Ik ben , en gebruik soms ook wel de schuilnaam E.D..
Ik ben een man en woon in Frankfurt (Deutschland) en mijn beroep is Een voorbeeld zijn.
Ik ben geboren op 01/01/1988 en ben nu dus 37 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Provoceren, intrigeren, samenzweren, ambeteren..
Welaan! Wie had dat verwacht? Ik kon ineens een Duits dicht schrijven! Met dank aan Jan.
Kampmann, Quelle des Wissens Ursache aller Dissens! Du bist höchster Gott, macht Wint'hager zum Schrott. Und dein Mikrofon, schmückt dich, O Gottessohn wie Döner die Imbissstube oder ein Leich die kalte Grube.
Aber, dein Feind!
Nemitz, Fritz des Husarensitz' war getroffen wie vom Blitz als er Weiand sah! Er trat frech zu nah und hat sie vernascht -mit Charisma überrascht.
Aus seinem Haus kommt sie nie wieder 'raus. Dorthin hat er sie geschickt und richtig geil gef****.
Naja, ich erzähl so ranzig denn er ist noch zwanzig, dieser Barbarischen Herzendieb mit ungeheuerlich potenten Geschlechtstrieb der immer so heiβ brennt, doch keine Liebe mehr kennt.
Du hast verloren, Kampmann! und wirst nicht mehr bohren, suche also ein neues Weib für dein altes Leib.
Vergiss den alten Neid schwör 'nen neuen Eid:
"Ich allergnädigster Kampmann, Herrscher der Wissensuchenden, Ich töte alle Untugenden, tue sie in Acht und Bann.
Ich, Kampmann, KAMPMANN! Geiler Typ! Ich bin die Universität, der Staat ...oder zumindest die Vorlesung. Ich, Kampmann, KAMPMANN! Geiler Typ! Ich bin Verwandter zweiten Grad' ...oder zumindest Bastardjung des Hauses Habsburg ...oder Ludwigs XIV Hüpfburg.
Gib mir deine Pracht! Leopold! Franz! Maximilian! Dann werde ich nicht mehr ausgelacht Erfüllt also meinen Gröβenwahn!
Chor: Kampmann ist groβ, Kampmann ist klein, Seine Gedanken sind unrein. Gloria! Gloria!
Gib mir die Groβherzogwürde! Ich will werden Kurfürst und Kaiser so nehm' ich kräftig alle Liebeshürden, werde geleckt wie ein süβes Baiser.
Chor: Kampmann ist groβ, Kampmann ist klein, Seine Gedanken sind unrein. Gloria! Gloria!
Neen, neen. Zo gaat dat niet verder. Ik ben in het algemeen niet tevreden over de laatste producten van mijn schrijven. Hier breekt de tijd aan om te herbronnen en nieuwe pennevloed te vinden.
Oefen dus even geduld.
E.D.
PS Ogenschijnlijk bevonden er zich enkele merkwaardige woorden in de laatste dicht. Mijn spellingscorrector valt daarvoor te verwijten. De prolurk veranderde het woord "Mane" heimelijk in "Maande", bijvoorbeeld. Excuses graag.
Vijftien sokken, achtentwintig broeken -niet van 't lange typ maar veeleer 'n intieme slip- bedekken één kamer in alle hoeken willen de blik verdwazen en occasioneel bezoek stank toeblazen uit gefermenteerde schimmelkoeken.
Die Hartmut, Mocht God orde en tucht ordonneren, of hem van dit kot weren!
Immer waar hij toestoof verkrommelt de lentefrisse hygiëne en ging de structuur henen Waarheen? Eenieder die 't snoof sumpte bij 't rijmpje dat opwalmde: "Wie voor 't poetsen pardonneerde en talmde vindt gauw kakkerlakken in z'n alkoof".
Die Hartmut, Mocht God orde en tucht ordonneren, of hem van dit kot weren!
