GENETISCHE MANIPULATIE IN DE WIJNBOUW?
Twee toponderzoekers van onze Unief (UGent)
worden op 22 november eerstkomend geïnaugureerd door de Gentse Wijnmetersgilde.
Dit jaar koos de gilde voor onze rector, Professor Anne De Paepe (vakgroep
Pediatrie en Genetica) en voor Prof. Dominique Van Der Straeten (vakgroep
Fysiologie). Beide onderzoekers onderscheiden zich in het vakgebied ggos
(genetisch gemanipuleerde organismen), de ene op medisch vlak, de andere op
planten fysiologisch vlak.
Als gezworen lid van de Kapittelraad van de
Gentse Wijnmetersgilde, maar vooral als free lance culinair journalist vond ik
het bijzonder interessant om een interview te mogen afnemen van Dominique over
boven genoemd onderwerp. Ik trok naar haar labo in de K.L.Ledeganckstraat
(Faculteit Wetenschappen) voor een uitgebreid, niet ingekort interview over dit
nog vrij onbekend onderwerp in de wijnbouw.
Georges De Smaele-De
gecultiveerde druif Vitis vinifera is ontstaan uit wilde soorten. Kan je dit
omschrijven als een natuurlijke genetische wijziging?
Dominique
VanDerStraeten-Dat is inderdaad het geval. Laten we even
de oorsprong van de wijndruiven van vandaag bekijken. Er zijn tussen de 5000 en
10000 variëteiten van Vitis vinifera
bekend, maar daarvan worden slechts een zeer beperkt aantal gebruikt voor wijn
en tafeldruifproductie. Al die variëteiten zijn het gevolg van genetische
wijzigingen van een moedervariëteit.
De
wilde druif staat bekend onder de wetenschappelijke naam Vitis vinifera subsp. sylvestris
(of Vitis sylvestris), terwijl de
naam Vitis vinifera subsp. vinifera (of kortweg Vitis vinifera) verwijst naar de
gecultiveerde druif. Deze laatste heeft tweeslachtige bloemen, terwijl de wilde
druif tweehuizig is (met mannelijke en vrouwelijke bloemen op aparte planten),
en kruisbestuiving nodig is om vruchten te kunnen produceren.
De
veredeling van de wilde druif dateert van 3500-3000 v.C.,wellicht in de
zuidelijke Kaukasus (Armenië, Georgië) of de Westelijke Balkan (Roemenië,
Bulgarije). De eerste geschriften in verband met de wijndruif vinden hun
oorsprong in Mesopotamië, en dateren van het derde millenium v.C. De tekst, in
Sumerisch schrift, behandelt het epos van Gilgamesh, een heldendicht behorende
tot de oudste literaire werken van de mensheid. Er zijn ook talrijke
hiëroglyfen uit het oude Egypte, waaruit blijkt dat wijn drinken een voorrecht
was van de farao, priesters, en staatsfunctionarissen.
De
oude Grieken introduceerden de wijndruif en wijnproductie in Europa. Griekse
kolonisten voerden de wijndruif in in Zuid Italië (toen Magna Grecia), in die
tijd bekend als Enotria. De Etrusken verbeterden de productiemethoden en
breidden de wijnexport buiten het Mediterrane gebied uit. De Romeinen
optimaliseerden de productie nog verder. De wijndruif werd dan in de loop van
de 17e eeuw in N- en Z-Amerika, Afrika en Australië ingevoerd. Door
de eeuwen heen ontstonden dus, in al deze gebieden, steeds nieuwe variëteiten.
Die ontstonden hetzij door genetische wijziging na tussenkomst van de mens
(veredeling), hetzij door spontane genetische wijziging (mutaties).
Veredeling
leidt dus tot genetische wijziging, net zoals dat bij genetische modificatie
(ontwikkeling van een GMO) het geval is. Een mooi voorbeeld van een natuurlijke
genetische wijziging, is het ontstaan van witte druiven. In 2007 rapporteerden
wetenschappers van Australië's Commonwealth Scientific and Industrial Research
Organisation (CSIRO), dat de oorspronkelijke witte druif ontstond uit een rode
druifvariëteit door 2 onafhankelijke mutaties in 2 genen die de accumulatie van
rode kleurstoffen (anthocyanen) in rode druif controleren. Dergelijke
coïncidentie van mutaties in 2 genen die een zelfde functie uitoefenen, is een
zeldzaam maar volstrekt natuurlijk gebeuren. Mocht evenwel slechts 1 van die
genen gemuteerd zijn, dan zouden er geen 3000 witte druifvariëteiten voorhanden
zijn. Conclusie: de gecultiveerde (wijn)druiven van vandaag zijn het product
van genetische wijzigingen die hetzij spontaan in de natuur optraden, hetzij
door de mens bij veredeling werden geïntroduceerd.
