Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

Momentum

04/07/07

Beste vogelvriend …

Startdatum: om meteen de drempelvrees te verlagen stel ik voor dat iedereen een reactie ventileert over het wegblijven van een birdyreünie; het kan kort in de 'poll'-rubriek en wat uitgebreider in dit communicatievenstertje.
Het was Oswald die mij ooit voorstelde ons wat dieper in het internet te nestelen, wat nu via deze blog is gebeurd, weliswaar zonder een referendum te houden.
Bij deze nodig ik jullie uit je mening te ventileren, want de bedoeling is een handig alternatief aan te bieden.
Tot heel binnenkort …

04/07/08

Happy Birdyday …

 

Temidden van een levendige en warmhartige woonwijk, ligt een door menselijke bebouwing omzoomde biotoop … een fraaie frisgroene weelderige oase, waar de birdyfans de gevederde tuinbezoekers graag welkom heten en gul onthalen.

Die verwennende gastvrijheid in een gezellig en veilig rustoord, bekoorlijk door landelijke eenvoud en liefelijkheid, prikkelt de vertrouwenwekkende aanhang, de nesteldrang met vrolijk vogelgezang en feestelijke voortgang. We hopen volgend jaar nog meer ‘straatketten’ naar de Kille Meutel te lokken …

 

04/07/09

 

Je zoekt, vindt en kiest

een levensweg, die je deelt

met trouwe vrienden …

 

Precies vandaag bestaat ons“Kille Meutel”Forumpje 2 jaar.

Sinds de wondermooie opnames van onze huisfotografen het “Blogscherm” sieren, loopt het aantal bezoekers gevoelig op.

Een verheugende en hartverwarmende vaststelling, daar eveneens destijds de voor natuurliefhebbers en vogelbeschermers bedoelde nieuwsbrieven, geïllustreerd met tekeningen, een educatieve waarde beoogden.

Sedert kort werd de rubriek“Birdywatch”gelanceerd, initieel opgevat als verzamelbox voor (tuin)observaties van vogelspotters.

Momenteel is een gebruiksvriendelijke observatiefiche, waarin de waarnemer zijn vaststellingen optekent, nog niet beschikbaar.

Met een klik op“Vogelwaarnemingen” nodigt de rubriekenindeling de bezoeker uit een pittige anekdote,een blikvanger,een weetje of een suggestie neer te pennen.

Af en toe duikt over een verschenen artikel een leuke en spontane “Reactie” op of laat men een indruk na in het “Gastenboek”.

In de speurtocht naar kennisdeling en verwondering wekken, blijft de drijfveer“Alles kan altijd beter”…

04/07/10

 

Vandaag hebben we weer wat te vieren want de blog bestaat 3 jaar.

Onze trouwe huisfotografen Jo en Wim blijven voor merkwaardig beeldmateriaal zorgen en dan is het ook niet verwonderlijk dat het bezoekersaantal gestaag aangroeit.

Met vereende krachten hebben we met ons klein, maar niet minder enthousiast clubje vogelvrienden een mussenteltraject uitgezet om in de streek (Zaventem, Nossegem, Sterrebeek, Kraainem) op 17 verschillende telpunten onze geliefde‘straatketjes’ te tellen.

Hierdoor maken we deel uit van de mussenwerkgroep Vlaanderen die naast het jaarlijks weerkerend mussentelweekend in samenwerking met de universiteit Gent een grootschalig huismussenonderzoek coördineert.

Wij blijven uiteraard ook gefocust op de vliegbewegingen binnen onze tuinenbiotoop. Tijdens de jongste reünie gaven enkele haiku’s mooi weer hoe fel we gehecht zijn aan onze gevederde levensgezel; meteen ook een gelegenheid om de loyale vogelliefhebbers een welverdiende  huismuspin op te spelden …

Dakpan of dakgoot,

voor de huismus is een nest

in Kille Meutel – Georges

Tjilpende huismus,

nest in de Kille Meutel

welkom bij ons hier – Arlette

Kijk Kille Meutel,

veel parende huismussen,

hemel op aarde – Oswald

Kille Meutel vriend,

huismus breng ons samen en

laat het blijven zijn – Chris

Groene oase,

paradijs voor de huismus,

dé Kille Meutel – Franz

04/07/11

Drukke en woelige tijden tasten al eens vaker de drang aan om over de fascinatie voor het
vedervolkje te communiceren.Immers in de Brusselse betonnen biotoop beter bestuurlijk beleid geldt de regel: first things first and don't feel free as a bird!
Toch is het bezoekersaantal op jaarbasis weer gevoelig toegenomen dit jaar, een eerbetoon dat vooral de huisfotografen toekomt, die voor kwalitatief hoogstaande visuele impressies zorgen.In de loop van volgend jaar zal de Kille Meutel een bijdrage leveren aan de geplande acties van de mussenwerkgroep Vogelbescherming Vlaanderen.

04/07/12

Inmiddels hebben ruim 51 000 bezoekers op de blog 275 artikels en 125 vogelportretten geraadpleegd, alsook 1 100 foto's, waarvan de helft door onze huisfotografen werd aangeleverd. Uit statistieken ter beschikking gesteld door de providers kunnen we afleiden 
dat 54% Nederlanders en 41% Vlamingen geregeld de blog raadplegen en dan het vaakst gedurende de weekdagen (70%), voornamelijk tussen 13.00 en 18.00 u en 30% tijdens het weekend. Tijdens de maanden juli, augustus en september heeft de blog 'begrijpelijk' minder succes.De Kille Meuel blijft zich samen met Vogelbescherming Vlaanderen inzetten voor het behoud van de huismus.  

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Mijn favorieten reeks 1
  • bloggen.be
  • Natuurpunt
  • National Geographic
  • Natuurfotograaf Mineur
  • Vogelbescherming Vlaanderen
  • Vogelportretten Birdpix
  • Vogelportretten Birdfocus
  • Vogelbescherming Nederland
  • Belgium Digital
  • Vogelzang
    Mijn favorieten reeks 2
  • Favoriete vogel 2014
  • Instituut voor natuur- en bosbouw
  • Mussenwerkgroep
  • Natuurfotograaf Laura Sperber
  • Vogelencyclopedie
  • Natuurfotgrafen Monique & Luc Bogaerts
  • Natuurfotograaf Pieter Cox
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    TO DO - List

    Kille Meutel Meetings Overlegmomenten Vogelbescherming Vlaanderen Overlegmomenten Natuurpunt Overlegmomenten WWF Overlegmomenten Greenpeace Overlegmomenten INBO

    KILLE MEUTEL
    Vogelvrienden
    19-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De biodiversiteit in het Zwin bevorderen

    Ons land ondervindt al duidelijk de gevolgen van de klimaatverandering. De gemiddelde temperatuur ligt al 2,3 graden hoger dan 200 jaar geleden, zo blijkt uit cijfergegevens van de Vlaamse Milieumaatschappij. De temperatuurstijging is het grootst in lente en zomer. Naast warmer wordt het in ons land ook natter. De jaarlijkse hoeveelheid neerslag kent een langzame maar aanhoudende stijging van gemiddeld 5 mm per decennium. De toename tekent zich enkel tijdens de winter af.

    Tot slot wordt de kust geconfronteerd met een duidelijke stijging van het zeeniveau. Vergeleken met 1970, lag het jaargemiddelde van het zeeniveau in 2010 al 103 mm hoger in Oostende, 115 mm hoger in Nieuwpoort en 133 mm hoger in Zeebrugge.

     

    Door de gewijzigde natuuromstandigheden heeft de Zwinvlakte schade opgelopen – hoofdzakelijk verzanding – en voor de herstellingswerken zijn 4,1 miljoen euro uitgetrokken.

    In Knokke zijn de eerste werken gestart in het kader van het project ZTAR, wat staat voor Zwin Tidal Area Restoration.

     

    Daarbij willen de agentschappen Natuur & Bos en Maritieme Dienstverlening in samenwerking met de Nederlandse provincie Zeeland het bestaande natuurreservaat ‘het Zwin’ herstellen en zelfs met 120 hectare uitbreiden. De onderhandelingen over de geplande uitbreidingswerken lopen momenteel nog, maar wellicht kan men in 2013 de meer ingrijpende werkzaamheden opstarten.

    De eerste herstellingswerken die vandaag zijn gestart, hebben te maken met de aanleg van enkele zoete en brakwaterpoelen, de aanleg van twee zoetwaterpoelen en begrazingsblokken, die als geschikte biotoop moeten dienen voor waterplanten en dieren. Zo zou onder meer de beschermde maar verdwenen rugstreeppad opnieuw in het hersteld natuurgebied kunnen gedijen.

    Deze eerste graafwerken zijn enkel een voorbode van veel grotere plannen, die al eens uit de doeken werden gedaan in een bijdrage op dit blog op 17/07/09.

    Het Zwin wordt immers gevoelig verruimd, waarbij de aanpalende Willem-Leopoldpolder wordt ontpolderd en aan de zee wordt teruggegeven.

    Voor de bezoekers die al dat natuurschoon willen aanschouwen, komt er een nieuw bezoekers- en observatiecentrum.

    Even noodzakelijk is de bestaande dienstweg te verhogen voor de verdere herstelacties met tractoren en graafmachines.

    Daarnaast worden in het Zwin ook de broedeilanden voor vogels hersteld en wordt de Zwingeul verdiept en verbreed. Die laatste graafwerken zijn gepland in 2014-2015.

     

    Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd!

    Hoewel je in het Zwin het hele jaar rond aalscholvers kan aanschouwen, komen ze vooral in het najaar in grote vluchten voor.

    In het geval van hoge vloeden, waarbij veel vers en visrijk water het Zwin binnenstroomt, kan je ze in groep zien vissen.
    Ze jagen dan in uitgerekte V-formaties visscholen naar ondiepere plaatsen op.
    Daar duiken ze dan elegant en synchroon om de vissen achterna te zitten en hen te verschalken. Meestal wordt zo’n vloot aalscholvers begeleid door een vlucht opgewonden en krijsende meeuwen. Die proberen van de drijfjacht van de schollevaars te profiteren door de opgeschrikte, naar het wateroppervlak opgejaagde visjes, weg te graaien.

     

    Dat de grootogige waterraaf een grote bek kan opzetten, mag blijken uit onderstaande toch wel merkwaardige fotoreeks met enkele unieke momentopnames. Soms moet een kanjer van een brasem met de hoog op welvende rug weer in vrijheid worden gesteld omdat het opslokken, schrokken of verzwelgen van de buit even niet door het nochtans erg rekbaar keelgat geraakt

     

    Wie via het archief een uitgebreider portret van de aalscholver wenst samen te stellen, kan eerder verschenen bijdragen raadplegen op:

     

    ·         15/06/08         De aalscholver of schollevaar

    ·         04/01/09         De schollevaar of waterraaf

    ·         13/06/11           De Chinese aalscholver

    ·         18/06/11           De aalscholver, een viskweker

     

    Recent  had Dominiek Vandevenne het over: “De schrik van de vissers en de viskwekers”

     

    http://www.een.be/programmas/de-laatste-show/leve-de-vogels-de-blauwe-reiger-en-de-aalscholver











    19-11-2011 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    12-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spreeuwenshow op een herfstavond

    De grauwe herfstdag loopt ten einde maar kleurt met de komst van de avondschemering geheimzinnig rood op. Het lijkt alsof duizenden spreeuwen op dit teken hebben gewacht.

    Ze verzamelen zich in lange slierten en voeren een wervelende show op, alvorens op hun slaapplaatsen [rietbedden en bossen] neer te strijken.

     

    De aankomst van iedere nieuwe troep is voor de al aanwezige spreeuwen een reden om massaal op te vliegen en zich in de lucht te hergroeperen. Tegen de oranjerode avondhemel warrelen in golvende en zwierende banen tienduizenden vogels met gesynchroniseerde manoeuvres als rookslierten door elkaar heen. Op sommige momenten lijken ze even op te lossen om meteen daarna weer in een reusachtige, zwarte wolk te veranderen.