Aan 666 herkent men Antichrist -zo men Christus liefkoost en diens heilige boek uitploos- Aan lijfaroma van hondskervel bepist, kunt gij Hartmut snuiven zoals de valk de schrale straatduiven ruikt, maar liever mist.
Die Hartmut, Mocht God orde en tucht ordonneren, of hem van dit kot weren!
De mens wikt, het lot beschikt zo bengelt op mijn lavendelgewassen koonen geen traan, doch wilt witte woede zich tonen opdat 't halfgeschoren mensenspecie schrikt opschrikt, ontwaakt, verbleekt, ontdekt hoe 'em zoetjesaan Antrax kweekt en den dop op een fles javel loswrikt.
Die Hartmut, Mocht God orde en tucht ordonneren, of hem van dit kot weren!
Er moet wat verhuisd worden, dus kan ik m'n gedichten niet afwerken. Ter furnissement van jullie genoegen, heb ik snel iets bijeen geschreven.
1) PUA Praat, tettert, lult! Instrueert mij in versieren Klaart de tijd dier van m'n boele verhuld!
2) Zwarte Maria Kromme neus, stekkenpoten; Waarom zie 'k u graag? Gij geeft nooit wat 'k u vraag! Toch bibberen m'n kloten; Voor u, zwartharige heks en begeren bandeloze seks!
De junghelin sprak: "Schon junkfrau fin" wiltu min vründinken sin? ik ghive dir de trüwe min und neme dik to wive. Heio! Und neme dik to wive.
De junkfrau sprak "schon junghelin" ik wólde din vründinken sin mochte mannes mot ghestede sin din eighen wolde ik bliven Heio! Din eighen wolde ik bliven.
Wan Lef mit Leve léfliken sprékt, den beiden nicht tit enbreket unde of dorch Leve weget nicht Lef wil bi Leve bliven Heio! Lef wil bi leve bliven.
Laat mij eens tonen hoe wij de vrouwen van ure Vijfentwintig bruut en gemeen ontleyden met geschreeuw getrek -geduw zonder ons te verschonen.
Zodra w'ons bevrijdden van traag sluw woordgelek alsmede compagnon gegeeuw in immer uitweiden wieren de vrouwen hitsig vergaten ze 't trouwen, ontblootten natte zonen.
Komt aangerold de dikke met z'n plateau op plastiek en aluminium, Hij ziet generlei achter 'n aangedoempt -raam Dus is 'em voortgebold.
-Heilzaam! Ijv'rig mechaniek gestoempt Is ons drilboorgevrij schier 't proprium van die kliek vetzakken zonder niveau wier hoofd alras tolt en de broek opbolt.
Alles was leugen! 'n Verlegen jongen vroom kan zich er nooit in verheugen; 't was ook maar een droom.
Een geschiedenis om de gaten op te vullen. In de kroniek van Antwerpen vond iemand het noodzakelijk om onderstaand 'fait divers ' in te lassen tussen de talrijke politieke ontwikkelingen. Alzo geschiedde in mei 1540:
"Op Sinte Mathijs dach, toen kwam Ferdinand -Rooms Keizer- tot Brussel met cleynen staete. Men vierde aldaer. Ende op den selven avont, langhe nae dat de poorten waren gesloten, quam de keyserlijke Majesteyt -in poste oyck aldaer- van Gent met vier peerden. Hij had bij hem de heeren van Bueren ende Condé. Het was eenen seer donckeren nacht [zo]dat sy qualycken sagen te ryden ende den wech te vinden. Maer [zij] clopten omtrent de stad eenen man op -die wel bij dranck was- om henlieden te lichten. Ende den selven man onder weghen stoutelyck coutende (soo hij niet en wiste wat volck hij lichte, daer de Majesteyt hem in verheugde), comende onder weghen werdde verlast van syn watere te maken. Hij segde totte keiserlycke Majesteyt dat hij de lanteerne soude houden; hij moeste pissen. Ende in 't pissen liet hij eenen scheet. Soo dat den keyser loech ende seyde dat hij scheet. Waer oppe den boer oft leytsman antwoordde dat syn maniere was als hij piste dat hij dan gemeynelyck kakte. Daer mede sy seer loechen [...] ende de keiserlycke Majesteyt hem een gulden stuk voor dranckgeld gaf."