Georges-Met genetische manipulatie kan
je de grenzen van een soort overschrijden. Wetenschappers kunnen genen van
bacteriën, virussen, insecten, dieren en zelfs mensen onderling uitwisselen.
Wie beslist over wat goed en fout zit?
Dominique-Dat klopt, men kan in principe genen
uit eender welk organisme inbouwen in een andere soort. Wat goed of fout is, is
een keuze die als samenleving hoort genomen worden. Daarbij moeten echter
weloverwogen beslissingen worden genomen, wat inhoudt dat men goed geïnformeerd
moet zijn over de aard van de nieuwe technologie. Onderwijs op het niveau van
de middelbare school speelt daarin een heel belangrijke rol; onbekend is
onbemind. Wetenschappers dienen de bevolking goed te informeren over de
mogelijkheden, voordelen en eventuele problemen bij introductie van GMOs. De
beslissing om GMOs te accepteren wordt genomen op Europees niveau en op het
niveau van de lidstaten, maar die dienen ook gesteund worden door een brede
basis van de bevolking.
Georges-Is genetische manipulatie van
de druif mogelijk en is dit wel maatschappelijk verantwoord?
Dominique-GGO druiven zijn reeds bekomen door
wetenschappers in verschillende landen, er is dus geen technologische barrière
om deze te bekomen. Essentieel is de techniek die daarbij gebruikt wordt deze
die aan de Universiteit Gent door de professoren Schell en Van Montagu in de
jaren 80 werd ontwikkeld, gebruik makend van een natuurlijke vorm van
genetische modificatie. Daarbij wordt de grondbacterie Agrobacterium tumefaciens
aangewend als vehikel voor het inbrengen van een nieuw stukje DNA in de plant.
Deze bacterie veroorzaakt bij infectie van de plant ter hoogte van de overgang
van stengel naar wortel een gezwel. Deze is het gevolg van de overdracht van
genen betrokken in de aanmaak van 2 plantenhormonen, wat leidt tot een
ongecontroleerde celgroei. Agrobacterium-infecties komen trouwens in de natuur
ook vaak voor op wijnstokken.
Georges-Hoever staat men met de
EU-wetgeving ivm ggos, specifiek voor de wijnbouw?
Dominique-De wetgeving betreffende GGOs in de
EU is niet specifiek voor wijnbouw, maar eerder algemeen. In Belgie worden
dossiers in verband met GGOs geadviseerd door de Adviesraad voor
Bioveiligheid. Op het niveau van de EU is dit de European Food Safety
Authority (EFSA).
Op
dit moment is in de EU het verbouwen van slechts 2 GGOs toegelaten: een voedermaisvariëteit
van Monsanto, resistent tegen de Europese maisboorder (de rups van een
nachtvlinder), die zeer grote schade toebrengt aan maïscultuur, en anderzijds
de Amflora aardappel. Deze GGO aardappelvariëteit werd ontwikkeld door BASF
en produceert een type zetmeel dat onder meer geschikt is voor industriële
applicaties, zoals papierproductie. Amflora werd goedgekeurd in 2010, maar werd
in 2012 uit de Europese markt teruggetrokken.
Op
dit moment is het niet toegelaten om GGO druifvariëteiten te groeien binnen de
EU, behalve voor specifieke onderzoeksdoeleinden, mits de nodige vergunning
wordt bekomen.
Georges-Wat is het verschil tussen het kruisen/enten/klonen/veredeling
met genetische manipulatie van de druif?
Dominique-Enten en kruisingen zijn verschillende
vormen van veredeling. Kruising is de geslachtelijke voortplanting door het
aanbrengen van pollen van één variëteit op de stamper van een andere variëteit.
Daarbij wordt een hybride bekomen, die eigenschappen van beide ouderplanten
bezit.
Door
kruisingen van Vitis vinifera met een
andere Vitis soort bekomt men
hybriden. Er zijn drie grote groepen druivenvariëteiten, die omwille van
verschillen in hun eigenschappen, na kruising, tot landbouwkundig interessante
toepassingen kunnen leiden:
1.
Amerikaanse rassen, met o.a. Vitis
labrusca, Vitis bicolor.
2.
