TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Nee, we
hebben niet geslapen tot in het nieuwe jaar, hoewel het toch pas 9.30u was
tegen dat we wakker werden. De jetlag..
Op de laatste
dag van dit jaar bezoeken we de stad Auckland. Op zich is er niet grandioos
veel te zien, maar er is wel een Belgian Beer Café en dat kunnen we niet links
laten liggen. We lunchen daar met ne goeie Leffe, man dat is lang geleden. Mike
bestelt mosselen met friet, maar de mosselen zijn van een iets ander kaliber
dan wij gewoon zijn dus het is even wennen. Er speelt hier vanavond een live
bandje, hier komen we wel es kijken.
Voor het
eindejaarsfeest stippelt Mike een hele route uit langs verschillende bars uit
de Lonely Planet. Ervaring leert ons dat lukraak op zoek gaan naar cafés
meestal op niets uitdraait.
We beginnen bij de bar Minus 5°. Kwestie van een beetje medeleven met het
thuisfront te tonen, het is hier nl, hoe raad je het, -5 binnen. Aan de inkom
krijgen we een eskimopak aan en dikke wanten. De bar zelf is volledig uit ijs
gemaakt, dus ook de glazen en de banken. En het is er verdorie koud. We
besluiten onmiddellijk dat we zulke temperaturen niet meer gewoon zijn overtuigen
ons in warmere oorden te blijven tot de
koude in België verdwenen is. De bar is voor de rest zo goed als leeg, het is
duidelijk meer een toeristenattractie dan een echte ambiance-bar.
De andere
bars zijn een succes, er is best wel veel volk op de been. Om middernacht
volgen we de mensenstroom naar, wat wij vermoeden, de ideale plek om vuurwerk
te zien. Ja wadde, ze zouden es in Mortsel op les moeten komen, of in Boechout.
Het trekt echt op niks. Er worden vanachter een gebouw een paar flauwe pijlen
afgestoken, het geheel duurt misschien 2,5 min en niemand lijkt te weten
wanneer het nu net 12u geworden is. Chaos compleet.
Als we terug
de straten inwandelen zien we een massa volk uit de tegenovergestelde richting
komen. Hmmm, we stonden misschien aan de verkeerde kant??
We keren nog
es terug naar de Belgian Beer Bar, daar zit het stampvol en het live bandje
brengt er de sfeer wel in, zo zijn we het gewoon.
Na het
feestgedruis brengt een taxi ons veilig thuis en daarmee is het dus voor ons
2010. Terwijl ik dit type, is 2010 voor ons al kei gewoon, en voor jullie moet
het nog steeds beginnen apart.
Alvast een
gelukkig nieuwjaar voor iedereen, de fotos volgen nog maar moeten van de GSM
gehaald worden.
Fotos:
(reuze-)mosselen, Minus5°, Auckland Sky Tower, Ho Ho Ho
Na een korte
nacht vertrekken we richting Rotorua, 300 km ten Z-Oosten van Auckland. Onze
eerste echte autotrip in NZ. We krijgen direct een goede indruk van de banen,
ze zijn in redelijk goede staat maar heel bochtig en met vreemde kruispunten.
Doorrijden gaat dus niet echt, waardoor onze gemiddelde snelheid niet zo heel
hoog ligt.
Zo gauw we
Auckland achter ons laten, krijgen we een geweldig landschap. Groene heuvels,
nog groenere valleien, we zijn onmiddellijk verkocht. Dit is natuur waar wij
van houden!
Het gebied
rond Rotorua is vooral bekend voor zijn thermische bronnen. Rotorua zelf is de
hoofdattractie, bijgevolg ook heel druk. Op basis van een reisverslag dat ik
bijheb laten we Rotorua (en de bijhorende rottende-eireren-geur van de H2S)
voor wat het is en rijden zon 30 km verder naar het zuiden tot aan de Waikite
Valley (Waikiki voor ons) met zijn thermische bron. Er is een heel zwembadcomplex
aangelegd wat gevuld wordt met water uit die bron. Die spuwt 50l water per
seconden, temperatuur 98°. Na 3 km rivier is dit gedaald tot 50°. Een heel
afkoelingscircuit moet er voor zorgen dat het water, eens aan het zwembad, nog
maar 40° is. Je kan hier mits inkom te betalen komen zwemmen, tenzij je op de
aanpalende camping staat, dan zijn de zwembaden gratis. Gisteren gebeld en ze
hadden nog plaats. Bijgevolg zwemmen we deze namiddag in water van 37 tot 42°,
en dat is écht warm, veel verkoeling brengt het niet. Het terrein is prachtig
aangelegd, de stoom komt uit de kokende rivier over ons heen gedreven. Er zijn in totaal zon
8 baden: 3 privé-zwembaden, 2 jacuzzis, 2 grote sit & soaks (ene 42°) en
1 groot zwembad. Je loopt van het ene in het andere.
Elke avond om
21u gaat de stop eruit en laten ze alle water uit de zwembaden weglopen, dit
terwijl de gasten nog in het water zitten. Alles wordt dan grondig gekuist, het
water is nl niet behandeld en er wordt geen chloor gebruikt, en dan gaat de
kraan aan de bron terug open. Vanaf 5u s morgens kan je er weer in.
Niet alleen
de zwembaden zijn geweldig, maar de volledige omgeving is gewoon een droom. We
zijn onder de indruk.
Het Engels
dat hier gesproken wordt is van een ander kaliber, dus het vraagt weer training
om de mensen van de eerste keer te verstaan. Dat betert wel, maar voorlopig
vallen we bij de eerste zin nog door de mand.
Fotos:
warmwaterbronnen en bijhorende zwemcomplex, afdruk in de stoom
We beginnen
de dag met een zwempartij in de warmwaterbaden.
Na het
ontbijt rijden we naar Wai-O-Tapu Thermic Wonderland. Dit is het meest
kleurrijke vulkanische gebied van NZ. Via een bewegwijzerd pad lopen we voorbij
een 30-tal verschillende bezienswaardigheden, allemaal van vulkanische
oorsprong. Het is erg druk maar we kunnen toch overal vlot bij om fotos te
nemen. Er zijn mud pools, warmwater geisers, gekleurde champange pools en
volgelopen kraters in de meest eigenaardige kleuren. Het geheel is
indrukwekkend, dit hadden we nog nooit gezien. Sommige kraters zijn wel 62m
diep.
