Op deze blog vind je
1.) het dagboek van onze reis in Colombia, Guatemala, Costa Rica de Malediven, Sri Lanka, Maleisië, Zuid-Afrika en Namibië (zie rechts: Inhoud blog & Archief per jaar);
2.) het (oude) dagboek van ons jaar werken en reizen in Senegal in 2006 -2007 (zie rechts: Archief per maand);
3.) een link naar een (primitieve) website met de reisverslagen van onze vroegere reizen 1999-2000 en 2001-2002 (zie rechtsonder: oude reisverslagen Barbara & Serge);
4.) een link naar ons fotoalbum van Zuid-Afrika, Namibië, Maleisië, Sri Lanka, de Malediven, Costa Rica, Guatemala en Colombia (zie rechtsonder).
02-08-2018
KOUD ZWEET
Wat is het landschap prachtig in Parque National Los Nevados! We zijn op pad voor een trektocht van 5 dagen van Pereira naar Salento. Onze bagage wordt gedragen door een 'muella', waardoor we enkel een dagrugzak moeten meesleuren. Ook al is het een best zware tocht o.w.v. het weer, de koude en de hoogte, Mateo en Julie doen het prima.
Tussen de regenbuien door, kunnen we dus genieten van de wondermooie 'páramo', het typische landschap boven de boomgrens bestaande uit meer dan 2.000 unieke plantensoorten. De meest tot de verbeelding sprekende zijn de 'frailejones' (espeletia) die zo worden genoemd omdat de rechtopstaande stam en bruine bladeren doen denken aan het kleed van monniken (frailes).
We trotseren de koude met verschillende lagen kleren en houden ons droog met een regenjas en een paraplu. Het weer verandert voortdurend. Soms moeten we verschillende lagen uitschieten, omdat we ons kapot zweten met de brandende zon. En even later bibberen we van de kou en trekken we alle lagen weer aan.
We overnachten in een tent terwijl de temperaturen buiten flirten met het vriespunt. Door de hoogte hebben we allemaal wat 'wind' in onze buik. Dit resulteert niet alleen in een luchtig gespreksonderwerp, maar zorgt ook voor wat extra warmte. Buiten onze voeten, die ijsklompjes blijven, hebben we het zelfs te warm.
De ijle lucht speelt ons wel wat parten: bonzend koppeke en weinig adem. We zitten dan ook gemiddeld boven de 4.000 meter. Alles gaat wat trager en kost wat meer moeite. Maar langzaam gaat ook. En de pauzes dienen niet alleen om op adem te komen. We geven vooral ook onze ogen de kost, want het zicht op de bergen is fantastisch.
Mateo heeft echter op dag 3 last van zijn darmen. Hij is zo slap als een vod. Hij voelt ijskoud aan, maar schiet alle kleren uit, omdat hij lekt van het zweet. Onze gids, Benjamin, wil geen risico's nemen. Hij beslist dat we moeten terugkeren. Mateo is echter redelijk snel weer ok. Even later stapt hij weer flink mee. We argumenteren nog dat het wel zal lukken, maar Mateo twijfelt hier zelf aan en de gids wijkt niet af van zijn standpunt. We keren dus terug.
Jammer. Vooral ook omdat blijkt dat Mateo helemaal recupereert en uiteindelijk zonder problemen heel de weg terug stapt zonder klachten. Als we dit hadden geweten, hadden we waarschijnlijk wat meer 'gepusht' om toch verder te gaan. Je weet het echter nooit op voorhand. En het is het niet waard om risico's te nemen. We zaten ten slotte namelijk echt wel 2 dagen verwijderd van medische hulp. Het belangrijkste is dat Mateo snel weer beter was en nog heeft kunnen genieten van de trektocht. Dat hebben we uiteindelijk allemaal gedaan, want het was adembenemend mooi.
Mijn peter, tio Jef, is jarig. Hij wordt zevenentachtig! Jammer dat we er niet meer aan hadden gedacht, want anders hadden we wel iets speciaals gedaan. Het moet echter wel lukken dat we net nu in Medellin zijn. De timing kon niet beter.
We flansen snel snel een verjaardagskaart in elkaar met tekeningen van onze kinderen en kopen in de plaatselijke supermarkt een fles Baileys, want dat lust hij volgens Magdalena graag. En met de verjaardagsvlaggeskes en ballonnen die we elk jaar mee sleuren, zorgen we voor nog meer gezelligheid. Nonkel Jef is duidelijk in zijn nopjes. En Mateo en Julie smullen van de taart die Magdalena heeft gekocht.
Ze willen ons graag Medellin laten zien. We hebben echter niet zoveel tijd. Het wordt dus een blitzbezoek. En tio Jef wordt mee op sleeptouw genomen: taxi in, taxi uit, kabelbaan in, kabelbaan uit. Medellin is gigantisch. En vanuit een cabine hoog aan een kabel, kan je het geheel overschouwen. We beseffen dat we slechts een fractie van de stad zullen kunnen ontdekken. Het is een stad die bruist van de activiteit.
De mogelijkheden lijken onbegrensd. Maar toch zien we ook nog veel armoede. De kabelbaan neemt ons eerst mee langs chique appartementen en daarna over arme wijken met houten huisjes. De man die met ons in de cabine zit vertelt over de rivaliteit tussen drugsbendes in 'sector 3' en de drang van de jeugd om snel rijk te worden, wat zorgt voor een explosieve situatie. Op een boogscheut van het toeristische 'Plaza Botero' waar het krioelt van de toeristen en de politie de veiligheid garandeert, is er een verpauperde buurt met drugsverslaafden en bedelaars. De politie is plots nergens meer te bekennen. De sfeer is er compleet anders. Op het moment dat we er met een taxi passeren, doet Magdalena snel de deuren op slot.
Iedereen is stik kapot van de drukke dag. Nonkel Jef geraakt zelfs niet meer de trap op om mee te komen eten van het lekkere eten dat Magdalena voor zijn verjaardag heeft laten maken. En ook wij kunnen de tafel geen eer aandoen, omdat onze maag het middageten nog niet helemaal heeft verteerd.