Oost-Aziatische rassen zoals Vitis coignetiae
3.
Europese en West- en Centraal-Aziatische rassen, waaronder Vitis sylvestris en Vitis
vinifera (=Europese wijndruif).
Enkel
Vitis vinifera, de Europese
wijndruif, kan lekkere wijn voortbrengen.
Amerikaanse
rassen zijn echter, in tegenstelling tot de Europese variëteiten, bestand tegen
de uit Amerika afkomstige ziektes, zoals meeldauw en valse meeldauw, maar nog
veel belangrijker is dat zij resistent zijn aan de druifluis. De druifluis, Daktulosphaira vitifoliae Fitch (familie
Phylloxeridae oorspronkelijk in
Frankrijk beschreven als Phylloxera
vastatrix), is een insect dat voornamelijk de wortels van de druivelaars
aantast (er bestaan ook soorten die bladeren aantasten en galletjes vormen,
waarin nymfen het stadium voor adulte druifluizen- voorkomen).
De
Oost-Aziatische rassen zijn dan weer zeer goed tegen de koude bestand, en zijn
daarom een belangrijke bron van genen voor koude-resistentie).
Toen
in de negentiende eeuw de druifluis, door de veel snellere stoomschepen, de
tocht over de Atlantische oceaan overleefde, kwam de wijnbouw in Europa aan de
rand van de afgrond. De wijngaarden stierven massaal af. De oorzaak van de
vernietigende ziekte werd in 1868 geïdentificeerd door o.m. Professor Planchon
die het verband legde tussen het afsterven van de wijnstokken en het voorkomen
van de kleine gele insecten op de wortels. De oplossing bestond er uit om onze
wijndruif met Amerikaanse druivenrassen te kruisen. Dit hybridiseren was
weliswaar de redding van onze wijnbouw, maar de kwaliteit was veel geringer dan
deze van onze wijndruiven. In een poging om druiven te kweken die een betere
kwaliteit wijn zouden voortbrengen, realiseerde Albert Seibel al meer dan
16.000 hybriden, waarvan er ruim 500 commercieel werden geteeld.
De
techniek van het enten werd rond 1900 geïntroduceerd. Daarbij wordt een stek
van één variëteit op een onderstam van een andere variëteit gezet. Er werd
ontdekt dat men door het enten van de klassieke wijndruiven (Vitis vinifera) op hybride onderstammen
weer de vroegere kwaliteitswijnen kon produceren. Landen als Frankrijk besloten
vrijwel onmiddellijk om de aanplant van kruisingshybriden te verbieden.
Wijndruiven geënt op hybride onderstokken werden de norm en zijn dat nog steeds,
met uitzondering van enkele landen in het voormalige Oostblok.
Georges-Stel dat een gelijkaardige
vernietigende ziekte in de wijnbouw zich nu zou voordoen, zou de genetische
manipulatie ons DE oplossing bieden?
Dominique-Genetische manipulatie zou wellicht
een oplossing kunnen bieden, afhankelijk van het probleem dat zich zou
voordoen. De kans bestaat dat binnen de 1000-en bestaande druivenrassen er
wellicht sommige de nodige resistentiegenen zouden bezitten. Vaak biedt de
natuur zelf al een oplossing. Maar via genetische modificatie zou men sneller
aan een nieuwe, resistente variëteit kunnen komen.
Georges-Kunnen GMO-druiven bekomen
worden resistent tegen plagen zoals virussen, fungi, schimmel, meeldauw,
insecten - dit ter vervanging van gebruikelijke pesticiden of kopersulfiet?
Jazeker.
Een voorbeeld daarvan is het onderzoek aan het INRA station in Colmar op de
virale ziekte in het Frans Court-noué genaamd (in het Engels: fan-leaf virus). Dit
virus, ook wel de aids van de wijngaarden genoemd, wordt verspreid door de
nematode Xiphinema index. Deze tast
de wortels van de wijnstok aan en brengt zo het virus over. Er bestaat geen
bestrijdingsmiddel tegen. Het virus verstoort de groei van de plant, de afstand
tussen de knoppen wordt kleiner en er ontstaat misvorming. Het blad wordt
gevlekt geel en gekarteld; de druiven worden zeer variabel van grootte
(millérandage). Aanvankelijk is er sprake van een toename van de kwaliteit,
maar uiteindelijk sterft de wijnstok af. Vooral de chardonnay is gevoelig voor
deze ziekte.
