Ik ben , en gebruik soms ook wel de schuilnaam E.D..
Ik ben een man en woon in Frankfurt (Deutschland) en mijn beroep is Een voorbeeld zijn.
Ik ben geboren op 01/01/1988 en ben nu dus 37 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Provoceren, intrigeren, samenzweren, ambeteren..
Uwen ouden dag is gearriveerd! 'n Gelukkige verjaardag wens ik u toe, al hebt gij uw heup weer bezeerd met artrose, jicht en al dat gedoe.
De dertien jaar dat gij over ons waakt, maakten u lid van onzer familie, ge hebt nooit aan uw plichten verzaakt, toch grillig luisterde als 'n echte Bordercollie.
Geboren werd gij niet van afstamming puur, noch hebt gij ooit schapen moeten hoeden in Yorkshire, naast 'n pittoreske muur. Ons wilt gij niettemin voor onheil behoeden.
Dus houdt gij wacht aan 't portaal, klaar om te laten schrikken die niet verwacht uw blafkabaal bij 't passeren langs onze fabrieken.
Nog steeds kunnen weinigen voorspellen: een wit creatuur met vlekken zwart als SS, verschijnt wanneer zij aan de deur willen bellen, zich enkel verwachtend aan lauwe busi-ness.
Gij vindt het 'n plezier eerder dan 'n plicht, daarom 'n gesloten deur u ook ontstemt, want het ontkent u de blik op 's werelds zicht, gij voelt u dan tezeer in uw vrijheid geremd.
Vrijheid hebt gij nochtans in grote mate, gij kunt ons volgen in ons dagelijks labeur -wat zou gij ons storen, kon gij praten!- u strelen verlicht weleens de serviele sleur.
Gij hebt 't alleraardigst karakter, zodoende met uw leven onze levens verblijd. Helaas maakt d'ouderdom u des te verzwakter, uw dood zal ons brengen 'n zeer tragische tijd.
"[...] Ik schreef immers dit boek, u niet. Daarom heeft de auteur het gezag en het recht zijn lezers verboden op te leggen. Als u uw volk respecteert, weet u dat God u te stom maakte voor het auteurschap. Hij veroordeelde u welzeker tot het madenbestaan van 'lezer'. Als u uw volk gehoorzaamt, weet u dat zulks de natuurlijke orde is en dat deze hiërarchie nooit doorbroken kan worden. Verveel me dus niet met zielige brieven over sociale mobiliteit en democratische vrijheid. Een groot man, de beste van zijn volk, schreef immers 'Echte vrijheid is niet doen wat je wilt doen, maar doen wat je behoort te doen.' Welnu, u behoort te blijven een domme lezer en de raad te volgen van de man die het beste met u voorheeft."
Bovenstaand citaat vormde een onderdeel in het boek waar ik tot voor kort aan werkte. Nu ik het wederom lees, komt dit enigszins streng over. Zulks is nu eenmaal eigen aan beginnend schrijven. Ik zal het in de herwerkte versie niet gebruiken en vervangen door behaagzieke vormelijkheden.
Tijdens een klammige lentenacht gunde t schuwe zandmanneken schitt'rendste geestesfilm ooit gedroomd.
Speels had gij mij toegelacht! Ik wilde verzilveren in 'n panneken uw gezicht, met onyx en chrysocoliet omzoomd.
Vond ik het leven een kwelling, dan richtte ik d'ogen op uw portret, van glorie machtiger dan Jezus aan 't kruis.
Een verkwikkende kracht, niet gering, waarmee ik wederom bergen verzet heeft in uw gezicht zijn thuis.
Doch, alleen is 't in 'n droom gebeurd, nooit gunde gij mij het plezier, nooit gaf gij 'n teken van accord.
Spijtig, de geestesfilm was dra opgefleurd: wij maakten na 't moment grote sier, jolijt en gelukzaligheid, al was 't wreed kort.
Niets schunnigs of typisch Hagenees -daarmee viert geeneen teder beminnen- In mijn droom hield ik u omarmd.
Vreugdevolle warmte ruisde door m'n vlees, liefdevol sentiment vervulde ook u van binnen, daar had onze verkleefdheid beiden verwarmd.
Ik hoopte vurig op 'n eeuwig lengen: dat moment mocht nooit sterven, 't was helaas 'n droom, nu moet ik tranen plengen, ik ontwaak en weet dat ik u moet derven.
Tranen collectiveren m'n innerste, hun druk vergroot nog ongestuit, weldra breken ze naar buiten uit en hoort de wereld huilen in de verte.
Ze brengen reeds lijden in m'n werk, -zelfs dit gedicht komt moeilijk klaar- de minste gedachte weegt te zwaar, gun me eind'lijk eens rust, hemelklerk!