We zitten met een dubbel gevoel. Het is jammer dat we niet samen nog meer de stad Medellin kunnen verkennen. Maar tegelijkertijd voelen we ook aan dat we het tempo niet zouden volhouden. Magdalena bruist van de energie, net zoals Medellin. Chapeau dat tio Jef haar tempo met zijn 87 jaar nog weet te volgen!
'Wat is dat eigenlijk, mangrove?' We hebben een gezellig gesprek met 2 Belgische vrouwen waarvan er toevallig ook een in Kapellen woont. Wat een kleine wereld! We zitten op Isla Grande, voor de kust van Cartagena en we leren mensen kennen die op een boogscheut van ons thuis wonen!
Onze overnachtingsplek ligt op 20 meter van prachtige mangrove: struiken en bomen die groeien op zoute slikgronden. De 2 vrouwen moeten lachen met het feit dat ze 3 dagen vlakbij mangrove hebben gezeten, zonder te weten wat het is.
De typische geur prikt in onze neus. Het is de grond met bladeren die begint te gisten wanneer het laagwater is en de krabbetjes tevoorschijn komen. Mateo en Julie kennen mangroves al van vorige reizen. En ze kijken al uit naar de kanotocht die we gepland hebben.
De volgende dag stappen we dan ook goed gezind in een kano voor een tocht op zee naar een aantal lagunes in de mangrove. Bongo, de hond des huizes, volgt ons zoals bij elke uitstap die we al hebben gemaakt. 'Neen, Bongo, jij mag niet meevaren!' Maar de hond weet van geen wijken. Om een of andere reden hechten de 'huishonden' zich steeds aan onze kinderen en willen ze hen steeds vergezellen.
Bongo duikt uiteindelijk zelfs van op een steiger in het water en volgt ons diep de zee in. Mateo en Julie waaien eerst nog enthousiast naar de hond, maar kijken uiteindelijk vertwijfeld wanneer het dier steeds meer achterop geraakt en een klein stipje wordt in de zee.
Wanneer Bongo volledig uit het zicht verdwijnt op het moment dat we de mangroves induiken, zijn ze super verdrietig. Het kost veel moeite om hen gerust te stellen. En van de uitstap genieten lukt aanvankelijk niet echt meer.
De mangrove is echter zo mooi dat Bongo een beetje wordt vergeten. En wanneer we een paar uur later tevreden terugkeren, staat de hond op ons te wachten. Eind goed al goed.
Het is feest in de bungalow. Allez ja... In de airbnb waar wij verblijven is het rustig, maar vanuit tientallen huizen rond ons huis weergalmt luide muziek. De buurman heeft de radio zo luid gezet dat we eigenlijk gewoon niet meer verstaan wat we tegen elkaar zeggen.
Het is niet de eerste keer dat we kunnen meegenieten van muziek van de buren. Het is een typisch verschijnsel in Colombia: tijdens het weekend wordt er gefeest met luide muziek. Tot hiertoe was het echter altijd beschaafd gebleven. Zo lang de mensen niet met luide muziek tegen elkaar op bieden en zo lang de muziek op een redelijk uur zachter wordt gezet, kunnen we er wel mee leven. Deze keer is het echter verre van beschaafd. Het is er gewoon keihard over.
We hadden bewust gekozen om in een 'barrio', een buitenwijk, te verblijven om de echte sfeer van Cartagena te kunnen opsnuiven. Het historische centrum is namelijk wondermooi en heel sfeervol, maar het is heel toeristisch en dus niet authentiek.
Onze 'barrio' is zonder twijfel wél authentiek. We hebben er op al die dagen dat we er sliepen niet één andere 'extranjero' gezien. En dat is best opvallend als je weet dat Cartegana dé toeristische trekpleister van Colombia is en het er echt zwart ziet van het volk. In de buitenwijk waar wij verblijven (op een half uurtje stappen van het historisch centrum) wemelt het ook van de mensen, maar het zijn allemaal locals. Iedereen hangt rond op straat om een beetje verkoeling te zoeken voor de hitte. En vanuit veel huizen klinkt luide muziek. We zien ettelijke gezinnen op straat zitten vlak voor een luidspreker die knalhard staat. Het moet ook, anders kunnen ze niet horen welke muziek ze zelf spelen, door de luide bassen van de buurman. Ze kunnen dan wel niet meer horen wat ze tegen elkaar zeggen. Maar ja... je kan niet alles hebben in het leven. Het is echt hallucinant.
Het feest gaat heel de nacht door. Wanneer we 's morgensvroeg opstaan, verstaan we de 'buenas dia's' nog altijd even slecht als de 'buenas noches' toen we gingen slapen. We hebben geen van allen een oog dicht gedaan.
Het is altijd fijn de couleur local op te kunnen snuiven, maar hier bedanken we toch feestelijk voor!
Mateo en Julie zitten
prins(es)heerlijk op een paard. Terwijl Julie honderduit verhalen vertelt
en Mateo voortdurend kuren verkoopt, lopen wij te zwoegen op steile
rotsige paden, die afwisselend omhoog en omlaag gaan - naar ons gevoel vooral
omhoog. De eerste dag maakten we ons nog zorgen over de veiligheid van onze
kids, maar het gemak waarmee ze op het paard zitten, deed ons al snel beseffen
dat we onze energie beter kunnen investeren in onszelf. Het
is namelijk best wel heftig.
Gelukkig is het landschap zo adembenemend mooi dat het de zware inspanning
waard is. En het zalige is dat we de natuur helemaal voor ons alleen
hebben. We zien een hele dag niemand anders. Telkens wanneer we 's avonds
aankomen bij de familie bij wie we overnachten, worden we enorm gastvrij
ontvangen. En het blijken allemaal leden van dezelfde familie te
zijn, die telkens op een dag wandelen van elkaar wonen: "Denys, la hermana
de María, está casada con Alfredo, el hermano de Carlos, que está casado con
María, la hermana de Denys, que también tiene un hermano, Franco, que está
casado con Elisa, la hermana de Afredo y Carlos." Of zoiets...
Deze keer is Denys, onze sympathieke gastvrouw.
Ze verwelkomt ons met een drankje en tatert honderduit, terwijl we haar helpen
met het frituren van bananen. Even later komt haar man thuis. Hij is wat minder
spraakzaam, maar minstens even gastvrij. Wanneer we bij zonsondergang op een
heuvel even verderop staan te genieten van het prachtige zicht op de bergen,
komt hij een 'tinto' brengen, een koffie. Super lief.