Aangetaste
wijngaarden moeten worden gerooid, maar de nematodes blijven in achtergebleven
wortelresten in de grond zitten en gaan pas na een jaar of zes dood. Daarom
moet bij nieuwe aanplant de bodem rusten en deels braak liggen of gedesinfecteerd
worden door gebruik van nematiciden. Dit laatste is altijd verboden geweest bij
biologische wijnbouw en sinds kort ook bij de conventionele wijnbouw.
Het
INRA van Colmar ontwikkelde een GMO druifvariëteit die resistent is tegen dit
virus (draagt een gen dat een variante maakt van een eiwit van het virus,
waardoor het echte virus niet meer kan vermenigvuldigen). Enkel de
wortelstokken dienen transgeen te zijn, de stek (ent, bovenstam) is niet
transgeen.
Georges-Zou de wijnbouwer bij gebruik
van ggos meer kunnen produceren of zijn ggos enkel bedoeld om de gewassen
bestendig te maken tegen gif (herbiciden?) en insecten?
Dominique-Er kunnen zeker GGOs ontwikkeld
worden die tot een hogere productie zouden leiden, dat is absoluut mogelijk.
Dit is in theorie van toepassing op elke plantensoort.
Georges-Bestaat er al een
GMO-druivenvariëteit resistent tegen vorst en wateroverlast?
Dominique-Dergelijke GGO-druifvariëteiten werden
nog niet gepubliceerd. Maar in principe is het wel mogelijk. Er wordt veel
onderzoek gedaan op de reactie van planten bij wateroverlast (vooral in rijst),
en er zijn heel wat genen bekend die hierin een rol spelen. Die genen zouden
ook in druif aangewend kunnen worden, voor productie van een variëteit die
tolerant is tegen wateroverlast. Hetzelfde geldt voor vorstresistentie.
Georges-Zijn er desbetreffend reacties
te verwachten van de Groenen, van Greenpeace? (cf aardappelveld-Wetteren)?
Dominique-Er zijn al voorbeelden van
protestacties tegen GGO druiven zowel in Frankrijk als in Zuid-Afrika.
Vreedzaam protest hoeft op zich geen probleem te vormen. Er moet echter een
serene dialoog tot stand komen tussen voor- en tegenstanders; de discussie is
momenteel -zeker in Europa- te sterk gepolariseerd. De Groene Beweging heeft
ons op zijn minst wakker geschud in verband met de hele problematiek rond de
teloorgang van de planeet en het belang van het behoud van de natuur. Het
bewust maken van de bevolking is één aspect. Anderzijds stemt dit
wetenschappers ook tot nadenken, ook zij moeten hun werk durven in vraag
stellen. De maatschappelijke impact van de toepassing van wetenschappelijk
onderzoek (innovaties) mag niet over het hoofd worden gezien. In de komende
jaren zal in dat verband wellicht meer dialoog tot stand komen met een ruimere
basis, zodat innovaties een breder draagvlak kennen. Anderzijds moet
fundamenteel wetenschappelijk onderzoek onvoorwaardelijk kunnen doorgaan, dit
is immers de basis voor de toekomst. Wat dat laatste betreft, moet onderstreept
worden dat we dank zij GGO technologie ontzettend veel hebben geleerd en nog
steeds kunnen leren over levende organismen.
Georges-Critici beweren dat schadelijke
effecten pas na verloop van tijd zichtbaar zullen worden en dat genetisch
gemodificeerde organismen niet zomaar uit het milieu kunnen worden
teruggeroepen - hoe sta je daar tegenover?
Dominique-Dat is inderdaad een heikel punt. De
wetenschap staat niet stil, er is continu vooruitgang, maar anderzijds weten we
ook nooit alles (dat is de zogenaamde Socrates paradox: ik weet één ding,
namelijk dat ik niets weet). Onderzoek blijft nodig om effecten op lange
termijn te kunnen doorgronden. Maar dit geldt voor alle nieuwe technologieën of
producten daarvan. Zo bvb worden schadelijke neveneffecten van geneesmiddelen vaak slechts opgemerkt na
jarenlang grootschalig gebruik. Alles hangt af van een positieve balans:
hoeveel goeds kan voortkomen uit de marktintroductie van een nieuw product, en
weegt dat wel op tegen eventuele gevaren of nevenwerkingen? Dat is een
moeilijke discussie, vooral gezien de belangen die er veelal aan gekoppeld
zijn.
Georges-Is biologische en/of
biodynamische wijncultuur verenigbaar met genetisch gemanipuleerde wijnbouw?
