Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

Momentum

04/07/07

Beste vogelvriend …

Startdatum: om meteen de drempelvrees te verlagen stel ik voor dat iedereen een reactie ventileert over het wegblijven van een birdyreünie; het kan kort in de 'poll'-rubriek en wat uitgebreider in dit communicatievenstertje.
Het was Oswald die mij ooit voorstelde ons wat dieper in het internet te nestelen, wat nu via deze blog is gebeurd, weliswaar zonder een referendum te houden.
Bij deze nodig ik jullie uit je mening te ventileren, want de bedoeling is een handig alternatief aan te bieden.
Tot heel binnenkort …

04/07/08

Happy Birdyday …

 

Temidden van een levendige en warmhartige woonwijk, ligt een door menselijke bebouwing omzoomde biotoop … een fraaie frisgroene weelderige oase, waar de birdyfans de gevederde tuinbezoekers graag welkom heten en gul onthalen.

Die verwennende gastvrijheid in een gezellig en veilig rustoord, bekoorlijk door landelijke eenvoud en liefelijkheid, prikkelt de vertrouwenwekkende aanhang, de nesteldrang met vrolijk vogelgezang en feestelijke voortgang. We hopen volgend jaar nog meer ‘straatketten’ naar de Kille Meutel te lokken …

 

04/07/09

 

Je zoekt, vindt en kiest

een levensweg, die je deelt

met trouwe vrienden …

 

Precies vandaag bestaat ons“Kille Meutel”Forumpje 2 jaar.

Sinds de wondermooie opnames van onze huisfotografen het “Blogscherm” sieren, loopt het aantal bezoekers gevoelig op.

Een verheugende en hartverwarmende vaststelling, daar eveneens destijds de voor natuurliefhebbers en vogelbeschermers bedoelde nieuwsbrieven, geïllustreerd met tekeningen, een educatieve waarde beoogden.

Sedert kort werd de rubriek“Birdywatch”gelanceerd, initieel opgevat als verzamelbox voor (tuin)observaties van vogelspotters.

Momenteel is een gebruiksvriendelijke observatiefiche, waarin de waarnemer zijn vaststellingen optekent, nog niet beschikbaar.

Met een klik op“Vogelwaarnemingen” nodigt de rubriekenindeling de bezoeker uit een pittige anekdote,een blikvanger,een weetje of een suggestie neer te pennen.

Af en toe duikt over een verschenen artikel een leuke en spontane “Reactie” op of laat men een indruk na in het “Gastenboek”.

In de speurtocht naar kennisdeling en verwondering wekken, blijft de drijfveer“Alles kan altijd beter”…

04/07/10

 

Vandaag hebben we weer wat te vieren want de blog bestaat 3 jaar.

Onze trouwe huisfotografen Jo en Wim blijven voor merkwaardig beeldmateriaal zorgen en dan is het ook niet verwonderlijk dat het bezoekersaantal gestaag aangroeit.

Met vereende krachten hebben we met ons klein, maar niet minder enthousiast clubje vogelvrienden een mussenteltraject uitgezet om in de streek (Zaventem, Nossegem, Sterrebeek, Kraainem) op 17 verschillende telpunten onze geliefde‘straatketjes’ te tellen.

Hierdoor maken we deel uit van de mussenwerkgroep Vlaanderen die naast het jaarlijks weerkerend mussentelweekend in samenwerking met de universiteit Gent een grootschalig huismussenonderzoek coördineert.

Wij blijven uiteraard ook gefocust op de vliegbewegingen binnen onze tuinenbiotoop. Tijdens de jongste reünie gaven enkele haiku’s mooi weer hoe fel we gehecht zijn aan onze gevederde levensgezel; meteen ook een gelegenheid om de loyale vogelliefhebbers een welverdiende  huismuspin op te spelden …

Dakpan of dakgoot,

voor de huismus is een nest

in Kille Meutel – Georges

Tjilpende huismus,

nest in de Kille Meutel

welkom bij ons hier – Arlette

Kijk Kille Meutel,

veel parende huismussen,

hemel op aarde – Oswald

Kille Meutel vriend,

huismus breng ons samen en

laat het blijven zijn – Chris

Groene oase,

paradijs voor de huismus,

dé Kille Meutel – Franz

04/07/11

Drukke en woelige tijden tasten al eens vaker de drang aan om over de fascinatie voor het
vedervolkje te communiceren.Immers in de Brusselse betonnen biotoop beter bestuurlijk beleid geldt de regel: first things first and don't feel free as a bird!
Toch is het bezoekersaantal op jaarbasis weer gevoelig toegenomen dit jaar, een eerbetoon dat vooral de huisfotografen toekomt, die voor kwalitatief hoogstaande visuele impressies zorgen.In de loop van volgend jaar zal de Kille Meutel een bijdrage leveren aan de geplande acties van de mussenwerkgroep Vogelbescherming Vlaanderen.

04/07/12

Inmiddels hebben ruim 51 000 bezoekers op de blog 275 artikels en 125 vogelportretten geraadpleegd, alsook 1 100 foto's, waarvan de helft door onze huisfotografen werd aangeleverd. Uit statistieken ter beschikking gesteld door de providers kunnen we afleiden 
dat 54% Nederlanders en 41% Vlamingen geregeld de blog raadplegen en dan het vaakst gedurende de weekdagen (70%), voornamelijk tussen 13.00 en 18.00 u en 30% tijdens het weekend. Tijdens de maanden juli, augustus en september heeft de blog 'begrijpelijk' minder succes.De Kille Meuel blijft zich samen met Vogelbescherming Vlaanderen inzetten voor het behoud van de huismus.  

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Mijn favorieten reeks 1
  • bloggen.be
  • Natuurpunt
  • National Geographic
  • Natuurfotograaf Mineur
  • Vogelbescherming Vlaanderen
  • Vogelportretten Birdpix
  • Vogelportretten Birdfocus
  • Vogelbescherming Nederland
  • Belgium Digital
  • Vogelzang
    Mijn favorieten reeks 2
  • Favoriete vogel 2014
  • Instituut voor natuur- en bosbouw
  • Mussenwerkgroep
  • Natuurfotograaf Laura Sperber
  • Vogelencyclopedie
  • Natuurfotgrafen Monique & Luc Bogaerts
  • Natuurfotograaf Pieter Cox
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    TO DO - List

    Kille Meutel Meetings Overlegmomenten Vogelbescherming Vlaanderen Overlegmomenten Natuurpunt Overlegmomenten WWF Overlegmomenten Greenpeace Overlegmomenten INBO

    KILLE MEUTEL
    Vogelvrienden
    22-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De brandgans

    De brandgans is van oorsprong een trekvogel en broedt op steile rotskusten en kliffen, op veilige onherbergzame plaatsen, zoals richels, die meestal alleen vliegend bereikbaar zijn.

    Zowel in de lucht als op de grond maken brandganzen voortdurend een geluid dat gelijkt op het gekef van kleine honden. Ze zwijgen zelden, maar het meeste geluid brengen ze voort als ze opvliegen.

     

    De brandgans heeft een contrastrijk verenkleed. Door zijn geel beigeachtig tot roomwit gezicht met zwart oog en kleine stompe zwarte snavel, alsook glanzend zwarte kruin, hals en borst is de brandgans duidelijk herkenbaar. De bovendelen zijn blauwgrijs met witgerande zwarte dwarsbanden en de onderkant is wit. Ze halen een lichaamslengte die varieert van 58 tot 70 cm; de spanwijdte reikt tussen 130 en 145 cm en het gewicht schommelt tussen 1.5 en 2 kg.

     

    Ze worden vooral aangetroffen in beschermde gebieden; ze zijn nogal schuw en moeilijk benaderbaar.

    Het liefst eten ze gras en zeekraal dat periodiek bij hoogwater door de zee wordt onderstroomd (kwelders en wadden), maar ze nemen ook genoegen met gewoon weiland en stoppelvelden (klaver, graszaden, wintergranen), wat soms aanleiding geeft tot klachten door boeren over vervuiling van hun land.

     

    Het luid roepend en met klapperende vleugels rondrennen is een karakteristiek onderdeel van het baltsgedrag. Ze paren in hun broedbiotoop op eilanden en schiereilanden, schorren, moerassen, soms in rietkragen bij vijvers. In een met veren gevoerd nest op de grond legt het vrouwtje 4-6 eieren

    De familieband is sterk; hoewel de jonge gansjes al snel voor zichzelf kunnen zorgen, blijven ze tot het volgende broedseizoen bij de ouders. De lichtbruine donsjongen kunnen na 7 weken vliegen.

    Voor de jaarlijkse trek sluiten de familiegroepen zich tot grotere zwermen aaneen. Brandganzen vliegen dikwijls in een slordige, vormeloze formatie, met aan de achterzijde een langgerekte sliert.

    De in onze streken overwinterende brandganzen zijn broedvogels van Groenland, Nova Zembla, Spitsbergen en West-Siberië.

     

    Een knap filmpje van Tariloe toont ons de ‘keffende’ brandgans van heel dichtbij

    http://www.youtube.com/watch?v=ooRugtnQ_7E

     











    22-07-2012 om 15:36 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    18-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleine mantelmeeuw verstrikt in boomtakken

    Bron: digitale nieuwsbrief Vogelbescherming Vlaanderen – foto’s  Jan Rodts

     

    Gisteren namiddag hebben Vogelbescherming Vlaanderen en leden van het brandweerkorps van Sint-Niklaas een kleine mantelmeeuw uit een boom bevrijd. Dat gebeurde in een grote tuin in hartje Sint-Niklaas, vlak naast de oude, leegstaande gebouwen van de vrije technische scholen ter hoogte van de Collegestraat.

     

    De onfortuinlijke vogel droeg vermoedelijk een lang stuk nylon visdraad met zich mee dat tijdens de vlucht wellicht verstrikt raakte in de takken van zowel een jonge beuk als van een oude accacia. De handpennen van de linkervleugel kwamen daardoor vast te zitten, waardoor de meeuw geen kant meer uit kon. Bewoners uit de onmiddellijke omgeving hadden de mantelmeeuw afgelopen zondag al zien bengelen en waarschuwden plichtsbewust de stadsdiensten.

    Het nieuws kwam echter pas gisteren voormiddag bij Vogelbescherming Vlaanderen terecht. Die zette meteen de grote middelen in: een ploeg van gemotiveerde en ervaren brandweerlieden waren meteen bereid te helpen.

    Via de leegstaande schoolgebouwen konden ze met een ladder de grote ommuurde tuin betreden. Met behulp van een stok met daaraan een zakmes bevestigd, kon een lenige brandweerman de nylon visdraad lossnijden. De erg uitgeputte vogel vertoonde geen verwondingen maar de slagpennen zijn hoe dan ook verloren. Gelukkig ruien kleine mantelmeeuwen hun vleugelveren pas eind augustus waardoor deze mantelmeeuw eind september al met een volledig nieuw verenpak terug de natuur in kan.

     

    Na de reddingsactie werd de vogel overgebracht naar het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren te Kieldrecht, waar hij nu eerst op krachten kan komen. Pas daarna zal de aan het centrum verbonden dierenarts bekijken of de vleugel geen inwendige kwetsuren vertoont.

    Als de revalidatie voorspoedig verloopt, kan de vrijlating eind september plaatsvinden.

    Vogelbescherming Vlaanderen vraagt alle hengelsportliefhebbers hun collega’s die argeloos omspringen met verloren hengelmateriaal – zoals visdraden en –haken – op hun verantwoordelijkheden te wijzen.







    18-07-2012 om 07:33 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    15-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe meeuwenplaag vogelvriendelijk terugschroeven?

    Het agressieve gedrag van mantel- en zilvermeeuwen wordt door lokale beleidsverantwoordelijken ook steeds meer gezien als een bedreiging van het toerisme.

    Wie geregeld de kust bezoekt, zal al vaker hebben gemerkt dat de overlast van de zilver- en mantelmeeuwen in het verleden ‘beperkt’ bleef tot het openprikken van afvalzakken, vervuiling door uitwerpselen en lawaaihinder.

    Er leven aan de kust zowat 300 000 meeuwen, die nogal wat overlast veroorzaken!

    Aan de kust klaagt men over extreem veel en agressieve meeuwen.

    Heel recent is een NMBS-arbeider, werkzaam aan de westelijke voorhaven van Zeebrugge, in zijn hoofd gepikt, toen zijn helm afviel. De spoorwegarbeider werd wegens de bloedende wonde naar het ziekenhuis vervoerd, omdat meeuwen niet zo kieskeurig omgaan met vaak onhygiënische voedselbronnen.

     

    Vroeger had Oostende 174 vissersboten, nu nog amper 40

     

    De preventieve maatregelen zoals het opsporen van nesten en het schudden of doorprikken van eieren, helpen niet het bestand in balans te houden.

    Bedoeling van de Oostendse schepen van landbouw is de overbevolking aan meeuwen – een beschermde vogelsoort – op een natuurvriendelijke manier terug te dringen.

    Men wil werk maken van voederbakken in zee, zodat meeuwen het terug gewoon worden om eten op zee te zoeken in plaats van in de stad.

