Onze zoon gaat naar het buitengewoon onderwijs. Sinds hij daar gestart is, hebben we hem zien groeien. Voordien praatte hij amper, nu durft hij al praten en praat hij soms non-stop over zijn specifieke onderwerpen. Voordien was er amper ruimte voor rust, een glimlach, een blij kind, nu zien we al meer momenten waarin hij zich rustig bezig kan houden met zijn favoriete bezigheid, nu kunnen we hem al eens horen lachen, zelfs schaterlachen en zien we al eens een blij kind die ook al zichtbaar kan genieten van een aantal momenten. Ik ben enorm dankbaar voor de hulp en de steun die deze school biedt en reeds heeft aangeboden. We hebben heel veel bijgeleerd in die jaren. We hebben ministapjes genomen, we zijn gevallen, we zijn terug opgestaan, we hebben vaak tegen een muur gebotst, maar altijd weer een weg gevonden die mogelijkheden biedt. Het regulier onderwijs hebben we voor hem tot hiertoe achterwege gelaten sinds de overstap. Als we ons kind nu zien en vergelijken met toen, dan hebben we geen seconde spijt van onze beslissing. We hebben veel commentaren gekregen, zelfs van het toenmalig CLB. Zij vonden niet dat onze zoon thuis hoorde in het buitengewoon onderwijs omwille van zijn IQ. Als je alleen daar naar kijkt, dan zou je misschien wel akkoord gaan. Maar als een kind niet kan functioneren in een onderwijs met zo een IQ, als de schoolprestaties zodanig onrustwekkend zijn en je sociaal-emotioneel een wrak van een kind krijgt met enorme angsten, woede-uitbarstingen die uren aanslepen, zelfmoordgedachten, dan denk je toch wel eens na. Een opname in de kinderpsychiatrie was een stap die we uiteindelijk dan toch geweerd hebben, net omdat onze zoon zodanig angstig was dat hij eerder getraumatiseerd zou zijn, dan geholpen. In de jaren in het buitengewoon onderwijs hebben we voor verschillende combinaties gekozen ('semi-internaat met internaat). Onze zoon wil niet meer inslapen op school. Hij wordt er 11 en we proberen een weg daarin te vinden. Dit schooljaar hebben we een aantal nachten afgebouwd en hebben we toch overleefd. Het vraagt veel energie om hem te brengen en te halen, want de school is niet zo dichtbij. De bus is voor hem ook niet gemakkelijk door de vele prikkels die hij te verwerken krijgt. In de auto moeten we ook geen woord tegen hem zeggen en is hij doodmoe. Volgend schooljaar gaan we de poging wagen om hem elke dag naar huis te laten komen. Maar voor hem zijn er ook consequenties aan verbonden dat hij meer met de bus zal moeten rijden. Ik kan het niet meer opbrengen om dagelijks anderhalf tot 2 uur in dat verkeer te zitten om hem te brengen of te halen enkele rit. Het zullen heel lange dagen zijn voor hem. Ik denk niet dat hij dat ten volle beseft. Ik hoop dat hij nog een beetje energie over gaat hebben voor zijn schooltaken, om te eten, om zich te wassen en om dan nog te ontspannen. Ik zal een schema moeten opstellen om de taken te verdelen en om te zorgen dat hij zich wel wast en zijn huiswerk doet. Ik heb vandaag de school op de hoogte gebracht van de nieuwe wending. Zij houden hun hart al vast. Ergens is het internaat voor hem wel goed om verschillende redenen. De structuur, de sociale vaardigheden die hij leert, de therapie, de begeleiding, de rust voor de zussen, meer tijd voor ontspanning voor hem,
Ik ben afwachtend voor wat volgend schooljaar geven. We zullen snel ondervinden of we een goeie beslissing genomen hebben of niet. Ik denk dat de stress wel weer zal toenemen op bepaalde vlakken.
|