's Avonds aan tafel vragen we of we voor de
verjaardag van Mateo vlaggeskes en ballonekes mogen ophangen de volgende
dag. Ze vinden het een geweldig idee. Tio, onze gids, vertelt dat we
gepland hadden om een cake mee te brengen, maar dat het niet is gelukt. 'Dan
bak ik toch gewoon een cake.' stelt Denys voor. 'Ik denk wel dat ik alle
ingrediënten in huis heb.' Dat blijkt niet onmiddellijk het geval. En een
winkel bevindt zich op 2 dagen wandelen, dus dat is niet echt een optie.
Jammer. Maar toch bedankt.
Wanneer onze kinderen al lang in bed liggen en
wij 'goede nacht' gaan wensen, zien we onze gastvrouw echter in actie in de
keuken. 'Het komt goed,' zegt ze 'we zullen een kaastaart maken.' We zijn
benieuwd wat het zal worden, maar zijn sowieso super content. En Mateo zal het
ook geweldig vinden.
De volgende ochtend wacht dan ook een feestelijke tafel op
onze jarige. De verjaardagsvlaggen hangen uit. De ballonnen zorgen voor extra
kleur. Er zijn verjaardagskaarten en een cadeautje. En de 2 taarten staan ook
te pronken op tafel. De gastheer haalt een fles sterke drank te voorschijn en
we toasten op de verjaardag van Mateo. Santé. De dag kan niet meer stuk.
We voelen ons
telkens part of the family. En het afscheid is dan ook telkens
moeilijk. Zo omhelst Denys ons zo heftig, dat we er bijna tranen van in de
ogen krijgen. Afredo is ondertussen een heuvel op geklommen om met een walkie-talkie
de (schoon)broer en (schoon)zus op de hoogte te brengen van onze komst: 'Je mag
ze binnen een 6-tal uur verwachten!'
Tio, onze gids voor in de bergen van Sierra Nevada, staat ons op te wachten met een bende stoere maten: mannen met mototaxi's. Als je ze ziet staan aan de terminal de buses, komen ze altijd een beetje te stoer over. Maar deze gasten zijn super vriendelijk!
Voor we het weten, vertrekken we voor een helse rit over hobbelige en modderige wegen. We stijgen op een uur tijd van zeeniveau tot ongeveer 2000 meter. Telkens wanneer we onze kids voorbijsteken, zien we hen van achter de brommerhelm smilen tot achter hun oren. Ze genieten er duidelijk van.
En ik? Ik denk weer een beetje te veel na. Uiteraard weten die mannen best wat ze doen. Het is hun job: mensen met een moto rondrijden. Maar toch... we rijden echt wel met een rotvaart de berg op. En op de modderige stukken glijden we regelmatig weg. Ik mag er niet aan denken wat er zou gebeuren als een van de moto's onderuit zou gaan. Ik zou bijna vergeten te genieten van de tocht.
Wanneer we op onze bestemming, het startpunt van de trektocht, aankomen, slaak ik dan ook een zachte zucht van opluchting. Het is allemaal goed verlopen. Mateo en Julie zijn echter teleurgesteld: 'Is het nu al gedaan?' Ze vonden het geweldig en het had allemaal veel langer mogelijk duren. Ze stoefen tegen elkaar op over hoe rap ze gingen en hoe ze zich goed moesten vasthouden om niet te vallen.
Gelukkig staat er al een volgend avontuur op hen te wachten: een trektocht van 4 dagen te paard. To be continued.
We hebben er een lange rit op zitten: helemaal van Punta Gallinas naar Bonda vlakbij Santa Marta. We waren in goed gezelschap van Gustavo. Hij had ons eerder al rondgereden en was best een sympathieke man. Jammer genoeg verstonden we niet al te veel van wat hij zei. Ons Spaans is blijkbaar toch nog altijd niet zo denderend.
Toen we bij onze Airbnb aankwamen, werden we vriendelijk onthaald door Fabio: 'Jullie zijn Belgen, dus jullie drinken ongetwijfeld graag een pintje? 'Claro! Es muy simpático!' 'Con mucho gusto.' Plots ging ons Spaans weer wat vlotter. En dat had niets te maken met het bier, maar wel met het feit dat Fabio een pak duidelijker sprak dan Gustavo. Straffer nog: Fabio verstond ook amper wat Gustavo allemaal brabbelde. We moeten er keihard mee lachen. Het ligt dus niet aan ons dat de gesprekken zo moeilijk verliepen de laatste dagen. Blijkbaar spreken de mensen van Riohacha allemaal een taaltje dat niemand in Colombia verstaat.
Later op de avond delen we een maaltijd en een fles wijn met Fabio.Hij woont in een prachtig oud huis met een grote tuin met schitterend zicht op de bergen. We genieten van de hartelijke gastvrijheid en hebben een fijn gesprek. De man heeft een tijd een vriendin in België gehad en vindt het duidelijk fijn van herinneringen op te roepen aan zijn tijd in ons land.
Nog een glaasje wijn? Wanneer hij voorstelt een 2de fles wijn soldaat te maken, bedanken we hartelijk. We hebben al geruime tijd geen alcohol meer gedronken en willen nog veilig in ons bed geraken. Onze slaapkamer bevindt zich namelijk onderaan een vrij steil pad. Bovendien hebben we de volgende dag een bezoek aan Parque National de Tayrona gepland. En het plan is om vroeg te vertrekken.
We schuifelen voorzichtig naar beneden en vallen als een blok in slaap.
Overdag zag het er zalig rustig uit. Maar nu we zo 's avonds alleen zijn, voelt het een beetje 'grellig' aan. Zeker na het avontuur met Julie! We beseffen nu pas dat we moederziel alleen zijn, volledig overgeleverd aan de grillen van de natuur.
We hangen met ons vier op een rij in een hangmat met op een 20-tal meter afstand de zee. De wind waait ondertussen zo hard dat we het ruisen van de zee niet meer horen. Onze hangmatten schommelen zo hevig heen en weer dat we bijna tegen elkaar botsen. En door de wind is het zo koud geworden dat we ons helemaal moeten verstoppen in ons slaaplaken om het warm genoeg te hebben. Straf, want overdag is het meer dan 30°! Onze kinderen liggen in het midden, kwestie van toch een beetje het gevoel te hebben dat ze veilig liggen.