De Morgenster mijnes kwelt, enkel vanwege m'n oprechte liefde. Waarom hebben vrouwen drieste vergeldingmaten graag geveld tegen eenieder met oprecht sentiment? Zachte, vriend'lijke en lieve kerels winnen alleen 't strelen van de gesel, want hun geliefde wil 'n brute vent.
Ik wil hier geen seconde meer verpozen, maak dus snel een eind aan dit lijf, en gooi me van 'n verdieping of vijf: doe wat 't vergt om dit leven te lozen!
Ik mag wel eens ophouden mezelf te vervloeken. Zoals de lezer misschien opmerkt, heb ik gisteren een triomfantelijk bericht geplaatst. Het was echter niet gerechtvaardigd.
De zaken blijven zoals ze voordien waren...troosteloos en zonder liefde.
God verhoort mij en schenkt genade in deze tijden van nood en lijden!
Net wanneer alles verloren leek, geeft hij mij een hoopvol teken. Daar is nog iemand die nog denkt aan mij. Een huebsch maechedelijn is me niet vergeten.
Ik weet het, "filium" is eigenlijk een akkusatief, maar aan de rijmvorm valt niet te ontsnappen.
Voor "93 was vro gekleurd, elk verkeerslicht rood en wit, maar 'n Sauwens had gezeurd: -lompe taalfanatieke nitwit!- "Op Vlaamse grond verdienen ze 'n beurt, schilder ze dus geel en zwart! Om aan te geven het pomerium, wanneer finaal van België part, de hoogmoedige Vlaamse filium."
In d'aderen stropt vloeibaar basalt, als ik zie dat bruut zwart-geel, -wat nooit meer te mijden valt- en wordt hertensmart m'n deel.
Niemand brengt de 'suikerstok' thuis, zal ik ooit nog zien de aloude combinatie? Over die ijdele wens maakte ik al 'n kruis, tot me verhoorde, het bloemken van fascinatie.
Gij appelleert wel aan m'n nostalgie, en verpakt het eens zo gracieus, met gentillesse en stoute couragie. Bedankt voor de suikerzoete kledingkeus!
Dit gedicht kon ik desondanks niet afwerken. Het ligt dan ook al maanden onafgewerkt op m'n bureau. U zal het met een fragment moeten stellen, de eerste strofen vond ik namelijk te grof. Mogelijk vindt dat zijn grond in de vaststelling dat ik steeds op hooghartige vrouwen val. Hoewel..."kwaadsprekerij is de voldoening van de dwaasheid en de middelmatigheid". Bovendien kan ik 't beminnen niet verhelpen.
[...] Helaas, 't vrouwvolk kiest, één man voor schade en schande, wiens affectie altijd verliest, hoe vurig z'n hart ook brandde.
Verdoemenis, mijn Heer! "Wie lijdt, moet geen vreugde zoeken, maar lijden en nimmer vloeken." Zulke raad brengt mij geen keer.
Als ik niet mag beminnen, in goede tijden als in die van nood, en alle vrouwen op haat zinnen, dan verkies ik de dood.
Onderstaande tekst dook ik vandaag op vanuit een bestofte folder. Ik kon hem u niet onthouden.
E.D.
Trotz der bedauernswürdige Zustand der
belgischen Finanzen und der blockierten Bemühungen um die Regierungsbildung, funktioniert die belgische Gesundheitsversorgung noch immer wie vorher: hervorragend. Dank unseren Krankenversicherungen können fast alle Belgier adäquate Versorgung bekommen. Die Krankenhäuser benutzen zudem forgeschrittene Geräte und die Ärzte sind gut organisiert. Doch, es wird immer schwieriger jedem Person die beste Behandlungen und Ärzte zur Verfügung zu stellen. Wegen die erhohte Arbeitslosigkeit und die Problemen der Staatsfinanzen, musste die Regierung nämlich Ersparungsmaßnahmen treffen. Deshalb sank die Staatliche Unterstützung des Versorgungswesens. Die Lage ist denkbar schlecht wenn man weiß dass die Medikamente und Behandlungen heutzutage ziemlich teuer sind und immer noch im Preis steigen. Experten sind davon überzeugt dass die Situation sich in eine negative Richtung entwickeln wird, denn die Belgische Versicherungsgesellschaften erhöhen regelmäßige ihre Versicherungsbeiträge. Schon viele Bürger sind darum unfähig ihre Beiträge zu bezahlen und vermeiden das Krankenhaus weil die Ärzte dort nicht allein sinnlose Behandlungen, sondern auch zusätzliche Kosten verrechnen. Im Vergleich zu den anderen Europäischen Ländern, hat die belgische Situation sich also deutlich verschlechtert. Obwohl die Belgische Ärzte früher auch zu viel Antibiotikum verschrieben, ist hier endlich eine erfreuliche Tendenz zu verzeichnen.
