TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Onze trektocht door Australië, Nieuw Zeeland en ZO-Azië van 28 okt 2009 tot 4 april 2010
16-11-2009
15 & 16/11 Two day tour off the beaten track to FRASER ISLAND
Om 7.45u komt een bus van Fraser Island Company ons oppikken aan de jeudgherberg. Die brengt ons naar de haven een half uurtje verder en daar steken we met een kleine ferry over naar Fraser Island. Daar stappen we over in een afgeleefd 4x4-voertuig wat het midden houdt tussen jeep bus en camion. In het krakende gammele ding passen nog 14 andere toeristen. Seat Belts must be worn staat er in militaire rode letters vooraan de cabine gedrukt. Een waarschuwing die je best niet in de wind slaat. Onze gids raadt ons overigens ook aan To keep your heads clear from the windows ,dat belooft. Het wordt meteen duidelijk dat je met een gewone wagen geen 50 meter ver zou geraken op deze reusachtige duin. Niet echt een tochtje voor gevoelige magen, het schudt danig in alle richtingen tegelijk en heeft iets weg van een Walibi atractie (nen houten railway bv, iets rustig om te beginnen). Na 10 min rijden hebben we al prijs onze 4x4 traktor zit vast in het zand. Onze gids zegt dat hij nog nooit zon droogte heeft meegemaakt en dat het zand tot op 50 cm diep volledig mul is. Nadat onze container een 10-tal keer achteruit gereden is en met volle snelheid de hindernis probeert te nemen, moeten we allemaal uitstappen. Met nog een extra fikse aanloop geraakt de bus los. Iedereen terug aan boord en verder met de tocht. Een eindje verder mogen we uitstappen en een wandeling door het rain forest maken. Mooi, al zie je niet veel beesjes als je met een ganse groep gelost wordt. Weer de bus op duurt het niet lang of we lopen weer vast. Dit keer zijn we niet de enigen, er staan zon 5 jeeps te manoeuvreren en veel mensen te duwen. Uiteindelijk hangen ook de mannen van onze bus eraan om de boel weer los te duwen. Wat later hebben we het eiland doorkruist en komen we op het strand. Een vreemde ervaring. Dit 75miles beach is bezaaid met snelheidsbeperkingen die je aanraden max 80km per uur te rijden, zie je t al gebeuren in Blankenberge ? Is zo es iets anders dan allemaal zonnende mensen. Net voor de middag rijden we nog een lekke band en worden we met een ander busje naar de lunchplaats vervoerd. Kwestie van avontuur onderweg kon dit al wel tellen. Na een lekkere lunch stappen we uit om een rotspadje te volgen naar Indian Head. Vanop dit punt hebben we een fantastisch zicht over de oceaan en zien we oa schilpadden zwemmen en een manta (hoewel sommige Jules Vernes-fans zweerde dat het een reuzekwal was). Op de terugweg passeren we het verroeste wrak van de MSS Maheno en geraken we voor de verandering nog es vast in het zand. Deze keer moeten alle middelen bovengehaald worden, zijnde de mannen (geen resultaat), de schuppen (geen resultaat, de bus blijkt tot boven de as in het zand vast te zitten) en uiteindelijk een andere jeep. Eens losgetrokken is het nog maar een paar minuten tot we aan onze overnachtingsplaats aankomen en het zout van ons lijf kunnen spoelen. Onze lodge had een paar gaten in het vliegenraam. Dat is niet iets waar je blij staat om te juichen nadat je de hele dag te horen hebt gekregen hoe het eiland barst van de stinging, biting, poiseness en creepy dingens. We delen onze kamer met twee geckos? vermoeden we. De beestjes zien er banger uit dan wij dus dat is ok. Onder het bed checken we maar liever niet en we gaan slapen. Deze ochtend zijn we na een extreem pover ontbijt, dit doet wonderen voor mijn dieet, weer back on track. Hoewel, we zijn nog maar net het hoekje om en daar staat op het strand een vliegtuigje. We stoppen, de piloot van Air Fraser komt aan boord en verleidt de toeristen met een vlucht vanop de beach over het eiland en de oceaan en zo terug tot vlakbij de volgende stop van onze bus. Ok dat was niet moelijk, wij vliegen mee. De kans is immers klein dat we ooit nog eens op een strand vertrekken om over een stukje werelderfgoed te vliegen. We zijn nog geen 2 minuten van onze bus of wij zijn al op de runway, aangegeven met 8 kegels op het strand en één waarschuwingsbord voor de jeeps. De vlucht schokt wat heen en weer maar is geen vergelijk met onze stalen duinenmonster. De uitzichten zijn indrukwekkend. Een kwartiertje later staan we terug aan de grond bij Eli Creek waar we ons terug bij onze groep voegen. Eli Creek is een wondermooi stukje zoetwaterkreek dat zich tussen de tropische natuur slingert richting zee. Om er echt in te zwemmen was het te ondiep maar het was een welkom verfrissend pootje baden. Hop weer de jeep in, de volgende halte is Lake Wabby. Om in Lake Wabby te mogen zwemmen moeten we eerst een uur wandelen door mul zand, woestijnvlaktes en onder een zinderende zon. De verwachtingen groeien naarmate de tocht vordert. Lake Wabby blijkt uiteindelijk een oase te zijn op het einde van een reusachtige zandwoestijn die per jaar meer het land in trekt en dus meer en meer regenwoud begraaft onder het zand. One hour for swimming en dan de tocht terug. Vanaf hieruit is het terug naar de ferry, dus terug de helse, hobbelige tocht van dag 1 zij het dat de verhalen van de gids straffer werden naarmate het pad moeilijker werd. Moe maar tevreden zitten we nu terug in de Jeugdherberg in Hervey Bay, en Mike zijn rug voelt aan alsof hij een tuinhuis bij elkaar geschupt heeft. t Was de moeite en zeker een aanrader. De fotos spreken voor zich
17/11 Op ons gemak vanuit de JHA vertrokken richting Yeppoon en Emu Park. Er wacht ons een stevige rit van zon 500 km. Net vertrokken krijgen we een telefoontje van Tom, die tijdens onze trip in ons huis woont met slecht nieuws. Schurken zijn ons huis binnengedrongen en zijn met enkele waardevolle dingen gaan lopen. Dat is niet het ergste, daarenboven is de braakschade aanzienlijk. Het blijft hemeltergend dat onze Belgische politie- en rechtstaat er niets aan doet om deze malafide praktijken te ontmoedigen. Zelfs als ze de dieven zouden vangen gebeurt er gewoon niets. Terug naar middeleeuwse praktijken zeggen wij, knip ze een vinger af per inbraak, t zal rap gedaan zijn. Je blijft gewoon van andermans spullen af. Dit vraagt natuurlijk heel wat geregel en veel mensen die we daarvoor in België moeten lastig, waarvoor we ons alvast wensen te excuseren. We proberen het niet aan ons hart te laten komen en rijden verder. Gezien de afstand die we moeten overbruggen zijn we onderweg niet gestopt om dingen te bezoeken, maar we hebben voor jullie een aantal impressies van de Australische wegen in Queensland op foto gezet. Oa de Monstertruckdrivers uitgerust met stalen hekken voor hun radiator vooraan om de kangoeroes en andere dieren weg te kegelen. Soms was de weg nogal wreed en moesten we slalommen tussen de kangoeroe- en koalakadavers (soms ook jongen, snif). Voor de rest reden we vooral door een heel dor en weids landschap, het is hier dan ook snikheet. Tegen 17u komen we aan bij onze slaapplaats in Emu Park.Het blijkt een prachtige cabin te zijn te midden van de palmbomen (en de nodige ritselende beestjes) en we besluiten dan ook hier een dag extra te blijven. We moeten toch heel wat regelen en t internet functioneert hier niet, dus we moeten naart volgende dorp rijden om te kunnen mailen etc.