Na lang wroeten heb ik het een beetje warm gekregen en lig ik eindelijk goed om te kunnen slapen. Boven ons hoofd fonkelen de sterren. Zalig! Nu gewoon hopen dat iedereen het warm genoeg heeft en dat er niemand ons komt 'ambeteren' 's nachts. Iemand zou zonder dat we er iets van zouden merken een van de kinderen kunnen ontvoeren, of zo... Ik mag er niet aan denken!
Plots hoor ik voetstappen. ' Het Is toch niet waar? Wie komt er ons storen? Ik lag net zo goed!' Ik veer recht in mijn hangmat en zie lichtjes de berg afdalen. Ik spring uit de hangmat en zet me schrap voor wat er op ons afkomt. Een paar mannenstemmen weerklinken in het duister. 'Wat komen die hier doen?' Ik schijn stoer in de richting vanwaar de stemmen komen en zie een hoop dekens uit het donker tevoorschijn komen. 'Kei tof! Ze komen speciaal dekens brengen om ons wat warm te kunnen houden! En ik maar heel de tijd doemscenario's bedenken!'
Even later liggen we lekker warm in onze hangmat. De wind waait nog altijd even hard. Maar we liggen nu zo gerust dat we als een blok in slaap vallen...
De nacht is gevallen - letterlijk. Plots is het pikdonker. Er staan nog geen sterren aan de hemel, dus je ziet echt niets. Gelukkig is er een generator die zorgt voor stroom voor de lampjes die her en der in het kamp hangen. De generator durft wel eens stil vallen en dan wordt het vooral weer donker. Veel verschil in lawaai maakt het echter niet, want er staat een strakke wind die alle geluid overstemt.
We zijn aan het babbelen met een sympathiek koppel uit Medellin. Zij zijn de enige andere gasten in ons kamp in Punta Gallinas, het meest noordelijke punt van Colombia. We zitten in een godverlaten gat in de woestijn van de Guajira Peninsula. Rond ons kamp is niets: een donker gat met zand, stenen, cactussen en een afgrond van 10 meter diep naar de plek waar onze 'chinchorros' hangen, lekker brede hangmatten waar je dwars in kan liggen om te slapen.
Mateo volgt het gesprek door voortdurend te vragen 'Wat zeggen ze?' En Julie... 'Tiens, waar is Julie?' Ik ga kijken bij het toilet. Ik loop naar de keuken. Ik kijk naar de plek waar ze met een jongetje domino aan het spelen was. Ik vind geen Julie, 'Barbara weet jij waar Julie is?' Groot is het kamp niet, dus veel plekken om verstoppertje te spelen, zijn er niet. Maar ze is nergens te vinden.
We hadden bij aankomst gevraagd wat 'el lugar más tranquilo' is, de meest rustige plek. En dat was dus op een 200 meter van het kamp, in het pikkedonker, vlakbij de zee. 'Julie is toch niet alleen naar onze slaapplek gedaan!' flitst het door mijn hoofd. Ze had gezegd dat ze moe was en wilde gaan slapen. En als Julie iets in haar hoofd heeft, heeft ze het niet in haar staart.
Ik loop vertwijfeld het donker in en roep Julie haar naam. De wind suist echter in mijn oren. Ik hoor mezelf bijna niet roepen. In het licht van mijn koplampje zoek ik de spleet tussen de rotsen om af te dalen naar ons kamp: 'Langs waar was het ook weer?' Steeds luider roep ik naar Julie. Plots hoor ik van ver een stem, ergens links van me. Ik ben duidelijk verkeerd gelopen in het donker. Ik struikel over scherpe stenen het pad af naar het strand en vind Julie in haar hangmat, lekker knus, klaar om te gaan slapen. 'Hoe is ze hier in godsnaam alleen in het donker geraakt?' vraag ik me verbaasd af. Straf!
Het is geen moment om boos te zijn Maar Julie merkt wel dat ze ons ongerust heeft gemaakt. Barbara had ondertussen namelijk heel het kamp gemobiliseerd om mee te zoeken en we worden even later dan ook omringd door luid taterende Colombianen: '¡La niña está aquí! Todo está bien!'
'Ja, ik vond het ook niet leuk om alleen naar hier te komen.' antwoordt Julie op onze vraag om dit nooit meer te doen, 'maar ik moest gaan slapen!' We besluiten wijselijk om ook in de hangmat te kruipen om te gaan slapen. We hebben genoeg avontuur gehad voor vandaag!
Vanuit onze luie zetel onder een parasolleke hebben we een goed zicht op de zee. We zijn op een populaire plek voor kite surfers: Cabo de la Vela. Het is echt wel 'graaf' om de surfers in actie te zien! 'Dat willen wij ook wel doen!' zeggen Mateo en Julie. Ze zijn er echter nog wat te jong voor, dus het zal voor een andere keer zijn. Gewoon windsurfen staat wel op het programma.
De plaatselijke vissers trekken zich niet veel aan van al die kite surfers. Voor dag en dauw gaan ze op pad om te vissen. We zien hen 's morgens vroeg de boten op het strand slepen en even later hun vangst sorteren: vissen, krabben, kreeften... Pelikanen azen op de restjes en komen lekker dichtbij: ideaal voor een foto!
Een van de vissers komt 'showen' met 2 'langostas'. Voor 20.000 pesos zijn ze van ons: ongeveer 6 voor 2 grote beesten, daar kunnen we geen neen tegen zeggen! Hij stopt ze in een net en hangt ze aan een boot die in de zee ligt: 'Dan kan je ze er straks uithalen en zijn ze lekker vers!'
Lekker vers is super, maar dat betekent dus wel dat de beestjes nog leven. Wanneer ik ze later op de dag uit het net wil halen, geven ze zich dus niet zomaar zonder slag of stoot over. 'Laat ze niet vallen, hé!' roept Barbara vanop een veilige afstand, terwijl ik in de zee sta te sukkelen met de kreeften die zich vasthaken in het visnet.