In Bezug auf den Schutz der Umwelt sieht es doch schlimmer aus. Die flämischen und französischen Gemeinschaften versuchen die Förderung von Strom aus erneuerbaren Energien zu stimulieren, aber schaffen es nicht die Ergebnisse der
deutschen Bundesländer zu erreichen. Die Investitionen in Windmühlen sind nämlich gleich geblieben weil Unternehmer und Bürger zu viel Regeln überwinden müssen und ihre Nachbarn keine Windmühle neben ihren Häusern wünschen. Senkungen in der Subventionen können jedoch nicht verhindern dass es Fortschritte gibt in der Benutzung von Sonnenenergie. Selbst wenn solche Investitionen wegen ihre Popularität teuer werden, tätigen immer mehr Menschen sie. Leider verschwinden im flämischen Teil des Landes immer noch Wälder und wächst die Besorgnis dass mehr und mehr Tiere, wie Schmetterlinge, leiden unter der Verstädterung und der flämische Gewohnheit kein Wildblumen zu pflanzen.
Ein anderes Problem ist der Verkehr. Kris Peeters, der Ministerpräsident der flämische Obrigkeit, will Flandern zum Logistikzentrum Europas machen, vergisst aber dass schon tausenden LKWs täglich unsere Straßen beschädigen. (Und es wird immer mehr.) Im Gebiet der französische Gemeinschaft entwickelte die Verkehrssicherheit sich in eine positive Richtung während der Situation in Flandern stagniert hat. Dort wächst die Verkehrsdichte und finden täglich Verkehrsstauungen statt. Deshalb hat der Ausstoß von Abgasse sich verschlechtert und vermindert die Qualität der Straßen, obwohl neue Wege für Fahrräder gabaut wurden und der Verkehr für sie nicht mehr so gefährlich ist wie früher. Wer aber mit dem Auto oder dem Motorrad auf die Straße geht findet noch immer Gründe zur Klage: überall werden die Fahrer überwacht von Blitzlichtern ohne dass die Aggression im Verkehr vermindert oder Fahrer sich verkehrsgerecht verhalten. Im Norden von Belgien liegt die Zahl der Verkehrsopfer deshalb viel hoher als im Süden.
Fonkelwitte livrei priemt in m'n ogen, Ivoor noch marsepein strijken zo aangenaam. Ergert dat 'n man; hem treft veel blaam, Niemand verlaat zo'n schat of wilt het pogen.
Zageventen heten tegenwoordig lector, hetzelfde herhalen en herhalen, nieuwe thema's vergen veel dralen. Amusement mijdt wel d'onderwijssector.
Dat zinnetje hoorde ik al 'n keer of vijftig, het zal nog regelmatig luiden, van d'Honte tot Limburgs Sint-Truiden, zagen doet men overal even vlijtig.
Hieruit moet 'n gekweld luisteraar besluiten: Dat's de grootheidswaan die er drukt, Doet docenten verlangen van hun stem 't product, opdat daarvan onze oren tuiten.
Links houdt meneer LvD 'n beker, u dacht: 't is slechts koud levensvocht, maar dat spul maakt ieders verzet weker, tegen de aandacht die LvD ijv'rig zocht.
"Zo'n kundig persoon, hooggeschoold, die alles kent en alras begrijpt, nooit in bescheidenheid doolt!" En zich aan onze adoratie vergrijpt.
Jaja, dat doet hem genoegen, zulks vindt hij vrees'lijk opwindend. Zelfs meer dan alle vrouwelijke troeven, vol van gratie, ieder man verblindend.
Gun hem geen gratificatie! Bekijk hem niet geboeid, eerder verveeld, zodat hij mag zien de revelatie: "Gij hebt te lang met ons voeten gespeeld!"
"God zal u niet loven om uwen grootheidswaanzin, hij zal u eerder vreselijk straffen. Ik kijk er dan ook naar uit om u in de helle te zien branden. Hoe heerlijk zullen de vlammen aan uw vunzige karkas likken!"
"En denk maar niet dat het nageslacht uw daden zal roemen en herinneren, er is namelijk niks om te roemen. Al wat gij deed, deed gij voor uzelf: om interessant te lijken. Gij hebt u er populair mee gemaakt en vele vrienden gewonnen. 't Zijn echter uw vrienden niet. Gij verzamelt alleen diegenen rond u die u adoreren om uw stupide daden. Zulke 'vrienden' verwoorden hun bewondering als "Wauw, zijt gij vintage kledij gaan kopen in Londen?" en vallen vervolgens aan uw tenen. Wat voelt gij u goed wanneer gij uzelf beter acht dan een ander. Iemand die uw genie niet herkent, valt alras uit uw gratie. 'Dat is geen vriend', zegt gij."