Vandaag een
slow day. Gisteren flink gereden dus dat hebben we wel verdiend. Na ons ontbijt
op het terras naar Yeppoon vertrokken op zoek naar internet . Ruth heeft immers
een prepaid telcard te herladen en er zijn nog wat mails te versturen. Het Visitor
Center heeft een prima internetverbinding, een beetje vergelijkbaar met onze
reutelende inbelmodems uit de jaren 90. Hier heet dat Broadband. Soit, het
ding doet zijn ding zij het langzaam maar zeker maar zeker langzaam. (Krijg dat
meer eens op je bord tijdens de les Nederlands als je aan toets zinsontleding staat
te beginnen). Inmiddels zijn we de Steenbokskeerkring net gepasseerd en
daardoor hebben we een tattoo verdiend.
Daarna
stoppen we even in Rosslynn harbour. Wauw wat een boten liggen hier. Vreemde
vogel van de dag geschoten en een stukje dagverse makreel gekocht om vanavond
te bakken.
De volgende
uren wordt het warmer en worden we genoodzaakt tot een middagdutje (Ruth: ik
doe dus 2 machienen was en de Mike een dutje, belangrijk). Ja klopt de machine
doet de was tijdens het dutje. (maar ik moet daar wel telkens 200m door de
blakke zon voor lopen eh).
Zo vullen we
dus onze avonden.
Waar was
ik?Ja, dutjes, na het dutje bereiden we
ons voor op een verfrissende duik in de oceaan. Er is echter geen enkele andere
zwemmer in het water. We willende
haaien of stingers (dodelijke kwallen) hun dieet niet verstoren met Europese
import dus blijven ook wij wijselijk aan wal. (ook zonder dank voor de
alliteratie).
Morgen weer
een flinke trip voor de boeg. Volgende doel is Airlie Beach. om een uitstapje
te doen naar het Great Barrier Reef en de Withsunday Islands. Daar wil ik wel
eens gaan duiken tussen het koraal. Wil weer lukken, volgens de gids in het Visitor
Center is het water nu niet helemaal geschikt om te zwemmen omdat eens per jaar
het GBR zich op natuurlijke wijze reinigt en dan alle bruine smurie de oceaan
instuurt. Moet dat persé nu ?!
We zien wel.
Fotos: tuinhoningdrinker
(of zoiets), Abbey Road impressie met ibis, Rosslynn Harbour, Singing Ship
(gedenkteken voor captain Cook dat zingt in de wind), kleine krabbetjes die het
strand volgooien met zandbolletjes, steltloper
Op straffe
van stokslagen zijn we vandaag zon 500 km noordwaarts getrokken tot, jawel,
hoe raadt u het, Airlie Beach. Om het zekere voor het onzekere te nemen heeft
de organisatorische dienst ervoor gezorgd dat we reeds om 8h45 on the road
waren. Daarvoor moet je dus wel om 6h30 opstaan hé. (commentaar organisatrice:
we zijn hier elke morgen om 6u wakker wegens enthousiaste vogels en veel
licht). Hoezo, Wij?
Soit, een
mooie aangename rit brengt ons om 15h op onze bestemming. Ailrie Beach is,
zoals de naam laat vermoeden, het vakantieresort bij uitstek in Queensland.
Leuk toeristendorpje maar toch zal zwemmen in de azuurblauwe oceaan er ook hier
niet inzitten. Stingers in alle kleuren en formaten. Als bedroevendlapmiddel hebben ze een kunstmatig Lilse-Bergen
achtige Laguna uit de grond geschupt. Hiermee kunnen de Schoolieswellicht tevredenheid nemen. Deze net
afgestudeerde 17-jarigen worden zaterdag in grote getalen verwacht om zich
silly te drinken on the beach (en dit gedurende een week, wel wat anders dan
onze chrisostomos).
De Visitor
Center, altijd een gegarandeerde stopplaats. Hier ontmoeten we de eerste norse
Australiër achter de balie. Hij helpt nauwelijks en is dan nog pissed omdat we
niet via zijn kantoor boeken. We laten de gorilla voor wat hij is en trekken
zelfstandig naar onze geplande camping. Hier worden op de vertrouwelijke
supervriendelijke Australische manier onthaald. We boeken voor morgen meteen
een snorkeltrip naar de Whitsunday Islands. Ik ben benieuwd.
We zitten
ondertussen echt in tropisch klimaat, het zwembad verfrist nauwelijks nog maar is
het geweldig om daar om 18.30u s avonds nog gewoon te kunnen inplonsen zonder
kou te lijden.
Fotos: trein
met suikerriet, stinger warning, vogels van de dag: kangoevogel en witte vogelen onze camping
Om halfacht
worden we door een busje opgehaald en van de ene (flauwe) mop in de andere
brengt ons dat naadloos naar de haven voor onze one day tour in de Withsundays.
Leuk bootje, de crew is zoals altijd hier laaiend enthousiast en super
vriendelijk. We kunnen er nog iets van leren.
Met zn 35en
vertrekken we naar onze eerste stop, Whiteheaven beach. We verankeren in de zee
en worden met een rode gummy-boot naar het eiland gevaren. Fantastisch, helemaal
paradijs, net zoals in de boekses. Helderwitte zandstranden lopen in
vreemdvormige tongen langzaam over in de zee. Het zand is van het zuiverste en
fijnste soort. Nergens ter wereld vind je puurder silicium, zonder zonnebril
kan je nauwelijks naar het strand kijken. NASA is de enige organisatie die de
voorbije jaren officiële toestemming heeft gekregen om te exporteren van dit
werelderfgoed. 5 Ton van het zuiverste silicium voor de bouw van de lenzen voor
de Humble ruimte-telescoop. Zeg nu nog dat je niets opsteekt van deze blog. 2
uur tijd om dit beroemde filmdecor te fotograferen, in te zwemmen en in te
verschroeien.
In de
namiddag bereiken we onze tweede stop, een stukje koraalrif van het Great
Barrier Reef, ideaal om te snorkelen en te duiken. Iedereen wringt zich in een
stinger suit (of eigenlijk gewoon een wet suit) en dan hop het water in. We
snorkelen eerst even en daarna schrijven we ons, samen met nog 1 koppel, in
voor een duikinitiatie. Waar anders ter wereld heb je een beter decor dan
hier?We zien de ganse familie uitFinding Nemovlak voor onze neus in het koraal.
Indrukwekkend. We hebben een onderwatercamera gekocht zodat jullie dit stukje
jaloezie niet moeten missen. Die fotos moeten echter nog op oude manier ontwikkeld
worden. Je ziet ze weldra in één van de volgende afleveringen, dont go away
now. Sorry, de invloed van de lokale tv.
