Het (h)eerlijke leven van een moeder van vier opgroeiende kinderen.
Dit is het (h)eerlijke relaas van een hoogsensitieve moeder over het opvoeden van vier hoogsensitieve kinderen. Over ups en downs. Over twijfels en onzekerheden, maar evenzeer over duizend kleine gelukjes... Welkom in onze wereld!!!
02-05-2017
Toon die zich aankleedt...
Toen Toon deze middag zijn jas uitdeed, viel ik bijna achterover. In de eerste plaats van 't verschieten. Nadien van 't lachen. Was hij er toch in geslaagd naar school te gaan met een mooie gilet en daaronder... zijn onderhemd. Zijn longsleeve was hij vergeten aan te doen. Die hing nog klaar, over de zetel. Waar ik het gisterenavond klaargelegd had.
De eerste controlepost -meer bepaald de echtgenoot- was Toon probleemloos gepasseerd. Op vestimentair gebied moet je van hem namelijk geen wonderen verwachten.
Nu ja, de juf kan er maar eens goed om gelachen hebben...
Vervelender vind ik situaties zoals gisteren.
Voetbaltornooi in de namiddag. Dat betekent dat ik Toon in de voormiddag begin aan te porren. Dat het tijd is om zijn tas te maken. En of hij dat al gedaan heeft. Net zolang tot ik een "ja" krijg als antwoord.
Namiddag.
"Nog acht minuten", laat ik Toon weten, die druk op de trampoline aan het springen is met de buurjongen.
"Ok! Dan kom ik meteen!" krijg ik als antwoord.
Waarop ik mij rustig vertrekkensklaar maak. In de veronderstelling dat alles onder controle is.
En dan komt Toon tevoorschijn...
Zijn scheenlappen en zijn kousen is hij vergeten aandoen. Waarop hij zijn scheenlappen gaat halen, maar zijn kousen niet vindt. Waarop hij met zijn voetbalschoenen aan naar boven wil lopen om kousen uit zijn schuif te halen. Wat uiteraard NIET de bedoeling is. Waarop ik uiteindelijk zelf nog vlug naar boven spurt om rode kousen.
Tot mijn oog op zijn short valt. Wat rood is, in plaats van wit. Oeps, foutje...
Ik wijs Toon op zijn halflege drinkfles en vraag hem of dat voldoende lijkt voor een volledig tornooi. Waarop ik -die geen voetbalschoenen aanheb- terug naar de keuken mag lopen om dat klusje te klaren.
Wanneer we uiteindelijk bijna de deur uit zijn, komt de echtgenoot af met de echte wedstrijdkousen van Toon. Die zo onvindbaar waren dat ze gewoon in de zetel lagen...
Als je dan weet dat Toon wekelijks een voetbalmatch speelt. Dat hij bijgevolg wekelijks een oefenmoment heeft om zich bij te scholen in het 'zich klaarmaken voor een match'. Dan kan je je wel voorstellen dat ik op dat eigenste moment behoorlijk geïrriteerd geraak... Pissig, zeg maar...
En Toon, mijn gevoelige Toon, is daarvan onder den indruk. Uiteraard. Plannen is namelijk niet zijn sterkste kant...
Een valse start, noemen ze dat.
Gelukkig hebben we dan nog een volledige rit met z'n tweetjes. Eerst om rustig te zakken... zodat ik kan stoppen met sakkeren.
Nadien om met mijn peptalk te beginnen... Zodat de dieselmotor van Toon al een beetje voorverwarmd kan worden. Om op tijd op toerental te komen. Zonder de balast van slechte gevoelens...
Ze hebben een nieuwe hobby ontdekt. De echtgenoot en de vier kids.
Na het avondeten zijn ze vertrokken. Met de fiets.
Op zoek naar een cach...
Geocaching. Begeleid door de smartphone fietsen en wandelen met als doel de schat te ontdekken. Je naam bij op het vindersblad te schrijven, voor zo ver ik het goed begrepen heb. Er zijn absoluut verschillende niveaus en vele varianten, maar wij zijn nog maar beginners. Op zoek naar een tweede vondst. 't Is te zeggen, mijn man en de kinderen zijn nog maar beginners. Zelf laat ik ze nog even doen. Zorg ik ervoor dat ze het al wat in de vingers en de benen krijgen. Zodat ik me nadien op sleeptouw kan laten nemen. Want ja, het lijkt me wel wat. De combinatie van het sportieve met het spel-element.
't Is natuurlijk ook een beetje spannend om alleen thuis achter te blijven. Hoe komen ze straks terug? Blij en opgewonden met de duimen omhoog? Zoals de eerste keer. Of ontgoocheld en kwaad... 't Zou zomaar kunnen, he!
'Als er maar geen ongelukken gebeuren', zegt een stemmetje diep in mij. Een stemmetje dat ik meteen in de kiem probeer te smoren. Zoals elke mama, denk ik dan...
Alleszins, op mijn manier geniet ik mee.
Van de lichte spanning voor het resultaat.
En zeker ook van het feit dat de echtgenoot vertrokken is met de vier kinderen. Allemaal even enthousiast.
Zodat ze samen een avontuur kunnen beleven.
Een stukje papa-geschiedenis kunnen schrijven.
Al is het maar omdat de kracht van mooie herinneringen zo groot is. Zoals ik gisteren mocht ondervinden...
Vandaag ben ik naar een begrafenis geweest. Van nonkel Hubert, de oudste broer van mijn papa. Vier jaar geleden overleed zijn jongste broer aan kanker. Nu blijven ze nog met twee broers en een zus over.
Nonkel Hubert stierf op 81-jarige leeftijd. Vrij plotseling. Op vrijdag. Dag op dag dertig jaar nadat zijn vader, mijn opa, overleed. Voor wie hij altijd grote bewondering gehad heeft. (zie: 'Geloven jullie in tekens? - 14-03-2017)
Het was een prachtige viering. Ontroerend mooi.
Over liefde. Liefde van kinderen voor hun vader. Liefde van een vrouw voor haar man. Liefde van kleinkinderen voor hun opa.
Over liefde die sterker is dan meningsverschillen. Sterker dan conflicten, die er absoluut ook geweest zijn op zijn levenspad.
Over liefde die sterker is dan de dood.
Twee zonen die een tekst schreven over hun vaders leven. Vol leuke anekdotes. Als ultiem eerbetoon.
Een kleindochter die de moed had om zomaar te komen vertellen wat haar op het hart lag. Hoe ze niet echt afscheid heeft kunnen nemen van haar opa. En dat we dat niet mogen nalaten, zeggen hoe graag we iemand zien. Hier en nu.
Een tienjarige kleindochter die een liedje wou zingen voor haar opa. Die prachtig begon, maar te ontroerd was om de hoge noten te halen. Die daar verdriet om had, onmiddellijk erna moest komen voorlezen, en stante pede getroost werd door haar twee zussen. Vooraan in de kerk.
Een kleinzoon die een gedicht kwam voordragen. Een prachtig gedicht. Diepgaand. Waarvan ik vermoed dat hij het zelf geschreven heeft.
Na de viering werden we getrakteerd op een lekkere maaltijd.
Ik zat aan tafel met mijn oudste zus en met twee nichten. We doken terug in de tijd. Haalden herinneringen op. Aan lang vervlogen tijden. Toen de wereld nog één groot avontuur was. Toen we nog met z'n allen waren.
Beseffende dat we ondertussen, samen dertien kinderen later, allemaal op tram vier zitten. Onze jonge jeugd ver achter ons gelaten hebben...
Het heeft iets met mij gedaan, het weerzien.
Het teruggaan naar de roots.
Het besef dat je deel uitmaakt van een groter geheel.
Het persoonlijke besef dat taal mij inderdaad in het bloed zit (zie: Even voorstellen...' 06-06-2017). Net zoals zo ongeveer bij al mijn neven en nichten, en achterneven en achternichten. Schitterend hoe er vandaag dag met taal gespeeld werd!
We hebben afgesproken om nog eens samen te komen. Met de neven en de nichten, de nonkels en de tantes.
Toon volgt sinds dit schooljaar pianoles. Een halfuur per week.
Hij is gemotiveerd, oefent flink en leert goed bij. Wat ik fantastisch vind! Het is namelijk de eerste keer dat ik mee mag maken dat een instrument bij één van de kinderen echt aanslaat. Dat er sprake is van intrinsieke motivatie. Ongedwongen. Vanuit zijn eigen drive. De enige momenten waarop hij een beetje aangespoord moet worden, is wanneer hij een moeilijk nieuw lied moet beginnen ontleden. Daar is hij nog niet zo gek op. Maar voor de rest is het een plezier om de band tussen Toon en de piano te mogen aanschouwen. Om het huis zich te horen vullen met intrinsiek geproduceerde pianomuziek.
Dinsdag is pianolesdag. Van 16.30.u tot 17u. In Zelzate. Ons naburig dorp. Dat al begint in het midden van onze straat, eigenlijk. Onze overburen wonen namelijk in Zelzate. Wij in Wachtebeke.
Helaas, dwars door de gemeente Zelzate loopt het kanaal Gent-Terneuzen. Waardoor Zelzate voor ons opgedeeld wordt in het deel voor de brug, en het deel achter de brug. Waardoor een rit naar het verste deel van Zelzate normaal gezien zo'n vijf tot tien minuten duurt. Behalve wanneer je pecht hebt. En de brug openstaat. Dan kan je voor dezelfde rit op hetzelfde tijdstip van de dag soms 20 tot 25 minuten onderweg zijn.
Enfin, jullie raden het al... de pianoles van Toon gaat door in een school achter de brug.
Op een normale dinsdag rijd ik met Toon en Abel naar ginder. Zet ik Toon af. Rijd ik met Abel terug over de brug naar het voetbalveld van Wachtebeke. Zet ik Abel af. Pik ik de meisjes op aan de bushalte in Wachtebeke en voer ik ze naar huis. Rijd ik terug over de brug naar Zelzate. Pik ik Toon op die zich ondertussen al wachtend een halfuur op de tablet vermaakt heeft. Rijd ik terug over de brug naar huis waar ik Nel oppik. Rijden we naar het voetbalplein van Wachtebeke waar ik Abel afhaal. Rijden we naar huis terug en stort ik me finaal op het organiseren van het avondeten. Waarbij ik vaak het geluk heb dat de echtgenoot de allerlaatste rit op zich neemt om ook Nel terug thuis te brengen van het voetbalterrein.
Deze week dinsdag, pianolesdag. Helaas... wegens werken in de tunnel van Zelzate (het belangrijkste alternatief voor de brug over het kanaal) stropt dezer dagen het verkeer rond de brug vanaf ongeveer 16.10u hopeloos op. Het normale dinsdagtraject is vandaag dan ook absoluut niet haalbaar.
Omdat zowel de echtgenoot als ikzelf Toon toch de pianoles willen gunnen, hebben we een alternatief plan uitgedokterd. Terwijl de echtgenoot -die glijdende werkuren heeft- vroeger op het werk vertrekt om de ritten naar het voetbalveld op zich te kunnen nemen, hoef ik me enkel om de pianoles van Toon te bekommeren.
Ik ben van plan om goed op tijd te vertrekken. Op het laatste moment bedenk ik echter dat de voetbalkleren van Abel nog niet klaar liggen. Wat ik uiteraard snel nog even in orde breng.
Wanneer we onze straat bijna uit rijden, merk ik dat ik mijn boek thuis vergeten ben. Aangezien ik weinig zin heb om een halfuur met mijn vingers te draaien, en aangezien het verder lezen in mijn boek best wel een aantrekkelijke gedachte is, keer ik de auto om. Rijden we nog even naar huis en pikken we het boek mee, net op het moment dat de echtgenoot thuiskomt. Aan wie ik ook nog even moet uitleggen dat ik nu absoluut geen tijd heb om iets te zeggen.
Wanneer we het centrum van Zelzate naderen, merk ik dat er al een stevige -doch niet gigantische- opstopping is. Aangezien we nog zo'n twaalf minuten de tijd hebben voordat de muziekles begint, besluit ik mijn wagen -niet reglementair, toegegeven- te draaien en via het land van onze Noorderburen te rijden. Over de brug van 't Sas van Gent. Wat nog net zou moeten lukken als de brug niet opengedraaid zou zijn om de schepen te laten passeren.
Neen, de brug is niet gedraaid. De brug is doodgewoon afgesloten. Ik kan niets anders doen dan stomweg het volledige ronde punt rond te rijden om in dezelfde richting te vertrekken als waarvan ik gekomen ben. Net zoals trouwens alle auto's voor en achter mij... Met z'n allen richting... Zelzate. Om daar lekker in de file te gaan staan. De file die ondertussen -hoe kan het ook anders- stevig toegenomen is.
Een sorry is hier wel op zijn plaats. Sorry aan alle mensen die ik toen voorgestoken ben in mijn poging om onze pianospelende zoon Toon op tijd bij zijn wachtende pianojuf te krijgen. Ritsen is namelijk nog niet in bij ons. Hier dient nog van achteren in de rij aangeschoven te worden. Wat op dat moment natuurlijk geen optie is. En waarbij ik heel veel geluk heb een mooi gat te zien en er vakkundig in te kunnen duiken. Achter een chauffeur die zich nadien kapot manoevreert met zijn auto-met-kar om degenen die na mij van plan zouden zijn zo'n asociaal verdrag te tonen de weg af te snijden.
Nu ja, als je rond 17.50u in Zelzate op deze dagen vanaf de staart van de file moet aanschuiven om helemaal over de brug te geraken op tien minuten tijd, dan ben je eraan voor de moeite. Even schuiven we nog flink mee, centimeter per centimeter. Gefrustreerd omdat langs alle kanten uit zijwegen chauffeurs blijven 'voorsteken', hierbij zowel de verkeersreglementen als de kleinste vorm van hoffelijkheid volledig aan hun laars lappend. Dan bellen we de pianojuf op om te laten weten dat Toon ofwel te laat, ofwel helemaal niet komt.
Toon en ik zijn het er samen over eens dat tien minuten te laat komen geen ramp is. Dat vijftien minuten te laat komen spijtig is. Dat twintig minuten te laat komen zielig is. En uiteindelijk ook dat vijfentwintig minuten te laat komen not done is.
Op dat moment - enkele minuten vooraleer we daadwerkelijk de kans krijgen de brug over te steken- geven we er de brui aan. En keer ik mijn wagen. Reglementair, deze keer...
Tot volgende week, pianoles...
Al vertrekken we dan zeker en vast wèl goed op tijd. Mèt een boek in de hand. En zonder omwegen...
Vrijaf op de huidige school. Een dagje volgen op de nieuwe school. De leefschool.
Zowel Toon als Abel zijn vol goede moed vertrokken.
Dat Abel overschakelt staat vast. (zie: 'Een nieuwe school voor Abel; 23-03-2017)
Ik kan dus enkel maar duimen dat deze probeerdag goed meevalt. Voor Abel had deze dag namelijk niet gehoeven. Hem niet mee laten gaan terwijl Toon wel naar school zou 'moeten' gaan op een verlofdag, was natuurlijk ook geen optie. Ik heb er alle vertrouwen in. Hoewel een eerste dag altijd spannend is, verwacht ik dat Abel zich zal voelen als een vis in het water.
Bij Toon is het een ander verhaal. Hij weet nog niet welke school hij zal 'kiezen'. Deze probeerdag zou hem daarbij moeten helpen. Dat hij tenminste een zicht krijgt op de voor- en nadelen. Het feit dat hij vanmorgen vroeger moest opstaan, bijvoorbeeld. Dat moet hij van tevoren eens beleefd hebben...
Ik weet dat het dubbel is. Dat één dagje niet zoveel zegt. Zeker niet voor iemand als Toon. Iemand die tijd nodig heeft om te wennen. Om op gang te komen.
Misschien komt hij vanavond thuis met een vaste zekerheid wat het zal worden voor volgend jaar. Misschien doet deze dag zijn twijfel enkel toenemen. We zullen wel zien...
Een feit is dat ik weet waar ik op hoop...
Ik hoop dat Abel helemaal vol is van zijn nieuwe school. Dat hij bij wijze van spreken niet meer kan wachten tot september begint.
En ik hoop ook dat Toon enthousiast genoeg zal zijn om te durven springen. Zodat zijn rechter hersenhelft (waar zich de creativiteit, intuïtie en het leggen van verbanden bevinden) gestimuleerd wordt om onder de onderdrukking van zijn linker hersenshelft (waar zich de logica en het rationele bevinden) uit te komen...
Dat betekent een uurtje relaxen voor mezelf. Lekker onderuitzakken in de stoel en zien hoe Abel zijn handstand oefent, rond de rekstok draait, aan de ringen hangt of salto's springt. Zalig!
Vandaag niet helemaal.
Een mama komt op de stoel naast mij zitten. Op de voet gevolgd door twee kinderen.
Gedaan met de rust.
Kinderen die achter mekaar aanrennen. Gillende kinderen. Tierende kinderen. De mama die zich hierom bij mij wel excuseert, maar NIET ingrijpt. Terwijl dat de turners toch ook moet storen. Ongetwijfeld.
Aangezien kinderen kinderen zijn en aangezien het er blijkbaar vandaag toch niet inzit ongestoord te genieten van het enthousiasme van Abel, knoop ik een gesprekje aan met de mama. Die best wel sympathiek is.
Dan valt mijn oog op de sokken van de kinderen. Merk ik dat ze allebei twee -totaal- verschillende sokken aanhebben. Dus vraag ik de mama of het in Nederland dan vandaag downsyndroomdag is. Of ze ook de diversiteit willen vieren en dat op deze manier aan anderen duidelijk willen maken.
De mama valt uit de lucht. Legt me al lachend uit dat ze het opgegeven heeft om sokken in paren te sorteren. Dat ze gewoon één schuif heeft. Een sokkenschuif. Waar ieder gezinslid elke dag twee sokken uitneemt. Lukraak.
Terug thuis kauw ik na over deze toevallige ontmoeting.
Ik krijg hem niet uit mijn hoofd, die sokkenschuif.
Al is het voor mij absoluut een brug te ver. Kinderen die met twee verschillende sokken rondlopen. Op een doodnormale dag. Dat lukt niet in mijn hoofd. Niet mijn kinderen.
En toch... toch zagen de rondrennende en gillende kinderen van de mama er niet ongelukkig uit. Allerminst. Ondanks hun gekke sokken.
En begin ik iets te beseffen...
In mijn zoektocht naar RIMH (Rust In Mijn Hoofd) kan ik er niet aan voorbijgaan, aan de sokkenschuif. Aan het besef dat een -groot?- deel van mijn drukte komt, doordat ik het mezelf aandoe... Doordat sokken in mijn hoofd wel netjes per paar gevouwen moeten zijn, bijvoorbeeld...
Net nu ik dit stukje schrijf, speelt op de achtergrond een opgenomen aflevering van 'The Voice Kids'. En zie ik een heel coole, vlotte jongen vlak voor zijn opkomst op het podium zijn broekspijpen ietwat omhoog trekken. Om de tv-kijkend Vlaanderen iets mede te delen. Een statement te maken. Dat hij de wereld wèl aandurft... met twee totaal verschillende sokken aan!!!
Noem het een zwakte, noem het een eigenaardigheidje, noem het een uitspatting, noem het een hobby...
Er is iets waar ik veel belang aan hecht.
Waar ik veel tijd aan spendeer.
En met momenten misschien ook veel geld...
Ik kan het niet laten om voor mijn kindjes mooie kleren te kopen.
Waarmee ik absoluut niet wil zeggen dat ik de laatste mode koop. Integendeel, het leeuwenaandeel van de kinderkleding die ik koop, koop ik uit eerdere collecties.
Vrolijke en kleurrijke kleding. Met leuke figuurtjes en toffe prints. Van aangename stofjes en met mooie snits. Daar houd ik dus van!
Ideaal zou het zijn als ik zelf achter de naaimachine zou kunnen kruipen en mijn eigen gang gaan. Maar dat is absoluut niet aan mij besteed. Daar kan ik geen plezier aan beleven.
Dus speur ik internetwinkeltjes en facebookgroepen af op zoek naar leuke koopjes. Waarbij ik me vooral richt op Scandinavische merken en Beligsche (al dan niet designer)merkjes.
Al zeg ik het zelf, ik ben er goed in geworden. Ik heb een neus voor koopjes. Mijn piek in aankopen ligt absoluut in de maanden januari en juli. En dan liefst nog telkens op het einde van de maand, wanneer alles nog een slagje goedkoper geworden is. Ook koop ik af en toe tweedehands kleertjes. Liefst van mensen die ik ken, al is het maar van naam.
Het allermeeste tijd kruipt in het doorverkopen van de kleertjes. Wanneer ze te klein geworden zijn. Wanneer ze niet goed zitten. Wanneer ze niet meer mooi bevonden worden... Dan gaan ze op zoek naar een nieuwe eigenaar! Via 2dehands.be en via mijn eigen facebookgroep. Wat altijd een leuk gevoel geeft: een tweede leven voor een leuke trui of jas, en terug een budget om op klerenjacht te gaan...
Soms, heel soms, besef ik dat ik overdrijf. Dat de kleerkasten van de kinderen absoluut al vol genoeg zitten. Dat ik me moet inhouden. Soms lukt dat. Soms minder.
Ik paai mezelf met de gedachte dat dit eindig is. Zo heeft Nel al haar eigen kledingsbudget waarbij ik volledig overbodig geworden ben bij het aanschaffen van nieuwe kleding. Zo moet ik al niet meer kijken naar maten onder de acht jaar, en blijft deze grens gestaag opschuiven...
Toch zijn er ook heel belangrijke persoonlijke voordelen aan deze verslaving.
Eerst en vooral ben ik elke avond blij wanneer ik de kleren voor Kato (zij heeft hierbij graag nog wat hulp), Toon en Abel voor de volgende dag klaar mag leggen.
Bovendien kan het mij zelfs blij maken wanneer ik was en strijk, om al die vrolijke patroontjes te zien passeren.
En uiteraard vind ik mijn kinderen nog meer om op te eten wanneer ze zo leuk gekleed gaan!
Kunnen jullie dan ook raden wat de eerste regel is als de jongens van school thuis komen? Een regel die ik me nog heel goed herinner van mijn eigen jeugd... Thuiskomen is... speelkleren aantrekken!!!!
Hoeveel leuke kleertjes er ook in de kasten liggen, we blijven er zuinig op zijn!
Of ze al een topje zou moeten dragen, vroeg Kato onlangs... Dat iedereen van haar klas al een topje of een bh droeg en dat zij in de kleedkamer de enige was zonder iets. Dat ze zich daardoor bekeken voelde.
Ik liet even mijn oog vallen op haar platte boezem -waar weliswaar de eerste tekenen van reliëf zich begonnen te voltrekken- en stelde dat hier absoluut nog niet van een noodzaak gesproken kon worden.
Of het dan ontwikkelingsgewijs geen kwaad kon om zo rond te lopen, wou Kato nog weten.
Ik verzekerde Kato dat er absoluut nog geen nadeel aan was om geen topje te dragen. Toevoegend dat ik met plezier naar de winkel wou om topjes in haar maat te kopen als ze zich daar beter bij zou voelen.
Het feit dat Kato hier ontkennend op antwoordde, dat ze liet weten in dat geval liever nog te wachten, vind ik een uiting van haar sterke persoonlijkheid. Kato vs groepsdruk: 1 - 0.
Heel vroeg begint het al, die groepsdruk. Op ondergoed. Sommige kinderen lijken er meer ontvankelijk voor dan anderen... En wie zal zeggen wat het beste is?
Bij jongens lijken 'gewone' onderbroeken niet meer in te zijn. Waar ik aanvankelijk steevast de meest comfortabel ogende, korte onderbroekjes kocht, was het Abel die me in het eerste leerjaar erop wees dat dat niet meer ok was. Boxershorts, van het aanspannende type, dàt was de nieuwe norm. En dat hij in het vervolg geen korte onderbroekjes meer wou dragen, stelde hij vastbesloten...
Moeilijk doe ik daar niet over. Als de groepsdruk gewonnen heeft, geef ik me graag over. Toch in dit geval. Al betekent het wel dat de onderbroeken van broer Toon geen tweede leven meer krijgen bij broer Abel. Dat er een verhoging van de kosten mee gepaard gaat...
Op het gebied van onderbroeken, en misschien ook wel in het algemeen, heeft Toon minder last van groepsdruk. Bij hem is het simpel. Boxershorts kan hij niet verdragen. Denkt hij, want iets nieuws uitproberen is niet zo meteen aan de orde bij Toon. Het kan Toon dan ook helemaal niets schelen wat de groep ervan vindt. Hij draagt korte onderbroeken. Punt uit.
Ik hoop van ganser harte dat de 'produkten' van mijn opvoeding zelfstandig denkende wezens worden. Die niet zomaar met de stroom meegaan. Die zichzelf durven uiten op hun helemaal eigen en unieke manier. Die hiervan de consequenties kunnen inschatten en durven trotseren.
Maar ik ben me er wel van bewust dat groepsdruk meespeelt en zal blijven meespelen. Dat het een belangrijke factor is.
Ik wens mijn kinderen dan ook toe dat ze af en toe toegeven aan de groepsdruk. Om zich comfortabel te kunnen voelen. Maar dat ze, op de momenten waarop het écht belangrijk is, ook durven tegen de stroom in te gaan. Om helemaal zichzelf te zijn...
Ooit. Later...
Laat ze nu maar eens flink oefenen met hun ondergoed...
Alle vijf de neefjes op bezoek!! Met de bijhorende tantes en nonkels, uiteraard. (Enkel mijn jongste, kinderloze zus ontbrak wegens werkomstandigheden.)
Dat betekent... zeven dagen op voorhand beginnen offeren aan de weergoden...
Dat betekent... enkele dagen op voorhand zorgen dat alles van eten en drinken in huis of besteld is.
Dat betekent... zorgen dat het huis opgeruimd is en dat alles klaarstaat.
Dat betekent...
Eigenlijk valt het niet in één zin te zeggen wat het betekent om met de familie samen te zijn.
Wij wonen allemaal nogal ver van mekaar. We zien mekaar niet zo vaak, enkele keren per jaar. Maar mekaar zien is telkens thuiskomen. Bijpraten. Over de kindjes. Over de koetjes en de kalfjes. Over het leven zoals het is. Het is een namiddag waarin heden en verleden moeiteloos in mekaar overgaan. Om zin te geven aan het nu.
Mekaar zien is altijd feest. Vieren hoeveel geluk we hebben om als familie samen te kunnen zijn.
Een topdag werd het. Met buiten spelende kinderen en zich kind voelende volwassenen. De warmte van de dag smeult nog na in mijn hart...
Helaas wordt het de komende jaren wat moeilijker om onze bende bijeen te krijgen.
Broerlief is toe aan een volgende stap in zijn leven. Samen met z'n Mexicaanse vrouw en de twee kindjes trekt hij voor drie jaar naar Brazilië. Dit feest was dan ook zo'n beetje een afscheid. Een stel-het-daar-heel-goed. En ook een hopelijk-voelen-jullie-je-ginder-snel-thuis. Waarbij ik vooral mijn hand op het hart houd voor de twee neefjes. Die na de combinatie Nederlands (papa) - Spaans (mama) -Duits (op school) overstappen naar de combinatie Nederlands (papa), Spaans (mama), Engels (school) en Portugees (de landstaal)... Al zijn ze gelukkig te klein om dat voor hun vertrek volledig te beseffen...
Er is iets wat ik niet heb... en ik ben best wel jaloers op mensen die dat wèl hebben...
Mijn echtgenoot, bijvoorbeeld. Of Nel. Zij zeker en vast ook.
Dadenkracht.
De kracht om ideeën om te toveren in daden. Om deze dan ook volledig uit te voeren. Tot het einde.
De kracht om door te werken. Er gewoon voor te gaan. Zonder te treuzelen omdat je tussendoor bedenkt dat je evengoed ondertussen dit en dat ook aan kan pakken.
De kracht om van niets naar iets te gaan, ondertussen alle hindernissen wegwerkend, zonder vermurwen.
Ik heb het niet.
Nooit gehad.
Waarom niet, dat is een goede vraag...
Kijk, ik ben een denker. Ik heb vaak nieuwe ideeën. Schitterende plannen. Prachtige bedenkingen.
Maar het lukt mij meestal niet om deze te realiseren. Steevast heb ik er hulp voor nodig. Een duwtje in de rug, of een grote duw zelfs.. Hier thuis komt het er vaak uiteindelijk op neer dat ik bedenk, en dat de echtgenoot uitvoert...
Bovendien lijk ik niet recht op een doel af te kunnen gaan. Steeds opnieuw word ik afgeleid door wat op mijn weg komt. Zie ik bergen waar anderen hooguit een heuveltje lijken te bespeuren. Neem ik keer op keer de langste weg. Met veel bochten.
Ook ontbreekt het mij aan volharding om eentonige fysieke taken uit te voeren. Wil mijn lichaam dan vaak niet mee. Wat ik niet zo goed begrijp. Laat mij een voetbalmatch spelen en ik loop me te pletter. Maar onkruid wieden, bijvoorbeeld, houd ik niet langer dan een kwartier vol.
Ten slotte is het voor mij vaak heel moeilijk om een overzicht te krijgen over wanorde. Verlies ik mij in details. Moet ik stukje per stukje kunnen bekijken.
Soms denk ik dat ik gewoon niet genoeg gestimuleerd ben in mijn dadenkracht. Dat in mijn schoolcarrière een grote potentie aan dadenkracht verloren is gegaan. Om nooit meer terug te komen...
Soms denk ik dat het gewoon aan mezelf ligt. Dat ik eerder een lui type ben.
Soms denk ik dat ik gewoon teveel denk.
Alleszins,
ik ben blij dat er mensen bestaan die wèl dadenkracht bezitten. Die effectief en onverzettelijk te werk kunnen gaan. In een rechte lijn tot aan de finish.
Zodat ik het niet hoef te doen.
Of tenminste, zodat ik me kan concentreren op de dingen waar ik wèl goed in ben... en waar anderen misschien blij om zijn dat ik die dingen aanpak. Zodat zij het niet hoeven te doen...
Hoe frustrerend kan het zijn om enkele uurtjes zoet te zijn met het bereiden van een nieuwe kookboek-maaltijd... die nadien door niemand gesmaakt wordt... Meer dan dat, die volledig tot aan de grond afgebroken wordt...
Ok, ik geef het toe. Mijn verhouding zat fout. De preien waren veel te groot en te dik, waardoor de spekblokjes in verhouding eilandjes werden. Waardoor er veel te weinig smaak zat in de quiche Lorraine. Deze keer had ik wel eens kwistig moeten zijn met zout, maar dat is tegen mijn principes...
Ok, ik geef het toe. Dat ik zelf ook speciaal om blikjes coca cola gereden ben naar de winkel. Dat ik die extra smaak nodig had, ook al drink ik thuis normaliter geen cola meer. Uit principe. Of eigenlijk meer om mezelf te beschermen tegen overdaad.
Maar mèt die cola erbij vond ik het wèl lekker. De quiche. Met heel veel prei en weinig spek.
Gelukkig, want ik zal er nog enkele dagen mogen van eten, vrees ik...
Kato liet meteen blijken dat ze het NIET lustte en dat ze er bijgevolg ook NIET van zou eten. Op misschien een hapje na. Voor de goede vrede.
Nel was daarentegen erg stil. Maar ze zette wel door. En mits ook wat cola, at ze toch haar stuk op. Waarbij ze het niet naliet op te merken dat ze trots was op zichzelf. (waaronder een goede verstaander mag aanvullen: 'dat ik zoiets smaakloos toch binnen gekregen heb...')
De jongens zijn nog niet thuis. Ze zijn op triatlonkamp. Straks mag ik ze afhalen. Doodmoe en... uitgehongerd. Ik kan je nu al zeggen dat Toon NIET blij zal zijn. Gisteren zat het er al op omdat hij mijn versgemaakte spaghetti moest eten. Daar is deze quiche in vergelijking niets mee, dat kan ik je vertellen.
Gelukkig heb ik met de overschot van het deeg twee extra quichjes gemaakt, met veel minder prei en in verhouding meer spek. Hopelijk slaat deze wel een beetje aan... Dan kan hij achteraf nog een boterham eten...
En Abel? Het blijft natuurlijk afwachten, maar Abel is -samen met Nel- mijn leukste eter. Hij staat wel open voor nieuwe smaken. Dat komt wel goed.
Of de echtgenoot vanavond mijn kookkunsten zal loven, valt zwaar te betwijfelen. Hij is namelijk een functionele eter. Voor hem doet het er veel minder toe of iets lekker is of niet, als het maar voldoende is.
Ik durf te voorspellen dat hij niet enthousiast zal zijn, maar wel in stilte zijn portie binnen zal werken. Overgoten door een geutje wijn, natuurlijk...
Voila,
dit heb ik ook al weer eens van mij afgeschreven.
Al denk ik dat ik niet helemaal fair was...
zelf ben ik namelijk ook een heel slechte eter...
Altijd al geweest.
Heel gevoelig aan smaken en texturen.
Weinig leren eten omdat, tja... waarom?
Hadden mijn ouders strenger moeten zijn? Mij meer moeten forceren? Zou dat geholpen hebben? Ik betwijfel het...
Pas toen ik vrij was om zelf dingen te ontdekken, leerde ik nieuwe dingen eten... al blijft het bij mij ook altijd beperkt...
Het is grappig om bij je kinderen kleine stukjes van jezelf te herkennen...
Zo zag ik Abel weer eens bezig met opruimen.
Waar voor de meeste mensen opruimen iets saai is, is het voor hem een spel.
Abel zie je nooit zomaar iets opruimen. Dingen worden weggereden, of weggetakeld, of weggemikt,..
Net zoals ik mij door de steeds wederkerende taken sla...
Door er een spel van te maken.
Door bijvoorbeeld de kinderkledij een eigen leven te geven, en ze superblij te laten zijn dat ze na een was- en strijkbeurt terug onder de stapel belanden. En nog veel blijer wanneer ze helemaal bovenaan liggen en weldra gedragen zullen worden.
Door bijvoorbeeld de keukenhanddoeken op een speciaal bepaalde volgorde te leggen. Waarbij je als handdoek ook een beetje geluk moet hebben om niet telkens helemaal onderaan te belanden.
Door bijvoorbeeld de vaatwasmachine te proberen legen in één trek, zonder dat er ondertussen iemand de keuken binnen mag komen... Waarbij het enkel gaat om de spanning of het lukt of niet.
Stom, he!
Ik weet het!
Het is alleszins niet altijd even functioneel. Daar ben ik me absoluut van bewust.
Maar zo zit ik in mekaar. Zo beleef ik ook plezier aan mijn dagdagelijkse Moetjes.
En blijkbaar zit het dan toch een beetje in mijn genen... ;-)