    Waarom sommige dieren de naam hebben onooglijk te zijn, is vaak een raadsel. Een mus mag dan wel geen spectaculair gekleurd verenkleed bezitten, eenmaal heel dichtbij blijkt het tuinbezoekertje subtieler geschakeerd dan je zou vermoeden. Ook een spreeuw is op geringe afstand een stuk minder doodgewoon: een dicht gespikkeld zwart verenpak met een groene en purperen weerschijn. Dat ze ook herrieschoppers zijn, blijkt haast bij elk tuinbezoek, dat meer weg heeft van een razzia. Een commandogroepje ploft dan een paar keer per dag neer in de takken schril door elkaar heen piepend en driftig pikkend naar elkaar en naar voedsel.

    Wat de zwaarste storm niet voor elkaar krijgt, lukt een spreeuweninvasie wel: een rietveld plat krijgen, tot grote ergernis van de rietteler. Toch overheerst er bij de dorpsbewoners die het massale avondritueel aanschouwen ook een gevoel van verwondering.

    Hoe slagen tienduizenden vogels erin een geheel te vormen, niet met elkaar in botsing te komen en ogenblikkelijk gecoördineerd te reageren op een onzichtbaar commando?

    Onderzoek aan de hand van gedetailleerde films in slow motion heeft aangetoond dat elke wending wordt ingeleid door één of twee vogels, die zich dan door de hele zwerm voortplant.

    De wending van de initiatiefnemers zet zich bij de buurvogels iets later in, maar met het blote oog valt dit niet waar te nemen en voltrekt zich alles razendsnel.

    Snel reageren op de voortrekkers binnen de groep is gewoon de beste manier om bij elkaar te blijven en de veiligheid van elk individu te handhaven; vandaar geregeld zo’n zwenkmanoeuvre, om de wolk compact te houden.

    De spreeuwen houden zich voor de verplaatsing naar de gezamenlijke slaapplaatsen ook aan een vaste aanvliegroute, waar ze nooit van afwijken. Ze vliegen niet in een rechte lijn, maar oriënteren zich min of meer slingerend op bepaalde ‘herkenningslijnen’ in het landschap [een rivier, een dijkje, een rij bomen of huizen], maximaal zo’n 10 tot 20 km afstand van voedselgebied tot slaapplaats.

    Gaat het om een kleine slaapplaats – goed voor zo’n 20 000 slapers – dan ontstaan er vrijwel geen problemen. Iedere spreeuw vliegt direct naar zijn vaste plekje, de stek waar hij elke nacht zijn kopje tussen de veren steekt.

     

    De bewegingen van de spreeuwenwolken worden echter nog door andere individuen gevolgd. Zoals leeuwen – zonder al te veel paniek te veroorzaken – in de buurt van een kudde zebra’s blijven, zo voegen rondcirkelende sperwers zich tussen de spreeuwenvluchten.

    Wie verwacht dat de sperwer van bovenaf zou toeslaan en een minder alerte spreeuw aan de buitenkant van de zwerm zou grijpen, komt bedrogen uit.

    De aanval, een bijna roekeloos versnellende glijvlucht, komt van onderaf en de prooi wordt uit het overvolle midden geplukt.

     

    http://www.youtube.com/watch?v=_tEFRAI9WSE&feature=related

     

    Wie in het archief een uitgebreide identiteitskaart van de spreeuw wil opdiepen, moet even teruggaan naar 04/10/08  ‘De slippertjes van spreeuwen’

    Dat de appels nooit ver van de boom rollen , mag blijken uit de knappe fotoreportage, verzorgd door het talentrijke Dekelver-trio:       
    Wim – Jo – Geert











    12-11-2011 om 16:30 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    10-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ‘blauwe kiek’

    Deze havikachtige populatie, waarvan het grootste deel in Europa broedt [Frankrijk, Finland, Zweden] vertoeft bij voorkeur in open vochtige randgebieden van meren of in moerassen met een lage en dichte vegetatie, brede rietkragen en in kruidenrijke akkerlanden. Daar krijg je ze vaak te zien op gemaaide hooilanden, waar ze muizen vangen die zich verschuilen in plukken hooi.

    De vrouwtjes zijn minder opvallend bruinig en beige van kleur, met enkele zwarte banden over de staart en de ondervleugels. De vleugels eindigen in 5 uitstekende veren in tegenstelling tot de grauwe kiekendief, die slechts een franje van 4 veren telt.

    Het is niet precies bekend waarom de blauwe kiekendief sterk in aantal achteruit gaat. Braakbalonderzoek toont aan dat de roofvogels naar een ander dieet zijn overgestapt: vroeger aten ze veel fazanten, weidevogels en konijnen. Tegenwoordig jagen ze op veel kleinere prooidieren, zoals woel- en veldmuizen waardoor ze het misschien iets moeilijker hebben om zich te handhaven.

    Het kan echter ook een kwestie van migratie zijn, daar op de Duitse Waddeneilanden voor de kust van Oost-Friesland de populatie toeneemt. Met behulp van gekleurde ringen proberen vogeldeskundigen te achterhalen welke oorzaken de diverse tellingen kunnen verklaren. Hiertoe worden territoria geteld, nesten gecontroleerd, prooiresten verzameld, eieren op embryonale afwijkingen geanalyseerd, nestjongen geringd en konijnen geteld.

     

    Deze leuke weblink geeft aan waar onze huisfotograaf Wim de ‘kiekjes’ kon schieten.

    Klik daarvoor in de rubriek ‘infokalender’ op ‘gazondag’ en dan op ‘ganzondagplannetje’, maar er valt nog veel meer informatie te rapen op deze website: http://www.hedwigeprosper.be/

     

      

     








    10-11-2011 om 06:30 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    06-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De blauwe engel des dood

    In de ritselende ruigte van een natte duinvallei, in moerassen, heidevelden of zelfs extensieve akkers heeft de prachtige blauwe kiekendief zijn nest.

    Daar brengt de grote roofvogel met lange vleugels en een witte stuit met zijn bruingekleurde wijfje zijn jongen groot met kadavertjes van zelf gevangen kuikens van mededuinbewoners.

     

    Een vreemd leven van elegante jachttaferelen en bloederige tafelmanieren.

    Gehuld in een schitterend engelachtig verenkleed met bleekblauwe grijze, bijna witte tinten danst, keert en wendt hij zich – licht als een vlinder – over de rietvelden.

    Alleen zijn zwarte vleugelvingers verraden zijn allesbehalve hemelse afkomst.

    Hij is opgegroeid in een nest dat meer weg heeft van een slachthuis dan van een vrolijke kinderkamer.

    Ook vertoont hij uilachtige trekjes; zo beschikt hij net als een uil over tamelijk grote oorholten, die ongeveer even groot zijn als zijn ogen, die ook weer net als bij een uil, voorin de kop geplaatst zijn.

    Zij helpen hem uitstekend bij zijn manier van jagen: traag vliegend en voorzichtig zoekend laag over de grond, speurend met oog en oor naar klein geritsel en gewriemel van prooidiertje die tussen de vegetatie scharrelen.

     

    De jonge kiekendieven worden grootgebracht met kuikens van bodembroeders zoals de wulp, de scholekster die door vader worden gevangen en door moeder gefileerd.

    Drassige duinvalleien zijn een luilekkerland voor blauwe kiekendieven.

    Overal trippelen er nestvliedende donsjongen van kieviten rond en een snelle ontsnappingsvlucht kan hen niet helpen.

    De blauwe kiekendief lijkt een beetje een slome scharrelaar, maar vooral het mannetje, dat kleiner en lichter gebouwd is dan het vrouwtje, kan verrassend snel te keer gaan en snelheden van 50 km per uur ontwikkelen.

    Toch kan je aan zijn vleugels zien dat de blauwe kiekendief geen snelle jager is, die het moet hebben van flitsende duikvluchten. Ze zijn recht en gevingerd en uitermate geschikt voor lange zweefvluchten. Dit vliegbeeld is onmiddellijk herkenbaar doordat de vlerken daarbij enigszins omhoog staan in een sterk afgeplatte V-vorm. De lange staart stuurt hem heel beweeglijk in zijn zoekvlucht over de nesten van allerlei bodembroeders.

    Voor eieren heeft hij geen belangstelling. Zolang de boreling van een zilvermeeuw nog in zijn schaal zit, heeft hij niets te vrezen, maar eenmaal hij als donsduiken rondkruipt – zelfs als hij bij de nadering van de gevreesde schaduw zich tegen de grond drukt – is hij niet veilig meer.

    De jagende ‘kiek’ kan hem bijna achteloos met een lange naakte klauwpoot uit de vegetatie weg graaien.

    Ook de bosmuis mag op haar tellen passen als de engel des doods in de buurt rondwaart.

    In het voorjaar zijn de jongen van allerlei bodembroeders de voornaamste voedselbron voor hem en zijn gezin, maar voor de rest van het jaar, als de kuikens op of te groot zijn, eet de kiekendief in de winter voornamelijk muizen.

    Ook probeert hij nog wel grotere vogels te pakken, zoals fazanten of eenden, maar die jacht gaat hem niet echt goed af. Vaak ontsnappen zulke grote prooien uit zijn poten, omdat zijn greep niet al te stevig is.

     

    Opwindende luchtdans

     

    In het vroege voorjaar keren de kiekendieven terug naar hun broedgebied. Dan gebeurt het vaak dat de partners van vorig jaar elkaar weer ontmoeten en opnieuw een nestgebied bezetten. Vooral als er veel buren zijn, met wie al gauw misverstanden rijzen over de grenzen van de diverse territoria, slooft het mannetje zich uit in spectaculaire luchtacrobatiek.

    Hij beschrijft een voor zijn doen uitbundige golfbeweging. Vliegt schroevend omhoog en stort als een slechtvalk neer om juist op tijd weer hemelwaarts te wentelen. Heel enthousiaste kiekendieven houden dit wel een honderd keer vol.

    Als er veel buren kijken doet het vrouwtje ook mee, dit alles rond en boven de nestplaats. Deze luchtdans is één van de prachtigste baltsrituelen uit het vogelrijk.

    Het volgende deel van het paringsspel is al even spectaculair. Als straks het vrouwtje aan een nest vol jongen gekluisterd zit, moet het mannetje voor de kost zorgen. Hij brengt de prooi naar het nest en zij vliegt hem tegemoet om van hem de buit in de lucht over te nemen.

    Soms gaat dat van poot in poot, maar na oefening laat hij de muis gewoon vallen, die zij uit de lucht moet plukken.

    Dit belangrijk onderdeel van de samenwerking wordt voor elke paring uitbundig geoefend. Mannetjes kunnen met 2-3 vrouwtjes paren en deze alle van voedsel voorzien als ze de eieren uitbroeden en de jongen warm houden.

    Het nest van gras en takken wordt op de grond gebouwd, vaak tussen heide en op een helling met een goed uitzicht. Dan worden er eieren gelegd met tussenpozen van dagen. Ieder vrouwtje legt 3-6 eieren, welke ze bebroeden totdat ze na 29-31 dagen uitkomen.

    Het vrouwtje begint meteen bij de eersteling te broeden, zodat er later nogal wat leeftijdsverschil zit tussen de wit donzen jongen. De kleinste van het stel heeft alleen maar geluk als hij werkelijk een grote kiekendief wordt. Niet zelden raakt hij verzwakt en dient als toetje voor broers en zussen.

    Er zijn grote verschillen tussen het mannetje en het vrouwtje.

