TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Onze trektocht door Australië, Nieuw Zeeland en ZO-Azië van 28 okt 2009 tot 4 april 2010
05-12-2009
4/12/09 Kings Canyon & Uluru
De wekker
loopt om 5.45 u af. We pakken snel in en rijden zon 10 min tot aan Kings
Canyon, waar we de Rim Walk, een 6 km lange rondwandeling, gaan doen. In de
brochure staat dat dit niet voor doetjes is en waar tot 4u wandeltijd moeten
voorzien. En dat voor 6 km? Onze nieuwsgierigheid is gewekt.
Om 6.45u
beginnen we eraan. We zijn deze keer niet alleen, er worden nog zon 3 bussen
gelost om dezelfde tocht onder deskundige begeleiding te doen.
Tijdens de
eerste 500m gaat het gestaag naar boven en ondanks het vroege uur komen we
gestoofd aan op de top van de canyon. Onze watervoorraad is al flink geslonken.
We worden echter onmiddellijk beloond met indrukwekkende rotsformaties in
oranje steen die oplichten in de ochtendzon. De rest van de wandeling slingert
over de toppen van de canyon, door landschappen die omschreven worden als de
Garden of Eden of de Lost City. Als dat niet tot de verbeelding spreekt...
Om 9u staan
we terug aan onze auto, dus toch geen 4u We zijn toch weeral blij dat we zo
vroeg zijn begonnen en hebben medelijden met de mensen die we nog zien
vertrekken. Het was wederom een prachtig stukje natuur om door te wandelen.
We rijden
zon 240 km verder en komen dan aan het Uluru (Ayers Rock) & Kata Tjuta (The
Olgas) National Park. Initieel wilden we niet tot hier rijden maar hoe meer we
erover nadachten leek het ons hetzelfde als België bezoeken en het Atomium
links laten liggen.
Onderweg
krijgen we al een eerste blik op de Ayers Rock. Ik vind hem er minder
gestroomlijnd uitzien als op de commerciële fotos. Ook de kleuren zijn niet zo
fel. Duidelijk getruckeerd! Maar, goeie toerist als we zijn, stoppen we bij een
lookout en nemen alvast een paar fotos. Fantastisch dat je deze monoliet van
op zon afstand kan bewonderen.
Zon 130 km
verder begint er iets te dagen, vreemd dat we de Ayers Rock al die tijd niet
meer gezien hebben terwijl hij toch zo dichtbij leek. Een extra aandachtige
blik op de kaart doet mij beseffen dat we de verkeerde rots hebben zitten
fotograferen Mount Conner niet verder vertellen Het duurt dan ook niet lang meer of we zien de
echte Ayers Rock verschijnen, net zoals in de boekskes. Oef. Toch niet voor
niks naar hier gereden.
We checken in in het Ayers Rock Resort, niet
dat we hier de keuze hebben. Er werd ons op voorhand gezegd dat de prijzen hier
astronomisch waren maar dat valt uiteindelijk wel mee. We nemen een basis kamer
met eigen douche in het Lost Camel hotel en die is super. Pas opnieuw
ingericht, met flatscreen, spotjes int plafond, alles hypermodern en
kraakproper. Er staat zelfs een moderne surround stereo-keten. Alleen spijtig
dat je in deze woestijn geen enkele zender ontvangen kan.
Tegen 17u
nemen we een duik in het zwembad en maken ons dan klaar om naar het het ultieme
spectakel van de zonsondergang op Ayers Rock te gaan kijken. We installeren ons
mee op de sunset viewing parking en dan is het wachten tot de zon ondergaat. Het
wil weer lukken. Dagen geen wolkje kunnen spotten en nu pakken ze samen in
..juist het westen. Al bij al komt de zon er vlak voorhet ondergaan nog even flink door. Je ziet
inderdaad de kleuren van de rots langzaam veranderen. Ik vind het prachtig.
Midden in een plat landschap staat daar ineens zon vuurrode rots te blinken.
Mike vindt het matig en zet de kleurversterking van de camera maximaal.
Bij het
terugrijden besluiten we hier een extra nacht te boeken, dan kunnen we morgen
met onze 3-dagen geldige pas voor het natuurpark nog de Olgas en het Visitor
Centre bezoeken. Dit gaat wel ten koste van mijn Flying Doctors museum in
Alice Springs, maar k zal daar thuis dan nog wel es een aflevering van zien.
Een mens moet keuzes maken en Dr Geoff en Kate zijn waarschijnlijk toch al op
brugpensioen.
Fotos: wandelen
door de Kings Canyon, wild life dat voor je auto springt, de berg die niet de
Ayers Rock was, onze boot
t Is
ondertussen ons ritme geworden en om 6u worden we vanzelf wakker. Perfect, dan
kunnen we de Valley Of the Winds wandeling op de Olgas doen. Die is nl vandaag
vanaf 10am afgesloten wegens extreme hitte (41° voorspellen ze, in de schaduw,
jakkes).
Het eerste
stuk van de wandeling is veelbelovend, we klauteren over losliggende stenen
tussen de steile wanden van de Olgas omhoog. De vallei doet zijn naam eer aan
en er staat een stevige wind, goed tegen de mozzies. Halverwege de wandeling
komen we echter in een desolaat woestijnachtig landschap terecht, met geen
enkel schaduwplekje tegen de genadeloze zon. Dit vinden we minder. Bij momenten
zitten er 20 vliegen tegelijk in je oren en neus. Op zon moment zouden de
muskietennetten om over een hoed te plaatsen bijzonder goed van pas komen,
zoals het model dat we gekregen hebben op ons afscheidsfeest. Spijtig genoeg
zijn die niet door de zware selectie geraakt van wat we al dan niet konden
meenemen. We hebben wel een muskietennet bij voor over een tweepersoonsbed voor
in Azië. We zouden dat over onze hoeden kunnen spannen maar dat wandelt dan
weer erg oncomfortabel. Het verknippen is een andere optie die we in overweging
hebben genomen maar dan zitten we in Azië weer met een probleem. De gewone muskietennetjes
verkopen ze hier overal maar altijd op het moment dat je er geen last van hebt
en er dus ook niet aan denkt. We gaan er zoals steeds vanuit dat we het ergste
gehad hebben en kopen er weeral geen.
Enfin, de
wandeling was dus minder indrukwekkend dan we verwacht hadden maar t kan
natuurlijk niet altijd fantastisch zijn. Of waarschijnlijk ook door het feit
dat we er al 2 geweldige achter de rug hebben.
We bezoeken
nog even snel het Visitor Centre van Ayers Rock maar de temperatuur begint echt
op te lopen en we verlangen naar de koelte van de kamer.