Wanneer we ons avondeten even later in een pot kokend water dompelen, voelen we ons wel een beetje schuldig. Maar we zijn vooral blij dat onze kids er niet bij zijn, want die vonden het sowieso al zielig! Het smaakt echter geweldig en niemand rept tijdens het avondeten nog met een woord over het zielige lot van de 'langostas'!
Ik schaam me een beetje voor het gedrag van Mateo en Julie. Ik kan er echter niet veel van zeggen, want Barbara doet gewoon mee. We lopen rond in het 'Museo Botero' in Bogota en bij elk schilderij dat ze zien, staan ze te gniffelen dat het een deugd is. Ze lachen zich een deuk met wat ze zien: veel te dikke figuren met een in verhouding veel te klein hoofd. De kunstenaar heeft er zijn handelsmerk van gemaakt: alles dik opgezwollen weergeven, zowel mensen als dieren en zelfs voorwerpen. Eigenlijk is het ook best hilarisch.
De Colombianen die in het museum rondlopen blijven er echter veel ernstiger bij kijken. Is het uit respect voor Botero? Of is het omdat ze zich soms wel eens herkennen in de figuren? We zijn namelijk nog maar net in Colombia, maar we zien hier en daar toch wel iemand rondlopen die recht uit een van de schilderijen lijkt te zijn gestapt.
Bij een Botero versie van de 'Mona Lisa' blijven we wat langer staan. De wereldberoemde dame lijkt het slachtoffer van een 'cortisone kuur'. Het is ons favoriete schilderij. Nadat we heel het museum hebben bezocht, keren we nog eens terug om er nog eens een blik op te kunnen werpen.
We gaan niet vaak naar een museum met onze kinderen. Maar ze hebben er duidelijk van genoten. Misschien moeten we morgen eens naar het 'Museo del Oro' gaan. Dit 'goud museum' is naar het schijnt ook echt de moeite. En misschien moeten we het thuis in België ook eens een keertje meer doen!
We zitten op de trein van Kapellen naar Antwerpen-Centraal waar we moeten overstappen op een trein naar de luchthaven van Zaventem. De trein staat stil. Het ziet er naar uit dat we de aansluiting zullen missen... Het voelt aan als het zoveelste dat mis kan lopen... nog voor de aankomst op onze bestemming. Het is allemaal wat spannender dan anders.
Eerst was er het nieuws dat Julie echt wel risico loopt op veel pijn met haar oortjes. 'Je moet goed 'ploppen', want anders kan je trommelvlies zelfs scheuren.' had de oorarts doodleuk gemeld. Daarna was er het bericht dat er iets mis was met de ESTA van Barbara: 'Home security requires personal check-in at the airport'. In het slechtste geval zou haar toegang tot de US geweigerd kunnen worden, waardoor we dus niet naar Colombia zouden kunnen vliegen. Verder was er het typische gecross om alles op tijd ingepakt en opgeruimd te krijgen. Het is elk jaar stressen, maar deze keer was het echt extreem. 'Ik vind dit niet meer leuk. Volgend jaar moet dit anders!' had Barbara vermoeid gezegd. En ze heeft gelijk! En nu was er dan de melding dat de trein vertraging had. Op zich geen ramp. Maar het was even de druppel die de emmer laat overlopen.
Maar ja... ik wil niet laten merken dat ik het even moeilijk heb. Dat valt niet te rijmen met mijn eeuwig positieve ingesteldheid: 'Het komt allemaal goed.' Dat was ook mijn antwoord geweest op de oortjes van Julie, de ESTA van Barbara en de inpakstress. Mijn woorden klinken deze keer echter wat minder overtuigend dan anders. Ik begin dus snel over iets anders: het feit dat Mateo met zijn verstrooid koppeke op al de kaartjes voor de thuisblijvers 'gelukkige moederkesdag' had geschreven, dus ook op de verjaardagskaart van Vake, het kaartje voor de huwelijksverjaardag van mamie en papie, het kaartje voor Stan en Lise op kamp, enz. Kei grappig.
De trein beweegt voor geen meter en de tijd vliegt voorbij. De stress jaagt door mijn lichaam, maar ik moet echt wel lachen met Mateo. Hij vindt het niet erg en lacht vrolijk mee. Ook Julie en Barbara vinden het hilarisch. Het werkt zo aanstekelijk dat ik in een slappe lach schiet. De tranen rollen over mijn wangen.
De trein blijft stilstaan. Ik weet dat we onze aansluiting zullen missen en dat het hierdoor nog meer stressen zal worden, maar ik kan niet stoppen met lachen. Zalig.
Even later staan we op het perron. De trein is uiteraard al vertrokken. Maar alle stress is weg. 'Het komt allemaal goed!' zeg ik overtuigd. Ik weet dit gewoo
We zijn voor ons doen
wreed lui hier in Daringalau op een kwartier varen van Livingston. We hebben
ons de laatste 3 dagen slechts in een straal van ongeveer 200 meter bewogen
en dit maximum 6 keer op een dag. Onze bezigheid bestaat voornamelijk uit niets
doen.
Barbara verslindt het ene
boek na het andere, Julie en Mateo spelen uren in het zwembad en Serge schrijft
verhalen voor op de blog. We zitten op een half uurtje stappen van de zee, maar
zijn er nog niet geraakt. En toch voelt het prima.
Dit is dus wat andere
mensen soms 2 weken aan een stuk doen. Ok. Veel langer moet het niet duren,
maar op dit moment is het exact wat we nodig hebben. Na dik 6 weken intensief reizen,
genieten we van een aantal dagen rust. En het zalige van de situatie is dat we helemaal
alleen zijn en dus extra rustig kunnen genieten van de zalige plek.
Ons hutje ligt op exact
183 stappen van het zwembad -we hebben het geteld. Het is wel serieus klimmen,
want de swimming pool ligt op de top van een heuvel met 360° prachtig zicht op
de natuur.
Op 2 plaatsten langs het
pad werd een bankje gezet. We vragen ons af wat hier de bedoeling van is. We
zijn altijd wel een beetje buiten adem als we naar boven zijn geklommen, maar
om nu tussendoor even uit te rusten op een bank?
Wanneer we op een dag even
over en weer lopen om iets te halen, zitten er 2 vrouwen op een van de bankjes.