    Hij is klein, snel en licht gekleurd; zij is bruin, groter en sterker. Zij waakt over het nest en de jongen en slacht het voedsel dat hij aanbrengt tot hapklare brokjes. Op den duur als de jongen groter worden en al zelf weten hoe ze een muis moeten fileren, is het inkomen van pa ontoereikend. Moeder durft dan de jongen wel alleen te laten en zelf op jacht te gaan, maar wel in de buurt van het nest; een efficiënte taakverdeling.

    Zij komt thuis met flinke brokken konijnen, jonge hazen, halfwas fazanten. Als de weersomstandigheden meezitten, maakt zelfs de allerkleinste van de kroost kans om heelhuids het nest te verlaten.

     











    06-11-2011 om 11:07 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    02-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevederde olympiërs

    Bron: Scientific American

     

    Onderzoekers ontrafelen de geheimen van de hoogvlieger van de Himalaya, de hoogste bergketen ter wereld.

     

     

    Voor bergbeklimmers die met een laatste krachtinspanning de top van de Mount Makalu [8 463 m] halen, is het een wonderlijk zicht: de Indische ganzen, ook streepkopganzen genoemd, hoog boven hun hoofd op weg naar hun winterverblijf, de laagvlakten van India, Pakistan en Bangladesh.

    De vogels vliegen op een hoogte van ruim 8 000 m, niet veel lager dan de lijnvluchten.

    Jarenlang dachten wetenschappers dat een sterke rugwind en opwaartse luchtstroom de ganzen een duwtje in de rug gaven.

    Charles Bishop van Bangor University in Noord-Wales nam de proef op de som.

    Zijn team voorzag een 15-tal Indische ganzen van een rugzakje met satellietzender en volgde hun reis. De zenders vertelden niet alleen waar de dieren waren, maar ook hoe hoog en hoe snel zij vlogen.

     

     

    De onderzoekers vermoedden dat de Indische ganzen ’s middags zouden vliegen, want dan creëert de warmte van de aarde opwaartse luchtstromen van wel 20 km per uur.

    Maar tot hun grote verbazing waren de ganzen steeds ’s nachts of ’s ochtends vroeg onderweg en dan is er net een lichte valwind.

    In een recent artikel speculeert het team dat de koelere, zwaardere lucht de ganzen meer opwaartse stuwkracht geeft. Bovendien helpt koude lucht de lichaamswarmte te regelen en bevat hij meer zuurstof. Daardoor kunnen de ganzen ook vliegen op grotere hoogte waar de lucht ijl [zuurstofarme omgeving] is.

     

     

    Bishop en zijn team ontdekten nog iets verbluffends: de Indische ganzen steken de Himalaya over op amper één dag tijd.
    Op 7 to 8 uur klimmen ze een kleine 7 km. Om honderden km ver te vliegen op zo’n grote hoogte heeft de Indische gans 10 tot 20 keer meer zuurstof nodig dan normaal.
    Ter vergelijking: bij vogels die lager vliegen, zoals de Canadese gans, wordt het metabolisme op 9 000 m hoogte zelfs verstoord in rust.

    Grotere vleugels, grotere longen, een fijnmazig netwerk van haarvaten rond de vliegspieren en hemoglobine die zuurstof steviger in de longen bindt – al die troeven samen verzekeren dat genoeg zuurstof door het lichaam wordt gepompt en in het bijzonder naar de vliegspieren.

    Anders dan bij mensen kunnen de ganzen heel snel in- en uitademen zonder duizelig te worden, in ademnood te komen of het bewustzijn te verliezen

    Als men kan achterhalen waarom de weefsels van de Indische gans zo gemakkelijk zuurstof opnemen, leert men misschien ook heel wat bij over de menselijke ademhaling.

    02-11-2011 om 17:44 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    30-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nascagent of rotspelikaan

    Uit voorgaand artikel bleek al dat onderzoekers die tijdens 3 broedcycli de ‘rotspelikanen’ volgden, verbaasd waren te moeten vaststellen dat de jonge genten geregeld werden lastig gevallen. Dat gebeurde wanneer ze langere tijd alleen werden gelaten, terwijl hun ouders op voedseljacht gingen. Dan kregen ze vaak te maken met pesterijen, geweld en zelfs seksueel misbruik.

    Het wetenschappelijk team wenst nu te onderzoeken in hoeverre de invloed van stress op het gedrag van de rotspelikanen overeenstemt met die van mensen. Als het fysiologisch proces van de geweldcyclus hetzelfde blijkt te zijn, kan men via de observatie van de nascagent - in dit geval - meer inzicht verwerven.

    Het onderzoek is zeer waardevol daar het hier niet gaat om een vooraf opgezet experiment. De vogels vertoeven in hun natuurlijke habitat, namelijk op de kliffen van de Galapagoseilanden en ze zijn daar helemaal vrij. Alle impulsen zijn van natuurlijke oorsprong en er werd geen onnodige stress opgewekt door de dieren te kooien.

     

    De nascagent, die aanvankelijk als een ondersoort van de gemaskerde Jan van Gent werd aanzien, is duidelijk een aparte en tevens ook de grootste soort onder de Jan van genten.

    Onderstaand lijstje somt de 3 geslachten met ondersoorten op:

    Jan van Gent – Kaapse Jan van Gent – Pacifische Jan van Gent / Abbotts gent / maskergent – nascagent – bruine gent – blauwvoetgent – roodpootgent – Tasman gent – Humboldtgent.

     

    De ouder is bijna volledig wit, uitgezonderd aan de vleugeleinden en de staart, die heel donkerbruin tot zwart zijn. Rond de roze, oranje puntige snavel is de naakte huid zwart [maskertje].

    De ogen zijn geel tot oranje. De korte en robuuste poten zijn grijs en vertonen blauwgrijze zwemvliezen.

     

    Deze ‘boobie’ leeft op enkele vulkaaneilanden [Espanola, San Cristobal en Genovesa], waar hij op de grond nestelt. Deze zeevogel broedt op rotsachtige richels.

    Van hieruit vliegt hij naar de kustwateren, waar hij voedsel vergaart, voornamelijk sardienen of vliegende vissen, die uit de lucht plukt. Als een pijl duikt hij bovenop vissen, die hij dank zij zijn scherp zicht van op 30 m hoogte detecteert. Hierbij worden de vleugels net voor ze het water raken dicht gevouwen. Ze pakken de vis niet direct, maar duiken onder hem door om hem op de terugweg naar het wateroppervlak te grijpen.

     

    De blauwvoetgent is de meest voorkomende en onopvallendste soort binnen de rotspelikanenfamilie. Nog niet zo lang geleden werden ze sterk op de hielen gezeten door de lokale bevolking. Men raapte de eieren, doodde de kuikens en volwassen vogels om op te eten of om er visaas van te maken. Nu zijn de vogels in grote delen van hun leefgebied beschermd.

    Blauwvoetgenten zijn zeer sociale vogels.
    Paartjes blijven hun hele leven bij elkaar. Ze leven in kolonies met meer dan duizend exemplaren en communiceren met een hele reeks kreten en gebaren.

    Elk jaar wordt de band met rituele begroetingsceremonieën en grappige dansjes verstevigd.

    De balts duurt enkele weken. Het mannetje vliegt geregeld rond zijn nestelterritorium waarbij hij na de landing zijn felgekleurde poten aan het vrouwtje toont.

    Een ander onderdeel van de verleidingsparade is een soort mars, waarbij hij zijn poten hoog optilt, zijn staart en borst opzet, de vleugels spreidt en met de snavel in de lucht wijst.

    Op het hoogtepunt van de paringsdans tillen het mannetje en het vrouwtje beurtelings hun poten op. Na de paring worden er maximaal 3 eieren gelegd, hoewel ze zelden meer dan 2 jongeren groot brengen. Tijdens het broeden beschermen de ouders de eieren met hun poten om ze warm te houden. De kuikens zijn eerst naakt en hulpeloos, maar krijgen na 2 weken een witte donslaag. De ouders voorzien de jongen van halfverteerde vis.

     

    Wie de blauwvoetgenten in hun baltsritueel aan het werk wil zien, kan onderstaande weblink aanklikken.

     

    http://www.youtube.com/watch?v=SdlWmflJ6E4&NR=1




    30-10-2011 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    23-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slachtoffer wordt dader, ook in de dierenwereld

    Bron: EOS – Martina Müller – Rijksuniversiteit Groningen

     

    Een spiraal van geweld wordt vaak gebruikt om kindermishandeling en pedofilie bij mensen te verklaren, maar het fenomeen is zelden bij dieren waargenomen, al is de nascagent daar een extreme uitzondering op. Inderdaad de zeevogel die als jong is mishandeld, wordt vaak zelf ook een kinderbeul.

     

    Jonge nascagenten, een soort die nauw aanleunt bij de jan-van-gent, blijven vaak onbewaakt achter terwijl hun ouders voedsel zoeken op zee.

    Sommige onbewaakte kuikens worden daardoor het slachtoffer van agressieve rondhangende volwassen vogels, die de jongen tot bloedens toe bijten of pikken en soms ook seksuele avances maken.

    Als die jongen volwassen zijn, doen ze vaak net hetzelfde met de kroost van andere vogels, ontdekte een internationaal team wetenschappers.

    De onderzoekers observeerden 24 gemerkte vogels als jong en bestudeerden hun gedrag wanneer ze jaren later zelf broedden.

    Misbruik tijdens de jeugd bleek de kans op agressief gedrag gevoelig te verhogen. Dat heeft vermoedelijk te maken met de hoge dosissen corticosteron – het belangrijkste stresshormoon bij vogels – die na de pesterijen vrijkomen. Immers bij jonge dieren is het centraal zenuwstelsel nog in volle ontwikkeling en dus erg gevoelig voor concentraties van allerlei hormonen. Bijgevolg kunnen die een invloed hebben op het gedrag op latere leeftijd.

     

    Waarom de oudere vogels zich aan jongen vergrijpen, blijft vooralsnog onduidelijk. Men wijst er wel op dat nascagenten doorgaans twee eieren leggen en dat het oudste jong zijn jongere broertje of zusje binnen de 10 dagen uit het nest duwt. Dat moet ook want de ouders kunnen geen twee jongen grootbrengen. De gewelddadige behandeling van jonge dieren zit dus sterk ingebakken in deze soort.








    23-10-2011 om 00:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    15-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het zwanenmeer, een betoverend ballet

    Het zwanenmeer ten tonele gebracht op de wereldberoemde muziek van de Russische componist Tsaikovsky en in een choreografie van Marius Petipa – grootmeester van de spitzentechniek – is één van de wereldwijd meest gedanste pareltjes uit het klassieke balletrepertoire.

    Bij het Bolshoi en het Marijnsky Kirov Ballet, waar het zwanenmeer eigenlijke ontstaan is, verschijnen normaal 32 zwanen op het toneel.

    In de talrijkste vertolking ter wereld van het zwanenmeer van het Tsjaikovsky Perm ballet ziet men liefst maar 48 zwanen in actie. Het zorgt voor oogverblindende, ontroerend mooie beelden en taferelen, die voor altijd op het netvlies blijven gebrand.

    Het zwanenmeer, gebracht door het Tsjaikovsky Perm ballet, brengt je in een andere wereld van betoverende liefdesvogels, waarbij het wel lijkt of de ziel vleugels heeft gekregen.

    Daar er zoveel zwanen te zien zijn, zal deze voorstelling een sprookje worden, dat niet alleen door zijn massaliteit, maar vooral door zijn aangrijpende knappe uitvoering en schoonheid het publiek zal beroeren.

    Bij deze grandioos opgevatte opvoering is er behalve de volmaaktheid en samenhang van de groeperingen een innerlijke emotionaliteit, die recht uit het hart komt. Vooral de expressieve magie en kracht van de dansers en danseressen spelen een hoofdrol. Ballet is nu eenmaal een manier om je gevoelens te uiten, want wat vaak in woorden niet lukt, kan men wel via dans veruiterlijken. De prachtige beeldenreeks van de knobbelzwaan illustreert de zuiverheid en de elegantie die menig choreograaf en componist inspireerde.