Eindbeschouwing , duiken vinden we
best wel vermoeiend, zeker als je na een 5min basiscursus voor de vissen
gegooid wordt. Ik had trouwens wat veel lood aan, en had alle moeite van de
wereld om niet te zinken. Voorlopig houden we het bij het snorkelen, je
zietbijna evenveel en bent wat dichter
bij het oppervlak.
Ik, Ruth, vond ook dat het allemaal
wat snel ging. 3 oefeningen en weg waren we. Ik voelde al direct dat ik de druk
op mijn oren niet onder controle kreeg. Dikwijls teken gedaan naar de
instructeur, hij deed me wel voor hoe ik het moest oplossen, maar het lukte
niet goed. Op zon 5 meter diepte was ik ook het ritme van mijn ademhaling
kwijt en toen was de goesting over. Je begint al gauw totaal verkeerd te ademen
en dan raak je in paniek, je kan nl niet zomaar even naar boven en op adem
komen zoals bij snorkelen. Teken gedaan dat ik naar boven wou en dat was het
dan voor mij. Een unieke ervaring, ben blij dat ik het gedaan heb, maar ik had
liever eerst zon half uur op mijn gemak met die flessen rondgedreven zodat ik
er wat meer feeling mee kreeg. En uiteindelijk, eens je onder water bent, ben
je zo druk bezig met na te denken over je ademhaling en blazen etc, dat je
vergeet rond te kijken. De mannen zijn uiteindelijk tot zon 10 meter gegaan,
het andere meisje is afgehaakt na de eerste keer haar hoofd onder water te
hebben gestoken.
Moe maar
voldaan terug naar Airlie Beach, het is al laat, geen zin om te koken dus we
kopen ons een diepvriespizza. Blijkt dat we hier enkel een microgolf hebben, t
zal dus ne platte worden, McCain moest het weten.
Gezien we
vandaag maar zon 300 km moeten rijden, wordt alles op het gemak ingepakt. Op
de camping kunnen we nog gratis onze auto afspoelen in de car wash, t was
nodig want ge zag al even niet meer dat het een witte was.
Met een propere auto vertrekken we
richting Townsville. Dit is de uitvalbasis voor een bezoek aan Magnetic Island.
We twijfelen echter om dit eiland te bezoeken, volgens locals zitten alle
schoolies daar De naam van het eiland klinkt speciaal maar is een verzinsel van
Captain Cook. Zijn kompas begon ineens vreemd te doen toen hij in 17xx langs
het eiland kwam, maar achteraf bleek dat vnl aan zijn kompas te liggen en is er
weinig magnetisch aan het eiland aan.
Onderweg passeren we Bowen, een
nietszeggend dorp dat in 2007 ineens omgedoopt werd tot Bowenwood toen daar de
hele cast van de film Australia (met oa Nicole Kidman) neerstreek. Grote stukken
van de film zijn daar in de omgeving opgenomen. We hebben die film nog net voor
ons vertrek thuis gezien kwestie van al wat in de sfeer te komen. Bowenwood kan
je dan ook van kilometers afstand in grote witte letters tegen de rotswand
lezen als je het gehucht nadert. Van grootheidswaanzin gesproken.
Via de Tourist Info boeken we een
kamer bij particulieren. Er wordt ons verzekerd dat de kamer spotless clean is.
Bij aankomst blijkt dat toch niet helemaal te kloppen. Het is een zeer
verouderd gebouw, niet echt proper te noemen, ons deel loopt eigenlijk scheef
waardoor je constant het gevoel hebt dat je je evenwicht kwijt bent en dat er
een stuk van het huis gaat afbreken. De eigenaar is wel weer de vriendelijkheid
zelve en toont ons direct de shortcut naar het centrum. We mogen onze was
gewoon op zijn waslijnen in de tuin draperen waardoor die op 2u tijd droog is.
Na de standaard siësta vertrekken we
naar het stadje, er zou hier een hele Meir zijn met winkels en veel ambiance.
De Meir blijkt uiteindelijk zo goed als volledig falliet, er is een
heropwaarderingsproject gestart dat tegen einde 2010 rond zal zijn. Geen enkele
winkel open en eigenlijk ook niemand te zien. Het ontwikkelingen van de
onderwaterfotos zal dus nog niet voor nu zijn.
Uiteindelijk komen we aan The Strand,
een esplanade die langs, juist ja, het strand loopt. Daar is iets meer leven te
bespeuren, er is hier een groot waterpark voor kinderen, gewoon op het voetpad
eigenlijk, super leuk gedaan. Vooral de papas voelden zich geroepen om hun
kroost te bewaken en bijgevolg mee in het water te gaan spelen. Het strand is
hier eindeloos maar verboden te zwemmen omwille van de stingers. Overal bij de
verbodsborden hangen flessen azijn, voor de hardhorigen die toch in het water
gaan en gestoken worden. Hiermee kan je dan de eerste zorgen toedienen, de
azijn verzacht de pijn. Een ambulance bellen blijft echter wel noodzakelijk. Een
eindje verder is er een klein stukje afgemaakt met stingernetten waardoor je
dan wel veilig kan gaan zwemmen. Hoe veilig, vragen we ons af, want de golven komen
soms gewoon over de netten, dus volgens ons kan daar best wel zon stinger mee
over wippen. Er zitten hier echter andere mensen in het water dus we wagen het
erop.
s Avonds zoeken we ons hier een
restaurant uit en drinken we nog een pintje, het is tenslotte zaterdagavond.
We zijn hier ondertussen ook al goed
op weg om echte Australiërs te worden. De laatste stap in het toetredingsproces
is momenteel de aankoop van het verplichte paar thongs (bij ons beter gekend
onder de naam flipflops of teensletsen). Iedereen loopt er hier altijd mee
rond, eens ge dat aan uw voeten hebt valt ge nimmer op.
We besluiten niet naar Magnetic Island
te gaan en de reis verder te zetten.
Fotos: De vogel, wegenwerken,
stinger-warning en stingernet en waterpretpark
Het is zondag
dus we slapen uit (tot 8u jawel!). Pistolekes kennen ze hier niet en die
beginnen we wel te missen. Dus weer getoast pingpongbrood. Het enige goeie aan
dat brood is dat het niet ouwbakken wordt en dat ge dat dágen kunt meezeulen in
een warme auto. En ge moogt da zo plat drukken als ge wilt, het hervindt altijd
zijn oorspronkelijke vorm. Het komt duidelijk Mike zijn strot al uit,
morgenvroeg gaat hij pancakes bakken.
Terwijl we
naar het Noorden rijden, verandert het landschap. Er verschijnt meer groen aan
de kant van de weg. De vegetatie doet nu echt tropisch aan en de temperatuur
ook. Onderweg krijgen we een paar plaatselijke buien over ons, we passeren dan
ook het dorp dat, volgens mijn Lonely Planet, de meeste neerslag van heel
Australië krijgt. De kreken staan hier echter even droog als elders, dus echt
onder de indruk zijn we niet. Als die mannen ooit een week in België
doorbrengen zijn ze verroest, denken wij.
