Verpleging zijn geweldige mensenkenners. Mijn ochtendverpleegster begreep hoe erg ik het vond om morgen het heilig vormsel van ons Nina te missen. Ze stelde voor eens een ballonneke op te laten bij de dokter. Het was even een dilemma. Graag, heel graag wil ik dit meemaken. Anderzijds ben ik nog veilig genoeg tegen ziektekiemen? en bovenal voel ik al die ogen buiten en in de kerk in mijn rug branden: "Wat doet die hier? Lag die niet in het ziekenhuis?" Wel, ik heb dus toelating om zondagochtend de afdeling te verlaten tot in de namiddag, dan moet ik opnieuw "binnen". Vanavond krijg ik nog wat bloedplaatjes om veilig eventuele verwondingen te kunnen overleven, ze staan sowieso op 15.000/µl. Jullie hebben normaal meer dan 150.000 en veilig ben je pas boven de 20.000. Het mooie zonnetje vandaag, samen met dit goede nieuws, ik begin er helemaal klaar voor te geraken om er vanaf maandag een lap op te geven.
Zo begin ik dus, recht uit bed om 7u30. Op de fiets. Zolang ik dit nog kan is er geen reden tot paniek. Tijdens deze opwarming komt verpleegster Christine die enkele bloedstaaltjes afneemt. De boterhammen steriel verpakt, die komen samen met een kannetje thee, vers geperst fruitsap, nog wat kaas en vlees beleg en yoghurt... "Moet dat allemaal op?" Mijn schoteltje wordt met een lieve glimlach op mijn tafeltje gezet: "Laat het smaken he jongen." Ja ik voel me nog een jonge jongen. En zó verwend dat ik hier word. "Wil je misschien nog een appel? nog een taske thee? als ge nog iet moet hemme, dan laat het maar weten". Na het eten komt Christine weer, temperatuur en bloeddruk meten. Hoge bloeddruk. Is dit nu Witte Jas Hypertensie? is dit al die femiene aandacht? of zijn het die 130mg methylprednisolone elke dag? Soit. Tijd voor de lavabo. "Gene kattewas hé!", kreeg ik al meteen te horen. En zoals ik altijd goed luister, begin ik rustig van boven naar onder me te wassen met die catheder zwieberend aan mijn borstkas. Een flink half uur om wat opgefrist te geraken. Gelukkig mag ik morgen voor het eerst hier onder de douche. Tandjes poetsen, niet zoals thuis. Hier heb je een tandenborstel voor elke dag een nieuwe. Als ik hier buiten kom, heb ik een collectie voor de rest van mijn leven!
Zo, fris gewassen, tandjes gepoetst, op naar de orde van de dag. Daarvoor hebben ze hier een mooi wit markeerbord met magneten. Hier maak ik lijstjes. Ik noteer dingen die van thuis moeten meegebracht worden zoals een pyamahemd met knopjes, het boek "De Hongerspelen", een draad om wenskaartjes op te hangen. Ik noteer mijn vragen aan de verpleging, dokter, sociaal assistent. Net als een bezoeklijstje waar het verwachte bezoek op afspraak kan komen. Het bekende To Do lijstje staat elke dag maar voller en voller. In eerste instantie gaat dat hier over administratie. Zo had vandaag Angela de dikke bruine enveloppe van het FOD Financiën bij . Maar ook loonverwerking, praktijkadministratie, mijn verzekeringen, bankverrichtingen, telefoontjes naar dezen en 101 andere instanties. Het lijstje Niet Te Vergeten krijgt een rood kleurtje, om het niet te vergeten natuurlijk! Wenskaartje Nina, wiens vormsel ik zondag 5 mei niet zal kunnen bijwonen. Een gevoel van verdriet gemengd met schuld maakt zich van mij meester wanneer ik aan haar denk. Onze jonge meid, bijna 12 en vader laat haar in de steek... Iedereen die vader is, weet wat ik bedoel.
Nog maar goed en wel begonnen met de lijstjes, kruip ik terug op dat éénwielig stalen ros, voor een halfuurtje interval, pols tot 130. Niet forceren, ik ga mijn krachten nog nodig hebben. Het is zo 12u en het middageten komt er al aan.
In de namiddag komt mijn bezoek, Angela, mijn vrouwtje is altijd als eerste hier, de schat. Hoe meer kan je leven nog op zijn kop komen te staan? Balen - Leuven - Balen, je huishouden, de vele goedgemeende telefoontjes van mensen die allemaal willen helpen, van Limburg tot West-Vlaanderen, de was en de plas, en vooral de aandacht naar Lucía, Anaïs en Nina. Ik zei haar vandaag: "Je leidt een dubbel leven". Ze lachte schalks. Ondertussen is vandaag mijn lieve schoonmoeder Carmen aangekomen. We hadden wel een andere vakantie voor haar in gedachte, ze neemt het allemaal goed op. Levenservaring is dat.
Vandaag mag ik nog buiten. Eens de witte bloedcellen te laag zijn komen te staan, mag ik enkel nog door het raam kijken om van de zon te genieten. Het wordt een mooi weekend vertellen ze. Met de infusenstaander rollen we naar de vijvertjes voor Gasthuisberg. Mooie eendjes, de bloemetjes bloeien, het water stroomt van vijver naar vijver. En rond dit klein stuk groen, staan allemaal assebakken met op de grond honderden peukjes... Het zonnetje maakt het goed. Die warme kracht, ik neem ze in me op en laat haar mijn bloed opwarmen om zo denkbeeldig die kankercellen te treffen. Ze zeggen dat het gedacht veel doet.
Nog voor een derde keer op mijn hometrainer. Voel ik daar vermoeidheid? Dan steken we toch een tandje bij zeker!
Na mijn bezoek vertrokken is, eet ik mijn avondmaal, boterhammen met frikandeau, een glas volle melk en een Frangipane.
De avond begint te vallen. Nog wat telefoontjes. Het wordt donker, ik heb jullie heel wat verteld vandaag en wil hier de dag afsluiten. Tot morgen. Danny
Na ik mijn naasten op de hoogte heb gebracht van mijn ziekte en de verwachte calvarietocht, hebben vele van jullie een mailtje van mij ontvangen. Ik begrijp hoe onthutst jullie allemaal zijn, ik was dat een week geleden ook. Nu gaat het met mijn animo goed en nodig ik jullie uit mee mijn weg in dit blog te volgen. Wil je een keer op de afdeling langs komen, dat kan, na afspraak (zoals bij den dokter ) door eventjes te telefoneren. Bezoek mag hier per 3 en niet langer dan 2u. Ben je wat ziekjes, blijf hier dan ver vandaan en kom wanneer je in bloedvorm bent. Wil je een keer met me praten, dat kan ook, je hebt mijn nummer. Nog liefst heb ik je commentaar op mijn belevenissen hier en thuis.
Ik lig, of zit zoals je wil, dus in Leuven . Gasthuisberg wel te verstaan. Sinds gisteren krijg ik voornamelijk cortisone om het aantal witte bloedcelletjes te laten zakken. Van 30.000/µl naar vandaag reeds 6000. De dokter vond dit goed nieuws. Ik zit in de aanloopfase naar het starten met chemotherapie. Maandag 6 mei zal die starten. Dan zal dat lachen en optimisme misschien wel een deukje krijgen. Ondertussen heb ik het hier verschrikkelijk druk. De SMS-jes, telefoontjes vallen hier continu binnen. Mensen bieden allemaal hun hulp aan. Het is zo hartverwarmend, ontroerend al die liefde en bezorgdheid die Angela en ik mogen ontvangen. Voor al deze mensen schrijf ik deze blog, als erkenning van de vriendschap en liefde die Angela en ik met jullie mogen delen. Ja, ik kan zeggen dat ik momenteel op een wolk leef. Wat gedesoriënteerd, soms wat te vrolijk, soms wat stiller wanneer ik naar die infusenstaander kijk en denk: "O ja, jij bent er ook nog." "Gij gaat hier het zware werk doen hé, al die zakken chemo, die mag jij torsen, ik zal ze wel verteren."
Bij dit eerste berichtje wil ik je even uitleggen hoe ik aan de andere kant van de stethoscoop terecht ben geraakt.
Ik werk als huisarts in een duopraktijk in het Kempische Balen. Zoals vele huisartsen worden wij zelden ziek, omwille van de antistoffen die we hebben tegen de kiemen die onze patiënten meebrengen wanneer ze ziek naar ons toekomen. Wanneer je dan toch eens iets mankeert, stel je graag al snel een diagnose bij jezelf en gaat het vaak inderdaad snel beter. "Wat kan er nu misgaan met een dokter? Ik ken mezelf, ik begrijp mijn klachten goed", denk je ietwat hoogmoedig. En zoals het in ons jachtige leven dikwijls gaat, denk ik al snel dat die "zogenaamde ziekte" veroorzaakt is door het vele en harde werken.
Zo dacht ik dinsdagavond tijdens de raadpleging, toen ik een steek in de maagstreek voelde die uitstraalde naar de linkerborst dat die lekkere tortilla van mijn echtgenote Angela een heuse maagzweer had wakkergemaakt... Een avond en een nacht met hevige pijn passeerde en ik begon met maagpilletjes en een flinke Dafalgan. 't Zou zo wel opgelost zijn en in de loop van woensdag ging het al opnieuw beter. Zie je wel, die maagpilletjes doen hun werk al. Donderdag ging ik al opnieuw aan de slag, niet in allerbeste vorm, maar het ging. Tot 's avonds collega Kathleen me bij de lurven vatte en me dwong om ook eens naar die bloeduitslag te kijken, die ik daags ervoor - onder druk van mijn echtgenote - door Kathleen had laten maken. Nou, dat zag er niet zo goed uit. "Myelocyten", "blastair uitzicht" en nog zo wat van die termen die je zo eens om de paar jaar in je carrière tegenkomt. Ik beloofde haar morgen de bloedspecialist te contacteren. Vrijdag 13u in het ziekenhuis, werd het vermoedelijke slechte nieuws al bevestigd, dit is een bloedkanker. Verdere onderzoeken brachten ons dichter naar de juiste diagnose. Dit werd een opname. Eerst Geel, daarna Leuven. Sinds gisteren weet ik dus dat ik lijd aan Acute Lymfatische T-cel Leukemie of T-ALL.