     

    Via onderstaande weblink kan je een korte maar acrobatische dansversie van het grote Chinese Staatscircus bewonderen.

     

    http://www.nzwide.com/swanlake.htm











    15-10-2011 om 18:45 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    08-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gents getsjilp

    Thematische wandeltocht, georganiseerd door Vogelbescherming Vlaanderen

     

    Op deze begeleide wandeltocht bezoek je de tofste schuilplaatsen van de Gentse huismussen.

    Hoe gedragen ze zich in het najaar?

    Onderweg geniet je van anekdotes van mussentellers, vertellen studenten honderduit over hun veldwerk en ontdek je de mussenvide.

    Als afsluiter verneem je, met een drankje in de hand, de resultaten van de mussentelling 2011.

     

    Vertrek aan de Vrijdagmarkt – standbeeld Jacob van Artevelde – 9000 Gent.

    Wil je meer weten over het onderzoek naar de achteruitgang van de huismus in Vlaanderen?

     

    Surf dan naar de mussenwebsite van Vogelbescherming Vlaanderen

     

    http://www.mussenwerkgroep.be/mussenwerkgroep-vlaanderen.html

     

    De foto’s zijn van Segers en Hofie geplukt van het Belgium Digital forum

     











    08-10-2011 om 11:09 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    02-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De merkwaardige evolutie van de veer

    Bron: National Geographic

     

    Er verschenen op deze blog al meer artikels gerelateerd aan de evolutieleer:

     

    ·         De evolutie schonk de vogels een vernuftig waarnemingssysteem voor kleuren [02/02/08]

    ·         Creationisme versus evolutieleer [08/02/08]

    ·         Speurtocht naar de oorsprong van vogels [22/03/08]

    ·         Dino met vogellongen [25/10/08]

    ·         Geschiedenis van het leven [13/04/10]

    ·         Gevleugelde overlevers [24/07/10]

    ·         Aanpassen of opkrassen [23/10/10]

     

    De 150 miljoen jaar oude veer die in 1861 in een Duitse steengroeve werd gevonden,  gaf aanleiding tot een nog altijd voortdurende discussie over de oorsprong van één van de elegantste uitvindingen van de natuur: de veer.

    Waarom was de primitieve oervogel Archaeopteryx – zo groot als een kraai – getooid met veren die lijken op die van de moderne blauwvoorhoofdamazone.

     

     

    Vogels stammen af van de dinosauriërs, maar hun veren zijn wellicht al eerder ontstaan, bij een gemeenschappelijke voorouder van de dinosauriërs en pterosauriërs. Deze vliegende sauriërs waren bedekt met dunne filamenten die mogelijk op het dons van een fazantenkuiken leken.

     

     

    Vogels zijn zo algemeen dat je gemakkelijk voorbijgaat aan hun verre afstamming én aan het ingenieuze verenkleed dat hen in staat stelt te vliegen. Om de kracht van de tegemoetkomende lucht te kunnen weerstaan, hebben hun slagpennen een asymmetrische vorm met een smalle stijve voorzijde en een brede buigzame achterzijde. Vogels kunnen de luchtstroom aan de onder- en bovenkant van hun vleugels regelen door ze te kantelen. Zo veroorzaken ze een op- of neerwaartse kracht.

    Vergelijkbare aerodynamische trucs worden ook bij vliegtuigvleugels toegepast, maar de vleugel van een vogel is veel geavanceerder.

    Een vogelveer bestaat uit een schacht waaruit aan beide zijden baarden groeien; hieruit ontspringen, als twijgjes uit een tak, weer kleinere baardjes die bezet zijn met haakjes. Wanneer die haakjes in die van de aangrenzende baardjes grijpen, ontstaat een netwerkstructuur die vederlicht maar buitengewoon sterk is. Als een vogel zijn verenkleed poetst, scheiden de baarden zich en glijden vervolgens moeiteloos terug op hun plaats.

    Hoe dit wonderbaarlijke mechanisme is ontstaan, is een van de grootste raadsels uit de evolutie.

    Op zoek naar een antwoord bestudeerden wetenschappers schubben van moderne reptielen, de nauwste nog levende verwanten van vogels.

    Zowel schubben als veren zijn plat. Dus misschien hadden de schubben van de voorouders van vogels zich over de generaties heen steeds verder uitgerekt. Wellicht waren de randen later gaan rafelen en splijten, waardoor de eerste echte veren ontstonden.

    Ook leek het logisch dat deze verandering een aanpassing was om te kunnen vliegen.

     

    Platte schubben evolueerden tot ‘oerveren’

     

    Paleontoloog John Ostrom van de Yale University merkte in de jaren 70 op dat er frappante overeenkomsten bestonden tussen het skelet van vogels en dat van theropoden.

    In 1996 kwamen Chinese paleontologen met het opzienbarend bewijs voor deze hypothese. Het 125 miljoen jaar oude fossiel van een kleine theropode met korte voorpoten vertoonde een laag dunne holle filamenten (streng van doorlopende enkelvoudige vezels) die zijn rug en staart bedekten.

    Al snel vonden paleontologen honderden ‘gevederde’ theropoden, waarmee ze de ontstaansgeschiedenis van veren meer in detail konden reconstrueren.

    Eerst waren er de eenvoudige filamenten. Later ontwikkelden verschillende groepen theropoden verscheidene soorten veren: sommige leken op het dons van hedendaagse vogels; anderen hadden symmetrische baarden.

    Weer andere waren getooid met lange, stijve linten of brede filamenten, zonder enige gelijkenis met de veren van moderne vogels.

     

    Babyvogels (afstammelingen van de theropoden) vertonen soortgelijke draadachtige sliertjes.

    Op het vogelembryo ontwikkelen zich speciale huidverdikkingen die placoden worden genoemd. Bovenop de placode vormt zich een ring snelgroeiende cellen die uitgroeien tot een stoppel, waaruit later een veer ontstaat.

    Reptielen hebben ook placoden. Maar in een reptielenembryo worden alleen genen geactiveerd die ervoor zorgen dat de huidcellen aan de achterkant van de placode gaan groeien. Dat leidt uiteindelijk tot de vorming van schubben.

     

    In 2009 meldden Chinese wetenschappers dat zij een schepsel met een borstelige rugbedekking hadden ontdekt, daterend uit een periode vóór de dinosauriërs.

    Dit betekent verrassend genoeg dat de voorouder van alle dinosauriërs haarachtige veren bezat en dat sommige soorten die veren later in de evolutie weer zouden hebben verloren.

     

    Andere verrassendere mogelijkheden

     

    Krokodilachtigen zijn de nauwste nu nog levende verwanten van vogels, dinosauriërs en pterosauriërs.

    Men heeft ontdekt dat alligators een gen hebben dat bij vogels een rol speelt bij de ontwikkeling van veren.

    Dat wijst erop dat hun voorouders 250 miljoen jaar geleden, voordat de groepen zich afsplitsten in de stamboom van het dierenrijk, mogelijk wel veren hadden.

    Daarom is het misschien niet de vraag hoe de vogels aan hun veren zijn gekomen, maar hoe alligators ze zijn kwijtgeraakt?

    Als veren niet in samenhang met het vliegen zijn ontstaan, welk nut hadden ze dan voor hun bezitters?

    Sommige paleontologen denken dat veren misschien zijn ontstaan om warm te blijven.

    Er zijn theropoden gevonden met hun voorpoten uitgespreid over hun nest en wellicht gebruikten ze hun veren om het jongen te beschutten.

     

    Er is nog een andere hypothese die de afgelopen jaren aan kracht wint, namelijk dat veren oorspronkelijk zijn ontstaan om gezien te worden.

    De veren van moderne vogels vertonen een bonte variatie aan kleuren en patronen. Soms dient die verenpracht om de andere sekse aan te trekken.

    Immers men ontdekte microscopisch kleine pigmentzakjes binnenin de veren, de zogeheten melanosomen die qua vorm precies overeenkomen met structuren die samenhangen met bepaalde kleuren in de veren van moderne vogels.

    De melanosomen zijn zo goed bewaard gebleven dat wetenschappers de kleuren van dinosauriërveren daadwerkelijk kunnen reconstrueren.

    Wat de oorspronkelijke functie van veren ook was, ze bestonden waarschijnlijk al miljoenen jaren vóór de eerste vliegende dinosauriër.

     

     

    Eén van de grootste onthullingen is de onlangs ontdekte, ruim 150 miljoen oude Anchiornis.

    Het dier was zo groot als een kip en had armveren met een zwart-wit vlekkenpatroon.

    Op zijn kop prijkte een opzichtige roodbruine kuif. De veren waren wat de structuur betreft bijna identiek aan slagpennen, zij het dat ze symmetrisch waren in plaats van asymmetrisch. Wat de veren aan kracht misten, maakten ze echter met hun aantallen weer goed.

    De Anchiornis bezat een overdaad aan veren; ze groeiden uit zijn voorpoten, achterpoten en zelfs uit zijn tenen.

    Wellicht werd de evolutie van dit extravagante verenkleed door seksuele selectie aangedreven, zoals dat ook gebeurt bij de evolutie van de pauwenstaart, die letterlijk een zware sleep moet meesleuren.

    De manier waarop de uiteindelijke overgang naar het vliegen plaatsvond, blijft voor levendige discussies zorgen.

    Er zijn wetenschappers die menen dat geverderde dinosauriërs vanaf de grond zijn gaan vliegen door tijdens het rennen met hun veren bedekte voorpoten te klapwieken.

    Anderen trekken die theorie in twijfel en wijzen erop dat de ‘pootvleugels’ het rennen uiterst lastig zouden hebben gemaakt.

    Deze onderzoekers halen een oude theorie uit de kast die zegt dat ‘protovogels’ hun veren gebruikten als hulpmiddel bij het springen uit bomen, voor de glijvlucht en tenslotte het vliegen.

     

    Van de grond omhoog, uit de bomen naar beneden – waarom niet allebei?

     

    Misschien is de weg die een kuiken in zijn ontwikkeling doorloopt, terug te voeren tot de route die zijn voorouders tijdens de evolutie hebben gevolgd.

    Als kuikens een steil oppervlak willen op rennen, klapwieken ze met hun onvolgroeide vleugels om meer grip te krijgen.

     

     

    Een Aziatische steenpatrijs klapwiekt ook als een razende wanneer hij op de vlucht voor een roofdier tegen een steile helling op rent.

    Ook voor een gecontroleerde afdaling helpen de klapwiekende vleugelstompjes de terugkeer naar lager gelegen terreinen te stabiliseren.

    Moderne vogels beschikken over een diversiteit aan veren die elk een specifieke functie hebben.

    Als de lange vlagvorm van een slagpen veel zou veranderen, is hij mogelijk ongeschikt voor het vliegen.

    Bij baltsgedrag kan de evolutie juist meer creativiteit tonen.

    Vogels kunnen hun veren ook gebruiken om koel of warm te blijven, geluid te maken of te dempen, te drijven of over de sneeuw te lopen, geluid te concentreren voor een beter gehoor, nesten te bouwen, de spijsvertering te bevorderen, water te vervoeren en om aan roofdieren te ontsnappen door hun veren af te werpen, zoals een hagedis dat met zijn staart doet.

      

    Het mannetje van de argusfazant uit Zuidoost-Azië is een kleurloze verschijning totdat hij in een dans zijn enorme vleugelveren uitwaaiert waarvan hier een detail van 10 cm is te zien. Honderden op juwelen gelijkende oogvlekken brengen de hennen in vervoering.

