Deze kleine minst schuwe kraaiachtige vogel (lengte 35 cm, spanwijdte 75 cm, gewicht 250 g) is gemakkelijk te herkennen aan zijn lichtgrijze nek en wangen met langere veertjes dan bovenop; zijn gitzwarte kap; wit oog met lichtgroen grijze oogring; de korte dikke snavel; zijn donkergrijze onderlijf, zijn zwarte rug met blauwe glans. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tijdens de vlucht van de uitstekende vlieger zijn de donkergrijze staart en de donkere banden onder de vleugels duidelijk te onderscheiden. Er is tussen beide geslachten geen onderscheid in verenkleed.
De kauw is een bewoner van open landschappen met groepen oude bomen en dicht in de buurt van menselijke nederzettingen; zij hebben een voorliefde voor vervallen gebouwen.
Kauwen broeden vaak in kolonies van tientallen tot zelfs honderden vogels, waarbij ze hoofdzakelijk gebruik maken van kunstmatige en natuurlijke holten en spleten.
Ze nestelen wel eens in schoorstenen; vandaar ook de naam schoorsteenvogels en de raad om roosters met boldraad te plaatsen wil je voorkomen dat jij ooit zwarte piet wordt. Ook in nissen van kerktorens treft men nesten aan; vandaar die andere volksnaam torenkraai. Ze zoeken eveneens nestgelegenheid in boomholten (oude nesten van zwarte spechten) of zelfs in bosuilenkasten, maar evengoed vinden ze een nestelplek in verlaten konijnenholen te midden van duingebieden of tussen gekloofde kliffen en rotswanden. Het groot open nest is meestal gevoerd met een wirwar gedroogde takjes, stro, droog gras, mos, haar en plukjes wol, soms zelfs rechtstreeks van een schapenrug gepikt.
De kauw is lenig en als zij in vluchten overvliegen (slaaptrek) zie je ze in het luchtruim in formatie door elkaar buitelen en acrobatentoeren uithalen. Tijdens voorjaarsstormen voelen kauwen zich in hun sas. Het spel van afstanden schatten, weten van opwaartse luchtstromingen, luchtzakken en wervelingen. Een lust voor het oog hoe ze al tuimelend omhoog en omlaag vallen, met nauwelijks merkbare vleugelslag zich draaien en snelheden van meer dan 100 km per uur bereiken. Al die kneepjes in vliegkunst worden de jonge onervaren kauwen door ouders en koloniegenoten aangeleerd. Ook het onderscheiden van en reageren op gevaren, is bij jonge vogels geen aangeboren kennis en dient onderricht.
Pientere zwartjas
Kauwen zijn intelligente en sociale vogels die vaak in groep op weilanden of wegbermen samen met roeken en kraaien foerageren. Het zijn levendige, behendige en slimme vogels die onder alle omstandigheden hun opgewekte humeur weten te bewaren en hun omgeving opvrolijkt. Deze altijd goedgemutste en aanhankelijke vogels zijn niet bang voor de mens en kunnen gemakkelijk tam worden gemaakt. Toch al is de verleiding groot doe je dat beter niet daar eens getemd de kauw een trouwe compagnon blijft die dan helemaal afhankelijk wordt van zijn opvoeder. Het is overigens wettelijk niet meer toegestaan.
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de slimmeriken gevoelig lijken voor de oogsignalen van de menselijke blik; het oog vertoont immers ook een donkere pupil en oogwit; het zijn geen van die zwarte zielloze kraaloogjes.
Het zijn slimme helemaal geen kieskeurige alleseters, die zowel in cultuur- als in natuurgebieden voorkomen. Op de grond zoekt de kauw naar regen- en meelwormen, slakken, zelfs eieren uit vogelnesten, kleine gewervelde dieren, mestkevers, insectenlarven, zaden, granen, broodkruimels en etensafval, ook rupsen en bessen tussen het gebladerte. Kauwen zijn opportunisten die ook in de omgeving van de mens vrij gemakkelijk voedsel vinden, zelfs tussen vuilnisbelten.
Het broeden begint eind april; het legsel bestaat uit 4 tot 6 eieren met zwarte en grijze vlekjes. Na 17 tot 18 dagen verschijnen de jongen, die na ongeveer een maand de vleugels uitslaan. Kauwen worden doorgaans 5 tot 10 jaar oud, maar in gebieden waar ze heel goed aarden zijn 60-jarige huwelijken geen zeldzaamheid.
Evenals de ekster heeft de kauw de reputatie glimmende voorwerpen, zoals lepeltjes en sieraden te stelen en in zijn nest te bewaren.
Kauwen behoren tot de hoogst ontwikkelde zangvogels en beschikken over een complexe communicatietaal. Hun meer dan 20 verschillende voortgebrachte geluiden hebben elk een betekenis tijdens het druk overleg met de andere groepsleden.
Een sperwer die overvliegt in de nabijheid van hun verblijfplaats wordt steevast verjaagd; om beurten voeren ze schijnaanvallen uit en de roofvogel weet op den duur niet meer waar hij het heeft. Links, rechts, achter zich en boven hem is er altijd wel een kauw die hem wil belagen. Zich uit de voeten maken is dan ook meestal de enige optie. De kauw heeft ook de driftmatige drang om steeds de snelste te volgen en iedereen achterna te vliegen die hem voorbijsteekt.
Kruintje krabben is vrede sluiten
Wie de tijd neemt om een groepje neergestreken kauwen te observeren, wordt getrakteerd op een demonstratie van sociale intriges, hiërarchische pikordes, blikken van verstandhouding tussen verliefde stelletjes.
Als het mannetje tijdens de broedtijd zijn vrouwtje voert, neemt zij meteen de bedelhouding aan van een hulpeloos jong, dat nog niet voor zichzelf kan zorgen. Verliefde kauwtjes maken ook allerlei fluisterende, bijna kinderlijke geluidjes.
Na een dreigement vrede sluiten uiten kauwen door vriendelijk aan de veertjes van de onderworpene te krabbelen. Bij koppeltjes is dit de grootste blijk van tederheid, vooral wanneer zij het is dat ventjes veertjes poetst, zit hij met toegeknepen oogjes te kneuteren. Kauwen sluiten een band voor het leven en zijn vervolgens onafscheidelijk.
Een hogere in rang zal het altijd opnemen voor een lager geplaatste. Als het in een strijd tussen twee ondergeschikte kauwen menens wordt, komt er een superieur aangestapt die het gegarandeerd zal opnemen voor de zwakkere partij. Bijna altijd gaan ernstige ruzies over de keuze van een nestplaats. Via de kordate tussenkomst van de hoge bazen genieten de nesten van de sociaal zwakkere in de kauwensamenleving de nodige bescherming.
Andere minder ernstige kwesties die de agressie wekken, zoals onenigheid over een korst brood, kunnen ook in een gevecht ontaarden, maar een agressieafremmend signaal weerhoudt de sterkere in te hakken op de zwakkere. Juist het tegendeel gebeurt. Kauwen hebben namelijk op hun kop dat prachtig lichtgrijs gekleurd kroontje, dat ze kaarsrecht omhoog gestoken naar de aanvaller richten. Op slag denkt deze er niet meer aan zijn snavel als steekwapen te gebruiken.
Dreigende kauwen
In de eerste houding richt de vogel zich hoog op met de snavel naar boven en de veren strak tegen het lijf aan. De rivalen vliegen dan opeens omhoog, proberen boven elkaar uit te stijgen en op de rug van de ander te springen en deze dan met de snavel te bewerken. Hiermee wordt de rangorde beslecht.
Bij de tweede houding is het net andersom. De vogel drukt zich, buigt kop en hals omlaag, spreidt de staartveren, zet een hoge rug en de veren op. Hiermee geeft hij aan dat die bereid is zich te verdedigen. Neemt de concurrent ook die dreighouding aan, dan doen de vogels blazend en met knappende snavels uitvallen naar elkaar, maar tot een echte knokpartij komt het nooit. Het gaat erom wie van de twee dit het langste volhoudt.
Als een indringer het echter waagt de rust de verstoren in een nestholte van een laaggeplaatst gezinnetje, dan prikkelt de noodroep van de bedreigde nestbezitter alle kauwen binnen gehoorsafstand om meteen met opgezette veren naar de plaats van onheil te stormen. Door die regelrechte oproer en de opwinding over dat onrecht geraakt de dader van streek en slaat die mee alarm om niet te worden herkend; wordt die toch gesnapt, dan volgt een ferme afstraffing.
Tijdens onze jongste reünie, hoorden wij Wim vertellen over de talrijk voorkomende kauwen in de residentiële wijk, waar hij woont.
Hieronder bezorgde hij weer een sublieme reeks opnames van een kauw die zich bij hem thuis op het terras waagt om eten te zoeken in de bloemenbak, die momenteel dienst doet als voedertafel.
Jo wist dan weer een kauw in zijn natuurlijke biotoop te schieten.
Bedankt vogelspotters!


|