TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Onze trektocht door Australië, Nieuw Zeeland en ZO-Azië van 28 okt 2009 tot 4 april 2010
21-02-2010
21/02/10 Neem ook eens een bus
Gisteren
boekten we bij een lokaal kantoor tickets voor de bus naar Vientiane. Om de één
of andere reden was dat in ons kantoor 10.000 kip (1) goedkoper dan in alle
andere. We vinden dat weer zeer louche, vnl omdat buiten wel de juiste prijs
uithing en het lagere bedrag pas op tafel kwam toen we gingen betalen. Daarenboven
is er geen enkel online systeem beschikbaar waarbij ze kunnen checken of er
effectief nog plek is op de bus. En op onze voucher verschijnt: pick-up at
9.45u, maar dat kon volgens de dame ook wel 10.00u worden. Op zijn minst vreemd,
als je weet dat de bus om 10.00u vertrekt .Enfin, het leven is aan de durvers,
we liggen er niet van wakker, de norm in Laos is dat je altijd op je bestemming
geraakt, alleen weet je niet hoe en wanneer. Je kan busreizen het best
omschrijven als langdurige en oncomfortabele aangelegenheden, waarbij je bus
hoogst waarschijnlijk panne zal hebben en je aan de rand van een bos, naast een
bord met Tijgers zijn hier welkom, moet zitten wachten terwijl een gebroken
as met touw en vindingrijkheid terug aan elkaar wordt gebonden. Beste remedie
is om dan eens diep adem te halen, te glimlachen en te beseffen dat je hoe dan
ook op je bestemming zal aankomen enkel op Laos tempo.
Om
9.40u staan we transportklaar voor ons hotel te wachten op de beloofde pick-up.
Om 10.20u staan we daar nog steeds. De eigenares van de guesthouse stelt voor
om naar het reisbureau te bellen, die verzekeren dat ze onderweg zijn maar
eerst nog een paar andere gasten moeten oppikken. We geloven er al niet meer in
dat we met de officiële VIP-bus zullen meerijden. Om 10.45u komt er een
rammelende camionet aangereden, zonder deuren. Wij content dat we eindelijk
onderweg zijn. Na 30 sec rijden en een afstand van 100m draait de camionet van
de baan en rijdt ze een parking op. Daar staat toch wel de VIP-bus te wachten
zeker. We worden snel snel op de bus gegooid, en bij het opstappen worden we
doodgebliksemd door de 36 paar ogen van onze mede-passagiers die al een uur in de
zon staan te wachten. God weet waarom wij niet eerder zijn opgehaald. Er is nog
net 1 bank vrij, nu ja, de mensen voor ons hebben hun stoelen in vip-stand
gezet en wij geraken er eigenlijk niet meer tussen. Zelfs na herhaaldelijk
vriendelijk vragen en met de knieën in hun rug te zitten porren, vertikken ze
het van hun stoelen overeind te zetten. Grmbl, precies of het is onze fout dat
we zo laat zijn. Dat wordt een comfortabele rit van 3u met de bagage op onze
schoot Als iemand ons nu eens had verteld dat dat busstation net naast onze
guesthouse lag, hadden we daar zelf naartoe gewandeld, daar goed op tijd
aangekomen en de beste plaatsen kunnen kiezen. Maar, ZEN, we zitten op de bus
en zijn onderweg naar Vientiane.
De
laatste 3 rijen in de bus worden ingenomen door een bende jongeren die
duidelijk recht uit de discotheek op de bus zijn gestapt. Er wordt luid
gezongen en geroepen en bier gedronken. Bijgevolg moet de bus na 30 min al
stoppen voor een plaspauze. Een aantal passagiers geraken redelijk gestresseerd
want die zien hun aansluiting in Vientiane al mislopen. Als de bus na 1u rijden
nogmaals moet stoppen voor een plaspauze voor de achterban komt een algemeen
protest op gang. De feestvierders dringen ook nog aan op een bierstop voor een
herbevoorrading maar daar wordt niet op ingegaan.
De
rest van de rit verloopt gelukkig rustig, vnl omdat de weg er nogal hobbelig
bijligt en ze zich achteraan minder en minder fris gaan voelen. Tegen half 3
zijn we in Vientiane en stappen we op een minibus naar ons hotel. De man achter
het stuur zet iedereen af in het centrum en alleen wij blijven nog over. Het
wordt al snel duidelijk dat hij geen idee heeft waar ons hotel zich bevindt. Er
wordt druk getelefoneerd en we doorkruisen half de stad. Uiteindelijk vindt hij
er niet beter op om heel de Mekong-oever af te rijden tot we STOP roepen, ons
hotel heet nl Riverside Hotel dus de kans is groot dat het inderdaad aan de
rivier ligt. En ja hoor, hij heeft gelijk. Het moet gezegd, het onze is pas in
najaar 2009 opengegaan en eigenlijk is er nog geen weg naartoe. De chauffeur
besluit dan ook maar zelf om een fooi af te houden en geeft ons te weinig
wisselgeld terug. We maken er geen zaak van, de man heeft dan ook een uur met
ons rondgereden voor 2 en wij zijn waar we moeten zijn zonder een voet te
verzetten.
We
hebben geluk, het hotel blijkt inderdaad al volledig af te zijn en we hebben
een balzaal van een kamer. t Is net iets duurder dan we gewend zijn maar we
hadden wel is zin in iets comfortabel (27 voor kamer en ontbijt, gratis wifi,
minibar, TV en sjieke badkamer).
De
Franse invloed is hier nog sterker aanwezig en we eten op een rustig plein in
een echt frans restaurant. De gerechten klinken geweldig, gesmolten geitenkaas,
paté, ajuinsoep maar uiteindelijk kiezen we voor lichtere varianten, we vrezen
dat ons gestel zon rijkelijke keuken niet meer gewoon is.
Om
deze bewogen dag af te sluiten drinken we nog een glas op het dakterras van het
hotel met zicht op de Mekong en Thailand aan de overkant. Het heeft iets weg
van een dakterras opt Zuid met zicht op Linkeroever, maar dan op een heeeel
zwoele zomeravond.
Fotos: geen want de
camera zat ergens ver weg in de bagage
Gezien
wij niet echt het doelpubliek zijn voor de tubing (en we er eigenlijk ook geen
interesse in hebben) gaan wij de omgeving te voet verkennen. Het centrum van VV
is super rustig, bijna geen scooters en weinig volk. De jongeren liggen op
kussen te kijken naar lang vervlogen afleveringen van Friends en af en toe
passeert er een dappere op de fiets. We kopen tickets om morgen de bus naar
Vientiane te nemen en lopen dan de natuur in. Er zijn een aantal grotten die je
gemakkelijk te voet kan bereiken.
Bij
de eerste grot moeten we inkom betalen. Geweldige job heeft die man, in zijn
hangmat hangen wachten tot er een toerist zot genoeg is om naar de grot te
komen kijken. De toegang naar de grot loopt over zelfgebouwde bamboetrappen,
allemaal zeer onstabiel. De grot zelf stelt eigenlijk totaal niks voor
(misschien beetje verwend geweest tijdens onze vorige bestemmingen?). Er loopt
een pad verder door naar grot nr 2, dwars door de jungle. Dat levert ons een
heel aangename en rustgevende wandeling op. Gedurende een uur horen we enkel
het getsjirp van duizenden krekels en vogels, geweldig toch. We passeren
immense bamboestruiken en er vliegen continu vlinders rond ons in alle
mogelijke kleuren en formaten. Aan de grot blijkt dat we weer inkom moeten
betalen (van combi-tickets hebben ze nog niet gehoord), maar we laten de grot
linksliggen en wandelen terug door het zalige stuk ongerepte jungle. Toch weer
een heel andere vegetatie dan het tropisch regenwoud.
Fotos:
grote brug over de grote rivier, uitzicht, vlinder, kleine brug over de kleine
rivier, bloemeke, waterpret
Om
8u staan we met al onze ganse huisraad aan het busstation, klaar voor een lange
rit naar Vang Vieng. Deze trip staat berucht voor de bochtige wegen en zieke
mensen onderweg, we zijn benieuwd. Voor alle zekerheid hebben we een ticket
voor de VIP-bus geboekt, die gaat naar eigen zeggen sneller en is
comfortabeler. We moeten in totaal 210 km rijden en dat zou 5u gaan duren.
De
bus is inderdaad comfortabel. We vertrekken 5 min te vroeg, ongelooflijk. Voor
we de parking afgeraken is de helft van de bus al mottig. We zitten allemaal
redelijk hoog (zoals in een dubbeldekbus) en de parking ligt vol putten. Het
schommelt behoorlijk heen en weer.
De
baan is even breed als de veldwegen in Vremde, maar in véél slechtere staat. We
vermoeden dat de bus niet meer dan 30km/u haalt. Het gaat steil naar boven en
telkens we een andere auto moeten kruisen is het ogen dichtdoen, er is nauwelijks
plaats.
Halverwege
stoppen we voor de lunch, een groot geluk voor zij die nog steeds fan zijn van sticky
rice en een spicy sausje. t Is eenvoudig, verzorgd en doet wonderen voor mijn
dieet. Na de break vervolgen we ons slingerpad langs hutjes waar de mensen en
dieren nog in volledige harmonie leven. De natuur is magnifiek, al valt het je
op dat je geen grote bomen aantreft op de bereikbare plaatsen, die zijn al lang
gerooid. De mensen leefden hier vroeger van wat de jungle hen bieden kon, dat
wordt nu hoe langer hoe moeilijker.Er
wordt de komende 15 jaar een bevolkingsverdubbeling verwacht. Elk gezin telt
gemiddeld 6 leden en de helft van de bevolking is onder de 15 jaar. Weet
daarenboven dat hier nog geen gezondheidszorg is en dat mede daardoor de levensverwachting
hier slechts 54 jaar. Dat is een gans omgekeerdesituatie is dan zoals we die in België
kennen. Hier zijn bijna geen oude mensen.Nog een bedenking : Als je hier komt wordt het overduidelijk dat het
ecologische vraagstuk waar we mee worstelen op wereldniveau dient aangepakt te
worden en dat het niet kan losgezien worden van een gecontroleerde bevolkingsaangroei.