In het park
kan je ongegeneerd een kanjer van een scheet laten. Alles borrelt er toch al en
geen kat die het daar riekt. Bij momenten, als de wind aanwakkert, wordt er
zoveel stoom en gaslucht over de paden geblazen, dat je niet meer ziet waar je
loopt en vnl niet meer kan ademen van de stank. In heel het park is er ook een
zwaar rookverbod van kracht. Ongetwijfeld om te vermijden dat een
ontstekingsbron een nieuwe vulkanische uitbarsting veroorzaakt.
In de
namiddag rijden we langs Blue en Green Lake, dit zijn de vakantieplekken bij
uitstek zo blijkt. Er wordt gezwommen, gesurft, allerlei watersporten beoefend.
Het lijkt alsof elke NZer met een bootje in deze paradijselijke meren
ronddobbert. De natuur is dan ook heel erg mooi en groen.
s Avonds
gaan we terug naar de camping en sluiten na ons avondeten de dag af zoals we
hem begonnen, in de warmwaterbaden.
Tot hiertoe
is het ook hier mooi weer. Overdag zon 25°, s nachts koelt het wel flink af,
tot zon 12°.
Fotos : Wai-O-Tapu
Thermic Wonderland & blue lake
We beginnen
de dag nogmaals met de warmwaterbronnen (kwestie van het er nog es goe in te
wrijven) en starten dan ons huis richting Wellington, waar we de overzet naar
het Southern Island zullen nemen. We hoorden dat dit heel druk kan worden. Er
zijn 2 maatschappijen die de overzet verzorgen en je kan best op voorhand
geboeken, dus moeten we dat eens gaan uitpluizen.
We rijden
langs Lake Taupo en door het Tongariro Natuurpark via de Desert Road, die op
zon 800m hoogte door het gebergte slingert. We zien besneeuwde bergtoppen,
zandwervelstormen, massas groene heuvels en nog groenere weilanden, vol met
schapen en koeien, al dan niet langs de juiste kant van de afspanning,
magnifiek. Ik vind niet genoeg adjectieven om het te omschrijven. Na elke bocht
komt er een nieuw overweldigend uitzicht.
Je kan het
het beste omschrijven als een mix van Schotse Highlands en Sloveens Alpen en
dat geheel nog es overgoten met één of andere magische groene saus, waardoor
het geheel gewoon onwerkelijk prachtig wordt. Plant her en der nog een palmboom. Men zegt
dat het Zuidereiland nog mooier is, dat belooft.
We kiezen een
camping in het gehucht Upper Hutt. De naam spreekt eigenlijk voor zich, de
toegangsweg slingert de bergen in. Gedurende 40 min rijden we op een baantje zoals ze dat enkel nog in de bergen van
Corsica in gebruiken. Dit bergpad is net iets minder breed dan de wielbasis van
onze Transporter. Dat is geen probleem mocht dit een enkelrichting zijn. Niet
dus. Bij elke haarspeldbocht toeteren en af en toe de remmendicht om een kop-kop aanrijding tevermijden. De kleinste wagen moet achteruit,
vinden we. We zijn blij met ons (kleinere) model van camper. Tegelijkertijd
staat er een stevige stormwind en hangen er dreigende wolken. Een mens moet
iets overhebben voor een mooie ligging. Bij het inchecken kijkt de eigenaar ons
lachend aan en zegt dat we het avondje wel gekozen hebben. Het gaat nl stevig
stormen. Gauw de blog updaten voor de wireless wegwaait.
Gezien ik
geen fotos meer mag nemen tijdens het rijden, klopt, gn fotos dus.
De voorspelde
storm is tegen een uur of 21 losgebarsten. Onze camper schudt heen en weer in
de windvlagen, de regen komt met bakken naar beneden. Voor het eerst moeten we
ons openklapbaar dak laten zakken kwestie van wind- en waterschade te
vermijden. Het duurt tot 3u s nachts voor het wat kalmeert. We zijn zon belgisch
weer niet meer gewoon.
Neen, geen
warm water meer maar een koude douche om de dag te starten. De uitbater van de
campingwas gisteren bij onze aankomst
nog vol lof over zijn authentiek sanitair. Het water wordt hier nog verwarmd
door een houtvuur. Voorwaarde nummer 1 is dan wel dat je op vaste regelmaat
vodoende hout moet toevoegen. Na mijn beklag bij de balie wordt een kruiwagen
hout aangerukt en 10 min later draait de oven op volle toeren. Ik besluit nog
even te wachten om het water de kans te geven op te warmen en begeef me opnieuw
naar de douche voor eenietwat minder
koude douche, wat toch nog ver van aangenaam blijft als je onze vorige
campingplaats gewend bent. In plaats van hier te blijven, verhuizen we dan ook
naar een andere mét warm water. De wind blijft ondertussen danig waaien, we
kunnen ons dak nog steeds niet openzetten. Windy Welly noemen ze het hier, er
is iets van aan
We nemen de
bus naar Wellington waar we via een authentieke kabeltram de hoger gelegen
botanische tuin bezoeken. Netjes, keurig onderhouden, mooi weer, wat kan je nog
wensen..? Wellington is de hoofdstad van NZ maar doet meer aan als een
provinciestad. Wij vinden het gezelliger dan Auckland. We wandelen terug naar
het centrum en kuieren nog wat door de winkelstraten en langs de kade. Alles
wordt daar in voorbereiding gebracht om het wereldkampioenschap fietsen met 1
wiel te rijden. We blijven wat rondhangen tot het startschot gegeven wordt. Dat
geeft meer spektakel dan verwacht. Wat wil je, als de eerste onderuit gaat,
stoppen lukt nu éénmaalniet zo vlot met
1 wiel, met alle gevolgen vandien. De berijders en bijhorende wielen gaan
vlotop een hoopje, sorteren zich snel
terug en springen terug op hun tja wiel.
De bus terug
naar de camping, en we eten binnen want het regent weer. Bloggen en dan snel
onder de wol. Morgen moeten we er vroeg uit. Om 7h25 moeten we ten laatste
inchecken voor onze ferry naar het zuidereiland. En druk zal het zijn, we
boekten 2 dagen op voorhand en ongeveer alle tickets waren al uitverkocht.
Slaapwel!
Fotos: met de
kabeltrein naar boven, botaniken hof, one-cycles
De dag begint
vroeg, om 6.50u starten we de camper richting ferry. Zoals te voorspellen mogen
we bij aankomst de boot nog niet op en moeten we nog een half uur in de rij
wachten. De zin in een tas koffie en een degelijk ontbijt neemt toe.