Tegen de middag zijn we in Mission
Beach. Dit is een super rustig en toch toeristisch dorpje vlak aan zee en
midden in een Cassowaries-reservaat (helmcasuarissen of zoiets, beesten die
enkel hier in het Noorden van Queensland en in Guinea voorkomen). Het bevalt
ons wel. De palmbomen komen tot op het strand en de kokosnoten vallen gewoon op
uw hoofd.
We besluiten hier minstens 2 nachten
te blijven en informeren ons in de Visitor Center voor een overzet naar Dunk
Island, dat 20 min zee-inwaarts ligt. Daar kan je op 3,5u tijd volledig
rondwandelen en het is prachtig om te snorkelen. Autos mogen er niet op. Ons
alternatief voor Magnetic Island. De dame spendeert veel tijd aan ons, geeft
massas informatie mee en zorgt er ook voor dat we morgen nog met de eerste
boot om 8.10u meekunnen. We bedanken haar uitvoerig en krijgen het standaard no
worries mate als antwoord. Het Australische equivalent voor youre welcome.
Voor de rest kan je hier een paar
mooie wandelingen doen, alleen spijtig dat diegene die wij net wilden
uitproberen afgesloten is wegens een cycloon die hier eerder dit jaar
gepasseerd is.
Gisteren hebben we op het nieuws voor
het eerst gehoord ivm Herman Van Rompuy zijn nieuw jobken. Ze kunnen er hier
(en precies ook in de rest van Europa) echt nie van over. Vooral zijn reactie
dat hij benieuwd was naar het eerste telefoontje van Obama vonden de
journalisten hier echt de max.
Voor de rest wordt het nieuws gedomineerd
door de bosbranden en de hitte in het zuiden van Australië, daar zitten we ver
van en hebben we dus geen last van.
Jullie vragen je waarschijnlijk af of
we hier nog geen mensen hebben leren kennen. Vooral op de georganiseerde trips
leg je inderdaad snel contacten. Het overgrote deel zijn Duitsers , die zijn
hier en masse aanwezig. Aangevuld met wat Engelsen, US en Canadezen en
Zwitsers.
Belgen hebben we nog niet gezien, de
meesten zijn ook redelijk verbaasd als ze horen dat we uit dat kleine landje
komen. t Grappige is dat wij dan in België zoveel mensen kennen die al in
Australië zijn geweest...maar t is een groot land natuurlijk.
Om 17u besluiten we nog een wandeling
te gaan doen, de temperatuur is ondertussen voldoende gezakt. We volgen een pad
dat al snel redelijk dichtbegroeid is en voelen ons al niet meer zo op ons
gemak met onze thongs en korte broek en zonder hoed. We besluiten terug te
keren. Als we ons omdraaien ziet Mike ineens een gigantisch web over de weg
gespannen met daarin natuurlijk een gigantische spin. En daar zijn wij net
onder of doorgelopen, want ze is nl vollop bezig de schade te herstellen. Een
Australiër kruist ons pad, we waarschuwen hem voor het gevaar. Terwijl hij
rustig vlak onder de spin doorloopt zegt hij these take birds out, you know.
Well, at least the big ones, this is just a small one.
A small one?! De grapflurk. A small
one kan je met een tandenborstel door de afvoer werken, deze verstropt de ganse
afvoer mocht je dat proberen!! Enfin, met een klein hartje en een grote aanloop
spurten we onder het beest door en besluiten dan maar via het weidse strand
terug te keren.
We wandelen uiteindelijk nog een heel stuk over het strand omdat het avondlicht
zo mooi is. Als we terug willen keren blijken we wel wat uit de richting
geraakt te zijn. Het is ondertussen donker en het struikgewas rondom ons
ritselt, kraakt, piept en knispert aan 1 stuk door. We zetten ons beste beentje
voor en geraken veilig aan onze cabin. We snappen toch weer waarom hier, eens
het donker is, geen kat meer te voet buitenkomt.
Fotos spin,
paniek, Dunk Island, palmboom,cassowaries-warning
Hoera, geen
pingpongtoastjes maar pancakes. Fantastisch idee, je koopt gewoon een bus die
voor de helft gevuld is met magisch poeder. Aanvullen met water, shaken en
baken. Ik veronderstel dat je bij ons allang gelijkaardige spullen kopen kan
maar voor mij is dit nieuw. Ik zweer immers bij de kookboek van de
boerinnenbond en daar begint het recept gans anders. ( Men neme een kip en
schudde er twee eiers uit ) Enfin, ik vermoed niet dat jullie deze blog lezen
om alle details van pannekoekvariaties te weten te komen.
Ze waren toch
lekker. Al kan dat normvervaging zijn.
Dunk Island. Na
een korte maar helse rit want we waren al laat, en net dan kies je natuurlijk
de verkeerde afslag, komen we net op het afgesproken uur 8h10 aan bij de
check-in van onze water-taxi. Wij zijn de eerste. We stappen in door het water,
een stijger is er niet, het bootje ligt gewoon voor anker. Dit overpowerde
motorbootje vertrekt om 8h45 richting Dunk Island. De muziek wordt smadend
harder gezet So I dont hear you screaming . De pancakes worden nogmaals
stevig geschud. Mocht er nog een boertje wringen dan was dat bij deze wel opgelost.
9h55, de 500PK wordt getemd, de boot zet zich terug horizontaal en we stappen
alle 6 in het water uit. Eén ding is zeker, ik ga vandaag niet op zon banaan
zitten die achter een raceboot slingert.
We gaan
wandelen en daarna mss nog snorkelen. Voor de 10km lange wandeling rond het
eiland schrijven we ons in bij de receptie van de resort. Uit dit logboek
kunnen we opmaken dat we de eerste zijn die vandaag vertrekken. Gisteren zijn
er drie personen die de wandeling deden. Ach ja, soms moet je het platgetreden
pad verlaten. Al na een kwartiertje zien we terug zon joekel van een spin vlak
naast ons pad. De rest van de wandeling doen we met argusogen om te vermijden
om door zon web te lopen. We zien spotten nog drie spin-exemplaren, een wegschietend
slangetje, hopen kikkers, hagedissen enenkele zwarte boskalkoenen. Naar boven kijken om vogels te spotten doen
we niet.Al is het concert dat je in
zon regenwoud te horen krijgt altijd best indrukwekkend. Zon drie uur later
zijn we terug. We informeren waar de beste snorkelplaats is, blijkt dat we die
een uur geleden voorbij gewandeld zijn.We gaan niet terug, temeer om dat daar niemand anders aan het zwemmen
was en dan kan dat snel gevaarlijk worden.We lunchen en pakken onze crazywatertaxi terug naar Mission Beach. We
gaan daar naar het strand en zwemmen in een afgebakende zone tussen de
stingernetten.
Fotos: Coconut Beach, Coconut on the Beach, water
taxi, volgens Ruth het eiland waar Hagar al es op strandt.
Diepblauwe zee, parelwitte stranden,
idyllische eilandjes, tropische warmte je wordt dat toch wel beu na 3 weken.
We kiezen voor een alternatieve route, het binnenland in. Zo komen we in de
Atherton Tablelands, het heuvelachtige achterland van Cairns.