En dat terwijl we nog niet eens tot een concensus kunnen komen over de
Kyoto-norm. Het zal een bijna onmogelijke opdracht worden om alle toekomstige Latioanen
een waardevol bestaan te geven in een arm land dat geen productie heeft en
volledig van de natuur leeft. De impact op zowel het milieu als de mensen zal
hier erg hard aankomen.
Nooit
gedacht dat Laos zo bergachtig was, groene zuilen jungle schieten hier zomaar
honderde meters uit de grond. Werkelijk heel mooi. De route naar Vang Vieng is
er weer zo eentje dat je gedaan moet hebben.
Na
6h sjokkelen komen we aan in Vang Vieng, een klein stadje midden tussen de
groene toppen. We installeren ons in een splinternieuw hotel dat nog maar een week
open is. Ik geloof ze op hun woord, maar ook door het feit dat ze de 1 en 2
verdieping nog aan het metsen zijn en er nog geen weg is aangelegd naar het
hotel. Bouwvoorschriftenin veiligheid
zijn er duidelijk nog steeds niet. De douchesproeier staat zowat gewrongen
tussen een open lampsocket, een kontaktdoos en de elektrische waterverwamer.
Voorzichtig douchen dus.
Vang
Vieng is berucht om 2 dingen, tubing (met grote autobanden de rivier afdrijven)
en The Island (een stuk grond midden in de rivier waar ze openluchtbars hebben
geïnstalleerd die de halve stad tot een kot in de nacht wakker houden).
Combineer deze 2 en je kan voorstellen dat er al eens ongelukken gebeuren. Wij
zijn hier echter vnl voor de mooie natuur hoewel we toch eens een kijkje gaan
nemen op The Island. Het is inderdaad 1 grote aaneensluiting van openluchtbars
met houtvuren in het midden. De alcohol is spotgoedkoop en dat is te merken. De
muziek staat loeihard en de geluidskwaliteit trekt op niks. Maar dat lijkt het
jonge volkje niet te deren. Je zult maar de pech hebben een sjiek hotel met
bergzicht geboekt te hebben vlakbij deze openluchtdiscotheek. Kan je beter mee
gaan feesten, slapen doe je toch niet.
Fotos:
panorama valavond op het marktplein, openluchtfeestje
Onze
laatste dag in Luang Prabang. We hebben echt genoten van dit rustige stadje,
alles is zo relax Je kan hier heel goed de Franse invloeden nog zien, zo
hebben ze heerlijke baguettes, croque monsieurs en crêpes bretonnes, dat is
héél lang geleden dat we nog zoiets gegeten hebben. Na ons ontbijt lopen we
over de ochtendmarkt, die is best de moeite, er komen nauwelijks toeristen en
je vindt er alles wat ze hier eten, hoewel, sommige dingen kom je liever niet
tegen.
We
sturen nog eens een pakket met de boot naar België. De hangmat uit Chiang Khong
neemt te veel plaats in en is ook redelijk zwaar. Aangezien we dit al eerder
gedaan hebben, gaan we goed voorbereid richting postkantoor. Er is 1 dame voor
ons aan de pakjesdienst, dat kan nooit lang duren. Wishfull thinking, zo blijkt
direct, we zitten nog steeds in Laos en alles gebeurt op Laos tempo. De dame
haar pak is nogal zwaar en ze wil zeker zijn dat de doos onderweg niet
opengaat. Het resultaat is dat er getaped wordt alsof hun leven ervan afhangt.
3 Man is gedurende 40 minuten bezig de doos langs alle kanten vol plakband te
hangen. Als de rol tape op is, halen we opgelucht adem, eindelijk, zelfs het
geluid van tape die afgerold wordt begint op de duur op je zenuwen te werken.
De dame bekijkt kritisch haar doos en besluit dat het niet voldoende is. De
volgende rol tape wordt bovengehaald en de manoeuvers beginnen opnieuw. We
proberen er kalm onder te blijven, het is een heel goede zen-training. Na nog
eens 20 min is er nauwelijks nog karton te bespeuren en lijkt de dame toch
tevreden. Wij kunnen alleen maar hopen dat er nog een arsenaal tape op voorraad
is, anders hebben we voor niks gewacht. De dame verdwijnt met haar doos en t
is aan ons. Met een gelijkaardig enthousiasme wordt ook ons pakket onder handen
genomen, je ziet dat ze dat hier gewoon zijn, er zit duidelijk strategie in het
plakband-proces. Wij zijn natuurlijk een pak minder kritisch en in 10 min is
ons pak klaar.
Na
het plakken verhuizen we naar de betaaldienst. De dame van daarstraks staat
weer voor ons en ook hier duurt het 20 min voor haar zending is afgehandeld. Ik
ben ondertussen dan maar een babbel gaan doen met een koppel NL globetrotters en
laat het allemaal aan mij voorbij gaan, Mike staat in de rij en zijn zenuwen
worden tot het uiterste getest. Uiteindelijk is het onze toer, er moeten
stapels papieren ingevuld en afgestempeld worden, het duurt een eeuwigheid. We
hopen dat er ergens op de wereld iemand anders is die aan al die stempels
aanuit kan, wij hebben geen flauw idee waarvoor ze allemaal dienen. Van
scheurrandjes hebben ze duidelijk ook nog niet gehoord, alle stukken papier
worden afgescheurd met de lat. Na 1,5u lijkt het erop alsof ons pak klaar is om
verzonden te worden, er is zeker 6 man betrokken geweest om de zaak af te
handelen. Werkuren moeten hier toch echt wel spotgoedkoop zijn. Onze zin voor
procesverbetering werd hier al dikwijls zwaar op de proef gesteld.
We
slenteren nog wat door de rustige achterstraten, het is bewolkt maar heel zwoel
en het lijkt alsof er onweer in de lucht hangt. We passeren nog es bij de Belg
om dag te zeggen en keren dan terug naar de koelte van de kamer. s Avonds
barst er inderdaad een onweer los, hoewel, misschien wat overdreven uitgedrukt.
We konden exact 2 bliksemflitsen en 3 donderslagen bemerken en door de
regendruppels doorlopen zonder nat te worden. De Laotianen zelf slaan in paniek
en beginnen zeilen over hun autos te trekken en al hun kraampjes in te pakken.
In een land waar het nauwelijks regent lijken ze altijd een grote angst voor
water te hebben, bang om te smelten.
Tijdens
ons avondeten praten we met een Noors-Maleisisch koppel dat in Bangkok woont. We
krijgen hun telefoonnummer mee voor als we terug in Bangkok zijn. Altijd leuk.
Fotos:
de vlees en slachtafdeling op de markt, vis noch vlees ( merk de afdedankte
radiator op die twee plastic zakjes over de verse waren draait om de vliegen te
verjagen)
De
tourorganisatie is 2 deuren voorbij onze guesthouse dus deze keer geen pickup
maar te voet tot daar. Zeer stipt naar Laos-normen stappen we in de minivan.
Het is een gewring van jewelste door de smalle straten, de ochtendspits is
duidelijk in volle gang. Onze gids legt uit dat alle blauwe nummerplaten
chinezen zijn, die hier hun vakantie van het Chinese nieuwjaar komen vieren.
Eens je weet op welke nummerplaten te letten, valt je pas op hoeveel het er
zijn, en allemaal met van die villatanks van autos. Na een paar minuten valt
onze frank dat er iets niet klopt in het verkeer. Ze rijden hier langs de
verkeerde kant van de weg! We kunnen een paniekaanval nog net inhouden en gaan
bij de gids ten rade. En ja hoor, in Laos rijden ze terug rechts. Wat een
aanpassing, nu zijn we helemaal in de war. Niet moeilijk dat we hier telkens
van ons sokken gereden worden als we oversteken. We vragen ons ook af hoe ze
dit regelen aan de grens met Thailand, daar wordt nl wel links gereden. Daar
krijgen we geen reactie op. Onze gids kijkt ons eerder vragend aan alsof hij
niet begrijpt dat er over zulke futiliteiten afpraken moeten gemaakt worden. Je
verandert toch gewoon van kant als dat past In elk geval, dat belooft als we
terug in België zijn.
De
andere deelnemers worden 1 voor 1 opgepikt en in totaal zijn we met 8. 2
Australiërs die we onmiddellijk geïndentificeerd hadden door hun Hows it
going mate begroeting bij het instappen, een Brits koppel en 2 Costaricanen.
De minivan brengt ons door kleine dorpen en langs ananasvelden, ik moet eerlijk
zeggen dat ik nog nooit een ananasplant in de grond had zien steken, altijd
gedacht dat die in blauwe kartonnen dozen groeide, een mens staat er gewoon
niet bij stil hoe die dingen werkelijk geteeld worden.
We
komen aan in Elephant Village en mogen eerst een half uurtje relashing
(relaxing). Daarna krijgen we een snelcursus Olifants, kwestie van de dieren
wat onder controle te kunnen houden (uitspreken op zn engels):
Pie = vooruit met de
geit, euh olifant
Sai = naar links (met
je rechterknie tegen zijn oor duwen)
Kwa = naar rechts (met
je linkerknie duwen)
How = stop
Verder zijn er nog
commandos voor poot opheffen en liggen etc, maar das voor gevorderden, wij
vonden vooral HOW héél belangrijk. We leren ook dat als een olifant met zijn
oren flappert, hij gelukkig is. Volgens ons is dat gewoon die beesten hun koelsysteem
maar kom, er wordt hier toch heel wat afgeflapperd.
Na deze taalles moet iedereen
om de beurt op de olifant klauteren voor een free style oefentocht. Ik kan je
verzekeren dat het bestijgen van een olifant geen sinecure is. De olifant moet
zijn rechtervoorpoot buigen, daarop zet je je af en trek je jezelf naar boven
aan zijn oor. Gelukkig geeft het vel ook nog wat mee en kan je je daar ook aan
opheisen. We laten wijselijk de andere voorgaan kwestie van wat te kunnen
observeren. Nr 1 scheurt bij het bestijgen zijn short in het midden en moet
voorzien worden van een nieuwe broek. Nr 2 is aan de kleine kant en geraakt
amper schrijlings over de rug van de olifant, ze blijft de eerste minuut gewoon
plat op haar buik bovenop de olifant liggen. Ondertussen mogen wij de olifant
voorzien van suikerrietstokken. Het is direct ook duidelijk dat voedsel een
hogere prioriteit heeft dan de commandos die geroepen worden. De richting van
de wandeling wordt vooral bepaald door de beschikbaarheid van eten. We krijgen
te horen dat die beesten 200 kg per dag eten. Nie moeilijk dat je zon model krijgt.