    De idee wordt geopperd om een ‘hawkkite’ in te zetten, een vliegrobot  die er net als een havik uitziet.

    Het probleem van de meeuwen beperkt zich niet tot Zeebrugge. Heel de kust klaagt erover;  er zijn een aantal organisaties tegen opgezet, voorlopig zonder veel resultaat. Zo was er een actie met een valkenier, die drie maal per week zijn Amerikaanse woestijnbuizerds over de broedplaatsen van de meeuwen in de stad laten vliegen, terwijl geluidsapparatuur alarmkreten uitzond. Bedoeling was om de meeuwen bang te maken met beeld en geluid, … maar ze bleven.

     

    Een korte en glasheldere reportage schetst een momentopname:

     

    http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120603_00171274

     









    15-07-2012 om 20:26 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    08-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.‘De Kuifeend en de Grote Kreek’

    Geraadpleegde bronnen: Grenzeloze Schelde – Nieuws 58 / Natuurpunt / Agentschap voor Natuur en Bos

     

    Als 2de haven van Europa en 4de van de wereld is de Antwerpse haven een belangrijke economische draaischijf. Niettemin ligt ze te midden van Europees beschermde natuurgebieden. Grote delen van het gebied zijn dan ook aangeduid als speciale beschermingszone in het kader van de Habitat- en Vogelrichtlijn.

    De Schelde en haar buitendijkse slikken en schorren genieten Europese bescherming als habitatrichtlijngebied.

     

    Op linkeroever bestaat het vogelrichtlijngebied ‘schorren en polders van de Benedenschelde’ uit een reeks waterrijke gebieden zoals zompige moerassen en rietlanden, plassen, kreken, natte graslanden, slikken en brakke schorren. Deze gebieden zijn van cruciaal belang voor tal van trekvogels om te verpozen en hun vetreserves aan te vullen. Het gebied is eveneens van groot belang voor talloze beschermde vogels die er komen broeden.

    Op rechteroever geniet het natuurgebied ‘De kuifeend en de Grote Kreek’ al decennia lang de reputatie van één van de belangrijkste vogelgebieden in Vlaanderen te zijn.

     

     

    Midden in het Antwerpse havengebied in het rangeerstation Antwerpen - Noord omsloten door industrie, containerterminals, drukke wegen, havendokken en de stortplaats Hooge Maey, ligt het internationaal belangrijk watervogelgebied ‘De Kuifeend en de Grote Kreek’.

    Dit natuurreservaat ontstond als gevolg van de voortschrijdende uitbreiding van de Antwerpse haven bij het begin van de jaren zestig. Door een toeval werden delen van de oorspronkelijke Oorderense polder onaangeroerd gelaten. Door het afsnijden van de poldergrachten liep deze polder geleidelijk door neerslag onder water, waardoor een mozaïek van grotere en kleinere plassen ontstond.

     

    Dit natuurgebied, beheerd door Natuurpunt Antwerpen - Noord, viert haar 40-jarig bestaan

     

    Het ornithologisch belang van deze gebieden werd reeds vanaf 1965 opgevolgd. In 1972 werd beslist het natuurgebied, waarin onder meer kolonies stelkluten en geoorde futen neerstreken, in beheer te nemen.  Sindsdien vinden 260 vogelsoorten hier de nodige rust, het geschikte voedsel en een veilige broedplaats. Het gebied ligt op de Oost - Atlantische trekroute die jaarlijks voor honderdduizenden vogels de verbinding vormt tussen hun overwinteringgebieden en hun broedplaatsen.

     

     

    Vanaf 2007 werd in samenwerking met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en de NMBS in het kader van een Europees New!Delta-project grote delen van de oude Scheldekreek en een weilandencomplex ingebufferd met landschapsdijken om de geluidshinder en de verstoring van de omliggende industrie en van het verkeer te beperken. Daarvoor werd ter plaatse uitgegraven grond gebruikt en werd het natuurreservaat uitgebreid met 10 waterplassen, plas-drasgebieden en rietvelden, een verruiming van 40 hectaren.

    De meerwaarde van de beschermende maatregelen werd meteen duidelijk. Al vanaf het eerste jaar steeg het aantal broedvogelsoorten aanzienlijk. Door de geboden rust en de variëteit aan voedsel nam bovendien het aantal doortrekkers en wintergasten aanzienlijk toe.

    In de nazomer verzamelen honderden tot duizenden watervogels zoals futen, dodaarsen, aalscholvers, bergeenden, krakeenden, wintertalingen, slobeenden, smienten, kuifeenden, tafeleenden, brilduikers, nonnetjes, … Het gebied telt niet minder dan 30 zoogdierensoorten, 10 vissoorten, 7 amfibieën-  en 1 reptielensoort werden er geïnventariseerd naast meer dan 300 plantensoorten en een uitgebreide lijst van vlinders, libellen, …

     

     

    De toekomst gebiedt opperste waakzaamheid!

     

    De economische groei van de Antwerpse haven met alle daaraan verbonden nieuwe installaties, infrastructuurwerken, verkeersstromen en luchtvervuiling blijft drukken op een zorgeloos voortbestaan. De uitbreidingen van de voorbije 20 jaar versnipperden de omgeving reeds tot een zeer kritisch niveau.

    De nog resterende stukken natuur in de omgeving staan hierdoor zwaar onder druk. Het verdwijnen van nog andere bijzondere stukjes natuur zal ongetwijfeld een negatieve invloed hebben op het waardevol en internationaal erkend natuurgebied.

    Het samenspel tussen Natuurpunt en overheden zoals het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, het Agentschap voor Natuur en Bos en de NMBS, zorgde in het verleden voor diverse doorbraken in dossiers over verdere uitbreiding, behoud en inrichting van natuur. Een waardevolle samenwerking die hopelijk in de verdere toekomst zal blijven bestaan.

     

     

    08-07-2012 om 12:10 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    04-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De grappige kuiffuutkuikens

    Deze fraaie watervogel is lichamelijk passend uitgerust om razend snel (torpedovorm) vis en andere waterdiertjes te achtervolgen. Het waterdicht verenkleed telt ruim 20 000 veren, die permanent keurig worden gladgestreken. In de herfst is de fuut in de rui en verliest hij de zo typerende (uit 2 oorpluimen bestaande) zwarte kuif, voor hij ’s winters naar de kust vliegt.

    De fuut werd in de 19de E ernstig vervolgd, niet alleen vanwege de vermeende concurrentie die hij de vissers aandeed, maar vooral in verband met zijn satijnachtige, witte onderzijde. Dit deel van de huid werd in het verleden gebruikt voor het vervaardigen van chique dameshoeden en handverwarmers (moffen).

     

    Het vrouwtje legt ongeveer 4 langwerpige witachtige eieren, die na 3 tot 4 weken uitkomen.

    Als de vogels uit het ei komen zijn ze grijs met wit, zwart gestreept, wat een goede camouflage biedt tussen de begroeiing aan de waterkant.

    De rode vlek op het voorhoofd stimuleert als een signaal de ouders hun jongen te voeden. De kuikens piepen schril als ze naar hun ouders toe zwemmen om met insecten of vis te worden gevoed. De ouders zorgen overigens erg goed voor de fuutkuikens en transporteren hen een poosje op de rug, omdat ze een gegeerde lekkernij vormen voor roofdieren als de snoek en de nerts. Na 10 weken zijn ze zelfstandig.

    Met zijn lange dunne snavel en soepele nek kan de fuut vele soorten zoetwatervis verschalken, zoals voorn, zeelt en baars, maar bv. ook paling.

    ’s Winters komt daar nog eens zeevis, als haring en jonge kabeljauw bij. Tijdens het broeden, vangt de fuut ook kleinere prooien, zoals larven, insecten, garnalen, kikkervisjes en kikkers. Voor een vlotte spijsvertering slikt de fuut geplukte veertjes in die in de maag met onverteerbare botrestjes ballen vormen en zo de stuwing (peristaltische beweging) doorheen het spijsverteringsstelsel vergemakkelijken.

     

    De zoveelste knappe fotoreportage van deskundige huisfotograaf Wim geeft weer die extra dimensie aan deze ‘Happy Birdyday’

     

    Birdy is Wim & zoon Jo dan ook bijzonder dankbaar voor het aanleveren van het gulle kwalitatief illustrerend materiaal dat het succes van deze blog een ‘boost’ heeft gegeven sinds zij beiden zich engageerden om de artikels gepast te illustreren!

    Uiteraard ben ik ook de ‘anonieme schenkers’ van beeldmateriaal dankbaar (de knappe foto’s die je van het internet kan plukken), doorgaans zeer geëngageerde natuurliefhebbers die vaststellen dat de blog enkel educatieve en geen commerciële doelstellingen nastreeft.

    Ik ben in hart en nieren een onderwijzer en hoop met het bescheiden, maar krachtig team meer jongeren te sensibiliseren voor het ‘natuurlijk schoon’ dat ons omringt.

     

    Wie eerder verschenen artikels wenst te raadplegen kan in het archief gaan snuffelen:

     

    ·         31/10/09 De fuut, een uitgebreide identiteitskaart

    ·         18/04/11 Het futenballet – de baltsceremonie die de paring voorafgaat











    04-07-2012 om 15:33 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    01-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogels in nesten

    Bron: Outdoor – Het Nieuwsblad

     

    Veel vogels zijn volleerde architecten als ze aan hun nest beginnen bouwen. Vooral de mannetjes gaan als echte bouwvakkers aan de slag. Ze verzamelen takjes, twijgjes, hooi, stro, veertjes, haarplukjes en werken hun bouwsel in vele gevallen af met een flinke laag modder.

     

    De zanglijster, die het nest in een dichte struik of conifeer bouwt, maakt er een echt kunstwerkje van en schikt alles tot een mooie ronde kom. De ruwe structuur van twijgjes of gras wordt van binnen schoon afgewerkt met een gladgemaakte laag vochtige aarde of houtmolm.

     

    Merelnesten zijn niet zo moeilijk te vinden in dichte struiken of laag in de bomen. De diepe nestkuil wordt met vochtige aarde effen gemaakt, waarna een laatste laag van fijne vezels wordt aangebracht.

     

    Het opvallend slordig en groot eksternest hoog in een boom en met losse twijgen in elkaar geweven, doorgaans bovenop een dak van takken, is meteen herkenbaar. Het is helemaal overdekt en heeft een goed verborgen geheime toegang. De nestkom is in vergelijking met het bouwsel vrij klein maar schoon met leem gladgestreken.

     

    Het winterkoninkje is de toparchitect die verscheidene halfronde mosnesten met zij-ingang bouwt, deskundig afgewerkt en zorgzaam ingericht. De edele gentlemen laat zijn dame uit het aanbod nestgelegenheden kiezen waar ze het liefst haar eitjes kwijt wil.

     

    Je kan de natuur ook een handje helpen door voor de vogels als vastgoedmakelaar op te treden.

     

    Pimpel- en koolmees weten dat zeer te waarderen. Ze broeden in alle denkbare gaten en holtes. Voor hen is overigens vaak een brievenbus al een ideale plek om er een warm en zacht nest in te maken, volgestouwd met gras en mos.

     

    Ook mussen kunnen tegenwoordig een helpende hand gebruiken. Doorgaans kiezen ze een holletje in een rommelig hoekje uit onder dakpannen, in nissen van muren, in een boomholte of in een nestkastje.

    Verschillende acties om hun broedkansen te vergroten, werden met gemengd succes ondernomen: het houten mussenappartement (waarin bij mij thuis enkel nieuwsgierige koolmezen een kijkje kwamen nemen en vorige zomer een hommelkolonie haar intrek nam), de houtbetonnen nestcompartimenten, de mussenvide.

     

    De vink maakt een halfbolvormig nest met korstmossen, spinrag en vlechten, goed gecamoufleerd heel hoog in de bomen tussen takvorken.

     

    Huiszwaluwen maken er met hun moddernest vaak een smerige boel van. Ze gebruiken dakgoten als basis om er met modder een kunstig nest onder te bouwen. In tegenstelling tot die van de boerenzwaluwen zijn hun bolvormige nesten helemaal in de hoek tussen muur en dak gebouwd en op een klein kruipgat na volledig afgesloten.

     

    De boerenzwaluw zoekt nog altijd donkere stallen en schuren op om zijn nest tegen het plafond van baksteen aan te metsen. Het liefst worden oude nesten opnieuw betrokken; daarom zou men die niet mogen weghalen.

     

    Turkse tortels leggen doorgaans 2 eieren in hun gammele nest, waar de kuikens uit zouden vallen, mochten ze met meer zijn.

    Sommige vogels hebben niet dezelfde nestijver.

    Een fazant of grutto bv. is al lang blij met een kuiltje in het gras om de eieren te leggen.