We rijden van groene valleien over nog
groenere heuvels, prachtige landschappen krijgen we te zien. Het doet ons aan
de Alpen denken, zij het met dat kleine verschil dat er hier palmbomen groeien.
Onderweg maken we een klein ommetje om
de Waterfall Circuit te volgen, waarlangs we 3 schitterende watervallen
bezoeken.
We zien ook kilometers
bananenplantages langs de weg. Daar hebben de inwoners van Queensland meteen
hun bijnaam banana benders aan verdiend. Ze zijn er zelf dan nog behoorlijk
fier op, want als je Queensland binnenrijdt word je verwelkomd door een gigantische
plastieke banaan langs de kant van de weg.
Het is echt een verademing om hierdoor
te rijden, ook letterlijk. Doordat we hoger zitten is het een stuk minder
vochtig en een pak koeler, zon 25° halen we hier nog. Een goede beslissing
dus.
We passeren het
dorpje Yungaburra, waar een platypus-lookout (platypus=vogelbekdier) is. We
installeren ons daar gedurende een half uur maar kunnen er geen spotten. Zoals
de meeste dieren hier komen ze eigenlijk pas tot leven bij zondsondergang. We
zien wel wat eenden en een uiteindelijk toch een Platypus die als bij wonder in
een waterschildpad verandert toen hij de oever beklom.
Tegen 13u bereiken we het einddoel van
deze dag, Lake Tinaroo. De camping is super rustig en ligt vlak aan het meer, we
installeren ons in eennette zij het wat
ouderwetse studio/cabin. Dat is best ok voor 45 .In de bar kunnen we nog net lunchen, onze
voorraad eten is op en de dichtstbijzijnde supermarkt is een half uur rijden.
We bestellen allebei een Burger on the lot. Dat belooft. Er wordt gerommeld
en gebakken in de keuken en 10 min later verschijnen er 2 reusachtige dingen.
Zo groot, je krijgt hem niet in je mond en moet dus eerst een stukje vanboven
en dan een stukje vanonder eten. Echt alles ligt daartussen, ei, burger, spek,
rodebiet, komkommer, tomaat, sla, ananas, ajuin, sauzen, en ga zo maar door.
Het is al een ware kunst om dit alles tss twee broodhelften gewrongen te
krijgen. t Was geweldig lekker.
Uiteindelijk rijden we toch naar de
supermarkt voor ons avondeten. Kwestie van geportioneerde groenten slaat het
hier echt alles. Je kan hier 1selderstengel kopen, of 2 broccoli-roosjes. Zelfs
gedroogde kruiden schep je naar believen in een plastiek zakje dat dan aan de
kassa gewogen wordt.
Nog snel een avondwandeling voor het
avondeten om die calorieën van de mega-burger terug weg te krijgen en de dag
zit er weer op. Voor het eerst sinds lang eten we binnen, het koelt hier danig
af op deze hoogte.
Fotos: Millaa Millaa falls, wachten
op een platypus, een platypus gevonden, wonderlijke transformatie in een
schildpad
We trekken
naar Daintree, dat ligt nog noordelijk dan Cairns waar we dinsdag onze vlucht
naar The Alice op moeten. Veel verder kan hier echter niet. Morgen gaan we nog de
ferry op over de Daintree river richting Cape Tribulation en daar stopt het
voor de 2WD-voertuigen. Maar zoals gezegd, das voor morgen. Tegen de middag
zijn we op lokatie. We besluiten de rest van de dag nuttig in te vullen met Crocodile
Cruises op de Daintree. Ik neem me voor op deze blog geen flauwe woordspelingen
te maken met sommige achternamen. Want denk nu niet dat je in de rivieren veiliger
zwemmen kan dan in zee. We leren dat er twee soorten Crocks zijn in de
Daintree, de agressievere zoutwaterkrokodillen die tot zon 6m lang kunnen
worden en de kleinere spitsigere zoetwaterkrokodil die iets hoger op de rivier
huist. Voor het gemak worden ze hier als Salties en Sweeties benoemd. Ik vraag
me dan ook af wat er net door manlief zijn hoofd gaat als hij Sweety, Im home
door de gang roept na zijn dagtaak.
Eerste cruise
in het zoutwatergedeelte, 6m lang, dat belooft. Zonder iets op voorhand te
boeken kunnen we mee op de cruise van 13u, er is maar 1 ander koppel. Op het
gemak tuffen we over de Daintree, waarbij we uitgebreide uitleg krijgen over
fauna en flora, zoals altijd met de nodige ludieke opmerkingen. Via CB-zenders
praten de verschillende cruise-organisatoren met elkaar en geven door waar er
iets te zien valt. Uiteindelijk krijgen we 2 salties te zien, indrukwekkend om
ze zo in hun eigen biotoop te bekijken. De oudste van de 2 is bijna zo groot
als ik en wordt geschat op 3,5 jaar. Ze kunnen tot 100 jaar worden enblijven groeien tot hun 40ste. Dat
is zoals bij sommige mensen.
Met hetzelfde
ticket kunnen we 12km hogerop aan een nieuwe watersafari beginnen, speurend
naar sweeties. Dit bootje zit halfvol en heeft minstens een even ludieke gids. You
may keep your arms overboard, it might actually help to see some sweeties.
However, if youre planning on keeping those parts you might reconsider
We zien een Phyton
en een boomslang want onze gids is meer into snakespotting dan in crockfinding.
Deze tijd van het jaar ligt dat sowieso een beetje moeilijk, het is te warm en
de krokodillen zoeken dan de koudere diepere lagen op. Geen Sweeties vandaag.
De gids raadt ons aan in de winter terug te komen. De tocht gaat langs mangrove-wouden
en geeft spectaculaire uitzichten.
Terug op onze
camping nemen we nog even een duik in het zwembad, zalig. Ik type ook meteen de
blog hier. Voor Ruth eindelijk een zwembad waar ze niet binnen de 15 min kou
lijdt. Vervelend dat dit aan de andere kant van de wereld ligt.
Het terras
van onze cabin (deze keer een luxe-villa-model) heeft voor de verandering
eens geen uitzicht op zee. We eten ons avondeten met zicht op de jungle op 2
meter afstand. 2 Geckos proberen ons te vrijwaren van alle insecten die de
buitenverlichting aantrekt, eten genoeg. We zitten terug op zee-niveau = iets
te warm en zéér vochtig.
Fotos:
Krokodillen, Koeien, slangen, de ferry en Ruth Dillen in ons nieuwe tuinontwerp.
Vannacht voor
de eerste keer kennis gemaakt met wat ze hier The Wet noemen (hier int
uiterste noorden hebben ze maar 2 seizoenen, the Wet en the Dry, the Wet begint
einde november). Om 23u is het beginnen stortregenen en dat is zo wat blijven
doorgaan tot 4u s nachts met tussenpauzen van een half uur. Een lichte slaper
als ik ben kon ik alles volledig volgen. Des te meer omdat de regen op het
golfplaten dak van onze cabin eens zo indrukwekkend klinkt.
Dat neemt
niet weg dat we weeral om 8.30u fris op pad waren voor de attractie van de dag:
Cape Tribulation. Met de ferry worden we over de Daintree rivier gebracht en
daar begint een smal baantje recht door het tropische regenwoud.