Pas tegen 16u
wagen we ons weer buiten al is het maar tot aan het zwembad. Gezien de hoge
temperaturen gaat mijn lectuur er zeer snel door. Geen enkel probleem, op elke
overnachtingsplaats heb je een book exchange. Je zet daar gewoon je gelezen
boek in en neemt een ander mee. Voor de kenners, heb vandaag een niet zon
geweldig boek van Stefan Brijs (Arend) geruild voor een nieuwe (misschien wel
meest recente?) Nicci French int Engels (Complicit). Werkt perfect. Andere die
ik al gelezen heb is Daglicht van Marion Pauw, ook wel goed.
Morgen rijden
we terug naar Alice Springs en maandag vliegtuig op naar Perth, voor deel 3 van
de reis.
Fotos: zonsondergang
op Uluru (Ayers Rock), de Olgas en nog wat vogeltjes voor de ornithologen die
wat verwaarloosd zijn de laatste dagen.
Vandaag wacht
ons enkel de terugrit naar Alice Springs. Het rijden gaat vlot en dus kunnen we
nog net binnen de openingsuren het Royal Flying Doctors museum bezoeken. De
dame aan de balie blijkt toch wel een uitgeweken Deurnese te zijn haar Engels
is de moeite, wij verstaan haar amper en vermoeden dat de engelstaligen
hetzelfde probleem hebben.
Het museum is redelijk beperkt, maar
we komen toch een aantal dingen te weten. Zo blijkt dat er op 22 locaties in
Australië een basis van de Flying Doctors is, en niet enkel in Alice Springs. De
basis in Alice geeft medische ondersteuning in een gebied met een diameter van 600km
rond de stad. 90% Van de mensen die hier wonen zouden aboriginals zijn. Het
lijkt ons veel en we kunnen ons niet herinneren dat dit zo in de serie aan bod
kwam. Het kan ook zijn dat we de dame fout begrepen hebben. Gezien veel van die
aboriginals beperkt Engels spreken, hangt er op elke post een foto van het
menselijk lichaam, opgedeeld in A, B, C etc. Dus als de dokter vraagt waar het
pijn doet, moeten ze enkel een letter aangeven.
In de namiddag zien we dat er iets
staat te gebeuren op het voetbalveld. Het blijkt een kerst sing-a-long te zijn
in de stijl van Apen zingt. Het zicht is hilarisch. we zien aboriginals in shorts
in rode kerststof met een wit pelske, een kudde met eland-oren, honderden kerstmutsen,
omas met lichtgevende oorbellen. Iedereen krijgt bij het binnenkomen een veiligheidslichtje
in de vorm van een kaars en een krantje met de teksten in van oa silent night
& oh come let us adore Him. Het verschil met Apen is vnl dat het hier om religieuze
kerstliederen gaat en er int groot uithangt dat er geen druppel alcohol te
verkrijgen is of genuttigd mag worden. Het terrein zit stampvol maar ze krijgen
er niet echt de ambiance in, wat wil je. Er is welgeteld 1 kraam waar 1 persoon
softdrinks verkoopt en 1 andere broodjes. De file is dan ook enorm. Zie je het
bij ons al gebeuren? Burgeroorlog. Allemaal heel apart. Spijtig genoeg hebben
we ons fototoestel net niet bij
Fotos: een cadeautje van de sint voor
de vogelliefhebbers. Bleef eerst gewoon op de weg zitten toen we aangereden
kwamen en vloog dan met prooi en al weg.
6h of 5h30? De
wekker om 6 natuurlijk! We zitten ocharmeop 10 min van de luchthaven en we gaan past pas om 10h de lucht in. Toch
blijkt dat vreemd genoeg niet overdreven . We moeten immers onze villatank nog
terugbrengen naar het verhuurkantoor en dat opent pas om 8. Volgens Qantas
moeten we 1,5h vooraf op de luchthaven zijn dus ga maar na.. Ruim op tijdstaan voor het verhuurkantoor en nadat de
paperassen geregeld zijn brengt de psycho-taxi ons naar de luchthaven. Na een
30 sec weten we dat de gescheiden taxichauffeur zijn 5 kinderen alleen opvoedde
en 15 jaar geleden gescheiden is. We krijgen defamiliefotos te zien en moeten raden welke van zijn 5 kinderen net als
hij psychisch hoogbegaafd is en een rechtstreekse lijn heeft met de Almachtige.
Na een korte rit zijn we bij de luchthaven
en komt de spraakwaterval tot een stop. Niet moeilijk dat zijn vrouw is gaan
lopen met iemand met grote voeten voor wie daarvoor interesse mocht hebben. We
betalen de rit, het advies was gratis, en we krijgen nog een adreskaartje mee
zodat we kunnen uitkijken naar zijn eerste boek waar hij momenteel aan
schrijft. Natuurlijk, verzekeren we de man.
We gaan op
tijd de lucht in en zon 3 uur later landen we in Perth, de hoofdstad van de
westkust. We weten dat de controles in de luchthavens bijzonder streng zijn. Ik
word in Alice Springs nog even apart genomen en afgestoft met een speciaal
vodje dat dan onmiddellijk in een analysetoestel wordt gestoken en scant op
sporen van drugs of explosieven, vermoed ik. Eerst vroegen ze wel of ik akkoord
was dat ik daarvoor fysisch zou aangeraakt worden. Het leek me geen goed idee
dat te weigeren. Het was immers een dame waarnaast zelfsHelga van Herr Flik van de Gestapo in het
niets zou verbleken.De resutaten zijn gerustellend
en ik mag verder. Als grapje wil ik nog even vragen of ze mss ook nog even mijn
tanden wil flossen maar ik houd me in. Het lijkt me geen goed idee het lot
verder te tarten. Een verkeerde woordkeuze zou ongetwijfeld voldoende zijn voor
een goed gesprek en dan zou ik de vlucht missen en ben ik voor niets zo vroeg
opgestaan.
We weten dat
ze in Australië ook erg streng op alle products, soil, vegetables, plants wat
van buiten wordt ingevoerd. Wat we niet wisten is dat zo minstens even streng
zijn op hun binnenlandse vluchten. Op de
luchthaven van Perth loopt een goed opgeleide hond alle bagage rond te
snuffelen. Zo ook de handbage van Ruth. De hond ruikt verdachte goederen en de
bagage wordt grondig onder handen genomen. Het bezwarend materiaal wordt
tevoorschijn gegraven door twee officers. Een appel. Die gaat onverbiddellijk
in quarantaine, verder wordt er geen zaak van gemaakt. De rest van onze handbagage
wordt doorzochtalles is ok. Ze trainen
hier dus honden om appels te vinden ? Allemaal heel erg vreemd.