Ik ben me terdege bewust van de kinderlijkheid, maar het viel me op dat deze grap (dronkaard maakt zich belachelijk in het bijzijn van een grootse persoonlijkheid van wie hij de identiteit niet vermoedt) doorheen de eeuwen steeds terugkomt. Vulgariteit overleeft het vernuft.
...en natuurlijk: van een Vlaming kan men geen beschaving verwachten. (Het passeerde tenslotte in de Gentse regio.)
In alle professorale wijsheid bekritiseert 'n gedichtenwijsgeer geerne de vaststelling dat ik hier in herhaling verval. 't Zij waar: ik herwerk hieronder een eerder gedicht. De voorbije dagen schoten me echter geen originele onderwerpen te binnen. Om de lezer niet te lang zonder pruldichten te laten, heb ik dan maar onderstaand gewauwel herkauwd. De context zij alleszins actueler.
E.D.
12 meters vierkant is de broeikast waar schiet d'afwaswatertroeb'lige haat als de misgroeide biet.
Eén vensterke miez'rig -voren met tralies bespand- werpt koud noorderlicht vanuit de grauwe bosrand.
Doortrokken met mist is dat bladerloos woud 'n koudfeitelijk zinnebeeld van 's mens liefde vernauwd.
Die krimpt elke minuut elke dag, elke volle maan tot geen warm gevoel nog rest voor 't mensenbestaan.
Verhangen brengt 'em geen pais zo'n climax van zielig treuren verlaat het leven onvervuld en lam iets 'el wilt hem dus opbeuren.
Haat! Glorieus en opwindend! De verachting van deze mensenbrij -hoe verwaand en vunzig is 't moment- schuift de liefdesnood opzij.
Niet met verkwikkende amour maar pure haat onbedorven zonders wiens begeest'rende stimulans ik van begeren was gestorven.
Europa, de traditie, mijn voorvaderen deden godsliefde in me bloesemen. Daarom kan ik God niet verlaten. Maar wat brengt God met dit wrede lot?
Als God voor elk van ons een doel heeft, is het mijne boosaardig. Voorwaar, ik wil Europa's christendom bewaken, maar God dwingt me Hem te haten. Hij verwoest mijn leven! Ik forceer mijn gedachten naar het schrijfwerk of de politieke waanzin. Mijn lichaam gehoorzaamt die hogere gedachten niet. Het begeert heden niets meer dan een wijf. Alle andere noden zijn inferieure bijzaken geworden. Alle energie en gedachten gaan naar vrouwen. Botweg is 't wel zo: mijn lijf rot weg, van geilheid en vleselijke lust. Was dat begeren sterk genoeg om de laatste gedachte -die van het eerbehoud- te verdrijven, dan had een hoer reeds lang op bevrediging toegezien. Zo geil ben ik helaas niet. Ik denk er niet aan mijn laatste mannelijke eer (en gekrompen geld) aan een schurftig wrak te verkwanselen. Dan zou ik me laten uitbuiten, tot domme consument laten maken vanwege lijfelijke dorst.
Bij 't zicht van ieder griet zin ik elke seconde op seks. Waarom ontkennen?
Bevrediging volgt echter nooit! Sport, noch 't geschreven, noch 't gesproken woord verdrukken de lust. Wat moet ik doen met zo een lot?
Vrouwen herkennen alras diegene die nooit heeft gekust. Zo één identificeren zij als "te mijden zot."
Onvervulbaar kan de taak toch niet wezen? Op elke straathoek ziet men 'n hangbuik met een reyn acolier en een blik weltevree. Zo één kan amper denken, laat staan lezen! Hoe krijgt 'em haar dan toch in zijn beddestee?
