Ondertussen is het al een tijdje geleden dat ik iets schreef op mijn blog. Het is al heel druk geweest en er is al veel gebeurd. Ik heb soms gewoon de energie niet meer gehad om iets te schrijven. Al mijn energie ging naar mijn gezin, mijn zoon en dochter die het moeilijk hebben. Daarnaast moet ik zorgen dat ik zelf er niet aan onderdoor geraak. Een evenwicht daarin vinden is niet gemakkelijk. Mijn zoon is nu voor de derde keer naar de paardentherapie geweest. Vanaf de eerste keer (toen wist hij niet dat hij dat deed als therapie, maar gewoon kennismaking 'toevallig'), verliep het eigenlijk wel goed. Hij was enthousiast en durfde veel doen met de paarden. Hij gaf hen eten, hielp om de hooi in de zakken te doen, hij hielp mest ruimen, en kon de paarden aaien, zocht contact met de paarden. De tweede keer zag hij het ook zitten en deed hij ongeveer hetzelfde. Deze keer mocht hij regisseren van zijn coach. Geleidelijk aan heeft zij hem ook vertelt wat ze eigenlijk doet en dat ze een coach is die andere mensen helpt en dat die mensen haar ook wel helpen. Hij aanvaardde dit en gaf ook aan om graag terug te komen. Gisterenavond zag hij het niet echt zitten. Deze morgen kon ik hem toch meenemen zonder al teveel moeite. Hij mocht opnieuw regisseren en aangeven wat hij wou doen. Deze keer wou hij oefeningen doen met de paarden. Ze heeft eerst gekeken en bevraagd wat hij doet in zijn vrije tijd en wat hij leuk vindt. Van daaruit ging ze te werk. Hij zou uiteindelijk de oefening doen, dat de paarden hem moesten volgen langs een parcours dat hij uitstippelde. Niet gemakkelijk, maar hij probeerde. Hij gaf vaak aan dat hij iets niet wist, hoe hij iets moest doen, ze liet hem proberen. Telkens met de nodige aanmoedigingen en bevestigingen als het hem lukte. Hij moest zelf aangeven als iets niet lukte en hij hulp nodig had. Het ene paard volgde hem gemakkelijker dan het andere. Hij leerde om krachtigere boodschappen te geven, duidelijke signalen te geven met zijn lichaam, ... zijn houding zorgde voor de reactie van het paard. Hoe moeilijk het ook was, hij gaf niet op, hij zette door en bleef proberen. Ik ben trots op hem, hij heeft zich geen enkele keer boos gemaakt, geen enkele uitbarsting gekregen, hij had minder tics tijdens de oefeningen, hij was geconcentreerd en probeerde alle instructies te onthouden en uit te voeren. Achteraf haalde zijn coach emotiekaarten uit. Iets waar hij niet graag over praat en zich zo goed als altijd voor afzet. Ze vroeg hem om een paar kaarten te nemen die passen bij wat hij voelt op dat moment; Deze keer liet hij het gebeuren en nam hij een aantal kaarten. Ze vroeg om te vertellen waarom hij een bepaalde kaart koos. Ze hielp hem ook door enkele vragen te stellen, zodat hij zijn antwoord kon uitleggen. Daarna kreeg ik de opdracht om kaarten uit te kiezen. Ik vond dit zelf ook heel moeilijk. Ik wist niet of het over mij ging, of mijn gevoel naar hem toe, of allebei. Ik besloot om het gevoel te kiezen dat ik naar hem toe voelde op dat moment. Mijn andere gevoelens die door mijn lichaam gaan heb ik niet willen tonen of vertellen. Toch kon ik een aantal gevoelens tonen en moest ik ook een woordje uitleg geven, waarom ik de kaarten koos. Toen ik de kaart 'opluchting' moest verwoorden, kreeg ik het heel moeilijk. Blijkbaar maakte het veel in mij los op dat moment. Het woordje opluchting gaat over veel dingen. Ik ben opgelucht omdat hij doorzet, opgelucht omdat hij het graag doet, opgelucht omdat hij zich niet boos maakt, opgelucht omdat hij zich kan ontspannen, opgelucht omdat we iets rustigs kunnen aanpakken samen, opgelucht dat er een klik is met hem en de paarden en met de coach, opgelucht omdat we iets gevonden hebben waar we kunnen op verder bouwen, opgelucht om hem te zien ondernemen, opgelucht om hem niet te horen klagen, opgelucht omdat hij dingen toelaat dat hij anders nooit doet, opgelucht dat hij zich op dat moment gelukkig voelt, opgelucht dat hij dat uurtje niet denkt aan zelfmoord, opgelucht om.... zoveel .... Mijn tranen rolden van mijn gezicht, ik kon het niet meer tegenhouden. Zij verwoordde het naar hem toe, dat mama weende, maar eigenlijk blij was. Ik kan met heel veel trots zeggen dat ik heel fier ben op mijn kleine man. Misschien is dit wel een toegangspoort om dieper tot hem te geraken.
|