Ze zien er hier in elk geval niet ondervoed uit. Ze zijn bijna breder dan ze
groot zijn, en dat wil al wat zeggen als je een olifant bent. Als het onze
beurt is hebben we de knepen van het vak al een beetje door, hoewel het toch
een geklauter blijft. Als de olifant begint rond te wandelen heb je moeite om
je evenwicht te bewaren en buiten een hoop dikke hoofdharen die aanvoelen als een
straatveger heb je niet echt iets om je
aan vast te houden.
Na deze eerste kennismaking
gaan we op wandel door de jungle, nu per 2 in een mand bovenop de olifant. We
dalen af naar de rivier via een steil pad en hopen vurig dat de mand goed
vastgeknoopt is en de olifant niet struikelt. Het gaat verder door de rivier
tot aan een dorp. Heel rustgevend is het, maar als je gauw wagenziek wordt zou
ik toch maar oppassen. Er zit een behoorlijke sjwoeng in.
Als we terug in de
Elephant Village zijn aangekomen is het tijd voor de lunch. Hierbij geraken we
aan de praat met het koppel uit Costa Rica. Ze wonen al 3 jaar in Peking en
werken voor de ambassade van Costa Rica. Ze hebben het daar echter wel gezien
en hebben een overplaatsing aangevraagd naar Brussel. We voelen ons vereerd
want een andere optie is New York, maar ze willen echt per sé naar onze
hoofdstad komen. Getuigt alvast van goeie smaak lijkt ons. We wisselen
contactgegevens uit voor het geval dat ze effectief in België verzeild geraken.
Pas tegen half 3
verschijnt onze gids terug, waarschijnlijk een heel uitgebreide relashing
gedaan. We mogen nu de olifanten gaan wassen. Elke olifant heeft binnen het
park zijn eigen mahout of begeleider en daar luistert hij het beste naar. We
klimmen dus allemaal op een dikhuid en krijgen daarbij het gezelschap van de
bijhorende mahout. Het gaat nu terug steil naar beneden richting rivier, zij
het deze keer zonder mand, best wel eng want we zijn afhankelijk van de oren en
hoofdharen om ons aan vast te houden. De beesten vinden hun bad geweldig en een
aantal kunnen volledig onderduiken, dikke pech voor diegenen die bovenop het
dier zitten. Mike zijn olifant was onder andere van het duikboottype. We
borstelen de beesten schoon en worden zelf mee gedouched. De mahout maken er
een spelletje van en laten de beesten knielen, waardoor wij amper op de
olifanten kunnen blijven zitten. Mijn mahout valt op een bepaald moment van de
olifant en als hij probeert er terug op te klimmen, laat de olifant een paar
mestballen los. Had hij maar niet aan die staart moeten trekken! Gevolg was dat
mijn mahout het voor bekeken hield en naar de kant zwom en daar stond ik dan
alleen in het midden van het water, zonder suikerriet om het beest te verleiden
en de olifant-vocabulair was ondertussen ook al serieus terug geslonken. Met behulp
van een andere mahout geraken we dan toch allemaal veilig terug aan de kant.
Na de olifanten
bezoeken we nog snel een uitgedroogde waterval om dan terug te keren naar Luang
Prabang. Hoewel de organisatie een beetje chaotisch was, was het toch een bijzonder
leuke uitstap en weeral een unieke ervaring erbij.
Onderweg horen we van
andere mensen dat er de dag na ons op de Mekong een slow boat tegen een rots is
gevaren en is gezonken. Iedereen is goed van de boot geraakt maar alle bagage
is verloren. Dan hebben wij precies nog geluk gehad. De dag daarop zou er weer
een boot vastgelopen zijn. Het waterpeil van de Mekong heeft nog nooit zo laag
gestaan. We vragen ons af of ze de boten dan niet zouden afschaffen maar
besluiten dat ze er hier met hun vindingrijkheid wel weer iets op zullen
vinden.
s Avonds gaan we eten in
de Lao Lao bar, die gekend staat om zijn Lao BBQ. Het is ongeveer hetzelfde
concept als de Thai BBQ, wat we deze zomer wel in zijn volle glorie zullen
toelichten op het thuisfront. We eten lekker en zweten ons te pletter door de
hete kolen in het midden van onze tafel..
Nog een praktische
zaak: we kunnen met onze prepaid simkaart van Laos geen sms sturen of ontvangen
naar Europese nummers. Dus ofwel bellen als het dringend is, of anders mailen.
Fotos: relashing Mike,
Ruth op olifantentrek, met zn 2en op de olifant, waden door de rivier, waden
door het dorp, hutten zoals steeds met satellietontvangst, baden met de
olifant, Mike en zijn nieuwe badspeelgoed, terug naar de kant, dry waterfall
experience, Lao BBQ
Om
6.20u staan we paraat in de hoofdstraat van Luang Prabang om naar de Morning
Alms te kijken. De Reras is een
dagelijks ritueel waarbij jonge monniken bij zonsopgang blootsvoets door de
straten lopen om hun voedsel bij elkaar te bedelen. Het is redelijk omstreden, de
Alms zijn ondertussen uitgegroeid tot een toeristische attractie en dat staat
in schril contrast met het religieuze aspect van dit ritueel. Ik kan dat wel begrijpen.
Stel je maar eens voor dat wij ons door een horde toeristen moeten wringen alvorens
we ter communie kunnen gaan in onze kerk. Er is sprake om de route van de
monniken te verleggen naar minder drukke delen van de stad, of zelfs om het
helemaal af te schaffen.
Als
we uit ons hotel komen, zien we dat er al heel wat volk op de been is, het is bijna
drukker dan overdag! Maar het zijn niet enkel toeristen. De lokale bevolking
wil ook een graantje meepikken van dit spektakel, je ziet ze overal leuren met
giften die ze verkopen aan toeristen die ze op hun beurt aan de monniken kunnen
verdelen. Het probleem ligt dus langs beide kanten, zoveel is duidelijk. Een
kwartier later zien we de eerste oranje gewaden aankomen. Het is een apart gezicht.
Zo ver je kan kijken zie je monniken die balletjes rijst of fruit aannemen van
de mensen in de straten. En inderdaad, de eerste monniken worden verblind door
de onafgebroken flitslichten van de cameras. Het zou me niets verwonderen dat
ze hier volgend jaar allemaal met een Ray Ban op hun snoet staan te bedelen, of
erger, met een witte stok in één hand hun pad zoeken. Wij houden ons op een respectabele
afstand en aanschouwen dit vreemde ritueel.
Aangezien
we nu toch al op straat zijn en het nog redelijk koel is, klimmen we ineens
naar de hoogste tempel van de stad, gelegen op de Phousi-heuvel. We worden er
getrakteerd op een prachtige zonsopgang en een weids uitzicht over Luang
Prabang. Het was de klim meer dan waard.
Na
het ontbijt pakken we in en verhuizen terug naar ons eerste hotel, waar we nog
3 nachten zullen verblijven. Gelukkig kunnen we onmiddellijk op de kamer. We
spenderen nog wat tijd aan planning voor de komende dagen, boeken een VIP-bus
naar Vang Vieng (de 19e) en zoeken ons ook daar een hotel. Later
gaan we nog eens de straat op om de oudste tempel van de stad te bezoeken, de
Wat Xieng Thong, gebouwd in 1530. Het is een sobere tempel, niet zo opzichtig
als degenen die we in Thailand gezien hebben. We houden het rustig op
tempel-gebied. Het gevaar voor tempelmoeheid is zeer groot in ZO-Azië en we
moeten ervoor zorgen dat we nog tempel-interesse hebben voor Angkor Wat!
Nog
een aantal leuke Lao-Thaïse varianten op het Engels die we jullie niet willen
besparen:
-Same same but different = similar
-Good luck for you, good luck for me =
bij het afdingen, fifty fifty prijs beklonken
-Lucky Lucky = bij het afdingen, echter
niet duidelijk wie de lucky one is
-Tuk tuk very cheap 1 hour waterfalls =
tuk tuk is nooit cheap en de watervallen zijn er geen deze tijd vant jaar.
-Lao coffee = een tas water met 2
groene blaadjes erin en een bord fruit
Elke
bar, café, hotel, straatkeuken biedt overheerlijke fruitshakes aan. De
variaties zijn eindeloos en ze smaken gewoon verrukkelijk. Maar één ding heeft onze
trip naar Mexico van heel wat jaren terug ons zeker geleerd. Enige
voorzichtigheid is toch geboden alvorens je je als Westerse toerist op al dit
lekkers stort. Jaja, dat vergeet je niet snel als je hotelkamer maar één toilet
heeft. Bovendien gaan we morgen op de olifanten zitten. En zoals we al zeiden
hebben we heel wat respect voor deze dieren. Ik sta zelf ook niet te springen
om een olifant in mijn nek te laten rijden wiens spijsvetering volledig
ontregeld is door een overvloed aan verse sapjes en twijfelachtige ijs.
We
drinken frisdrank uit blik.
Fotos:
iedereen zet zich klaar voor de Morning Alms, ochtendspits, zonsopgang boven de
Mekong, Buddha, de Wat Xieng Thong, typisch beeld (tuktuks aan de Mekong)
We
moeten een aantal dingen regelen dus trekken we de straten op. Eerst en vooral
geld. De geldautomaat geeft max 700.000 kip per afhaling (zon 54), en daar
sta je dan met een massa briefjes (ze hebben geen muntstukken) in je handen, de
grootste coupure is 50.000 kip. Aangezien je voor elke afhaling kosten betaalt,
is dit dus niet de beste manier om aan geld te geraken. We lopen naar de bank
en kunnen daar ahv de credit card een cash advance krijgen van een veel hoger
bedrag. We voelen ons heel even multimiljonair als er 3.000.000 kip in briefjes
van 50.000 over de toonbank worden geschoven. Hier kunnen we dan toch even mee
verder. Verder schaffen we ons een lokale SIMkaart aan zodat we hier tegen een
aanvaardbaar tarief kunnen bellen. Vind de details alvastbovenaan links in dit scherm.