Eens aan
boord doen we ons te goed aan een Kiwi-breakfast (ook wel gekend als cooked
breakfast, dus de hele resem eieren, spek, toast, worstjes. Alleen de bonen
ontbraken nog). Na 15 min varen verlaten we de beschutting van de haven en
varen we door Cook Strait. Het gaat er hevig aan toe en dan staat er nog niet
eens veel wind. Hoewel we op een danig uit de kluiten gewassen ferry zitten,
gaat de boel zwaar op en neer. De bemanning begint al spontaan zakjes uit te
delen. De overzet tussen de 2 eilanden staat erom gekend, in de helft van de
reisverslagen lezen we over mensen die ziek zijn geworden tijdens de overtocht.
Niet voor de zwakke magen dus. Een kwartier later wordt er rondgeroepen dat er
verderop een boot in de problemen geraakt is en dat we vertraging zullen
oplopen. Veel mensen kijken al verschrikt in het rond en vertrouwen het hele
zaakje duidelijk niet meer.
Eens de
boot-in-problemen wordt geholpen kunnen wij verder varen, zelfs in redelijke
rust. De golven komen niet meer langszij en dat maakt het een stuk aangenamer. Hoewel
we er zelf niet echt veel last van hebben ondervonden. Maar nu kunnen we ook op
het bovendek ten volle genieten van het landschap dat voorbijglijdt.
Tegen 11u zijn we in Picton.
Picton blijkt
een gezellig klein toeristendorp te zijn. We wandelen er even rond en lunchen
op een terras. Het valt ons nogmaals op dat NZ heel anders is dan Australië.
Mooi weer is hier evengoed een zegen als bij ons, op een zonnige zomerdag als
vandaag zit iedereen massaal op terrassen of in de parken te luieren. Er wordt echt
moeite gedaan om de straten gezellig te maken en de mensen naar buiten te
lokken. In Australië vlucht iedereen direct terug naar binnen, naar de airco. Wel
te verstaan natuurlijk, gezien de temperaturen daar. Toen we in Alice Springs
de Royal Flying Doctors bezochten, zei de vlaamse dame achter de kassa dat ze
de zomers in België zo verschrikkelijk vindt, zeker als er een hittegolf is. Nérgens
airco, overal véél te warm binnen. Bewijst nog maar eens hoe subjectief
indrukken altijd zijn
Ons
camping-selecteer-ritueel doet ons uiteindelijk ergens afgelegen belanden, vlak
aan de Queen Charlotte scenic Drive. Gelukkig hadden we vanuit Picton al
gereserveerd want tegen we er toekwamen hing hun bord No vacancies (vrij
vertaald door ons als: geen vakanties) al uit. De camping is een kleine
familie-business, we worden eerst onthaald door de dochter van een jaar of 9,
die dan haar vader gaat zoeken. We krijgen allerlei kortingen rond onze oren
geslingerd, een tip voor een wandeling na zonsondergang om glim worms te zien
en als welkom 2 zelfgebakken warme muffins. Dàt is nog es service. De camping
is prachtig gelegen, omringd door groene beboste heuvels. Zalig.
De rest van
de namiddag luieren we wat rond op de camping. Onze overbuur komt nog
vriendelijk vers gevangen mosselen aanbieden, waarvoor we toch maar bedanken.
In Auckland hebben we kennis gemaakt met deze reuze-groene-schelpdieren die in
de verste verte niet smaken als een Zeeuwse mossel. Het Duitse koppel dat
nadien naast ons komt staan, krijgt hetzelfde aanbod maar bedankt ook
vriendelijk. De chinezen zijn dolenthousiast wat zei ik ook weer over
subjectief?? Tien min later komt diezelfde overbuur voorbijgewandeld met een
vis van een meter lang, zalmmodel, had hij zelf gevangen. Als hij ons daar nu
een filetke van had aangeboden
Na onze
bloemkool met worst vertrekken we op de glim worms wandeling. We moeten een
aantal fences overklauteren en woeste stieren trotseren tot we uiteindelijk in
het bos komen. Donker is het nog bijlange niet dus glimwormen gaan we niet te
zien krijgen. Het pad lijkt ons ook iets te avontuurlijk in het nachtelijke
duister en we hebben geen fatsoenlijke pillamp bij (Hema-fietslichtjes zijn ontoereikend
om te boenken door het dichte struikgewas). De wandeling brengt ons tot aan een
prachtige waterval midden in het bos, die is op zich al de moeite om de tocht
te maken.
Misschien
proberen we morgen nog eens voor de wormen, nu we weten hoe het pad loopt
Fotos: het
bos en de waterval, zicht op de ferry, Marlborough Sounds, Picton Park, vogel
van de dag (Weka flightless bird)
Driekoningen
vandaag, tijd om de kerstboom buiten te keilen, naar de kerstboomverbranding te
gaan en daar een jenever te drinken om te vermijden dat je vastvriest. Of een
etappe van Queen Charlotte Track te wandelen. Deze meerdaagse trektocht van
+70km loopt door de mooiste delen van de Marlborough Sounds. Niks te maken met
de verbannen macho cowboy van weleer maar wel het noordelijkste deel van het
zuidereiland dat verzwolgen wordt door 100en fjorden en landengtes die langzaa
overgaan in de Tasman Bay. Alsof alle valleien van de Pyreneeën volgelopen zijn
en enkel de glooiende toppen zichtbaar bijven. Amai, genoeg lyrisch gestroop,
tijd voor het echt werk. We wandelen natuurlijk niet de hele etappe maar in
onze jeudige overmoed besluiten we dat het hoogste punt ongetwijfeld ook het
mooiste zal zijn. De tocht die we gaan ondernemen is maar zon 10km, peanuts
dus. Toch wel vreemd dat ze op de infoborden er 4h voor voorzien. Na een half
uur stappen begint het te dagen, de eerste etappe brengt ons van zeeniveau naar
350m. Om daarna terug volledig af te dalen en dan weerom een volgende top van
450m te overstijgen. Dat voel je. Volgens de lokale autoriteiten is het pad ook
geschikt voor mountainbikers. As if, de enige mountainbikers die we kruisen
zijn diegenen die de fiets aan de hand de helling opduwen.Wellicht zullen er wel fanatiekelingen
bestaan die me hier tegenspreken. Ben toch erg blij dat we hier geen mountainbikes
gehuurd hebben. Eerst nog enkele Familieweekendjes op trainingskamp voor we
daar aan toe zijn. We hadden gelijk, de hoogste punten geven de mooiste
uitzichten. We dalen terug tot zeeniveau waar we meekunnen met een watertaxi
die gereserveerd werd door andere wandelaars die we ontmoet hadden. Maar goed
ook, blijkbaar varen die watertaxis niet zo frequent dan we gehoopt hadden.