Simpel en cru.
Hij causeert.
Geen gelegenheid of hij babbelt ijdele letters. Letters vormen woorden, woorden vormen zinnen.
Nog sneller als de hand des boekdrukzetters, kan 'em betoov'rend verhalen spinnen.
Gedachten dus uit! Broef af! De Codex gebiedt vlot 'n bod gelijk 'n lied:
"Meisken! In welken tijd gij geriet! 't Directe slaat en zwiept, alle geduld ons verliet!
Eens had gij afgewacht, gezien hoever een mannentyp het werkelijk bracht.
De gladde pronker verglaasde, zodra zijn woordenconventie, niet langer verbaasde.
Geduldig werd daartegen ontleed, de stille, peinsieve presentie, en zijn oprechter minneleed.
Hij veroverde, moorde -in eer onbedorven en minde onverminderd de vrouw die 'em had verworven.
Meisken! In welken tijd gij geriet! 't Directe slaat en zwiept, alle geduld ons verliet!
Alleen 't onmiddellijke gij nog geniet, bij mannen in dwaasheden verdiept, wier snelle tong gij alleen graag ziet.
Vlucht gij niet in ontucht, dan weldra de depressie kriept, is onvoltooid leven uw vrucht."
Treur niet, bloemken van doctrine! De Codex wilt dat g' uw tijd gehoorzaamt en dit soort vent berijdt.
Tegen een lage prijs kon 'em u verdienen! Zoals het deze rotte eeuw betaamt, zijt gij toch maar 'n domme geit.
Van schier leedwezen vervuld geraakt mijn hart alras ondanks de glorieën verguld temidden 't Germanenras.
Het wellustig welgemoed dat lang conspiratief werd uitgebroed mis ik -met oprechter grief.
Gij verlustigt ginder Ik rijmdicht hier. Gij ziet twee kinder' Eén ontbreekt 't vertier.
Te ver ligt mijn natie! Aldus gebood la volonté suprême deze onzalige situatie en dwingt tot pover gerijm.
Als 'k u ni mag vervoegen met omarmend verjaardagssentiment moet toch rijmlarij genoegen zoals die onderaan werd neergepend.
------ ------
Hymne:
Hoe gelukzaliger wemelt dit ondermaans kabinet van godsgegeven tresorie als de mensenwet van ongoddellijke usurocratie niet langer de zielen geselt?
Klamme bijouterie -Gedragen, genegeerd en nutteloos- Verflenst kaphoutparfum -Gedragen en vergaan in 'n poos- Alles gekocht in goeder luim, is 't toch maar bimbeloterie!
Immer blijven en zullen wij continueren te bevroeden te ontvangen of te schenken kortstondig verpakte goeden op kapitalistische wenken van dikbetaalde knullen.
Geen angst! Geen schand! Neo-communistisch sermoen wilt hier niet gedijen Veeleer een gedachte koen wil ik hier belij'en en van geheel andere trand.
Hoe huldigen wij de grandioze oncorrumpeerbare en onmisbare min waarmee gij: Pater Familias waakt over dit gezegend gezin zoals 'n triomfantelijk kompas over stormbedreigde matrozen?
Geen koopwaar genoegt. Geen marchandise beschrijft hoe onvergankelijke dank en trouw ons levenslang beklijft met liefde die nooit verflauwt voor gij die nog immer zwoegt.
Uw verjaardag begeren wij gevier' daarom te besoigneren met de vervulling van uw innigste droom: eens op te veren hoog tot boven de wolkenslagroom gelijk 'n vooroorlogse vliegenier.
Verwissel aldus de brute grond en zijn zwaarteban in een tweedek'rig machien voor het donzig hemelgespan om ons mieren te zien en vlieg voort naar d'horizont!