     

    Wie eerder geschreven artikels wenst te raadplegen kan in het archief terecht op volgende verschijningsdata:

     

    ·         21/06/08 – Vogelnest brengt buurt samen [Andreas Hetfeld / Benjamin Verdonck]

    ·         27/06/08 – Nestbouw [grote textorwever]

    ·         03/07/08 – Nesten observeren [via webcams]

    ·         07/06/09 – Gasthof Van Dijck [pimpelmees ten huize Georges]

     

     











    01-07-2012 om 16:50 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    23-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zomertortel bedreigd

    Bron: Natuur.blad – Mikpunt – Gerald Driessens

     

    Met uitzondering van Scandinavië, Schotland, Ierland en IJsland treft men de zomertortel aan in heel Europa. De jongste jaren is de bekende en populaire vogel catastrofaal in aantal afgenomen.

    In het voorjaar [april-mei] komen de zomertortels in Noordwest Europa aan en vertrekken weer naar hun subtropische winterkwartieren in West-Afrika rond augustus-september.

     

    De fraaie en sierlijke kleine tortel is alert, snel en licht gebouwd. De zomertortel haalt een lichaamslengte van 26-28 cm; heeft een spanwijdte die varieert tussen 47 en 53 cm en het gewicht schommelt tussen 130-180 g.

    Hij spreidt de staart bij de landing en dan is de brede witte eindband over de staartwaaier te zien. Het schaakbordpatroon [zwartbruine ruiten] van de bovendelen heeft meer contrast dan dat van de Turkse tortel, met een veel warmere kleur en een helderder, blauwer middelste vleugelveld. In de blauwgrijze kop valt het rode oog op. De hals vertoont een nekvlek met afwisselende zwarte en witte strepen; de borst is roze met een veel wittere buik dan bij de Turkse tortel.

    De kleine duif is een echte warmteminnaar en zingt soms de hele dag door. Het bijzonder aangename lied is een ritmisch, rollend en spinnend gezang.

    Ze zitten ofwel verdoken in de begroeiing, maar evengoed open op een hoge zangpost, zoals de top van een boom, een paal, een elektriciteitsdraad, …

     

    Zij eten groene scheuten en zaden van akkeronkruiden. In de late zomer kunnen zomertortels op draden zitten (soms samen met Turkse tortels) boven graanvelden, wachtend op gemorst graan na de oogst.

     

    De baltsvlucht lijkt op die van de Turkse tortel maar valt minder op en eindigt in een glijvlucht op geheven vleugels en eens bij het gegeerd wijfje geland, gevolgd door een  buigingsritueel.

    De typische broedhabitat is de rand van een gemengd bos met dicht struikgewas of een oude overgroeide heg met hoge brede meidoorns en hier en daar een met klimop begroeide boom.

    Een dun en luchtig platform van dunne twijgen en wortels, met soms nog wat gras en haar bevat 2 witroze eieren; deze worden 13-14 dagen om beurten door duif en doffer bebroed.

    De kuikens voeden zich bij beide ouders met duivenmelk – een zachte kaasachtige substantie die in de krop wordt gevormd – die ze met hun snavel uit de keel van de ouderdieren halen.

    De jongen vliegen uit als ze 19-21 dagen oud zijn.

     

    Heeft de Turkse tortel onze zomertortel verdrongen?

     

    Dat is zeker niet het geval. De Turkse tortel is een uitgesproken stadsvogel. Er is geen concurrentie tussen de twee soorten. De plezierjacht – in het bijzonder de voorjaarsjachten – en de grootschalige vogelvangst met lijmstokken in het Middellandse Zeegebied, zijn de belangrijkste factoren die een zware tol eisen.
    Ook de intensivering van de grootschalige landbouw heeft geen gunstig effect. 

    De succesfactor die de toename van de populatie Turkse tortels verklaart: het is een standvogel.

    Daardoor ontloopt hij een confrontatie met de vele honderden schietijzers op de trekroute. Standvogels hebben bovendien tijd zat om per jaar 2 tot 4 broedsels groot te brengen.

     

    In Vlaanderen situeren de bolwerken van de zomertortel zich in Zuid-Limburg, het Scheldebekken en de kuststrook. Grotere, aaneengesloten natuurgebieden zijn duidelijk  aantrekpolen maar water blijkt vaak een belangrijke factor, ook tijdens de trek.

    De aanwezigheid van beken, rivieren, grote plassen of moerasgebieden staat vrijwel garant voor de aanwezigheid van de soort. Het ontbreekt aan geschikte broedplaatsen door het verwijderen van houtkanten en groene buffers, ook de zaadbanken om te foerageren worden alsmaar schaarser. Percelen worden tot tegen de rand bewerkt; kruidenrijke bermen verdwijnen.

     

    De hoogste tijd om krachten te bundelen en actie te ondernemen!

     






    23-06-2012 om 16:32 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    17-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op elke hoek van zijn rijkje zingt de koolmees een ander wijsje

    Het lijkt of de beweeglijke flierefluiter, die hier een riedeltje, daar een tuutje en ginds een tettertje voortbrengt, zichzelf geen seconde rust gunt. Hippend op de voederplank, schommelend aan een vetbol, pindanetje, graansilootje of het nestkastje in- en uitvliegend.

    Nadat de jongen zijn uitgekomen, draait het voedseltransport op volle toeren. Gemiddeld 600 keer per dag gaan de ouders op zoek naar een hapje.

     

    Bron: vakblad Animal Behaviour

     

    De koolmees staat wetenschappelijk geboekt als het meest bestudeerde vogeltje van de aardbol.

    Mensen leven verhoudingsgewijs veel langer dan andere (zoog)dieren, omdat de homo sapiens dankzij de groeiende technologie het onverbiddelijke einde steeds verder in de tijd weet uit te stellen. Maar het is niet omdat vele dieren jong sterven, dat ze geen ouderdomsverschijnselen vertonen. De vraag is of die merkbaar zijn, of andere dieren signalen kunnen oppikken van een gevorderde ouderdom van soortgenoten.

    Volgens bioloog Marcel Eens en zijn collega’s van de Universiteit Antwerpen is dat alvast voor koolmezen het geval.

    In het vakblad Animal Behaviour schrijven ze dat zowel jonge als oude dieren minder consistent zingen dan vogeltjes van gemiddelde leeftijd (dat is 3 tot 4 jaar oud).

    Een koolmees kan tot 6 jaar oud worden en vertoont dan een wat afnemend zangvermogen, vergelijkbaar met de manier waarop ons taalgebruik op hogere leeftijd niet altijd even consistent is. Wat de omvang van het repertoire betreft, is er geen verandering met de leeftijd. Dat blijft min of meer constant in de loop van een mezenleven.

    Toch weten heel waarschijnlijk vogels signalen op te vangen, waarmee ze de leeftijd van een soortgenoot weten in te schatten. Ook bij het vedervolkje geldt dat oudere vogels niet noodzakelijk dezelfde fysieke kwaliteiten meer hebben als jongere, ondanks hun ongetwijfeld grotere levenservaring. Koolmeeswijfjes hebben bij het kiezen van een partner alleen maar oog voor potentaten. Liefdesrelaties met verliezers worden verbroken ten gunste van een band met een territoriumbezitter.


    Twee foto's van W. Hufkens
     

    Auteurs: Arlette & Oswald












    17-06-2012 om 18:12 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    28-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 27 mei – Dag van het Park

    "De natuur doet niets vergeefs".

     

    Na de verwelkoming door Inge en Gunter loodste de natuurgids, de heer Eddy Gadeyne, een dozijn ‘vroege vogels’ die voor de vroege ochtendwandeling [07.00 u] hadden ingetekend, langs de wandelpaden van het stadspark.

    Het was meteen duidelijk dat de man, voorzitter van de natuurvereniging ‘De kraanvogel’, met een warm hart voor de natuur ons ging trakteren op een begeesterende leerroute.

    Tijdens deze natuurblik verruimende wandeltrip kregen de deelnemers een discours in de Aristotelesstijl – een soort loopmeditatie om tot inzichten te komen. Persoonlijk werd ik getroffen door het geoefend oor van onze natuurgids die tijdens zijn bevlogen toespraken uit het veelstemmige vogelconcert de individuele zangliedjes en roepen wist te onderscheiden.

    Zo vernam ik dat er zelfs een classificatie bestaat van zangvogels naar zang:

     

    ·         Een gevarieerde aanhoudende zang [merel, roodborst, zanglijster, spreeuw, groenling, …]

    ·         Korte, meer of minder melodieuze strofe [winterkoning, heggenmus, zwartkop, vink, …]

    ·         Leuke zang met weinig tonen [pimpelmees, koolmees, …]

    ·         Kletsende ‘roep-zang’ [staartmees, boerenzwaluw, boomklever, putter, …]

    ·         Onderdrukte, zachte, vaak keuvelede zang [ekster, kauw, kraai, raaf, …]

    ·         Monotoon gezang [tjiftjaf, boomkruiper, huismus, …]

     

    In het leren herkennen van vogelstemmen, kregen we de raad mee bescheiden te beginnen met het identificeren van zangers in eigen tuin.

    Voor het ornithologisch veldwerk is de kennis van vogelstemmen onmisbaar, aangezien bestandsinventarisaties en broedvogelkarteringen zonder deze kennis nauwelijks mogelijk of buitengewoon tijdrovend zijn.

     

    Alvorens burgemeester Christel Geerts het lint doorknipte, waarmee ze symbolisch de officiële inhuldiging van het nieuw secretariaat inluidde, belichtten de gangmakers:

    ·         directeur, Jan Rodts;

    ·         voorzitter van de raad van bestuur, André Verstraeten;

    ·         voorzitter van de kerkuilenwerkgroep, Ludo Smets;

    ·         ambassadeur, Geert Hoste [met het happy bird-day lied]

    de troeven van de prachtige omkadering die de missie een bredere uitstraling geven en de wilskracht om samen te ijveren voor de bescherming van de natuur alleen maar kunnen versterken.

     

    Nieuwe stek

     

    Sinds 1 september 2011 verhuurt het stadsbestuur het ‘Koetshuis’ van het kasteel Walburg in het Romain De Vidtspark aan Vogelbescherming Vlaanderen vzw.

    De vereniging barstte in de kleine ruimte in het Schuttershof te Nieuwkerken uit haar voegen en was al geruime tijd op zoek naar een beter lokaal om haar werking te optimaliseren.

    Een zeer toevallige maar daarom niet minder gelukkige ontmoeting met schepen Wouter Van Bellingen op het fietspad herleidde het hervestigingsprobleem tot een hemelgeschenk: ‘free as a bird’

    De benedenverdieping van het Koetshuis is ingericht als natuurwinkel en informatiecentrum, op de 1ste verdieping is het secretariaat gevestigd. De ruime vergaderzaal wordt ook gebruikt door andere milieuverenigingen uit Sint-Niklaas.

    Vogelbescherming Vlaanderen vzw zet zich in voor alle in het wild levende vogels en inheemse zoogdieren. Haar werking omvat onder meer het streven naar een strikte uitvoering van de wetten en reglementen die de fauna beschermen, het ijveren voor een verbetering en verfijning van die wetgeving, het beheer van natuurgebieden, de coördinatie van de Vlaamse Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren, reddingsacties, educatie, sensibilisering en studie.

    Dit zijn de contactgegevens:

     

    Koetshuis – Stadspark

    Walburgstraat 37

    9100 Sint-Niklaas

    Tel. 03 296 26 80

    e-mail: info@vogelbescherming.be

    website: www.vogelbescherming.be

    Openingsuren: elke werkdag van 9 tot 17 uur.

     

    De onderstaande foto’s zijn van Jan Rodts.

     

    http://www.youtube.com/watch?v=X_YQ9ROp4lE&feature=related








    28-05-2012 om 16:52 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    24-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De juiste boom op de juiste plaats

    Uitnodiging Vogelbescherming Vlaanderen

    In heel Vlaanderen wordt zondag 27 mei de 22ste editie van de ‘Dag van het Park’ gevierd.

     

    Thema dit jaar is: ‘De juiste boom op de juiste plaats’ met tal van aantrekkelijke en boeiende crossmediale boomverhalen.

    Maar net als de voorbije 21 edities zijn het vooral de steden en gemeenten en andere spelers in het netwerk die de handen uit de mouwen steken.

    Ook de stad Sint Niklaas doet mee en Vogelbescherming Vlaanderen grijpt deze gelegenheid aan om haar 3 jubilea te vieren:

     

    ·         10 jaar Vogelbescherming Vlaanderen

    ·         35 jaar Kerkuilenwerkgroep

    ·         50 jaar Mens & Vogel

     

    Nu de vereniging is gehuisvest in het stadspark van Sint-Niklaas, zijn er redenen genoeg om deze jubilea extra in de verf te zetten tijdens de ‘Dag van het Park’.

    De weersvoorspellingen met een stralende zon zien er uitstekend uit, een hemels goede reden om onze leden en sympathisanten hartelijk welkom te heten.

     

    Er is veel randanimatie voor kinderen: braakbalpluizen, kleurwedstrijd, het maken van een uilenmobiel of uilenmasker, grimmeren. Alle deelnemende kinderen krijgen ook een “Kerkuilendiploma” [organisatie Kerkuilenwerkgroep].