Dit bootje brengt ons terug naar het beginpunt waar we met stijve benen naar
onze camperwandelen die zon 150m hoger
geparkeerd staat.
We zullen
goed slapen.
Fotos:
Indrukken van de wandeling, waaronder een paar 180°-panoramas (het pad loopt
recht), de watertaxi (allé ja, een boot die ze gehuurd hadden van een andere
firma want hun taxi lag in panne)
We rijden
naar Blenheim, das niet zover, tegen de middag zijn we geïnstalleerd op onze
nieuw campplaats. In deze platte streek is volgens onze Lonely Planet absoluut
niks te zien of te beleven. Uitgezonderd een uitgebreid gamma aan wineries die
je per fiets kan afgaan. Dit is dé wijnstreek van Nieuw Zeeland. Warm overdag,
koel s nachts. Daar heeft Ruth wel oren naar. De fietsen worden gehuurd en ik stippel
snel maar professioneel een route uit langs de mooiste en beste etablissementen.
De eerste is zon 10 km verder, al de andere liggen in de direkte omgeving. On
y va.
Wat is me dat, het platte land is
eigenlijk vals plat, de schaal van het plannetje in onze gids was ongetwijfeld
mis en de stijve bries wakkert nog verder aan eens we hem pal op kop hebben. Na 1,5 h bereiken we eindelijke onze eerste
Winerie, die bevindt zich op een heuvel. We lunchen er en proeven de rosé, de
bubbels en de pinot noir. Niks mis mee, al is de pinot noir wat stroef naar
onze smaak. Eens we de volgende winerie bereikt hebben bekomen we binnen op een
bank even van onze tocht. We krijgen spontaan twee grote glazen water
aangeboden. Zo fris zien we er dus nog uit.
Nooit goed beseft hoe ik na een
sportdag als gisteren nu plots in de tweede fase van deze triatlon ben geraakt.
Dat belooft voor morgen, 12 km waterval bergop zwemmen vrees ik.
De wijnen zelf
overtuigen niet. Naar onze mening zouden er richtlijnen moeten bestaan die de
naam wijn beschermen. Zoiets van: De zuurtegraad van wijn mag die van azijn
niet overschreiden of mocht dat toch niet lukken dat er dan een vermelding
gemaakt wordt in het genre van Met de
nodige voorzichtigheid te gebruiken bij marinades of Opgelet, brand gaten in
de sla(kom) ofGratis een doos Rennie
bij aankoop van zes flessen. We krijgen hoe langer hoe meer een grenzeloos
respect voor de wijnaankopers van Delhaize.Die mensen moeten een ijzeren maag hebben om het kaf van het koren te
scheiden.
Ik overdrijf
misschien lichtjes.
Te pap om moe
te zeggen, laat staan om tijdens de tocht om de haverklap halt te houden om de
camera uit de fietszakken te graven. De fotos zijn bijgevolg poverder dan
gemiddeld.
Fotos: lunch
in 1 van de wineries, fietsen, fietsen, fietsen en de orginele brievenbus van
de vorige camping
We rijden terug een stuk naar het
Westen richting Abel Tasman NP, om dan vandaaruit verder te kunnen afzakken
langs de westkust richting gletser. Het natuurpark is ons door verschillende
mensen aangeraden, dus we zijn benieuwd.
Onderweg pikken we nog 2 lifters op, een Oostenrijkse en nen Brit. Ze moeten
toevallig zon 100 km verder op onze route zijn, een geluksdag voor hen. We
worden onderweg entertained met allerlei filosofische mijmeringen van deze 2
wereldverbeteraars. Vreemd zelfbeeld hebben zon mensen altijd.
Als camping wagen we ons aan een gok
en nemen één waar we geen beoordeling van kunnen terugvinden, maar de naam
spreekt ons wel aan: Old MacDonald Farm, vlak aan het natuurpark en met lamas,
varkens etc op het terrein. Eya eya ho.
Het blijkt een goede gok, de camping
ligt tussen de groene heuvels, er is geen passerend verkeer en de plaatsen zijn
geweldig.
Voor het avondeten doen we nog een
kennismakingswandeling aan het begin van het park. Het is eb, het strand is
oneindig en zit vol watervogels.
Fotos: steltloper met visje in de
bek, een vogel die je aanvalt als je te dicht bij zijn nest komt (hebben we
ervaren), de krijsende geelbek, landschapsfoto
Onze namen
worden afgeroepen alsof we in groepen worden verdeeld bij een jeugdkamp. Met
dat verschil dat we een kapitein krijgen toegewezen, zo weten we in welke van
de 4 boten we moeten klimmen. Ja, zo gaat dat er aan toe bij de Abel Tasman
Watertaxi company. Je klimt effectief in de boten want die staan op trailors.
Eens de boot volgeladen is rijden de traktors via de weg naar het strand. Dat is irreëel. Je zit met zwemvesten aan
achter aan een traktor over het asfalt te tuffen. Eens op het strand worden de boten
achterwaarts vlot geduwd. Boer Spreeuw verandert van pet en voertuig en transformeert
in Captain Sparrow.Die brengt ons naar het midden vanhet Abel Tasman National Park waar we een
dagetappe stappen van de Abel Tasman Track. Dit is de populaire meerdaagse
trektocht die de volledige kustlijn van het park volgt. Detoegang tot dit park kan enkel per watertaxi,
er is geen enkele weg in dit park. Onderweg doen we enkele ommetjes en zien we vreemde
volgels die tot 15m diep kunnen duiken, een kleine pinguinsoort die nog veel
dieper kan en een zeehondenkolonie die wat liggen te zonnen op hun broedplaats.
Normaal moeten er hier in deze periode ook orkas te zien zijn, maar die zijn
dit jaar nog niet gespot.
Wearriveren bij Tonga bay, stropen onze broek
op en wandelen naar het strand. Dit is het startpunt van onze 4h durende
tocht.Het pad slingert voorbij
watervallen, over hangbruggen, langs wondermooie baaien,midden door het natuurgeweld de heuvels in en uit. Ruth zet er de beruchte militaire pas in en 3
h later staan we al aan ons oppikpunt zon 12 km verder. We lunchen en wachten
op het strand van Torrent Bay tot onze watertaxi verschijnt om ons terug naar
de ingang van het park te varen.
