TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Onze trektocht door Australië, Nieuw Zeeland en ZO-Azië van 28 okt 2009 tot 4 april 2010
18-01-2010
18/01/2010 Southern Scenic Route
Om de
doorsteek naar de oostkust te maken kiezen we voor de alternatieve (langere en
mooiere) route via het uiterste Zuiden van NZ. De bijzonder goed uitgeruste
visitor centres hebben ook hierover een gratis brochure met alle
bezienswaardigheden langs deze route. Zo bezichtigen we een historische hangbrug
(gebouwd in 1899, jawel) en passeren we een surfers-dorp. Voor de lunch stoppen
we aan het Beach House in Riverton. Lonely Planet is hier heel lyrisch over en
vindt het een must om op een zonnige, warme dag op het terras te eten. In de
andere 90% van de gevallen kan je binnen van het zeezicht genieten. Gewoon om
maar weer aan te tonen dat we chance hebben met het weer, want we lunchen
gezellig buiten
Later op de
dag bereiken we de Catlins, een gebied met glooiende weilanden, oude bossen en
ruige kustlijn. We zien schapen, schapen schapen. Van die dikke wollige
gevallen die dringend geschoren moeten worden, of pasgeschorenen, met zwarte
kop of met witte, enfin in alle geuren en kleuren, maten en gewichten. Onze
campingkeuze valt wat tegen. De toilet heeft wat weg van een groot uitgevallen
aanplakpaal met een gat in de grond, naar de douche zijn we zelfs niet gaan
kijken. We vermoeden een waterton in een boom geknoopt of iets dergelijks. We
rijden dus nog wat verder en komen aan bij een kleine familiecamping. Onze
achterburen zijn Vlamingen uit Leuven dus das gezellig. Dat doet onze
Belgen-teller weer wat stijgen. Op de Milford Sound-cruise kwamen we ook nog
een man uit Beringen tegen. En allemaal maar zagen en klagen over het weer, en
wij maar content zijn.
Al gauw
ontdekken we dat de camping wel wat last van beestjes heeft. Eerst kunnen we de
deur nauwelijks laten openstaan omdat er heel der zwermen hommels binnendringen.
Als de avond valt komen de sandflies in actie en moeten we ons volledig insmeren.
Morgen dan toch maar verder.
We beginnen
de dag met een wandeling naar de McLean Waterfalls, die vlak aan onze camping
liggen. De wandeling loopt door een mooi stuk regenwoud, de watervallen zelf
zijn mooier dan verwacht. De navigator
van dienst heeft een korte maar felle discussie met de dame in het
GPS-bakjeen leidt ons aanvankelijk 20
min terug westwaarts.Uiteindelijk werken
we verder oostwaarts de rest van de bezienswaardigheden af. We stoppen aan de
Catedral Coves, dit zijn grotten vlak aan de zee die je enkel met laag tij kan
bezoeken, en gaan zeehonden knuppelen op Nugget Point. Neen, dat kan natuurlijk niet want hier vind
je geen zeehonden. De schattige fur coat seals zijn eigenlijk zeeleeuwen. De beroemde
Yellow Eye Pinguins krijgen we hier niet te zien, die waren al gaan vissen op
volle zee. Tegen dan hebben we het zo wel allemaal gezien en rijden we in 1
stuk door naar Dunedin. Morgen gaan we deze stad bezoeken, het kan niet altijd
natuur zijn.
Onze camping
ligt aan een rivier buiten de stad, en dankzij onze maandenlange ervaring zijn
we hier goed op tijd om nog keuze te hebben uit een aantal mooie plekken.
De Southern
Scenic Route en Catlins zijn een leuk alternatief voor de anders redelijk saaie
weg naar het Oosten, maar de landschappen zijn nauwelijks indrukwekkender dan
een mooie Ardeense heuvel of een prachtige vallei in de Moezel.Het zou ook normvervaging kunnen zijn
Fotos: regenwoud
op weg naar de waterval, de McLean waterval, Ruth duwt wéér een boom uiteen,
Catedral caves en een volwassen zeewier
Het is mistig en regenachtig, maar dat
weerhoudt ons niet om naar Dunedin-centrum af te zakken, met als eerste
attractie de botaniken hof. Die is mooi aangelegd en wordt duidelijk goed
onderhouden, overal zien we jobstudenten op hun knieën onkruid wieden of
gazonboordsels knippen.
Van daaruit lopen we verder naar het
commerciële centrum via de studentenwijken. Dunedin heeft de oudste
universiteit van Nieuw-Zeeland, maar deze tijd van t jaar is daar niet heel
veel van te merken, t is natuurlijk zomervakantie.
In de Scottish Shop slaan we alvast
een blikken voorraad Haggis in en we gaan ook even dag zeggen tegen Robert
Burns op het centrale plein. Man, laat die hier op zijn kop kakken.
Tegen 15u hebben we het zo wel gezien
en staan we toch wel net toevallig voor de cinema. We krijgen een fikse korting
met onze Jeugdhuizen-lidkaart en brengen de rest van de namiddag door in het
gezelschap van Mr Holmes & Dr Watson. Misschien niet de beste keuze gezien
het creatief oud-Engelse taalgebruik en het gebrek aan ondertiteling. Maar we
denken dat we de clue toch wel hebben gesnapt. Its elementary, dear Watson.
Op de terugweg drinken we een pint in
het smalste café van het universum (vinden ze toch van zichzelf), bestaande uit
een voorgevel van 3m breed en daarnaast een overdekte gang van nog es 2m.
Binnen is er eigenlijk geen plaats voor tafels en je bestelt aan het raam in de
voorgevel.
Fotos: The man himself, De blue
oyster bar (Police Academy 1 ), het hotel van Robbie, het smalste café
Vanuit
Dunedin doen we een kleine omweg om een albatros-kolonie te gaan bezichtigen.
De weg ernaartoe is weer spectaculair en brengt ons helemaal tot het uiteinde
van het Otago-schiereiland, ten Z-Westen van Dunedin. Voor we echter een
albatros kunnen spotten, botsen we op een hoge afsluiting en een visitor
centre, waar we 20/man toegangsgeld moeten betalen om door te mogen lopen naar
de kolonie, en dan heb je nog niet eens de zekerheid dat je een albatros te
zien krijgt. Het mogen dan indrukwekkende beesten zijn, dat hebben we voor geen
enkele volgel over. Dit is typisch N-Zeeland, voor alles vragen ze inkom en
soms gewoon absurde prijzen. We stellen ons dan maar tevreden met aalschovers
en meeuwen.
Op de
terugweg geraakt de GPS (de elektronische deze keer) in de war en stuurt ons
over de High Cliff Road. Dit spreekt tot de verbeelding en de weg doet zijn
naam eer aan. Waar we voorheen vnl door de mist en wolken reden, stijgen we er
nu boven uit en krijgen we indrukwekkende uitzichten op de baai van Dunedin,
tussen de wolken- en mistflarden door. We schieten weer van geen kanten op want
elke bocht is opnieuw geschikt voor een panoramische foto. Danku madam van de
GPS voor deze kleine detour.
We stoppen
nog een keer in Oamaru om de ijskast vol te laden voor de komende 3 dagen en
draaien dan het binnenland in, richting Mt Cook, de hoogste top van het eiland
die afklokt op 3754m. De planten veranderen al snel in een meer dorre alpine-begroeiing
dan wat we tot nu al gezien hebben. De regen blijft duidelijk voornamelijk aan
de westkant van de Southern Alps hangen. Dor is natuurlijk nog altijd relatief,
elk Australische koe zou stikjaloers zijn op de sappige grassen.
De laatste
camping (anex visitor centre, anex helicopter centre) voor Mt Cook ligt in het
Glentanner dal en biedt ons al een prachtig voorproefje van de met sneeuw
bedekte toppen. We hebben geluk, later op de avond breekt de zon door en komt
Mt Cook even piepen, en er worden dan ook enthousiast fotos gemaakt. Lang niet
iedereen die hier komt krijgt die kans. We hebben ook een goed uitzicht op het
Pukaki meer, dat net zoals de andere meren hier een heel vreemde kleur heeft,
veroorzaakt door afzetsel van een gletsjer die door de vallei geschoven is. Het
water is melkachtig,en als de zon erdoor komt, turquoise-blauw.
Als alle
andere campers stoppen met manoeuvreren en zich binnen installeren voor hun TV,
genieten wij buiten van een glas wijn en van de absolute stilte die hier
heerst, op het geruis van watervallen na. Meer moet dat niet zijn
Fotos:
panoramische zichten vanop onze camping op oa Mt Cook, koeien naast de High
Cliff Road in Dunedin, de albatros-kolonie zit ergens onder de vuurtoren maar
konden we dus niet zien, Mt Cook met zijn punt in de zon.
Gewapend met een wandelkaart rijden we
tot het einde van de weg, waar Mt Cook Village ligt. Onderweg zien we
landschappen die Peter Jackson best wel eens in een film zou kunnen gebruiken.
De wolken hangen laag over de donkere bergkammen en geven het geheel een surreëel
karakter.
Eigenlijk
staan we hier in vogelvlucht op amper 20 km afstand van de Fox Glacier, waar we
10 dagen geleden op gewandeld hebben. Er is echter geen enkele directe weg over
de bergen. De kortste is over de Haast Pass, minstens 500 km om.
Wandeling nr
1, de Hooker Valley track,begint aan
het einde van de Hooker valley Road. Ze loopt door de Hooker Valley, langs de
Hooker Hut tot aan de uitlopers van de Hooker gletser, met mooie uitzichten op de
Mt Cook en andere bergen. De weersvoorspellingen zijn niet zo denderend, dus we
vertrekken voorzien van regenjassen, sjaals en fleecen. De bergtoppen zitten
allemaal achter de wolken en het ziet er niet naar uit dat dit snel gaat
veranderen. Maar niet getreurd, het regent niet en de temperatuur is perfect om
te wandelen. We waren al gewaarschuwd dat de Hooker Valley Track heel populair
is, maar treintje lopen met een bus Japanners, nee, dat hadden we niet
verwacht. Ok Scotty, Warp Factor 10, oftewel de inmiddels beruchte Ruth-wandelmodus
wordt ingeschakeld en al snel verdwijnt de menigte achter ons. Het wandelpad
slingert over een rotsige ondergrond de bergen in. We gaan twee hangbruggen
over en komen uiteindelijk aan het finale uitkijkpunt bij lake u raadt het nooit, juist Hooker. Dat is heel
bijzonder omdat de afgebroken gletsjerstukken als gigantische ijsbergen
ronddrijven op dit meer. Je verwacht elk moment een ijsbeer tegen het lijf te
lopen.
Terug zoals
we gekomen waren, halverwege de nest blozende Aziaten ontwijken, en we zijn
terug bij ons vertrekpunt. We lunchen in de enige lokale bar en besluiten nog
even een kijkje te gaan nemen aan de voet van de Tasman Glacier. De langste
gletsjer van het land. Hiervoor moeten we zon 10km over unsealed road welke
niet toegelaten is voor rental-cars. Dat doen we lekker toch. Onze bus hotst en
botst over de gravel tot aan het carpark. Dat staat zoals verwacht natuurlijk
vol rental cars. De stouteriken! Hier is niet veel te zien maar er zijn twee
korte wandelingen van minder dan een uur die wel mooie uitzichten beloven. De
eerste gaat naar de blue lakes. Drie kleine groene! meertjes die perfect
geschikt zijn om te zwemmen. De volgende gaat tot aan lake Tasman, ongetwijfeld
minder geschikt om te zwemmen want ook hier drijven hele ijsbergen. En jongens,
please, stop nu eens met die Global Warming. Hierdoor smelt er ongeveer elke
jaar 0,5% gletsjer weg en moeten we een heel eind verder en hoger klauteren
alvorens we van de spectaculaire uitzichten kunnen genieten. Als je al de ganse
ochtend Chinezen getraiterd hebt kruipt dat in uw knoken.Mijn benen zijn nu wellicht klaar om het
Belgisch Wit-Blauw keurmerk te ontvangen.
Eens terug op
de camping zien we met eigen ogen hoe een regenboog echt uit een pot goud,
eeuhh turquoise, komt, ongelooflijk.
Fotos:
zichten tijdens de Hooker wandeling, op lake Hooker en Hooker glacier. Extra bloemekes
voor de tante, regenboog, panoramas van lake Hooker en lake Tasman
We verlaten
het NZ-hooggebergte en rijden naar Lake Tekapo. Dat rijden is hier steeds een
plezier. We kunnen bovendien de I-pod aansluiten op de autoradio. Dat maakt dat
we vaak hele stukken luidkeels zitten mee te zingen terwijl we door het
landschap zoeven. Probeer dat maar eens op een bus. We maken een ommetje en we
komen schor en hees aan bij de zalmkwekerij. Voor een kleine bijdrage mag je
daar jezelf rondleiden en krijg je visvoer mee. Doen we. De vissen versmachten
elkaar telkens we een beetje korrel in het water werpen. Als je hier invalt ben
je vast in een mum van tijd een been kwijt, lijkt me. De vissen worden opgevist
met een klein net en dan met een fikste tik op de kop in een eeuwige slaap
gemept. Naar eigen zeggen is de zalm hier van een ongeëvenaarde kwaliteit. We
laten ons verleiden en kopen twee filetkes, ze zijn nog warm Verder naar Tekapo.
We checken in
op onze camping met alweer een sprookjesachtig decor. Dat is hier niet zo heel
moeilijk. Je zal je camping hier al verdraaid goed moeten misplaatsen om niet
van een fabuleus uitzicht te kunnen genieten. We lunchen in een lokaal Jappans
restaurant waarvan onze reisgids vertelt dat de Sashimi daar bereid wordt met
de eerdergenoemde zalm. Het lost onze hooggespannen verwachtingen in en het
smaakt heerlijk.
Lake Tekapo
staat verder bekend om de uiterst zuivere lucht. De zuiverste van dit halfrond
volgens kenners. Toch komen we hier nog Aziaten tegen met een monddoekje. Erg
vreemd. Waarschijnlijk zijn die mensen reeds vergroeid met het kleinnood of
willen ze niet riskeren om in shock te geraken bij het inademen van zoveel pure
lucht. Ik betwijfel of ze het doen om de lucht hier niet te bezoedelen.
Als s avonds
de camping volloopt met zware dieselmotoren is de zuivere lucht enigszins ver
zoek.
Door de
zuivere lucht en het ontbreken van een grote stad in de nabijheid is Lake
Tekapo ook bekend om zijn zeer heldere sterrenhemel. Boven op de berg staat er
een sterrenwacht. Tegen dat we ons realiseren dat het een heldere nacht gaat
worden, zijn alle stargazing tours al volgeboekt. Dan maar sterrenkijken vanop
de camping. De maan speelt echter in ons nadeel en om 23u houden we het voor
bekeken.
Traditiegetrouw
herdenken de vrienden (de slechtste toch) elk jaar de Schotse poëet Robert
Burns. Elk excuus is natuurlijk goed genoeg om een avond whisky-proeverij te
doen, maar toch heeft deze Robert Burns Night steeds iets bijzonder. Eerst eten
we een stukje Haggis met onverbeterlijke rapen waarna iedereen zelf een stukje
Burns voordraagt en wat dan telkens met een teug Schots goud wordt
doorgespoeld. De Schotse tongval betert dan ook naarmate de avond vordert. Dit
jaar kan ik er uiteraard niet bij zijn, maar ik beloofde skypegewijs toch even
binnen te vallen om mijn poëtische bijdrage ten berde te brengen. Dat was
bijzonder leuk, al die gezichten nog eens terug zien, net alsof ik er even bij
was. Al kijken de mensen hier wel een beetje vreemd op als je hier op de
camping een gedicht van 1788 staat op te dragen voor een laptop met een glas
Whisky in de hand. Dat je dan vervolgens triomfantelijk naar binnenkiepert om
11h smorgens. Van een stevig ontbijt gesproken. De dag is goed ingezet. Klaar
voor een stevige wandeling.
We vertrekken
van op de camping naar de Mt John Observatory. Zoals elke zichzelf
respecterende sterrenwacht hebben ze ook deze bovenop de heuvel geplaatst. In
een half uur tijd klimmen we minstens 300m. Het buitengewoon ontbijt was
misschien toch niet zon allerbest idee. Drijfnat komen we boven aan terwijl
het niet eens zo warm is. Hier hebben we een impressionant 360° zicht over het
meer en de bergen tegen de horizon aan. We zien hoe de wolken over de tegenoverliggende
bergkam het meer in rollen en in een
kwartier tijd de hele regio bedekken. Via de weides dalen we terug tot aan het
meer en zo verder tot aan de camping. Weinig bloemen gezien. Het is blijkbaar
niet het ideale klimaat voor weelderige bloemenweides. Mooi tochtje trouwens,
bovendien waren we hier bijna gans alleen en dat maakt dat we de stilte hier dan
echt kunnen horen.
Fotos:wolken die binnerollen, schuchter vogeltje
met rood borstje ?, bloemen voor de tante, panoramas van tijdens de wandeling.