    Hiernaast kunnen kinderen ook nestkastjes in elkaar timmeren en meegaan als het park wordt voorzien van allerlei types nestkasten.

    Voorlopig hebben holenduiven hun intrek genomen in de kerkuilenkast die tegen een wand van het kasteel hangt.

     

    Een lijstje van broedvogels die het Vogelbescherming Vlaanderen-team in deze biotoop al opmerkte:

     

    ·         koppeltje boomkruipers [vlak voor de deur van het secretariaat]

    ·         holenduif

    ·         houtduif

    ·         Turkse tortel

    ·         groene specht

    ·         roodborstje

    ·         merel

    ·         pimpelmees

    ·         koolmees

    ·         winterkoninkje

    ·         ekster

    ·         kauw

    ·         kokmeeuw

    ·         (verbasterde) wilde eend

     

    Het kasteel ontstond door de fusie van twee heerlijkheden door ridder Willem van Waelwijck en hij doopte het kasteel ‘Walburg’ afgeleid van diens echtgenote Walburgis.

    Het De Vidtspark met een Engelse en een Franse tuin en de grote vijver, de conciërgewoning, de duiventoren en de toegangspoort zijn op hete dagen zeker een bezoekje waard. Het stadspark bevindt zich amper op 500 m afstand van de grote markt.

    Onderstaande reeks foto’s [3 van het park] zijn van Vogelbescherming Vlaanderen en [2 van de kauw] van huisfotograaf  Wim











    24-05-2012 om 23:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    20-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bruinkeelortolaan, de meest kwetsbare van de gorzenfamilie

    In het havengebied van Kieldrecht is voor het eerst in ons land een bruinkeelortolaan ontdekt.

    Kenny Hessel van het Agentschap voor Natuur en Bos, spotte de kleine zangvogel.

    Het zijn zeldzame, maar geregeld opgemerkte trekvogels in kustgebieden.

    Normaal broedt het vogeltje in Turkije, Griekenland, Kreta en in het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied [overwinteringgebieden Soedan en Eritrea].

    Vermoedelijk is de jonge vogel verdwaald geraakt door een zuidoostelijke wind.

     

    De ortolaan, ook wel ‘korenschriever’ of ‘gierstkneu’ genoemd, voelt zich thuis in kleinschalige landschappen met weilanden en allerlei akkers met graangewassen omzoomd. De grond moet er zanderig droog, schraal en hooggelegen zijn. Heggen, houtwallen of singels, hier en daar wat struikgewas en bomen [liefst zomereiken] langs landweggetjes, worden erg op prijs gesteld.

    Het mannetje zingt in bossen of in bomen op warme, open hellingen of op hoge weiden met heggen, muren en kreupelbosjes.

     

    De ortolaan haalt een lichaamslengte van 16cm; de spanwijdte wisselt tussen 23 en 26cm en het gewicht schommelt tussen 20 en 25g.

    Kenmerkend voor het verenpak zijn de scherpe zwarte strepen op de rossig bruine rug en de warmbruine stuit. Een blauwgrijze borst en kop met licht oranje tekening en witgelige oogring.

    Keel en baardstreep zijn geel tot roestrood en de buikzijde is egaal warm roestoranje gekleurd. De scherpe driehoekige snavel is roze. De vlucht is fladderend golvend met snelle reeksen vrij zwakke vleugelslagen. Over grotere afstand is de vliegstijl strakker met langere minder diepe golfbeweging.

     

    De vogel zoekt dikwijls zijn voedsel langs graanakkers en in aardappel- en bietenvelden.

    De ortolaan voedt zich met insecten [hoofdzakelijk bloedkevertjes] in de zomer, ook met zaden van de grond, vaak op open plekken in duinen en velden. Deze zaden zijn meestal afkomstig van éénzaadlobbigen, waartoe o.a. de grassen en de leliefamilie behoren.

     

    Het wijfje bouwt een eenvoudig met grashalmen en worteldraadjes verstevigd komvormig nest in ruige begroeiing of onder een struik. Het legsel van 4 tot 6 grijze eieren met blauwrood zwemend tintje worden alleen door het vrouwtje bebroed en komen  na 11-14 dagen uit. Beide ouders voeren de nestjongen.

    Haaks op hun eigen lievelingsdieet, hoofdzakelijk samengesteld uit granen, worden de borelingen met insecten gevoerd. In dit voedselpakket komen de larven van bietenvliegen, rupsen van vlinders zoals de eikenbladroller, het uitje en de spanner veel voor. In het late seizoen worden ook julikevers opgepikt, waarvan met de snavel de dekvleugels worden afgeknipt.

    Het succes van de broedsels hangt sterk af van de weersomstandigheden. Regenweer en plotselinge afkoeling leiden tot aanzienlijke verliezen onder de jongen. En ook de oudere vogels hebben het dan zwaar te verduren, want de volwassen ortolaan zit dun in de veren.

    Ortolanen zijn zeer aan hun broedplaats gehecht, dat ca een doormeter van 100m heeft met een paaltje of boom als zangpost in het middelpunt van het territorium.

     

    De Fransen houden van de natuur, mits goed klaargemaakt

     

    De schaars voorkomende broedvogel uit de gorzenfamilie blijkt al langer door het smulpapendom te worden vervolgd als gegeerde delicatesse.

    De methode om het diertje vet te mesten werd reeds door de Romeinen toegepast.

    De vogeltjes werden in kooien gezet waar geen daglicht kon doordringen, maar die wel voortdurend werden verlicht met olielampen, zodat de ortolanen het onderscheid tussen dag en nacht niet meer konden maken.

    Ze werden gevoerd met haver en gierst, sliepen niet meer en beleven maar door eten.

    Op het moment dat ze er uitzagen als een smeuïg vetklompje werden ze de nek omgedraaid. Op dat moment heeft zich onder de huid van het hele lijfje een goudgele vetlaag gevormd, een geliefde exclusiviteit waarvoor voornamelijk Italianen en Fransen hun vingers aflikken.

    Twintig jaar geleden had je nog een bejaard boerenclubje van 400 tot 500 ortolanenvangers in de Landes die de ‘matole’ gebruikten, een in ijzerdraad gevlochten vangnet.

     

    Dankbetuiging aan de 50 000 bezoekers

     

    De groene ogen

    van Kille Meutel lachen

    een traan van vreugde











    20-05-2012 om 15:41 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    06-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De graspieper

    Vrijwel overal is dit de algemeenst voorkomende pieper.

    Het is een typisch, kleine, gestreepte, nerveuze vogel, altijd op zijn hoede en klaar om bij de minste aanleiding weg te vliegen. Tijdens de trek in het voorjaar verschijnt hij vaak in groepjes langs waterbekkens, samen met witte en gele kwikstaarten en rietgorzen, de oevers en de nabijgelegen grazige gebieden afzoekend naar vroege insecten.

     

    De graspieper een kleine, gestreepte bruine vogel, is het waard van nabij te worden bekeken vanwege de tekening op zijn verenkleed. Het vertoont zachte zwartige strepen op een grijzige, olijf- of geelbruine rug. Op de zijkant van de hals is een donkere streep of vlek. Boven de slanke zwarte snavel valt de lichte wenkbrauwstreep op. De borst en de flanken zijn gelijkmatig gestreept en de onderkant is olijfgeel of crèmekleurig. De lichtoranje bruine poten hebben een zeer lange achterteen. De donkere staart vertoont vaalwitte zijranden. De stuit is ongetekend en oranjebruin. De graspieper lijkt qua grootte en kleur sterk op een veldleeuwerik, maar onderscheidt zich door de dunnere snavel en langere staart.

    Het vogeltje haalt een lichaamslengte van 14.5 cm, een spanwijdte die varieert van 22 tot 25 cm en een gewicht dat schommelt tussen 16 en 25g.

     

    Hij toont een constante nerveuze, zorgelijke energie; zijn roep heeft een licht hysterische ondertoon. ’s Zomers houden graspiepers van laaggelegen weilanden, ruige grazige plekken in de buurt van oude afgravingen, duingebieden en open veengebied, vaak moerassige plekken hoog in de bergen.

    In de winter trekken vele naar open akkers. Deze algemene, wijd verbreide vogel wordt vaak het slachtoffer van het smelleken, de blauwe kiekendief en parasiterende koekoeken.

     

    Het komvormig nest, dat goed verborgen is op de grond tussen tamelijk dichte en korte vegetatie met daarin liefst overjarig gras en heidepollen, wordt gevoerd met fijne stengels en grassprieten.

    De 3 tot 5 eieren worden in 11 – 15 dagen uitgebroed en de jongen vliegen na 10 – 14 dagen uit.

     

    De graspieper pikt insecten op van de grond en in lage vegetatie in een gelijkmatige, rustige tred met een paar sprintjes en achtervolgingen te voet. Hij vangt ze ook tijdens de vlucht als ze opvliegen, maar heeft geen echte achtervolgingsvlucht. Ook larven, slakjes, wormen en rupsen staan op de menukaart.

    Net als leeuweriken hebben ook piepers een zangvlucht, waarbij de vogel opstijgt en al zingend omhoog vliegt.

    De territoriale zang wordt ten gehore gebracht in een baltsvlucht, waar ze in de zomer onlosmakelijk zijn verbonden aan heiden en hellingen.

    Het mannetje vliegt op van de grond in een steile fladderende vlucht opstijgend en zeilt dan weer met half geopende vleugels en opgerichte en gespreide staart naar beneden, als een miniatuurparachute of shuttle.

    De zang is een lange reeks van dunne trillers en ratels, eerst in tempo toenemend, op zijn best met een muzikalere triller op het einde, maar zonder de warme kanarieachtige noten van een boompieper.

     

    Wie de piepende graspieper even in zijn biotoop wil gadeslaan kan op deze weblink terecht:

     

    http://www.aviflevoland.nl/html/Graspieper.html










    06-05-2012 om 17:16 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    29-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rover ‘geeloog’ zaait paniek in de Kille Meutel

    Al werd de koele koolmezenkiller in onze groene biotoop al vaker opgemerkt, toch zorgde hij bij het trouw vedervolkje en hun beschermelingen weer voor enige opschudding.

     

    Tijdens de jongste 2 weken sloeg de sperwer weer met 2 succesvolle verrassingsaanvallen toe. Telkens wist de struikrover in dezelfde tuin [Oswald & Arlette_VDL_12] een koolmees te verschalken.

    Het is duidelijk een mannetje, herkenbaar aan de blauwgrijze rug en de roodbruin gestreepte borst en buik.

    Overigens is het niet eens verbazend dat de struikrover op ‘vinkenslag’ ligt in onze halfstedelijke biotoop met gevarieerde groene tuinpercelen bezaaid met rijke voederplaatsen.

    De meest voorkomende tuinvogels ervaren dat ze in ‘gasthof Kille Meutel’ rijk worden bedeeld qua topgastronomie en dat weten de sluwe jagers ook.

     

    Tijdens de eerste waarneming had de sperwer in één enkele machtige haal de koolmees onthoofd en de kop weggeslingerd. Nadien huppelde de sperwer uit het zicht, onder de camperfoelie/clematis struik en ging zitten op een hoop dood hout. Na een 10-tal min vloog hij vandaar op, richting [Franz & Christiane_WTL_59].

    De sperwer verraadt zijn aanwezigheid door braakballen en plukresten, ook veren en botjes van de prooi achter te laten, die hij doorgaans op vaste plaatsen oppeuzelt.

    De meeste prooien worden volkomen verrast, daar de sperwer razend snel en na een woeste achtervolging de opgejaagde prooi geen uitweg gunt.

    Ontsnappen aan de moordende greep, kan enkel als dicht struikgewas nog tijdig als veilige schuilplaats bereikbaar is.

    Een bijzonder voordeel is dat de kleine roofvogel zich met zijn korte, brede en ronde vleugels en lange staart behendig en snel tussen bomen kan verplaatsen. Tijdens de vlucht wisselt hij snelle vleugelslagen af met korte zweefperioden. Zijn lange poten met lange tenen voorzien van lange nagels bieden hem dan weer het voordeel een prooi stevig in zijn greep te houden.

     

    Verslaggevers: Arlette & Oswald

     

    Wie graag een eerder verschenen artikel raadpleegt kan in het archief de publicatie weer opsnorren: ‘de sperwer’ [11/12/2010]

     

    In dit filmpje zie je hoe een forser gebouwde wijfjessperwer op gruwelijke en drieste wijze een gegrepen houtduif verder ‘martelt’

     

    http://www.youtube.com/watch?v=4rr2Hp9gTkw&feature=related

     

     











    29-04-2012 om 15:30 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    22-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mussenkolonies blijven krimpen

    Geraadpleegde bron: Persbericht Vogelbescherming Vlaanderen – educatief medewerker Inge Buntinx

     

    De tellingen van 10 jaar mussenonderzoek van Vogelbescherming Vlaanderen zijn wetenschappelijk geanalyseerd. De conclusie die hieruit wordt getrokken, is dat het aandeel grote kolonies – met meer dan 10 huismussen – effectief blijft dalen.

    Er worden voornamelijk kleine groepjes mussen waargenomen.