     

     

    Wetenschappers weten nu dat veren zijn ontstaan lang voordat ze voor het vliegen werden gebruikt. Luis Chiappe van het Natural History Museum of Los Angeles County meent dat het vliegen een neveneffect was van het klapwieken met de voorpoten door dinosauriërs die op de grond leefden. De ‘voorlopers’ van vogels gebruikten hun gevederde poten om harder te kunnen rennen of zich bij snelle manoeuvres in evenwicht te houden. Generatie na generatie werden de spieren die bij zulke acties waren betrokken sterker, de lichamen kleiner en lichter en de veren langer en aerodynamischer.

    Tenslotte evolueerde het klapwieken van gevederde poten tot repeterende vleugelslagen.

    Het is ook mogelijk dat dinosauriërs, voordat ze actief gingen vliegen, eerst een stadium van zweven hebben doorlopen, waarbij ze gebruikmaakten van de extra lift die ze bij een sprong uit een boom of van een klif konden ontwikkelen. Maar de oude ‘van de grond omhoog versus uit deze bomen omlaag’-argumenten zijn waarschijnlijk te simplistisch. Alle kennis die we nodig hebben om de oorsprong van het vliegen te verklaren, is te vinden bij de moderne vogels.

     

    02-10-2011 om 09:36 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    24-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bergeend

    Als verbinding tussen de eenden en de ganzen heeft de bergeend iets van het landelijke karakter van de grazende ganzen met inbegrip van het gemakkelijke lopen op relatief lange poten. Hij behoort tot de opvallendste vogels die te zien zijn in estuaria en op kwelders – het liefst in slikkige open gebieden van intergetijdenzones – zodat hij gemakkelijk op grote afstand te determineren is.

     

    Men treft hem aan in diverse kuststreken rond de Noordzee en de Middellandse Zee.

    Zijn biotoop omvat duingebieden en ander oneffen regio’s in de buurt van de kust, soms ook op akkers of beboste terreinen. Bergeenden zijn winterhard, sterk, schuw en niet luidruchtig. Een aanrader voor liefhebbers met ruimte, daar bergeenden vrij gemakkelijk te houden zijn en geen hoge eisen stellen.

     

    Hij foerageert met zijdelingse vegen van de snavel, waarmee hij eetbare bodembewoners uit water en modder filtert. Hij zoekt wadslakjes, wormpjes, schaaldiertjes, visjes, slijkgarnalen, groenwieren en waterinsecten in de modder van kwelders.

     

    De balts gaat gepaard met veel knikbewegingen van de kop en een zachtaardige achtervolging in de vlucht. Het geluid van het mannetje bestaat uit een piepende fluittoon; dat van het vrouwtje in een laag ritmisch gakken.

    Het mannetje vertoont een forse vlezige knobbel op de bloedrode snavel. Opvallend ook is de bredere oranje tot kastanjebruine borstband en de zwarte buikvlek. De bergeend vliegt korte afstanden met sterk gewelfde vleugels.

    Paren nestelen onder laag struikgewas, tussen hei of biezen, onder hooibergen, in riethopen, in konijnenholen, ook wel in holle bomen en in allerlei kunstmatige situaties, waar ze de nestkuil met dons voeren.

    Omdat de nestplaats goed verstopt zit, kan ook het vrouwtje zich een opvallend verenkleed veroorloven. De eenden doen er alles aan om de nestplaats geheim te houden.

    De 8 tot 12 roomwitte eieren komen na een maand uit.

    De kuikens hebben een wit donspak met grote donkerbruine aan de bovenzijde en geelachtige vlekken aan de onderzijde.

    Vaak vallen de kuikens die naar het voedselrijke water een tocht van enkele km moeten afleggen ten prooi van meeuwen en andere rovers. Soms haalt slechts één kuiken uit een nest de waterkant. In de late zomer trekken de bergeenden naar gemeenschappelijke ruiplekken.

     

    Wie een vorige bijdrage over de bergeend wenst te raadplegen, kan in het archief terecht op de verschijningsdatum van 22/03/09

     











    24-09-2011 om 16:30 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    17-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gitzwarte merel, een levendige tuinbezoeker

    Oorspronkelijk is de aloude merel een schuwe bosvogel, die ritselend de bosbodem afschuimt. Tegenwoordig is de merel ook in tuinen een vertrouwde verschijning geworden. In het voorjaar zijn de merels zeer actief; de mannetjes jagen dan vaak agressief achter elkaar aan.

    Het mannetje heeft een egaal zwart verenkleed eindigend in een lange staart. Opvallend zijn de contrasterende heldergele snavel en de geeloranje oogring.

    Het vrouwtje is donkerbruin met een gevlekte keel en borst.

    De lichaamslengte bedraagt 24 cm; de spanwijdte varieert tussen 34 en 38 cm en het gewicht schommelt tussen 80 en 110 g.

     

    Het merelwijfje begint vrij vroeg met het bouwen van het eerste nest, dat qua constructie erg goed herkenbaar is.

    Het is een nest dat is opgebouwd met een basis van twijgjes en dikke taaie grashalmen; daarin een fijner weefsel, bekleed met vilt, gemaakt van paardenmest, opgevuld met strootjes, pluimpjes en mos en allerlei andere materialen die in de tuin te vinden zijn. Het plantaardig weefsel wordt met modderbrij verstevigd tot een komvormig bouwsel. De bouw van het nest neemt ongeveer 5 dagen in beslag.

    De nesten worden doorgaans gemaakt in dichte (meidoorn)hagen, heggen, (doorn)struiken, bomen, … op een hoogte van ca 2 m waardoor katten er vrij gemakkelijk bij kunnen. Hierdoor worden veel nesten leeggeplunderd vooraleer de jongen kunnen uitvliegen. De merels compenseren dit door per seizoen meerdere nesten uit te broeden.

     

    De balts van de merel wordt door de meeste mensen niet opgemerkt, maar bestaat uit verschillende houdingen waarin de vogel zijn staart opricht, spreidt en weer laat zakken en bovendien de veren op de stuit uitzet.

    Zijn zang valt echter niet te missen: een lange, vloeiende sequentie van gevarieerde frasen waarvan de meeste fluitende, schorre, muzikale noten bevatten die uitlopen in een dunne krassende, aarzelende finale.

     

    In het merelnest treft men meestal 3 tot 6 blauwgroene eieren aan met roodbruine vlekjes.

    Het broeden start meestal nog in maart en de naakte jongen komen na 2 weken uit.

    Het moederdier heeft op haar buik een broedplek, een stukje naakte huid, dat direct warm contact met de eieren geeft.

    Daarna worden de jongen nog 2 weken door de ouders gevoederd vooraleer ze het nest kunnen verlaten. Als de jongen eenmaal vliegvlug zijn, onbeholpen en lummelig rondscharrelen, is het vader die nog 2 weken de jongen voert en beschermt.

    Na het eerste legsel volgen dan meestal nog een 2de en een 3de broedsel. Het einde van de broedtijd is meestal rond begin juli.

     

    Van op een hoge zangpost in een boomtop of op de nok van een dak weerklinkt tijdens de ochtendschemering en zelfs nog na zonsondergang bij het neonlicht van een straatlantaarn een zeer afwisselende serenade. Met elke warme dag wordt het zangrepertorium rijker, de melodie voller, de strofen rijker, de variaties gewaagder.

    Overdag zoeken merels hippend op de grond naar voedsel: (regen)wormen, slakjes, rupsen, spinnetjes, zaden, bessen, rottend fruit, …

    In de winter genieten ze uiteraard ook mee van keukenresten, broodkruimels en de mix aan granen die op de voedertafel wordt uitgestrooid. Ook bessen van kamperfoelie en lijsterbes vallen in de smaak.

    Merels gaan op zoek naar de dikke larven van juni- of rozenkevers die aan de wortels van gazonzoden vreten. Na een flinke regenbui verkennen verschillende merels het gazon, af en toe stoppend om te kijken en te luisteren, om dan naar voor te leunen en plots toe te slaan. Om de aardwormen naar boven te lokken trippelen de merels in het gras. De regenwormen die de trillingen waarnemen en vrezen dat een naderende mol hen bedreigt, belanden zo – dramatisch genoeg – in de snavel van de merel.

    Wanneer merels alarm slaan, weerklinkt een haast hysterische snelle opeenvolging van scherpe ratelende noten.

    In sterk zonlicht zijn merels soms ‘zonnebadend’ te zien met gespreide vleugels en staart. Dit is een deel van de veerverzorging en wordt gevolgd door heftig poetsen. Hiervoor draait de merel zijn kop om een klier bij de staartbasis te bereiken en wat olie met zijn snavel op te pikken. Hij smeert de olie op zijn veren om ze in conditie en waterdicht te houden.

     

    Via onderstaande weblink [ YouTube] kan je respectievelijk de zang horen van de merel – de zanglijster – de koperwiek – de kramsvogel – de grote lijster

     

    http://www.youtube.com/watch?v=1xu0KUo0RmQ

     











    17-09-2011 om 12:10 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    10-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heggenmus, een Don Juan

    Er zijn maar weinig vogels die algemeen voorkomen en toch zo onbekend zijn als de heggenmus. Door zijn stiekem gedrag en musachtig uiterlijk, ziet men de grootste onder de kleine zangers gemakkelijk over het hoofd.

    Toch is de heggenmus – die geen mus is – ook ’s winters volop aanwezig in onze streken.

    Dan klinkt het lied van de ‘bastaardnachtegaal’ net zo welluidend als in de lente en de zomer. Zijn liedje lijkt op dat van het winterkoninkje, het roodborstje en het boomkruipertje.

    Een soort plagiaat, maar toch heel persoonlijk verwerkt. Het is geen uitbundig liedje, eerder bescheiden, maar het klinkt melodisch en harmonisch.

    Als trekvogel heeft de heggenmus eigenlijk ook iets raadselachtigs. Hij trekt meer naar het westen dan het zuiden [een deel kiest voor het Middellands Zeegebied]. Een bekend overwinteringoord vormen de Orkney-eilanden ten noorden van Schotland.

     

    In de maanden februari en maart is zijn zendertje voortdurend in de lucht. Dan denkt hij al aan vermenigvuldigen, want daar is hij vroeg bij en laat mee klaar.

    Tot augustus is hij dan in de weer met twee of drie broedsels. De heggenmus is er eentje die van geen geboortebeperking wil weten. Maar wat huwelijksrelaties betreft heeft hij hoogst eigenaardige en heel vrije opvattingen. Mannetjes houden er vaak meer vrouwtjes op na en andersom. Overspel is aan de orde van de dag.

     

    Dit vogeltje, dat bij voorkeur een verborgen leventje leidt, staat bekend als uiterst schuw. Bij de geringste rustverstoring schiet hij het struweel [klimop, horizontale sparrentakken, duindoornstruweel, braamstruiken, heggen, hagen, brandnetels, heidestruiken] in. Dan hipt hij ineengedoken en met kleine sprongetjes langs de grond heel dicht in de buurt van struikgewas.

    Toch is in een vogelvriendelijke tuin de heggenmus in zijn omgang met de mens geen bangerik, zelfs eerder vrijmoedig net als het winterkoninkje en het roodborstje. Maar bezoekt hij ’s winters een voederplaats, dan toch het liefst vroeg in de ochtend of laat op de avond.

    Als je nauwlettend de heggenmus tijdens een tuinbezoek observeert, merk je dat die al pikkend sprongetjes maakt en hierbij telkens bliksemsnel zijn vleugeltjes uitslaat. Je zou het haast een ‘tic’ noemen. Misschien is het een vluchtreflex omdat het vogeltje in het dichte groen beducht is voor elke onverwachte en verdachte beweging.

     

    Wie meer gedetailleerde informatie wenst, kan in het archief het artikel verschenen op 08/03/09 raadplegen.

    Wie de zang wenst te beluisteren, kan terecht bij onderstaande weblink!

     

    http://www.digischool.nl/bi/heggemus.htm











    10-09-2011 om 10:27 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    02-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koekoek, een zonderling

    Het vogelgeluid waarnaar in april het meest wordt verlangd, is dat van de koekoek want zijn unieke roep kondigt aan dat de zomer in aantocht is.