Laos
is het land van de 1 miljoen olifanten (enfin, ondertussen is er behoorlijk
gesnoeid in het olifantenbestand en blijven er maar een schaamtelijke 1.000
over, maar kom), dus het lijkt ons hier de perfecte locatie om zon reus es van
dichtbij te gaan bekijken. We speuren een aantal uren het internet af op zoek
naar de beste touroperator en komen uit bij de Elephant Village. In Thailand
stonden we nog heel sceptisch tegenover de olifanten als toeristenattractie. We
hebben erg veel respect voor deze fantastische dieren en wezijn van mening dat ze niet bedoeld zijn om
uitgebuit te worden om rondjes te lopen met de toeristen. En vind maar eens een
olifantekamp waar je niet op de rug van die dieren moet kruipen. Deze
organisatie heeft ons echter een andere kijk op de situatie gegeven. De
olifanten zijn gered uit erbarmelijke omstandigheden en kunnen een rustige oude
dag slijten in het kamp. De inkomsten van de toeristen zijn noodzakelijk voor
de financiering van het kamp en de verzorging van de dieren. Bovendien moeten
de dieren maar maximaal drie uren per dag werken. Een luizenleven voor een
olifant. We kiezen uiteindelijk voor een uitstap van 1 dag, waarbij je in
totaal 3u met een olifant bezig bent. Een uur rondrijden, een uur les in
Laotiaans-olifants en als afsluiter ga je samen met je olifant in bad en mag je
hem schrobben.Dat is nog eens badspeelgoed we zijn zéér benieuwd. (http://www.elephantvillage-laos.com/)
Laos
heet officieel Lao PDR, wat staat voor Peoples Democratic Republic. De echte
betekenis is echter Lao Please Dont Rush. En dat neem je hier best wel
letterlijk. We hebben allang door dat alles hier super traaaag gaat. Als je eten
bestelt, zorg je best dat je ruim de tijd hebt, het lijkt telkens alsof ze de chef
nog ergens moeten gaan zoeken en ontnuchteren alvorens deze achter het fornuis
wordt toegelaten. Je hoort de mensen letterlijk door de straten sleffen, dat
verklaart meteen waarom alle straten hier dan ook in slechte staat zijn. Ze
doen hier vast iets in het leidingwater waardoor alles hier love peace and
understanding is. We houden het veiligheishalve maar bij flessenwateren zakken genoodzaakt zelf ook een paar
versnellingen, je er druk in maken heeft geen enkele zin.
Ons
hotel heeft geen uitzicht op Mekong, daar hadden we speciaal op gelet. Niet
enkel omdat het de hotels over het algemeen iets goedkoper maaktmaar vooral omdat we geen Mekong oever meer
kunnen zien. De kamer is netjes in hout afgewerkt en de douche is zoals altijd
in één geheel met het toilet geïntegreerd. Dat is hier in Zuidoost-Azië de
gewoonte. Je kan dus douchen terwijl je op het toilet zit of vice versa. Het
gelijkvloers wordt ingenomen door de receptie en een 10-tal computers die
dienst doen als internetcafé. Als hotelgast mogen we gratis gebruik maken van
de wifi die hier van een ongekende kwaliteit is. Spijtig genoeg kunnen we maar
één nacht blijven, morgen is het hotel volgeboekt. Daarna kunnen we eventueel
terugkomen verzekert de hotelklerk ons.
In
de voormiddag gaan we op hoteljacht voor de volgende nachten. Dat lijkt minder
evident dan we gedacht hadden. Voornamelijk omdat de straten hier niet benoemd
zijn en onze gids slechts 30% van de aanwezige straten en bijhorende
etablissementen vermeldt. Diegene die we toch kunnen terugvinden zijn of volzet
of onbetaalbaar. Uiteindelijk komen we uit het centrum toch in een nieuw,
beetje overprijsd, hotel waar ze nog plek hebben. De kamer is in coloniale
stijl opgetrokken en heeft warempel . een bad. Das vast en zeker de extra Kip
waard. Om morgen niet weer met heel onze huisraad op pad te moeten boeken we
hier ineens 2 nachten. Het overgrote deel van de dag brengen we door met blog
updaten, skypen met het thuisfront en rusten.
Tegen
17u begint de temperatuur een beetje te dalen en gaan we op stap. Ons doel is
The House, een bar-restaurant dat door 2 Vlamingen wordt gerund, via vrienden
hadden we deze tip gekregen. Het is heel gezellig ingericht, met lampions en
houten tafels. Op de menu staan allerlei Belgische specialiteiten en we doen
ons dan ook te goed aan lasagne en spaghetti bolognaise. En smaken dat dat
weeral doet. The House is sinds 2 jaar open en ze staan al in Lonely Planet (http://www.thehouse-laos.com/), het is een succes. We doen een hele
babbel met de eigenaar. Zo leren we onder andere dat Laotianen niet omkoopbaar
zijn voor geld, als hij een goede werkkracht wil behouden helpt het niet om die
het dubbele te betalen, daar zijn ze niet in geïnteresseerd. Het typeert hen
wel. We hebben er een leuke avond en komen hier zeker nog wel es terug tijdens
ons verblijf in Luang.
Als
afsluiter van de avond springen we nog even binnen in The Hive, het meest
hippe café dat hier te vinden is. De hedendaagse muziek knalt uit de boxen en
het zit stampvol jongeren. Leuk voor even maar wij zijn niet echt de doelgroep.
De bars sluiten hier om 23h30. Dat maakt het savonds heel erg gezellig.
Iedereen gaat op hetzelfde vroege tijdstip uit en is terug in zijn hotel voor de
zaken uit de hand kunnen lopen.
Onze
eerste indrukken van Laos zijn zeer positief. Luang Prabang is een geweldig
klein en gemoedelijk stadje dat gewrongen zit tussen de oever van de Mekong
enerzijds en die van de Nam Kane anderzijds. Reeds vanaf onze aankomst merken
we dat het er hier helemaal anders aan toe gaat dan in Thailand. Alles is hier
stil en rustig. De schaarse brommers hebben hier zelfs een uitlaat. Op de
hoteldeur lezen we dat het op politiebevel verboden is om na 24 h op straat te
zijn en dat je enkel gemeenschap mag hebben met je echtgeno(o)t(e). Je zou
kunnen vermoeden dat deze regels opgemaakt zijn om de moraal van dit oord van
verderfbinnen de aanvaardbare grenzen
te brengen. Het tegenovergestelde is echter waar. De Laotianen zijn er als de
dood voor om hun eigenheid verloren te zien gaan door de Thaise en Viëtnamese
invloeden.
Het
is hier de gewoonte je schoenen uit te doen in elk hotel, winkel, kruidenier,
touroperator of bookexchange die je bezoekt. Je zorgt dus best dat je slippers aanhebt
die je met een vloeiende lob op het schoenenplankje kan mikken.
Na
amper geslapen te hebben zijn we op zodra de zon opkomt. We zijn gewoon
gebroken. Alles hangt onder het zand en we voelen ons ontzettend vuil en
doorrookt van de kampvuren.
Gelukkig
heb ik nog wat bananen over van ons lunchpakket van de dag ervoor en ben ik
altijd voorzien van meer dan genoeg water. We klimmen terug uit de boot en gaan
de chaos bekijken. Het strand ziet eruit. Overal liggen hopen afval, en de
feestvierders van gisteren hebben heel wat minder noten op hun zag. Ik zou hier
op mijn beurt een handel kunnen beginnen in drinkwater, maar de dag is nog lang
en wie weet waar slapen we vanavond Want ook hier dreigt een probleem, de boten
varen niet in het donker, wat wil zeggen dat ze ten vroegste om 6.30u in PakBeng
kunnen vertrekken met een nieuwe boot,
dan 2u varen tot waar we gestrand zijn, terug naar PakBeng en dan nog de
8u-durende tocht die voorzien was voor dag 2. Erg optimistisch zijn we niet om
vanavond in Luang Prabang te staan.
Om
half 9 verschijnt inderdaad een nieuwe boot. We verhuizen alle gerief 2 boten
verder. Je moet je dat voorstellen, je moet telkens door de ramen van de ene
boot in de andere kruipen met al die zware rugzakken, het verbaast ons dat er
niemand in het water terecht komt. In het tumult van gisteren zijn we onze
kussens vergeten en die zijn ondertussen allang ingepalmd door andere mensen,
dus dan maar zonder kussen op de houten banken. Iedereen wordt verdeeld over de
2 boten en daar gaan we.
Tegen
11u komen we eindelijk aan in PakBeng, waar we opnieuw van boot moeten
verwisselen. Het gaat ook allemaal zo ontzettend traag. Uiteindelijk is het
12.30u tegen dat we daar terug vertrekken, wetende dat we nog zon lange tocht
voor de boeg hebben. Gelukkig zijn ze hier wel aan boord gekomen met belegde
broodjes en drank.
De
tocht verloopt verder zonder incidenten. Ze hebbben duidelijk hun snelste boten
ingezet want het schiet redelijk op. We proberen van het landschap te genieten
maar we zijn zo op van de koude slapeloze nacht dat op de duur doet alles pijn doet,
noch zitten noch rechtstaan is comfortabel en slapen lukt al helemaal niet. Het
zal ongetwijfeld nog minstens een week duren voordat we het profiel van de
houten bankjes uit onze bips krijgen.
Als
het begint te schemeren geven ze nog wat gas bij en uiteindelijk zijn we net
als het licht uitgaat in Luang Prabang. In het donker moeten we onze rugzakken
uit de berg bagage vissen en dan aan wal gaan. Aan boord hadden we al besloten
om hier minstens 4 nachten te blijven, zodat we wat kunnen recuperen. De
guesthouse die we wilden heeft enkel een kamer voor vannacht. Verdorie, dat wil
zeggen morgen weer inpakken. We zien morgen wel. De kamer is comfortabel en de
douche héél welkom. Als we ooit al zo vuil waren geweest kunnen we het toch niet
meteen herinneren. Hopelijk verstropt de afvoer niet.
Er
wordt hier helemaal geen Chinees Nieuwjaar gevierd in Luang Prabang. Das maar goed
ook. Om 22h liggen we al uitgeteld onder de wol lakens. Zon bed heeft
een comfort je kunt je dat niet voorstellen.
Fotos:
de boot, oever van de Mekong, kinderarbeid aan boord, het leven langs de oever.