Na een douche dineren we in het enige
restaurant-café bij de ingang van het park. De maaltijd is erg verzorgd en
smaakt verrukkelijk na zon dag.
Onze buren van South Carolinakomen gebroken de bar binnengestrompeld als
het al lang donker is. Ze hadden de wandeling tot aan de ingang van het park
verkeerd ingeschat. Ze hebben 6 h gewandeld over een traject van 11 km. Dat
lijkt me dan weer straf. Dan nog liever de militaire pas.
We blijven wat hangen want zodra beloven
ze hier live muziek. Inderdaad, wat later dan voorzien geefteen lokale reggae band het beste van zichzelf
en ze krijgen er wonderwel meteen de ambiance in. Voor zover dat mogelijk is
met reggae natuurlijk. Alle aanwezige rastakopkes deinen mee op de vibes, mogelijke
allemaal van dezelfde tribe als de bandleden. Door de bijhorende psychedelische spasmen gaan
de dreads alle kanten uit. Goe poeier hebben ze hier, in ons eten zat het toch
ni in.
Als we terugwandelen naar de camping
is het pikkedonker. We krijgen dan ook een sterrenhemel te zien zoals je die
alleen hier kan bewonderen. Prachtig.
Fotos: blauwe pinguin, luie zeehond, auto
te water, de natuur in Abel Tasman National Park
Er was regen
voorspeld voor zondag, en regenen heeft het gedaan. Gelukkig hadden we vandaag
vnl autorijden gepland, dus het deert ons niet zo.
Het begint
met een rustige bui, maar naarmate de dag vordert wordt het gordijn dikker en
dikker. Het water gutst op den duur uit de lucht, de landschappen worden nog mysterieuzer
met de mist en regenwolken rond de bergtoppen. Kleine kreken veranderen in
kolkende rivieren, de bergflanken worden langzaam omgetoverd tot 1 grote
waterval waar je onderdoor rijdt. Op verschillende plaatsen kunnen de diepe
grachten de watertoevloed niet meer aan en staat de weg volledig blank. We
komen dan ook niet zo snel vooruit maar het is zo indrukwekkend om te zien dat
we er niet van wakker liggen.
Pas tegen 15u
mindert de zondvloed een beetje, net als we aan de Pancakes aankomen. Dit is 1
van de Must-do attracties in NZ. De Pancakes zijn limestone rotsformaties die door
erosie gevormd zijn tot reusachtige stapels, hoe raad je het, pannenkoeken. Het
klinkt nogal pover maar het was knap om te zien. Onder de rotsformaties zie en
hoor je de zee beuken.
Het vervolg
van de kustroute tot in Greymouth loopt verder door dit majestueuze landschap,
langs de ene kant de beukende zee met grillige rotsen in het water en langs de
andere kant de groene heuvels waar het water van naar beneden gutst. De golven
van de zee zijn enorm, hier zou best wel eens de slotscène van Point Break
kunnen opgenomen zijn.
Fotos:
allemaal impressies van de Pancakes en omliggende natuur, huis met stevige
stroom water op de achtergrond (als die geen water in de kelder hebben, dan
weten we het ook nie meer)
We vervolgen
onze tocht langs de schitterende landschappen van de westkust. Onderweg zien we
regelmatig de sporen van de zondvloed van gisteren, blijkbaar toch meer water
naar beneden gekomen dan ze hier gewoon zijn. Op verschillende plaatsen is de
helft van de weg afgezet omdat er stukken berg naar beneden geschoven zijn. Als
je ziet hoeveel erosie er is, vragen wij ons af wie al dat zand terug naar
boven brengt. Tegen dit tempo zullen de bergen snel geschiedenis zijn.
We komen
uiteindelijk aan in Gletsjerland. De toppers hier zijn de Franz Josef en de Fox
gletsers. Nergens anders op deze breedtegraad liggen gletsers zo dicht bij de
oceaan. Naar mijn bescheiden mening is dat niet zóóó erg moeilijk, veel anders
dan water vind je immers niet op deze breedtegraad. Behalve hun ligging zijn ze
ook gekend om de snelheid waarmee ze verschuiven. In 1943 stortte er een
vliegtuig neer, waarvan ze de restanten 3,5 km verder vonden, aan het uiteinde
van de Franz Josef, zon 6 jaar later.
De gemiddelde snelheid van de Franz is 1,5m per dag, met uitschieters tot 5 m.
Dit zou 10x zo snel zijn als de gletsers in de Alpen. We ondervinden dat, als
je lang genoeg naar de gletser kijkt, het echt wel lijkt of het gigantisch
moster verder schuift
We
installeren ons in het dorp Fox Glacier Village en rijden daarna naar het
beginpunt van de wandeling om de gletser te bekijken. Daar wacht ons echter een
superteleurstelling, de wandeling is volledig afgesloten door de regen van de
voorbije dagen, het gevaar op vallende rotsen door instabiliteit is te groot.
Het enige dat we kunnen doen is de gletser vanop afstand aanschouwen. Wat een
pech, we hadden hier zon hoge verwachtingen over! Het ziet er ook niet naar
uit dat het probleem morgen verholpen zal zijn, de borden met de
wandelingindicaties worden door de rangers volledig verwijderd en vervangen
door een bord Track closed. We horen achteraf dat er op 10 dagen al meer
regen gevallen is dan ze normaal op een volledige maand krijgen, en er wordt
nog meer verwacht.
Een beetje
moedeloos stappen we terug in de auto en rijden dan maar naar de Franz Josef,
half verwachtend dat ons daar hetzelfde scenario staat te wachten. Hier hebben
we meer geluk, we kunnen het pad tot aan de gletser volgen. Al moeten we 3x tot
aan onze knieën door ijskoud gletserwater waden. Als je hier uitglijdt heb je
wel iets aan uw fiets. Maar we kunnen toch erg dichtbij komen en een goede
indruk krijgen. En dat zijn we ook; goed onder de indruk.
Ok, we hebben
de gletsjer nu al wel gezien, van beneden, maar hoe geraak je er nu op ?
In de
brochures lezen we dat je Helihikes op de gletsers kan doen. Je wordt met een
helikopter ergens op het ijs gedropt en loopt daar dan 2,5u onder begeleiding
rond. De uitstap kost een smak geld, maar we zijn hier maar 1 keer dus . Dat is
voor morgennamiddag. Fingers crossed dat het weer meezit, bij slecht weer
vertrekken ze niet, en als het te bewolkt is zijn de uitzichten natuurlijk ook
minder spectaculair.