Aan het stel ijdelen dat mijn lezerspubliek pleegt te zijn: "Mijn leven of: motieven voor de Vrouwencodex" brengt stukken die tezaam een boek vormen. Dat boek zal een cynische reflectie bevatten over het verval van de Europese beschaving door ontaarding. Zoals de titel aangeeft, zal vooral aandacht besteed worden aan het vrouwelijke aandeel in deze ontaarding. De vrouw, de moeder, is immers de kern van de samenleving. Zij brengt (met kindbaring) de samenleving voort en houdt ze (als moeder) bijeen. Degeneert de ziel van de vrouw, dan degeneert de samenleving.
Aanschouwt hoe de ontaarding zelfs de schrijver dezes verrot! Ik schreef nota bene "kritische reflectie"! Sinds wanneer beschik ik over de wetenschappelijke kwalificatie om zo'n hoogmoedige taal te gebruiken?
Gisteren leerde ik nog Jan en Samuel kennen. Bijna elke dag leer ik iemand kennen. Maar het gaat nooit verder dan een oppervlakkige kennismaking. Vrienden maak je niet onmiddellijk, maar ik kan hier toch een goede vriend gebruiken. Ik geraak helaas nooit verder dan de kennismaking omdat mijn conversatiecapaciteit continu verschraalt. Geen enkel gesprek kan ik langer dan vijf minuten gaande houden. Het bloedt steeds dood en wanneer dat gebeurt, lachen allen me uit. Of wantrouwen me. Vooral de vrouwen. Vrouwen zijn eigenlijk sociale debielen. Wie heeft mij jaren wijsgemaakt dat vrouwen sociaal hoogbegaafde wezens zijn? Zij zijn tenslotte ordinaire dogmatici die handelen en oordelen middels de Codex die ze van hun moeders erfden. Bijvoorbeeld: als een vrouw een man ontmoet (in welke context dan ook), wordt die man een soort godsoordeel opgelegd. Als de man geen half uur over zichzelf kan lullen en flauwe grappen vertelt, is hij in haar ogen ofwel: A) randdebiel, B) verkrachter, C) moordenaar of D) inferieur. Zo oordelen alle vrouwen. Het "voordeel van de twijfel" is hen onbekend. Zij oordelen en executeren tegelijk. Het maakt niet uit of die man simpelweg tijd nodig heeft om mensen te leren kennen en dan pas "vlot" wordt. Als hij de eerste minuut de vrouw niet entertaint, is hij zo goed als dood.
Met mannen is het anders. Een man leert een andere man kennen die niet onmiddellijk "vlot" is. Zoals genade en rechtvaardigheid alleen mannelijke kenmerken zijn, zo denkt de eerste man "Ach, hij is nog wat onwennig en zal zich later wel prijsgeven". Daarop nemen beide mannen afscheid om elkaar in de nabije toestand met zachtaardige verwachtingen te herkennen. (Klinkt nogal homoseksueel.) Ik bedoel dat ze later nog steeds beste vrienden kunnen worden.
Zo gaat het niet met vrouwen. De eerste, oppervlakkige, indruk is heilig. Daarom zullen vrouwen altijd politici volgen en nooit zelf de wereld leiden.* De aantrekkelijke façade van een gladpratende demagoog doet alle vrouwen in zwijm vallen en verzekert hem van feminiem electoraat. Mannen zullen eerder twijfelen, maar het is die twijfel die oppervlakkige indrukken doorsteekt. Zo kijken zij voorbij de demagoog én de verlegen kerel.
Ik las Ragnar Redbeards "Might is right" en stel me de vraag: kan het zo simpel zijn dat ik alleen maar een patserfaçade moet adopteren om vrouwen te veroveren? Het is waar: zachtmoedige, dienstbereide, naïeve mannen zoals Paul zullen nooit een vrouw bezitten. (Of toch niet één die hen trouw blijft)
Eén ding is zeker: ik zal mezelf niet onderwerpen aan de snol "waar ik maar goed genoeg voor ben". Liever alleen sterven en mijn leven aan haat wijden, dan zo'n schandalig leven. Mijn vrouw zal eersteklas zijn en eersteklas nageslacht voortbrengen.
Qua aanbod valt hier niets klagen. [Weggecensureerd]
* De vroegste Europese beschavingen (voor de Griekse opstanding) waren weliswaar matriarchieën, die echter niets bereikten en niets veroverden. De Codex (waar ik het al eerder over had) is een conservatief boek dat vrouwen verhindert groots te denken of te realiseren. Die matriarchieën werden geleid door priesteressen die zich bekommerden om het bewaren van hun dynastie en de beperkte omvang van hun koninkrijk. Daarnaast droegen ze de soldaten op vrouwen te vermoorden die met hun ijdelheid rivaliseerden. Deze priesteressen wilden alleen een status quo handhaven en nooit verder kijken dan hun eigen baarmoeder: de onderdanen die zich verlustigden in ijdelheid en ontmannende bezigheden. Al vlug verdwenen zij voor succesvollere mannenheerschappijen die vooruitkeken, naar grootsheid verlangden, hun stammen grotere welvaart wilden brengen (of toch: de besten van die stam) en de flauwe vrouwenrijken onderwierpen. Aldus begon Europa aan de grootse opgang die het Europese ras tot het beste op de planeet zou maken.
Zo ging het tot aan de Tweede Wereldoorlog. Daarna begon het gelijkheidsdiscours. Daarna begon opnieuw een ontmannelijking van de Europese rassen. En de gevolgen zijn duidelijk: alle cultuur is dood, er wordt niets gedenkenswaardig meer geproduceerd, alle productiecapaciteit verdwijnt om de plaats te ruimen voor vuige bureaujobs en kantoornijd: typisch vrouwelijke fenomenen. De straten stromen vol met ontaard geboefte dat zich verlustigt met decadentie, neuken, drinken, roepen, obsceniteit. In de politiek hetzelfde: de progressievelingen boeken geen vooruitgang en de conservatieven kunnen niets conserveren. De grote ideeën hebben plaats gemaakt voor kleingeestige ideeën en een wereld zonder zelfopoffering. De grote Europese politici durven geen stappen zetten die Europa van de ondergang kunnen redden. Neen! Hun eerste bekommernis is de conservatie van een politieke orde, een politieke baarmoeder die alleen de ondergang van Europa zal baren. Een politieke orde waarin niets heiliger is dan de gehoorzaamheid aan gevestige patronen van communicatie en demagogie. (Geen grote gebaren, geen uitspraken, alleen nog conventioneel gewauwel.) Neem bijvoorbeeld Angela Merkel: er mag vooral niets ondernomen worden dat de geldmachten schoffeert! Neen! Veeleer wilt zij Europa uithongeren en inkrimpen tot niets nog de Aziatische hordes kan weerstaan. Spanje, Italië en Griekenland zullen onvermijdelijk Chinese kolonies worden en Europese vrouwen de hofhoeren van Chinees mercantiel crapuul. Dan crepeert Europa definitief aan de overvloed van onteerde vrouwen en vervrouwelijkte mannen.
PS David Lane had gelijk. Kaukasische vrouwen zijn de schoonste vrouwen. (Welk ander ras bezit vrouwen die tot op hoge leeftijd hun fysieke schoonheid bewaren? Andere verschrompelen alleen maar.) We beledigen God als we toestaan dat hun schoonheid uitgeroeid wordt door bastaardering.
To see a fiend in your dream, signifies reckless living, loose morals and a blackened reputation."
Bovenstaande las ik in het dromenlexikon. De auteur maakt er heel eenvoudige associaties, maar soms lijkt hij toch simpele waarheden op het spoor te zijn. Wat hier beschreven wordt, droom ik vaak en zou inderdaad waar kunnen zijn. Wie had ooit verwacht waarheden op het internet te vinden.