Onze eerste
stop is het Discovery Center. Een volledig aangelegd educatief parcours voert
je door een stuk van het oudste regenwoud op aarde, vergezeld van de
uitgebreide commentaar van de Audio Mate. Om de 3 stappen stoppen we voor een
nieuw verhaal over beesten en planten. We beklimmen oa de Canopy Tower (27m
hoog) waarbij we de verschillende lagen van een regenwoud te zien krijgen. Onze
digitale gids vertelt ons trots dat bij de cycloon van een aantal jaren geleden
grote stukken regenwoud verwoest waren, maar dat hun ijzeren uitkijktoren de
storm overleefd had. Echt iets om trots op te zijn in een ecologisch park. We
proberen nog maar es een casuarius te zien, tevergeefs.
Na 2u rondslenteren hebben we het wel gehad en komen we terug aan de receptie,
waar een grote tafel koffie, thee en koeken op ons staan te wachten. Gewend aan
de gastvrijheid van de australiërs zetten we ons daar neer en willen ons
bedienen, wanneer er plots een ranger naar ons komt en vraagt om te verhuizen.
De morning tea was bedoeld voor een bus Duitse toeristen. Ach So, macht du
nichts an mein freund.Maar we vallen
genadeloos door de mand. Verplekken dus.
We rijden
verder en het baantje wordt alsmaar smaller, de natuur is wederom prachtig. De
Blue Mountains vonden wij prachtig, maar dit is toch nog van een ander kaliber.
We rijden tot
de weg overgaat in grind en volgens ons ook het einde van de wereld begint. We
trekken nog een paar fotos van het uitzicht.
Op de terugweg stoppen we even bij een lookout en hoor ik ineens een man achter
mij zeggen: Allé, da beest da kruipt hier gewoon in mijn broek. Aha,
eindelijk, toch nog vlamingen in Australië, we begonnen al te wanhopen. We doen
een hele babbel met dit sympathieke gepensioneerde koppel uit Zoersel. Hun
ervaringen zijn zeer gelijklopend als de onze, gaande van het verkeerd
inschatten van transfertijd over grote afstanden tot het volledig voorbereid zijn
met netbook en skype om dan te beseffen dat het internet hier nauwelijks de
snelheid van een telegraaf evenaart en bijgevolg skype dus meestal hopeloos is.
Morgen
blijven we hier nog een dag om te relaxen, t zit er bijna op aan de oostkust,
niet te geloven dat er al een maand voorbij is.
Ondertussen
hebben we tijdens de lange ritten onze faunawoordenschat gevoelig uitgebreid.
We onderscheiden nu vlot:
De
Plat : bijzonder dunne kikker of pad, leeft ontzettend dicht tegen het
baanoppervlak.
De
Platabi: Een Walabi herleid tot een wegtapijtje
De
Plattepoes : spreekt voor zich
De
Platypus: Grapje van God. Eend met een identiteitscrisis die hardnekkig
probeert te evolueren tot een zoogdier. Kan zich verdomd goed als schildpad
vermommen. Zieter uit alsof er al eens
met de auto over gereden werd.
De
Platte Mus : a) elk klein dood vogelke. b) een iets te flauwe française op een
uitstap.
Fotos: epifyten, dak
van het regenwoud, Ruth en haar digitale mate, Ruth en de casuarius, uitzicht
op het einde van de wereld (Cape Tribulation), wereldwijde web (wie vindt de
spin?)
Onze eerste
echte nietsdoe-dag sinds we vertrokken zijn, beetje op internet gezeten, boek
gelezen aan het zwembad tot de verveling
toesloeg, even omgedraaid en hardnekkig volgehouden tot het gevoel van
verveling weer weg was. In de namiddag nog even een omweg gemaakt tijdens het
inkopen doen naar de Mossman Gorge.
Fotos: Mossman
Gorge, panoramafotos (met computer samengesteld uit verschillende fotos) Zillie
Falls & Mossman Gorge
We
installeren ons in de jeugdherberg van Port Douglas en schrijven ons ineens in
voor een snorkeltrip voor zondag. We zitten hier nl heel dicht bij het Great
Barrier Reef en er is de mogelijkheid om naar het Outer Reef te gaan snorkelen,
wat toch weer uniek is.
Na de middag
wandelen we wat rond in Port Douglas en zoeken ons een restaurant voor s
avonds.
Het wordt 2Fish. Met zicht op het
strand bestellen we eerst een bord sashimi, wat verrukkelijk klaargemaakt is en
ongelooflijk smaakt. Als hoofdgerecht waagt Mike zich aan Moreton Bay bugs. We
hebben hier al dikwijls bugs op de kaart zien staan maar geen idee wat het
is. We waren al wel zo ver dat het hier niet gaat over insecten maar over één
of ander zeebeest.
De bugs laten op zich wachten omdat ze
eerst met een risotto aangedraafd kwamen. Volgens mij met opzet gedaan om de
spanning wat op te drijven. Uiteindelijk verschijnt er een goed gevuld bord met
iets wat lijkt op een lelijke kruising tussen krab en kreeft, maar in een
minder definieerbare vorm. Het blijkt er ook naar te smaken. Weeral een beetje
wijzer op culinair vlak!
Daarna gaan we nog een
pintje drinken op een terras waar een live band probeert voor ambience te
zorgen. De zanger is niet getallenteerd, maar de muziekkeuze is leuk, al duurt
het altijd even voor we orgineel kunnen achterhalen. We amuseren ons wel.
Om 8u stipt
worden we door het busje opgepikt voor onze snorkeltrip.
Zoals de
voorgaande keren is de boot vol (30 man), en dat verbaast ons telkens. Het is
hier echt laagseizoen, overal super rustig en als je je een halve dag op
voorhand gaat inschrijven voor een excursie is er nooit een probleem. En toch
zijn die dingen uiteindelijk altijd volgeboekt.
Iedereen laat
zijn thongs op de kade achter en weg zijn we. Er wordt ons verschillende keren
verteld dat we zéér veel geluk hebben met het weer, er is nauwelijks wind en de
zee is zo rustig dat ze naar een unieke snorkelplaats kunnen varen. De
snorkelinstructeur is er zelf nog maar 1xgeweest. Meestal staat er teveel wind
en is de zee te ruw om tot daar te varen met een kleine boot.
Na een uur
varen komen we aan onze eerste stop, Opal Reef. Heel apart. Je zit daar midden
op de South Pacific Ocean, 50 km van de dichtstbijzijnde kust, er is geen
enkele andere boot je voelt je dan heel klein. We trekken allemaal onze
lycra-suits aan tegen de zon, nemen een noodle om op te drijven en daar gaan
we.
Het is niet
te beschrijven, dit is écht koraal, zoals je in de natuurfilms ziet. Werkelijk
elk zicht is prachtig. Overal waar je kijkt zie je massas vissen in elk
mogelijk formaat en in adembenemende kleuren, er zijn schitterende exemplaren
bij. Je kan ze gewoon allemaal aanraken als dat zou mogen. En dat allemaal net
onder de oppervlakte. Het is als zwemmen in werelds grootste en mooiste
aquarium.
Gezien de
lycrapakken nogal allesbedekkend zijn (handen en hoofd gaan er mee in) vergist
Mike zich op een bepaald moment van madame. Ik weet nie waar hij haar vastpakte
maar ze verschoot in elk geval. Goe gelachen.
De tweede
snorkelstop bestaat uit een begeleide trip waarbij de instructeurs uitleg geven
over wat je allemaal onder je ziet. Ze duiken ook regelmatig dieper om dingen
aan te wijzen, of bv om ons een zeekomkommer te laten aaien. We leren dus nog
wat bij ook.
Voor de derde stop varen we helemaal tot het einde van het outer rif . Hierna
stopt ook de Plaat en gaat het snelhonderden zelfs duizenden meters de diepte in. Dit zijn stukken die heel
weinig bezocht worden door toeristenboten en dus nog in perfecte staat zijn,
heel uniek.
De
hoogtepunten zijn een witvinhaai, een manta, natuurlijk de Nemo-visjes en
massas anderen. Sommigen zijn echt enorm groot.
Volledig
verzilt worden we terug aan de jeugdherberg afgezet. Het was gewoon een
geweldige trip, misschien wel het indrukwekkendste wat we hier aan de oostkust
gezien hebben. We vonden de deelname prijs initieel nogal hoog, maar dat waren
we rap vergeten. En ze hebben echt hun best gedaan, heel professioneel en met
veel interessante uitleg.Mocht je hier ooit komenboek je trip bij Wavelength.
We gaan goed
slapen vannacht.
Morgen leveren
we onze auto in in Cairns en dinsdagochtend het vliegtuig op naar Alice
Springs. Benieuwd hoeveel internet ze daar gaan hebben
Fotos: allemaal Port
Douglas, morgen gaan we fotos van onze persoonlijke snorkelfotograaf ophalen.
Als je van Antwerpen
naar de kust rijdt en je doorkruist de polders dan heb je een indruk van de
weidsheid van het landschap. Als je door het binnenland van Spanje reist, dan
rij je soms wel honderden kilometers tot de volgende stad. Langs de oostkust
van Australië rij je vaak honderden kilometers tot het volgende dorp. En dan
staat de verlaten Outback er nog aan te komen Volgens de wegenkaart kan je
hier gemakkelijk duizend kilometers rijden zonder een dorp tegen te komen.
Ze weten hoe
ze hun land moeten aanprijzen, Australiërs zijn chauvenistisch maar vooral
enthousiast genoeg om alles fantastisch te vinden. Maak van uw scheet een
donderslag, en dat werkt. De 25.000.000 inwoners slagen erin om jaarlijks
5.000.000 toeristen aan te trekken. Meteen één van de grootste inkomsten van
het land. Het is dan ook erg moeilijk om hier op een stukje grond te staan dat
geen deel uitmaakt van werelderfgoed of multiple award winning is. Daar
tegenover staat dat sommige stukjes echt wel indrukwekkend en uniek zijn.
Het land zit
vol contrasten. Je hebt hier de mooiste zee en stranden, maar je mag er meestal
niet in (in de zomer) omwille van haaien, krokodillen of dodelijke kwallen. Je
hebt hier prachtige natuur, maar als je je erin begeeft word je geconfronteerd
met een massa stekende en angstaanjagende insecten. Het weer is hier gewoon
super, maar overal waarschuwen ze je voor de gevaren van de zon en raden ze aan
om binnen te blijven tussen 11 en 16u.
Op elk
product dat je hier vinden kan wordt Australian quality gegarandeerd. Er
staatin grote letters op vermeld dat
het in Australië geproduceerd is. Is dat niet het geval dan zal er op zn minst
op staan dat het in Australië samengesteld is. Is dat ook niet geval dan zal er
op zn minst duidelijk gemaakt worden dat de company Australian owned is. Is
zelfs dat niet het geval dan kan er prat op gaan dat het in opdracht van
Australië is geproduceerd. Combinaties blijven mogelijk.
Op alle
nummerplaten wordt hier ook de staat vermeld, dat is op zich niet zo bijzonder
maar elke staat heeft ook zijn baseline. Dat geeft volgende combinaties
Victoria,678 CFR, the smart state
Queensland,
567EDT, the sunshine state
N.T.,378 GHT, the australian outback
In schril
contrast met de supervriendelijk en behulpzame inwoners staan de oneindige
waarschuwingen op elke deur met de respectievelijke maximale boetes mochtje het toch wagen deze wetten uit te dagen. Deze
regeldrang is vaak lakoniek en schiet volledig zijn doel voobij. In Noosa zaten
we in een bar waar je mogelijk konbuitengezet worden omdat je een snor had, thongs of een hoed droeg. Mocht
je je daarbij verzetten, stond ook daarvoor duidelijk aangegeven wat het je
gaat kosten.
Verassend is
het hoge aantal aziaten in dit land. Sydney spant hier de kroon. Je waant je
eerder in een Aziatische grootstad dan in een Westerse. De weinge Aboriginals
die je hier nog ontmoet vind je spijtig genoeg al te vaak in een marginal
biotoop gecentreerd rond de liquor stores.
Kik je enkel
op cultuur of oude stenen dan kan je hier niet zo bijzonder veel komen doen.
Pas sinds 1800 zijn de eerste steden ontwikkeld. De weinige steden zijn volgens
Amerikaans model in blocks opgedeeld. Als fauna en flora je ding zijn dan zit
je hier wel gebeiteld. De aanwezigevariëteiten zijn enorm. Eenbos
hier zijn eigenlijk drie bossen boven elkaar, in elkaar geweven met elk hun
eigen specifieke vegetatie.
Op ecologisch
gebied hebben ze nog heel wat te leren. Hoewel alles hier eco-certified is,
zijn de normen net iets anders dan bij ons. Een eco-certified koelkast zet je
gewoon naast je kookvuur. Verwarmen doen ze hier bijna altijd met elektriciteit,
zonne-energie is nauwelijks ingeburgerd. Op een eco-certified excursie naar
Fraser Island word je op het einde bedankt omdat je niet meer dan een
voetafdruk hebt achtergelaten. Wat ze wel vergeten is dat je 2 dagen met een
bulderende 4x4 bus door de natuur hebt gestoven, waarbij donkere wolken diesel
de lucht in gestuurd worden om los te geraken uit het zand en elk beestje
volledig in de stress geraakt. Dan nog te zwijgen over de afval die je
achterlaat in het resort dat er trouwens speciaal voor jou uitgebaad wordt. Het
valt allemaal met een korrel Australian Qualty Salt te nemen.
Conclusie: De
voorbije maand hebben we zon 5500 km gesleten aan de oostkust. Dit deel van
Australië is prachtig en zeker een aanrader. Once. Ik kan me niet inbeelden als
je deze trip gedaan hebt dat je die snel zal herhalen. Ik heb hier de allermooiste
dingen gezien maar mijn hart heb ik hier niet verloren. Daarvoor is het me te
Amerikaans.
Zonder
problemen gisteren de huurwagen terug binnengebracht. Gezien de goede service
besluiten we bij Apollo een 4WD te boeken voor de outback.