Dominique-In principe wel, gezien GGO-technologie
idealiter de plant een inherente bescherming kan bieden tegen allerlei ziekten
of belagers, waardoor minder milieuvervuilende pesticiden moeten aangewend
worden. Uitgebreid voorafgaandelijk onderzoek en monitoring op langere termijn
blijven echter erg belangrijk.
Georges-Zuid Afrika is nu een van de
voorlopers op het gebied van genetisch onderzoek in de wijnbouw (Universiteit
van Stellenbosch). Hoever staan wij in Europa?
Dominique-Europa heeft een zeer rijke
onderzoekstraditie in de wijnbouw. Een prachtvoorbeeld is de collectie: Le
Louvre des Vignes. Deze collectie werd door Franse onderzoekers gestart in 1876
(oorspronkelijk in Montpellier) als antwoord op het uitbreken van de
druifluisepidemie. De aanleg van de collectie had dus
infeite genconservatie tot doel, het behoud van de genen die bijdragen tot
ziekteresistentie en dergelijke. In het Domaine de Vassal waar de collectie
sedert 1949 wordt gehuisvest, komen veel minder infecties door insecten en
nematoden, en bijgevolg ook minder virussen voor, gezien het domein op
zandgrond ligt. Het Louvre des Vignes zal echter opnieuw moeten verhuizen. De
eigenaar, Domaines Listel in
Sète bij Montpellier, wenst de 30-jarige pacht niet te verlengen. Wellicht zal
de collectie verhuisd worden naar het INRA onderzoeksstation voor viticultuur
en oenologie in Gruissan, ongeveer 70 km ten zuidwesten van het Domaine de
Vassal.
Een
tweede voorbeeld van toonaangevend onderzoek op Vitis vinifera in Europa is de sequenering van het druifgenoom, nl
op Pinot Noir. Dit werd gerealiseerd door een Frans-Italiaans publiek
gefinancierd onderzoeksconsortium. Vitis
vinifera blijkt over 30000 genen te beschikken en ongeveer 0,5 miljard
baseparen per enkelvoudig genoom. Het aantal genen is ongeveer hetzelfde als
in rijst. De mens daarentegen heeft ongeveer 23500 genen, maar wel 2,9 miljard
bouwsteentjes. We bezitten dus veel meer bouwstenen in ons genoom, maar minder
genen dan de wijndruif.
Zuid-Afrika
is eveneens een koploper in het onderzoek van wijndruif. Daar heeft men het
groot onderzoeksstation Welgevallen bij Stellenbosch. Ook Australië voert heel
wat onderzoek uit op het vlak van GGO druiven.
Georges-Kan er iets gedaan worden met
de zaden van de druif?
Dominique-Jazeker, en er wordt tegenwoordig van
langsom meer vastgesteld dat druivenpitten wel een aantal heilzame stoffen
bevatten, voornamelijk anti-oxidanten. Daarentegen veroveren pitloze druiven
steeds een groter marktaandeel en wordt het soms moeilijk om druiven met pitjes
te vinden.
Genetische
modificatie zou bvb kunnen bijdragen tot het verhogen van de gehalten aan die
anti-oxidantia.
Georges-Zou een duidelijke etikettering
zinvol zijn?
Dominique-Is zinvol gezien er geen algemene
aanvaarding van GGOs is. Bovendien willen vele consumenten wel goed geïnformeerd
worden over het product dat hij/zij koopt.
Georges-Hoeven we in de toekomst schrik
te hebben van een glaasje gemanipuleerd?
Dominique-Er zijn ivm. GGOs geen gevaren
vastgesteld voor de Volksgezondheid. Allergie tegen bepaalde genproducten kan
optreden, maar dit moet hoe dan ook getest worden vooraleer een nieuwe
variëteit in de handel komt. Een recente studie van eeen Franse onderzoeksgroep
waarbij een hogere frequentie van kanker zou voorkomen in proefdieren gevoed
met GGO mais, werd door vele wetenschappers in twijfel getrokken en zal in de
toekomst worden herhaald. Er is dus heden geen reden om te veronderstellen dat
een glaasje gemanipeerd gevaarlijk zou zijn voor onze gezondheid, tenzij we ons
zouden laten gaan!
BEDANKT DOMINIQUE VOOR DEZE BIJZONDERE WIJNLES!
Georges De Smaele, wijnjournalist.
Ter
inlichting:
Gentse Wijnmetersgilde, Vrienden van de Gentse wijngaard zie website
www.wijnmetersgildegent.be
|