Om
half 9 staan we paraat aan ons hotel. Geen mini-van te bespeuren. Het duurt tot
10 voor 9 tot het meisje van het reisbureau op een scooter komt aangetuft, met
achter haar haar zus op scooter n°2. We voelen al nattigheid en vragen waar de
mini-van blijft. Meer dan een eeeuuuhhh, because . krijgen ze er niet uit. Ze
beginnen te wijzen naar een tuktuk, tot er uiteindelijk uit het niets een
pick-up stopt die ons naar de overzet brengt.
Vlak
voor we de Mekong oversteken, laten we nog onze paspoorten afstempelen. De
oversteek zelf gebeurt met longtail boten, van die hele smalle gamele dingen
met een rand van 10 cm boven het wateroppervlak. Daar moet je dan met al je
bagage inkruipen. Volle gas steekt dat ding de Mekong over, terwijl we hopen
dat we niet omkantelen. Scoutsgewijs een vrolijk van voor naar achter van
links naar rechts inzetten is vast niet toegaten. Het gaat allemaal
razendsnel, geen tijd om fotos te nemen, we zijn al blij dat we erin slagen om
onze bagage bij elkaar te houden.
Aan
de overkant zijn we op Laos-grondgebied en moeten we een visum kopen. Er staan
lange rijen maar onze begeleider steekt iedereen voorbij en geeft onze
paspoorten af in het douanehok. We kunnen amper volgen maar 2 min later plakt
er toch iets wat op een visum trekt in onze passen. Van aan de douane wandelen
we tot in de hoofdstraat waar we aan een kraampje gedropt worden en moeten
wachten op ons vervoer naar de andere haven. Het gaat allemaal flitsendsnel,
Mike heeft net nog tijd om wat kip af te halen (lokale munt, weer opnieuw
briefkes leren herkennen en truukjes voor een snelle omrekening) en komt
daarbij Rowdy en Amber tegen, de Nederlanders waar we een paar dagen samen mee
in Lazy Moon gezeten hebben. Zij gaan op Gibbon experience. Dat is slapen in
een boomhut op 150m hoogte en deathrides van wel een km lang. Amber is er duidelijk
minder gerust in dan Rowdy.
Dat
vervoer verschijnt 10 min later in de vorm van een stokoude rammelende
camionet. Bagage het dak op en weg zijn we. Onderweg stappen nog andere
toeristen in, allemaal jonge gasten, met halve-liter flessen bier in hun hand
(het is 10u s ochtends). We snappen dat niet zo goed, we hadden zeker niet
verwacht om hier tussen de feestvierders terecht te komen...
Na
een paar bochten worden we weer afgezet bij een café en wordt ons gezegd dat we
moeten wachten op de gids. Uit het niets verschijnt een man die iedereen zijn
paspoort vraagt met een onduidelijke uitleg dat ze die nodig hebben als
controle over hoeveel mensen via Thailand tickets boeken voor de slow boat. We
vinden het maar niks en ik ga de paspoorten terug vragen. We snappen echt niet waarvoor
dit nodig is. Uiteindelijk blijkt dat we nog 1,5u in dit café zullen zitten
wachten, terwijl er steeds meer mensen afgezet worden. De uitleg van de
paspoorten herhaalt zich. De gidsen zullen met onze paspoorten naar de
ticketoffice gaan en daar voor iedereen een ticket regelen, dat gaat volgens
hen sneller dan dat we dat zelf doen. Nog steeds vertrouwen we het zaakje niet.
Ik ga zelf op zoek naar de ticketoffice en probeer ahv ons betalingsbewijs onze
tickets te krijgen, maar het enige dat ik bereik is dat ze blijven herhalen dat
de gids dat voor ons zal regelen. Ik probeer hen duidelijk te maken dat ik mijn
paspoort niet wil afgeven maar ze kunnen/willen me niet verstaan. Terwijl we
daar zitten wachten, beseffen we dat dit absoluut geen goed idee was. De korte
overtocht nr Laos en het regelen van de paspoorten hadden we even gemakkelijk
zelf kunnen regelen en dan hadden we als 1 vd eersten op de boot gezeten en een
goede plek kunnen kiezen. Uiteindelijk is het half 12 tegen dat we onze
ticketten (en paspoorten) terugkrijgen. We spurten naar de boot in de hoop toch
nog een beetje keuze aan plaats te hebben. De stoelen met bekleding zijn
allemaal volzet dus moeten we ons tevreden stellen met een houten bankje. Die
banken zijn op Thaïs formaat en bijgevolg staan ze zo dicht op elkaar dat je er
amper je knieeën tussenkrijgt. Gelukkig hadden we gelezen over die banken en
hebben we kussens gekocht. 0,7 per kussen, de beste investering ooit. Maar
toch, dit gedurende 2 dagen? Niet over nadenken, hoort bij het reizen.
Als
alle plaatsen volzet zijn, worden er gewoon houten banken in de middengang
bijgezet, niet te doen. Uiteindelijk blijkt dat ze toch een 2e boot
gaan inleggen, maar daar zijn wij niks meer mee. Achteraan in de boot is er een
klein standje met chips en wat eten en bier. Het bierzuipen dat onderweg al
begonnen was, gaat hier vrolijk door, dat belooft. Een aantal zien er echt al
niet meer fris uit en t is nog niet eens middag. Tegen half 1 wordt de motor
eindelijk gestart, wat een kabaal! Maar we zijn vertrokken, das het belangrijkste.
De
slow boat doet zijn naam eer aan en tuft stroom mee op zijn gemak over de
Mekong. Het geeft je wel de kans om optimaal van het landschap te genieten.
Overal zien we mensen die hun kleren of zichzelf in de Mekong wassen of aan het
vissen zijn. Laos is groener dan Thailand en is heel heuvelachtig. Het is best
wel mooi.
Tegen
15u begint alles al een beetje pijn te doen, ondanks de kussens. De zuipende
toeristen doen rustig voort en het kabaal neemt toe. Het staat in schril contrast met de ingetogenheid van de
Thai. We ergeren ons vaak aan het gebrek aan respect van deze gasten. Plots
ontstaat er in de motorkamer een kabaal en de begeleiders lopen snel naar voor
naar de bestuurder. De motor krijgt blijkbaar geen koeling meer en is oververhit.
Iedereen van de boot en de techniekers slaan aan het timmeren. Een half uur
erna lijkt het probleem opgelost en kunnen we verder.
Nog
es 2u verder beginnen we al halsreikend uit te kijken naar Pak Beng, naar een
zacht bed en een douche. Dan is er ineens een enorme klap vlak onder ons. Het
hollandse meisje dat achter ons op de grond zit springt ongeveer een meter de
lucht in vant schrikken. Iedereen kijkt paniekerig in het rond, er wordt weer
vanalles in het Laotiaans geroepen en gedaan. Wij kijken automatisch naar de
bodem of er geen gigantische lek is ontstaan. We zijn niet zeker wat ons het
meest verontrust. Het feit dat de dames van de catering hun zwemvest al aanhebben
of het feit dat we stuurloos over de Mekong aant dobberen zijn. Het is ons in
elk geval duidelijk dat we de bodem geraakt hebben en nog geen klein beetje.
Telkens ze de motor versnellen begint de boot hard te trillen. De stroming is redelijk
sterk en met veel moeite slagen ze erin om de boot aan de kant te krijgen.
Enfin, kant, er is een grote zandduin die steil tot in het water loopt. Eens
aangemeerd gaat het heel snel, iedereen moet rap rap van de boot. Op zich is
dat niet moeilijk aangezien er geen glas in de ramen staat. De geruchten gaan
snel rond en blijkt dat ze inderdaad met het roer en de schroef de bodem
geraakt hebben en de boot niet verder kan. Zoals we bij het vertrek al in de
mot hadden, is de boot flink overladen en heeft hij teveel diepgang voor het lage
waterpeil van de Mekong, vooral in de schaarse stroomversnellingen.
Velen
zijn nog optimistisch en hopen dat er vanuit PakBeng (zon 2u verder varen)
boten gestuurd zullen worden om ons op te pikken, maar wij zijn realistischer.
Om 18.30u wordt het donker en we kunnen ons niet inbeelden dat die mannen in het
donker gaan varen, de Mekong ligt vol rotsen en ondiepe stukken, das zelfmoord.
We beginnen te beseffen dat onze douche en zacht bed wel es een utopie zouden
kunnen blijven voor die ene keer dat we alles vooraf uitgezocht en geregeld
hadden.
Een
beetje later passeert de 2e slow boat. Hij stopt naast de onze en
iedereen stapt over, denkende dat die met iedereen wel zal verder varen. Ook
hier zijn wij realistisch, lijkt ons onmogelijk gezien de 1e boot op
zich al overladen was. 10 Minuten later wordt dit bevestigd, de 2 boten zullen
de nacht hier doorbrengen. De passagiers van de 2e boot zijn
natuurlijk niet akkoord, hun boot is ok en ook zij verlangen naar hun (reeds
gereserveerde en betaalde) kamers in PakBeng. Niks van, ze houden de groep bij
elkaar. A shitty deal for the second boat 2 luidt het. De drinkende passagiers
gaan al helemaal uit hun dak en zijn klaar voor een beach party. Ons lijkt het
allemaal minder romantisch, we zijn er ons van bewust dat niemand dekens
bijheeft en eigenlijk ook geen eten. Het flessenwater op de boot is al allemaal
op.
Binnen
de korste keren verschijnen er groepjes vrouwen en kinderen van een naburig
dorpje met een hele handel aan etenswaren en drank. Alles wordt uitgesteld op
het zand en het feest kan beginnen. Wij zoeken ons eerst een plek op de boot om
onze bagage te leggen en om straks te slapen. En dan zit er niets anders op dan
ook maar een pintje te gaan drinken, al is het maar om de kou te vergeten.
Elektriciteit is er niet, alles gebeurt op de tast. Ons dronken gezelschap gaat
danig uit de bol en af en toe komt het tot confrontaties met de lokale mensen,
er wordt fel gediscussieerd over prijzen en op een bepaald moment gaan ze zelfs
aan de haal met een deel van de bamboevoorraad van het dorp, waardoor het bijna
tot een handgemeen komt. We schamen ons in hun plaats, die mensen zijn gastvrij
en proberen te helpen (ook al vragen ze geld voor hun waren) en daarvoor worden
ze dan uitgescholden voor debiel en imbeciel. Zulke scènes hadden we echt niet
verwacht om hier te zien. We zien dat er nog andere mensen zijn die zich ook
danig ergeren. Uiteindelijk gaan we op een rustiger plekje zitten bij een hoop
franstaligen met gitaar. Worst case scenario kunnen we die tenminste nog
opstoken als de eigenaar niet getalenteerd lijkt te zijn.
In
tussentijd is de boot gedemonteerd en proberen de mannen van de boot de schroef
en het roer terug recht te kloppen, maar dat lijkt onmogelijk. We beseffen dat
we al bij al geluk hebben gehad, de schade aan het roer is echt enorm, voor
hetzelfde geld raak je de bodem met de onderkant van de boot en kapseis je.
Uiteindelijk
gaan we slapen, of dat proberen we toch. Het is echt ijskoud en zeer
oncomfortabel. We denken met spijt aan onze guesthouse die we geboekt hadden
al bij al nog een geluk dat die niet zo duur was, onze eerste keuze was echt
sjiek en duur en dat had echt wel geldverspilling geweest. Nu zijn we maar 10
kwijt
Ik
kan mijn draai niet vinden op de boot en ga terug aan land waar enkel nog een
paar Thai en lokale Laotianen aan het verbroederen zijn, high van de rijstdestilaten
en ongetwijfeld nog andere rommel. Alle partypeople van weleer zijn reeds
uitgeteld. De gitaar wordt nu in mijn handen geduwd en er wordt aangedrongen dat
ook ik een een lied zing. Als Bland in Mokum hier een hit wordt weet je alvast van waar het
komt hé. Het is bijna licht als ook hier de inboorlingen omvallen naast het
vuur.
Fotos:
panne met de motorkoeling, Strandplaats na de 2e panne, dorpje nabij
onze onvoorziene landing, lokale business, poging om het roer terug recht te
krijgen,de catering, onze boot in betere tijden.
Uitslapen
zat er niet in. Onze kamer ligt recht naast de keuken van de resto en vanaf
half 5 horen we gerammel met potten en Thaïs gekwetter. Gelukkig kunnen we
vandaag verhuizen naar een andere kamer. Onze kamer komt met ontbijt. Lang
geleden dat we nog es aan een buffet mochten aanschuiven. Het is heel
uitgebreid, hoewel anders dan bij ons natuurlijk. Er is toast en confituur en
vers fruit. Voor de rest allerlei Thaïse specialiteiten, waaronder gebakken
rijst, noodles, soepen, gestoomde groenten, het één al pikanter dan het andere.
Goedemorgen aan de maag! Maar t smaakt eigenlijk wel. Na elke maaltijd zijn we
de rijst en de smaken flink beu maar tegen de volgende maaltijd kunnen we er weer
tegen.
We
wandelen het dorp in om tickets te boeken voor de slow boat richting Luang
Prabang. Onze Trotter raadt ons 1 bepaald reisbureau aan, waar ze goed Engels
spreken. En inderdaad, dat loopt vlot. Om 8.30u beloven ze ons morgen met de
mini-van op te pikken aan het hotel, de overzet naar Laos is geregeld, ze
zullen ons begeleiden om de papieren in orde te krijgen, transfer naar de haven
waar de slow boat vertrekt, lunch en water. Ze regelen zelfs voor ons een
overnachting in Pak Beng (halverwege naar Luang Prabang, verplichte
overnachting), wat wel handig is. Als je de verhalen mag geloven is dat daar
een chaos van jewelste als de boot aanmeert, er worden dan een 100-tal
toeristen tegelijkertijd gelost en de accommodatie-mogelijkheden zijn beperkt
(en vooral van wisselende kwaliteit). Content van onszelf dat we dit allemaal goed
vooraf geregeld hebben, gaan we verder.
In
het dorp hadden we gisteren al een hangmatten-makerij gezien, die prachtige
exemplaren maken. Hun baseline is Jumbohammocks, the rolls royce of hammocks.
Ze garanderen dat de hangmatten gemaakt zijn door plaatstelijk bergvolkeren en
dat ze een eerlijk deel van de opbrengst krijgen. Ze maken ze in alle mogelijke
kwaliteit, kleurencombinaties, grootte keuze genoeg. Uiteindelijk laten we ons
verleiden en kopen we er 1, lijkt ons een leuk souvenir voor in de tuin,
misschien nog een zomer thuisblijven om maximaal van te kunnen genieten?
Terug
in het hotel installeren we ons op ons terras met zicht op de Mekong en doen
nog wat voorbereiding voor Laos. Internet is hier gratis, dus das gemakkelijk.
Tot een uur later er ineens geen internet meer is. Aan de receptie laten ze ons
weten dat ze hun systeem aant vernieuwen zijn en er tegen de avond opnieuw
verbinding zal zijn. Na een paar uur ga ik terug naar beneden, nog steeds geen
internet. Blijkbaar is het probleem enkel bij ons, er wordt druk getelefoneerd
en 10 min daarna staat er al een technieker op onze kamer. Hij krijgt het
echter niet in orde. Uiteindelijk gaat Mike mee op stap en bekijken ze samen
heel de wireless set up van het hotel, tot aan de router ergens op het dak. Lijkt
allemaal goed te werken, maar niet voor ons. We beginnen al te vrezen dat er
iets met de laptop is, maar dat zeggen we niet luidop natuurlijk. Dan maar
zonder internet.
We
dineren voor de 2e avond op rij in het hotel. Het eten is super en
helemaal niet duur. We zijn hier al gekend en ze staan direct met 7 man rond
onze tafel te draaien. Per slok wijn of water dat je neemt, komen ze je glas
bijvullen. We zien hoe andere toeristen het verschrikkelijk op hun zenuwen
krijgen van al dat gebuig en gedrentel rond hun tafel maar wij vinden het wel
aangenaam. Om 19u komt dezelfde man als gisteren de boel wat entertainen met
live muziek. Mike gaat vragen of hij voor ons Hotel California wil spelen en geeft
hem een fooi. Hij begint druk in zijn partituren te bladeren, terwijl hij
allerlei excuses mompelt (allé dat vermoeden we toch) omdat het zo lang duurt.
We krijgen wat we gevraagd hebben, de melodie komt overeen, en af en toe
herkennen we woorden, voor de rest is het vnl een klanknabootsing van het
origineel. Maar hij doet heel hard zijn best en wij vinden het geweldig! Als we
terug naar de kamer gaan worden we door heel het personeel uitgewuifd alsof we
hier al jaren vaste klant zijn.
Ver
weg van de keuken hebben we een rustige nacht.
Na
het ontbijt pakken we in en zijn we klaar om naar het dorp gebracht te worden
waar we de lokale bus op kunnen naar Chiang Khong. We verlaten de Layzy moon
met gemengde gevoelens. Het was super om dit stukje ongerept Thailand te kunnen
ontdekken, de georganiseerde uitstappen waren echt tof en in de tuin was het ideaal
om in de hangmat te luieren of om s avonds rond het houtvuur wat na te praten.
We hebben ons super geamuseerd en Laetitia en Yui en de andere gasten zijn
leuke mensen. Anderzijds zijn de gastenvertrekken redelijk basic. Warm water
kwam maar met een heel dun straaltje uit de douche, de lavabo liep niet door,
de muren van de badkamer waren verzakt en gescheurd en het zat vol insecten. De
kamer zelf was leuk gedaan maar had weinig privacy, je kon de conversaties in
de kamer ernaast volledig volgen. We stelden ons ook een beetje vragen ivm
veiligheid. Er zat geen glas in de ramen en de deuren kon je amper afsluiten.
Niets daarvan is
onoverkomelijk maar de combinatie maakt het geheel een beetje onverzorgd en
geeft het een minder goede prijs-kwaliteit-verhouding rekening houdend met de
gangbare tarieven.
De bus naar Chiang
Khong was zoals te verwachten weer een belevenis. Na een uurtje stoven komt de
bus eraan. We hebben geluk, er zijn nog ruim voldoende zitplaatsen. We zijn
zoals verwacht de enige vreemdelingen. Eens we vertrokken zijn merken we
onmiddellijk dat deze bus bijna geen vering meer heeft en dat er geen
schokdempers aanwezig zijn. Het lijkt weliswaar of de bus ovalen wielen heeft.
Dat is hoogst waarschijnlijk ook wel zo. Gedurende 2 uur worden we door elkaar
gerammeld tot we in Chiang Khong aankomen. Dit is de plek waar we de grens met
Laos zullen overgaan.
Tip voor de reiziger
die ook deze richting uit wil. In Chian Khong gaan we naar de Namkhong
Riverside
hotel. Het is een splinternieuw hotel, en voor 800 bath heb je een ruime, erg
nette kamer met terras en uitzicht over de machtige Mekhong, inclusief ontbijt.
Fotos
: Lunch met zicht op de Mekhong, Laos langs de overkant, De haven van Chiang
Khong, voorzichtig ritje met de TukTuk, vuilbak uit autobanden gerecycleerd,
bloem op verzoek.
We
zijn de enigen van de gasten die de trekking nog niet gedaan hebben. Om half 10
vertrekken we met onze twee gidsen Yui en Pon op tocht. Het eerste stuk is
redelijk vlak maar dat is snel voorbij, we moeten natuurlijk de berg op. We
doen onze long sleeves aan om de dichte bamboebegroeiing te trotseren en zweten
ons een weg steil naar boven. De bamboe is soms zo dicht dat je als het ware door
kleine tunnels loopt. Deze zijn op Thais formaat tot op 1m50 uitgehakt. Een buitengewone
evaring voor je rug.
Eens
boven hebben we het zwaarste achter de rug (al is dat meestal wel zo met
tochten naar een heuvelkam), we wandelen nog een half uur verder tot aan de
picknickplaats. We zitten midden in het bos en onze gids begint allerlei
planten en stokken boven te halen die hij tijdens de wandeling verzameld heeft.
Uit een dikke bamboe-stengel snijdt hij borden en bestek. Er wordt vlees en
champignons op bamboespiezen gerijgd en boven het houtvuur geroosterd. In een ander stuk
bamboe maken ze een vispannetje. Na een kwartier is alles klaar en kunnen we
aanvallen. Het smaakt verrukkelijk, ongelooflijk wat ze allemaal kunnen maken
met beperkte middelen.
