Overdag zag het er zalig rustig uit. Maar nu we zo 's avonds alleen zijn, voelt het een beetje 'grellig' aan. Zeker na het avontuur met Julie! We beseffen nu pas dat we moederziel alleen zijn, volledig overgeleverd aan de grillen van de natuur.
We hangen met ons vier op een rij in een hangmat met op een 20-tal meter afstand de zee. De wind waait ondertussen zo hard dat we het ruisen van de zee niet meer horen. Onze hangmatten schommelen zo hevig heen en weer dat we bijna tegen elkaar botsen. En door de wind is het zo koud geworden dat we ons helemaal moeten verstoppen in ons slaaplaken om het warm genoeg te hebben. Straf, want overdag is het meer dan 30°! Onze kinderen liggen in het midden, kwestie van toch een beetje het gevoel te hebben dat ze veilig liggen.
Na lang wroeten heb ik het een beetje warm gekregen en lig ik eindelijk goed om te kunnen slapen. Boven ons hoofd fonkelen de sterren. Zalig! Nu gewoon hopen dat iedereen het warm genoeg heeft en dat er niemand ons komt 'ambeteren' 's nachts. Iemand zou zonder dat we er iets van zouden merken een van de kinderen kunnen ontvoeren, of zo... Ik mag er niet aan denken!
Plots hoor ik voetstappen. ' Het Is toch niet waar? Wie komt er ons storen? Ik lag net zo goed!' Ik veer recht in mijn hangmat en zie lichtjes de berg afdalen. Ik spring uit de hangmat en zet me schrap voor wat er op ons afkomt. Een paar mannenstemmen weerklinken in het duister. 'Wat komen die hier doen?' Ik schijn stoer in de richting vanwaar de stemmen komen en zie een hoop dekens uit het donker tevoorschijn komen. 'Kei tof! Ze komen speciaal dekens brengen om ons wat warm te kunnen houden! En ik maar heel de tijd doemscenario's bedenken!'
Even later liggen we lekker warm in onze hangmat. De wind waait nog altijd even hard. Maar we liggen nu zo gerust dat we als een blok in slaap vallen...
|