    Al worden koekoeken niet vaak herkend, toch gaan ze openlijk op draden en op de buitenste takken van bomen zitten, maar ook op hekjes met uitzicht op ruig grasland, weilanden of moerassige plekken.

     

    De koekoek heeft een grijs verenkleed met lichtere onderdelen dwars doorstreept met zwarte banden. De wit gevlekte staart is lang, wigvormig en afgerond. De puntige vleugels hebben een brede basis en vertonen een lichte baan over het midden met een donker veld aan weerszijden.

    De kop is klein, de ogen geel en de kromme snavel dun. De poten zijn geel.

    De lichaamslengte varieert tussen 32 en 34 cm; de spanwijdte reikt tussen 55 en 65 cm en het lichaamsgewicht schommelt tussen 105 en 130 g.

     

    Koekoeken laten vaak hun vleugels hangen en richten hun staart op die ze ook spreiden als teken van agressie naar andere koekoeken of als baltsritueel naar potentiële partners.

    Het parasitaire broedgedrag van de koekoek is alom bekend.

    Vanaf eind mei vliegt het wijfje boven haar territorium op zoek naar pleegouders voor haar nakomelingen.

    ’s Zomers kiest ze een nest uit met verse eieren van kleine vogels, zoals dat van de graspieper of de kleine karekiet in vochtige gebieden met struiken of rietvelden.

    Ook nesten van het winterkoninkje of de heggenmus nabij bossen, heggen en parken zijn geschikt.

    Het wijfje vliegt naar het nest wanneer het even onbewaakt is achtergelaten, verwijdert één van de eieren met haar snavel en legt dan snel één enkel ei in het ‘opvangtehuis’. Zelfs in een moeilijk nest met een zijingang zoals de holte waar een winterkoninkje verblijft, lukt het haar een ei te deponeren. Ze kan in totaal wel een dozijn eieren in 12 verschillende nesten droppen.

    Soms lijkt haar ei sterk op dat van de waardvogels; dit is een natuurlijke aanpassing, want het wijfje heeft zelf geen invloed op de kleur en de tekening ervan.

    Het koekoeksei, uitgebroed door de pleegouders, komt uit na 11 – 12 dagen. Het koekoeksjong stoot instinctief de oorspronkelijke eieren en /of jongen over de rand van het nest.

    Na 3 weken verlaat de koekoek het nest en na nog eens 3 weken is hij zelfstandig.

     

    De koekoek voedt zich voornamelijk met grote harige rupsen, die door kleinere vogels onsmakelijk en/of irritant worden gevonden. Vaak produceert hij braakballen om de haren van de rupsen uit zijn maag te krijgen. Hij eet ook insecten [kevers, motten, vlinders, waterjuffers], duizendpoten, spinnen die hij vangt in struiken en op de grond, vaak na een steile duik vanaf een zitpost.

     

    In West-Vlaanderen, op den boerenbuiten, woont Ivan. Als fervent natuurliefhebber en vogelfanaat houdt hij het leven in zijn grote “tuin” nauwgezet in het oog.

    Aldus zag hij na het broedseizoen een grote drukte in zijn wilde rozenstruik.

    Heggenmussen vlogen af en aan om hun kroost te voederen.

    Ivan besloot dan ook de jonge heggenmussen die nog in het nest waren, te ringen. Voorzichtig stak hij zijn arm in de doornige struik doch voelde ineens een stevige knauw. Verschrikt trok hij zijn arm terug. Bij nader onderzoek bleek een koekoeksjong in het nest van de heggenmussen te huizen. Het werd verzorgd door een heggenmussenpaar. De kleine heggenmussenouders hadden meer dan de bek vol om het jong van een ander groot te brengen. En de ouders van het koekoeksjong? Die waren al lang gevlogen…naar Afrika.”

     

    De foto’s zijn van Ivans zonen Simon & Robin
     

    Koekoeken trekken lang vóór de winter [doorgaans tijdens de maand juli] in zuidwestelijke tot zuidoostelijke richting weg naar Afrika. Sommige vogels vliegen daarbij via Spanje over de straat van Gibraltar, andere nemen de route over Italië, waar ze stoppen om vetreserves op te doen alvorens ze doorvliegen naar de eindbestemming. De jonge koekoeken verlaten Europa in de maand augustus wanneer ze volgroeid zijn; zij zien dus nooit hun echte ouders!

    In de vlucht zijn voor het volwassen dier de puntige vleugels en de ondiepe vleugelslag [onder het horizontale vlak] kenmerkend. De koekoek wordt overigens wel eens vaker verward met een sperwer.

    Met behulp van kleine satelliet-tracking-tags hebben wetenschappers van de British Trust for Ornithology via radiosignalen de migratieroutes van 5 Britse koekoeken heel nauwkeurig kunnen traceren. Heel vaak eist de oversteek van de Sahara haar tol, maar de 5 proefdieren hebben het gehaald.

    Reportage: Arlette & Oswald

     

    Meer informatie over dit experiment krijg je te zien in deze leuke BBC-reportage.

     

    http://www.bbc.co.uk/nature/14507798











    02-09-2011 om 08:14 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    30-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schatten van nesten

    Nesten zijn waardevolle getuigen van het verleden, de klimaatveranderingen of het paargedrag van hun bewoners.
    Van twijgjes en gras tot schapenwol en paardenhaar, vogels verweven hun leefwereld in hun nesten. De woonst die ze achterlaten, bevat dus interessante informatie over hun leven en hun omgeving, net zoals archeologische sites verklappen in welke wereld onze voorouders leefden.

    De architecturale diversiteit van nesten hielp de complexe stamboom van Zuid-Amerikaanse zangvogels in kaart te brengen.

    Restjes prooi in hun nest verrieden de eetgewoonten van de Amerikaanse zeearend en met behulp van koolstofdatering van veren en keutels in oeroude valkennesten konden wetenschappers bepalen hoe de ijskappen zich in Groenland terugtrekken.

     

    Kiekendieven onderscheiden zich van andere roofvogels omdat ze nestelen en broeden op de grond, meestal in rietvelden, maar de laatste jaren in toenemend aantal in landbouwgewassen, vooral graanvelden. Daarom zijn ze ook gevoeliger voor verstoring en kwetsbaarder voor rovers dan boombroedende roofvogels. Als op het moment van de oogst de jongen nog niet zijn uitgevlogen, kunnen ze onbedoeld in de oogstmachine belanden.

     

    Kiekendieven zijn de enige stootvogel die in een geheel open gebied kunnen leven.

    Zij bewonen bij voorkeur vochtige of moerassige gebieden met veel riet en natte ruigtevegetaties met daarin enkele struiken, die worden benut om een nest te bouwen dat ook bij een verhoogde waterstand als een paalwoning droog blijft.

    In rietvelden vinden ze rust, veiligheid en een overvloed van verscheidenheid aan voedsel.

    Het nest rust op stapels plantenstengels in natte rietvelden, in klei-, duin- of laagveenmoerassen of wordt ook wel eens aangetroffen in smallere rietkragen langs sloten, vaarten en meren.

     

    Eenmaal het paar is gevormd, dient beslist welke nestplaats in het territorium als geschikte broedplaats kan dienen. Vaak is het mannetje de initiatiefnemer die aan de nestbouw begint om een vrouwtje aan te trekken. Zij helpt dan het nest te vervolmaken, de nestkom uit te schrapen omdat zij wellicht de eindverantwoordelijkheid heeft voor de keuze waar de eieren worden gelegd.

     

    Als iemand het vermoeden heeft dat op zijn perceel een bruine kiekendief broedt, kan het nest best worden opgespoord, afgepaald en gemarkeerd (bv. rood/wit-afzetlint), uiteraard niet te opvallend, maar wel zichtbaar vanaf de akkerrand. Immers, de bestuurder van de oogstmachine moet het beschermd nest tijdig opmerken. Na de oogst kan het nest met een schrikdraadnet worden afgespannen om katten en vossen op afstand te houden.

    Begin augustus trekken de bruine kiekendieven weg naar hun overwinteringgebieden in Zuid-Europa en Afrika om eind maart terug te keren.

     

    Wie het filmfragment wenst te bekijken, kan op onderstaande weblink klikken!

     

    http://educatie.ntr.nl/beeldbank/clip/t20080327_kiekendief01

     











    30-08-2011 om 19:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    27-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een gracieuze zwever

    Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is, maar elke roofvogel jaagt zoals hij gevleugeld is. De vorm van de vleugels is bepalend. De verhouding lichaamsgewicht – vleugeloppervlak bepaalt voor elke roofvogel zijn manier van jagen.

    De bruine kiekendief is de grootste en zwaarste kiekendief met de kortste staart, die wel vaker tijdens zijn glijvlucht wordt verward met een donkere buizerd of een zwarte wouw.

     

    In tegenstelling tot de havik is de kiekendief een roofvogel van de open ruimte. Volg je hem in zijn lage vlucht boven de rietvelden, dan merk je dat hij lange en vrij smalle vleugels heeft. Dank zij zijn laag lichaamsgewicht kan de vogel langdurig en moeiteloos vliegen, soms wel 7 uur lang aan één stuk door spiedend boven het open landschap, waarbij systematisch zone na zone van zijn jachtgebied wordt afgespeurd. Tijdens die verkenningsvluchten zie je bruine kiekendieven voortdurend de kop draaien om prooien te lokaliseren. Evenals uilen hebben bruine kiekendieven een plat gezicht met daarachter voor dagroofvogels een grote gehooropening. Dagroofvogels hebben een scherp zicht, maar karakteristiek voor kiekendieven is eveneens een goed ontwikkeld gehoor. Hiermee kunnen ze prooien die zich schuilhouden tussen de vegetatie heel precies lokaliseren.

    Eens de bruine kiekendief een argeloze prooi [een jonge meerkoet, een waterhoentje, een eendenkuiken, een konijn of een kikker] in de gaten heeft gekregen, laat hij zich pijlsnel vallen.

    Daarbij dient zijn lange staart tegelijk als rem en roer. Vaak duikelt de vogel tijdens zijn abrupte actie voorover en maakt al draaiend een halve salto of hij laat zich onverwacht omlaag ploffen.

    Af en toe bewegen de vleugels in rustige en soepele slagen, maar de eigenlijke motor van zijn heerlijke vlucht zijn de stevige windvlagen waardoor hij probleemloos snel hoogte wint. Luchtwervelingen die de balans verstoren, corrigeert de kiekendief subtiel door het draaien van zijn uitgewaaierde staart. Het elastieken lijf buigt mee en de stand van de lange scharniervleugels wordt lichtjes gewenteld. 

    De balts van de bruine kiekendief is een prachtig staaltje luchtacrobatiek.

    Geholpen door de thermiek schroeft hij omhoog om zich dan dwarrelend, tuimelend om zijn as draaiend en koprollend naar beneden te storten.

    Op het laagste punt zwiept de vogel weer omhoog om het ritueel te herhalen.

     

    Een knappe reportage van Country Life TV: http://www.countrylife.be/video/bruine-kiekendief

    Wie de uitgebreide identiteitskaart van de bruine kiekendief wenst in te kijken, kan in het archief de bijdrage van 21/05/09 raadplegen

     










    27-08-2011 om 16:11 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    20-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het winterkoninkje

    Een winterkoning weegt amper 10 g en toch lijkt zijn energie niet op te kunnen. Hij bouwt nesten bij de vleet, zingt de hele winter door, doet aan veelwijverij en onderneemt gevaarlijke reizen.

    Wie zo leeft moet wel eeuwig op zoek naar eten om de winter de baas te blijven.

    Als een winterkoninkje een rommelige tuinhoek als verblijfplaats heeft gekozen, dan blijft hij doorgaans trouw aan die stek.