Zoals de
laatste dagen wel meer voorkomt, kruipen we vroeg in onze camper, jullie zullen
ons wel niet geloven maar het is hier KOUD s nachts. Vanonder de warme dekens
en slaapzak zien we nog een 1/3 filmke voor we gaan slapen. Càptain Jack
Sparrow neemthet op tegen de Krak-hen.
Spannend.
De hemel is
volledig uitgeklaard, de eerste echt mooie dag dit jaar, als we de locals mogen
geloven. Dat belooft, hopelijk blijft dat zo want we gaan pas om 15h de lucht
in.De bewolking neemt lichtjes toe maar
lang niet voldoende om de uitstap af te gelasten. Wat een geluk want dit jaar
hebben ze nog niet veel uitstappen op de gletsjer kunnen aanbieden. De verhalen
doen de ronde dat sommige toeristen tevergeefseen week op de camping hebben gewacht op de standby lijsten.
Met een
vintage busje van minstens 50 jaar oud worden we naar de lokake heliport
gebracht. Ze verzekeren ons dat de helikopter van een recenter bouwjaar
is.We krijgen lederen
berg-hikingschoenen aangeboden en een korte veiligheidsintroductie hoe een
helikopter te benaderen. We worden gewogen, in groepen van max 6 pers opgedeeld
en dan begeven we ons naar de helikopters. Aan boord passen dan ook maximaal 6
passagiers (als je ze goed opvouwt toch). Eens iedereen een headset op heeft
gaan de deuren dicht en weg zijn we.
Dat gaat
verbazend zacht. We stijgen boven het dorpje uit en in geen tijd vliegen we
over de voet van de gletsjer. Meteen zien we ook waarom het wandelpad
afgelsoten werd. De overvloedige regen van de voorbije week heeft de rotsen
instabiel gemaakt en er zijn al tientallen rotsblokken naar beneden gekomen,
sommige met het formaat van een autobus. Eens we midden de gletsjer zijn neemt
de piloot even de vrijheid om enkele
hoogtepunten van de Fox glacier van dichtbij te tonen. Tot zover de aangename
vlucht. De piloot is er van overtuigd dat je pas echt een goed zicht hebt als
de machine minimum 90° kantelt, en dan nog eens andersom voor zij die langs de
andere kant zitten. Mijn maag plakt ongeveer tegen mijn amandelen en de fotos
zijn bewogen. Ruth houdt vnl haar ogen dicht. We landen zacht op het ijs, de landingsplaats
wordt aangegeven door één stokje van 50 cm hoog.
De gids wacht
ons daar op en verdeelt de stijgijzers die we onder onze bergschoenen moeten
gespen. We krijgen ook een wandelstok met een metalen pin onderaan. De gids legt
ons kort uit hoe we al dit gereedschap moeten gebruiken en dan vertrekken we op
onze tocht over een ijslaag die op dit punt zon 200 m dik is. We klauteren
over ijsheuvels, wringen ons door smalle sleuven, bewonderen staalblauwe ijsgrotten
langs de binnenkant, wat een ervaring! Het kleurenspel is indrukwekkend, het pure
witte ijs tegenover de helblauwe kleuren van het water, niet gemakkelijk voor
de fotograaf bij wisselende bewolking. Het rondomliggende landschap is al even
imposant, je voelt je maar heel nietig tussen al die grootse natuur. We zijn
ook verwonderd over de hoeveelheid water die over zon gletsjer stroomt, het
ding smelt gewoon heel de tijd. Onze Nepalese gids leert ons, meestal op
ludieke wijze, alles wat er te leren valt over een gletsjer en geeft ons ruim
de tijd om fotos te trekken. 2 Uur later wachten we in dekking op onze
helikopter voor de terugvlucht, die deze keer de hoogtepunten vermijdt en in
rechte lijn terugkeert.
De ervaring
was op zn minst uniek en elke euro waard!
Fotos: onze
gletsjeruitstap van take off tot landing
Ons doel voor
vandaag is Lake Wanaka, in het Mt Aspiring National Park, zon 300 km meer naar
het zuiden. Hiervoor moeten we door de Haast Pass, een bergketen waar nog maar
sinds ´64 een baan door loopt.
Al slingerend
rijden we door deze indrukwekkende pas, met zicht op sneeuwwitte toppen langs
alle kanten. We maken verschillende stops om wat natuurschoon van dichterbij te
bewonderen. Zo ook aan de Thunder Creek falls, waar het water, vooral na de
overvloedige regen, zoals de naam voorspelt, donderend naar beneden stort. Het
nadeel van scenic view-stopplaatsen is dat de meeste toeringbussen die ook
aandoen, dus een Japanner is nooit echt ver weg.
Bovenop de
pass stopt Mike voor wat hij denkt een solo-jonge deerne-liftster, maar ik had
de mannelijke collega allang gespot in het bos. Die truuk lukt dus nog steeds.
We kunnen ze zon 100km verder op hun tocht afzetten. Weeral een goede daad
gedaan voor vandaag.
De geplande
camping blijkt een wei te zijn die uitpuilt van het volk, we bedanken hiervoor,
hadden gelukkig niet gereserveerd en keren terug naar het dichtstbijzijnde dorp,
Wanaka. Het is een gezellig toeristisch centrum, dat vooral in de winter
hoogdagen kent als ski-oord. De views vanop deze camping zijn geweldig, we logeren
precies op een postkaart, midden tussen de besneeuwde bergtoppen met zicht op
het Wanaka-meer.
We hebben
geen fotos van de trip, we willen niet riskeren jullie te gaan vervelen met mooie
foto van een indrukwekkende waterval nr76. Bovendien zijn de uitzichten vaak
zo weids dat je dat niet op een foto vatten kan. We zijn ook geen Lord of the
Rings-kenners, maar we kunnen ons wel voorstellen dat ze hier inspiratie zijn
komen opdoen. Wederom indrukwekkend allemaal, telkens opnieuw. We vallen in
herhaling.
Onze planning
voor vandaag loopt een beetje in t honderd. De wandeling die we in het
natuurpark wilden doen, begint aan het einde van een 34km lange gravelweg, daar
kunnen we niet aan. Daarenboven is het weer niet echt wandelgeschikt, het
regent, dus we cancellen de wandeling maar volledig.