Ze zijn 'un poco cansado en zijn aan het bekomen van de beklimming. De bankjes
zijn dus speciaal geplaatst om locals die passeren de kans te bieden even op adem
te komen. Terwijl wij in het zwembad hangen komen er effectief nu en dan mensen
voorbij met een zware last op de rug. Nu voelen we ons echt luie toeristen!
Maar we laten het niet aan ons hartje komen: 'un piña colada mas, por favor!
Wanneer je je een
voorstelling maakt van een plek die je gaat bezoeken, dan is de kans reëel dat
het uiteindelijk tegenvalt op het moment dat je er aankomt. Dit is het geval
met ons verblijf in de buurt van de Maya tempels van Yaxcha. Op zich is het
weer een pracht van een plek in de natuur met zicht op een mooi meer. Het
probleem is alleen dat je er niet mag zwemmen, omdat er krokodillen zijn.
En daar zit je dan te
puffen van de warmte. Je snakt naar een plonske in fris water, maar een bord
met een tekening van een krokodil maakt duidelijk dat dit geen goed idee is. Je
hoopt dus een krokodil te zien, maar er is er niet een te bespeuren. De
verveling slaat een beetje toe. We eten een broodje. We smeren wat muggenmelk.
We eten nog een broodje. We vloeken op de steekvliegen die weer van de partij
zijn en de muggenmelk blijkbaar heel lekker vinden. We eten nog een broodje. We
hangen wat rond op de aanlegsteiger vanwaar we morgen een boottocht zullen
maken op het meer. 'Misschien hadden we de boottocht vandaag al moeten
plannen? vragen we ons af.
Wanneer we plots visdraad
en 2 vishaken zien liggen, wordt de plek plots interessanter. Mateo en Julie
gaan enthousiast op zoek naar visaas en even later zwieren ze hun vislijn in het
water. We zijn benieuwd of ze zullen bijten!
Ze zijn nog maar 5 minuten
bezig of Barbara roept: 'een krokodil! Het beest komt stiekem dichter met
enkel zijn ogen boven water. Omdat het water heel helder is lukt het echter
niet zo goed om ongezien tot bij ons te komen. Uiteindelijk stopt hij vlak
onder de neus van Julie en Mateo, net op de plek waar ze aan het vissen zijn.
Geweldig! Nog nooit hebben we een krokodil van zo dichtbij in het wild gezien.
Het betekent wel dat we
moeten stoppen met vissen. Het beest eet namelijk al het brood op dat wij als
visaas gebruiken. Telkens we van plaats veranderen en onze hengel uitgooien,
volgt de krokodil ons. In het begin vinden we dit nog wel grappig, maar wanneer
het dier plots tot halverwege de reling van de aanlegsteiger springt, wordt het
allemaal een beetje te spannend. Het is niet de bedoeling dat wij worden opgegeten!
We besluiten wijselijk wat
afstand te houden en druipen dus af. De zon is ondertussen ook onder gegaan en
in het schemer ziet het er allemaal nog extra spannend uit. Er is geen sprake
meer van verveling. Onze ontmoeting met het monster van het meer is
gespreksonderwerp van de avond!
Het gaat in stijgende lijn
met de meren die we in Guatemala bezoeken. Lago Atitlan was prachtig met de
vulkanen op de achtergrond. Laguna Chicabal was gehuld in mysterieuze nevels.
Laguna Lachua weerspiegelde de wolken in azuurblauw water. Bij Crater Azul zagen
we rookpluimpjes omhoog borrelen in kristalhelder water. En Lago de Petén, waar
we nu zijn, is een zwemparadijs.
Mateo en Julie voelen zich
als vissen in het heldere en warme water. We delen een 'muelle met een
Guatelmateeks gezin. Onze kids spelen 'bommeke vanaf de loopplank naar het overdekte
platform. Ze worden hierbij aangemoedigd door de oma die het geweldig vindt om onze
'dolfijntjes te zien plonsen. Na een tijdje duikt ze zelfs in het water om mee
te spelen: Waar zijn die lekkere Belgische kindjes? Kom hier, dat ik in die
billekes bijt!
Veel leeftijdgenootjes om
mee te spelen hebben Julie en Mateo niet gehad. We zijn hoop en al 1 Westers
gezin met kinderen van de leeftijd van Mateo en Julie tegengekomen. Gelukkig waren
er nu en dan Guatelmateekse kinderen om mee te spelen en volwassenen om mee te ravotten.
Maar het is vooral fijn dat Julie en Mateo goed samen spelen. Ze moeten wel,
want ze brengen 7 weken dag in en dag uit met elkaar door. En op sommige
momenten is dat makkelijker dan op andere momenten. Hier in El Remate lukt het
in ieder geval prima. Als het moet kunnen ze zo uren samen plonsen.
De vorige ervaring met
tubing -drijven op het water van een liefst wilde rivier op een oude liefst
veelvuldig geplakte binnenband van een vrachtwagen- was een beetje een domper
op de feestvreugde. Na de adrenaline boost van het avontuur in de grot, was het
tuben inderdaad maar een flauwe bedoening.
Maar Mateo vond het niet
alleen flauw. Hij was om één of andere reden ook echt verdrietig. 'Allez,
Mateo, waarom ben je nu zo ongelukkig? Vergeet even het saaie tuben en denk
terug aan de grot! Hij was niet te troosten.
Het duurde even voor er
uit kwam wat nu echt de reden was: Ja, hij had meer wilde golven verwacht. Ja,
hij vond het niet leuk dat hij niet alleen mocht tuben en samen met de gids van
de grot en Julie een ketting moest vormen. Ja, hij zat niet echt comfortabel op
de band met zijn poep in (alweer) koud water. Maar dat was allemaal niet echt
de oorzaak van zijn verdriet.
Uiteindelijk kwam het er
uit. De gids had zich met zijn voeten vastgemaakt in de band van Mateo (zoals
Mateo het had gedaan bij Julie) om zo zijn handen vrij te hebben om te kunnen
peddelen met zijn sandalen. En zijn voeten stonken verschrikkelijk! riep Mateo.
Vreselijke stinkpatés waren de boesdoeners. Hilarisch. Maar we konden ons inderdaad
wel voorstellen dat het de feestvreugde kan verbrodden.
Niet getreurd. Er stond
een extra tubing op de planning. En deze keer zou het wel lekker lang duren. En
Mateo zou zelf mogen peddelen. En er zou niemand met zijn zweetvoeten onder
Mateos neus mogen komen.
Het
klinkt idilisch en dat is het ook: de grotten van Lanquin verkennen met een
kaars in de hand. We hebben elk een koplampje met pas opgeladen batterijen op
ons hoofd voor in het geval de kaars nat zou worden en doven. Je weet maar
nooit. Het voelt wat veiliger dat we een backup systeem hebben, just in case.
We
wisten dat we door water zouden moeten waden, dus wanneer we kniehoog in het koude
water stappen, happen we even naar adem en merken we fijntjes op dat we niet
gaan zeuren als het wat fris is. Er is een touw waar we ons aan kunnen
vasthouden, dus verloren lopen zit er niet in. Alles onder controle. Het is
trouwens best wel bijzonder om de schaduwen te zien die de flikkerende kaarsen
werpen op de wanden van de grot. Dit wordt een geweldige ervaring!
Een
paar meter verder komt het water echter al tot onze buik. De gids die ons
veilig door de grot moet loodsen is niet veel groter dan Mateo. Hij kan zijn
hoofd nog net boven water houden. Julie is ondertussen al aan het watertrappelen.
Een kaars vasthouden zit er voor haar niet meer in. Ook Mateo geeft een paar
meter verder wijselijk zijn kaars aan de gids. De stoere jongen houdt even
later dus een hele bundel kaarsen in de lucht terwijl hij zich gezwind
voortbeweegt door de grot. Wij volgen hem met onze kaars boven ons hoofd,
terwijl we vanuit een ooghoek onze kinderen in het oog houden. Alles gaat
prima. Julie en Mateo vinden het geweldig: zwemmen in een grot. Voorlopig doen
we het nog zonder ondersteuning van de hoofdlamp.
Een paar
meter dieper in de grot verandert echter de situatie. Ondertussen kan niemand
nog gewoon rechtstaan. We bungelen elk aan een touw of zwemmen met de hand met
de kaars boven water. Handig is dit niet, maar het heeft wel iets
avontuurlijks. De vraag is hoe lang het zal lukken de kaars droog te houden. De
gids gebaart even later de kaarsen aan hem te geven en de hoofdlamp aan te
steken. Het is zijn antwoord op onze vraag hoe lang het nog zou lukken met de
kaars. We hadden ze echter niet luidop uitgesproken, omdat hij ons toch niet
kan horen. Het water stroomt ondertussen namelijk zo hard en er klatert een
beetje verder nog meer water met zo veel lawaai naar beneden, dat we elkaar
niet meer goed kunnen horen. 'Dat je je goed moet vasthouden! roepen we luid tegen Mateo, die al een eind verderop is en
met gebaren 'Wat zeggen jullie? vraagt. De gids licht
zijn pad bij met de bundel kaarsen. We zien Mateo flink tegen een kolkende
rivier in omhoog klauteren en hebben het te druk met Julie en onszelf vast te
houden om ons hier zorgen over te maken.
Het
gaat van kwaad naar erger. We vragen ons af of dit wel verantwoord is. Maar
Julie roept 'Dit is kei leuk! en dus klauteren we
verder over glibberige stenen door snel stromend water. De gids snelt vooruit
en plaatst in de grot kaarsen om de weg uit te stippelen. We lichten onszelf
bij met de hoofdlampen en reiken elkaar de hand om elkaar over de moeilijkste stukken
te helpen. Wanneer het echt moeilijk wordt staat de gids er weer om ons te
leiden. Die jongen heeft energie en kracht op overschot. Maar ook Julie en
Mateo doen het geweldig.
Als
we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat we het niet zouden doen als we op
voorhand hadden geweten wat ons te wachten stond. Maar nu dat we hier zijn,
genieten we van het avontuur. Het is pure adrenaline die ons vooruit drijft.
Dit is met voorsprong een van de meest avontuurlijke dingen die we met of
zonder kinderen al hebben gedaan! Al een chance dat de grootouders dit niet
zien, want ze zouden het niet goedkeuren.
Wanneer
we lange tijd later de grot verlaten, zijn we toch wel blij dat het zonder
ongelukken is verlopen. Julie en Mateo stonden tegen het einde ook te rillen
van de kou. Binnen de kortste keren hebben we het echter terug lekker warm door
de zon. En we kijken elkaar trots aan. Knap dat niemand ook maar een seconde
heeft gezeurd en dat niemand bang is geweest. We vragen ons af wie van onze
vrienden en familie dit ook zou doen. We kunnen het eigenlijk alleen maar
aanraden. Of misschien toch eerder niet.
We vonden dat we het best
wel goed hadden gedaan, zo paardrijden. Wanneer we de dag erna echte cowboys
zien passeren, moeten we echter toegeven dat we nog veel kunnen leren. Maar
misschien heeft het ook te maken met de 'outfit. Met de juiste cowboyhoed en -laarzen,
zouden we ongetwijfeld ook meer flair hebben. En dan zwijgen we nog over de gestreepte
pyjamabroek en stoere broeksriem!
De mannen zien er hier zo
geweldig uit dat we ze maar al te graag willen fotograferen. Het is alleen niet
echt de bedoeling dat je zomaar iemand stopt onderweg en dan een fototoestel onder
de neus duwt. Alhoewel, dat doen stoppen valt wel mee. De mensen hier komen
eerst wat afstandelijk over, maar wanneer je als eerste 'buenas dias zegt,
wordt altijd vriendelijk gereageerd en wordt de 'como estan? vaak gevolgd door
een reeks vragen en een uiteindelijk een stevige handdruk. De mensen zijn
eigenlijk best wel vriendelijk. Maar dat wil dus niet zeggen dat je ze zomaar
een fototoestel onder de neus kan duwen. Geen foto's, dus. Jammer.
Tot het moment dat we na
een trektocht tot de hoogste (niet vulkanische) berg van Guatemala 'el Torro,
staan te wachten op een bus. Mateo en Julie hebben honger na de pittige
wandeling, dus toveren we brood en een pot choco te voorschijn. (Ja, nu en dan
is er een winkeltje dat chocopasta verkoopt - speciaal voor Mateo.) 'Wat eten
die gringos nu? horen we de locals tegen elkaar zeggen. Dus bieden we een
sandwich met choco aan. Niet slecht. 'Wil meneer ook eens proeven? Het
resulteert in een geanimeerd gesprek en een foto van onze vrienden van op de bus. De
twee Guatelmateekse caballeros poseren fier voor de foto.
De verjaardag van Julie is
nog veraf, maar vandaag is het toch al een beetje haar dag: we gaan
paardrijden! Ze was dan ook al ettelijke dagen aan het aftellen naar het moment
dat we naar Unicornio Azul op een uurtje rijden van Huehuetenango zouden gaan.
De omgeving is
adembenemend, maar Julie heeft enkel oog voor de paarden van de finca waar we een
4-tal dagen zullen verblijven. Mateo vindt het ook geweldig, maar is vooral gefascineerd
door de tarantula die uit de cowboylaarzen van een van de staljongens kwam gekropen.
Het is een kanjer van een spin. Maar dat geldt ook voor de paarden: zo groot!
We vragen ons af of het wel een goed idee is om met onze kinderen te gaan
paardrijden, want we hebben geen van allen ervaring.
Pauline, onze gastvrouw,
stelt ons gerust: Het zal wel lukken, maar misschien maken we er best een kort
ritje van? Het is tenslotte best vermoeiend. Julie wil echter het onderste uit
de kan halen en bezweert ons voor een tour van 3 uur te gaan: Wij kunnen dat,
papa! zegt ze met een verontwaardigde stem. Waar een wil is, is een weg en in
het geval van Julie is dat een heel sterke wil.
Wanneer we na 4 uur
paardrijden terug bij de ranch aankomen, zijn we euforisch. Dit was een
geweldige trip! En Julie en Mateo stralen. Het was best wel spannend op de
momenten dat we een steile helling beklommen. En afdalen ging telkens tegen een
rotvaart.
Fotos nemen was echter niet
evident met al dat gehobbel. Op het allerlaatste moment wil ik toch nog
eens een foto nemen en ook een filmpje maken. Veel staat er uiteindelijk niet
op, behalve het geluid dat ik maak om te proberen mijn paard stil te laten
staan: ssssht, ssssht. Wanneer we achteraf het filmpje bekijken, lachen Julie
en Mateo zich een kriek. Het is duidelijk dat het niet echt is gelukt het paard
stil te doen staan. Maar papa toch! Dat is toch niet de juiste manier om een
paard in toom te houden! Je moet gewoon aan de teugels trekken! Tja eerst
moest ik het onderspit delven bij het surfen. En nu moet ik in mijn kinderen ook
mijn meerderen erkennen wat paardrijden betreft!
Huehuetenango, afgekort Huehue.
Het klinkt een beetje als een kind dat huilt. En eigenlijk huilden Julie en
Mateo ook echt een beetje (figuurlijk, dan) bij aankomst op de ranch op een dik
uur rijden van het stadje Huehue. Ze waren zeker niet verdrietig bij het zien
van de paarden die er vrij konden rondlopen (Hier hebben de dieren tenminste
de ruimte om te genieten!), maar het contrast met het dierenleed dat we eerder
op verschillende markten hadden gezien was groot en riep nare herinneringen op
(Weet je nog, mama, hoe de ganzen en kippen in de mand werden gepropt?! Dat
was echt zielig!).
In Chichicastenango viel
het nog mee, want daar verkopen ze vooral veel souvenirs voor de massas
toeristen die er naar de kleurrijke en mysterieuze taferelen bij de kerkjes
komen kijken. Op het marktje van Soloma waar we geen enkele andere toerist
hebben gezien, was het echter kommer en kwel. En later op de markt van San
Francisco del Alto (alweer niet één andere gringo gezien) was het nog erger:
een hoop dieren, letterlijk een hoop, want ze worden zonder respect op een
hoopje gegooid.
Enerzijds is het geweldig
om dit te zien: kleurrijk geklede vrouwen tussen manden vol met ganzen, kippen,
kalkoenen en eenden; een man met een tros biggetjes aan de leiband; lieve hondjes
en poesjes Anderzijds is het helemaal niet leuk om dit te zien: dezelfde
ganzen, kippen, kalkoenen en eenden op elkaar gepropt in een mand; de tros
biggetjes in de knoop gedraaid omdat elk biggetje een andere kant uit wil;
zielig kijkende hondjes en poesjes
Een bezoek aan een markt
bezorgt ons dus telkens weer gemengde gevoelens. En niet alleen o.w.v het
dierenleed. Voor Julie en Mateo is het ook wel wat fysiek afzien. Er loopt namelijk
zoveel volk rond tussen al de marktkraampjes, dat we ons echt als wormpjes tussen
de wriemelende massa moeten wringen. Voor Serge is dit niet moeilijk, omdat hij
met kop en schouders boven de kleine Guatemalteken uitsteekt. Voor Barbara lukt
het ook nog wel. Maar Julie en Mateo worden voortdurend gesquasht. Ze voelen
zich zo een beetje als de ganzen, kippen, kalkoenen en eenden op elkaar gepropt
in een mand. Ze worden zoals de tros biggetjes in de knoop gedraaid. En ze
kijken daarom nu en dan zoals de zielige hondjes en poesjes.
Maar tegelijkertijd is het
ook genieten. We kijken onze ogen uit, snuiven de exotische geuren op en
luisteren naar de mix van Spaans en de taal van de Indianen. Schachirit nan
antwoorden onze kinderen, wanneer ze door een vrouwtje worden aangesproken: Goedemorgen,
mevrouw. Vooral Julie heeft weer veel bekijks met haar blonde haren en blauwe
ogen. Het resulteert vaak in korte, leuke gesprekken. Vooral op markten waar
weinig Westerlingen komen en wij net zo goed een curiositeit zijn voor de locals
als zij voor ons.
Het (dieren)leed is dan snel vergeven, maar wel niet
vergeten. En bij het zien van de paarden die wel vrij kunnen rondlopen, kwamen
de pijnlijke herinneringen dus weer naar boven.