terug naar de
YHA. In het salon kijken we nog naar 1 van de kwartfinales van de Australian
Open. s Avonds eten we in het Belgian beer café typisch belgische kost, maar
dan toch berooid klaargemaakt met een NZ- accent. Je kan dat vergelijken met
frietjes te bestellen in een Hollands frituur. Je weet hoe dat moet smaken maar
de finesse is verloren en de mayonaise lijktzoete fritsaus geworden. Leve de Klavers! Aan de Leffe vant vat is
niets te verbeteren.
Daarna
trekken wede stad in en duiken in een kleine
groezelige maar gezellige bar waar om 22h30 een live bandje van twee begint.
Daarmee is de bar al meteen voor de helft gevuld. Na een uur hebben we het wel
gehad, zoveel ambiance brengen ze ook niet, en keren we terug naar onze cel.