Mike is
tevreden, hij kan zich een paar uur volledig wijden aan zijn nieuwe hobby,
kakuros oplossen. Na een paar uur vind ik het welletjes en wandelen we het
dorpscentrum in, voor het eerst sinds lang gaan we shoppen!! Niet dat we echt
veel kunnen kopen want er is geen plaats in de bagage, maar t is vooral de
idee die telt. Mike koopt een leuke T-shirt als souvenir (opschrift: If a man
speaks deep in the NZ forest and there is no woman to hear him, is he still
wrong?, snap ik niet) en ik een nieuwe dagrugzak, een topmodel. De bodemnaad
van de vorige is gelost en das redelijk onpraktisch als je gaat wandelen.
En dit is
veruit het meest indrukwekkende wat we vandaag gepresteerd hebben, morgen doen
we terug iets spannends, beloofd!
Na ons
ontbijt maken we ons langzaam klaar om te vertrekken. Ervaring leert ons dat ze
het hier niet te nauw nemen met de verplichte uitchecktijd van 10am. Voor we
buitenrijden houden we nog even halt aan de dump point om onze watertank te
vullen en de grey-watertank te ledigen. Aan de overkant van de weg merk ik twee
lifsters op. Ze willen naar Queenstown, dat kan, dat ligt op onze route. (Geen
wederhelften in de bosjes deze keer) De twee meiden uit de states gaan daar
bungee-jumpen. Oh ja, did it, done it, bought the T-shirt. Heb er
eerlijkheidshalve wel bij verteld dat ik sindsdien hoogtevrees ontwikkeld heb.
Ze waren er al minder gerust in.
De GPS kiest
een weg waar we volgens de kaart niet overmogen met een huurwagen. We begrijpen
niet direct waarom en rijden toch door. De route is zo mogelijk nog mooier dan
al de voorgaande. Nieuw-Zeeland is een paradijs voor wie graag met de wagen
rijdt. Je mag hier wel maar maximaal 100, maar dat stoort voor geen moment.
Achter elke bocht is er een nieuw wauw moment. Bovendien zijn de banen maar één
baanvak breed. De bruggen worden afwisselend gebruikt door meegaand en
aankomend verkeer.
We lunchen in
Queenstown, een gezellig stadje dat bulkt van de toeristische adventure
activiteiten. Tof. Wij rijden verder tot aan de visitor centre van onze
eindbestemming: Te Anau. Dat ligt aan de Sounds. Gigantische landengtes of
bergtoppen die langzaam overgaan in de oceaan en alzo kilometerslange fjorden
creëeren. Een immens natuurparkwaar je
maar 1 weg hebt tot aan de Milford Sounds. Alle anderen zijn onbereikbaar, niet
via auto, bus, watertaxi, niks. Met uitzondering van de Doubtful Sounds, daar
kan je bij als je meegaat op een georganiseerde tour. Je vaart dan eerst een
stuk over Lake Manapouri, dan 20 km over land met de bus waarbij je aan Deep
Cove komt en dan kan je beginnen aan de cruise op de Doubtful Sounds. Klinkt
allemaal toch sprookjesachtig, niet?Meteen hebben we een koers voor de volgende dagen. Morgen met de wagen
naar Milford Sounds. Die route moet wreed de moeite zijn. Op den duur verwacht
je niets anders meer. En overmorgen mee op een georganiseerde daguitstap naar
de afgelegen Doubtful Sound. Je kan de Sounds ook doen met georganiseerde
overnight cruises maar die zijn vrijwel onbetaalbaar. Bovendien hebben we al
onze camper om in te slapen.
Ok, misschien
niet zon spannende dag gehad als beloofd, maar de volgende dagen zien er weer
veelbelovend uit. Hopelijk komt de zon erdoor, dat maakt mooiere fotos. Al is
die kans hier erg klein, hier valt gemiddeld8000 mm regen per jaar. Dat is, hou je vast, 10X zoveel als in midden
België.
Na ons
ontbijt maken we ons langzaam klaar om te vertrekken. Jaja , met opzet want in
de visitor center werd ons aangeraden niet aan de Milford Road te beginnen
tussen 7 en 11. Dan zijn alle touringbussen onderweg voor hun dagtochten en is
het er erg druk. De Milford Road is een weg van 120 km die dood loopt in de
Milford Sounds. Toch is het één van de boeiendste banen van Nieuw Zeeland. Langs
de hele route kan je korte wandelingen doen die je een perfect idee geven van
het Fjordland National Park. Vooral de tweede helft is onverantwoord mooi. Je
moet zowaar een ijzeren karakter hebben om je ogen op de weg te houden. We
rijden tussen steile flanken die +1500 m boven ons uitstijgen waarvan 10
tallen-watervallen naar beneden storten. Elke bocht die we nemen creëert een
nieuw wauw moment. Zonder twijfel één van de, zo niet de mooiste weg die we al
bereden hebben. En we hebben er al heel wat indrukwekkende op onze palmares
staan.
Zon 25 km
voor Milford kunnen we de berg niet meer over en moeten we door een tunnel. De
tunnel is maar gemaakt voor verkeer in 1 richting, met lichten wordt het
verkeer wisselend geregeld, met een interval van 15 min. We vinden het absoluut
niet erg, de uitzichten zijn onvergetelijk. De laatste 25 km gaan stijl naar
beneden tot op zeeniveau. Met al onze stops tussendoor is het 15u tegen dat we
Milford bereiken. Hoewel het s morgens bij ons vertrek zwaarbewolkt was, is de
zon er ondertussen volledig doorgekomen en de uitzichten op Milford Sound zijn
prachtig. We laten deze kans niet liggen en kunnen nog net mee met de boot van
15.25u voor een 2u durende rondvaart door de sound. Stel u voor dat we morgen
slecht weer hebben, dan hebben we niks gezien.
De rondvaart
door de Sound is geweldig, we gaan van de ene waterval naar (al dan niet door)
de volgende en de bergen met sneeuwwitte toppen rijzen uit de zee naar boven.
Machtig om te zien. We komen hier te weten dat Captain Cook tot 2x toe voorbij
deze Sound is gevaren, zonder de ingang te vinden, pas 50 jaar later wordt hij
ontdekt. Eens op de Tasman Sea begrijpen we ook waarom, zelfs van vlakbij kan
je niet zien dat er een ingang is tussen de rotsen.
Helemaal overdonderd
van al deze natuurpracht beginnen we aan de terugtocht, waarbij we de stukken
die op de heenweg nog in de wolken zaten er nu nog als extra bovenop krijgen.
Het was
wederom een dag om nooit te vergeten!