"En zo houdt iedereen zich met individuele zelfverheerlijking bezig, we zijn allemaal wel protserige tirannen geworden. We vinden allemaal wel dat er een straat naar ons vernoemd moet worden. 'Niemand kon betere ristretto's maken', zal uw motivatie daarvoor heten."
"En terwijl iedereen naar zichzelf kijkt, prostitueren onze -eveneens zelfverheerlijkende- politici de Europese waarden voor mercantiele grijplustigen. Alles moet wijken voor economische vooruitgang, al bestaat die vooruitgang hoofdzakelijk uit bedrijvenparken en opdringerige interimbureaus. Zij vinden het wel zo handig als iedereen ingenieur, marketeer of boekhouder wordt. Want de economie, die heeft haar slaven nodig. Hoewel allen om individuele vrijheden schreeuwen, willen allen de vrijheid van beroepskeuze beperken. Tegenwoordig moet een job immers 'economisch nuttig' zijn. Sterker nog: wijzelf moeten economisch nuttig wezen. Wij moeten niet langer onze stad of ons land dienen, maar de 'economie'. De economie is dus niet langer een zelfstandig proces dat ontstaat uit de levensactiviteit van een volk, maar een doel waar dat volk naar moet streven. Dus niet: produceren om te overleven, maar overleven om te produceren."
"Hebt gij ook maar iets ondernomen om de uitholling van Europa's waarden en trots te verhinderen? Hebt gij actie gevoerd tegen de verkwanseling van onze glorierijke geschiedenis? Neen, gij wandelde voorbij grafmonumenten van voorvaders die eer nog hoog in het vaandel voerden en zei: 'Kijk eens, ik pronk op de tombe van Isabella van Bourbon en waan me een intellectueel'. Vreselijk toch hoe gij zelfs de doden tot hoeren maakt voor eigen verheerlijking. Laat de doden gerust!"
"Ach, politiek en grootse idealen kunnen niet langer bekoren. Gij veracht mensen die nog om het verleden geven. 'Wat saai!' En dus laat gij de politiek over aan carrièremakers. Onder hun deskundige leiding kwijnt onze hart en ziel elke dag verder weg. Maar niet dat het u wat kan schelen. Zolang gij de schatkist van de grootheidswaan niet moet derven is alles in orde."
Nu zal ik uw vonnis vellen.
"Daarom heb ik u schuldig bevonden van dubbele moord. Uw eerste slachtoffer is de Europese geschiedenis. Gij geeft er niet om en hebt deze uitgeleverd aan de verkrachters die in alle zakenlui huizen. Verkrachting verzwaart uw vonnis alleen maar. Daarnaast zijt gij schuldig van alle zelfmoorden tijdens de voorbije twintig jaar. Arme zielen die zich tevreden achtten met hun Europese eigenheid en oprechte interesses hebt gij vernederd door hen 'saai' en 'ambitieloos' te noemen. Gij hebt hen dag in dag uit onder druk gezet. Zij moesten en zouden meelopen in uw queeste om zelfverheerlijking. Toch wilden en konden zij niet want dat botste met hun eerbesef. Tenslotte is niet iedereen een aandachtshongerige zoals gij. Neen, zij wilden enkel zichzelf wezen en niet een plastieken façade. Toch hebt gij uiteindelijk gezegevierd: om aan uw tirannie te ontsnappen, pleegden de oprechten zelfmoord. Zij zullen allemaal de hand aan zichzelf leggen tot alleen gij overblijft met de grootheidswaanzin."
"Ik veroordeel u daarom tot de hel. Uw ondermensensoort zal verdwijnen om de plaats te ruimen voor de zachtaardigen. Het brute en gemene in uw klasse zal tenondergaan, zo wordt het voorspeld in de Bijbel. In de hel zal alle aandacht voor uw persoon bestaan uit een nimmer ophoudend traag villen van uw vlees. Op de aarde van het eeuwige Koninkrijk zullen daaropvolgend makke, maar oprechte lammeren heersen. Tot die tijd zal er nog één moord bijkomen. Gij hebt het zelfs zover gedreven dat uw rechter zichzelf ontdoet. Ook mij hebt gij vernederd en uitgelachen. Nu ben ik ten einde raad en zal de ultieme oplossing ter hand nemen. Vaarwel, debiele onnozelaar!"
Dan zal ik me met de veter van uw designbottines verhangen.