Na deze overheerlijke lunch volgt nog een lastige afdaling en daarna een
welkome douche. Om half 5 verschijnen er 2 verpleegters-masseuses die gedurende
een uur onze spieren terug losmasseren. Zoals steeds is de massage niet altijd
even relaxerend, elke spier wordt met handen, voeten, knieën en ellebogen gerokken,
gekneed en mishandeld zodat je ongetwijfeld een nieuwe massage nodig hebt.
Kwestie van job protection denk ik. t Zal wel het gewenste effect hebben op
termijn zeker. Er wacht ons nog een leuke verrassing, Laetitia maakt vanavond
spaghetti voor ons! Weliswaar Thaïs-Europees recept maar het water loopt ons al
in de mond.
Fotos:
Bamboe in stukken kappen, het vlees en champignons aant roosteren boven het
houtvuur, borden en bestek, sticky rice in bamboe gerold als appetizer, het
feestmaal kan beginnen.
Vlak voor het
donker wordt, neemt Laetitia ons nog mee voor een ronde door het dorp. We
worden voorgesteld aan ongeveer alle leden van Yuis familie, krijgen allerlei
hapjes aangeboden om te proeven. Later mogen we ook nog proeven van de
plaatselijke alcoholfavorieten rijstwhiskey en een iets straffere maïsvariant.
Toch handig als er iemand in het gezelschap vlot Thaïs spreekt Hoewel maïs
blijkbaar wonderen doet voor het taalgevoel. Thais lijkt ineens niet zo heel moeilijk
meer
Fotos: de
rivier van het dorp, alle gasten aant luisteren naar Laetitia (en kleine Mali
op de voorgrond), den berg, lokaal thaïs kindje met puppie, rijst stomen, Lazy
Moon by night (Yui en David aan de linkerkant, Rowdy & Amber aan de
rechterkant).
We vertrekken
na het ontbijt op daguitstap met het hele gezelschap. 4 Man in de pick-up en 2
in de open koffer. Het gaat slingerend over kleine baantjes tot we aan een
hilltribe schooltje komen. Van overal komen kinderen en volwassenen aangelopen
om ons aan te staren, we zitten duidelijk in minder toeristisch gebied, de
cameras worden boven gehaald om fotos van ons te nemen. Blijkbaar zijn wij, Farangs,
hier de attractie. We worden langs alle kanten aangegaapt. Ze zijn net met hulp
van het halve dorp een extra gebouw aan het bijzetten waar gasten in kunnen
overnachten. We kunnen live aanschouwen hoe ze bakstenen maken vanuit klei, die
worden dan in houten mallen geduwd om de vorm te krijgen en gaan dan liggen te
drogen in de zon. We mogen de klassen bekijken, met computers en flatscreens,
alles erop en eraan en proberen elkaar uit te leggen wat de verschillen zijn
tussen Europese en Thaïse scholen. We geraken niet verder dan het verschil in
aantal kinderen (45 in Thaïland voor een hele school).
Van daaruit
rijden we naar Phu Chi Fah, een uitkijkpunt (boven op een berg natuurlijk)
vanwaar je Laos en de Mekong kan zien. Na een korte klim staan we boven en
kunnen we genieten van een weids uitzicht over het landschap en héél in de
verte inderdaad de Mekong. Ook hier weer zijn ze verbaasd om toeristen te zien,
we worden betast en aangestaard en er worden hele conversaties met ons gevoerd
waar we niets van begrijpen. Zo loopt er een oud vrouwtje rond, waarvan onze
gids vertaalt dat ze naar eigen zeggen 83 is. Vorige maand was ze nog 84 vertelt
hij daarna. Schitterend.
Dan volgt een
heel bochtig stuk waarbij de meesten in de auto mottig worden. Zij die geen
last van wagenziekte hebben, kunnen genieten van prachtige uitzichten op de
omliggende heuvels. We rijden door kleine bergdorpjes en zien mensen gebukt
staan op de rijstvelden. Dit is echt wel het authentieke Thailand, we vinden
het geweldig dat we dit zo kunnen beleven. We komen aan bij de Phu Sang waterval,
de laatste stop van onze dagtrip. Eerst lunchen we aan de stallekes aan de kant
van de weg, er zijn weer lekker pittige dingen te proeven, het eten is
eenvoudig maar o zo lekker. Nadien wandelen we tot de bron van de waterval,
tegen dan is het goed warm en zijn we helemaal klaar voor een duik in het
water. Rond de waterval is een park aangelegd, waar in het weekend veel
gezinnen komen rondhangen. We installeren ons daar en wagen ons in het water.
Danig fris maar onder de waterval toch wel heel aangenaam.
We mogen hier 1,5u luieren en boek lezen, het is hier geweldig rustig.
Voor het
avondeten rijden we naar een Shrimp Farm. Voor we eten, mogen we eerst de slachtoffers
in spe bekijken, kwestie van de appetijt wat te versterken. Aan tafel verschijnen
er twee verschillende visbereidingen en 4 verschillende manieren op schrimps
klaar te maken. We kunnen naar hartelust proeven van alle gestoomde, gebakken,
gegrilde en gekookte gerechten. Het is wederom overheerlijk en super vers.
Fotos:
bergdorp, het schooltje, hoe maak ik een baksteen, nieuwsgierige kinderen, Phu
Sang Waterval, tuinieren in het park rond de waterval
Van het
verkeer op de baan hebben we s nachts inderdaad geen last gehad. Om 7u begon
er in het dorp luide muziek te spelen gedurende 5 minuten, gevolgd door een
Thaïse uitleg van nog eens 5 min, waarna de rust weerkeert. Dit gebeurt hier
blijkbaar een aantal keer per week, als de chef van het dorp een mededeling te
doen heeft. Die mededeling kan vanalles zijn, gaande van t is gemeenteraad
vandaag tot de tandarts komt op schoolbezoek. We komen niet te weten wat er
vandaag aangekondigd werd, de eigenaars van de guesthouse slapen er gewoon
doorheen.
Na het
ontbijt trekken we met heel de bende naar Thoeng waar we geïntroduceerd worden
tot de favoriete mannenbezigheid op zondag: hanengevechten. De eerste 10 min
zijn wij farangs een grotere attractie dan de hanen die worden aangevoerd, maar
al gauw gaat de aandacht terug naar hun beesten. Gedurende 1,5u worden de hanen
gekeurd en vergeleken in omvang en gewicht, totdat er 4 vechtersbazen zijn
gekozen. De weddenschappen kunnen beginnen en wat later ook de wedstrijd. 1
Ronde duurt 20 min, waarna het stel hanen rust* krijgt. * lees: terug opgelapt,
verfrist en genaaid (geen Nederlands dialect ditmaal) wordt. Dan is het de
beurt aan het andere stel. Het enthousiasme van de Thaïse mannen is
ongelooflijk. Er wordt gebruld en met vuisten gezwaaid en als het echt spannend
wordt (hoewel dat moment in het gevecht ons steeds ontgaat) springen ze
allemaal recht en beginnen nog harder te gillen. Een weddenschap is pas
beslecht als 1 van de 2 hanen te veel pijn heeft en gaat lopen. Dat kan tot 8
rondes duren.
Zo lang
blijven we echter niet. Na 4 gevechten is het nieuwe er voor ons wat af. Yui
gaat echter helemaal op in de wedstrijden en de weddenschappen en is duidelijk
nog niet van plan om ons terug te brengen. Na de lunch overleggen we even en
gaan we akkoord met nog 1 extra ronde. Duidelijk met pijn in zijn hart geeft
hij toe (hij had nog weddenschappen lopen). Het is dan ook al ver na 15u voor
we terug aan het huis zijn, hoewel er oorspronkelijk was gepland om om 13u
terug te zijn. We hebben hier al geleerd dat tijd iets héél relatiefs is. Einstein
had toch gelijk.
Fotos: haan
met woeste blik, hanen keuren, hanen poetsen, hanen met de haren overeind, het
gevecht is begonnen, de emoties laaien hoog op, schade herstellen
Als we
uitchecken vragen we om de naam van onze volgende bestemming in het Thaïs op te
schrijven, je kan maar beter voorbereid zijn voor het geval je ergens terechtkomt
waar ze geen Engels meer kunnen lezen. Net zoals bij de Tourist Office
eergisteren kijken ze ons met grote ogen aan en vragen ze wat we in godsnaam in
Thoeng (je spreekt het uit als Teheung, waarbij de eu een tweeklank is die
twee octaven lager eindigt dan hij begint, dat kan je voorhebben in een tonale
taal zoals het Thais) gaan zoeken. Het ligt duidelijk niet op de standaard
reisroute. Dat maakt ons alleen maar meer benieuwd.
Aan het
busstation kunnen we het Thaïs gekribbel al direct gebruiken, we worden op een
rammelende stampvolle bus gezet en nu maar hopen dat die effectief de juiste
richting uitgaat. Dit is echt couleur locale, de bus zit overvol en je zit met
je voeten letterlijk tussen de plastieke zakken vlees en vis. Tegen wandeltempo
rijden we de stad uit, aan de zon te zien toch al in de juiste richting.
Onderweg passeren we een aantal keer een bord met de naam Thoeng op, dus dat
loopt goed. Na 1,5 uur zijn we ter plaatse en bellen we naar Laetitia, de
eigenares van Lazy Moon. Zij komt ons een kwartier later ophalen, samen met
haar dochtertje Mali. We rijden door het platteland, langs rubberbomen en
tabaksplantages tot aan hun grote huis. In een leuk aangelegde tuin hebben ze 4
losstaande bungalows voor de gasten .Er zijn hangmatten, zetels,
stereo-installatie, ijskast met gevuld met drankjes De kamers zijn vrij
eenvoudig maar t past wel int geheel. We zitten vlak tegen de baan maar dat
stoort niet echt, vooral s nachts kunnen we ons niet inbeelden dat hier echt
nog veel verkeer passeert. Perfect om tot rust te komen na de drukte van de
steden.