Fotos: Lake
Gunn, Ruth duwt een boomstam in 2, vingerhoedskruid (sommige weiden zijn violet
van de verschillende tinten van deze plant), impressie van een Deense meermin
bij de Marian Falls, spelen in de sneeuw (zo zien jullie maar, we denken aan
jullie), de Milford Sound
Deze Sound
had Capt Coock wel opgemerkt. Hij vroeg zich echter af of hij wel terug weg zou
geraken gezien de stevige inlandse bries die hier altijd aanwezig is bij mooi
weer. Dat gaf meteen de naam Doubtful Sound. Hoewel dit eigenlijk fout is, want
de Doubtful is een fjord omdat hij ontstaan is uit een hyperactieve gletsjer.
Een Sound ontstaat uit een rivier. De enige echte sound in Nieuw-Zeeland is
die in Marlborough, in het noorden van het Zuidereiland. Om de verwarring compleet
te maken ligt het hier vol sounds in Fjordland. Enfin,we leren weer bij.
Het is weer
een prachtige dag, hoe langer hoe meer beseffen we dat we ongelooflijk veel
geluk hebben met het weer. Veel mensen waar we mee praten doen het eiland in
omgekeerde richting en komen van de ene regenzone in de andere. De touringbus
pikt ons op aan de camping en we rijden naar Lake Manapouri waar we overstappen
in een bootje tot aan een waterkrachtcentrale. Deze is 170m diep in een grot
uitgehouwen en kan voldoende energie opwekken om het hele Zuidereiland van
stroom te voorzien. Daarna rijden we met de bus tot aan Deep Cove, waar we in
boot nr2 (gelukkig een iets grotere) worden overgeladen voor de rondvaart op de
Doubtful Sounds.
Volgens Lonely Planet is deze indrukwekkender
dan de Milford en vooral minder toeristisch. Dat laatste is zeker waar, we
komen maar 1 andere boot tegen en voor de rest zijn we alleen. Je geraakt hier
gewoon ook niet op eigen houtje, dus dat maakt het wel speciaal. We zien ook
zeehonden en zelfs dolfijnen die nieuwsgierig dichterbij komen gezwommen.
Maar of deze nu echt indrukwekkender
is? Wij zijn er niet helemaal uit, Milford leek ons hoger en ruiger, maar dat
was natuurlijk de eerste fjord die we zagen ln elk geval, doubtful.
Fotos: zicht tijdens ons ontbijt,
eerste zicht op Doubtful Sound, Ruth in de Sound, landschappen vanop de boot,
luie kajakers, kolonie mooie zeehonden (ge moet ze es ruiken ), De wolken
rollen snel binnen op plekjes waar we een half uur geleden nog waren,
Dolfijnen, indrukwekkende waterval nr76, rendieren transport.
Om de
doorsteek naar de oostkust te maken kiezen we voor de alternatieve (langere en
mooiere) route via het uiterste Zuiden van NZ. De bijzonder goed uitgeruste
visitor centres hebben ook hierover een gratis brochure met alle
bezienswaardigheden langs deze route. Zo bezichtigen we een historische hangbrug
(gebouwd in 1899, jawel) en passeren we een surfers-dorp. Voor de lunch stoppen
we aan het Beach House in Riverton. Lonely Planet is hier heel lyrisch over en
vindt het een must om op een zonnige, warme dag op het terras te eten. In de
andere 90% van de gevallen kan je binnen van het zeezicht genieten. Gewoon om
maar weer aan te tonen dat we chance hebben met het weer, want we lunchen
gezellig buiten
Later op de
dag bereiken we de Catlins, een gebied met glooiende weilanden, oude bossen en
ruige kustlijn. We zien schapen, schapen schapen. Van die dikke wollige
gevallen die dringend geschoren moeten worden, of pasgeschorenen, met zwarte
kop of met witte, enfin in alle geuren en kleuren, maten en gewichten. Onze
campingkeuze valt wat tegen. De toilet heeft wat weg van een groot uitgevallen
aanplakpaal met een gat in de grond, naar de douche zijn we zelfs niet gaan
kijken. We vermoeden een waterton in een boom geknoopt of iets dergelijks. We
rijden dus nog wat verder en komen aan bij een kleine familiecamping. Onze
achterburen zijn Vlamingen uit Leuven dus das gezellig. Dat doet onze
Belgen-teller weer wat stijgen. Op de Milford Sound-cruise kwamen we ook nog
een man uit Beringen tegen. En allemaal maar zagen en klagen over het weer, en
wij maar content zijn.
Al gauw
ontdekken we dat de camping wel wat last van beestjes heeft. Eerst kunnen we de
deur nauwelijks laten openstaan omdat er heel der zwermen hommels binnendringen.
Als de avond valt komen de sandflies in actie en moeten we ons volledig insmeren.
Morgen dan toch maar verder.
We beginnen
de dag met een wandeling naar de McLean Waterfalls, die vlak aan onze camping
liggen. De wandeling loopt door een mooi stuk regenwoud, de watervallen zelf
zijn mooier dan verwacht. De navigator
van dienst heeft een korte maar felle discussie met de dame in het
GPS-bakjeen leidt ons aanvankelijk 20
min terug westwaarts.Uiteindelijk werken
we verder oostwaarts de rest van de bezienswaardigheden af. We stoppen aan de
Catedral Coves, dit zijn grotten vlak aan de zee die je enkel met laag tij kan
bezoeken, en gaan zeehonden knuppelen op Nugget Point. Neen, dat kan natuurlijk niet want hier vind
je geen zeehonden. De schattige fur coat seals zijn eigenlijk zeeleeuwen. De beroemde
Yellow Eye Pinguins krijgen we hier niet te zien, die waren al gaan vissen op
volle zee. Tegen dan hebben we het zo wel allemaal gezien en rijden we in 1
stuk door naar Dunedin. Morgen gaan we deze stad bezoeken, het kan niet altijd
natuur zijn.
Onze camping
ligt aan een rivier buiten de stad, en dankzij onze maandenlange ervaring zijn
we hier goed op tijd om nog keuze te hebben uit een aantal mooie plekken.
De Southern
Scenic Route en Catlins zijn een leuk alternatief voor de anders redelijk saaie
weg naar het Oosten, maar de landschappen zijn nauwelijks indrukwekkender dan
een mooie Ardeense heuvel of een prachtige vallei in de Moezel.Het zou ook normvervaging kunnen zijn
Fotos: regenwoud
op weg naar de waterval, de McLean waterval, Ruth duwt wéér een boom uiteen,
Catedral caves en een volwassen zeewier