Een uurtje
later staan we in een concurrerend verhuurkantoor om onze campervan op te
halen. Birgitte, een Nederlandse wiens stiefmoeder in Mortsel in de
Consiencelaan woont legt in detail alles wat ze weet uit over de camper. De
uitleg is beknopt.
Nog even
langs TNT, daar ligt een nieuwe creditcard op me te wachten. De vorige is onverwachtherroepen door BCC omdat ze fraude vermoeden.
Dankzij de goeie service van KBC is mijn nieuwe kaart tot hier geraakt, en
kunnen we daarmee verder.
We shoppen,
laden onz 90l grote ijskast en installeren ons in een naburige camping. Morgen
trekken we de stad in.
Brr, even
wennen. Het koelt hier s avonds danig af. Ergens diep vanonder in onze
rugzakken moeten we toch een trui gaan zoeken. Das 3 weken geleden. Als we opstaan
is het zon 14°. Toen we naar de luchthaven van Alice Springs reden gaf de
thermometer in de taxi 31° aan (om 8u s ochtends). Je hoort ons hier echter
niet klagen.
De bus naar
Perth Centrum stopt voor onze camping en zon 45min later staan we aan de
eindhalte.
Het meest
prestigieuze gebouw van de stad is een glazen hypermoderne toren met bovenin een aantal echte kerkklokken die
ze van Engeland gekregen hebben. Het genre dat je bij ons overal hoort luiden
en hier nergens. We kuieren wat door de gezellige straten, de kerstgekte begint
hier op gang te komen en overal zie je versiering. We kunnen er niet aan
wennen. Kerstmis hoort samen te gaan met koude en donkere dagen, met mensen dik
ingepakt en glühwein. Het beeld klopt van geen kanten. Het gaat dan ook
allemaal een beetje aan ons voorbij. Half december begint hier de grote
vakantie en je merkt het aan de drukte, de winkelstraten puilen al uit van het
volk.
Het Belgian Beer
Café laten we niet links liggen en hoewel het nog maar 14u is drinken we daar ne
goeie Stella en Hoegaarden vant vat. Hun collectie is uitgebreid, veel
trappist- en abdijbieren. Een koppel zit binnen fotos te nemen, wat al direct
onze aandacht trekt. Als dan blijkt dat de man een T-shirt aanheeft van
Pukkelpop 09
Fotos: ons
huis voor de komende 3 weken (merk het mooie paarse gordijn dat Mike
professioneel voor de uitgang heeft gehangen tegen de vliegen), rare vogel, regeldrang in Australië, skyline
Perth, kerst in de zomer, Belgian Beer Café
9/12/2009 National Park Lane Pool Reserve en Bunbury
Gisteren
hebben we in Perth een boekje gekocht dat de 390 ! kampeerplaatsen in de
nationale parken van West Australia in kaart brengt en kort de aanwezige faciliteiten
symboolsgewijs toelicht. Nu is het een regel hoe meer informatie je bezit, hoe
moeilijker het kiezen wordt. Zoals in een restaurant met een te uitgebreide menu.
Gezien de zuidelijke richting die we uitwillen en gezien we minder lange
dagtrips willen doen, kiezen we voor de campground Baden Powell in Lane Pool
Reserve. Een topper aangeraden door het boek.
Naarmate we
verder van Perth en van de kust rijden wordt het al snel veel stiller op de
wegen, de bebouwing neemt af . Enkele km voor we aan ons park komen stoppen we
nog in de visitorcenter van het stadje Dwellingup (450 inw). Ervaring leert ons
dat je steeds het beste af bent met het advies van de inboorlingen. We
vertellen onze intentie te overnachten in Baden Powell, de robuuste dame
vertelt ons vriendelijk dat er beter campgrounds te vinden zijn in Lane Pool Reserve.
Daarvoor moeten we over unsealed roads. Dat mag niet met onze campervan. Ze
verzekert ons dat de wegen in goede staat zijn. Ach ja, vloeken mag ook niet
gvd.Het heeft iets, het bestek en de
ijskast rammelen van jewelste. Alles blijft heel en we komen op de nieuw
geadviseerde campground toe. Veel stelt dat echter niet voor. Enkele open plekjes
in het woud, 1 toilet, wat houten picknicktafels en enkele betonnen kuipjes
waarmee je een BBQ kan improviseren. We lunchen hier. We zijn al snel het
mikpunt van allerlei vreemdsoortige vliegende insecten die ook net aan hun
lunch willen beginnen, en dat lijken wij te zijn. We happen snel door en duiken
de campervan terug in. We hebben nog
steeds gn netjes voor over onze hoeden gekocht. De tocht van 18 km door het
woud die we voor morgen hier gepland hadden kan dan ook onmogelijk doorgaan in
deze omstandigheden. Changemant de decor besluiten we. We bekijken het
natuurpark van achter glas en rijden terug richting civilisatie en bijgevolg
kust. Hoe langer hoe meer beseffen we dat we niet zon helden zijn met massas
onbekende insecten rondom ons. We stoppen aan de eerste general store, kopen
twee mosquitonetjes en een nieuwe insect repellent. De vorige bushman was
ongetwijfeld op basis van honing. We camperen op een powered site van een
caravan park in Bunbury. Hier blijven we twee dagen. Er staat echter een
stevige wind waardoor we in onze camper moeten eten. Al bij al bleek dat nogal
redelijk comfortabel te gaan, dat weten we dan ook weeral.
Fotos: Lane
Pool Reserve & Mike met zijn zelfgemaakt muskietennet
Tijdens het
ontbijt besluiten we dat het toch wel es tijd wordt om een beetje echte
vakantie te nemen ook. Vlakbij de camping is er een aangelegde wandeling van de
volle 200m door een oud mangrovewoud. Na 50m zijn we al zotgedraaid want het
wemelt van de vliegen. Niet een paar, er zwermen er gemiddeld zon 150 rond u.
De muskietennetten brengen soelaas voor het gezicht maar dan nog zitten je
armen en benen vol. Echt niet aangenaam. Om de één of andere reden lijken wij
er ook meer last van te hebben dan andere mensen. We weten niet waarom. Dapper
wandelen we de resterende 150m verder.
We lopen door
naar het centrum van Bunbury, kijken er wat winkels en lunchen. We kopen nog
maar es een ander type insectrepellent, in de ijdele veronderstelling dat deze
samenstelling wél werkt op vliegen.
Gewapend met
diethyltoluamide, octyl-bicycloheptene dicarboximide, melaleuca oil,
leptospermum petersoni leaf oil & citronella wandelen we nog een uurtje langs
de kust. Weeral een illusie minder, geen enkel van die producten blijkt enig
afschrikwekkend effect op gewone vliegen te hebben.