Tegen 16u
komen de andere gasten terug van hun daguitstap en maken we kennis met Amber en
Rowdi (Breda), Jenny en David (Ninove) en Ed en Alie (een kwiek Delfts koppel op
leeftijd). Later worden we nog voorgesteld aan Yui (de Thaïse echtgenoot van
Laetitia) en hun zoon Kirin die vandaag 6 jaar wordt.
s Avonds
trekken we naar het nabijgelegen dorp om deel te nemen aan een Thaïse BBQ. Dit
houdt het midden tussen steengrillen en fondue, de keuze aan ingrediënten is
echter exotischer. Er staat lever, niertjes, maag en gelukkig ook kip,
rundsvlees en vis. t Is lekker en gezellig. We praten nog na bij een pint op
het terras van Lazy Moon en blazen kaarsen uit voor Kirin. We belanden
uiteindelijk in een taalspelletje met de Nederlander, waarbij we alle mogelijke
dialectwoorden boventoveren om te zien hoever we mekaars dialect nog verstaan. Zo leren zij wat plezant en een vlieger is en wij leren op onze beurt over kringspiermusketiers en bordeelsluipers
zoek maar dat maar eens op eigen risico op. Hoe later de avond hoe creatiever het
woordgebruik wordt. Goed gelachen in elk geval, t was een leuke avond.
Aangezien we
nu al wat dichter bij huis zitten én dit voor even de laatste grote stad is
waar we verblijven, willen we van hieruit al wat gerief naar huis sturen. Een
paar souvenirs van Australië en Nieuw-Zeeland, wat elektronika en kledij. We
informeren ons bij de post, over water is de goedkoopste oplossing.
We kopen een
postpak van het stevigere formaat en gaan aan de slag. Al gauw is de doos
gevuld en zitten we aan 4 kg, das toch al wat gewicht dat we niet moeten
blijven meezeulen. Nog wat extra tape en koord errond en hop, de boot op.
Binnen 3 maand zou het in Mortsel moeten aankomen, we zijn benieuwd
Voor de rest
van de dag kuieren we rond op de markten van Chiang Rai. Er komen duidelijk
minder horden toeristen tot hier. De opschriften op de winkels zijn enkel nog
in het Thaïs, het aanbod in de winkels is minder op toeristen gericht en de
markten worden vnl bezocht door lokale bevolking. Als we in het
voedsel-gedeelte komen is de geur meer dan intens. Langs de ene kant aromas
van alle mogelijke verschillende chilipepers, langs de andere kant de
doordringende geur van vlees en vis. Zonder in detail te willen treden, weet
alvast dat elk laatste onderdeel van het slachtoffer in kwestie tot op de markt
geraakt. Verder zien we nog manden met kikkers, schildpadden, vogels, palingachtigen,
vissen erg onwaarschijnlijk dat ook zij nog rooskleurige vooruitzichten hebben.
Wij, farangs of blanke langneuzen, worden hier ook al meer aangegaapt, we
zullen er maar aan wennen zeker, eens in Laos zal dat nog wel meer zijn. Hebben
we nog geluk dat onze persoonlijke dampkap van een bescheiden formaat is,
anders ben je onmiddellijk de attractie van de dag.
Ter
afwisseling van de rijst en de noodlesoepen gaan we eten in een Italiaan, t
smaakt nog goed ook.
Als het een
troost mag zijn voor de achterblijvers, ook hier is het winter en zijn de
lokale weersvoorspellingen ronduit koud voor den tijd van t jaar
natuurlijk, dat spreekt voor zich.
We verlaten Chiang Mai en nemen de bus
naar Chiang Rai, nog wat meer noordelijk. In Thailand kan je reizen met 3
soorten bussen: non-airco (gamele oude bussen met een ventilator, héél goedkoop
maar altijd stampvol), airco (minder volk en nieuwere bussen, iets duurder),
VIP (met maar 45 plaatsen, vnl interessant als je lange afstanden doet, je kan
je stoel neerklappen tot bed, nog duurder). We hebben geluk, binnen het half
uur vertrekt een airco-bus naar Chiang Rai. De bus is in goede staat en de
plaatsen zijn ruim. Nog even controlleren of onze rugzakken wel degelijk de bus
mee opgaan en daar gaan we. Net zoals met de trein gaat het vrij langzaam, we
doen 3u over een rit van 170 km.
Onderweg worden we entertained met één
of ander luidruchtig Thais TV-programma en er worden drankjes en snacks
uitgedeeld door Andrea aka André, een overgeschminkte shemale in een
uniformpakjemet meer stoppels als ik. Al
de rest is eigenlijk heel verzorgd, de Lijn kan hier nog iets komen leren.
Tegen half 2 zijn we in Chiang Rai en
nemen we een tuktuk naar ons guesthouse. We hadden niet geboekt maar er zijn
nog kamers vrij. We zitten in een lagere prijsklasse, maar eigenlijk zijn de
basisvoorzieningen hetzelfde, het is alleen iets minder nieuw en er staat
minder meubilair (zoals kasten die je toch niet gebruikt).
De rest van de dag wandelen we op ons
gemak door Chiang Rai en regelen nog wat zaken. We hadden via Wegwijzer een
adres gevonden van een Belgisch-Thais koppel die op zon 80 km van hier een
guesthouse zijn begonnen. De fotos zien er erg mooi uit uit en ze bieden een
homestay-programma aan, waarbij je gedurende 5 dagen door hen entertained
wordt. Het is redelijk prijzig naar Thaïse normen, maar je krijgt wel wat in de
plaats. Alle eten en excursies zijn inbegrepen. Na een beetje rekenen besluiten
we dat het toch wel waar voor zijn geld lijkt en ze hebben gelukkig nog net 1
bungalow vrij. Das dus voor overmorgen.
s Avonds wandelen we nog wat rond op
de Night Bazaar, je ziet toch al verschillen met de meer zuidelijke steden als
Bangkok of Chiang Mai. Ook het eten vertoont kleine verschillen. Tijdens ons
avondeten zijn we getuige van zeer oneerbiedige praktijken van een groep Oost-Europese
toeristen. Ze roepen de dienster om de haverklap terug om allerlei dingen te
bestellen die niet op de kaart staan (zoals pistolets, lookbrood) en worden dan
kwaad omdat het meisje niet verstaat wat ze willen. We krijgen alleen maar meer
respect voor de dienster omdat ze er ijzig kalm onder blijft en blijft
glimlachen. Thai zijn zon zachte mensen met een engelengeduld, dat blijft
telkens opnieuw impressionant. Hopelijk volgt nu morgen de desillusie niet.
Fotos: in de songthaew op weg naar
het busstation, de Clock Tower in Chiang Rai, plaatselijke voedingsmarkt, typisch
eetstalleke, Thaise doundoun, sangban en kenkeni op het marktplein
We hebben ons
ingeschreven voor een uitstap naar nabijgelegen ambachtelijke dorpen. 10 Min
voor het afgesproken uur staat er al een enthousiaste chauffeur op en neer te
springen voor ons guesthouse. Al snel wordt ons duidelijk dat we een privé-tour
krijgen, in een sjieke auto met airconditioning, tof! Zo kunnen we alles op ons
eigen tempo doen.
Na een rit
van 20 minuten komen we aan bij het eerste stalleke, The worlds largest jewellery.
We krijgen een introductiefilm te zien in het NL en de rest van de rondleiding
gebeurt ook in iets wat daarop trekt. We verstaan lang niet alles maar zijn
toch onder de indruk dat ze proberen. We mogen even in de fabriek zelf gaan
kijken hoe de stenen geslepen en in de juwelen worden ingezet en worden dan professioneel
doorgesluisd naar de winkel. Het aantal juwelen dat daar uitgestald ligt is
immens. We krijgen overal uitleg bij en worden niet echt gepusht om te kopen,
wat we ook niet doen.
De volgende
halte is eveneens een juwelenfabriek, met edelstenen. Het scenario herhaalt zich,
al zijn ze hier iets commerciëler aangelegd en worden er tips gegeven over
souvenirs die we mee kunnen nemen voor vrienden of familie. Pech voor jullie,
we laten ons weer niet verleiden.
We bezoeken
nog een pottenbakkerij, een houtbewerkingsatelier (met prachtige teaken tafels,
we allange shippin fo you madam!) en een zijdefabriek. Dit laatste was heel
boeiend, ze laten zien hoe het maken van zijde begint met een mot en larven, je
staat er niet bij stil dat de zijde gewoon van de cocon van de larve getrokken
wordt. In het atelier zitten een aantal vrouwen achter weefgetouwen zijden
stoffen te maken, prachtig om te zien. Als laatste bezoeken we een atelier waar
van die typische oosterse parasols gemaakt en beschilderd worden. Je kent ze
wel van op de ijsjes maar dan een paar maten groter. Mike laat hier 2
salamanders op zijn foto-tas vereeuwigen, leuk souvenir en neemt geen extra
plek in in de bagage!
De uitstap
was best wel interessant, je krijgt veel eerbied voor handenarbeid als je dit
gezien hebt. Hoe ze met de losse hand zon prachtige tekeningen kunnen
uitsnijden of schilderen, het is ons een raadsel. Het aantal manuren dat in het
vervaardigen kruipt, is hallucinant. In de pottenbakkerij duurt het 2 maanden
voor 1 pot klaar is en elk stuk is uniek. De prijzen zijn natuurlijk navenant.
Thailand
bevalt ons tot hiertoe enorm, de mensen zijn heel vriendelijk en we hebben niet
echt het gevoel dat ze enkel geïnteresseerd zijn in ons geld. We moeten wel nog
wennen aan de andere manier van reizen, bij gebrek aan eigen vervoer gaat alles
veel trager en we hebben véél meer tijd nodig om dingen uit te zoeken en te
plannen.
Nog een paar
leuke weetjes:
-De
Thaï staan voor op onze tijdsrekening, hier zitten we in het jaar 2553. Gemakkelijkheidshalve
gaan we dat maar niet doorvoeren op de blog.
-Ze
gebruiken geen stokjes om te eten, behalve voor een noodle soep. Ze eten enkel
met vork en lepel, de vork dient om eten op de lepel te schuiven en gaat nooit
naar de mond. Er komt geen mes aan te pas.
-Toiletpapier
wordt hier in principe niet gebruikt, naast elke wc-pot hangt een soort van
douchekop waarmee je je proper maakt. Gelukkig voorzien ze in de toeristische
plaatsen wel papier, we hebben de douchekop nog niet echt door
-Hoewel
er hier vnl op straat geleefd wordt, zijn de straten proper. Er is altijd wel
iemand ergens aan het keren
Fotos:
weefgetouw in actie, de parasollenmakerij, schilderen op de foto-tas