    Hij zou wel gek zijn om zijn koninkrijkje op te geven en zich te wagen aan een gevaarlijke trektocht.

    Zijn talrijke kroost van de afgelopen zomer is echter wel op pad gegaan.

    De onvermoeide reislust van winterkoninkjes komt uit een ver verleden. Hun bakermat ligt oorspronkelijk in Amerika en ooit moeten zij in een warme klimaatsperiode via Groenland en IJsland naar Europa zijn overgestoken.

    Het winterkoninkje is niet alleen een opvliegend baasje als het gaat om het bevechten van zijn jachtgebiedje, maar ook nog eens een rusteloos reiziger.

     

    Onverwoestbaar optimistische holbewoners

     

    Als het weer echt grimmig wordt met bergen sneeuw en ijzel sterft soms meer dan de helft van de populatie. Onder zulke omstandigheden gaat als het ware de provisiekast dicht voor deze insectenetertjes, die leven van larfjes, eitjes, overwinterende muggen, in schuilhoeken weggekropen luizen en torretjes.

    Daarbij komt nog dat zulke kleine lijfjes relatief veel lichaamswarmte verliezen en dus veel brandstof verbruiken. Toch is de dreiging van de moordende winters niet in staat het optimisme en de levenslust van de winterkoninkjes te breken.

    Als hij niet vrolijk zingt, is hij aan het klussen. Zijn hobby bestaat erin speel-, slaap- en pronknesten te bouwen.

    Eens hij aan de nakomelingen denkt, klinkt zijn lied als een advertentie: ‘handige haan zoekt zorgzaam hennetje’.

    Eens zijn charmes de dames naar de kraamkamers hebben geloodst, moeten ze niet langer rekenen op zijn gezelschap. Nu primeert het aanslepen van insectenwild  voor zijn gezinnetjes.

    Het zijn vleesetertjes, die weliswaar graag snoepen van gestrooide broodkruimels, maar liever nog in rommelhoeken jagen op eiwitrijk krachtvoer: pissebedden, duizendpoten, hooiwagens, wormen en spinnen, kortom op al dat volkje dat rond krioelt in de sloppen en krochten tussen gieter en kruiwagen.

    Als straks de grimmigheid van de winter over het landschap daalt, zal juist rond zo’n schuurtje een gunstig microklimaat heersen: een schaduw van warmte waarin een groot aantal kruipertjes doorgaat met leven.

    Met ontembare ijver verdedigt hij zijn voedselgebied maar ’s nachts laat de kleine driftkop heel slim zijn agressie varen. Dan zoekt hij bij lotgenoten die verzamelen in een nestkastje of boomholte de warmte op.

    Pas de volgende ochtend, zo gauw er voldoende licht is om een mug in een schorsrimpel te kunnen onderscheiden, valt het nachtelijk broederschap uiteen en houdt weer iedereen toezicht op zijn territorium.

     

    Wie op eerder verschenen artikels wenst terug te blikken, kan in het archief de bijdragen van 15/03/08 en 31/12/09 raadplegen.











    20-08-2011 om 11:00 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    16-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vissen naar plastic

    Bron: EOS magazine

     

    In mei lanceerde de Europese Commissie een proefproject in de Middellandse Zee, waarbij vissers worden betaald om met speciale netten doelgericht afval op te vissen en aan land te brengen. Met het plan wil Europa een dubbelslag slaan: de zee opruimen en nieuwe inkomstenbronnen creëren voor de achteruit boerende visserij.

    Voor de Noordzee bestaat al sinds 2000 een vergelijkbaar project dat vissers aanmoedigt het zwerfvuil dat in hun netten terechtkomt mee te nemen naar de haven. In België werd op die manier in 2010 meer dan 4 ton plastic uit de Noordzee gehaald. Men schat dat er jaarlijks ongeveer 20 000 ton wordt geloosd. De toename van het zwerfvuil leidt wereldwijd tot sterfte van vogels, zeedieren en vissen.

    De hoeveelheid plastic in de vogelmagen is een graadmeter voor de hoeveelheid plastic in de Noordzee. De vogels verwarren stukjes plastic met voedsel.

    Om de Noordzee ‘schoon’ te noemen, mag volgens de normen slechts één op de tien vogels meer dan 0.1 g plastic in zijn maag hebben. Dat doel wordt bij lange niet gehaald. Bijna 60% van de stormvogels overschrijdt de norm. Meer nog, maar liefst 95% van de stormvogels heeft gemiddeld 35 stukjes of 0.3 g plastic in zijn maag.

    Dat lijkt misschien niet veel, maar omgezet in menselijke proporties heb je toch wel gauw een brooddoosje plastic in je maag.

    Plastic in de maag is meestal niet acuut dodelijk. De stormvogels verliezen wel hun eetlust of het maag- en darmstelsel raakt beschadigd.

    Bovendien helpen de vogels zo mee aan de verspreiding van plastic over de hele wereld, ook naar plaatsen waar voorheen geen afvalprobleem was. Via zeeorganismen en vissen komen de schadelijke chemicaliën in de voedselketen terecht en bereiken ze uiteindelijk ook de mens.

    Voor een ton plastic afval krijg je nu ongeveer 200 euro, eenzelfde hoeveelheid vis is 800 euro waard. Niet alleen de winstgevendheid is een mogelijk probleem. Ook vanuit ecologisch standpunt is het onzeker of de activiteit wel positief uitdraait.

    Zelfs als er op andere sectoren een beroep wordt gedaan, is het de vraag of het verbruiken van honderden liters diesel voor het opvissen van enkele tientallen kilo’s plastic ecologisch verantwoord is.

    Het is goed dat vissers het vuil dat als bijvangst in hun netten belandt, meenemen naar de kust en het daar inleveren. Maar gericht op plastic vissen heeft weinig zin. De kans op schade aan de zeebodem en andere organismen is te groot.

    We kunnen de plastic soep alleen aanpakken door te vermijden dat de afval in de Noordzee wordt gedumpt.






    16-08-2011 om 21:39 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    13-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drama in een boerensloot

    Bron: Tom van Ewijk

     

    Aan weerskanten van een weg middenin een oude veenpolder kronkelden twee slootjes.

    Plots stak een knobbelzwaan de weg over in de richting van een liefkozend echtpaar. Waggelend op zijn brede zwemplatvoeten, de hals gekromd boven de voorplecht van zijn borst, de vleugels breed en hoog opgetrokken, stevent hij pronkend af op het tweetal aan de overkant. Nauwelijks heeft hij de sloot bereikt of met woedend gesis en machtig vleugelvertoon komt één van de twee op de indringer afgestoven en jaagt hem terug de weg over.

     

    Blijkbaar voelt de weggejaagde zwaan zich mans genoeg om een tweede aanval te wagen.

    Nog trotser dan voorheen steekt hij opnieuw de weg over, glijdt de gracht in en meteen ontketent dit uitdagend manoeuvre een hels gevecht tussen beide heren.

    Het water schuimt en spat hoog op onder het heftig trappen en roeien van de zwanenpoten. De snavels hakken er op los. Met de halzen in elkaar gestrengeld, proberen zij mekaar met de kop onder water te duwen.

     

    Opvallend is ook het gedrag van de vrouwtjeszwaan. Aanvankelijk weinig geïnteresseerd raakt zij steeds meer in de ban van de krachtmeeting. Opgewonden zwemt zij om de vechtersbazen heen. Waarschijnlijk hitst zij met haar gedrag haar echtgenoot op, want deze wordt steeds woester en venijniger. Al wordt het gauw duidelijk dat de concurrent zijn krachten heeft overschat, toch houdt hij vol.

     

    Het wit van hun veren is niet meer te onderscheiden. Immers de sloot wordt ter plekke tot in de weke bodem omgewoeld en de zwanen zitten na 5 min hakken, rukken en trappen onder de modder.

     

    Wanhopige vluchtpoging

     

    De uitdager, die voelt dat het mis gaat, maakt aanstalten om er vandoor te gaan. Hij probeert aan de woeste uitvallen te ontkomen, maar krijgt geen kans om aan wal te klimmen.

    Hij raakt steeds meer vermoeid. Zijn tegenstander drukt hem tegen de kant en gaat bovenop hem zitten, voortdurend met zijn snavel op hem in hakkend. Van enig pardon is geen sprake meer; de indringer moet en zal dood.

     

    Toch ziet de gewonde zwaan nog kans om onder zijn belager uit te komen en de weg op te kruipen. Maar het echtpaar laat hem niet meer met rust, want inmiddels is ook de vrouwtjeszwaan erg geprikkeld geraakt. Zij achtervolgen en bestoken hun slachtoffer en klimmen er telkens bovenop.

    Lamlendig sleept hij zich voort en bereikt tenslotte de andere kant van de weg, waar hij liggend zijn hals strekt als teken van overgave. Het echtpaar heft de koppen hoog en met uitgestrekte halzen laten zij hun triomfroep horen.

    Dan wil de verslagen concurrent zo snel mogelijk weg komen. In een uiterste poging om te ontsnappen, plonst hij de sloot in, bereikt de overkant, hijst zich omhoog en strompelt op sterven na dood het weiland in.

    Het jubelende echtpaar is verrast. Hun halzen krommen zich, de koppen priemen in de richting van de vluchteling en dan zetten man en vrouw opnieuw de achtervolging in.

    In zijn doodsnood brengt de ongelukkige zwaan toch nog enorme krachten op. Telkens weet hij zich te ontworstelen aan de moordende greep. Zo belandt het trio in een weiland vlak tegen een snelweg. Daar aan de rand, wellicht waanzinnig van angst en pijn en in een allerlaatste krachtinspanning om het vege lijf te redden, neemt de radeloze vogel een aanloop, valt neer op de weg en wordt vrijwel op hetzelfde moment gegrepen door een aanstormende wagen.

    Zijn krachten waren bij lange niet toereikend meer om boven het snelverkeer uit aan de overkant van de vierbaansweg te geraken.

     

    Daar knobbelzwanen geen indringers dulden, kunnen zij bijzonder agressief reageren en eenden, waterhoentjes, meerkoeten, maar ook paarden, runderen, honden en zelfs mensen de stuipen op het lijf jagen.

    Het ligt wel aan de ruimte waarover zij beschikken. Als die ruimte erg groot is en er voldoende voedsel voorradig is voor zichzelf en zijn gezin, is de knobbelzwaan niet te beroerd om met soortgenoten een kolonie te vormen.

    Meestal echter zijn knobbelzwanen sterk op zichzelf en hun partner gericht.

    De knobbelzwaan is vergeleken met zijn familieleden een zwijger. Als hij nijdig of geïrriteerd is, kan hij sissen of gorgelen. Raakt hij echt opgewonden dan kan hij trompetachtige kreten uitstoten. In tegenstelling met andere zwanensoorten heeft de knobbelzwaan een rechte luchtpijp die ter hoogte van het borstbeen geen ‘syrinx’ vormt. Dit is een min of meer spiraalsgewijs verlopend orgaan – een soort strottenhoofd – dat bij de verschillende soorten vogels de stem en in het bijzonder de zang mogelijk maakt.

    Het is best mogelijk dat knobbelzwanen daarom agressiever zijn dan andere zwanensoorten. Gedoemd te zwijgen, moeten zij hun (broed-)gebied afbakenen door te imponeren.

    Als dat niet helpt en je bovendien geen grote mond kan opzetten, ja dan wordt het letterlijk en figuurlijk een zaak van erop of eronder.

    Wie een vorige bijdrage wenst te raadplegen kan in het archief terecht op 14/02/09
     











    13-08-2011 om 17:53 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    09-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De goddelijke verschijning

    Wereldwijd was het geloof dat de zielen van de overlevenden het lichaam verlaten in de gedaante van een vogel. Reeds de Babyloniërs en Assyriërs geloofden dat de doden gehuld waren in veren. Ook de zielen van vroegere Griekse koningen vlogen als vogels richting eeuwigheid.