Nadat de
ingenieurs het probleem met de toiletten op ons vliegtuig hebben opgelost (ze
hebben niet verteld wat het probleem juist was), stijgen we met zon 40min
vertraging op richting Alice Springs. Zoals we ondertussen al gewend zijn van
Qantas worden we weer in de watten gelegd. Op de 2.30 h durende vlucht krijgen
we een versnapering en frisdrank én een hele lunch. Er is zelfs geen tijd om
een boek te lezen.
Vanuit de
lucht zien we het landschap veranderen, de groene bossen van de kust moeten al
snel plaats ruimen voor dorre, woestijnachtige landschappen.
In Alice
Springs blijkt het 35° te zijn. We zijn niet onder de indruk. De lucht is hier
veel droger en het voelt bijna aangenaam aan. We pikken de bagage van de band
en laten ons naar het Apollo-verhuurkantoor brengen.
Onze eerste
indruk van Alice Springs bevestigt wat we erover gehoord hadden. Overal in de
stad hangen er groepjes aboriginals rond (eigenlijk is liggen hier een beter
woord, die mensen lijken nauwelijks op hun benen te staan). Ze doen niets, zijn
een last voor de omgeving en hebben vaak een zwaar drankprobleem. De bottle
shop gaat hier pas open om 14u om het probleem wat in te dijken. Je kan max 2
flessen alcohol per persoon per dag kopen, en je identiteitskaart wordt
ingescand om dit te controlleren. Vatjes wijn worden pas verkocht na 18u.
Vreemd allemaal.
Nadat we
uitgebreid gebriefd zijn over de werking van ons nieuw vervoermiddel, starten
we onze boot. De man van het verhuurkantoor raadt ons aan om toch wat
voorraad in te slaan, gezien er in de outback niet veel te krijgen is. We
rijden naar de supermarkt en voorzien ons van wat ingeblikt voedsel, een vat drinkwater
van 10 liter en vers fruit.
Alles wordt
ingeladen en weg zijn we. De eerste minuten is het weer temmen van het voertuig
geblazen maar Mike is het hier duidelijk al gewoon en heeft onze traktor snel
onder de knie. Na 5 min rijden zijn we de enige auto op de weg en komen we
terecht in le grand néant ofte het grote niets.
Onze eerste
bestemming zijn de West MacDonnell Ranges. Dit is een bergketen die zon 320
milj jaar geleden ontstaan is, volledig afgevlakt door erosie en indrukwekkend
om te zien. De rotsen kleuren helemaal rood en in het avondlicht, tegen de
staalblauwe hemel geeft dat een geweldig effect. We nemen onderweg af en toe
een zijbaantje om wat dieper in de ranges te kunnen gaan kijken, en tegen
18.30u komen we aan de Glen Helen Gorge, met bijhorende overnachtingsplaats.
Het is de enige en eerste accomodatiemogelijkheid die je na Alice Springs
tegenkomt. Dat weten ze zelf ook en de prijzen zijn buitensporig.
Onze
motelkamer is primitief maar wel proper. Het eerste dat je te lezen krijgt in
de kamer is dat er uninvited guests kunnen zitten en dat je de receptie
altijd informeren om daar iets aan te doen. We voelen het al overal kriebelen.
De spleet onder de deur helpt niet om ons beter te voelen, daar kan een olifant
onderdoor, vorige gasten hebben duidelijk al geprobeerd om dat af te plakken.
We horen ook vanalles ritselen, blijkt dat het plafond bestaat uit houten
planken met daartussen spleten van 2 cm en daarboven zwarte plastiek die met
elke windvlaag naar boven getild wordt en dus ritselt. Hoe kómen ze er toch op,
is dat om te pesten?? We inspecteren alle hoeken en kanten maar kunnen geen
angstaanjagende gasten vinden. Oef.
We nuttigen
ons avondmaal in het restaurant en drinken dan nog maar een extra glas wijn
buiten op het terras, kwestie van goed te slapen en niet te veel geritsel te
horen.
1 voordeel,
het koelt hier s nachts goed af én eens de zon weg is, zijn ook alle vliegen
en muggen verdwenen, dus buitenzitten is hier s avonds een stuk aangenamer dan
in de tropen.
De wijn heeft
zijn werk gedaan en na een goede nachtrust staan we om 6u op. Te vroeg om hier
ontbijt te kunnen krijgen blijkt, dus we spreken onze voorraad aan en eten
allebei een doosje ontbijtgranen uit een plastieke beker (borden vergeten te
kopen).
Tegen 7.30u
staan we aan het beginpunt van onze wandeling in de Ormiston Gorge. Het is
verdorie toch al warm aant worden.
Gedurende 3u
wandelen we langs rotspaden door de gorge, helemaal alleen op de wereld lijkt
het wel. De zon is genadeloos en onze voorraad water gaat er goed door. De
uitzichten zijn onvergetelijk, en de vliegen agressief irritant. Ze komen in
volle snelheid op je gezicht af en hebben het vooral op de neus en de mond
gemunt. Zolang we in beweging blijven is het nog enigszins te doen.
Als we terug
aan de auto zijn, zijn we blij dat we de raad van vrienden hebben opgevolgd om
hier vroeg aan je dagactiviteit te beginnen. Het is gewoon snikheet. Tegen
vrijdag verwachten ze hier 39°. De rest van de dag gebeurt er niets meer,
behalve 2 wasjes doen, maar zelfs om die op te hangen is het bijna te heet. Een
uur later kon Mike de droge kleren al droog van de draad halen. Ze voelen
warmer aan dan wanneer ze uit een droogkast komen.
Eens het 17u
is schieten we terug in actie.
Fotos:
Ormiston Gorge & landschapsfotos, onze resort Glen Helen
Vandaag
beginnen we met het echte werk. We transformeren onze boot in een 4x4 voertuig
en hobbelen, botsen, sjokkelen gedurende 4 uur over een rode zandweg richting
Kings Canyon. In totaal kruisen we 3 autos.
Langs de kant
van de weg zien we kamelen, dingos, paarden en xxl-koeien. Geen van hen ziet
er echt gelukkig uit. Wat wil je, veel mals gras is hier niet te bespeuren.
Onderweg
stoppen we in een krater van een komeet die 142 miljoen jaar geleden is
neergestort en daarmee een cirkelvormige bergketen heeft achtergelaten van zon
5 km doorsnede. We stappen uit en bekijken het even kort, je weet maar nooit of
er nog zon steen volgen gaat.
De weg die we
hier volgen, de Mereenie Loop Road, loopt door aboriginal grondgebied. Je moet
dan ook op voorhand een permit kopen om hierdoor te mogen rijden. Stoppen mag
niet, buiten op 1 aangeduide rustplaats, die op 30 km van het einddoel ligt.
Tegen dan waren we stevig geschud. Lang konden we daar echter niet blijven, er
was geen schaduw. Iets wat hier op de middag trouwens altijd moeilijk te vinden
is omdat de zon dan gewoon pal boven je hoofd staat. Er is gewoon geen enkel
object te vinden dat dan schaduw geeft.
We
installeren ons in het Kings Canyon resort, een prima uitvalbasis om morgenvroeg
voor dag en dauw een wandeling te gaan doen. Voor de rest van de namiddag
zoeken we de beschutting en de airco van onze kamer op, dank god voor deze
geweldige uitvinding. Als extra zetten we onze ijskast nog mee open.