    Tevens blijkt dat er niet alleen weinig grote kolonies zijn, maar dat ook het gemiddelde aantal individuen in de meeste kolonies de afgelopen 10 jaar sterk afneemt.

     

    Hoe gaat het op dit moment eigenlijk met de huismus?

     

    Uit de resultaten van de huismussentelling van 2011 bleek dat 57% van de tellers een mussenkolonie van minder dan 5 koppels waarnam.

    Op 1/3 van de locaties waren er zelfs helemaal geen mussen [meer] aanwezig.

    Limburg is de provincie waar in verhouding de meeste kolonies van meer dan 10 broedparen werden waargenomen, ongeveer 9%.

    In Vlaams-Brabant werd slechts bij 1% van de deelnemers een grote mussenkolonie waargenomen.

    De andere provincies balanceren hier ergens tussenin.

    Dit zijn zeker geen hoopgevende resultaten voor de huismus omdat men in theorie kan aannemen dat waar mensen leven ook huismussen [kunnen] voorkomen.

    Zo wordt er ook aangenomen dat een kolonie van minder dan 5 broedparen op termijn gedoemd is om te verdwijnen.

    Hierom blijft het heel belangrijk om onze huismussen te blijven opvolgen en beschermen.

     

    Vogelbescherming Vlaanderen kan wel wat extra hulp gebruiken

     

    Tel volgend weekend [zaterdag 21 of zondag 22 april] het aantal tsjilpende huismussenmannetjes in jouw tuin en geef dit aantal door via de http://www.mussenwerkgroep.be/ mussenwebsite aan de hand van het digitale telformulier.

    Via deze website kan je eveneens de kenmerken van de huismus bekijken en de zang beluisteren.

    April is dé uitgesproken maand om huismussen te observeren omdat de mannetjes dan uitbundig zitten te tsjilpen bij hun nestplaats. Hiermee willen ze ofwel een vrouwtje aantrekken ofwel indruk maken op hun eigen vrouwtje. Gegevens over het aantal tsjilpende mussenmannetjes geven duidelijkheid over het op die plaats aantal aanwezige broedparen enerzijds en de locatie van de nestplaats anderzijds.

    Vogelbescherming Vlaanderen wil hiermee een zicht krijgen op de mussenarme en mussenrijke plaatsen in Vlaanderen.

    In 2002 werd voor het eerst een mussentelling georganiseerd. Aanleiding hiertoe was het gebrek aan actuele gegevens over de status van de huismus in het verstedelijkte Vlaanderen.

     

    Kille Meutel-vogelvrienden

     

    Met ons lokaal werkgroepje observeren we ook al een decennium lang het huismussenbezoek  binnen ons groen domeintje, de Kille Meutel.

    Vanaf het moment dat de mussenwerkgroep werd opgericht besloten we onze medewerking te verlenen en stippelden wij een mussenteltraject uit die twee 8-punttelroutes omvat en observatiezones in de gemeenten Zaventem, Nossegem, Sterrebeek en Kraainem bestrijkt.  

    We hebben recent het plan opgevat om de omgeving van gefotografeerde tjilpende mannetjesmussen in kaart en beeld te brengen.

    We maken gebruik van Google streetview [biotoop] en stafkaarten [verspreiding van de geregistreerde mussenpopulaties] om onze waarnemingen te veraanschouwelijken.

    Zo krijgen we een helder zicht op de reële situatie in de geobserveerde regio.

     

    Wie eerder gepubliceerde bijdragen wenst te raadplegen kan terecht op volgende verschijningsdata:

     

    09/12/07          Help de straatket

    26/01/08          De mussenteldag

    27/01/08          De herkomst van de benaming Kille Meutel

    30/03/08         Mussenspotter

    18/04/09         Mussentelweekend

    04/04/10         Huismussenonderzoek

    16/04/11           To tjilp or not to tjilp

    12/02/11           Jij = mussenteller

    08/10/11           Gents getjilp

    18/03/12           Natuurvriendelijke daden

     

    De foto’s zijn van Vogelbescherming Vlaanderen




    22-04-2012 om 15:25 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    14-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Follow-up onderzoek van de slechtvalk

    Geraadpleegde bron: Jan Rodts, algemeen directeur van Vogelbescherming Vlaanderen

     

    Van dag tot dag, van minuut tot minuut, kan je hier het avontuur van de slechtvalken op de torens volgen. Op slechts enkele cm van het nest zijn camera’s geïnstalleerd. Hiermee kan je ieder detail van dit volledig natuurlijk spektakel observeren.

    Onderstaande blog zal je geregeld op de hoogte houden van de evolutie van het gezin, maar ook van de avonturen van andere slechtvalkkoppeltjes in Brussel of België.

     

    Observatiepost ‘Valken voor iedereen’ http://www.slechtvalken.be/?lang=nl

    Voor het 8ste jaar op rij koos een koppel slechtvalken één van de torens van de Brusselse Sint-Michiels & Sint-Goedele kathedraal uit om er hun eieren uit te broeden.

    Sinds begin maart broeden de vogels er 3 eieren uit, zo heeft het Museum voor Natuurwetenschappen meegedeeld.

    Van 9 april tot 27 mei kunnen de slechtvalken dag en nacht worden geobserveerd op 2 televisieschermen op het voorplein aan de kathedraal.

    De valkenobservatiepost is geïnstalleerd door de ornithologen van het Museum voor Natuurwetenschappen.

    Camera’s die op net nest gericht zijn, sturen beelden naar de schermen achter de ramen van de observatiepost.

    De slechtvalk was in het begin van de jaren ’70 volledig uit België verdwenen.

    Een verbod op de gevaarlijkste pesticiden, een afdoende wetgeving [Europese richtlijnen] en verscheidene beschermingsprogramma’s in Europa hebben ervoor gezorgd dat het stilaan beter ging met de soort, legt het Museum voor Natuurwetenschappen in de mededeling uit.

    In 1994 doken slechtvalken weer op en nu heeft de soort een echte comeback gemaakt. Momenteel nestelen er 90 paartjes in België, waarvan 6 in Brussel.

     

    De trekker en gespecialiseerde vogeljager

     

    Zijn voorkeursprooi hangt af van de lokale omstandigheden, maar tamme, minder frequent hout- en holenduiven vormen vaak de hoofdmoot van zijn dieet. Diverse lijsters, spreeuwen en steltlopers, waaronder de houtsnip en de kievit, behoren ’s zomers tot zijn prooien; ’s winters doodt hij meer eenden; ook wel sneeuwhoenders.

     

    De krachtige roofvogel blijft het uitstekend doen.

    In 2011 breidde de Vlaamse populatie zich opnieuw verder uit. Het aantal gevormde paren steeg spectaculair van 47 naar 60.

    Echter niet alle geregistreerde koppels namen effectief deel aan de voortplanting. Slechts 39 zorgden voor het nageslacht en 37 ervan waren succesvol.

    Samen brachten ze 89 jongen groot die met succes het nest verlieten.

     

    Het is natuurlijk niet zo dat deze jonge valken het volgend jaar al meteen aan de voortplanting kunnen deelnemen. Slechtvalken zijn gewoonlijk pas in het 3de levensjaar geslachtsrijp, hoewel af en toe wordt waargenomen dat één van de partners van een broedpaar nog het onvolwassen verenkleed draagt.

    Voor een deel is het broedsucces bij vogels die voor het eerst broeden geringer dan bij oudere, meer ervaren vogels.

    De paarvorming kan al in het najaar plaatsvinden, waarbij een soort van balts wordt waargenomen. De eigenlijke balts begint echter pas in februari met baltsvluchten, veelvuldig roepen, toenemende binding van het vrouwtje aan het nest, baltsvoeren door het mannetje en copulatie.

    Een broedsel bestaat meestal uit 3 tot 4 eieren, bij hoge uitzondering 5.

    Om de 2 dagen wordt een ei gelegd en het broeden begint pas vanaf het 3de ei.

    Hierdoor komen de jongen ongeveer gelijktijdig uit en is het leeftijdsverschil niet al te groot.

    Er bestaat een verregaande taakverdeling tussen beide geslachten.

    Terwijl het vrouwtje broedt, de kleine kroost warm houdt en bewaakt, voert het mannetje voedsel aan. Het mannetje neemt overdag voor ongeveer 30% van de tijd het broeden van het vrouwtje over. ’s Nachts broedt echter altijd het vrouwtje.

    Wanneer de jongen ongeveer 3 weken oud zijn en voor hun snelle groei veel voedsel nodig hebben, gaat ook het vrouwtje op jacht.

     

    De jongen verblijven 35 tot 42 dagen in het nest. Na het uitvliegen worden ze nog ongeveer 4 weken lang door hun ouders van voedsel voorzien. Soms worden zelfs nog levende vogels aangevoerd en binnen het bereik van de vliegende jongen losgelaten.

    Het menu van de slechtvalk in Vlaanderen varieert nogal naargelang de plaats en de provincie waar zich het nest bevindt, maar het is duidelijk dat stadsduiven de belangrijkste prooi zijn.

     

    Heel wat nestkasten werden immers geplaatst op hoge gebouwen, kathedralen, koeltorens en industriële schoorstenen middenin of in de onmiddellijke omgeving van steden.

    Niet voor niets zijn heel wat stads- en gemeentebesturen vragende partij voor de plaatsing van een slechtvalkenkast op hun grondgebied.

    Het Fonds voor Instandhouding van Roofvogels [FIR] ontvangt heel wat aanvragen van lokale overheden omdat die op een natuurlijke en goedkope wijze het hoofd willen bieden aan de overlast die stadsduiven veroorzaken. De meeste jachtvluchten van een koppel slechtvalken vinden plaats in een gebied met een straal tot 3 km rond de broedplaats. Dit betekent dat het jachtgebied in de broedtijd maximaal 30 km² beslaat en dus een volledige stadskern kan overlappen.

     

    Wie eerdere bijdragen wenst te raadplegen kan nog eens in het archief rondsnuffelen:

     

    ·         10/05/09 – Drie valkachtigen: toren-/ boom-/ slechtvalk

    ·         20/06/09 – Valkerij als vogelspotting












    14-04-2012 om 19:09 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    08-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boerenzwaluwkolonie bedreigd

    Geraadpleegde bronnen:

     

    ·         Persbericht van Vogelbescherming Vlaanderen

    ·         Driemaandelijks tijdschrift Mens & Vogel

     

    Dat het al een hele tijd niet goed gaat met onze zwaluwen weet ondertussen iedereen. De cijfers liegen er niet om.

    In de jaren ’70 waren er in Vlaanderen nog tussen 100 000 en 200 000 broedparen van de boerenzwaluw aanwezig. Sinds het jaar 2 000 zijn dit er nog slechts 20 000 à 30 000; een achteruitgang van maar liefst 90%!

    De weinige kolonies die Vlaanderen nog rijk is, moeten dus worden gekoesterd. Heel wat boerenzwaluwen zijn de voorbije dagen uit hun overwinteringgebieden in West- en Centraal Afrika teruggekeerd en zoeken inmiddels de kwartbolvormige nestjes op die ze vorig jaar ergens in september hebben achtergelaten.

    Sommigen hebben afstanden afgelegd van meer dan 8 000 km.

    Ook in de stallen en schuren van het rundveebedrijf Geuns aan de Borgerhoutsendijk in Mol zijn al enkele boerenzwaluwen gesignaleerd. Vorig jaar broedden daar zo’n 30 koppeltjes en elk koppeltje bracht 2 broedsels groot, sommige zelfs 3. Dit betekent dat deze kolonie in 2011 ongeveer 300 jongen heeft voortgebracht.

    De uitbaters van het bedrijf zijn fier op hun zwaluwenkolonie maar tegelijk ook erg bezorgd.

    De gemeente Mol heeft immers in november van vorig jaar beslist om de milieuvergunning van het bedrijf ingrijpend aan te passen waardoor het bedrijf verplicht wordt de stallen en de schuren met pesticiden te behandelen omwille van een ‘vliegenplaag’. Onder voorwendsel van een vliegenoverlast dienden 2 buurtbewoners een bezwaarschrift in bij het gemeentebestuur, dat blindweg besliste ambtshalve de exploitatievoorwaarden te wijzigen. Vogelbescherming Vlaanderen verzet zich tegen de opgelegde chemische behandeling van de natuurlijke habitats daar boerenzwaluwen onvoorwaardelijk beschermd zijn door het Soortenbesluit van 15 mei 2009.

    De kans is immers klein dat de kolonieboerenzwaluwen dergelijke behandeling overleeft.

    Daarom vraagt Vogelbescherming Vlaanderen met aandrang dat tenminste zou  worden onderzocht of er solide bewijzen zijn van een vliegenplaag en indien het zo is dat die dan ook wel degelijk afkomstig is van het rundveebedrijf, want vlak in de buurt is er een kippenbedrijf met zo’n 20 000 kippen.

     

    De boerenzwaluw is de meest algemeen voorkomende zwaluwsoort in ons land.