     

    De zwanenjonkvrouwen die in de middeleeuwse gedichten en legenden verschenen, waren zielen van gestorven jonkvrouwen die voortleefden in de gedaante van een zwaan.

    De Germanen lieten eveneens de zielen van de doden terugkeren in vogels, die de mens de toekomst konden voorspellen.

     

    Onze voorouders dachten veel na over leven en dood. Hiervoor schiepen ze hun eigen schikgodinnen, die het lot bepaalden van de mens.

    De Germanen hadden het over de godinnen ‘Oerd’ – ‘Werkandi’ – ‘Skoeld’.

    Dit drietal, dat was toegewijd aan de maan, de aarde en de zon, hield zich bezig met de levensloop van de mens.

    Het was Oerd die de levensdraad begon te spinnen; Werkandi verstrengelde bij een huwelijk twee levensdraden met elkaar; Skoeld knipte bij de dood de draad door.

     

    In Friesland leefde het volksgeloof dat baby’s uit het woud komen en dat de kraamvrouw zelf een reis moet ondernemen om ze op te halen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een scheepje met een wit zeil dat door twee blanke zwanen wordt voortgetrokken.

    Op vele plaatsen in Friesland was het gebruikelijk dat de peter en meter een pasgeborene een zilveren of tinnen geboortelepel schonken.

    De oudst bekende exemplaren gaan terug tot de 17de E. Op de steel vindt men meestal een fraai gestileerde levensboom, van boven geflankeerd door twee S-vormig gebogen zwanenhalzen, onderaan vergezeld van een onheil afwerend engelenkopje.

     

    Bij de Indianen staat de zwaan symbool voor vrouwelijke intuïtie. Zij heeft besturingskracht over de elementen lucht (het kunnen vliegen) en water (het kunnen zwemmen).

    Lucht staat voor het denken en inzicht, water voor het voelen en het onderbewuste.

    De witte kleur van de zwaan staat voor zuiverheid, trouw en kracht.

     

     











    09-08-2011 om 20:11 geschreven door birdy

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Fyne lente' (Louisette)
        op Vogels en renners: één strijd
  • copyright (Ho-Merris)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen
  • Kauw (Henriëtte)
        op De kauw
  • Goedemorgen,mooie blog.Wens jullie nog een fijne dinsdag toe. (Mieke)
        op M-day, een mix, magische momentopnames
  • Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek
  • Goedemiddag blogvrienden u bent van harte welkom
  • Hallo beste Franz,prachtige foto's met omschrijving,heel interssant om te kijken en te lezen
  • Goedemiddag blogmaatje
  • Voorbeeld???
  • Ben is op bezoek geweest. (I like it)

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek




    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2005
  • -0001

    Foto

    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Franz Pieters
    Ik ben een man en woon in Zaventem (België) en mijn beroep is 25 jaar lkr, 2 jaar kabinetsadviseur, 2 jaar adviseur DVO, 2 jaar TOS21-projectmedew..
    Ik ben geboren op 08/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: onderwijs - wetenschap & techniek - geschiedenis - natuur - muziek - lectuur - gastronomie - sport.
    2 jaar TOS21-coördinator, 3 jaar projectcoördinator ESF-projecten KOMMA, WERK PRO-OPER, LINK en nu op RUST
    Foto

    Foto

    Een interessant adres?

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • De sperwer heeft geen noemenswaardig effect op het bestand van onze tuinvogels
  • De trompetkraanvogel
  • Het waterhoen houdt er een complex gezinsleven op na
  • De lachstern, een atypische luchtacrobaat
  • Blauwdruk voor de blauwe kiekendief
  • Jenny De Laet, bezielster van het huismussentelweekend
  • Een koppel zwarte en een koppel gekraagde roodstaarten stichten elk een gezin in één nest
  • Een slangenarend in onze streken waarnemen, is geen uitzondering meer  
  • Onze bijen zullen moeten leren zelf de Aziatische hoornaar af te slaan
  • Illegale vogelvangst wordt streng aangepakt
  • De bonte vliegenvanger is geen zorgenkind
  • Wonderlijke veerkracht: deel 2: de extreemste aanpassingen van veren treffen we aan bij vogels die een extreme ecologische specialisatie hebben
  • Wonderlijke veerkracht: deel 1: verrassende inzichten over het complexe ontwikkelingsproces van veren
  • Buizerds hebben een voorkeur voor soortgenoten die er hetzelfde uitzien als zij
  • Blauwborsten zijn showbeesten
  • Met hun krachtige tenen en nagels ‘kleven’ boomklevers echt aan boomstammen
  • De kans is reëel dat je elke winter op onze stranden dezelfde drieteentjes ziet
  • Vogelbescherming Vlaanderen dagvaardt rijke kasteelheer en de Vlaamse Waterweg
  • Domesticatie behoedde onze knobbelzwanen voor uitroeiing
  • Paul en Betty, het eerste koppel zeearenden in België
  • De fuut als voorbeeld van wat een ‘perfect koppel’ kan zijn
  • Succesvolle drietenen gaan voor garnaal
  • De houtsnip
  • Massale koperwiekentrek in oktober
  • De patrijs is in Vlaanderen met uitsterven bedreigd, maar toch mag er nog op gejaagd worden. De politiek doet een nieuwe poging om dat anachronisme te stoppen.
  • De vink werkt sommige mensen mateloos op de zenuwen
  • De zwaluw die geen zwaluw is
  • Broedt weldra de imposante Europese zeearend in onze contreien?
  • Red de Straatket! 20 jaar lang termijnonderzoek naar huismussenpopulaties
  • De zwarte stern is een vogel waarvoor alles tegenzit in onze contreien
  • Kan een verhuizing naar de stad de scholekster redden?
  • Het baardmannetje is eigenlijk een bakkebaardmannetje
  • De oeverzwaluw kan op menselijke assistentie rekenen
  • De roodborsttapuit stelt het vrij goed
  • Sommige zanglijnen van de zanglijster gaan al eeuwen mee
  • En de boer, vervuilt hij voort?
  • De raaf is een verspreide stand- en zwerfvogel
  • Onze grootste specht is een black beauty
  • Hoe meer de kruisbek vliegt, hoe roder hij wordt
  • Het jaarlijkse Grote Vogelweekend 2023 op 28 & 29 januari 
  • Goudhaantje en vuurgoudhaantje, de kleinste koninkjes van het Vlaams vogelrijk
  • De impact van vuurwerk op vogels
  • De tureluur doet het bij ons iets minder slecht dan de andere weidevogels
  • De fraaie lepelaar is een van de stilste vogels ter wereld
  • De koereiger in opmars
  • De wereld door de ogen van de rosse grutto
  • De koolmees wordt bedreigd door sluipende problemen
  • De drieteenstrandloper, steeds achter terugtrekkende golven aanrennend
  • De havik is de krachtigste roofvogel in onze contreien

    {TITEL_VRIJE_ZONE}

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    yeliz
    www.bloggen.be/yeliz
    Privacyverklaring van de Kille Meutel Vogelvrienden

    Algemene privacyverklaring van onze vereniging: de Kille Meutel Vogelvrienden De Kille Meutel Vogelvrienden hechten veel waarde aan de bescherming van uw persoonsgegevens. In deze privacyverklaring willen we heldere en transparante informatie geven over welke gegevens we verzamelen en hoe wij omgaan met persoonsgegevens. Wij doen er alles aan om uw privacy te waarborgen en gaan daarom zorgvuldig om met persoonsgegevens. Onze vereniging houdt zich in alle gevallen aan de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Dit brengt met zich mee dat wij in ieder geval: • uw persoonsgegevens verwerken in overeenstemming met het doel waarvoor deze zijn verstrekt, deze doelen en type persoonsgegevens zijn beschreven in deze Privacy verklaring; • verwerking van uw persoonsgegevens beperkt is tot enkel die gegevens welke minimaal nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt; • vragen om uw uitdrukkelijke toestemming als wij deze nodig hebben voor de verwerking van uw persoonsgegevens; • passende technische en organisatorische maatregelen hebben genomen zodat de beveiliging van uw persoonsgegevens gewaarborgd is; • geen persoonsgegevens doorgeven aan andere partijen, tenzij dit nodig is voor uitvoering van de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt; • op de hoogte zijn van uw rechten omtrent uw persoonsgegevens, u hierop willen wijzen en deze respecteren. Als Kille Meutel Vogelvrienden zijn wij verantwoordelijk voor de verwerking van uw persoonsgegevens. Indien u na het doornemen van onze privacy verklaring, of in algemenere zin, vragen heeft hierover of contact met ons wenst op te nemen kan dit via onderstaande contactgegevens: Kille Meutel Vogelvrienden Watertorenlaan 59 1930 Zaventem franz.pieters@telenet.be Mobiel: 0478 55 34 59 Waarom verwerken wij persoonsgegevens? Uw persoonsgegevens worden door onze vereniging verwerkt ten behoeve van de volgende doeleinden en rechtsgronden: • om te kunnen deelnemen aan de activiteiten van de Kille Meutel Vogelvrienden; • om de uitnodigingen, verslagen, nieuwsmeldingen, … te versturen (met toestemming van de betrokken sympathisanten); • om een brede en vlotte communicatie te verzorgen binnen het netwerk van de diverse partners; • om de jaarlijkse subsidiëring door de overheid te bekomen (wettelijke verplichting); Voor de bovenstaande doelstellingen houden we volgende gegevens bij: naam, voornaam, adres, telefoon/gsm-nummer (indien beschikbaar), e-mail (indien aan ons doorgegeven) We gebruiken de verzamelde gegevens alleen voor de doeleinden waarvoor we de gegevens hebben verkregen. Verstrekking aan derden Wij geven nooit persoonsgegevens door aan andere partijen waarmee we geen verwerkersovereenkomst hebben afgesloten, tenzij we hiertoe wettelijk worden verplicht (bv. politioneel onderzoek) Bewaartermijn De Kille Meutel Vogelvrienden bewaren persoonsgegevens niet langer dan 5 jaar op hun informaticasystemen. Beveiliging van de gegevens Wij hebben passende technische en organisatorische maatregelen genomen om persoonsgegevens van u te beschermen tegen onrechtmatige verwerking, zo hebben we bv. de volgende maatregelen genomen: • we hanteren een gebruikersnaam en wachtwoordbeleid op al onze systemen en cloud-toegangen; • de toegang tot de persoonsgegevens is beperkt tot de bestuursleden; • wij maken back-ups van de persoonsgegevens om deze te kunnen herstellen bij fysieke of technische incidenten; • onze bestuursleden zijn geïnformeerd over het belang van de bescherming van persoonsgegevens. Uw rechten omtrent uw gegevens U heeft recht op inzage en recht op correctie of verwijdering van de persoonsgegeven welke wij van u ontvangen hebben. Bovenaan dit privacy statement staat hoe je contact met ons kan opnemen. Tevens kunt u verzet aantekenen tegen de verwerking van uw persoonsgegevens (of een deel hiervan) door ons of door één van onze verwerkers. Klachten Mocht u een klacht hebben over de verwerking van uw persoonsgegevens dan vragen wij u hierover direct met ons contact op te nemen. U heeft altijd het recht een klacht in te dienen bij de Privacy Commissie, dit is de toezichthoudende autoriteit op het gebied van privacy bescherming. Wijziging privacy statement Onze vereniging de ‘Kille Meutel Vogelvrienden’ kan zijn privacy statement wijzigen. Van deze wijziging zullen we een aankondiging doen op onze website. De laatste wijziging gebeurde op 22 mei 2018. Oudere versies van ons privacy statement zullen in ons archief worden opgeslagen. Stuur ons een e-mail als u deze wilt raadplegen.


    Laatste commentaren
  • moncler coat (caijuan83)
        op De biodiversiteit in het Zwin bevorderen

  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs