Ik ben , en gebruik soms ook wel de schuilnaam E.D..
Ik ben een man en woon in Frankfurt (Deutschland) en mijn beroep is Een voorbeeld zijn.
Ik ben geboren op 01/01/1988 en ben nu dus 37 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Provoceren, intrigeren, samenzweren, ambeteren..
Daalt van de trap, naar beneden, even geleden, met zo'n elegante stap.
Eén stap, dan is ze weg. Buiten m'n blik, niets zie ik. Arme ziel, wat 'n pech.
Kon ik het maar zeggen! Hoezeer en hoelang, ben ik al te bang m'n ziel open te leggen, getrouw aan 't hart, dan eindigt deze smart. Vervuld van oprechtheid en trouw: "Ik wil je als mijn vrouw!"
Indien het u interesseert: de Belgische Alliantie houdt op zondag 16 januari een nieuwjaarsreceptie! U kan daarbij aanwezig zijn! Begeef u tegen 11u naar het kasteel van Brasschaat. De entree bedraagt slechts vijf euro.
Ja Heer! Zalig! Dank u! Gij sprak net het woord uit, zo sterk het ook luidt het werd voorspeld tot nu:
"Wees geen parvenu, zo'n bestaan is zonder essen'ce, noch biedt het liefde zo intens, als de stoutmoedige agitator, die het juk van een vreemde, ongenadige en brute dictator, afwerpt van zijn eigen beemde, en zonder weifelen verdergaat, onverleid door eigenbaat, om zijn buur, nog levend of dood, in eigen land wederom recht, en glorie -jawel, voor elke landgenoot-, te schenken. Ja, 't is erg oprecht!"
"Dus moet gij gelijk handelen, en uit het stof van vergetelheid oprichten, -'t is voortaan de eerste van uw plichten- Brabant, zijn volk en zijn edelen."
Een mooie gedachteoefening. Helaas ging het initiatief volledig uit van de Noord-Brabanders en zijn de verwijzingen naar de "Belgische broeders" nogal dood zonder getuigenissen uit België.
Waarom zou een verlangen naar eerder, naar een verleden, ongepast zijn?
Een grondlegger van het cultuurflamingantisme, zei Albrecht Rodenbach reeds: "O wie voor Vlaanderen geleden en gestreden heeft, ontroert 't minste dat aan het verleden herinnert waarvan hij droomt".
Achter een autostrade verborgen. Misschien maar goed ook. Teveel verdween al onder het Vlaamse beton. Teveel leed al onder de geschiedkundige vervalsing. Laat mijn hoeve zoals het is, laat ze daar voor mij alleen. Laat ze daar als mijn laatste houvast.
Eigenaardig toch. Zo vaak promoten Vlaamse propagandamensen de Vlaamse film als "groots, invloedrijk en vooruitstrevend". Toch ondernemen zij geen enkele poging om die films te beschermen. De Hollandse wrek noemt de Vlaamse film openlijk minderwaardig door ze niet te draaien, maar zelf na te maken! Waar zijn de Vlaamse strijders echter? Zij reageren niet? Is de Hollandse -nee, Dietse- broeder dan zonder kritiek?
Kilte kruipt rond de tenen, de koude besluipt het lijf. Begint onderaan de benen, besmet de vingers, telkens vijf. Daarzie: een eerste rilling, doordringt het lichaam, zo stijf. Doch, na 'n seconde bezie'ling, hervat de koude kracht z'n bedrijf.
Vermanend met de vinger wijst Jacob, 't zal hem niet baten. De draak torent niet langer bovenop, Fortuin heeft hem verlaten.
Aan de Leie bracht waanzin, nu leugens en kwaad, bloot liggen en waarheid zi'n, enkel slechte raad.
Zonlicht schijnt en breekt de schaduw, welke de boze stad, op een land, braaf en schuw, vol afgunst geworpen had.
Trots, liefde, patriottisme, 't zijn woorden al gelijk, en nooit mijn chauvinisme. Als ik moet door slijk, in het leger van flamingantisme. Voor het bloedige Vlamenrijk.
Bloedig. Want elke dag sterven, en worden identiteiten gekaaptt, door rovers die immer dieper kerven, zolang Brabant zich aan Vlaanderen vergaapt.
Ach! Vlaanderen brandt en kwijnt! Uit het Rijk keerde één onzer zonen, wiens liefde voor Brabant niet verkleint, terug en reikt naar Gods tronen.
Genade is een zonde, hem onbekend. Moorden, branden marsen in zijn stoet, doorheen Ieper, Brugge en Gent, daar rest toch niets goed.
Slaat zoon! Slaat hard hen dood! Zo'n hardvochtig wapen is de nood!