     

    Dat het aantal drastisch krimpt, heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat 96% van alle nesten in boerderijen wordt gebouwd. Het aantal landbouwbedrijven met runderen is de laatste 30 jaar met ongeveer de helft afgenomen. Maar er is wellicht meer aan de hand, want ook op vogelvriendelijke broedplaatsen in de hoeves zijn de zwaluwpopulaties beduidend teruggelopen.

    De boerenzwaluw broedt vooral in gebouwen, het liefst op een donker plekje. Oorspronkelijk bouwden zij hun nesten tegen rotswanden en grotingangen, maar deze plaatsen worden vandaag nog zelden gebruikt.

    Als cultuurvogels hebben zij zich goed kunnen aanpassen aan de evoluerende menselijke samenleving. Zo volgden zowel de boerenzwaluw als de huiszwaluw de mens van de grotten naar de hutten en later ook naar de boerderijen en de huizen.

    Zowat 60% van alle veebedrijven in Vlaanderen houdt koeien; 24% houdt varkens; sommige bedrijven hebben zowel varkens als koeien. De voorkeur van de boerenzwaluw gaat echter naar melkkoeien [72%]; in bedrijven met pluimvee worden ze zelden aangetroffen. Ook boerderijen zonder vee [verlaten of verbouwde boerderijen] komen tegenwoordig in toenemende mate in aanmerking. Bij veel landbouwers zijn zwaluwen erg geliefd zodat ze vaak spontaan beschermende maatregelen nemen zoals het openzetten van deuren en ramen of het aanbrengen van spijkers in de muren als neststeun.

     

    De boerenzwaluw heeft 2 neststrategieën; enerzijds het hergebruik van oude nesten en anderzijds het bouwen van een nieuw nest. Het opnieuw innemen van een oud nest [80%] spaart tijd en energie en bovendien hebben die nesten ook hun duurzaamheid bewezen. Daartegenover staat dan weer dat oude nesten dikwijls massa’s parasieten herbergen.

    Het nestterritorium van een volwassen boerenzwaluwmannetje situeert zich meestal rond een bestaand nest. Het kersverse koppel beperkt er zich dan toe het oude nest te renoveren.

    Langs de sloot of bij een opdrogende regenplas wordt slib verzameld. Modder is een essentieel bouwelement voor de boerenzwaluw. Een boerenzwaluwnest bestaat gemiddeld uit 56.5% modder 31.5% slik en slechts 12% klei. Daarnaast bevat het ook organische bestanddelen als gras, paardenhaar en veertjes, waarvan men aanneemt dat ze het bindende karakter en dus de duurzaamheid van het nest verhogen. De gemiddelde levensduur is 7 jaar.

    Na een eerste succesvol broedsel ondernemen de meeste broedparen [92%] een tweede broedpoging.

    Zodra de jongen veertjes hebben, kijken ze boven de nestrand uit, de snavels in koor wijd opengesperd.

    De grootste schreeuwers reiken het verst en krijgen het meest.

    Jonge boerenzwaluwen hebben altijd reuzenhonger en de ouders zijn af en aan vliegende boodschappenwagentjes met een heel gevarieerde vracht: bladluizen, stalvliegen, gaasvliegen, zweefvliegen, bromvliegen, strontvliegen, muggen, glazenwassers, nachtuiltjes, wespen, bijen, spinnen, krekels, sprinkhanen, rupsen, snuitkevers, boktorren, wantsen, cicaden, vlinders en mieren; 3 weken lang draait het leven van het ouderpaar om non-stop eten aanslepen.

    De ruimte wordt steeds krapper en de jongen groeien letterlijk uit het nest.

    Na een dag of 20 verlaten de jongen het nestkommetje en gaan ergens in de buurt op een paaltje, een hekje of prikkeldraad zitten, nog steeds piepend om voedsel. Vijf dagen later gooien de ouders het bijltje erbij neer en moeten de volgevreten dikzakjes zelf maar eens op jacht.

     

    Wie een eerdere bijdrage wenst te raadplegen, kan terecht in het archief op 19/12/2008, waar je ook een filmpje kan bekijken van school-TV

    Onderstaande foto's zijn in Cyprus/Kreta genomen in een drukke straat, waar het nest op een huisgevel plakt en in het toeganggebouw van een historische site. In beide gevallen komen er dagelijks honderden mensen net onder de nesten voorbij. Het is ook duidelijk op te maken uit het gedrag van de vogels dat ze zich niet verstoord voelen.

     









    08-04-2012 om 18:05 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    02-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eeuwenoude rol van ooievaar in volksverhalen

    In West- en Midden-Europa is het een schaarse broedvogel. Uit het feit dat de ooievaar in tal van wapens is afgebeeld, kan men afleiden dat de soort vroeger bij ons veel talrijker is geweest.

    Ooievaars broeden op het Europese continent, behalve in het hoge noorden en trekt ’s winters naar Afrika. 

    In augustus vormen ooievaars enorme groepen en trekken in enorme zwermen naar het zuiden. Het is heel opwindend ze de Middellandse Zee op zijn smalste punt te zien oversteken, over de nauwe zeestraten bij Gibraltar of Istanbul.

    In glijvluchten om energie te sparen en door enkel van de opstijgende lucht gebruik te maken, bereiken 50 000 tot 100 000 zwevers met uitgestrekte nek en uitstekende poten het vasteland. In de vlucht zijn de vleugelslagen diep en traag. Vogels in groepen zweven onafhankelijk, elkaar telkens kruisend terwijl ze hoger opschroeven.

    De grote statige vogel met een nadrukkelijke tred met lange pas bereikt een lengte die varieert tussen 100 en 115 cm, haalt een spanwijdte van 1.80 tot 2.20 m en heeft een gewicht dat schommelt tussen 2.5 en 4.5 kg.

    De ooievaar is een in hoofdzaak vuilwitte vogel met brede gevingerde vleugels met zwarte slagpennen, lange rode dolkachtige snavel en lange stevige rode poten. In tegenstelling tot de reigers strekt de ooievaar tijdens de vlucht zijn hals ver naar voren.

     

    De balts bestaat onder meer uit luidruchtig snavelgeklapper met achterover gebogen kop tot op de rug en ritmisch geritualiseerd buigen met gespreide vleugels.

     

    De ooievaar leeft in de nabijheid van mensen en bouwt zijn nest op hoge plekken, zoals op hoogspanningsmasten, schoorstenen, kerktorens of op wagenwielen op speciale nestpalen. Het erg grote takkennest is van heel ver zichtbaar. De basis bestaat uit grote takken en twijgen. De binnenzijde wordt bekleed met graszoden en allerlei fijn plantenmateriaal. Gemiddeld heeft het nest een diameter van 1.5 m. Oudere vogels nemen meestal het nest van het vorige jaar opnieuw in gebruik. Oude nesten kunnen 2.5 m hoog worden en tot 2 ton zwaar wegen! Meestal kan je de vogels rechtop hun nest zien staan.

    Wanneer de ooievaars in het voorjaar in onze gebieden neerstrijken, zoeken de mannetjes een geschikte nestplaats en blijven niet lang vrijgezel. Al gauw komen de vrouwtjes, die nauwelijks oog hebben voor de heren, die er precies zo uitzien als zijzelf, maar des te meer voor het nest. Als dat een beetje op orde is, verbinden de ooievaars zichzelf in de echt. Ze klepperen van geluk. Iedere keer dat de sierlijke partners elkaar ontmoeten, gooien ze hun hoofden in hun nek. Dan ratelen hun snavelhelften het ritme van de verbondenheid. Telkens ze elkaar opnieuw begroeten, versterkt de relatie van het paar. Vanaf dan werken ze samen voor de duur van de zomer in het belang van hun kroost. Ze verdelen het huishoudelijk werk; zonder gekibbel wisselen ze elkaar af bij het saaie broeden – de 3 tot 5 witte eieren worden door beide ouders in 32–35 dagen uitgebroed en als de kuikens uitkomen, gaat de één voedsel halen en staat de ander op de wacht. Na circa 60 dagen vliegen de jongen uit en blijven de ouders nog even samen. Hun blikken kruisen elkaar, want ze voelen dat hun huwelijk ten einde loopt.

    De ooievaar foerageert op open land bij moerassen, rivieren en meren, ook vlak bij bewoonde gebieden.

    De ooievaar vangt allerlei waterinsecten, kleine knaagdieren, slakken, regenwormen, hagedissen, slangen, kikkers, padden, muizen, uitzonderlijk ook kleine visjes op vochtige plaatsen of in ondiep water.

     

    Ooievaars zonder grenzen

     

    De interesse en inzet voor het behoud van de ooievaar als een soort enerzijds en voor zijn biotoop anderzijds leidde tot het opzetten van een gezamenlijk educatief project van Natuurpunt vzw, Dierenpark Planckendael, het natuurcentrum Het Zwin en het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Agentschap Natuur en Bos.

    Met de ooievaar als de ‘ambassadeur voor natuurbehoud’ willen de partners verschillende doelgroepen kennis laten maken met sleutelbegrippen in het natuurbehoud: bedreiging, beheer, internationale samenwerking, duurzame (natuur)ontwikkeling. Meer kennis leidt immers tot meer inzicht, begrip en inzet.

    Als we de ooievaar in Vlaanderen terug willen als broedvogel moeten we immers – na de geslaagde re-introductie – daadwerkelijk verder werken aan de ontwikkeling en uitbreiding van potentiële biotopen. Sensibilisering van een ruim publiek vormt daartoe een belangrijke basis.

    Sinds 1985 worden alle jonge ooievaars in het Dierenpark Planckendael geringd.

    In 1999 en 2000 werden enkele ooievaars van de kolonie in het Dierenpark Planckendael en het natuurcentrum Het Zwin met satellietzenders uitgerust om hen te kunnen volgen tijdens de najaarstrek naar West-Afrika.

    Via de satellietgegevens krijgt men een gedetailleerd beeld van de exacte trekroute, de stopplaatsen en mogelijke knelpunten (gevaren).

    Een speciale site werd ontwikkeld om informatie te verstrekken over de door ooievaars gekozen locaties tijdens de trekroutes.

    Inspelend op de groei van het ooievaarsbestand in de ons omringende landen worden in Vlaanderen op geselecteerde potentiële nestplaatsen platforms opgericht.

     

    Je kan onderstaande interessante websites raadplegen, die dieper ingaan op het project  en het uitvoerig beschrijven.

     

    http://www.ooievaars.be/

     

    http://www.natuurpunt.be/nl/biodiversiteit/trekvogels/ooievaar-trek_1315.aspx

     











    02-04-2012 om 18:18 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    24-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Flapperende kulibries

    Geraadpleegde bron: EOS

    Frederik Leys ontwierp de Kulibrie en het vleugelmechanisme voor zijn masterproef ingenieurswetenschappen

     

    De kulibri, een ontwerp van de KU Leuven met een spanwijdte van 10 cm en een gewicht van amper 4 g kan in de kleinste ruimtes worden ingezet als spion of reddingswerker.

     

    Kolibrie wordt kulibrie

     

    Ze vliegen gezwind van bloem tot bloem en blijven probleemloos voor elke bloem zweven om er nectar uit te drinken.

    Ze kunnen bovendien ook zijwaarts en achterwaarts vliegen om opdoemend gevaar te ontwijken. Als het nodig is, kunnen ze zelfs ondersteboven landen.

    Daarnaast hebben flapperende vleugels een belangrijke invloed op het draagvermogen.

    Rond kleine vleugels, die snel heen en weer flapperen, treden unieke aerodynamische verschijnselen op. Die zorgen ervoor dat vleugels die op een biologische manier flapperen beduidend meer gewicht kunnen tillen dan roterende of vaste vleugels van dezelfde grootte. Deze verschijnselen treden enkel op als de vleugels klein genoeg zijn – kleiner dan 10 centimeter lang – en snel genoeg op de juiste manier heen en weer flapperen – meer dan 30 cycli per seconde. Voor grotere vliegtuigen heeft het dus niet veel zin om flapperende vleugels te gebruiken.

     

    Vliegtechniek

     

    Voor de kulibrie inspireerden we ons op de vliegtechniek van de rosse kolibrie.

    De vleugelbeweging van dit vogeltje genereert opvallend veel draagvermogen.

    De vleugelbeweging die kolibries vertonen, is heel anders dan die van grotere vogels waarmee we meer vertrouwd zijn. Ze bewegen hun vleugels niet op en neer in een verticaal vlak, maar eerder heen en weer in een horizontaal vlak. Dit heen en weer flapperen heet in vaktermen de slagbeweging. Op het einde van elke vleugelslag roteren ze hun vleugels bovendien ook rond hun lengteas, de zogenoemde pitchbeweging. De gecontroleerde, synchrone uitvoering van deze complexe combinatie van slag- en pitchbeweging is cruciaal om de gewenste aerodynamische verschijnselen op te wekken, maar is mechanisch zeer moeilijk na te bootsen. De vleugel moet ongeveer 40 / sec heen en weer flapperen en het mechanisme daarvoor mag slechts een fractie van een gram wegen.

    Om de aerodynamica rond flapperende vleugels te bestuderen, was men tot voor kort aangewezen op computersimulaties of op schaalmodellen, waarbij men de vleugels uitvergroot en vertraagd doet bewegen. Hoewel beide methodes hun voordelen hebben, zijn ze niet in staat de werkelijkheid volledig na te bootsen. Het mechanisme ontworpen aan de KU Leuven laat onderzoekers toe de vleugelbeweging naar wens te variëren. Zo kunnen voor de eerste keer flapperende vleugelbewegingen worden bestudeerd zoals ze ook werkelijk worden uitgevoerd.

     

    Nanovliegtuigjes flapperend tot in de kleinste hoekjes

     

    Het vleugelmechanisme zit eenvoudig in elkaar en genereert een biomimetische vleugelbeweging met behulp van slechts twee kabeltjes en vier nokken. Dit slag- en pitchnokmechanisme onderscheidt zich op verschillende vlakken van de reeds bestaande concepten.

    Je kan de belangrijkste parameters van de vleugelbeweging naar wens instellen om op zoek te gaan naar de optimale vleugelbeweging.

    Ook kan het een asymmetrische vleugelbeweging genereren, waarbij de linkervleugel een beetje anders flappert dan de rechtervleugel, wat cruciaal is om de typische vliegmanoeuvres uit te voeren. Bovendien is het zeer licht en dus bruikbaar om de vleugels van een nanovliegtuigje aan te drijven.

    Enorm veel toepassingen zijn denkbaar voor zulke kleine vliegtuigjes die snel complexe vliegmanoeuvres kunnen uitvoeren.

    Ze kunnen binnenskamers opereren en doorheen gebouwen vliegen, maar ook in grotten, bossen, tunnels, buizenstelsels en andere moeilijk te bereiken plaatsen.

    Zoals welk vaker met nieuwe technologie komt de grootste interesse op dit moment uit de militaire wereld.

    Nanovliegtuigjes kunnen immers interessant zijn voor spionageopdrachten, maar de toestelletjes bieden ook mogelijkheden voor humanitaire toepassingen. Reddingswerkers zouden bv na een aardbeving zulke nanovliegtuigjes kunnen gebruiken om slachtoffers op te sporen in ruînes.

    Bij een ramp als in het Japanse Fukushima, waarbij radioactiviteit vrijkwam, zou een zwerm nanovliegtuigjes kunnen worden uitgestuurd om zeer snel informatie te verzamelen en de schade vast te stellen.

    Dankzij zijn biomimetische vleugelbeweging kan de kulibrie op dit moment zo’n 4,5 gram tillen, wat beduidend meer is dan andere nanovliegtuigjes met een vereenvoudigde vleugelbeweging.

    De kulibrie kan zelfs 1/3 meer gewicht tillen dan zijn ‘voorbeeld’ de rosse kolibrie.

    Wellicht ligt de verklaring in het ontwerp van het modelvliegtuigje dat zowel tijdens de rugwaartse als de buikwaartse vleugelslag gebruik maakt van de gewenste aerodynamische verschijnselen, terwijl de rosse kolibrie dat enkel doet tijdens de buikwaartste slag.

    Zijn uitzonderlijk hoog draagvermogen laat toe de kulibrie uit te rusten met een camera en sensoren of zelfs met een klein zonnepaneeltje. Om de vliegduur te vergroten kan eventueel ook een zwaardere batterij worden ingezet.

    Op dit ogenblik maakt de kulibrie nog gebruik van een geleiding om verticaal op te stijgen. Het toestelletje is nog niet in staat om stabiel rond te vliegen.

    Om daar verandering in te brengen, bestudeert de KU Leuven de effecten van een asymmetrische vleugelbeweging op de vliegstabiliteit.

    Dat is cruciaal om de kulibrie vrij te laten rondvliegen. Zodra hij dat kan, wordt een camera ingebouwd zodat het vliegtuigje zelf zijn weg kan vinden doorheen een gebouw.

     

    Wie graag in het archief rondsnuffelt, kan de volgende eerder verschenen artikels raadplegen:

     

    ·         18/11/07: Gierzwaluw vliegmodel voor vliegtuigbouwers?

    ·         22/11/08: Vliegende robots [mechanische gierzwaluw, nepvalk Horck, Robotfly]





    24-03-2012 om 09:59 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    18-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Natuurvriendelijke daden

    Geraadpleegde bronnen:

     

    Natuurblad – “Huisje, tuintje, diertje’

    Vogelbescherming Vlaanderen – Vogelnieuws – de digitale nieuwsbrief

     

    De honderdduizenden tuinen in Vlaanderen vormen een groot leefgebied voor planten en dieren. Een tuin kan natuurlijk nooit een natuurgebied vervangen maar iedere tuin – hoe klein ook – kan natuurvriendelijk worden gemaakt.

     

    Tips voor je terras en huis

     

    Een terras is niet de meest evidente plek om iets extra te doen voor wilde dieren en planten, maar biedt toch mogelijkheden.

    Heel wat soorten, die oorspronkelijk in holtes of langs rotswanden leefden, zijn immers aangetrokken tot huizen.

    Oude gebouwen met losse stenen en openingen in het dak of aan de dakranden bieden een veilig onderkomen voor bv. de huismus en de spreeuw.

    Insectenhuisjes of een insectentoren hebben succes op je terras als er dichtbij voldoende voedselplanten zijn voor solitaire bijen en andere insecten. 

    Heb je bv. huismussen onder het dak zorg dan ook voor beschutting en extra voer.

    De insectenrijkdom kan je verrijken door klimop, wilde kamperfoelie, wilde hop en muurleeuwenbek tegen je buitenmuur te planten. Die planten trekken met hun nectar allerlei insecten aan, die op hun beurt voedsel zijn voor spinnen en vogels, zoals de zwarte roodstaart en de huismus.

    Een waterschaaltje (ook nuttig voor insecten) en een bijenhuisje zijn ook ideaal voor op je terras of balkon.

     

    Tips voor een kleine tuin in de stad

     

    Dieren zijn vooral op zoek naar voedsel, beschutting en water en deze essentiële elementen kan je ook op een klein oppervlak aanbieden. Door structuur te brengen in je tuin, door stuiken en hagen aan te planten, verhoogt de waarde van je tuin spectaculair voor dieren en planten.

    Beschutting bied je aan via een altijdgroene boom of struik. Een meidoorn of braamstruik is dankzij de doornen een ideale schuilplek en de bloesems trekken vele insecten aan. 

    De huismus en de roodborst nestelen zich graag in klimplanten die je tegen een muurtje of je gevel laat groeien en een haag biedt ruime woongelegenheid in verschillende verdiepingen. Een vijvertje kan je gemakkelijk realiseren door bv. een kuip in te graven. Tuinvogels kunnen er drinken en baden en een massale variatie aan insecten en waterplanten zullen opduiken. Wil je amfibieën en insecten zoals libellen en schrijvertjes aantrekken in je vijver, wees dan spaarzaam met het aantal vissen. Vissen eten immers de eitjes en larven van amfibieën en insecten.

    Zorg dat er op korte afstand van de vijver een plaats is waar dieren kunnen schuilen.

    Een hoop rotsblokken, een stapel hout, dicht struikgewas met een haag van bladeren is perfect.

    De basisregel voor biodiversiteit is variatie en die geldt ook voor het gazon.

    Bemest het gazon niet te vaak en kies voor organische meststoffen. De paddenstoelen in het gras zullen verdwijnen als je veel bemest en jaarlijks ontmost. Een paar vierkante meter bloemenweide – liefst een perceeltje in volle zon – fleurt je gazon op en trekt vlinders en bijensoorten aan. Een takkenhoop mag niet ontbreken; dood hout is van belang voor het ecosysteem en in belangrijke mate voor zwammen.

    De zwammen zorgen voor de afbraak van dode organische stof en brengen mineralen weer in omloop in het ecosysteem. Voor de insecten is het een perfecte overwinteringsplaats. Begin je stapel onderaan met wat dikkere stukken hout. Bundel de takken die je vast steekt in de takkenhoop en gooi er af en toe wat snoeimateriaal en een beetje maaisel of ander plantenmateriaal bij. Kies voor een schaduwrijke plek zodat de zwammen en de insecten niet uitdrogen. Je kan de takkenhoop minder opvallend maken door er klimplanten of planten met uitlopers over te laten groeien zoals bramen, kamperfoelie, pompoen, clematis.

    Je kan ook kastjes ophangen voor insecten; er zijn kastjes voor oorwormen, gaasvliegen, hommels, solitaire bijen en lieveheersbeestjes.

     

    Tips voor grotere tuinen in een park of landelijke omgeving

     

    Je hebt in een grote tuin uiteraard meer kans om het landschap te integreren in je tuinaanlegplan.

    Ook in deze ruime tuinen dient voorzien in dood hout onder de vorm van takkenhopen of dode boomstronken.

    Wilde planten worden te vaak enkel gezien als onkruid. Je kan die planten ook zo snoeien, knippen en vormgeven dat ze niet misstaan in een wat nettere tuin.

    Besdragende struiken bieden een bloemenweelde in het voorjaar, nestgelegenheid en voedsel in de herfst. Vlier, meidoorn, vuilboom, hulst en lijsterbes moet je zeker in een vogelvriendelijke tuin aanplanten.

    Voor het aanplanten van je haag of houtkant heb je ook onder inheemse planten een ruime keuze: beuk, haagbeuk en meidoorn bv.

    Met zomereik, hazelaar en rode kornoelje breng je leven in je haag. Vlier en linde produceren uitbundige bloesems waar je thee van kan maken.

     

    Literatuur voor beginners

     

    Wil je gericht een soort helpen dan moet je een beetje studiewerk verrichten.

    Een goede basis om te starten is www.natuurpunt.be/bouwmee en het boek ‘Dieren in nesten … in je tuin’

    Het boek is rijk geïllustreerd door fotografen die als vrijwilliger voor Natuurpunt actief zijn.

     

    Appartementen voor dakloze huismussen

     

    In het kader van het project ‘Stationsomgeving’ in Aalst, dat een gehele heraanleg van het stationsplein, het busstation en de omgeving omvat, werd in het najaar van 2011 één van de stationsgebouwen afgebroken.

    In dit gebouw, meer bepaald in enkele cilindervormige stellinggaten bovenaan de achtergevel, had een 15-tal koppels huismussen een onderkomen gevonden.

    Op 15 juni 2011 was de sloop van het gebouw gepland, maar omwille van de aanwezigheid van deze mussenkolonie verzocht Vogelbescherming Vlaanderen ermee te wachten tot na de broedperiode.

    De NMBS-holding ging daar in overleg met de stad positief op in en stelde de afbraakwerken uit tot 15 september.

    Sindsdien staan de broedkoppeltjes letterlijk op straat. Daar er in de onmiddellijke omgeving niet meteen een alternatieve verblijfplaats was, dacht men aanvankelijk houtbetonnen mussenappartementen op te hangen aan de torengebouwtjes aan weerszijden van het huidige stationsgebouw, maar dat was buiten het beschermde statuut van die gebouwtjes gerekend.

    Zowel het stationsgebouw als de twee torengebouwtjes zijn geklasseerd als beschermd monument, wat impliceert dat er geen wijzigingen aan de gevels mogen worden aangebracht.

     

    Voor elk plan is er gelukkig ook een plan B

     

    Een Koerdische uitbater van een hotel in de buurt zag er geen graten in om de mussenkasten aan de gevel van zijn zaak te laten ophangen.

    Zowel de ligging als de oriëntatie van de gevel zijn ideaal, vergeleken met de plaats waar de mussenkolonie vorig jaar broedde, netjes naar het noordoosten gericht.

    Vijf stevige mussenappartementen uit houtbeton werden aan de gevel bevestigd.

    Vogelbescherming Vlaanderen heeft de milieudienst van de stad geadviseerd om in het stadscentrum meer groen te voorzien, vooral in de omgeving van het stationsgebouw. Met het aanbieden van kunstmatige nestgelegenheid alleen zullen de huismussen het niet redden.

    Op 21 en 22 april 2012 organiseert Vogelbescherming Vlaanderen opnieuw een mussentelling.

    Uit de resultaten van de huismussentelling van 2011 bleek dat 57% van de tellers een mussenkolonie van minder dan 5 koppels waarnam.

    Op 1/3 van deze locaties waren er zelfs helemaal geen mussen aanwezig.

    Limburg is de provincie waar in verhouding de meeste kolonies van meer dan 10 koppels werden waargenomen, ongeveer 9%.

    In Vlaams-Brabant werd slechts bij 1% van de deelnemers een grote kolonie waargenomen. De andere provincies balanceren hiertussen.

    Dit zijn geen goede resultaten voor de huismus omdat men in theorie kan aannemen dat waar mensen leven ook huismussen kunnen voorkomen. Zo wordt er ook aangenomen dat een kolonie van minder dan 5 koppels op termijn gedoemd is om te verdwijnen.

    Hierom is het heel belangrijk om onze huismussen te blijven volgen en beschermen.