Een mens kan
geen 6 maand aan 1 stuk door cultureel verantwoorde dingen doen, dus in de
namiddag gaan we naar de cinema. Ze spelen 2012 en die wilden we wel zien.
Morgen rijden
we verder naar het Zuidwesten, waar er grotten en wijngaarden etc zijn.
Fotos:
Australische jeugd op schoolreis en leerkrachten die ondertussen de barbie
bedienen
Onze vrienden
met levendige fantasie die nu een sappig verhaal verwachten moeten we echter
teleurstellen. Naturisten hebben we niet gezien, walvissen daarentegen wel. Door
de beschutte ligging van de Cape kunnen de walvissen hier op hun gemak
uitrusten tijden hun tocht naar de koelere wateren van Antarctica. Je ziet ze
dan ook in overvloed stoom aflaten en uit het water springen. Hoewel ze dicht
bij de kust ronddobberen, is dat toch nog op 2km afstand en spijtig genoeg moeilijk
op foto vast te leggen. Mike doet een verdienstelijke poging maar de optische
en digitale zoom heeft ook zijn beperkingen. Zelfs van op deze afstand blijft
het een indrukwekkend schouwspel. Wat je voornamelijk opvalt is dat als
zonkolos zich uit het water sterkt het
bijna 5 seconden duurt eer die terug in het zee-oppervlak knalt. Daaruit kan je
opmaken dat het enorme beesten zijn.
We staan daar
een tijdje deze indrukwekkende dieren te bewonderen wanneer er zich een
Australisch koppel naast ons zet. Ze zijn direct jaloers op onze
muskietennetten en zo geraken we aan de praat. Ook zij hebben reeds alle
middelen geprobeerd tegen deze vervelende wezens maar hebben geen oplossing. We
zijn dus niet alleen. Een aantal jaar geleden deden ze tijdens de feestdagen
een rondreis door Europa en en wat hen vooral was bijgebleven was die ijzige
kou. Ze gingen elke winkel binnen om op te warmen onder het warmtegordijn aan
de ingang. Tot hun verbazing ontmoetten ze daar telkens landgenoten.
We maken de
rest van onze Round the Lighthouse wandeling af en rijden verder.
Volgende stop zijn de Canal Rocks, een door rotsen gevormd natuurlijk kanaal
(in onze woordenboek is een kanaal nooit natuurlijk gevormd, maar kom, hier zal
dat wel award winning zijn). Het houten staketsel waarover je moet wandelen
misstaat hier, maar voor de rest is het inderdaad wel prachtig. De golven van
de zee slaan door een nauwe opening tussen de rotsen naar binnen en vormen dan verder
een kanaal tussen de rotswanden. Die kleur van de zee alleen al
We eindigen
onze dagtrip met een wijnproeverij. De landerijen zien er indrukwekkend uit,
het gebouw lijkt zo uit een middeleeuwse film te zijn weggelopen. Blijkt
uiteindelijk dat ze sinds 2002 wijn produceren. We kiezen 6 verschillende
soorten om te proeven. De rosé en witte wijn krijg je bij ons niet verkocht,
tenzij je aan Liebfraumilch of Rosé dAnjou verslingerd bent. De rode is beter
maar overtuigt niet. Aangezien we moesten betalen voor de tasting, voelen we
ons dan ook geen greintje schuldig dat we niets kopen. Onze conclusie is: de
verpakking is geweldig maar de inhoud trekt op nie veel. Als ge dat verkocht
kunt krijgen natuurlijk
We
installeren ons huis op wielen op een rustige camping vlakbij Gracetown,
misschien morgen es op zoek gaan naar betere wijn.
We worden
gewekt door het enthousiaste gezang van een kwartet koekaboeras. Ze zitten
vlakbij onze camper de ochtend welkom te heten. Zon tamme beestjes dat dat
zijn, je kan ze bijna gaan strelen.
Na de
pancakes vertrekken we voor een dag grotten zien langs de Cave Road. De kustlijn
bestaat voornamelijk uit limestone. Ondergrondse riviertjes hebben, met het
nodige geduld weliswaar, de meest fantastische grotten uitgesleten. Onze platinumpass
verschaft ons de toegang tot de 3 indrukwekkenste grotten (Mamouth, Lake en
Jewel Cave) en een rondrit op de vuurtoren. De grotten zijn de moeite, met elk
hun eigen hoogtepunten. Één ervan bezoeken we op eigen tempo met een audio guide,
de andere zijn steeds geleide tours die zon uurtje duren. Bij de laatste grot
horen we een vlaamse tegen de gids verontwaardigd doen omdat de grotten hier
geen bootjes hebben en die in België wel. Leuk toch, die belgische trots Als
we de laatste grot uitkomen, is het al 16.30, de vuurtoren halen we niet meer
en de wijnproeverijen zijn ook gedaan.
Op de terugweg
willen we nog even in de golven duiken. De spots met de indrukwekkendste golven
zijn spijtig genoeg allemaal door de surfers ingenomen, de overblijvende zwemzones
zijn dan weer zo goed als golfvrij. Dan maar terug naar de camping.
Even opfrissen
en naar een nabijgelegen visrestaurant dat we eerder opgemerkt hadden. De purperen
zonsondergang is lyrisch. De westkust heeft de naam sunsetcoast dan ook niet
gestolen.
In het donker
rijden we terug naar de camping. Dat blijft uitkijken naar rondspringende
kangoeroes. We drinken nog iets voor onze camper. Een kangoeroefamilie schrikt
er niet voor terug om vlakbij te komen grazen. Als ik nog dichter kom tot
ongeveer 1 meter begint mama K met kleintje in de buidel te grommen. Hmm,
kangoeroes kunnen grommen. Geen idee wat ze nog allemaal kunnen, zekerheidshalve
zet ik een stapje terug achteruit. Het grazen gaat gewoon verder.
Het wordt 39°
vandaag. Volgens inboorlingen is dat zowat een nieuw lokaal record. Vorig jaar
zijn ze maar enkele keren net boven de 30 geraakt. Niet dat we daarop zaten te
wachten maar storen doet het ons niet. Morgen zou het hier 10 graden frisser
worden en dinsdag nog maximaal 24. Vreemd genoeg lijkt dat hier zonder een onweer,
regen, wind of wolken te kunnen geschieden.
Naar de vuurtoren.
Dit is het punt waar de Indische oceaan in de South Pacific vloeit, of omgekeerd.
Dat valt duidelijk te zien aan de verschillende stromingen laten we ons
vertellen. Mogelijk, al lijkt al dat water op een zelfde vrolijke manier verder
te kabbelen. We krijgen een uitgebreide rondleiding in de vuurtoren van Cape
Leeuwin en hebben van boven in de top een overzicht over heel de kust. Cape Leeuwin
is het meest zuidwestelijke puntje land van Australië.
We rijden
verder tot in Pemberton waar we een nieuwe campplaats vinden. We installeren
ons en plaatsen meteen de blinden tegen de ruiten om de zon te weren. Bij het
plaatsen van de blinden tegen de voorruit raak ik de achtereruitkijkspiegel die
meteen uit het kogelgewricht klikt. Hij valt, gelukkig niet stuk. Even kijken,
ok dat is dus gewoon de spiegel terug over de bol heen klikken. Dat gaat wat
stroever dan verwacht, nog één welgeplaatse tik en dan Dat was geen goed idee.
Dat was helemaal geen goed idee. De voorruit barst.
Voorlopig
kunnen we nog wel rijden. Hopelijk barst het niet verder en dekt onze
uitgebreide verzekeringde ruit. We zien
wel. Ik kanze toch niet lijmen.
Fotos:
vuurtoren, de 2 oceanen bij elkaar, dolfijnen
Als we wakker worden merken we
onmiddellijk dat er iets mis is.
De zon schijnt niet!! Dat is van in de
Blue Mountains (7/11) geleden dat we s morgens niet onder een stralend blauwe
hemel wakker worden. Je zou bijna vergeten dat het ook anders kan. Een ideale
wandeldag dus.
Vanop de camping kunnen we een stuk
van de Bibbulmun Track volgen, een 1000km lange trail. Het pad loopt midden het
prachtige Big Brook Forest dat voornamelijk uit eucalyptusbomen (karris) opgetrokken
is. De streek staat hier om bekend. Sommige rijken tot 100m hoogte. Het geurt
enorm, het heeft wat weg van ondergedompeld te worden in een eucalyptusbad. De
bossen zijn hier echt super om in te wandelen. De vegetatie is redelijk groen
en staat niet zo opeen gepakt als in de tropische wouden. Je kan dus de lucht
nog zien en we voelen ons hier wel op ons gemak.
De zon heeft ondertussen alle wolken
al verjaagd en na de eerste klim is het weeral zweten geblazen.
Na 1,5u komen we aan een stuwmeer, dit
is eigenlijk ook het einde van onze tocht en hier moeten we op onze passen
terugkeren. Het meer ziet er echter veelbelovend uit, het is lekker koel in de
schaduw van de bomen en we zijn het wandelen nog niet beu. We doen er nog even
de toer rond het meer bij en uiteindelijk komen we na zon 4u wandelen terug
aan onze camping, hongerig en tevreden over de tocht.
We wilden deze namiddag nog wijn gaan
bezoeken maar aangezien we later terug waren van de wandeling dan gepland, en
we geen zin hebben om rap rap te lunchen en ons huis op te breken, laten we dat
plan varen. Boek lezen dus.
Fotos: Mike maakt weer nieuwe
vriendjes, Big Brook Forest
Gisterenavond
kregen we voor de 2e keer onze praatgrage canadese buurvrouw over de
vloer. Zij ontsnapt telkens aan haar man en dochter om de afwas te gaan doen en
komt dan een uur met ons tetteren. Zoals de vorige canadezen die we al
ontmoetten, is ze heel spontaan en vriendelijk en trots op haar eigen land en
natuur, waardoor Canada alsmaar hoger op ons verlanglijstje van te bezoeken
komt te staan.
Op het
programma vandaag staat weer een stuk rijden, tot aan Walpole. We volgen een
scenic drive route door de wouden en stoppen aan de Diamond Tree, 1 van de vele
klimbomen die ze hier hebben. De bomen dienden oorspronkelijk als uitkijkpunt
voor bosbranden maar zijn ondertussen uitgegroeid tot toeristische attractie.
Je kan tot in de top klimmen via ijzeren pinnen in de stam, zo kom je dan uit
op een platvorm 50 m hoger. Je bent totaal niet gezekerd, er is enkel langs je
zijkant een ijzeren net. Gevaarlijk vinden we, als je tussen die pinnen
doorschiet? We begrijpen niet dat dit toegelaten wordt in een land waar bij
elke attractie gewaarschuwd wordt voor 101 (al dan niet bestaande) gevaren. We
wagen er ons dan ook niet aan. Een chinese vader begint dapper aan de klim maar
we zien hem halverwege toch serieus vertragen, de hoogte zal hem parten spelen.
Aan de voet
van de boom vinden we een halvegare dame met een camionet vol met jonge
kangoeroes. Blijkt dat zij zich ontfermt over moederloze kangoeroes. Ze heeft
er constant een stuk of 9 zitten. Ze moeten om de 4u gevoederd worden, wat meer
dan een uur in beslag neemt. Bijgevolg worden die beesten overal mee naartoe gezeuld
vanachter in de camionet. Om naar de winkel te gaan moet ze 1,5u enkel rijden,
dus ze is niet op tijd terug. De beesten worden dan maar onderweg gevoed en dat
mogen wij aanschouwen.
De laatste
attractie van de dag zijn de Giant Tingle Trees. Deze reusachtige
eucalyptusbomen zijn langs binnen helemaal uitgevreten door bushfires, wat voor
éénmaal niets te maken heeft met eens schietgrage Amerikaanse president. In de
grootste kan je gemakkelijk met 10 volwassenen staan. Indrukwekkend om te zien.
De bomen zijn zo groot dat het net dinosauruspoten lijken.
Onze camping aan
Coalmine Beach is weer een pareltje in zijn soort. Super rustig gelegen, onder
de bomen, vlak aan het strand en met smetteloos sanitair. Je hoort hier enkel
natuur. En wie zien we 100 m verderop staan, jaja, onze canadese buurvrouw is
ook weer van de partij. Deze keer worden we voorgesteld aan haar man, Brad, wiens
CV we ondertussen moeiteloos kunnen samenvatten.
Het weer is
hier eventjes wat minder, zon 22°, maar wij klagen niet. De truien doen nog
eens dienst. En vooral, minder zon = minder vliegen!!!
Fotos: zonsondergang
op Coalmine Beach, klimboom, camionet met kangoeroes, Giant tingle trees, onze
camper bij valavond
We blijven
nog een extra dag op onze leuke camping en vertrekken tegen 10u om de Knoll
Scenic Drive te bewandelen. Via een kleine asfaltbaan doen we de toer van het
schiereiland. De natuur is hier zo mooi en groen, we vinden het echt super. We
nemen nog een avontuurlijke paadje door het bos, zoals altijd begint het breed
en aangenaam en eindigt het in gewring door de brousse en proberen we niet aan
alle kruipbeesten te denken.
De rest van de
dag brengen we door met administratie, was, reis verder voorbereiden en boek
lezen. Mike kocht een aantal dagen geleden mini-boxen voor de laptop en iPod,
dus we genieten nu ook buiten van (zachte) muziek. Film kijken op de netbook
lukt ook beter.
Ondertussen
beginnen we ons af te vragen wat we met de kerstdagen gaan doen. We horen hier
horrorverhalen over de massale stroom volk die op de campings toekomt en dat,
als je nergens geboekt hebt, het hopeloos is om een plek te vinden. We hebben
daar zo een paar bedenkingen bij, kerstmis is toch een familiegebeuren, dus ons
lijkt het dat iedereen dan terug naar huis gaat, en de ervaring heeft ons
ondertussen geleerd dat alles wat zij hier very busy noemen, voor ons
overeenkomt met er is geen kat. Ze zouden es moeten komen kijken op een mooie
zomerdag bij vloed op het strand van Blankenberge .very busy.
Terwijl ik
dit type worden we door een dame uit Queensland waarmee we aan de praat waren
geraakt tijdens de afwas, uitgenodigd om kerst samen met hen in Albany te
vieren op de camping. Zij zijn al sinds maart op reis door eigen land, hun
camper is een volledige rode bus met een jeep die er achteraan bengelt. Heel vriendelijk en
aantrekkelijk aanbod, maar het past totaal niet in de beperkte planning die we
hebben. Normaal passeren we morgen Albany al en we hebben niet veel zin om daar
10 dagen te gaan rondhangen. Of achteraf terug naartoe te rijden. Wie weet
krijgen we nog wel andere aanbiedingen Het doet ons toch even de kaart
vastpakken en dagen tellen, maar het blijft moeilijk om zoveel op voorhand te
plannen. Voorlopig tarten we het lot en reserveren we nog niets voor de
kerstdagen. We zien wel.
Gisterenavond nog 2x onze
queensland-overbuurvrouw (van de rode bus) langs gehad, wat een tatermens. Maar
wel geweldig om het enthousiasme en de interesse van die mensen te ervaren. Ze
konden er niet van over dat we niet wisten vanwaar onze andere camping-buren
allemaal kwamen, het eerste dat zij deden was dat overal gaan vragen. We moeten
nog veel leren Het koppel woont in Hervey Bay aan de oostkust. Allé ja, 15 km
erbuiten in de outback, ze vonden Hervey Bay te verstedelijkt. Nu, wij zijn in
Hervey Bay geweest, en we kunnen met zekerheid zeggen dat Vremde City 5x meer commerce en leven heeft. t Is maar
wat je gewoon bent natuurlijk.
Kleine randopmerking voor de RPHers:
ik heb hier al 3x complimenten gekregen over mijn Engels, Genbrugge moest het
weten, die had mij indertijd al afgeschreven als hopeloos geval 8 jaar EDS
heeft dus toch wel iets opgeleverd.
We eindigen met adressen uitwisselen
voor het geval ze es naar België zouden komen, of wij terug naar Australië.
Dit allemaal even terzijde, vandaag
zitten we dus in Denemarken, even een klein ommetje gedaan.
Nee, natuurlijk niet Europees
Denemarken, maar het dorpje Denmark. Op weg hiernaartoe rijden we door de
Valley of the Giants, met mega-bomen en doen we de Tree Top Walk, waarbij je op
40m hoogte op een wiebelende metalen constructie tussen de boomkruinen wandelt.
Beetje eng maar langs de andere kant ook wel speciaal. Gelukkig is het nog niet
te druk, overal hangen borden dat je max met 10 personen op een platform mag
staan en met 20 op de hangbruggen ertussenin. Brrr
In het
Visitor Centre in Denmark ziet Mike een brochure van een wijngaard met een
speciale decemberlunch. Klinkt goed om es te proberen en is een welkome
afwisseling voor de standaard toast-lunch.De Seafood Trio Plate bestaat uit Kaffir limoen & Galangal Exmouth Garnalen,
Cajun Shark Bay witte vis, Scottsdale Marron (een soort van lokale kleine
kreeften) met komijn en limoen-myrthe zout. Verfijnd gekruid, gegrilld en
geserveerd met een knapperige Aziatische sla en chili-tamarinde dressing. Dit
alles perfect gecombineerd met een fles Riesling van eigen oogst 2009. Het
wordt geserveerd op gigantische porseleine schotels, waardoor de andere tafels
natuurlijk direct opkijken en al dik spijt hebben dat ze dit zelf niet besteld
hebben. t Was zéér fijn. We bezoeken aansluitend nog de wijnkelder om wat van
hun andere wijnen te proeven. We worden te woord gestaan door Lou,
hyper-enthousiast en (weeral) spraakwaterval, we krijgen allerlei tips voor een
Wine&Food tour en ondertussen drinkt ze zelf rustig een glaasje mee. Al was
het maar omin de stemming te komen van
het kerstfeest voor het personeel dat er deze avond staat aan te komen. Ze was
nu reeds vastbesloten om zich daar lazarus te drinken. Morgen om 9h heeft ze
weer dienst in de wijnkelder, benieuwd of ze dan nog zo wellustig een glaasje
meedrinkt.
Nu we terug
GSM-verbinding hebben, krijgen we smsen binnen over sneeuw in Vlaanderen, is
dat van vandaag?? We kunnen het ons van geen kanten voorstellen, o wee als het
een witte kerst wordt!!! Volgende kerst trekken we dan zeker naar de Alpen.
Vanavond eten
we een standaard toast met wat Franse kazen met een glaasje wijn en zicht op de
zonsondergang. Soms moet men al eens sober zijn.
Deze streek
is een must voor de liefhebbers van lekker eten en drinken.Overal vind je wine tasteries en lokale
producenten van tofees, kaas of vb belgian chocolats (with real Belgian
Callebaut chocolate). Zoals ik al zei, enkel het beste is hier goed genoeg. Het
zijn allemaal kleinetrotse familiebedrijfjes.
Overal kan je alles (gratis) proeven. Dit parcours leg je met de wagen af.
Eerst doen we een ommetje naar elephant rocks en greens pool, een strandje dat
door gigantische lavarotsen natuurlijk beschermd wordt tegen de grote golven.
Dan naar de eerste winery , we worden onthaald alsof je een oude vriend bent
die na een jarenlange trip nog eens een bezoekje brengt. Dat doet voor ons een
beetje vreemd aan maar het is tegelijkertijd erg aangenaam om zo te worden
verwelkomd. Hoewel het hier overal very busy is staan we meestal alleen in de
zaak en keuvelen we gemakkelijk een half uur met de producent over eten, het
klimaat dat hier koel genoeg is voor de Pinot Noir, Belgische gastronomie,
koetjes en kalfjes. Meestal eindigt het met you should migrate to Australia.
Wel we zullen het er nog eens over hebben.
Na twee
wineries, de chocolate factory en een lichte overheerlijke lunch weve got the
hang of it, nu wandelen we zelf naar de Cheese company alsof we een oude vriend
zijn die na een jarenlange trip nog eens op bezoek komt. Al snel hebben we de
meeste van de minstens 30 kazen geproefd en zijn we aan de praat met de
dienster. Als we vertellen over onze belgische Trappistabdijen met kaas en bier
wordt de dame van het huis erbij gehaald. Er wordt gezocht achter de naam van
een abdij die ze ooit wensen te bezoeken. De man des huizes, de kaasproducent
zelf wordt er ook bij gerold, blijkt het over Chimay te gaan. Hun zoon zit in
de wijn en porto business en er wordt op aangedrongenn dat we ook even van zijn
producten proeven. We willen niet onbeleefd zijn en graag op dit aanbod in.
Daarbij worden dan weer speciale kazen aangerukt die net uitstekend bij die
wijn of port horen te gaan. Telkens de eigenaar iets laat proeven staat hij vol
trots en ongeduld te blinken, ehh and?... ehh yeah, what do you think of this
one.. Yeah good no ? yes. Waarna hij in een trotse schaterlach uitbreekt voor
we kunnen antwoorden en opnieuw in de smaakarchieven duikt. Dit scenario
herhaalt zich een paar maal. Voor we doorgaan wordt nog een port opengetrokken
die ouder is als ik. Alsof dat er een engeltje ..
Mocht zijn
stalleke bij ons bestaan, ik was vaste klant, wat een smaak.
We besluiten
maar geen diner te nemen vanavond, soms moet men al is sober kunnen zijn.
Fotos:
brievenbussen worden in Australië niet verkocht, inwoners zijn aangewezen op
eigen creativiteit, gezellig op het strand, greens pool (compositie van 15
fotos) en candlelight kaas&wijn diner in onze camper
Dit wordt een
dag autorijden. We stoppen nog even in Albany en wandelen daar wat rond, maar
er is niet veel te zien. Dan is het 300 km door de savanne naar het volgende
gehucht, Hopetoun.
We laten de
grote bomen achter ons, alles wat we nu van begroeiing tegenkomen heeft een max
hoogte van 3 tot 4 meter.
In de late
namiddag arriveren we op onze bestemming. Hopetoun is een kustdorpje met 1
hotel annex bar, 1 supermarkt en uiteraard 1 caravan park. Beetje primitiever
dan wat we gewend zijn maar wel mooi gelegen.
We doen nog
een korte avondwandeling op het strand om de benen even te strekken na het
lange rijden. Ondertussen pakken donkere onweerswolken zich samen, wat gaat dat
geven??
Niets, blijkt
2 uur later. Het heeft niet eens gedruppeld. Als je in België zoiets ziet
afkomen, begin je preventief je kelder te dweilen. Vreemd klimaat. We koken ons
potje en lopen nog een Iers koppel tegen het lijf. Zij wonen sinds 1 jaar
officieel in Australië, in een dorp zon 180 km verderop, te veel regen in het
thuisland. We vragen ons toch een beetje af wat je hier komt zoeken. Zo
afgelegen
Het is
zaterdagavond en we wagen ons in het bruisende uitgaansleven van Hopetoun. Er
is maar 1 café en dat is dan ook de place to be. Er zit best wel wat volk, maar
allemaal een beetje raar typkes. Er wordt gegooid met levende kreeften en zoals
te verwachten viel, komt er ook nog wat geduw en getrek aan te pas. De
vechtersbazen worden 5x buitengezet en de rust keert weer. Om middernacht gaat
de boel onvermijdelijk dicht, je kan je laatste consumptie nog mee naar huis
nemen als je wil. Altijd een ervaring zon café vol locals.
Zondag. We dromen
even kort van pistolets met verse préparé of kip curry maar de toaster met
pinpongbrood brengt ons al snel terug naar de realiteit.
Sportdag.
We rijden
naar het Fitzgerald River National Park, zon 10 km verderop. Bij het
binnenrijden moet je een envelop invullen met je gegevens en daar 11$
toegangsgeld insteken. Dit deponeer je dan in een brievenbus en je mag een dag
lang rondrijden in het immense natuurreservaat.
We parkeren
eerst aan een mooi strand, uiteindelijk blijken hier resten van een
aangespoelde walvis te liggen. Ze laten de natuur gewoon zijn werk doen en het
dier rot op zon 10 weken tijd volledig weg. Overal op het strand vind je
stukken, vnl de schedel is indrukwekkend. We mogen hier echter niet zwemmen, de
haaien zijn meestal niet veraf als er zon dier ligt te vergaan. Zowiezo is een
lang verblijf op dit idyllische strand niet echt aanlokkelijk, er hangt toch
wel een vrij speciale geur.
Onze volgende stop en uiteindelijke
doel is East Mt Barren, die 311 m boven de zee uitsteekt. Via een aangeduid pad
klim je tot de top, er worden ons in de gids prachtige uitzichten beloofd. Het
is een uitdagende wandeling, we moeten ons dikwijls door de lage begroeiing
wringen en op handen en voeten over de rotsen klauteren. Maar voor een schoon
uitzicht moet een mens iets overhebben! Als we boven op de top staan, blijkt
die volledig in de wolken gehuld en zien we eigenlijk niets. Overkomt ons wel
meer.
We eten onze appel en beginnen aan de
terugtocht. Die is nog spannender, over rotsen naar beneden klauteren is
moeilijker en gaat trager, je moet goed opletten dat je niet uitschuift.
Eigenlijk is ons schoeisel iets te licht voor de aard van de tocht.
Na de beklimming proberen we nog wat
verder in het natuurpark te rijden, maar de gravelweg is te slecht. We keren
dan ook maar terug voor onze volledige huisraad (en voorruit) eraan gaat.
We stoppen een aantal keer aan mooie
stranden want we hebben nog altijd niet in de Southern Ocean gezwommen, maar
geen succes. De meeste stranden liggen vol met wier en de zee is nogal rotsig.
Daarenboven staat er een stevige bries en is het water aan de frisse kant. t
Eerst volgende stuk land dat deze zee tegenkomt in deze richting is dan ook
Antarctica. We vinden het al heel moedig dat we tot aan onze knieën in deze
ijszee gegaan zijn.
Volgens Lonely Planet moeten we zeker
een ijsje gaan eten in The Deck in de hoofdstraat van Hopetoun. Het eerste
ijsje op onze reis! The Deck is eigenlijk souvenirswinkel, taverne en
internetcafé tegelijkertijd, in het gebouw van het oude postkantoor. De
eigenaars blijken uitgeweken Engelsen te zijn, dus we geraken weer snel aan de
klap. Ze hebben net wireless internet geïnstalleerd maar het werkt niet. We
bieden aan om es te kijken wat er scheelt. Na zon 1,5u vanalles proberen
besluiten we dat de oorzaak een hardware probleem is met de ethernetpoort. De
dame is helemaal vol van onze hulpvaardigheid, we krijgen een drankje en een
souvenir aangeboden en mogen het internet gratis gebruiken wat wel werkt via
onze eigen netbook. Zo komt het dat we uiteindelijk midden in de winkel zitten
te skypen met het thuisfront waar we dan verhalen horen over 15 cm sneeuw en
zware vrieskou. Wij laten als tegenprestatie de oceaan even zien. De Engelse
vroeg ons om in België reclame te maken voor haar stalleke, bij deze dus
gebeurd. Ze heeft speciaal voor ons haar winkel een uur langer opengehouden.
Fotos: toen we nog een uitzicht
hadden tijdens de klim, geen uitzicht meer op de top, onze kleine vrienden,
zandsculptuur, de rottende walvis
We pakken ons
boeltje in en rijden naar Esperance, waar we tegen de middag aankomen. Er
hangen donkere wolken en af en toe vallen er zowaar 4 miezerige druppels naar
beneden.
Esperance is de grootste stad in een omtrek van 500 km, het heeft dan ook 14000
inwoners.
Onderweg
verwachten we ons aan verkeersdrukte, volgens wat we hoorden is dit de place to
be tijdens de feestdagen. Jaja, dat merk je meteen, we halen 2x een andere auto
in op een traject van 240 km, stress. In het dorp zelf zijn er meer tekenen van
hoogseizoen, we kunnen 2 nachten blijven op de camping maar moeten morgen van
plek veranderen.
Met kerst
zullen we waarschijnlijk in het binnenland zitten, goudklompjes aant zoeken. Kwestie van de reis te financieren. Als ik er
genoeg vind begin ik mss een bedrijfje in branddetectie ofzo. Over
brandpreventie gesproken. Australië heeft een heilige schrik van Bushfires. Als
je het land doorkruist staan er her en der waarschuwingsborden voor de inwoners
dat ze voorbereid moeten zijn op bushfires. De landschappen gaan vaak abrupt
over naar crispy, smoked en well done. Daar hebben ze nu een structurele
oplossing voor gevonden. Steek gewoon zelf uw bos regelmatig aan, kwestie van
de brandlast te verlagen. Allemaal erg vreemd.
We vinden dat
we nog es een diner op restaurant verdiend hebben en kiezen voor de vlakbij
gelegen chinees. De kok heeft een duidelijke voorkeur voor suiker in het eten.
Zowel de soepen als de hoofdgerechten worden volledig overheerst door een zoete
smaak, zelfs onze zoet-zure saus verdwijnt ertegen in het niets. Spijtig, we
hadden wel honger maar halverwege begint het toch danig tegen te steken. Met
een halve indigestie gaan we terug naar onze camper.
We zetten ons
nog even buiten en praten na over de dag en onze ervaringen tot nu toe. Als we
aan het hoofdstuk geld komen, beseffen we ineens dat we eigenlijk geen idee
meer hebben hoe onze euromunten en briefjes eruit zien. Das écht vakantie..
Als start van
de dag rijden we over de Great Ocan Drive. Volgens de regionale reisboeken is
dit de mooiste oceaanroute van Australië. Vreemd, dat schreven ze in het oosten
over de Great Ocean Road ook.
In elk geval, deze is indrukwekkend. De zee is van het mooiste azuurblauw, het
strand sneeuwwit (merk de ironie) en de kliffen adembenemend. Je zou zo in de
zee springen, als de temperatuur van het water 10° hoger lag weliswaar. We zien
dan ook enkel surfers in volledige outfit en geen zwemmers.
Aansluitend
rijden we naar het Cape Le Grand National Park. Ook daar krijgen we hetzelfde
beeld, hagelwitte stranden en fantastische kleuren in de zee.
We bezoeken
de belangrijkste uitkijkpunten en rijden dan terug naar Esperance. Nog even
inkopen doen voor vanavond en dan siësta. Aan de kassa worden we begroet met
All ready for Chrissie? Tegen dat we betaald hebben valt onze frank dat de
dame het over Christmas heeft
Fotos: 2
fotos om een beetje te pesten, typisch Australisch landschap, de jachthaven
van toeristisch Esperance, stoomtrein met zware benzinegeur, Pink Lake
(zoutmeer, kleur had iets te maken met zonlicht en algen), Mike @ Thistle Cove
Al enkele
dagen zijn we op zoek naar wat gepaste kerstdecoratie om onze Van minder te
laten opvallen op de campings. Liefst van al wil ik twee nep-rendiergeweien, zo
gemaakt dat die tussen de zijruiten vastklemmen. In dat zelfde pakket zit
meestal ook een rode wollen bol die als Rudolph nose vooraan de grill
vastgeklemd wordt. Hoewel ik moet toegeven dat die vaak vervangen wordt door
een paniekerig ALF-pluchen beest dat met kerstslingers als kanonnenvlees aan de
pick-ups wordt vastgesjord.
Allemaal erg
vreemd.
Het zijn 20
gekleurde lampjes geworden en één slinger. Ja,je moet compromissen kunnen maken als je een camper deelt.
Ik overweeg
nog een cd van Dean Martin mee te nemen, die man is hier nog steeds een held.
Ik laat dat bij nader inzien toch maar zo, ik wil mezelf er niet op betrappen
dat ik al zijn liedjes nog steeds uit het hoofd ken.
Ruth is even
naar de sanitaire blok en naar goede gewoonte geraakt ze daar aan de praat met
de andere gasten. Altijd afgevraagd hoe ze dat doet, terwijl als mannen gaan
plassen dat toch meer een sociaal gebeuren is, zo met allen op een lijn voor
een RVS-goot. Maar neen, nooit wordt er gesproken. Net een line-up bij de
politie om de crimineelte herkennen.
Mss maar goed ook, ik zou niet direkt een pasklaar antwoord hebben op een
vriendelijkHows it hanging tday
mate?
We wijken af,
we zijn uitgenodigd bij onze Duitse buren. Een Expat uit Sydney op vakantie met het gezin en de twee kinderen.
Erg frappant hoe onze opinie over Australië gelijkvormend is. Het is een
gezellige avonden we delen heel wat
ervaringen en anekdotes. Op 5 jan
vertrekken ze naar Nieuw-Zeeland, die periode zijn we daar ook. Misschien lopen
we ze wel terug op het lijf.