     

    Wie directeur van Vogelbescherming Vlaanderen, Jan Rodts in actie wil zien, kan deze reportage raadplegen.

    http://vimeo.com/38487901

     











    18-03-2012 om 21:11 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    11-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Help exotische dieren en planten terug te dringen

    Bron: De Standaard: Stem de parkieten uit uw park

     

    Via een online enquête wil Europa de burger aansporen juiste beslissingen te nemen inzake het overwoekeren van natuurgebieden door uitheemse planten en het inpalmen van biotopen door uitheemse dieren.

    Er zijn biologen die vinden dat je deze zonderlingen maar moet laten gedijen. Als het gaat over invasieve exoten, die snel in aantal toenemen en schade aanrichten, vormen diezelfde biologen een kleine minderheid.

    De grote waternavel en de Amerikaanse vogelkers die onze sloten en bossen overgroeien, de Canadese ganzen die met hun lompe zwemvliezen onze akkers en natuurgebieden vertrappelen, de stierkikkers die eerst je vijver leeg vreten en dan met bulderend gekwaak je zomerse avonden verpesten. Die soorten aanpakken, is geen biologische xenofobie meent de heer Tim Adriaens, die zich voor het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek met invasieve exoten bezighoudt.

     

    Het is een kwestie van noodzakelijk natuurbehoud!

     

    Ons ecosysteem heeft altijd al nieuwkomers gehad, maar sommige soorten richten grote schade aan zoals de groene halsbandparkiet, die zich erg agressief gedraagt tegenover spechten, boomklevers en vleermuizen.

    Vijfentwintig exoten zijn in de Europese Unie verantwoordelijk voor 12.4 miljard euro schade en bestrijdingskosten.

    Dan lijkt het vanzelfsprekend dat er wetten tegen bestaan. Maar terwijl je in Australië nog niet met een appel van het vliegtuig mag, zijn er in Europa hooguit een paar invoerbeperkingen.

    Ze helpen niet tegen de exoten die al een geslaagde invasie achter de rug hebben, zoals de stierkikker.

    Bovendien zijn de maatregelen ook gemakkelijk te omzeilen. Dat bewijzen de voormalige importeurs van roodwangschildpadjes.

    Vlaanderen heeft enkel één – succesvol – bestrijdingsbeleid voor muskusratten, die dijken verzwakken en voor een 3-tal waterplanten, waaronder de grote waternavel, die waterlopen verstoppen en daardoor overstromingen veroorzaken.

    Andere probleemsoorten worden lokaal aangepakt of in pilootprojecten uitgetest.

     

    Bestrijden kan ook gevoelig liggen.

     

    Eieren schudden, waardoor er geen nieuwe gansjes bijkomen, is nog vrij onschuldig, maar een troep kwakende Canadezen samendrijven en afmaken, gaat alleen als je alle vogelliefhebbers uitlegt dat het in het belang van de andere vogels is.

    Canadese ganzen zijn in Vlaanderen jachtwild en omdat jagen volgens Vlaanderen ‘duurzaam wildbeheer’ is, vraagt de wet dat er een stabiele populatie overblijft, wat natuurlijk haaks staat op een effectieve bestrijding.

    Tijd voor een Europees beleid dus, dat u mag helpen uittekenen.

     

    De weblink om mee te doen aan het onderzoek:

     

    http://ec.europa.eu/environment/consultations/invasive_aliens.htm

     

    Wie eerder geschreven bijdragen wil raadplegen kan in het archief volgende verschijningsdata opzoeken:

     

    16/11/07           Competentie om holen [halsbandparkieten]

     

    19/02/10          De Canadese gans

     

    20/11/10           Reinaert in het vizier [rubriek: schadelijke exoten: de Canadese ganzen]

     











    11-03-2012 om 12:30 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Fyne lente' (Louisette)
        op Vogels en renners: één strijd
  • copyright (Ho-Merris)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Kauw (Henriëtte)
        op De kauw
  • Goedemorgen,mooie blog.Wens jullie nog een fijne dinsdag toe. (Mieke)
        op M-day, een mix, magische momentopnames
  • Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek
  • Goedemiddag blogvrienden u bent van harte welkom
  • Hallo beste Franz,prachtige foto's met omschrijving,heel interssant om te kijken en te lezen
  • Goedemiddag blogmaatje
  • Voorbeeld???
  • Ben is op bezoek geweest. (I like it)

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




    Archief per jaar
  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2005
  • -0001

    Foto

    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Franz Pieters
    Ik ben een man en woon in Zaventem (België) en mijn beroep is 25 jaar lkr, 2 jaar kabinetsadviseur, 2 jaar adviseur DVO, 2 jaar TOS21-projectmedew..
    Ik ben geboren op 08/05/1954 en ben nu dus 71 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: onderwijs - wetenschap & techniek - geschiedenis - natuur - muziek - lectuur - gastronomie - sport.
    2 jaar TOS21-coördinator, 3 jaar projectcoördinator ESF-projecten KOMMA, WERK PRO-OPER, LINK en nu op RUST
    Foto

    Foto

    Een interessant adres?

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • De holenduif is de discreetste van onze duiven
  • De sprinkhaanzanger, meester verstoppertje van de ruigte
  • De Koekoek, een raadselachtige vogel die blijft verrassen
  • De buizerd, een weinig gewaardeerde roofvogel
  • De boomvalk, steeds minder trouw aan zijn broedplaats
  • Wetenschappelijk onderbouwd natuurbeheer is wat anders dan knaldrang
  • Een slinkende biodiversiteit heeft ook voor de mens nefaste gevolgen
  • Sinds kort broedt de steltkluut elk jaar bij ons
  • De drieteenmeeuw is onze enige echte zeemeeuw
  • De grauwe klauwier
  • Het opvallend riedeltje van de tjiftjaf kondigt de lente aan
  • Overleven: hoe doen pinguïns dat toch?
  • De Turkse tortel, één van de spectaculairste vogelinvasies ooit
  • Zwartkopje en bruinkapje
  • De zwarte kraai kiest voor een leven in de nabijheid van diervriendelijke mensen
  • Handel en stroperij brengen Europese zangvogels in gevaar
  • Grote stern, wit, zwart en geel puntje
  • Scandinavische neefjes van de vink geven de winter kleur
  • De mandarijn-eend
  • De Krakeend, vijftig tinten grijs
  • Ruzie over de Zeearenden: conservator van De Blankaart beschuldigd van nestverstoring
  • De groenling heeft ernstig last van het ‘geel’
  • Fluiters zijn bang van muizen
  • Natuurmonitoring met AI
  • Meten is weten: de staat van de natuur monitoren
  • Vogelbeschermers die de handen uit de mouwen steken
  • De draaihals, een lid van de spechtenfamilie
  • Chemische vervuilers zijn alomtegenwoordig in onze leefomgeving
  • Onze kleinste uil krijgt het kwaad
  • Ooit was de bosbouwer Vlaams, nu is hij een wereldburger
  • Het vederlicht goudhaantje
  • De witte kwikstaart profiteert van lintbebouwing
  • Werelddierendag
  • De sperwer heeft geen noemenswaardig effect op het bestand van onze tuinvogels
  • De trompetkraanvogel
  • Het waterhoen houdt er een complex gezinsleven op na
  • De lachstern, een atypische luchtacrobaat
  • Blauwdruk voor de blauwe kiekendief
  • Jenny De Laet, bezielster van het huismussentelweekend
  • Een koppel zwarte en een koppel gekraagde roodstaarten stichten elk een gezin in één nest
  • Een slangenarend in onze streken waarnemen, is geen uitzondering meer  
  • Onze bijen zullen moeten leren zelf de Aziatische hoornaar af te slaan
  • Illegale vogelvangst wordt streng aangepakt
  • De bonte vliegenvanger is geen zorgenkind
  • Wonderlijke veerkracht: deel 2: de extreemste aanpassingen van veren treffen we aan bij vogels die een extreme ecologische specialisatie hebben
  • Wonderlijke veerkracht: deel 1: verrassende inzichten over het complexe ontwikkelingsproces van veren
  • Buizerds hebben een voorkeur voor soortgenoten die er hetzelfde uitzien als zij
  • Blauwborsten zijn showbeesten
  • Met hun krachtige tenen en nagels ‘kleven’ boomklevers echt aan boomstammen

    {TITEL_VRIJE_ZONE}

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    wilfried1
    www.bloggen.be/wilfrie
    Privacyverklaring van de Kille Meutel Vogelvrienden

    Algemene privacyverklaring van onze vereniging: de Kille Meutel Vogelvrienden De Kille Meutel Vogelvrienden hechten veel waarde aan de bescherming van uw persoonsgegevens. In deze privacyverklaring willen we heldere en transparante informatie geven over welke gegevens we verzamelen en hoe wij omgaan met persoonsgegevens. Wij doen er alles aan om uw privacy te waarborgen en gaan daarom zorgvuldig om met persoonsgegevens. Onze vereniging houdt zich in alle gevallen aan de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Dit brengt met zich mee dat wij in ieder geval: • uw persoonsgegevens verwerken in overeenstemming met het doel waarvoor deze zijn verstrekt, deze doelen en type persoonsgegevens zijn beschreven in deze Privacy verklaring; • verwerking van uw persoonsgegevens beperkt is tot enkel die gegevens welke minimaal nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt; • vragen om uw uitdrukkelijke toestemming als wij deze nodig hebben voor de verwerking van uw persoonsgegevens; • passende technische en organisatorische maatregelen hebben genomen zodat de beveiliging van uw persoonsgegevens gewaarborgd is; • geen persoonsgegevens doorgeven aan andere partijen, tenzij dit nodig is voor uitvoering van de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt; • op de hoogte zijn van uw rechten omtrent uw persoonsgegevens, u hierop willen wijzen en deze respecteren. Als Kille Meutel Vogelvrienden zijn wij verantwoordelijk voor de verwerking van uw persoonsgegevens. Indien u na het doornemen van onze privacy verklaring, of in algemenere zin, vragen heeft hierover of contact met ons wenst op te nemen kan dit via onderstaande contactgegevens: Kille Meutel Vogelvrienden Watertorenlaan 59 1930 Zaventem franz.pieters@telenet.be Mobiel: 0478 55 34 59 Waarom verwerken wij persoonsgegevens? Uw persoonsgegevens worden door onze vereniging verwerkt ten behoeve van de volgende doeleinden en rechtsgronden: • om te kunnen deelnemen aan de activiteiten van de Kille Meutel Vogelvrienden; • om de uitnodigingen, verslagen, nieuwsmeldingen, … te versturen (met toestemming van de betrokken sympathisanten); • om een brede en vlotte communicatie te verzorgen binnen het netwerk van de diverse partners; • om de jaarlijkse subsidiëring door de overheid te bekomen (wettelijke verplichting); Voor de bovenstaande doelstellingen houden we volgende gegevens bij: naam, voornaam, adres, telefoon/gsm-nummer (indien beschikbaar), e-mail (indien aan ons doorgegeven) We gebruiken de verzamelde gegevens alleen voor de doeleinden waarvoor we de gegevens hebben verkregen. Verstrekking aan derden Wij geven nooit persoonsgegevens door aan andere partijen waarmee we geen verwerkersovereenkomst hebben afgesloten, tenzij we hiertoe wettelijk worden verplicht (bv. politioneel onderzoek) Bewaartermijn De Kille Meutel Vogelvrienden bewaren persoonsgegevens niet langer dan 5 jaar op hun informaticasystemen. Beveiliging van de gegevens Wij hebben passende technische en organisatorische maatregelen genomen om persoonsgegevens van u te beschermen tegen onrechtmatige verwerking, zo hebben we bv. de volgende maatregelen genomen: • we hanteren een gebruikersnaam en wachtwoordbeleid op al onze systemen en cloud-toegangen; • de toegang tot de persoonsgegevens is beperkt tot de bestuursleden; • wij maken back-ups van de persoonsgegevens om deze te kunnen herstellen bij fysieke of technische incidenten; • onze bestuursleden zijn geïnformeerd over het belang van de bescherming van persoonsgegevens. Uw rechten omtrent uw gegevens U heeft recht op inzage en recht op correctie of verwijdering van de persoonsgegeven welke wij van u ontvangen hebben. Bovenaan dit privacy statement staat hoe je contact met ons kan opnemen. Tevens kunt u verzet aantekenen tegen de verwerking van uw persoonsgegevens (of een deel hiervan) door ons of door één van onze verwerkers. Klachten Mocht u een klacht hebben over de verwerking van uw persoonsgegevens dan vragen wij u hierover direct met ons contact op te nemen. U heeft altijd het recht een klacht in te dienen bij de Privacy Commissie, dit is de toezichthoudende autoriteit op het gebied van privacy bescherming. Wijziging privacy statement Onze vereniging de ‘Kille Meutel Vogelvrienden’ kan zijn privacy statement wijzigen. Van deze wijziging zullen we een aankondiging doen op onze website. De laatste wijziging gebeurde op 22 mei 2018. Oudere versies van ons privacy statement zullen in ons archief worden opgeslagen. Stuur ons een e-mail als u deze wilt raadplegen.


    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen

  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs